Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Bestemmingsplan Crematorium Peusen Gemeente Echt-Susteren
Toelichting Bijlagen Regels Verbeelding Schaal 1:500 Datum: oktober 2012 Datum vaststelling: 20 september 2012 Projectgegevens: TOE03-NGMZ00001-01a REG03-NGMZ00001-01a TEK03-NGMZ00001-01a Identificatienummer: NL.IMRO.1711.BP201200806-VG01
Postbus 435 – 5240 AK Rosmalen T (073) 523 39 00 – F (073) 523 39 99 E
[email protected] – I www.croonenadviseurs.nl
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Inhoud 1
Inleiding 1.1 Aanleiding planherziening 1.2 Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied 1.3 Bij het plan behorende stukken 1.4 Leeswijzer
3 3 3 4 4
2
Gebiedsbeschrijving 2.1 Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur 2.2 Functionele structuur
5 5 7
3
Beleidskader 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.4 Gemeentelijk beleid 3.5 Conclusie
9 9 9 12 13 14
4
Randvoorwaarden 4.1 Milieu 4.2 Externe veiligheid 4.3 Waterhuishouding 4.4 Archeologie & cultuurhistorie 4.5 Flora en fauna 4.6 Landschapswaarden 4.7 Verkeer en infrastructuur 4.8 Kabels en leidingen
15 15 20 22 24 24 25 25 25
5
Planbeschrijving 5.1 Uitgangspunten en doelstellingen van het plan 5.2 Ruimtelijke hoofdopzet 5.3 Planaspecten
27 27 27 28
6
Planopzet 6.1 Feitelijke planopzet 6.2 Juridische planopzet
29 29 29
7
Uitvoerbaarheid 7.1 Economische uitvoerbaarheid 7.2 Handhaving 7.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
33 33 33 35
Bijlagen: 1. Verkennend bodemonderzoek, Oranjewoud (juli 2011) 2. Beschrijving crematie-installatie Peusen, DFW Europe BV (16 juli 2010) 3. Externe veiligheid, Oranjewoud (28 juni 2012) 4. Verantwoording groepsrisico, gemeente Echt-Susteren 5. Inspraakverslag voorontwerpbestemmingsplan, gemeente Echt-Susteren (17 januari 2012) 6. Zienswijzenrapport ontwerpbestemmingsplan, gemeente Echt-Susteren
Croonen Adviseurs
1
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Ligging plangebied (bron: BING, Microsoft 2011)
Begrenzing plangebied (bron: BING, Microsoft 2010)
Croonen Adviseurs
2
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
1 Inleiding 1.1
Aanleiding planherziening Op het perceel aan de Bellekeweg 37 is sinds 1993 Peusen B.V gevestigd, bestaande uit een uitvaartcentrum (Peusen Uitvaartzorg) en een personenvervoersbedrijf (Peusen personenvervoer). Peusen B.V is voornemens om het bestaande uitvaartcentrum uit te breiden middels de realisatie van een crematorium, in combinatie met de benodigde voorzieningen. Het planvoornemen voorziet derhalve in een uitbreiding van de bedrijfsbebouwing behorend bij het uitvaartcentrum. Ten behoeve van het voorliggend initiatief wordt de bedrijfsvoering van Peusen personenvervoer op deze locatie beëindigd en de daarbij behorende (bij)gebouwen gesloopt om de benodigde ruimte te realiseren voor de voorgenomen ontwikkeling. De voorgenomen ontwikkeling past niet binnen het vigerend bestemmingsplan voor de locatie. Er dient daarom voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan opgesteld te worden. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in een passende juridische en planologische regeling om de ontwikkeling mogelijk te maken.
1.2
Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied Het plangebied is gelegen in de gemeente Echt-Susteren en gesitueerd aan de westzijde van de kern Echt, nabij de snelweg A2. Het betreft het perceel aan de Bellekeweg 37, kadastraal bekend als sectie AC nummer 862. Het plangebied vormt onderdeel van het bedrijventerrein ‘De Loop’. De westelijke en noordelijke begrenzing van het plangebied wordt gevormd door de ontsluitingsweg Bellekeweg, welke parallel is gesitueerd aan de A2 en de bijbehorende afrit naar de kern Echt. De zuidelijke en oostelijke begrenzing wordt gevormd door de rondom gelegen agrarische percelen. De ligging en begrenzing van het plangebied is weergegeven op nevenstaande afbeeldingen. Voor het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein De Loop’. Dit bestemmingsplan is op 13 september 2001 vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Echt en op 23 april 2002 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Limburg. Het plangebied heeft hierbij de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’. De realisatie van een crematorium, alsmede de bijbehorende voorzieningen, passen niet binnen deze bestemming.
Croonen Adviseurs
3
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Eveneens is het plangebied gelegen binnen het rooilijnenbeleid van Rijkswaterstaat en de toetsingsafstand van elders gelegen leidingen. Dit betekent dat voor elke ontwikkeling of functiewijziging afstemming en overeenstemming gezocht dient te worden met onder andere Rijkswaterstaat. De beoogde herontwikkeling past derhalve niet in het vigerende bestemmingsplan. Een herziening is noodzakelijk.
1.3
Bij het plan behorende stukken Het bestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ bestaat uit drie delen: een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De toelichting bevat een motivatie en verantwoording van de keuzes die in het bestemmingsplan zijn gemaakt. Daarnaast zijn in de toelichting onder andere het vigerende beleid en diverse milieuaspecten beschreven.
1.4
Leeswijzer In hoofdstuk 2 van de toelichting wordt een beschrijving gegeven van de ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied. Hoofdstuk 3 bevat een samenvatting van het relevante nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke beleid. In hoofdstuk 4 worden de milieuhygiënische en planologische randvoorwaarden uiteengezet. Hoofdstuk 5 bevat de planbeschrijving. In dit hoofdstuk komen de uitgangspunten en doelstellingen van het bestemmingsplan aan bod en wordt ingegaan op diverse aspecten van het bestemmingsplan. De juridische opzet van het plan wordt toegelicht in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 komen de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde.
Croonen Adviseurs
4
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
2 Gebiedsbeschrijving 2.1
Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur 2.1.1
Algemeen
Het voorliggend initiatief is gelegen tegen de kern Echt, dat deel uitmaakt van de gemeente Echt-Susteren. Deze gemeente, dat bestaat uit twee grotere kernen (Echt en Susteren) en een aantal kleinere kernen verspreid over het grondgebied, ligt tussen Noord- en Zuid-Limburg en is ontstaan door de samenvoeging van de voormalige gemeenten Echt en Susteren. De gemeente wordt aan de westzijde begrensd door de Maas en de landsgrens met België en grenst in het oosten aan Duitsland. Het plangebied is gesitueerd aan de westzijde van de kern Echt en behoort tot het bedrijventerrein ‘De Loop’. Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door de snelweg A2, waar aan de noordzijde van het initiatief de afslag Echt zich bevindt. Deze afslag sluit aan op de Aasterbergerweg, welke de hoofdverbindingsweg vormt naar de kern Echt. Het initiatief vormt onderdeel van het bedrijventerrein ‘De Loop’, waarbij het plangebied afgezonderd van het bedrijventerrein is gesitueerd en wordt begrensd door rondomgelegen agrarische percelen. 2.1.2
Ontstaansgeschiedenis
De meeste dorpen in de gemeente Echt-Susteren zijn gesticht tussen de 12e en 14e eeuw. De eerste vermelding van de kern Echt dateert van 29 juni 1259 door de Schepen van Echt. Echt verkreeg hierbij in 1343 stadsrechten. Het plangebied zelf bevindt zich aan de westzijde van de kern Echt en is van oorsprong gelegen aan een zijarm van de Maas, genaamd de Oude Maas. Er bestonden reeds plannen voor het kanaliseren van de Oude Maas sinds 1908. De aanleg van het kanaal is in 1925 begonnen en werd geopend in 1935 geopend en is genaamd het Julianakanaal. Met de aanleg van het Julianakanaal werd de Maaskanalisatie voltooid. Het Julianakanaal en de latere realisatie van de snelweg A2 zijn een belangrijke economische drager voor de regio.
