College van bestuur Hogeschool van Utrecht Postbus 573 3500 AN UTRECHT
Besluit
datum
Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool van Utrecht
1. Inleiding
1 augustus 2005 onderwerp
Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Chemie Hogeschool van Utrecht ons kenmerk
NVAO/20052159/CT bijlagen
Bij brieven van 15 december 2004 en 31 maart 2005 heeft mevrouw Drs. G.T.C. Bonhof, voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool van Utrecht te Utrecht, hierna: HvU, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een aanvraag om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna WHW (Stb.2002, 302), voor de opleiding hbo-bachelor Chemie ingediend. Het betreft een opleiding die in de varianten voltijd, deeltijd en duaal te Utrecht wordt verzorgd.
2
Ter ondersteuning van de aanvraag heeft de HvU een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI): Hobéon. Het rapport van Hobéon, hierna VBI-rapport (2 maart 2005), heeft de NVAO ontvangen op 4 april 2005. De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 6 en 7 oktober 2004. Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs (hbo-bachelor) van de NVAO, Stcrt. 2003, 120, hierna: het Accreditatiekader.
2. Bevindingen Op grond van het toepasselijke Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Ad: Doelstellingen opleiding Het auditteam beoordeelt de drie onderliggende facetten van dit onderwerp als voldoende. De eindkwalificaties zijn afgeleid van het beroepsprofiel voor de beroepspraktijk, dat in landelijk verband is opgesteld. Het betreft hier het Beroepsprofiel HBO-ingenieur Chemie. De eindkwalificaties komen qua niveau overeen met de kernkwalificaties zoals geformuleerd door de HBO-raad en daarmee ook met de Dublindescriptoren. Bij het opstellen van het opleidingsprofiel is rekening gehouden met het verschil van niveau tussen een pas afgestudeerde en iemand die al meerdere jaren werkervaring heeft. Vertaling van het landelijk profiel naar de eigen situatie heeft nog onvoldoende profijt van de
Inlichtingen
Obe de Vries 070 312 23 55
[email protected]
Parkstraat 28 | Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 | 2508 CD The Hague | The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 | F +31 (0)70 312 2301
[email protected] | www.nvao.net
pagina 2 van 8
beroepenveldcommissie, aangezien deze naar het oordeel van het auditteam in de praktijk onvoldoende functioneert. Ter verbetering van het functioneren zijn evenwel adequate maatregelen genomen. Gezien de bevindingen van het auditteam en met inachtneming van het gebrekkig functioneren van de beroepenveldcommissie is de conclusie van het auditteam dat het onderwerp Doelstellingen met een voldoende moet worden beoordeeld is overtuigend gemotiveerd. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden dit onderwerp voldoende is bevonden. Daarom beoordeelt de NVAO dit onderwerp als voldoende.
Ad: Programma Het auditteam beoordeelt alle onderliggende facetten als voldoende. Het programma heeft duidelijk aantoonbare verbanden met de beroepspraktijk en de ontwikkelingen die daarin plaatsvinden. De programmabeschrijving is beperkt en is ook in de studiegidsen slechts beperkt uitgewerkt. Uit de blokboeken Chemie wordt echter duidelijk dat het programma een adequate concretisering is van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De inhoudelijke samenhang wordt volgens het auditteam gewaarborgd door het gekozen onderwijsconcept, de projectmatige aanpak en thematische opzet van het onderwijsprogramma. De opbouw van het curriculum en de gekozen werkvormen zijn in lijn met het didactisch concept en sluiten aan bij de beroepspraktijk. De studielast is evenwichtig gespreid, maar neigt naar ‘iets te zwaar’ of ‘pittig’. In het onderwijs worden voldoende maatregelen genomen om met heterogene instroom om te gaan. De studieduur komt overeen met de wettelijke norm. Beoordeling en toetsing vinden op adequate wijze plaats en zijn passend in relatie tot de vormgeving van het onderwijs. Gezien de bevindingen van het auditteam en met inachtneming van het feit dat verdere explicitering van het programma geboden is, is het positieve oordeel van het auditteam over het onderwerp Programma overtuigend gemotiveerd. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden dit onderwerp voldoende is bevonden. Daarom beoordeelt de NVAO dit onderwerp als voldoende.
