Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht
De heer Y. Dam Nieuwendijk 91-2 1012 MC AMSTERDAM
Postbus 3017 3502 GA Utrecht 030 296 81 11 030 296 82 96 E
[email protected] I www.nza.nl T F
Uw brief van
Uw kenmerk
2 juli 2015
WOBLF 37Y / Meldingen
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mailadres
Kenmerk
133516/193556
Onderwerp
Datum
Besluit Wob-verzoek
24 juli 2015
Geachte heer Dam, De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft uw verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) van 2 juli 2015 ontvangen. Wij hebben u vervolgens op 13 juli en 16 juli 2015 telefonisch in de gelegenheid gesteld om uw Wob-verzoek nader te specificeren. Wij wijzen uw verzoek af. Dat lichten we hieronder toe. Wob-verzoek In uw brief van 2 juli 2015 en de daarop volgende telefoongesprekken heeft u uw Wob-verzoek gespecifieerd. U doet het volgende verzoek:
“Ik wil graag kopie van of inzage in hieronder nader omschreven documenten of informatie aanwezig bij of onder uw autoriteit. Het betreft documenten of informatie in het kader van de bestuurlijke aangelegenheid 'meldingen'. Concreet vraag ik om de volgende documenten of informatie: 1. Alle - gedeeltelijk geanonimiseerde* - meldingen over een ongewenste situatie in de uitvoering en/of naleving van de Wmg en/of Zvw en/of AWBZ door een zorgaanbieder, ziektekostenverzekeraar (zorgverzekeraar of zorgkantoor) of CAK, zoals binnengekomen via het meldingenformulier op de site van de NZa, van 1 januari 2014 tot heden. *Bedoeld is: met weglating van naam, adres en overige persoonlijke gegevens, behoudens de vier cijfers van de postcode. Ik begrijp dat mijn verzoek omvangrijk is. Bovendien gaat het mij niet in eerste instantie om de documenten zelf, maar om de daaruit te destilleren gegevens. Om die reden stel ik voor dat u een index of overzicht maakt op basis van de gevraagde documenten, met de volgende onderdelen (overgenomen uit het meldformulier): a. Over wie gaat de melding? (Zorgaanbieder/ziektekostenverzekeraar/CAK) b. Betreft melding over? (Overtreding van de Wmg, ZvW, AWBZ, of: aanmerkelijke marktmacht)
c. Bij overtreding Wmg, ZvW, AWBZ: betreft: i. Misleiding/onjuiste informatie ii. Onjuiste tarieven iii. Formulieren in de zorg iv. Zorgvergoeding v. Overig d. Naam organisatie - Subsidiair: categorie (bijvoorbeeld 'ziekenhuis' of 'individuele aanbieder') e. Plaats - Subsidiair: viercijferige postcode. f. Relatie tot zorgaanbieder. Ik besef dat u onder de Wob niet verplicht bent een nieuwe document te creëren. Met deze handreiking hoop ik u echter werk te besparen. Mocht u niet bereid zijn tot het maken van zo’n index, dan handhaaf ik mijn verzoek zoals hierboven geformuleerd onder punt 1 zodat ik de gewenste gegevens zelf uit de documenten kan afleiden. Ik verzoek u de gevraagde informatie die digitaal bij u aanwezig is in digitale vorm te verstrekken. Van de informatie die alleen analoog ('hard copy') in uw archief aanwezig is, ontvang ik graag een kopie. Indien u voornemens bent om hiervoor kopieerkosten in rekening te brengen, verzoek ik u vooraf hierover contact met mij op te nemen.” In het telefoongesprek van 13 juli 2015 heeft u aangegeven dat u over statistieken van de meldingen wilt beschikken, met daarin de postcodegebieden dan wel gemeenten van de melders. U heeft aangegeven dat de gepubliceerde rapportages van de NZa ontoereikend zijn op dit gebied. In het telefoongesprek van 16 juli 2015 heeft u aangegeven de ontvangstbevestiging te hebben ontvangen en dat u naar aanleiding daarvan geen verdere opmerkingen heeft. Wettelijk kader Uw verzoek om informatie heb ik beoordeeld aan de hand van de Wob. Het uitgangspunt van de Wob is dat er, in het belang van een goede en democratische bestuursvoering, voor degene die om informatie verzoekt een recht op openbaarmaking van de informatie bestaat. Het bestuursorgaan kan de openbaarmaking van de gevraagde informatie achterwege laten als zich een of meer van de in de artikelen 10 en 11 van de Wob genoemde uitzonderingsgronden of beperkingen voordoen. Overwegingen Verstrekking maakt inbreuk op persoonlijke levenssfeer, belang verstrekking weegt niet op tegen bescherming persoonlijke levenssfeer (artikel 10, eerste lid, sub d en artikel 10, tweede lid, sub e) De door u gevraagde gegevens betreffen meldingen van onder anderen consumenten over mogelijke misstanden in de zorg. De meldingen bevatten veelal naar personen herleidbare informatie, waaronder identificerende en medische gegevens zoals bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Kenmerk
133516/193556 Pagina
2 van 5
Consumenten melden mogelijke misstanden aan de NZa en verwachten Kenmerk niet dat de informatie, die zij in vertrouwen delen, tevens (al dan niet 133516/193556 deels geanonimiseerd) gedeeld zal worden met derden. Ten aanzien van Pagina de belangen van consumenten geldt dat “over gegevens van persoonlijke 3 van 5 aard, door burgers aan de overheid verstrekt in het vertrouwen dat deze alleen door de overheid worden gebruikt voor het doel dat bij het verschaffen wordt beoogd, wordt geen informatie verstrekt indien het publieke belang van de openbaarheid niet opweegt tegen het belang van de vertrouwelijkheid van de informatie” (uitspraak RvS 25 april 2000, LJN AA5845). Consumenten moeten er op kunnen vertrouwen dat de NZa vertrouwelijk omgaat met de door hen aangeleverde informatie, waar medische gegevens