Croonen Adviseurs
5
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Bestaande situatie Bellekeweg 37 (Engelman Architecten 2011)
Croonen Adviseurs
6
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
2.1.3
Gemeente Echt-Susteren
Ruimtelijke structuur
De aanwezige bebouwing is voornamelijk gesitueerd en georiënteerd naar de A2 toe. Het betreft hierbij het uitvaartcentrum, welke centraal gepositioneerd is aan de noordzijde van het plangebied en aan de westzijde bevindt zich de bedrijfloods behorende bij het personenvervoersbedrijf. Het uitvaartcentrum vormt de voornaamste bedrijfsvoering/-bebouwing op het perceel, waarbinnen diverse activiteiten en bedrijfsfuncties zijn gevestigd. Het merendeel van de bedrijfsactiviteiten vindt plaats op de begane grond van het uitvaartcentrum. Hierbij vormt een latere aanbouw de centrale entree, welke toegang biedt tot een centrale aula, met in totaal 105 zitplaatsen. Vanuit deze aula of direct vanuit de toegangshal zijn de diverse ontmoetings- en herdenkingsruimtes binnen het pand bereikbaar. De ondersteunende voorzieningen van zowel het uitvaartcentrum als het personenvervoersbedrijf zijn gesitueerd op de tweede verdieping. Tot slot bevindt zich nog een bedrijfswoning op de derde bouwlaag. De bebouwing van het uitvaartcentrum bestaat voornamelijk uit drie bouwlagen, waarbij een schilddak vanaf de tweede en derde bouwlaag is toegepast. De latere aanbouw betreft één bouwlaag met de toepassing van een plat dak. De bedrijfsloods is circa anderhalve bouwlaag, met de toepassing van een zadeldak. Het overige deel van het perceel staat eveneens in dienst van de bedrijfsvoering, waarbij de parkeervoorzieningen voor het uitvaartcentrum zijn gepositioneerd aan de noordoostzijde van het perceel. De parkeervoorzieningen voor het personeel zijn apart gerealiseerd aan de oostzijde van het perceel nabij en rondom de bedrijfsloods. Beide parkeervoorzieningen ontsluiten zich rechtstreeks op de Bellekeweg. Tot slot is het zuidelijke deel van het plangebied als tuinzone ingericht, welke voor bezoekers van het uitvaartcentrum toegankelijk is en afscherming en privacy creëert naar het rondomgelegen gebied toe.
2.2
Functionele structuur Binnen het plangebied vormt de bedrijfsvoering, in de vorm van het uitvaartcentrum en het personenvervoersbedrijf, de voornaamste functies binnen het plangebied. Diverse bedrijfsondersteunende voorzieningen zijn eveneens aanwezig op het perceel. Het betreft hierbij functies als horeca, kantoren en een (bedrijfs)woning. Het overige gedeelte van het plangebied is in gebruik als parkeervoorziening en/of tuin.
Croonen Adviseurs
7
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Croonen Adviseurs
8
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
3 Beleidskader 3.1
Rijksbeleid 3.1.1 Nota Ruimte In de Nota Ruimte zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020 vastgelegd. Op grond van het overgangsrecht heeft de Nota Ruimte een status als structuurvisie zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. De Nota Ruimte heeft vier algemene doelen: versterken van de economie, krachtige steden en een vitaal platteland, waarborging van waardevolle groengebieden en veiligheid. Op het gebied van verstedelijking zet de Nota Ruimte in op een voortzetting van het bundelingsprincipe. Bundeling draagt bij aan economische schaalvoordelen, benutting van (overheids)investeringen in voorzieningen (zoals die in infrastructuur), versterkt het draagvlak voor diverse stedelijke voorzieningen en beperkt de druk op het landelijk gebied. Bundeling van verstedelijking en economische activiteit betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd wordt gelokaliseerd. Dat wil zeggen zoveel mogelijk in het bestaand bebouwd gebied, aansluitend op de bestaande bebouwing. De Nota Ruimte streeft daarmee naar een optimale benutting van het bebouwd gebied. Intensief ruimtegebruik door middel van bijvoorbeeld hoogbouw en ondergronds bouwen speelt daarbij een rol. Revitalisering, herstructurering en transformatie is cruciaal om deze ruimtelijke doelen van de Nota Ruimte te kunnen bereiken. Dat geldt eveneens voor een zorgvuldig beheer van het bestaand stedelijk gebied. De Nota Ruimte gaat in haar sturingsfilosofie uit van een vergaande mate van beleidsdecentralisatie. Dat wil zeggen dat het provinciaal beleidskader steeds meer richtinggevend zal zijn.
3.2
Provinciaal beleid 3.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg is op 22 september 2006 vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg. Het POL 2006 is een streekplan/structuurvisie, het provinciaal waterhuishoudingsplan, het provinciaal milieubeleidsplan en bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Tevens vormt het POL op hoofdlijnen een economisch beleidskader en een welzijnsplan. Op grond van het overgangsrecht vormen het POL 2006 en de POL-aanvullingen samen de structuurvisies van de provincie Limburg. In 2008 is het POL door middel van een aanvulling aangepast op de eisen van de Wet ruimtelijke ordening.
Croonen Adviseurs
9
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Het POL is hierbij op een aantal punten gewijzigd dan wel aangevuld, waarbij onder meer de provinciale belangen zijn benoemd en is aangegeven hoe deze belangen zullen worden verwezenlijkt. Deze POL-aanvulling vormt de uitvoeringsparagraaf van het POL. De POL 2006 is eveneens in 2009 en 2010 op enkele onderdelen is geactualiseerd. Hoofddoel van het omgevingsbeleid is het tot stand brengen van de kwaliteitsregio Limburg: een regio die de kwaliteit van leven en leren, van wonen en werken centraal stelt en die stevig is ingebed in internationaal verband. De provincie onderkent op grond van de aanwezige kenmerken en waarden in combinatie met de ontwikkelingsmogelijkheden een basis voor een gebiedsgerichte aanpak op meerdere niveaus: stedelijke gebieden naast landelijke gebieden, en daarop voortbordurend het onderscheiden van (negen) perspectieven. Dit vertaalt zich in visies op de ontwikkeling van beleidsregio’s. Stedelijke en landelijke gebieden De provincie houdt vast aan het zo compact mogelijk houden van de steden en stadsregio’s en een minstens gelijkblijvend aandeel van de stadsregio’s in het totaal van woningen, werklocaties en arbeidsplaatsen. De kwaliteit van het landelijk gebied is mede bepalend voor de aantrekkelijkheid van de stedelijke gebieden als vestigingsgebied. Er is een kwaliteitsslag aan de orde voor landbouw, recreatie, natuur, water en landschap. POL-herziening op onderdelen Contourenbeleid Limburg (2005) Het contourenbeleid beoogt enerzijds het behoud en de realisering van landschappelijk, natuurlijk en cultuurhistorisch waardevolle gebieden en anderzijds het mogelijk maken van noodzakelijk geachte ontwikkelingen van platteland en stedelijke gebieden. Om dit te realiseren zijn in geheel Limburg, met uitzondering van de op de POL-kaart binnen de grens stedelijke dynamiek gelegen gebieden, (verbale) contouren rond de kernen geïntroduceerd. Binnen de contouren moeten in principe alle 'stedelijke functies' een plaats vinden. Bouwen buiten de contouren is slechts onder voorwaarden mogelijk. Deze voorwaarden vormen onderdeel van het contourenbeleid. In hoofdlijnen is het beleid dat voor de stedelijke functies als wonen en bedrijvigheid slechts buiten de contour gebouwd kan worden wanneer dit een kwaliteitsverbetering ter plaatse en een kwaliteitsverbetering in groter verband oplevert. Met dit laatste wordt een tegenprestatie bedoeld. Deze tegenprestatie bestaat uit een ruimtelijke kwaliteitsverbetering, waarbij ingezet wordt op de realisering van de Provinciale Ontwikkelingsruimte Groene waarden (POG).
Croonen Adviseurs
10
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Het initiatief is gelegen tegen de grens stedelijke dynamiek die aan de zuidzijde van Echt loopt. Het plangebied is echter niet opgenomen binnen deze zone, ondanks het feit dat deze onderdeel uitmaakt van het bedrijventerrein ‘De Loop’. Het plangebied vormt derhalve een overgangszone tussen het landelijk en stedelijk gebied. Het planvoornemen dient middels een landschappelijke inpassing een passende uitstraling te realiseren naar het rondomliggende open agrarisch landschap toe. Perspectieven De variatie in gebiedskenmerken vormt de basis voor een gebiedsgerichte aanpak. Er worden negen perspectieven onderscheiden, met uiteenlopende visies op ontwikkelingsmogelijkheden. Het plangebied valt binnen het perspectief ‘P4 Vitaal landelijk gebied’. Het perspectief Vitaal landelijk gebied omvat overwegend landbouwgebieden met een van gebied tot gebied verschillende aard en dichtheid aan landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Met respect voor de aanwezige kwaliteiten wordt de inrichting en ontwikkeling van de gebieden in belangrijke mate bepaald door de landbouw. Daarnaast wordt in deze gebieden extra belang gehecht aan verbreding van de plattelandseconomie. Bijvoorbeeld door het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristische sector, en voor kleinschalige vormen van bedrijvigheid in vrijkomende agrarische en niet-agrarische gebouwen.
Uitsnede kaart perspectieven (POL2006)
Beleidsregio´s Het voorliggend initiatief valt binnen de beleidsregio Stadsregio Roermond. Water-, koop- en cultuurtoerisme zijn sterke troeven van de stadsregio Roermond. Voortdurende kwaliteitsverbetering is nodig, bijvoorbeeld door de samenhang tussen water en land te versterken of door recreatie en natuur beter te combineren. Binnen de regio vervult de stad Roermond een centrale functie voor wonen, werken, cultuur en voorzieningen. Er ligt een belangrijke opgave in regionale samenwerking, gericht op de herstructurering en revitalisering van de woningvoorraad en werklocaties.
