Bijlage 2 Vergelijking met de nota ‘Aanbevelingen gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid’ van de Dierenbescherming (2014) De 40 aanbevelingen van de dierenbescherming zijn hieronder in cursief aangegeven. Per aanbeveling wordt de Utrechtse situatie toegelicht. Algemeen 1.
De gemeente stelt diervriendelijk beleid op en legt dit vast in een nota Dierenwelzijn. Sinds 1999 kent de gemeente een nota Dierenwelzijn. De nota met bijbehorende actiepunten is in 2011 geëvalueerd. In de evaluatie is geconcludeerd dat het niet nodig is op korte termijn een nieuwe nota Dierenwelzijn op te stellen. De actualisatie van het dierenwelzijnsbeleid zal worden vastgelegd in de vorm van een kaderbrief Dierenwelzijn, die voortbouwt op de Nota Dierenrijk Utrecht.
2.
De gemeente heeft een wethouder dierenwelzijn, die verantwoordelijk is voor dierenbeleid en dierenwelzijn waarborgt. Sinds voorjaar 2014 heeft de gemeente Utrecht een wethouder Dierenwelzijn, die ook voor wat betreft dierenwelzijn, een coördinerende rol heeft richting andere beleidsvelden.
Dieren in nood 3.
De gemeente maakt goede afspraken met dierenopvangcentra en ambulancediensten over de opvang van dieren en verstrekt een kostendekkende vergoeding. De gemeente gebruikt hiervoor bij voorkeur het door de Dierenbescherming opgestelde ‘Basisarrangement Dierennoodhulp’. De gemeente heeft het transport, opvang en registratie ondergebracht bij respectievelijk de Dierenambulance, Dierenasiel en Dierenbescherming. Deze organisaties kunnen met hun vele vrijwilligers deze taken beter uitvoeren dan de gemeente. De gemeente heeft veel waardering voor deze vrijwilligers en vindt dat hun inzet goed past bij het motto van dit college: “Utrecht maken we samen”. De opvang van dieren voor de periode van twee weken is een wettelijke taak. De gemeente betaalt de kosten voor deze opvang. Na de wettelijke termijn van twee weken wordt het asiel eigenaar van de opgevangen dieren en zoek voor de dieren een nieuwe eigenaar.
4.
De gemeente ziet het vervoer van zieke, gewonde en gevonden dieren als onderdeel van haar verantwoordelijkheden en ondersteunt het werk van de dierenambulance. De gemeente heeft een overeenkomst hiervoor met de Dierenambulance Utrecht (zie ook 3). In afwachting van de kaderbrief is de huidige overeenkomst met de Dierenambulance Utrecht met een half jaar verlengd.
5.
De gemeente neemt een faciliterende rol in bij het tot stand komen van afspraken tussen hulpdiensten en opvangcentra over de opvang van huisdieren in geval van een (gedwongen) opname, arrestatie of huiselijk geweld. Deze aanbeveling neemt de gemeente deels over. In het geval van een vervuilde woning waarbij de bewoner geen geld heeft voor het betalen van opvang van zijn/haar huisdier, heeft de gemeente met de Dierenbescherming afspraken gemaakt. De Dierenbescherming heeft op haar beurt afspraken gemaakt met het Dierenasiel. Financiering door diverse partijen zoals de gemeente en woningbouwcorporaties geschiedt op incidentele basis uit goedwillendheid. 1
Altrecht heeft bij gedwongen opname geen vaste procedure of budget voor het op laten vangen van dieren. 6.
De gemeente verleent een ontheffing aan de dierenambulance voor het medegebruik van busen trambanen. Wij handelen volgens deze aanbeveling door ontheffingen te verlenen aan de dierenambulance.
7.
De gemeente neemt in haar rampenplan een apart stuk op over de hulp aan dieren. Het rampenplan is door de Veiligheidsregio Utrecht gemaakt. Daarin is hulp aan dieren is opgenomen. Het gaat o.a. om: - crisiscommunicatie: bij Pers- en publieksvoorlichting & Verwanten - het inrichten van opvanglocaties voor huisdieren en vee; - behandeling van gewonde dieren - voedselvoorziening - hulpbehoevende dieren zo spoedig mogelijk bevrijden uit levensbedreigende of benarde situaties en zo snel als mogelijk toegang geven tot de geneeskundige hulpverlening, waar (eerste) hulp geboden kan worden. - ontsmetten van dieren - infectieziektebestrijding
Gezelschapsdieren 8.
