vra2005fin-05
Betalingsverkeer VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ... mei 2005 Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de minister van Financiën d.d. 2 mei 2005 (Kamerstuk 27 863, nr. 20) met een voortgangsrapportage betalingsverkeer, enkele vragen en opmerkingen voor te leggen. De vragen en opmerkingen zijn op 20 mei 2005 aan de minister van Financiën voorgelegd. De voorzitter van de commissie, Tichelaar De griffier van de commissie, Berck
NDS12329 0405tkndsvra2005fin-05
1
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling de rapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) gelezen en de reactie van de minister namens het kabinet hierop. Deze leden hebben destijds zeer instemmend gereageerd op het initiatief om het MOB op te richten. Initiatieven vanuit de sector om zelf onderwerpen en knelpunten te agenderen, te bespreken en op te lossen verdienen grote voorkeur aangezien zij op een breder draagvlak kunnen rekenen dan door centrale wetgeving vanuit Den Haag opgelegd. In deze rapportage over 2004 wordt gesproken over de resultaten, de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer, de verhoging van de efficiency, de veiligheid, technologische ontwikkelingen en de prioriteiten die gesteld zijn voor het jaar 2005. Ten aanzien van de rapportage van het MOB en de reactie van de minister hebben de leden van de CDA-fractie de volgende vragen en opmerkingen. Allereerst specifieke opmerkingen naar aanleiding van de rapportage MOB 2004: Bij hoofdstuk 2: De leden van de CDA- fractie hebben vernomen dat het MOB volgende week het gevraagde advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat zal overhandigen over de verruiming van venstertijden. Indien dit een naar verwachting positief advies is om dit op landelijk niveau te regelen, ligt het dan in de lijn der verwachting dat hier een versneld proces van wetgeving kan plaatsvinden om dit aspect van het probleem van het waardenvervoer op te lossen? De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk dat aandacht geschonken wordt aan dit gesignaleerde knelpunt en dat dit op nationaal niveau geregeld wordt. Bij hoofdstuk 3: Verlaging van maatschappelijke kosten voor betalingsverkeer zou kunnen worden bereikt door vervanging van contante betalingen door pinpas- en chipknipbetalingen, zo bleek uit een door De Nederlandsche Bank (DNB) in nauwe samenwerking met het MOB uitgevoerd onderzoek naar de kosten van de meest gangbare betaalproducten in 2002. De leden van de CDA- fractie zouden graag willen weten of er serieus overwogen is om mensen te laten betalen voor contante transacties, zoals enige tijd geleden in de pers werd vermeld. Deze leden vinden overigens dat het beter is om mensen via positieve prikkels te belonen indien men op de goedkoopste manier betaalt. Deelt de minister deze mening en heeft hij hierover ook gesproken met het MOB? Kan de minister aangeven hoe hij aankijkt tegen de uitspraak van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) in april 2004 betreffende pintarieven, waarbij de banken en Interpay boetes zijn opgelegd wegens overtredingen van de Mededingingswet? Op basis waarvan is gesteld dat de tarieven te hoog zijn? Kan de minister hier meer inzicht in geven als anderzijds gesteld wordt dat het betalingsverkeer in Nederland efficiënt en goedkoop is. Deelt de minister de mening van de leden van de CDA-fractie dat het jammer is dat men hierdoor veel moeizamer spreekt over efficiency en verlaging van de kosten?