Croonen Adviseurs
11
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
3.3
Gemeente Echt-Susteren
Regionaal beleid 3.3.1 Regiovisie Midden-Limburg In 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met de Regiovisie 2008-2028 ‘Het oog van Midden-Limburg’. In de Regiovisie is een visie gegeven op de gebiedsontwikkeling van de zeven gemeenten in MiddenLimburg: Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen, Roermond, Leudal, Weert en Nederweert. De gebiedsvisie richt zich, in lijn met het provinciaal beleid, op het creëren van sterke steden en een vitaal platteland. Roermond en Weert zijn de twee centrumsteden in de regio Midden-Limburg en zijn de motor van het gebied. Stedelijke ontwikkeling van deze gebieden helpt de hele regio. Tegelijkertijd ontwikkelt ook het platteland zich. Het buitengebied wordt in toenemende mate een ‘groene ruimte’ waarin de functies wonen, werken, landschap, natuur en recreatie nauw verweven zijn. De transformatie van het platteland vraagt om nieuwe condities (ontsluiting, inpassing, ruimte voor groei). De uitdaging is om ervoor te zorgen dat de verschillende functies elkaar versterken, zodat de economische vitaliteit, de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid van het platteland behouden blijven. Om deze samenwerking aan te kunnen gaan en de concurrentie het hoofd te bieden, is regionale samenwerking tussen de zeven gemeenten en de provincie noodzakelijk. De regionale visie is te vertalen in drie strategische keuzes: — Benutten en versterken van de regionale economie: ontwikkeling van een toeristisch-recreatief profiel, inrichting van regionale bedrijventerreinen, investeren in hoogwaardige landbouw en een duurzame wooneconomie. — Versterking van de sociale structuur: versterking van de kracht van ‘oude wijken’, leefbaar houden van het platteland en ontwikkelen van een duurzaam, hoogwaardig en fijnmazig zorgnetwerk. — Verbeteren van het vestigingsklimaat: ontwikkeling van natuur en landschap, investeren in duurzame landbouw, ontwikkeling van een fijnmazig toeristisch-recreatief netwerk, herstructurering van bedrijventerreinen, ruimte voor hoogwaardige zorgvoorzieningen en uitzonderlijke woonmilieus. De ontwikkeling van Midden-Limburg draait in essentie om het ‘maken van kwaliteit’. Om dit te bewerkstelligen, is een integrale aanpak nodig, waarvoor de regiovisie een gemeenschappelijk kader biedt. Voor Echt-Susteren worden mogelijkheden gezien dankzij de ligging van de gemeente op een ‘scharnierpunt’ tussen noord en zuid en tussen oost en west. Om haar positie als knooppunt te benutten zet Echt-Susteren in op de ontwikkeling van een recreatieve en toeristische verbinding tussen België en Duitsland. De kern Echt wordt gezien als een subregionale kern, met een sterke centrumfunctie. Het voorzieningenniveau is breed met speciale aandacht voor werken, wonen, winkelen, zorg en secundair onderwijs.
Croonen Adviseurs
12
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
3.3.2 Welstandsvisie Maas en Roer Het welstandsbeleid voor de gemeenten in het gebied Maas & Roer (de gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Maasbracht en Roerdalen) is opgenomen in de Welstandsvisie Maas en Roer (2003). In de Welstandsvisie zijn algemene en gebiedsgerichte criteria opgenomen, waaraan bouwplannen worden getoetst. Er wordt onderscheid gemaakt in vier welstandsniveaus: bijzondere welstandsgebieden (niveau 1), potentiële welstandsgebieden (niveau 2), reguliere welstandsgebieden (niveau 3) en welstandsvrije gebieden (niveau 4). Het voorliggend initiatief valt onder welstandsniveau 3.
3.4
Gemeentelijk beleid 3.4.1 Ontwerp Strategische Visie 2020 In de Ontwerp Strategische Visie 2020 wordt de gemeentelijke visie op het gebied van wonen, werken, voorzieningen, buitengebied en toerisme uiteengezet. De visie geeft een toekomstbeeld, waarnaar de gemeente, samen met haar inwoners en de (maatschappelijke) partners, naartoe wil werken. De ligging van de gemeente, enerzijds centraal tussen Roermond en Sittard-Geleen, anderzijds centraal tussen België en Duitsland, biedt kansen voor de ontwikkeling van de gemeente als knooppunt. In de visie is de gemeente opgedeeld in verschillende zones, die elk in potentie bijzonder rijk zijn: — De ‘verdienzone’ ligt voornamelijk aan de A2 en A73 en biedt mogelijkheden voor de regionale economie en werkgelegenheid; Het beleid is er onder andere op gericht om de bedrijventerreinen aan het vervoersknooppunt A2/A73 (de A2 Boulevard) op een hoogwaardig niveau te brengen. — De ‘groene zone’ bestaat uit het buitengebied met zijn landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten. Er wordt naar gestreefd om de groene zone te versterken. Naast versterking van landschap en natuur moet hierbij ook gedacht worden aan het toevoegen van andere functies. De schaal en kenmerken van het landschap zijn daarbij bepalend voor de mogelijkheden voor het toevoegen van andere functies. De oorspronkelijke identiteit van de kernen en het landschap moeten gewaarborgd blijven. — De ‘recreatieve verbindingszone’ valt deels samen met de ‘groene zone’ maar onderscheidt zich vanwege de economische aspecten van recreatie en toerisme. Naast verbindingen met en langs de Maas worden ook recreatieve routes voorgesteld in oost-westelijke richting. — De ‘comfortzone’ bestaat uit de verschillende leefgemeenschappen binnen de gemeente. Wonen, leefbaarheid en een hoog centraal in deze zone. Het sportpark. Door deze potenties optimaal te benutten, maakt de gemeente zich gereed voor de toekomst. Hierbij staat kwaliteit hoger in het vaandel dan kwantiteit. Het voorliggend initiatief is gelegen binnen de ‘verdienzone’, waarbij een vergroting en versterking van de bedrijfsvoering op deze locatie past binnen de gestelde doelstellingen.
Croonen Adviseurs
13
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
3.5
Gemeente Echt-Susteren
Conclusie De voorgenomen ontwikkeling past binnen het vigerend beleid op zowel rijksniveau, regionaal als gemeentelijk niveau, waarbij de locatie eveneens geschikt is voor het voorliggend initiatief
Croonen Adviseurs
14
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
4 Randvoorwaarden Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Wanneer door middel van een bestemmingsplan ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, zijn diverse milieutechnische onderzoeken noodzakelijk, zo ook in voorliggend geval.
4.1
Milieu Bodem Voor elke functiewijziging, al dan niet naar een gevoelige functie, dient een onderzoek te worden verricht naar de bodem- en grondwaterkwaliteit. De bodem moet geschikt zijn voor het voorgenomen gebruik. Door Oranjewoud is hiertoe een verkennend bodemonderzoek verricht. De rapportage, d.d. juli 2011, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies vermeld. 4.1.1
Verkennend bodemonderzoek Op basis van de resultaten van het vooronderzoek is geconcludeerd dat er aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van (voormalige) bodembedreigende activiteiten binnen de onderzoekslocatie. Derhalve is de onderzoeksstrategie voor een (potentieel) verdachte locatie opgesteld. Aan de hand van de uitgevoerde veldwerkzaamheden en het bijbehorende laboratoriumonderzoek dient de hypothese ‘verdachte locatie’ te worden aanvaard. In zowel de grond als het grondwater zijn lichte tot sterke verontreinigingen aangetoond. De sterke verontreiniging met minerale olie in de diepe ondergrond (4,5-5,0mmv) maakt deel uit van de reeds bekende restverontreiniging die in 1998 tijdens de sanering is vastgesteld op minder dan 2,5 m³. De verontreiniging in de grond leidt op basis van de onderzoeksresultaten, ondanks de verlopen tijd (13 jaar), slechts tot een lichte verontreiniging van het grondwater met minerale olie. In de verder benedenstrooms gelegen peilbuis is geen verhoogd gehalte aan minerale olie meer geconstateerd. De overige verhogingen in de grond zijn veelal te relateren aan de bijmeningen met puin en passen binnen de grondkwaliteit ter plaatse bedrijventerrein ‘De Loop’. De licht tot sterk verhoogde concentraties zware metalen in het grondwater worden gezien als verhoogde achtergrondwaarden als gevolg van een diffuse verontreiniging die veelvuldig wordt aangetroffen in Noord- en Midden Limburg alsmede de ligging binnen bedrijventerrein de Loop. Dit laatste geldt ook voor de aangetroffen licht verhoogde gehalten aan oplosmiddelen en vluchtige aromaten in het grondwater.