Ad: Inzet personeel Het auditteam beoordeelt de drie onderliggende facetten van dit onderwerp als voldoende. Docenten hebben op diverse manieren en regelmatig contact plaats met de beroepspraktijk. De studenten oordelen positief over de praktijkgerichtheid, actuele kennis en vakinhoudelijke deskundigheid van de docenten. De personele formatie voor de opleiding is voldoende om de kwaliteit van de innovatie, ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs te kunnen garanderen. Mogelijke problemen in kwantitatief en kwalitatief opzicht op basis van het natuurlijk verloop in het personeelsbestaand worden tijdig in kaart gebracht. Op basis van een actieplan wordt dan een oplossing gezocht waarbij afstemming zal plaatsvinden op opleidings-, afdelings- en faculteitsniveau. Het meerjarenpersoneelsplan geeft voldoende beleidsmatige ondersteuning en garanties voor een goed deskundigheidsniveau van de medewerkers op het gebied van domeinspecifieke kennis, de didactische expertise en deskundigheid op het gebied van onderwijsorganisatie.
pagina 3 van 8
De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden dit onderwerp voldoende is bevonden. Daarom beoordeelt de NVAO dit onderwerp als voldoende.
Ad: Voorzieningen Het auditteam beoordeelt de materiële voorzieningen als goed. Met name de up-to-date apparatuur voor NMR en Thermische Analyse is bijzonder. Ook de mediatheek is het naar de indruk van het auditteam goed opgezet. De informatievoorziening betreffende studievoortgang voor voltijd- en deeltijd-studenten is adequaat ingericht. De studenten geven aan hierover bijzonder tevreden te zijn. De studiebegeleiding is zeer persoonlijk ingericht mede door het goede contact met de docenten en de “informele en korte” lijnen. De informatievoorziening naar duale studenten is nog niet optimaal, maar dit wordt gecompenseerd door de korte communicatielijnen. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden dit onderwerp voldoende is bevonden. Daarom beoordeelt de NVAO dit onderwerp als voldoende.
Ad: Interne kwaliteitszorg Het auditteam beoordeelt de drie facetten van dit onderwerp met een voldoende. Er is een integraal systeem van kwaliteitszorg dat op verschillende niveaus adequaat functioneert. Er zijn in dit systeem onder andere verschillende soorten evaluaties bedoeld om te kunnen sturen op de te behalen doelstellingen. De doelstellingen zijn vertaald in concrete en meetbare prestatie-indicatoren. Het auditteam heeft geconstateerd dat de PDCA-cyclus binnen de afdeling goed werkt. De resultaten van de evaluaties worden aantoonbaar gebruikt bij het bij- of opnieuw opstellen van het beleid. Alle relevante partijen worden actief betrokken bij de kwaliteitszorg met uitzondering van het beroepenveld. Dit laatste vanwege onvoldoende motivatie bij de leden van de beroepenveldcommissie. Er zijn adequate maatregelen getroffen om hier een goede invulling aan te geven. Gezien de bevindingen van het auditteam en met inachtneming van de reeds eerder genoemde wenselijkheid het beroepenveld meer bij de opleiding te betrekken is het positieve oordeel van het auditteam over het onderwerp Interne Kwaliteitszorg overtuigend gemotiveerd. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden dit onderwerp voldoende is bevonden. Daarom beoordeelt de NVAO dit onderwerp als voldoende.