De gemeente informeert burgers over het belang van chippen van katten en ondersteunt en faciliteert chipacties voor katten. Wij onderschrijven het belang dat burgers op de hoogte zijn van de noodzaak van het chippen van katten. Wij vinden echter dat het laten chippen/en of steriliseren/castreren van katten de verantwoordelijkheid is van de eigenaren. Wij onderzoeken of en hoe wij de aanbevelingen rondom het informeren van burgers kunnen overnemen. Concreet denken wij hierbij aan het doorverwijzen naar landelijke informatie door verwijzingen hiervoor op de gemeentelijke website. We bekijken of op de website een kopje dierenwelzijn kan worden ingericht. Ook bekijken wij of deze activiteiten mede kunnen worden uitgevoerd door de Stichting Utrecht Natuurlijk.
9.
De gemeente stelt hondenbeleid op, dat betrekking heeft op onder andere voorzieningen voor honden en bijtincidenten. Bij het opstellen van het beleid staat het welzijn van de hond centraal. Veel Utrechters hebben een hond en maken gebruik van de openbare ruimte. De gemeente vindt het belangrijk dat de openbare ruimte door mens en hond veilig gebruikt kan worden. Daarvoor is een aanlijngebod ingesteld, dat regelt waar honden wel en niet mogen loslopen. Daarnaast kunnen mensen honden als overlast ervaren, met name de overlast door hondenpoep. Door hondentoiletten beschikbaar te stellen, probeert de gemeente die overlast te verminderen. De opvatting van het college is dat de gemeente verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Daarnaast ziet zij het als verantwoordelijkheid van de hondenbezitters om hun hond onder appel te hebben. Het aanlijngebod is ook een middel om bijtincidenten te voorkomen. Op het aanlijnen van honden wordt door de gemeente gehandhaafd.
10.
De gemeente maakt afspraken met opvangcentra over een locatie of een eventuele bijdrage voor renovatiekosten. Alleen indien de renovatie gemeentelijk eigendommen betreft, zullen hierover zo nodig afspraken gemaakt worden.
2
11.
De gemeente geeft in haar gemeentegids en op haar website tips over hoe te handelen bij een weggelopen huisdier en plaatst daarbij het telefoonnummer van de plaatselijke afdeling van de Dierenbescherming of andere meldpunten voor vermiste huisdieren. Andere instanties geven hier voorlichting over. De gemeente zou op de website kunnen verwijzen naar die organisaties. Zie hiervoor ook de toelichting onder 8 over het aspect voorlichting.
12.
De gemeente speelt een rol bij de uitbreiding van het aantal woonzorg- en verpleeghuizen waar ouderen met hun huisdier welkom zijn of bemiddelt tussen ouderen met een huisdier en directies van woonzorg- en verpleeghuizen. Zoals eerder vermeld, vind het college dat haar verantwoordelijkheid voornamelijk het welzijn van dieren in de openbare ruimte betreft. De woonzorg- en verpleeghuizen hebben hun eigen beleid voor wat betreft het toelaten van huisdieren. De gemeente zal bekijken of zij kan verwijzen naar zorginstellingen die de mogelijkheid bieden om een huisdier mee te nemen (gemeentegids, website).
13.
De gemeente geeft op haar website voorlichting over het diervriendelijk houden van hobbydieren en regelgeving met betrekking tot hobbydieren. De houders van de hobbydieren hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid (o.a. zorgplicht Wet Dieren). Er is veel informatie over het houden van hobbydieren te vinden op internet. Handhaving op deze zorgplicht vindt door andere instanties plaats. Wij vinden niet dat de gemeente hier een rol of verantwoordelijkheid heeft.
14.