Croonen Adviseurs
15
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Conclusie De slechts licht verhoogde gehalten (uitgezonderd nikkel > I-waarde) en de regionale aard van de verontreinigingen, geven geen aanleiding tot een aanvullend onderzoek. Met betrekking tot het sterk verhoogd gehalte aan minerale olie in de grond wordt opgemerkt dat deze op basis van de historische gegevens vermoedelijk beperkt van omvang is. Tevens heeft deze verontreiniging in de loop van ca 13 jaar niet geleid tot een significante verontreiniging van het grondwater (licht verhoogd gehalte aan minerale olie ter plaatse en < achtergrondwaarde benedenstrooms). De gemeente Echt-Susteren, als bevoegd gezag, heeft aangegeven dat een aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk wordt geacht om de omvang van de hiervoor genoemde (rest)verontreiniging vast te stellen. De bevindingen uit het aanvullend bodemonderzoek worden tezijnertijd aan deze paragraaf toegevoegd. 4.1.2
Geluid
Industrielawaai In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor bedrijventerreinen waar geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn gevestigd of zijn toegestaan (‘industrieterreinen’ conform de terminologie van de Wet geluidhinder), een geluidzone moet worden vastgesteld. De geluidzone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens. Het plangebied behoort tot het Bedrijventerrein ‘De Loop’, welke een geluidgezoneerd bedrijventerrein is zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. De zonegrens (50 dB(A)-contour) van dit bedrijventerrein is in 2002 vastgesteld. Bedrijfsuitbreidingen zijn mogelijk voor zover deze binnen de milieucategorie valt die is toegestaan in het vigerende bestemmingsplan. Het voorliggend initiatief betreft de realisatie van een crematorium, behorend tot milieucategorie 3.2, met een richtafstand voor geluid van 30 meter, welke is toegestaan conform het vigerende bestemmingsplan. Planologisch is er geen sprake van een wijziging en dientengevolge geen toename van de milieubelasting waardoor in het kader van industrielawaai geen belemmering voor de ruimtelijke ontwikkeling bestaat. Geconcludeerd kan derhalve worden dat er geen akoestische belemmeringen voor het bestemmingsplan te verwachten zijn met betrekking tot het aspect industrielawaai.
Croonen Adviseurs
16
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Wegverkeerslawaai Conform de Wet geluidhinder dient een akoestisch onderzoek te worden verricht indien de bouw van geluidgevoelige objecten binnen de zone van een weg mogelijk wordt gemaakt, welke in voorliggend geval de snelweg A2 betreft. Middels het bestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ wordt een uitbreiding van het de bestaande bedrijfsvoering. Het bestaande bedrijfsgebouw wordt aanvullend hierop intern verbouwd. Dit heeft echter geen gevolgen/invloed op de bestaande bedrijfswoning, welke blijft gehandhaafd op de huidige locatie. Het voorliggend initiatief betreft derhalve geen geluidgevoelig object. Derhalve is conform de Wet geluidhinder geen akoestisch onderzoek noodzakelijk. Geconcludeerd kan worden dat er geen akoestische belemmeringen voor het bestemmingsplan aan de orde zijn met betrekking tot het aspect wegverkeerslawaai. 4.1.3 Luchtkwaliteit Hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, ook wel bekend als de ‘Wet luchtkwaliteit’) bevat de regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit. In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen voor diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In artikel 5.16 is vastgelegd dat bestuursorganen bevoegdheden, zoals het vaststellen van een bestemmingsplan of het nemen van een projectbesluit, mogen uitoefenen wanneer sprake is van één of meer van de volgende gevallen: a er is geen sprake van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden; b de concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht verbetert of blijft ten minste gelijk; c het plan draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht; d de ontwikkeling is opgenomen in een vastgesteld programma, zoals het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Een nadere uitwerking van de regelgeving met betrekking tot het begrip ‘niet in betekende mate’ is vastgelegd in het ‘Besluit niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ en de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’. Voor ontwikkelingen die ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de luchtverontreiniging hoeft niet te worden getoetst aan de grenswaarden. In de Regeling zijn categorieën van gevallen benoemd die in ieder geval als ‘niet in betekenende mate’ worden aangemerkt en waarvoor toetsing aan de grenswaarden dus zonder meer achterwege kan blijven. Het voorliggend initiatief betreft de uitbreiding van de bestaande bedrijfsvoering aan de Bellekeweg 37 in de vorm van een uitvaartcentrum, naar een crematorium.
Croonen Adviseurs
17
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
De realisatie van een crematorium (crematieoven), inclusief een verwachte toename van het aantal verkeersbewegingen leidt tot een mogelijke overschrijding van de grenswaarden in de omgeving. Deze bevinding leidt ertoe dat de locatie niet bij voorbaat kan worden aangemerkt als een ontwikkeling welke ‘in niet betekende mate’ bijdraagt aan de luchtkwaliteit. In de onderstaande paragrafen wordt nader ingegaan op de relevante emissies van het crematorium en de vervoersbewegingen van en naar het crematorium. Crematorium Bij de ontwikkeling van, nieuw te plaatsen, gasgestookte crematoriaovens dient te worden voldaan aan de normen voor de geëmitteerde rookgassen en eisen voor de te gebruiken installaties. Omwonenden mogen geen rook- en geuroverlast ondervinden van de crematieprocessen. De gehele installatie dient derhalve te voldoen aan de emissie-eisen voor crematoriums, zoals gesteld in de NeR, welke per 2010 valt onder het besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (activiteitenbesluit, paragraaf 4.8.9.). Door DFW Europe BV is hiertoe een crematie-installatie ontworpen. De rapportage, d.d. juli 2010, is als bijlage opgenomen, hierna zijn de conclusies vermeld. Bij de te realiseren crematie-installatie wordt middels de toepassing van een fijnstoffilter, in combinatie met een vastbedfilter gevuld met actiefkool, de stoffen uit het rookgassysteem verwijderd tot een efficiëntie van 99.7% bij een deeltjesgrootte van 0,1 micron. Hiermee voldoet de installatie ruimschoots aan de wettelijk gestelde eis van <5 mg/Nm³. De capaciteit van de te realiseren crematieoven bedraagt hierbij circa 4 crematies per werkdag en is gedimensioneerd op 350 crematies per jaar, uitgroeiend naar 600 tot 800 crematies per jaar. Verkeersbewegingen De voorgenomen ontwikkeling betreft een bedrijfsuitbreiding van het bestaande uitvaartcentrum naar een crematorium en de beëindiging van de bedrijfsvoering met betrekking tot het personenvervoer. Desondanks zal het planvoornemen tot gevolg hebben dat er extra verkeersbewegingen van en naar de rondomliggende wegen ontstaan. Met behulp van het online rekeninstrument van het CROW is de verkeersgeneratie voor het crematorium in de toekomstige situatie bepaald. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. — Er wordt uitgegaan van een gemiddeld crematorium. — Het plangebied ligt in stedelijk gebied aangemerkt als ‘buitengebied. — Het autogebruik van klanten/bezoekers is 100%. — De autobezetting van klanten/bezoekers is 2,8 personen/auto. — Het autogebruik van werknemers is 100%. — De autobezetting van werknemers is 1 persoon/auto.
Croonen Adviseurs
18
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Op basis van deze uitgangspunten is het extra aantal motorvoertuigen per etmaal op een gemiddeld weekdag bepaald op 250. Het extra aantal motorvoertuigen per etmaal op een gemiddelde werkdag bedraagt 267. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde maand. Uitgaande van een worst-casescenario vindt er derhalve een toename van circa 267 extra verkeersbewegingen plaats. Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen, zoals bij het voorliggend initiatief, heeft het toenmalige Ministerie van VROM in samenwerking met InfoMill, een specifieke rekentool ontwikkeld om op een eenvoudige en snelle manier vast te stellen of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van ene stof in de buitenlucht. Na invoering van de nevenstaande gegevens in deze rekentool (versie juni 2011) blijkt dat uitgaande van een worst-casescenario, het planvoornemen niet in betekende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit bij een toename van 270 extra voertuigbewegingen per weekdag, waarbij het aandeel vrachtverkeer 5%, bedraagt Conclusie Gezien de aard en omvang van het planvoornemen, in combinatie met de uitgevoerde berekeningen, kan geconcludeerd worden dat de realisatie van een crematorium, niet in betekende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. 4.1.4 Bedrijvigheid Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door middel van milieuzonering. Onder milieuzonering wordt verstaan het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen: - het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies; - het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Voor het bepalen van de aan te houden afstanden is de VNG-uitgave ‘Bedrijven en Milieuzonering’ uit 2009 toegepast. Hierbij zijn richtafstanden opgesteld voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar.