vaak onderdeel van uitmaken. Als consumenten daaraan twijfelen, zullen ze bovendien minder geneigd zijn meldingen in te dienen. Ook in het geval dat de gegevens van de melder deels geanonimiseerd worden, ben ik van mening dat de meldingen niet verstrekt kunnen worden. Bij verwijdering van enkel de naam en het adres, met uitzondering van de postcode of woonplaats, blijven de overige gegevens van de melder, de gegevens van de mogelijke overtreder en informatie over de uitgevoerde medische behandeling aanwezig. In combinatie met de postcode of woonplaats van de melder, is dit herleidbaar naar personen. Belang verstrekking weegt niet op tegen belangen van de opsporing en vervolging van strafbare feiten en inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen (artikel 10, tweede lid, sub c en artikel 10, tweede lid, sub d) Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de bepaling ziet op de handhaving van de bronbescherming en de vertrouwelijkheid van de gebruikte methoden om aan informatie te komen. Meldingen kunnen door de NZa worden gebruikt voor toezichtsonderzoeken. De NZa kan geen inzicht geven in haar meldingen omdat toezichtssubjecten er dan van op de hoogte zijn dat er mogelijk een onderzoek naar hen gestart wordt en hier vervolgens op kunnen anticiperen. Publicatie verschaft inzicht in de meldingen en (toekomstige) onderzoeken van de NZa, wat nadelige gevolgen heeft voor de effectiviteit van het toezicht van de NZa in de toekomst. Meldingen kunnen ook worden gedeeld met de Inspectie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Openbaar Ministerie en/of de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst. In het belang van de opsporing en vervolging van mogelijke strafbare feiten kunnen meldingen niet openbaar worden gemaakt. Belang verstrekking weegt niet op tegen voorkomen van onevenredige benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen (artikel 10, tweede lid, sub g) Meldingen betreffen vermoedens van overtredingen. Het openbaar maken van zorgaanbieders of zorgverzekeraars waarover geklaagd wordt, kan leiden tot reputatieschade. Van een overheidsorgaan dat het algemeen belang vertegenwoordigt, wordt op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zorgvuldigheid en neutraliteit verwacht.
Directe openbaarmaking van klachten kan op gespannen voet staan met Kenmerk behoorlijke klachtbehandeling (fair trial, hoor en wederhoor), met het 133516/193556 recht van beklaagde op een onafhankelijke en onpartijdige uitspraak en Pagina met de onschuldpresumptie. De zorgverlener kan bijvoorbeeld 4 van 5 reputatieschade oplopen terwijl hij door het medisch beroepsgeheim niet inhoudelijk kan reageren en zich dus niet kan verdedigen. Belangenafweging Op grond van bovengenoemde weigeringsgronden ben ik van mening dat het algemene belang dat gediend moet worden met het Wob-verzoek niet opweegt tegen bovengenoemde belangen die zich daartegen verzetten. Publicatie Op grond van artikel 8 van de Wob wordt de tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op de website van de NZa gepubliceerd. Ik zie daartoe verder geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wob. In het belang van voorlichting ten behoeve van toekomstige verzoeken om informatie wijk ik hiermee op grond van artikel 4:84 van de Awb af van artikel 6.4 van de beleidsregel Openbaarmaking handhavingsbesluiten Wob-besluiten en beslissingen op bezwaar (BR/AL0014), waarin is bepaald dat het besluit – inhoudende dat in het geheel geen informatie op verzoek wordt verstrekt – niet openbaar wordt gemaakt. Besluit Ik heb derhalve besloten om niet aan uw verzoek te voldoen. Verder heb ik besloten de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op de website te publiceren. Alternatief U geeft in uw Wob-verzoek aan dat u ook kunt volstaan met een overzicht van statistische gegevens van deze meldingen, zoals omschreven in de punten a t/m f van uw Wob-verzoek, waarbij u heeft aangegeven in het telefoongesprek van 13 juli 2015 dat met name de postcodegebieden of woonplaatsen van de melders daarin belangrijk zijn. De Wob is niet van toepassing op een dergelijk overzicht, omdat niet is voldaan aan artikel 1, sub a van de Wob. Dat artikel bepaalt dat de documenten die voorwerp zijn van een Wob-verzoek bij het bestuursorgaan moeten berusten. Dat is in casu niet het geval. Desondanks heb ik onderzocht in hoeverre een dergelijk schema naar aanleiding van uw verzoek door de NZa opgeleverd kan worden. Helaas is het geautomatiseerd generen van een dergelijk overzicht ICTtechnisch niet mogelijk. Bezwaarclausule Ingevolge artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto artikel 7:1 lid 1 Awb kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit een bezwaarschrift, per post of per fax (dus niet via e-mail), indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit, unit Juridische Zaken, Postbus 3017, 3502 GA Utrecht. In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift.
Het bezwaar moet volgens artikel 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend worden ingediend en moet ten minste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar. Wij verzoeken u een kopie van het bestreden besluit bij te voegen.
Hoogachtend, De Nederlandse Zorgautoriteit,
mr. D.R. Molenaar unitmanager Detectie en Toezicht Zorgaanbieders directie Toezicht en Handhaving
Kenmerk
133516/193556 Pagina
5 van 5