2
In dit kader is recentelijk bekend gemaakt dat er een nieuwe speler op deze markt is verschenen: Currence. Kan de minister iets meer zeggen over deze marktpartij? Wie zijn de aandeelhouders hiervan? Wordt het betalingsverkeer door de toetreding van een nieuwe speler ook daadwerkelijk goedkoper? Verwacht de minister nog meer nieuwe toetreders op deze markt? Hoe is de toegang geregeld voor nieuwe spelers op deze markt? Wordt dit geregeld in hoofdstuk 4 van de Wet op het financieel toezicht (Wft)? Hoe staat het MOB hier tegenover? De leden van de CDA-fractie constateren dat niet alle winkels deelnemen aan de afronding van de eurocent op 5 en 1. Deze leden nemen aan dat iedere winkelier hier een vrije keuze in heeft. Kan de minister aangeven of de consument ook een vrije keuze heeft en bijvoorbeeld bezwaar kan maken in een winkel waar afgerond wordt? Moet de winkelier dan gewoon tot de eurocent nauwkeurig terugbetalen? Bij hoofdstuk 4: Bij de bespreking van de algemene aspecten van het betalingsverkeer in 2004 werd op het onderdeel valse euro’s naar voren gebracht dat de toonbankinstellingen bij het constateren van een falsificatie behoorlijk wat moeilijkheden ondervonden bij het doen van aangifte. Kan de minister aangeven of de politie al een stuk behulpzamer is bij de aangiftes van valse euro’s? De leden van de CDA-fractie lazen tot hun grote verrassing dat er een centraal nummer is om je gestolen of verloren pinpas of creditcard te blokkeren zowel in binnen- en buitenland. Kan de minister aangeven of en hoe dit nummer bekend is gemaakt bij het publiek? Dit nummer genoot in de CDA-fractie geen bekendheid. Zal er nog meer bekendheid worden gegeven aan dit nummer? Ten aanzien van de reactie van de minister namens het kabinet op deze rapportage hebben de leden van de CDA-fractie de volgende vragen en opmerkingen: Er wordt aangegeven dat er door de partijen gewerkt wordt aan vergroting van de kennis bij het publiek over echtheidskenmerken van bankbiljetten. DNB heeft hiertoe een voorlichtings-cdrom uitgebracht. De leden van de CDAfractie zouden graag willen weten hoe die wordt verspreid en voor wie die bestemd is. Ook zouden deze leden willen weten hoe het antwoordnummer dat door de DNB geïntroduceerd en waar valse euro’s door het publiek naar toe gestuurd kunnen worden, bekend is of wordt gemaakt. Wie draait nu op voor de kosten van de valse euro’s? Krijgt de burger de waarde van een vals biljet vergoed? De leden van de CDA-fractie zijn verheugd dat DNB detectieapparatuur om valse euro’s op te sporen blijft testen. Met betrekking tot de detectieapparaten willen de leden van de CDA-fractie graag weten of de kosten voor het midden- en kleinbedrijf betaalbaar blijven. Deze leden hebben begrepen dat het onmogelijk is om het midden- en kleinbedrijf in deze te subsidiëren. Zijn er echter mogelijkheden om in Europees verband detectieapparatuur te subsidiëren? Alle Europese landen hebben te maken met valse euro’s en zijn erbij gebaat om deze zoveel als mogelijk op te sporen. De lasten voor het MKB zijn echter zwaar. Is de minister bereid om zich in te spannen voor Europese subsidiering van detectieapparatuur? De leden van de CDA-fractie lezen dat inmiddels overeenstemming is bereikt over de uitgangspunten die de basis vormen voor het verstrekken
3
van persoonsgegevens in het kader van betalingsverkeer. Kan de minister aangeven hoe deze overeenstemming eruit ziet? Internetbankieren wordt door steeds meer burgers gedaan. Ten aanzien van Internetbankieren willen de leden van de CDA-fractie benadrukken dat zij het buitengewoon belangrijk vinden dat er goede informatie aan de klanten verstrekt wordt door de banken op het punt van het versturen van betaalopdrachten. Wordt de klant goed op de hoogte gesteld van het feit dat een eenmaal verzonden opdracht niet teruggehaald kan worden door de klant en ook niet gestorneerd kan worden door de bank? Is de minister bereid de banken te vragen hier meer aandacht aan te schenken naar de klanten toe? Burgers kopen steeds meer producten en diensten via het internet en betalen vervolgens ook via het internet deze aankopen. Met betrekking tot het betalen via internet zouden de leden van de CDA-fractie de minister willen vragen aan te geven hoe (on)veilig dit is. Wordt hierover ook voldoende informatie aan de klant verstrekt? Er bereiken de leden van de CDA-fractie steeds meer signalen dat hier fraude plaatsvindt en dat deze fraude hand over hand toeneemt. Zijn er gegevens bekend over toename van fraude op dit gebied? Vaak wordt betaald op internet met de creditcard. Neemt daarnaast de creditcardfraude in ons land toe en noopt