Croonen Adviseurs
19
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. Het plangebied is gelegen in het omgevingstype ‘rustige woonwijk’. Onderstaande tabel geeft de relatie tussen milieucategorie, richtafstanden en omgevingstype
milieucategorie
richtafstand tot omgevingstype
richtafstand tot omgevingstype
rustige woonwijk
gemengd gebied
1
10 m
0m
2
30 m
10 m
3.1
50 m
30 m
3.2
100 m
50 m
4.1
200 m
100 m
4.2
300 m
200 m
5.1
500 m
300 m
5.2
700 m
500 m
5.3
1.000 m
700 m
6 1.500 m 1.000 m Richtafstanden conform VNG-brochure (bron: VNG-brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering’, 2009)
Het voorliggend initiatief voorziet in een uitbreiding van de bestaande bedrijfsvoering, in de vorm van een uitvaartcentrum, naar een crematorium. Hierbij behoort volgens de VNG-brochure een uitvaartcentrum tot milieucategorie 1 en een crematorium tot milieucategorie 3.2. Dit betekent een toename van de richtafstand van 10 meter naar 100 meter. Vanuit het plangebied is deze indicatieve richtafstand uitgezet. Hieruit is geconcludeerd dat er in de directe omgeving van het plangebied geen hinderlijke bedrijvigheid aanwezig is welke een belemmering kan vormen voor voorliggend initiatief. Andersom vormt de uitbreiding ook geen hinder voor de omgeving.
4.2
Externe veiligheid Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokkenen personen. Daartoe zijn ‘kwetsbare objecten’ en ‘beperkt kwetsbare objecten’ omschreven. Het gaat enerzijds om de risico’s verbonden aan ‘risicovolle inrichtingen’, waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, opgeslagen of gebruikt en anderzijds om het ‘vervoer van gevaarlijke stoffen’ via wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen. Ter bescherming van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (hiertoe worden onder andere woningen gerekend) moet er een bepaalde afstand aanwezig zijn ten opzichte van risicobronnen.
Croonen Adviseurs
20
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans dat een persoon die (onafgebroken aanwezig en onbeschermd) op een bepaalde plaats overlijdt als gevolg van een calamiteit met een inrichting of een transportmodaliteit. Het GR bestaat uit de cumulatieve kans per jaar dat een groep van een bepaalde omvang overlijdt als gevolg van een calamiteit met een inrichting of een transportmodaliteit. Het plangebied is gesitueerd binnen het invloedsgebied van de A2, een hogedrukaardgastransportleiding en een K1 vloeistoftransport. Conform desbetreffende wet- en regelgevind dient de ruimtelijke ontwikkeling getoetst te worden aan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Om deze redenen is in 28 juni 2012 een onderzoek naar externe veiligheid verricht door Oranjewoud, welke als bijlage is toegevoegd. Hierna is een samenvatting opgenomen. Plaatsgebonden risico 6 — De A2 heeft een veiligheidszone (gestandaardiseerde PR10¯ -contour) van 17 meter; het plangebied ligt hier buiten; 6 — De hogedrukaardgastransportleiding heeft geen PR10¯ -contour; 6 — De K1-vloeistofleiding heeft een PR10¯ -contour van 12 meter; het plangebied ligt hierbuiten. Groepsrisico — Het groepsrisico van de A2 neemt door de geprojecteerde ontwikkelingen
toe, maar blijft onder de oriëntatiewaarde; — Het groepsrisico van de hogedrukaardgastransportleiding neemt door de
geprojecteerde ontwikkelingen toe, maar blijft onder de oriëntatiewaarde. — De K1-vloeistoflieiding heeft geen relevant groepsrisico
Conclusie Met betrekking tot het plaatsgebonden risico is er geen belemmering aanwezig ten opzichte van het voorliggend initiatief. Er dient echter wel een nadere verantwoording plaats te vinden met betrekking tot het groepsrisico van de A2 en de hogedrukaardgastransportleiding. Op basis van de opgestelde risicobeschouwing heeft het Regiobureau Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio Limburg Noord, een advies uitgebracht. Eveneens is het initiatief aan de regionale brandweer voorgelegd, ten behoeve van een brandweeradvies. De bevindingen hiervan zijn door de gemeente Echt-Susteren verzameld en samengevat. Deze samenvatting is opgenomen in de bijlagen van deze toelichting. Op basis van de daarin gemaakte overwegingen is geconcludeerd dat de uitbreiding van het uitvaartcentrum Peusen, in het kader van externe veiligheid, verantwoord plaatsvindt.
Croonen Adviseurs
21
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
4.3
Gemeente Echt-Susteren
Waterhuishouding Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is de opstelling van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze paragraaf wordt verwoord hoe er in het plan met de aspecten water en ruimte rekening wordt gehouden, in relatie tot enerzijds het waterbeleid en anderzijds de waterhuishouding. In het kader hiervan is door Croonen Adviseurs een watertoets opgesteld. 4.3.1 Beleid en regelgeving Het plangebied valt onder het beheer van Waterschap Roer en Overmaas. De doelen van het waterschap voor de periode van 2010 tot 2015 staan beschreven in het waterbeheersplan, waarbij een indeling is gemaakt in de volgende programma’s: — plannen — watersysteem — veiligheid — zuiveren — instrumenten — bestuur, externe communicatie en belastingen — bedrijfsvoering De kerntaken van het Waterschap bestaan uit het beheer van het totale watersysteem in het beheersgebied. Dit houdt in de zorg voor zowel kwaliteit als kwantiteit van de oppervlaktewateren, de waterkeringen langs de Maas en het beheer van de zuiveringsinstallaties. Bij alle in- en uitbreidingsplannen adviseert en toetst het Waterschap op hydrologische effecten, waarbij het hydrologisch neutraal ontwikkelen het uitgangspunt is. Kortom, het initiatief mag niet leiden tot een verandering in de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en in de directe omgeving. Daarnaast is het streven om het schone en het verontreinigde water zoveel mogelijk te scheiden. Voor de hierna beschreven onderzoekslocatie zijn de informatie en maatregelen vanuit het waterbeheerplan gebruikt bij het opstellen van de waterparagraaf. 4.3.2 Locatiestudie De locatie aan de Bellekeweg ligt op een maaiveldniveau van circa 25,5m + NAP, waarbij het grondwater zich bevindt op een diepte van 100-200cm onder maaiveld. De bodemsamenstelling van het terrein bestaat globaal uit de grondsoort klei, welke ongeschikt is voor infiltratie. Om een indicatie te geven van de benodigde berging is de verhouding tussen het verhard oppervlak in de huidige en de toekomstige situatie weergegeven. Hierbij dient het te projecteren watersysteem de neerslag adequaat op te kunnen vangen in een situatie, die naar verwachting éénmaal per 25 jaar voorkomt. (35 mm in 45 minuten)
Croonen Adviseurs
22
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Oppervlakte Dakoppervlakte bebouwing
Gemeente Echt-Susteren
Huidige situatie (m²) *
Toekomstige situatie (m²) *
990
1.565
Terreinverharding
1.670
1.535
Onverhard terrein
2.840
2.400
Totaal
5.500
5.500
* indicatieve maatvoering
De voorgestane ontwikkeling van het plangebied zal naar verwachting een toename van het verhard oppervlak van 440 m² tot gevolg hebben. 4.3.3 Conclusie en aanbevelingen Op basis van de verwachte toename van het verhard oppervlak, is de benodigde ruimte voor de bergingsvoorziening bepaald. Hierbij wordt aan de hand van ‘het te compenseren oppervlak’ x ‘de voorgeschreven berging’, de benodigde waterberging berekend. Op basis van deze berekening dient een bergingsvoorziening met een inhoud van circa 16 m3 (440 m2 x 0,035 m per m2) gerealiseerd te worden voor een neerslagsituatie die eens in de 25 jaar voorkomt. Deze berging kan, gezien het bodemtype niet rechtstreeks plaatsvinden door middel van infiltratie. Voor de locatie behoort het afkoppelen van hemelwater echter wel tot de mogelijkheden. Derhalve wordt geadviseerd om de benodigde berging, gezien de aard en omvang van het planvoornemen, door middel van infiltratiekratten te realiseren. Een infiltratiekrat is een, van zeer goed waterdoorlatend doek voorziene, vierkante box die het hemelwater ter plaatse kan bufferen en (vertraagd) infiltreren. De toepassing van een infiltratiekrat wordt geheel ondergronds afgewerkt en is derhalve zeer geschikt voor het voorliggend initiatief. De uiteindelijke situering en maatvoering wordt in een later stadium nader bepaald worden. Aan de hand van de bovenstaande maatregelen en/of een combinatie van inrichtingsoplossingen wordt voldaan aan de benodigde waterberging binnen het plangebied, zonder afwenteling naar het omliggend gebied te creëren. Ten behoeve van de waterkwaliteit zal de voorgestelde ontwikkeling bij de aanleg geen gebruik maken van uitloogbare materialen, waardoor de uitspoeling van vervuilende stoffen via de bodem naar het oppervlaktewater voorkomen wordt. De aansluiting op het gemeentelijk rioolstelsel zal gerealiseerd worden met een gescheiden rioleringsysteem voor hemel- en vuilwater. Verdere aanvullende voorzieningen hoeven niet getroffen te worden. Middels de Digitale Watertoets is het voorliggend initiatief reeds bekend bij het Waterschap Roer en Overmaas. Hierbij is geconcludeerd dat deze ontwikkeling, vanwege de relatief kleine omvang en de ligging buiten de invloedszones, naar verwachting geen of nauwelijks invloed heeft op de waterhuishouding. Op deze ontwikkeling is daarom de korte watertoetsprocedure van toepassing.