De gemeente stelt een diervriendelijk beleid op ten aanzien van het verlenen van vergunningen voor schuilstallen voor hobbydieren. Bij de gemeente zijn geen gevallen bekend met betrekking tot problemen bij het bouwen van schuilstallen. Er is derhalve geen reden om hierop beleid te ontwikkelen.
15.
De gemeente staat het oprichten en beheren van een kinder- of stadsboerderij of hertenkamp slechts onder bepaalde voorwaarden toe en ziet erop toe dat het welzijn, de gezondheid en integriteit van de dieren zijn gewaarborgd en maakt bij voorkeur gebruik van de intentieovereenkomst voor dierenwelzijn op kinderboerderijen. De gemeente voert deze aanbeveling uit.
Evenementen met dieren 16.
De gemeente hanteert een voorkeursbeleid voor circussen zonder (wilde) dieren. Het college heeft de voorkeur voor circussen zonder (wilde) dieren. Wij vinden dat de regels voor circussen op landelijk niveau geregeld moet worden. Daarom hebben wij een brief van 2 september 2014 van de gemeente Rotterdam aan de staatssecretaris van Economische Zaken ondersteund. In deze brief verzoekt de gemeente Rotterdam mede namens Utrecht de staatssecretaris om zo spoedig mogelijk te komen met een wettelijk verbod op wilde dieren in het circus, zoals dat is aangekondigd in het Regeerakkoord. Inmiddels heeft de staatssecretaris besloten dat er een verbod komt op wilde zoogdieren in het circus. Het verbod gaat per 15 september 2015 in.
17.
De gemeente staat evenementen met dieren, zoals struisvogelraces en paardenmarkten niet toe. Binnen de stad Utrecht worden geen struisvogelraces en paardenmarkten gehouden. De gemeente heeft overigens geen wettelijke mogelijkheden om evenementen met dieren te verbieden. Dat wil niet zeggen dat evenementen met dieren zomaar gehouden kunnen worden. Hierbij moet voldaan worden aan de Gezondheids- en Welzijns Wet voor Dieren. Deze wet bepaalt onder welke voorwaarden een evenement met dieren kan plaatsvinden. Indien een evenement met dieren wordt gehouden, wordt door de gemeente een afschrift van de vergunning naar de dierenbescherming gestuurd. 3
18.
Wanneer de gemeente toch een vergunning voor een paardenmarkt wil afgeven, doet zij dit volgens het protocol welzijn paardenmarkten. Zie toelichting onder 17.
Landbouwhuisdieren 19.
De gemeente voorkomt met behulp van haar bestemmingsplannen de vestiging of uitbreiding van vee-industrie binnen haar grenzen. De gemeente heeft m.b.t. vee-industrie het volgende in de bestemmingsplannen geregeld. Intensieve veehouderij is in de gemeente Utrecht niet toegestaan. Binnen het Utrechts grondgebied zijn agrarische bedrijven gevestigd. Daarvan hebben de bedrijven ten westen van de Meerndijk en ten zuiden van de Reijerscop en die in Haarzuilens uitbreidingsmogelijkheden conform het oude bestemmingsplan (oude rechten). Verdere uitbreidingsmogelijkheden zijn uitsluitend mogelijk via een wijzigingsbevoegdheid en dan uitsluitend voor het plaatsen van bouwwerken voor het opwekken van duurzame energie of ter verbetering van het dierenwelzijn of ter vermindering van de milieubelasting. Het agrarische deel van het landgoed Amelisweerd valt onder het bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Bunnik.
20.
De gemeente stimuleert vormen van diervriendelijkere veehouderij door zelf het goede voorbeeld te geven en alleen producten met het Beter Leven kenmerk of biologische producten te gebruiken en te zorgen voor de aanwezigheid van vegetarisch voedsel. De gemeente koopt voor de gemeentelijke organisatie nu al zoveel mogelijk Fairtrade in. Bij het aflopen van het huidige contract zal de gemeente overgaan 100% biologische producten, te beginnen met dierlijke producten. Tot die tijd vinden binnen het huidige kader en in overleg met de opdrachtnemers kleine aanpassingen in het assortiment plaats.
21.