dit niet tot zo spoedig mogelijke ingebruikname van EMV? Voor wat betreft EMV hebben de leden van de CDA-fractie de volgende vragen en opmerkingen: Wat is het verschil tussen betalen met een EMV-chip en betalen met een pas waarop een magneetstrip staat? Is het waar dat betalen met een EMV-chip wel veiliger is maar ook langzamer en zo ja, hoe komt dat? Kan de minister aangeven of de EMV-chip nu al bestaat in Nederland en welke concrete stappen nu genomen gaan worden om de EMV-chip grootschalig in Nederland te introduceren? De minister geeft aan dat er uiteindelijk wel bepaalde kosten zullen worden doorberekend aan de klant voor de investeringen in een compleet nieuw systeem. Heeft de minister enig idee over welke kosten we praten en hoe deze doorberekend zullen worden aan de klanten? Is het reëel dat de toonbankinstellingen inmiddels aansprakelijk worden gesteld terwijl men nu nog geen keuze heeft om een betaalautomaat aan te schaffen die «EMV-proof» is en terwijl er niet of nauwelijks passen met EMV-chip zijn? Met betrekking tot concurrentie en marktordening. In de Monitor Financiële Sector 2003 is er uitgebreid aandacht besteed aan de ontwikkeling van tarieven voor betalingsverkeer. Onlangs hebben diverse partijen op de markt aangegeven hun tarieven voor het betalingsverkeer verder op te schroeven. Is er volgens de minister aanleiding voor de NMa om de huidige gestegen tarieven voor het betalingsverkeer nader te gaan onderzoeken? In de brief van de minister wordt aangegeven dat er niet kan worden geconcludeerd dat de totale kosten van het betalingsverkeer voor particulieren in Nederland relatief laag zijn en in Nederland wereldwijd het goedkoopst. Slechts de directe kosten voor het betalingsverkeer zijn voor de consument in Nederland zeer goedkoop. Kan de minister meer inzicht geven over deze totale kosten en hoe deze worden doorberekend aan de consument? Er loopt momenteel een discussie bij het MOB met de vraag op welke wijze consumenten gestimuleerd kunnen worden om meer gebruik te
4
maken efficiënte betaalmiddelen zoals pin en chipknip. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of hiervoor een doelstelling qua tijd is gezet. De leden van de CDA-fractie lezen dat ten aanzien van de toegang tot de betaaldiensten er wordt aangegeven dat het aantal opnamepunten tussen 1998 en 2004 daalde met een kleine 14%. Hierachter wordt vermeld dat in dezelfde periode de mogelijkheden voor het doen van elektronische betalingen, als alternatief voor chartale betalingen, fors zijn toegenomen. Deze leden vinden het onjuist deze twee zaken aan elkaar te relateren. Op die manier mag een slechtere bereikbaarheid van opnamepunten niet worden goedgepraat. Is de minister bereid om bij het MOB aan te geven dat dit geen excuus mag zijn om het aantal opnamepunten verder te verminderen en et vragen wat het MOB van plan is te doen om deze daling te stoppen. Over de toegankelijkheid van de betaalautomaten wordt gezegd dat er spraakgestuurde pinautomaten beschikbaar worden gesteld en ook dat geldautomaten beter toegankelijk worden gemaakt voor rolstoelgebruikers. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of dit ook voor het platteland geldt. De leden van de CDA-fractie zijn erg benieuwd naar de gevolgen van Europese ontwikkelingen voor het Nederlandse betalingsverkeer. Hoe gaan SEPA en NLF het Nederlandse betalingsverkeer beïnvloeden? De vormgeving van een Europese infrastructuur vergt de nodige investeringen en kan als zodanig (tijdelijk) kostenverhogend werken. Kan de minister aangeven wat de financiële consequenties zullen zijn voor het betalingsverkeer in Nederland? Zal Nederland profiteren van de Europese ontwikkelingen op dit gebied? Zo ja, in welke zin? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de kabinetsreactie op de rapportage van het MOB. Deze leden hebben de volgende vragen. Kan de regering een overzicht geven van de winsten die de banken de afgelopen jaren gemaakt hebben, uitgesplitst per bank en naar activiteiten? Hoeveel winst wordt er gemaakt per bankkantoor? Is het waar dat dit zo’n 3 miljoen euro per bankkantoor is? Hoeveel bedragen de kosten voor het in stand houden van een bankkantoor? Hoeveel geld wordt er verdiend met het betalingverkeer, uitgesplitst naar onder andere rood staan, valutering en gratis lenen van klanten door middel van renteloze betaalrekeningen? Hoeveel wordt er door de banken verdiend met de tarifering van betaalpassen? Is het waar dat in de jaren 1999–2004 de tarieven van betaalpassen met 60% zijn gestegen? Is het waar dat Interpay van de NMa in 2004 forse boetes heeft gekregen? Hoeveel bedroegen deze boetes en wat is de stand van zaken m.b.t. Interpay? Is het waar dat niet alle overwinst is afgeroomd, maar dat de zogenaamde economische schade nog veel groter is? Hoeveel bedraagt de economische schade? Wanneer komt de regering met voorstellen voor het invoeren van boetes die afgestemd zijn op de economische schade? Hoeveel hebben de banken via Interpay in totaal te veel verdiend op kosten van het MKB en de consument? Is het waar dat de gezamenlijke banken in het recessiejaar 2003 gezamenlijk 5,4 miljard euro winst boekten, en in 2004 zelfs 10,3 miljard? Is het waar dat de Postbank een rendement op het geïnvesteerd