Croonen Adviseurs
23
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
4.4
Gemeente Echt-Susteren
Archeologie & cultuurhistorie Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg is de gemeente verplicht om bij het vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen danwel aanpassing(en) van oude plannen, rekening te houden met archeologie. Ten behoeve van het voorliggend initiatief zijn aan de hand van de Cultuurhistorische Waardenkaart Limburg (2005), de relevante archeologische en cultuurhistorische waarde onderzocht en hieronder beschreven. De woning op het perceel zelf behoort tot het Monumenten Inventarisatie Project, waarin de woning is opgenomen vanwege de bijzondere vormgeving. Het voorliggend initiatief voorziet in een uitbreiding van de bestaande bedrijfsvoering, waarbij de monumentale bebouwing ongeschonden blijft. De locatie aan de Bellekeweg is gelegen binnen een cultuurhistorisch landschap met een lage archeologische verwachtingswaarde. Hierbij is geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat er bij de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied archeologische waarden worden aangetast. Ter bescherming van de potentieel aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied is een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie IV’ opgenomen. Hiermee worden bij toekomstige ontwikkelingen, de potentieel aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied beschermd. Geconcludeerd kan worden dat met betrekking tot het aspect archeologie en cultuurhistorie er geen belemmering voor het voorliggend initiatief te verwachten is.
4.5
Flora en fauna Ruimtelijke plannen dienen te worden beoordeeld op de uitvoerbaarheid in relatie tot actuele natuurwetgeving, met name de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die op onoverkomelijke bezwaren stuiten door effecten op beschermde natuurgebieden en/of flora en fauna Tot dit doel heeft de gemeente voor dit initiatief aan de Bellekeweg 37 aangegeven dat er vanuit het aspect natuur (ecologie) geen belemmeringen zijn ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling en dat verder onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht. Geconcludeerd kan worden dat er geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zijn ten aanzien van het aspect flora en fauna.
Croonen Adviseurs
24
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
4.6
Gemeente Echt-Susteren
Landschapswaarden Uit de POL kaart ‘kristallen waarden’ blijkt dat het plangebied is gelegen binnen de boringsvrije zone Roerdalslenk, zone I. De gehele Roerdalslenk is een boringsvrije zone. Boringen dieper dan 30 meter beneden maaiveld (onder andere ten behoeve van het slaan van waterputten) zijn hier, ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad, verboden. Er zijn verder geen beschermende regelingen (bouwverbod, aanlegvergunningenstelsel) opgenomen, aangezien het verrichten van bepaalde handelingen via de Provinciale Milieuverordening (PMV) reeds aan beperkingen is onderworpen. Het opnemen van een dubbele regeling via het bestemmingsplan is derhalve niet zinvol. Geconcludeerd kan worden dat het voorliggend initiatief past binnen de landschapswaarden, zoals vastgesteld in de POL kaart ‘kristallen waarden’. Derhalve vormt het aspect landschapswaarden geen belemmering voor het voorliggend initiatief.
4.7
Verkeer en infrastructuur Het plangebied is gesitueerd aan de westzijde van de kern Echt en is gesitueerd aan de ontsluitingsweg Bellekeweg, welke parallel is gesitueerd aan de A2 en de bijbehorende afrit naar de kern Echt. Het plangebied wordt ontsloten via het bedrijventerrein ‘De Loop’ welke zich ontsluit op de Zuiderpoort. In het plangebied worden voor het crematorium de parkeernormen volgens de CROW 2004 gehanteerd. Om tot het vereiste aantal parkeerplaatsen te komen is rekening gehouden met het stedelijke karakter van het bedrijventerrein ‘De Loop’ en de ligging in de bebouwde kom. Dit vertaalt zich derhalve naar een minimale parkeernorm van 15 parkeerplaatsen tot een maximale parkeernorm van 30 parkeerplaatsen per gelijktijdige crematie. Derhalve is bij het voorliggend initiatief uitgegaan van een gemiddelde parkeernorm van 22,5 parkeerplaatsen per gelijktijdige crematie. Aangezien het mogelijk is dat er gelijktijdig twee uitvaartdiensten plaatsvinden is het derhalve noodzakelijk om 45 parkeerplaatsen te realiseren, conform het beleid vanuit de CROW 2004. De initiatiefnemer voorziet in de realisatie van 60 parkeerplaatsen op eigen terrein, waarmee ruimschoots wordt voldaan aan de te verwachten parkeerbehoefte.
4.8
Kabels en leidingen In het plangebied en de directe omgeving zijn diverse (buis)leidingen en een hoogspanningsmast aanwezig. In paragraaf 4.2 is in het kader van de externe veiligheid onderzocht welke invloed en mogelijke belemmering het aspect kabels en leidingen vormt voor het voorliggend initiatief.
Croonen Adviseurs
25
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Ontwerp Crematorium Peusen, inclusief aanzichten ((Engelman Architecten 2011)
Croonen Adviseurs
26
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
5 Planbeschrijving 5.1
Uitgangspunten en doelstellingen van het plan Het voorliggend initiatief voorziet in de uitbreiding en verdere versterking van de bedrijfsvoering aan de Bellekeweg 37 met betrekking tot het uitvaartcentrum. Tot dit doel wordt de bedrijfsvoering van het personenvervoersbedrijf op deze locatie beëindigt en vindt een herinrichting van het plangebied plaats.
5.2
Ruimtelijke hoofdopzet De uitbreiding vindt plaats aan de zuidzijde van het uitvaartcentrum en sluit qua schaal en stijl aan op de reeds aanwezige aanbouw aan de voorzijde van het pand. Het initiatief voorziet in het doortrekken van de centrale doorgang, waarbij een gedeeltelijke herinrichting plaatsvindt van het bestaande pand. Binnen het bestaande pand wordt hierdoor meer ruimte gecreëerd voor de ontvangst en opvang van bezoekers. Hierbij vormt een centraal gepositioneerde patioruime de overgang tussen het bestaande pand en de uitbreiding. Binnen de uitbreiding worden diverse voorzieningen gerealiseerd, waaronder een ontmoetingsruimte/koffieruimte, welke qua schaal aansluit op de benodigde capaciteit van de aularuimte. Op het zuidelijkste gedeelte van de uitbreiding is de ovenruimte gepositioneerd, waarbij de benodigde ondersteunende voorzieningen zijn gesitueerd. Ten behoeve van het voorliggend initiatief wordt de bestaande bedrijfloods gesloopt en wordt een inpandige garage aan de oostzijde van de uitbreiding gerealiseerd. De garage biedt plaats aan de bedrijfswagens, behorend bij het uitvaartcentrum. Zoals aangegeven sluit de uitbreiding aan op de reeds aanwezige aanbouw aan de voorzijde van het uitvaartcentrum, bestaande uit één bouwlaag met een goothoogte van circa 4,5 meter in combinatie met een plat dak. Ter plaatse van de crematieoven wordt de bouwhoogte verhoogd tot 6 meter. Hiervoor is gekozen om de noodzakelijke installaties weg te werken en deze visueel een geheel te laten vormen met de ontwikkeling. In samenhang met de bovenstaande ontwikkelingen vindt tevens een gedeeltelijke herinrichting plaats van het overige gedeelte van het plangebied, noodzakelijk vanwege de toegenomen parkeerbehoefte en een passende landschappelijke inpassing. Hierbij vindt een optimalisatie plaats van de parkeervoorzieningen aan de oostzijde van het perceel. De bestaande inritconstructies voor zowel bezoekers als werknemers blijft gehandhaafd. De tuin wordt eveneens heringericht, waarbij de tuin is georiënteerd op het landschap en vormt voor zowel bezoekers als het achterliggende landschap een groene omkadering, welke de rust en privacy waarborgt.
Croonen Adviseurs
27
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Een gedeelte van de tuin wordt in de toekomst gebruikt als strooiveld en heeft een oppervlakte van maximaal 2.000 m². Een dergelijke omvang biedt de mogelijkheid om circa 370 verstrooiingen per jaar plaats te laten vinden. In het kader van de Wet milieubeheer dienen vervolgens eens per 25 jaar controlemetingen uitgevoerd te worden ter bepaling van de verspreiding van verontreinigende stoffen in het milieu.