Ad: Resultaten Het auditteam beoordeelt beide facetten van dit onderwerp met een voldoende. Na bestudering van afstudeerscripties concludeert het auditteam, dat het niveau van de afstudeerscripties en opdrachten voldoende hoog is. Vertegenwoordigers van het beroepenveld zijn - als Commissie van Toezicht - bij het afstuderen betrokken in een adviserende rol. Overigens functioneert deze Commissie van Toezicht naar het oordeel van het auditteam als geheel nog onvoldoende.
pagina 4 van 8
De studieduur (gediplomeerden 2000, 2001 en 2002) ligt zowel voor de voltijd- als deeltijdvariant onder het landelijke HTNO - gemiddelde. Aangezien de duale variant in 2004 van start is gegaan zijn hier nog geen gegevens over de studieduur bekend. Wat betreft de rendementen (instroomjaren 1996, 1997 en 1998) blijkt dat deze sinds 1997 boven het landelijke gemiddelde liggen. Omdat de duale variant in 2004 van start is gegaan zijn hier nog geen rendementgegevens bekend. Gezien het positieve oordeel over de kwalitatieve resultaten, alsmede over studieduur en rendement voor de voltijd en deeltijd variant, is het positieve oordeel van het auditteam voor het onderwerp Resultaten opleidingen overtuigend gemotiveerd. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden dit onderwerp voldoende is bevonden. Daarom beoordeelt de NVAO dit onderwerp als voldoende.
pagina 5 van 8
3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het College van bestuur van de Hogeschool van Utrecht te Utrecht in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 28 juni 2005 naar voren te brengen. Het College van bestuur heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt door op 14 juli 2005 per e-mail aanvullende informatie te verstrekken over studieduren en rendementen en door op 21 juli per e-mail een tekstwijziging voor te stellen. De NVAO heeft dit wijzigingsvoorstel overgenomen. De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de hbo-bachelor Chemie (voltijd, deeltijd en duaal) van de HvU te Utrecht. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 2005), derhalve op 1 januari 2006, en ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaren na de dag van inwerkingtreding. Den Haag, 1 augustus 2005
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
Guy Aelterman (bestuurslid)
Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken.
Bijlage 1: overzicht van beoordelingen van het panel Bijlage 2: samenstelling van het panel
pagina 6 van 8
Bijlage 1 : Samenvattend paneloordeel Chemie (voor voltijd, deeltijd en duaal gelijke oordelen) Onderwerp
Facet
vt, dt en du
1. Doelstellingen
1.
niveau bachelor/master
Voldoende
2.
domeinspecifieke eisen
Voldoende
3.
oriëntatie hbo/wo
Voldoende
Beoordeling onderwerp 2. Programma
Positief 4.
eisen hbo/wo
Voldoende
5.
relatie doelstellingen – programma
Voldoende
6.
samenhang programma
Voldoende
7.
studielast
Voldoende
8.
instroom
Voldoende
9.
duur
Voldoende
10. afstemming vormgeving en inhoud
Voldoende
11. beoordeling en toetsing
Voldoende
Beoordeling onderwerp 3. Inzet personeel
Positief 12. eisen hbo/wo
Voldoende
13. kwantiteit personeel
Voldoende
14. kwaliteit personeel
Voldoende
Beoordeling onderwerp 4. Voorzieningen
Positief 15. materiele voorzieningen
Goed
16. studiebegeleiding
Voldoende
Beoordeling onderwerp 5. Interne kwaliteitszorg
Positief 17. evaluatie resultaten
Voldoende
18. maatregelen tot verbetering
Voldoende
19. betrokkenheid medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende
Beoordeling onderwerp 6. Resultaten
Beoordeling onderwerp
Positief 20. onderwijsrendement
Voldoende
21. gerealiseerd niveau
Voldoende Positief
pagina 7 van 8
Bijlage 2 : samenstelling van het panel Het panel bestond uit de volgende leden: Naam Drs. W.G. van Raaijen (voorzitter)
Deskundigheid Van Raaijen is jarenlang als rector verbonden geweest aan het Luzac College. Tevens heeft hij de functies van voorzitter van de landelijke examencommissie, voorzitter van de landelijke vakgroep Nederlands en lid van de commissie voorbereiding Tweede Fase bekleed. Na de Luzac-periode bekleedde Van Raaijen een staffunctie als Manager Opleidingen & Trainingen bij de holding van Unique International en werkte hij als consultant public search voor de Interlace Group. Bij Interlace was hij werkzaam binnen de onderwijswereld, ministeries en gemeentes en bij organisaties die opereren op het snijvlak tussen publiek en privaat zoals bijvoorbeeld onderzoeksinstellingen en omroepen. Bij Hobéon houdt Van Raaijen zich bezig met organisatie-advies, marktonderzoek en certificering.