5
vermogen maakt van 68%? Waarom beweren banken dan dat ze geen bankkantoren in stand kunnen houden? Is het waar dat Nederland inmiddels bijna de laagste bankdichtheid van de EU kent? Is het waar dat sommige banken beginnen te beseffen dat ze hun eigen klanten verwaarloosd hebben en in sommige plaatsen weer bankkantoren openen en in andere plaatsen alsnog afzien van sluitingsplannen? Is het waar dat het concept van de Servicewinkel de Rabobank slechts 1000 euro per maand kost, en het instandhouden van basisbetaaldiensten de banken minder dan 1% van hun nettowinst zou hoeven te kosten? Is de minister voorstander van maatschappelijk verantwoord ondernemen door de banken en hoe gaat de regering dat bevorderen? Deelt de minister de mening dat er grenzen moeten zitten aan het winstbejag van de banken? Kan de minister aangeven waarom de MOB vasthoudt aan de visie dat de sluiting van bankkantoren een lokaal probleem zou zijn, wat een lokale oplossing zou vergen. Waarom is er dan voor de postkantoren wel een landelijke norm vastgelegd in het Barp? En waarom is er in de Telecommunicatiewet een landelijke aanbestedingsprocedure opgenomen om witte vlekken in de dienstverlening op te vullen? Is het waar dat DNB berekend heeft dat alleen al door lage of afwezige rentevergoeding en valutering de banken 2,1 miljard euro binnenhalen per jaar? Is het waar dat hier nog bovenop komt dat via het betalingsverkeer talloze bancaire producten worden afgezet, waarmee veel geld wordt verdiend en ook veel marketingkosten worden bespaard? Hoeveel geld wordt er verdiend dankzij het betalingsverkeer en hoeveel marketingkosten worden er bespaard? Kan uit het antwoord van 17 mei jl. van de minister van Financiën op vragen van het Kamerlid Crone worden afgeleid dat het betalingsverkeer via indirecte tarifering nu al kostendekkend is? Waarom zijn betrouwbare gegevens hierover niet voorhanden? Kan de regering zo spoedig mogelijk hierover betrouwbare gegevens aanleveren? Waarom stelt de minister in deze antwoorden dat het denkbaar zou zijn om chartale betaalmethoden duurder te maken? Wil deze minister werkelijk dat mensen zouden moeten betalen om te kunnen betalen? Hoe verhoudt dit zich met bankbiljetten en muntstukken als wettig betaalmiddel? Waarom ligt het niet meer voor de hand om de efficiencywinst van elektronische betalingen grotendeels door te sluizen naar de consument, zodat deze ook een prikkel ervaart om meer elektronisch te betalen? Hoe is in dit kader de toekomst te zien van het chippen? Hoe vaak wordt er gechipt? Zal het chippen verdwijnen door ontwikkelingen op Europees niveau? Deelt de minister de mening dat de bankensector een oligopolistische sector is, waarin te weinig concurrentie is, en waarin banken hun gebrek aan innovatie en efficiëntie gemakkelijk kunnen afwentelen op de consument? Deelt de minister de mening dat het betalingsverkeer daarom beter een pure kostenpost kan blijven, zodat de banken een blijvende prikkel ervaren om deze kosten zo laag mogelijk te houden? Is het waar dat de bankensector, juist door de gebrekkige concurrentie, reeds enige jaren op de bijzondere aandacht van de NMa kan rekenen? Kunt u bevorderen dat deze aandacht geïntensiveerd wordt? Kunt u ingaan op de afnemende grenskosten van het betalingsverkeer en het karakter van een monopolistische netwerkstructuur die het betalingsverkeer daarmee heeft, zoals de regering in februari 2004 aan de Kamer meldde? Wanneer kan het door de minister van Financiën voorgestelde intensievere toezicht, bijvoorbeeld door de NMa, verwacht worden? Deelt
6