5.3
Planaspecten Het voorliggend bestemmingsplan is opgesteld aan de hand van het architectonische ontwerp, daterend van januari 2011. Hierbij is het gehele plangebied bestemd als ‘Bedrijventerrein. Binnen deze bestemming is een aanduiding ‘crematorium opgenomen, die het mogelijk om het crematorium te realiseren, gecombineerd met de bijbehorende voorzieningen. De maximale goot- en nokhoogtes zijn op de verbeelding aangegeven. Hiermee is zichtbaar waar welke hoogte is toegestaan. Alle aanwezige bebouwing binnen het plangebied is gesitueerd binnen de aanduiding ‘Bouwvlak’, waarbij ten behoeve van de reeds aanwezige bedrijfswoning eveneens een aanduiding ‘bedrijfswoning’ is gehanteerd. Aanvullend hierop is middels de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – strooiveld’ de locatie voor het te realiseren strooiveld vastgelegd. Ten behoeve van de bescherming en onderhoud van de relevante kabels en leidingen binnen het plangebied is een dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ en ‘Leiding – Brandstof’ opgenomen. Tot slot is over het gehele plangebied de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie IV’ geplaatst ter bescherming van de potentiële archeologische waarden binnen het plangebied
Croonen Adviseurs
28
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
6 Planopzet 6.1
Feitelijke planopzet Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en het gebruik van gronden en gebouwen binnen het plangebied. Het juridisch deel van een bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (plankaart) en planregels. Op de verbeelding zijn de bestemmingen en aanduidingen opgenomen. De planregels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De digitale verbeelding (analoge verbeelding: schaal 1:1.000) vormt samen met de planregels het voor de burgers bindende gedeelte van het bestemmingsplan. De verbeelding is getekend op een bijgewerkte en digitale kadastrale ondergrond en GBKN. De toelichting heeft geen bindende werking en maakt juridisch gezien geen deel uit van het bestemmingsplan. Wel heeft de toelichting een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en de uitleg van bepaalde bestemmingen en planregels.
6.2
Juridische planopzet Het nieuwe bestemmingsplan voor het crematorium in Echt is opgesteld conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Bij het opstellen van de planregels en verbeelding is uitgegaan van het gemeentelijke handboek (versie 2009) en de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). De planregels zijn verdeeld in 4 hoofdstukken: — hoofdstuk 1: Inleidende regels met daarin de begripsbepalingen en de wijze van meten; — hoofdstuk 2: Bestemmingsregels. In dit hoofdstuk is de op de verbeelding opgenomen bestemming geregeld; — hoofdstuk 3: Algemene regels, waaronder de anti-dubbeltelregel, algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene afwijkingsregels, algemene wijzigingsregels en algemene procedureregels; — hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels.
Croonen Adviseurs
29
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
6.2.1
Gemeente Echt-Susteren
Inleidende regels
In artikel 1 worden de begrippen verklaard die in het algemeen spraakgebruik onvoldoende vastliggen en waarbij verschillen in interpretatie bij toepassing van de planregels mogelijk zijn. Voor het gemak zijn enkele begrippen uit de Woningwet/Bouwverordening overgenomen. Artikel 2 bepaalt de wijze van meten. Hierin wordt aangegeven op welke manier hoogte, lengte, breedte, inhoud en oppervlakte van bouwwerken/percelen gemeten moeten worden. In 2.2 is bepaald dat ten aanzien van het bouwen ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing worden gehouden, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,50 meter bedraagt. 6.2.2
Bestemmingsregels
De bestemmingen worden in alfabetische volgorde in hoofdstuk 2 opgenomen. Bij iedere bestemming wordt de navolgende volgorde aangehouden, voor zover van toepassing: 1 Bestemmingsomschrijving. 2 Bouwregels. 3 Nadere eisen. 4 Afwijking van de bouwregels. 5 Specifieke gebruiksregels. 6 Afwijking van de gebruiksregels. 7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. 8 Wijzigingsbevoegdheid. In de bestemmingsomschrijving wordt bepaald voor welke doeleinden de gronden en bouwwerken gebruikt mogen worden. Het is verboden bouwwerken of gronden anders te gebruiken dan volgens de bestemming is toegestaan. Daarom moet aan de bestemmingsomschrijving getoetst worden of het gebruik al dan niet in strijd is met de bestemming. Binnen iedere bestemming zijn algemene voorzieningen zoals tuinen, erven en terreinen, wegen en paden, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. In de bouwregels wordt bepaald aan welke voorwaarden de bebouwing moet voldoen. Voor zover nodig wordt een onderscheid gemaakt in woningen, bedrijfsgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waardoor de toetsing van aanvragen voor een bouwvergunning aanmerkelijk vereenvoudigd en inzichtelijker is. Binnen de opgenomen bestemming is een bouwvlak opgenomen. Gebouwen mogen uitsluitend binnen dit bouwvlak worden gebouwd, tenzij in de regels hierop een uitzondering wordt gemaakt.
Croonen Adviseurs
30
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Op de verbeelding zijn matrices opgenomen voor de maximale goot- en bouwhoogte. In de bestemming zijn regels opgenomen voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De maximale bouwhoogte is afhankelijk van het soort bouwwerk. Hierna worden de planregels van de opgenomen bestemmingen nader toegelicht. Bedrijventerrein De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor bestaande bedrijven ter plaatse, voor lokale bedrijven in milieucategorie 2 en specifiek voor een crematorium met uitvaartcentrum ter plaatse van de aanduiding ‘crematorium’ en een strooiveld voor as ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – strooiveld’. Dit uit zich ook in de bestemmingsomschrijving. Ten behoeve van de functies crematorium en uitvaartcentrum zijn ook horecaactiviteiten, detailhandel, kantoren en bedrijfsmatige activiteiten toegestaan. Deze functies zijn alleen toegestaan als ze duidelijk gerelateerd zijn aan het crematorium en het uitvaartcentrum. In geval van detailhandel kan bijvoorbeeld gedacht worden aan urnen, lijkkisten, bidprenten, rouwkaarten, e.d. De aanduiding ‘bedrijfswoning’ geeft aan dat ter plaatse ook een bedrijfswoning aanwezig mag zijn. Deze dient dan wel opgenomen te zijn in de bedrijfsbebouwing. Voor alle gebouwen is één groot bouwvlak opgenomen, dat mag worden volgebouwd. Buiten het bouwvlak mogen dus geen vergunningplichtige gebouwen worden gebouwd, maar nog wel eventuele vergunningsvrije gebouwen. Op de verbeelding is aangegeven hoe hoog de verschillende delen van het gebouw mogen worden. Verder zijn er bepalingen opgenomen voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Voor de inrichting van de overige gronden zijn ook tuinen, terreinen en verhardingen, voorzieningen ter ontsluiting van de bedrijven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen toegestaan. 6.2.3
Algemene regels
In artikel 4, de anti-dubbeltelregel, wordt bepaald dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waarin uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere plannen buiten beschouwing blijft. Het nog overgebleven terrein mag dus niet nog eens meegenomen worden bij het toestaan van een ander bouwwerk. In de algemene bouwregels, artikel 5, is een regeling opgenomen voor ondergronds bouwen. Ook is geregeld hoe om te gaan met bestaande afwijkende maten.
Croonen Adviseurs
31
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
In artikel 6, de algemene gebruiksregels, worden voorbeelden gegeven van welk gebruik strijdig is met de bestemming. Indien noodzakelijk zijn per bestemming gebruiksvormen genoemd die in ieder geval strijdig zijn met de bestemming. In artikel 7 zijn algemene afwijkingsregels opgenomen. Deze verschaffen het bevoegd gezag de gewenste beleidsruimte om bij de uitvoering van het plan te kunnen inspelen op gegevens of situaties die vooraf niet bekend kunnen zijn. Hierin is onder andere de bevoegdheid voor het bevoegd gezag opgenomen om, onder voorwaarden, een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), te weten mantelzorg. De algemene wijzigingsregels zijn in artikel 8 opgenomen. Het betreft beperkte wijzigingen. In de algemene procedureregels, artikel 9, zijn de procedures opgenomen die gevolgd dienen te worden bij nadere eisen. De overige regels staan in artikel 10. Dit artikel regelt de verwijzing naar andere wettelijke regelingen en de rangorde van bestemmingen. 6.2.4
Overgangs- en slotregels
In het overgangsrecht, artikel 11, is geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden bestaande gebouwen en het bestaand gebruik van gronden en bouwwerken mogen afwijken van het plan. Artikel 12 bevat de slotregel. Deze geeft aan hoe de planregels kunnen worden aangehaald.
Croonen Adviseurs
32
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
7 Uitvoerbaarheid 7.1
Economische uitvoerbaarheid Wanneer met een bestemmingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis geldt niet indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd. In onderhavig geval is sprake van een bouwplan. Aangezien in voorliggend geval het kostenverhaal is vastgelegd door middel van een anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer, kan het opstellen van een exploitatieplan achterwege blijven.