Dr. N.T.M. Klooster
Klooster is fysisch chemicus (dissertatie Universiteit Leiden). Hij is werkzaam geweest bij het Forensisch Instituut als analytisch chemisch onderzoeker en heeft daarna als laboratorium manager gewerkt bij diverse bedrijven in de farmacie (Yamanouchi), biotechnologie (Gist-Brocades), petrochemie en raffinage (Shell) in zowel afdelingen Research & Developmenty als Quality Control. Thans is hij werkzaam als directeur van het controlelaboratorium van Intertek Caleb Brett. Klooster zit in het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging met als portefeuille HBO-zaken en hij is lid van de redactieraad van het management tijdschrift “Labbriefing”. Hij is meerdere jaren voorzitter geweest van de Nederlandse Associatie van Laboratorium managers.
Prof. Dr. H.P.J. te Riele
Te Riele is werkzaam bij het Nederlands Kankerinstituut, Afdeling Moleculaire Biologie. Hij heeft zijn doctoraalexamen Scheikunde behaald aan de Rijks Universiteit Groningen. Proefschrift R.U. Groningen Titel: Heterospecific transformation in Bacillus subtilis. Werkervaring en hoogtepunten in chronologische volgorde: Post-doc Institut Jacques Monod/Parijs, Post-doc Nederlands Kankerinstituut/Amsterdam Antoni van Leeuwenhoekprijs 1991, Stafmedewerker/groepsleider NKI, Hoofd afdeling Moleculaire Biologie, NKI, Lid Gezondheidsraad, Voorzitter Nederlandse Genetische Vereniging, Bijzonder hoogleraar Vrije Universiteit Amsterdam.
pagina 8 van 8
T.P.M.M. Timmerman
Timmerman is directeur Hobéon - Triceps. Hij is afkomstig uit de onderwijswereld en was onder andere hoofd van de Academie voor Gezondheidszorg aan de Hogeschool Haarlem, directeur van de Haarlem School of Management en directeur Economie, Communicatie en Kennisproductiviteit van de Contractgroep INHOLLAND. Daarnaast was hij lid van diverse commissies en hield hij zich bezig met projecten op het gebied van onderwijsvernieuwing en internationalisering. Timmerman heeft de afgelopen jaren aandacht besteed aan kennisproductiviteit en de samenwerking tussen onderwijs – bedrijfsleven in het algemeen. In het bijzonder heeft hij zich beziggehouden met de ontwikkeling van corporate universities.
J. Verhaar; student
Verhaar heeft van 1998 tot 2002 de HBO- (duale) opleiding “Bestuurkunde/Overheidsmanagement” gevolgd aan de Haagse Hogeschool. Na de succesvolle afronding van zijn HBO-opleiding is Joost gestart met de (voltijd)studie Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam; afstudeerrichting “Arbeid, Organisatie & Beleid”.
Ing. M. in ’t Veld Secretaris
In 't Veld volgde de opleiding Bouwkunde met als afstudeeronderwerp kwaliteitszorg. Na zijn studie was hij werkzaam voor Hillen & Roosen, een middelgroot aannemersbedrijf. Bij deze organisatie heeft hij alle voorkomende taken binnen de functie KAM (Kwaliteit, Arbo en Milieu) -coördinator vervuld. Sinds juli 2004 is In ’t Veld werkzaam bij de Hobéon Groep in een tweezijdige functie. Enerzijds is hij kwaliteitscoördinator binnen de organisatie van Hobéon en daarnaast is hij auditor bij hogescholen en universiteiten en bij bouwbedrijven (voor de ERB-regeling).