De gemeente stelt extra eisen aan de brandveiligheid van stallen en controleert stallen regelmatig op brandveiligheid. Ook zorgt de gemeente ervoor dat de brandweer is voorbereid op het aanpakken van stalbranden door regelmatig te oefenen en een aanvalsplan voor stalbranden op te stellen. Binnen de gemeente Utrecht zijn geen stallen van een dergelijke omvang, dat extra eisen voor brandveiligheid moeten worden gesteld, aanwezig.
Proefdieren 22.
De gemeente besteedt aandacht aan het gebruik van proefdiervrije producten, zoals schoonmaakmiddelen en zeep, in gemeentelijke ruimtes. De gemeente Utrecht gaat bij de eerstvolgende aanbesteding met betrekking tot schoonmaakproducten over naar dierproefvrije en biologisch afbreekbare schoonmaakproducten. De gemeente zal dit ook eisen van schoonmaakbedrijven die voor de gemeente werken.
In het wild levende dieren: jacht, beheer en schadebestrijding 23.
De gemeente staat jacht op gemeentegronden niet toe. De gemeente Utrecht staat plezierjacht niet toe, wel beheerjacht onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Beheerjacht en jacht als overlastbestrijding worden mede onder gemeentelijke verantwoordelijkheid uitgevoerd. De gemeente zet (beheer)jacht wel als laatste middel in, dus daar waar anderen middelen niet bleken te werken. De provincie Utrecht heeft in het kader van ganzenbeheer extra bevoegdheden. De Faunabeheereenheid van Utrecht kan op basis van de Flora-en faunawet worden ingezet, zo nodig ook zonder instemming van rechthebbenden, terreinen betreden en ganzen bestrijden (geldt niet voor de bebouwde kom van de gemeenten). 4
24.
De gemeente voorziet, eventueel in samenwerking met de Dierenbescherming, inwoners van informatie over dieren in hun omgeving. Zo kan acceptatie van dieren rondom de woningen worden vergroot en door preventief handelen worden voorkomen dat mensen overlast ervaren. De gemeente informeert bewoners alleen bij overlast. Voorbeelden hiervan zijn o.a.: het informeren van bewoners in Zuid-West over het niet voeren en vangen van ganzen, het niet voeren van eenden in de hele stad (i.v.m. waterkwaliteit en aantrekkende werking op ratten), informatie t.b.v. het voorkomen van rattenoverlast en bestrijden van ratten, informatie over de eikenprocessierups.
25.
De gemeente overlegt met de Dierenbescherming over alternatieve methoden, in plaats van doden van dieren, voor het voorkomen van schade en verkeersongevallen binnen de gemeente. De gemeente kiest voor de minst schadelijk methode van bestrijding op basis van gemelde incidenten. Hierover is momenteel geen afstemming met de Dierenbescherming, maar we staan uiteraard open voor overleg hierover. De gemeente richt zich op preventie van overlast, zoals informeren van bewoners over effecten van voeren van duiven, eenden, kippen e.d. (zie ook onder 24).
26.
De gemeente geeft informatie aan burgers over diervriendelijke manieren van schade beperken en legt daarbij de nadruk op diervriendelijke en preventieve maatregelen. Daar waar gedrag van burgers de oorzaak is van overlast als gevolg van dieren (bijvoorbeeld overvloedig voeren van eenden en ganzen) geeft de gemeente voorlichting hoe deze overlast kan worden voorkomen. Immers, verplaatsing van dieren is bijna altijd geen oplossing voor het probleem. De gemeente zorgt voor ongediertebestrijding op basis van meldingen bewoners. De gemeente Utrecht heeft geen ontsmettingsdienst, maar schakelt zo nodig een bedrijf in. De gemeente heeft hiervoor een coördinator voor o.a. duiven- en rattenoverlast. Voor diervriendelijke methoden van bestrijding van ongedierte verwijst de gemeente zo nodig naar gespecialiseerde bedrijven en informatie op internet.
27.