7.2
Handhaving 7.2.1 Handhavingsbeleid Bij de totstandkoming van het bestemmingsplan is aandacht besteed aan de handhaafbaarheid van de voorgeschreven regels. Een aantal factoren is van belang voor een goed handhavingsbeleid. Kenbaarheid bestemmingsplan Bekendmaking van de plannen voor het gebied aan de omliggende bewoners en waar mogelijk rekening te houden met de ingebrachte opmerkingen. Inzichtelijke en realistische regelgeving Een bestemmingsplan is een juridische regeling welke inzichtelijk en realistisch dient te zijn. Het plan moet helder van opzet en niet onnodig beperkend of star zijn. Daarbij zal de regeling en de bepaling welke hierin zijn opgenomen handhaafbaar moeten zijn. Dit betekent dat de voorschriften duidelijk zijn en niet meerdere interpretaties kunnen voortvloeien uit de omschrijvingen. Daarvoor zullen de voorschriften ook inhoudelijk getoetst worden op de handhaafbaarheid hiervan. Ook de in gevolge van het bestemmingsplan te verlenen vrijstellingen zijn getoetst op handhaafbaarheid. Omdat het verlenen van een vrijstelling in de uitvoering meer inzet vraagt van handhaving en toezicht is het gewenst dat deze vrijstellingen op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid getoetst zijn. Het bestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ is onder meer voorzien van een duidelijke plankaart.
Croonen Adviseurs
33
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Actief handhavingsbeleid Het handhavingsbeleid van de gemeente Echt-Susteren is vastgelegd in een beleidsvisie omgevingsrecht gemeente Echt-Susteren. In deze beleidsvisie en de bijbehorende stukken wordt de totale handhaving van wet en regelgeving welke binnen de gemeente wordt uitgevoerd gereguleerd. Ook de handhaving van dit bestemmingsplan zal in deze beleidsvisie worden meegenomen. Onderstaande tekst is een toelichting op de conceptbeleidsvisie omgevingsrecht Echt-Susteren. 7.2.2 Nota beleidsvisie omgevingsrecht Landelijk, provinciaal en ook door de gemeente zelf zijn tal van regelingen en wetten in het leven geroepen met ieder voor zich een bepaald doel. Deze regels zijn er niet zomaar, maar hebben ieder op hun eigen terrein als hoofduitgangspunt het maatschappelijk leven in ons land in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat de doelen en wensen die we met ons allen hebben afgesproken zoveel mogelijk worden bereikt. De gemeente die veelal belast is met het concreet uitvoeren van een groot aantal van deze regels middels het verlenen van vergunningen of ontheffingen alsmede met het houden van toezicht op de uitvoering van deze regels en het handhaven daarvan. Dit geldt voor het uitvoeren van de regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Denk hierbij aan regelgeving op het gebied van bouwen, wonen, milieu, ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid e.d. Op dit gebied doen zich momenteel bovendien nog enkele andere ingrijpende ontwikkelingen voor die pleiten voor een heroverweging van het gemeentelijk beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving. Hierbij wordt met name gedoeld op de introductie van de zogenaamde ‘omgevingsvergunning’ per 1 januari 2008 en de wens om te komen tot een meer integrale aanpak op het gebied van handhaving en toezicht. Mede op basis van de missie en visie, opgesteld bij de gemeentelijke fusie in 2003, is aangegeven wat de hoofddoelstellingen zijn van de gemeente. Waar willen we naar toe op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen, wat moet er bijzonder beschermd worden en wat moet er meer of kan minder aandacht krijgen. Vervolgens is er middels een onderbouwde risicoanalyse per taakveld concreet inzicht gegeven in de zaken die een hogere of lagere prioriteit moeten c.q. kunnen krijgen bij de uitvoering. Zoals aangegeven is dit inzicht gebaseerd op eigen ervaringen alsmede op een gedegen risicoanalyse. Door deze aanpak worden we in staat gesteld de zaken die we echt belangrijk vinden, zoals de instandhouding van het mooie buitengebied, de risicobeheersing bij grotere bouwwerken, brandveiligheid, het voorkomen van echte overlast voor onze burgers etc., ook die aandacht te geven die ze verdienen.
Croonen Adviseurs
34
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
Zaken die minder of helemaal niet belangrijk worden geacht, zoals vergunningsvrije of kleinere bouwwerken, het toezicht op de bestaande woningbouw e.d., krijgen navenant veel minder of nauwelijks aandacht. Door rekening te houden met de risico’s welke voortvloeien uit de voorgeschreven regels van de binnen de gemeente geldende bestemmingsplannen zal in de beleidsvisie omgevingsrecht van de gemeente Echt-Susteren en de daaronder liggende uitvoeringsnota en uitvoeringsprogramma een afweging gemaakt worden hoe de capaciteit van de handhavingsorganisatie zal worden ingezet. Ook het bestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ is hierin opgenomen en zal volgens het bij de beleidsvisie horende uitvoeringsprogramma worden meegenomen in het uit te voeren toezicht. In de voornoemde beleidsvisie omgevingsrecht zijn de volgende uitgangspunten meegenomen voor het toezicht op ruimtelijke c.q. gebruikswaarden van bestemmingsplannen. Het toezicht op ruimtelijke waarden c.q. gebruikswaarden leent zich goed voor integratie met andere gemeentelijke toezichtstaken. Op dit terrein zal dan ook nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan de integratiemogelijkheden. Het toezicht op de ruimtelijke regelgeving gaat vooral over de gebruiksvoorschriften die in de bestemmingsplannen zijn opgenomen. De gemeente moet dit toezicht zelf actief organiseren; het is niet aan vergunningen gekoppeld. Er zijn vier gebieden genoemd (buitengebied, bebouwde kom, bedrijfsterreinen en overig) die elk een eigen toezichtfrequentie zullen krijgen. Bovendien zal worden bezien in welke tijd van het jaar specifieke onderwerpen aandacht moeten krijgen. Vooral in het buitengebied zijn overtredingen nogal eens seizoensgebonden en vinden overtredingen nogal eens plaats buiten de kantooruren (’s avonds, in het weekeinde). Daarop zal in de beleidsvisie en de daaronder liggende uitvoeringsnota omgevingsrecht van de gemeente Echt-Susteren worden ingespeeld. Ten behoeve van de handhaving verdient het aanbeveling om regelmatig luchtfoto’s van het plangebied te laten maken. Luchtfoto’s van het plangebied ten tijde van de ter visie ligging van het ontwerpplan zijn van belang in het kader van het overgangsrecht en kunnen zodoende ook als nulsituatie dienen in het kader van toezicht.
7.3
Maatschappelijke uitvoerbaarheid 7.3.1 Inspraak Ingevolge de gemeentelijke inspraakverordening is het voorontwerpbestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ voor de inwoners van de gemeente EchtSusteren en voor de in de gemeente een belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen vanaf 24 november 2011 vier weken ter inzage gelegd. Gedurende de termijn van terinzagelegging is één inspraakreactie ontvangen. De binnengekomen reactie is samengevat en beantwoord in het inspraakverslag, die als bijlage bij dit bestemmingsplan is opgenomen.
Croonen Adviseurs
35
Bestemmingsplan Crematorium Peusen
Gemeente Echt-Susteren
7.3.2 Vooroverleg Het voorontwerpbestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de betreffende personen en instanties. Twee vooroverleginstanties hebben gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan. Waterschap Roer en Overmaas In het kader van de watertoetsprocedure heeft het waterschap aangegeven dat deze ontwikkeling, vanwege de relatief kleine omvang en de ligging buiten de invloedszones, geen of nauwelijks invloed heeft op de waterhuishouding. Op deze ontwikkeling is daarom de korte watertoetsprocedure van toepassing. Dit houdt in dat het Waterschap Roer en Overmaas niet hoeft te worden betrokken bij de verdere procedures van het bestemmingsplan. Rijkswaterstaat In navolging van het overleg, d.d. september 2010, betreft het planvoornemen een uitbreiding van een bestaand bedrijf, gelegen in de bebouwingsvrije/overlegzone. Aangezien het voorliggend initiatief het verwijderen van bestaande bebouwing betreft waarbij de nieuwe bebouwing in de lijn van de resterende bebouwing is voorzien, betekent dit geen verdere inbreuk op de betreffende zone en heeft dit vooralsnog een positief effect op de ter plaatse gelegen autosnelweg. In principe kan dus aan de desbetreffende plannen medewerking worden verleend, met dien verstande, dat het uiteindelijke bouwplan via de reguliere weg nog ter beoordeling aan Rijkswaterstaat zal worden gezonden. 7.3.3 Ter visie legging Naar aanleiding van het inspraakverslag, de reacties vanuit de vooroverleginstanties en enkele ambtshalve wijzigingen is het bestemmingsplan aangepast en is de status veranderd naar ‘ontwerp’. Het ontwerpbestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ heeft op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vanaf 13 april 2012 gedurende zes weken voor eenieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is aan eenieder de mogelijkheid geboden schriftelijke en/of mondelinge zienswijzen in te dienen. Gedurende deze termijn zijn vier zienswijzen binnengekomen. De binnengekomen zienswijzen zijn inhoudelijk beoordeeld en verwerkt in het zienswijzenrapport ontwerpbestemmingsplan Crematorium Peusen Naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen en enkele ambtshalve aanpassingen, is het bestemmingsplan aangepast. 7.3.4 Vaststelling De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan ‘Crematorium Peusen’ in haar vergadering van 20 september 2012 gewijzigd vastgesteld.
Croonen Adviseurs
36