Beschrijving Deze gastles gaat over je leefstijl en welk soort uitgavenpatroon de leerling heeft. Ben je je bewust van de invloed van reclame en van hoeveel geld je eigenlijk uitgeeft? Tenslotte: test wat voor geldtype jij bent!
1
[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam] Introductie van de gastdocent: • Wie ben ik? • Wat doe ik (bij de bank)? • Waarom geef ik de gastles? • Wat is de week van het Geld? Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen. Maak kennis met de leerlingen en vertel daarna wat vandaag de bedoeling is (overloop naar de volgende slide).
2
Bespreken: Kunnen leerlingen kosten inschatten? Weten leerlingen bijvoorbeeld hoeveel een avond naar de bioscoop kost? Een avond naar de bioscoop bevat niet alleen het kaartje maar ook nog andere kosten die daarbij komen. Hieronder een overzicht: • Bioscoopkaartje • Cola • Popcorn • Vervoer
Tussen de €8,- en de €10,€ 2,50 € 3,00 Verschillend
Je bent dus als snel zo’n 15 euro kwijt!
3
Vraag: Wisten de leerlingen dat reclame ons gedrag beïnvloedt? Wat is het verschil tussen bewuste en onbewuste beïnvloeding? Antwoord: Bij bewust gedrag zet je de voor en nadelen op een rijtje en kijk je achteraf of het verstandig was. Onbewust gedrag zijn gewoonten/patronen en doe je onbewust. Je denkt er niet over na en het gaat vanzelf. Vragen: Hoe (on)bewust denken leerlingen dat zij zelf zijn? Kun je voorbeelden geven van onbewust geld uitgeven? Antwoorden: Pinnen bij de kassa. Automatisch je OV-chipkaart laten opladen. Over je beltegoed heen gaan. Je ‘voelt’ en ziet niet dat er geld wordt afgeschreven of betaalt. Of misschien betalen je ouders alles wel. Dan denk je ook niet zo na bij een aankoop van bijvoorbeeld een broodje.
4
[https://www.youtube.com/watch?v=fIeZHULOH_o] – tot 2.59 min. > filmpje stoppen na WC-eend grap. Bespreken: Reclame heeft invloed op het onbewuste gedrag en dus ook op wat je besteed. Onbewuste invloed werkt vooral goed als je een gevoel bij een merk krijgt. Daarom proberen veel reclames een gevoel bij jou op te roepen. Javier Guzman heeft er een mooi voorbeeld van. Bekijk Bekijk met de leerlingen het filmpje waarin Javier Guzman uitlegt hoe reclame werkt. Bespreken: Bespreek met de leerlingen of zij dit herkennen.
5
Bespreken: Leg aan de leerlingen uit dat je laten beïnvloeden niet goed of slecht is, maar je staat sterker als je je bewust bent hoe reclame werkt (en dus over je uitgaven) en daardoor bewuste keuzes kan maken. Bespreek na hoe bewust gedrag werkt: Bewust gedrag gaat zo: • Je zet voor- en nadelen op een rijtje; • Je bedenkt wat anderen van je keuze vinden; • Je voert je keuze uit; • Je bekijkt achteraf of het verstandig was. Vraag: Kunnen de leerlingen voorbeelden bedenken van bewust gedrag (wat betreft geld)? Antwoord: Voorbeelden: • Als je iets gaat kopen stel jezelf vragen: wat heb ik er aan? Wat ga ik er meer doen? Waarom moet ik het product hebben? Waarom wil ik het zo graag? • Als je gaat shoppen bepaal je doel/budget. • Bedenk dat je kan fietsen, i.p.v. met de bus gaan wat je altijd doet.
6
Mentimeter Uitleg over het gebruik van Mentimeter vind je in de docentenhandleiding. Als je op de link klikt op de slide ga je naar https://www.mentimeter.com/s/c1b3c82479f8640a70aa4722ea0700b5/c1677f7f32f5 Inloggen bij Mentimeter.com met: Inlognaam:
[email protected] Wachtwoord: geld2016 Staan er nog antwoorden van een vorige gastles? Schuif met je muis naar links en klik daarna op ‘Clear results’. Laat de leerlingen stemmen met hun mobiel op de volgende vragen: • Waar geef jij het vaakst je geld aan uit (telefoon, kleding, uitgaan, eten en drinken, anders)? • Waar geef jij het meestegeld aan uit (telefoon, kleding, uitgaan, eten en drinken, anders) Let op! Ook het geld dat de ouders uitgeven telt mee. Praat nog even na over de resultaten: zijn jouw uitgaven bewust of onbewust? Bespreek of zij veel dingen op gevoel kopen en of zij zich bewust zijn van de waarde van geld en de invloed van reclame.
7
Bekijk de resultaten nog een keer van de eerste vraag: ‘Waar geef je het vaakste geld aan uit?’ Gemiddeld genomen geven de meeste jongeren geld uit aan snoep en snacks. Komt dit overeen met de antwoorden uit de klas? Hoe zou dat komen? Bekijk de resultaten nog een keer van de tweede vraag: ‘Waar geef je het meeste geld aan uit?’ Aan kleding en schoenen geven zij het meeste geld uit. Dit kan nogal verwarrend zijn voor de leerlingen. Want ze geven vaker geld uit aan snoep en snacks, maar als zij kleding kopen geven zij weer meer geld uit in euro’s. Zijn de leerlingen zich bewust van het verschil in hoe vaak en hoeveel geld zij besteden?
8
Zijn jouw uitgaven bewust of onbewust? Bespreken: De leerlingen denken na over hun uitgaven en of deze bewust of onbewust zijn. Zijn zij zich ook bewust van het feit dat naast reclame, klasgenoten (groepsdruk) en hun leefstijl ook invloed heeft op hun uitgaven?
9
Vraag: Houd je nog geld over aan het einde van de maand? Bespreken De leerlingen hebben geleerd dat reclame bijvoorbeeld invloed heeft op wat je besteed, maar je hebt ook een bepaalde leefstijlen die hier van invloed op is. Een leefstijl is een maner van leven en de keuzes die daarbij horen. Zo ook hoe je omgaat met geld. Ben je heel zuinig? Of ben je meer een spaarder? De leefstijl kan ervoor zorgen dat er verschillen zijn in wat je aan het einde van de maand over houdt. Op basis van je leefstijl ben je een bepaald geldtype. We gaan zo een test doen om te zien welk geldtype jij bent. Vraag aan de leerlingen: - Hoe ga jij met geld om? En wat vind jij belangrijk?
10
Doen: De leerlingen gaan nu en test doen over wat voor geldtype zij zijn. Zij vullen het werkblad in. Laat ze de kruisjes optellen. Zij zijn het geldtype waar de meeste kruisjes staan. Aandachtspunt: Geldtypen zijn niet ‘goed’ of ‘slecht’; wijs op risicogedrag maar geef geen oordeel.
11
Doorloop kort de vier geldtypen (leefstijlen): • De Levensgenieter • De Trendsetter • De Regelaar • De Toekomstplanner De leefstijlen geven aan hoe de leerling omgaat met geld. Laat de leerlingen hun vinger opsteken bij het opnoemen van een van de geldtypes. Vraag of ze zich herkennen in de leefstijl?
12
Praat nog even na over de gastles: • Wat hebben de leerlingen geleerd? Leerdoelen:
• • •
Je beseft dat reclame invloed heeft op wat je besteedt. Je weet wat een leefstijl is. Je weet wat bewust en onbewust gedrag is.
13
14