de minister de mening dat directe tariefregulering overwogen moet worden? Deelt de minister de mening dat Interpay onafhankelijk moet worden van de banken, om iedereen een gelijke toegang tot de betaalinfrastructuur tegen redelijke kosten? Kan Interpay worden overgenomen door DNB? Heeft de NMa ook een concurrentietoets uitgevoerd op het samenwerkingsverband B&L? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt B&L zich tot de mededingingswetgeving? Waarom tonen de banken weinig initiatief voor het verleggen van pincontracten door ondernemingen? Is dit omdat zij zelf aandeelhouder van Interpay zijn? Kan de minister ingaan op de constatering dat de snelheid en resultaatgerichtheid van het MOB opgevoerd zouden moeten worden, en dat bevredigende oplossingen zo hier en daar moeizaam tot stand komen? Kan de minister ingaan op de mogelijkheid van een hogere vergaderfrequentie dan twee keer per jaar? Welke partij geeft aan dat het vermijden van politieke inmenging het vinden van geconstateerde problemen kan bespoedigen? Wordt hier bedoeld dat de regering een spoedige oplossing van problemen belemmerd? Zo nee, wat wordt dan bedoeld? Zo ja, waarom? Waarom wordt geconstateerd dat de kerngroep onder het MOB niet optimaal functioneert? Waarom is de samenstelling van deze kerngroep niet conform de afspraken? Welke maatregelen gaat de minister nemen om dit probleem op te lossen? Wordt er veel gebruik gemaakt van het telefoonnummer (030–2836555), waar bankklanten anoniem kunnen bellen over onveilige situaties rondom pinnen? Wat wordt er zoal gemeld? Hoe bekend is dit nummer? Wanneer kan de EMV-chip in Nederland verwacht worden? Zullen alle betaalautomaten vervangen moeten worden, en welke tarieven zullen toonbankinstellingen moeten betalen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie De leden van de SP-fractie hebben de rapportage Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer met veel belangstelling bestudeerd. Wat deze leden het meest is opgevallen aan de brief van de minister van Financiën is zijn terughoudendheid. Het eerste onderwerp waarbij dat opvalt, is de mogelijkheid tot het herroepen van machtigingen. Aangegeven wordt dat slechts twee banken gratis maandelijks afschriften verstrekken. Maar het gaat hierbij wel om twee grote banken met zeer veel klanten. Erkent de minister daarom dat een grote groep mensen met het probleem in aanraking kan komen dat zij bij het ontvangen van de afrekening niet of nauwelijks meer de mogelijkheid hebben om een incasso terug te laten boeken? Het is voor de klant immers vaak erg moeilijk om te bewijzen dat de incasso onterecht was. De minister stelt verder dat veel banken de mogelijkheid bieden om elektronisch of telefonisch transactie informatie te vergaren. Maar wanneer een klant niet weet dat een incasso wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld omdat deze onterecht is, zal deze klant er toch ook niet naar vragen. Erkent de minister daarom dat dit geen oplossing is?
7
Verder geeft de minister aan dat voor eenmalige machtigingen een herroepingstermijn van slechts 5 dagen geldt. Hoe kan de minister dan zeggen dat hierbij voldoende mogelijkheden zijn om op tijd in te grijpen? De leden van de SP-fractie zien daarnaast niet in waarom het verlengen van deze termijnen tot grote problemen zou leiden en hoopt dan ook dat de minister alsnog bereid is deze termijnen te verlengen. Een tweede onderwerp waarbij de minister niet in wil grijpen is de toegang tot betaaldiensten. Aangegeven wordt dat het aantal betaalpunten in 2004 weer is teruggelopen, en dat terwijl de MOB zich juist specifiek heeft gericht op de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor consumenten. Hoe komt dit? De leden van de SP-fractie zijn blij met de initiatieven die worden genomen om de bereikbaarheid op lokaal niveau op peil te houden, maar hoe zit dat met plaatsen waar dat niet gebeurd. Ziet de minister hier geen rol voor zichzelf? Een ander onderwerp zijn de kosten voor consumenten. Ten eerste de mogelijkheid dat banken op termijn inefficiënte betaalvormen, zoals chartaal geld, duurder willen maken. Waarom wordt niet meer aandacht besteed aan het stimuleren van efficiënte betaalvormen? Ligt dat niet meer voor de hand? Zeker aangezien de kostenbesparing vooral bij de bank terecht zal komen en het nog maar de vraag is in hoeverre de consument hiervan gaat profiteren. Nu schijnen de directe kosten van betalingsverkeer in Nederland in internationaal perspectief erg laag te liggen. Er wordt echter ook aangegeven dat de indirecte kosten niet zijn meegenomen. Kan de minister misschien ook hier een beeld van geven? Dan zijn er nog de kosten van nieuwe technologie zoals de EMV-chip. Ook hierbij is de kans groot dat de kosten op de klanten zullen worden afgewenteld, terwijl de besparingen later ten goede komen aan de banken en niet worden doorberekend. Tenslotte vragend e leden van de SP-fratie zich af wanneer de richtlijn die de NVB samen met gehandicaptenorganisaties heeft opgesteld zal worden geïmplementeerd. II Reactie van de minister Hier tekst invoegen.
8