De gemeente biedt financiële ondersteuning aan de TNR-methode van de Dierenbescherming, in het kader van haar wettelijke taak ten aanzien van zwervend aangetroffen dieren. De TNR-methode ( vangen, steriliseren/castreren en terugplaatsen) betreft de aanpak van zwerfkatten en wordt niet structureel door de gemeente toegepast. Onze opdracht aan de Dierenbescherming betreft de opvang van zwerfdieren (niet zijnde honden of katten en botulismeslachtoffers). Gevonden katten worden opgevangen in het dierenasiel. Bij overlastsituaties kunnen vangacties worden ingezet waarbij de TNR-methode wel wordt toegepast.
28.
De gemeente verpacht geen (vis)water aan hengelsportverenigingen. Wij nemen deze aanbeveling niet over. De gemeente verhuurt de visrechten aan de Algemene Utrechtse Hengelaars Vereniging (AUHV). Deze vereniging geeft de vergunningen om te mogen vissen, Vispassen, af. Deze pas geeft leden van de AUHV recht om met de hengel te vissen. De AUHV handhaaft de naleving van de regels samen met de regionale sportvisserijorganisatie. Daarnaast geven zij voorlichting over hoe te vissen. Naar aanleiding van de consultatieronde waarbij de sportvisserij een discussiepunt was, zal bekeken worden of de contracten met de AUHV aangepast moeten worden.
29.
De gemeente geeft samen met natuur- en dierenbeschermingsorganisaties voorlichting over de leefwijze en gedrag van vissen, zonder ze daarbij op te vissen of op andere wijze te verstoren. Andere instanties geven hierover voorlichting. Zie hiervoor ook de toelichting onder 8 m.b.t. het aspect voorlichting geven. 5
In het wild levende dieren: ruimtelijke ingrepen 30.
De gemeente zorgt ervoor dat diegenen die ruimtelijke ingrepen doen of hierbij betrokken zijn, goed op de hoogte zijn van de geldende gedragscode en volgens deze gedragscode werken. De gemeente heeft een gedragscode Flora- en faunawet (FFW). Deze gedragscode is bekend bij de medewerkers die hiermee buiten moeten werken. Een regelmatige evaluatie en controle in het veld maken hier onderdeel van uit. In 2014 is een veldgids beschermde planten en dieren van Utrecht uitgegeven om medewerkers van de gemeente Utrecht en bewoners over deze soorten te informeren. De gedragscode FFW wordt in 2015 geëvalueerd. Controles in het veld kunnen nu niet binnen het groenbudget worden uitgevoerd. Wel zullen praktijk controles deel uitmaken van de evaluatie.
31.
De gemeente treft bij ruimtelijke ingrepen zo veel mogelijk compenserende en/of mitigerende maatregelen, waardoor schade aan flora en fauna verder worden beperkt. Dit is een wettelijke taak uit de FFW en deze wordt door de gemeente uitgevoerd. Zie hiervoor ook de passage over de Green deal om dit onderdeel te verbeteren.
32.
De gemeente besteedt in haar bestemmingsplan aandacht aan dierenwelzijn en soortenbescherming. In de bestemmingsplannen is een passage m.b.t. dierenwelzijn en soortenbescherming opgenomen (paragraaf flora en fauna). De gemeente beschikt over een groenstructuurplan, waarbij groene en blauwe ontwikkelingszones zijn aangegeven. Dit plan wordt betrokken bij het opstellen van bestemmingsplannen. We streven ernaar dit steviger in de huidige werkwijze te verankeren.
33.
De gemeente neemt een artikel op in haar bomenverordening, waarin staat dat het verboden is om in het broedseizoen bomen te kappen. Dit is in de FFW en gedragscode FFW wettelijk geregeld en hoeft om die reden niet apart in een gemeentelijke verordening geregeld te worden. De gemeente heeft een bomenbeleid, waarbij als uitgangspunt dat bij kappen van gemeentelijke bomen, er compensatie plaatsvindt.
34.
De gemeente neemt in overleg met de Dierenbescherming verkeersmaatregelen op wegen en in goten die door hen worden beheerd met het oog op het beschermen van dieren in het wild. Wij voeren deze aanbeveling uit door aanleg en beheer van faunapassages. In Utrecht liggen meerdere faunapassages onder wegen en langs watergangen. Deze worden iedere 5 jaar gemonitord. Dit jaar loopt een 3e ronde van dit onderzoek. De uitkomsten zullen in 2015 beschikbaar zijn.
35.
Als de gemeente een opdracht geeft tot het droogleggen of uitbaggeren van een sloot, verplicht zij de baggeraar contractueel om preventieve maatregelen te nemen die leed ten aanzien van vissen en andere dieren in de sloot voorkomen. Wij voeren deze aanbeveling uit. Dit volgt ook uit de gedragscode Flora- en faunawet, onderdeel dempen of vergraven watergangen. De gemeente neemt deze voorwaarden mee bij de aanbesteding.
36.
De gemeente gebruikt geen gif ter bestrijding van ongewenste kruidengroei en geeft prioriteit aan natuurontwikkeling door bijvoorbeeld de aanleg van bloemrijke bermen, plaatsing van nestkasten of het creëren van ecologische infrastructuur. Al jaren gebruiken wij geen gif om het onkruid in de openbare ruimte te bestrijden. Ook voeren wij sinds jaren een actief beleid om de natuur in de stad te ondersteunen door middel van de Groene Web projecten. Deze projecten zijn een onderdeel van het Meerjaren Groen Programma.
37.
De gemeente legt haar integrale visie op openbaar groen voor de langere termijn vast in bijvoorbeeld een natuurontwikkelingsplan of groenstructuurplan. 6
De gemeente Utrecht beschikt over een groenstructuurplan en een Meerjaren Groenprogramma (MGP), waarin is aangegeven welke groenontwikkelingen de gemeente zal realiseren. Het MGP wordt jaarlijks geactualiseerd. Zoals gezegd bestaat het MGP voor een deel uit projecten die de ontwikkeling van stadsnatuur ondersteunen. Zo is de afgelopen jaren extra aandacht besteedt aan vleermuizen (monitoring en aanbrengen vleermuiskasten) en bijen. 38.
De gemeente stimuleert vleermuisvriendelijk bouwen, verbouwen, slopen en isoleren en werkt aan vleermuisvriendelijke verlichting. Met het SoortenManagementPlan (zie ook toelichting bij 40.) proberen we ontwikkelaars en renoveerders te stimuleren om vleermuisvriendelijke bebouwing in hun panden te incorporeren. De gemeente sluit aan bij de Stroomversnelling (Nul op de Meter) waarbij renovaties met vleermuisverblijfplaatsen mogelijke gemaakt worden (isolatie zonder negatieve effecten voor vleermuizen). Voor vleermuizen blijft het zo dat voorkomen van verlichting altijd beter is dan vleermuisvriendelijke verlichting toe te passen. We blijven terughoudend met het plaatsen van verlichting in parken en groene bermen die niet behoren tot het hoofdfietsroutenetwerk. In Utrecht is het eerste park in Nederland aangelegd waarbij vleermuisvriendelijke verlichting is toegepast (Spoorzoompark Overvecht).
39.
De gemeente geeft (via haar website) voorlichting over vleermuizen in stedelijk gebied en informeert zo burgers en aannemers over vleermuizen en vleermuisvriendelijk werken. Vleermuizen staan al sinds 2011 (het jaar van de vleermuis) in de figuurlijke spotlight in Utrecht. De gemeente initieerde de eerste Vleermuizen in de stad-dag (en hebben bijgedragen aan de 5 vervolgsymposia), informeren onze bewoners via o.a. excursies en onze stadsnatuurwebsitepagina’s.
40.
De gemeente streeft ernaar om bij ontheffingsaanvragen voor ruimtelijke ingrepen gebiedsgericht te werken en verschillend plannen op elkaar af te stemmen en op termijn te gaan werken volgens de Generieke Aanpak Natuur. De gemeente participeert in een pilot van het ministerie van EZ om te komen tot een soorten beschermingsplan (of meerdere) volgens de generieke aanpak natuur: SoortenManagementPlan. Dit houdt in dat wij vooraf nieuwe verblijfplaatsen voor dieren in de stad toevoegen, voordat bestaande verblijfplaatsen verdwijnen. De uitwerking van dit SoortenManagementPlan pakken wij samen op met meerdere ministeries in de Green Deal.
7