Beroepstaken Opleiding Informatica
Inhoud
Beroepstaken Informatica HHS Beknopte editie
Eigenaar
Curriculumcommissie Informatica
Gebruikers
Teams Opleiding Informatica Den Haag en Zoetermeer, studenten, Beroepenveldcommissie, Opleidingscommissie
Beheer
Curriculumcommissie Informatica
Reikwijdte
Opleiding Informatica, voltijd, deeltijd en duaal
Versiedatum
Mei 2009
Status
Versie 1.0
Documentnr.
INF2008-01B
Inhoudsopgave Toelichting bij de categorieën van een beroepstaak ............................................................................... 3 Overzicht beroepstaken........................................................................................................................... 4 Overzicht algemene vaardigheden.......................................................................................................... 4 1.1 Selecteren methoden, technieken en tools ................................................................................ 5 1.2 Voorbereiden en opstarten softwareontwikkeltraject ................................................................. 6 1.3 Selecteren van standaardsoftware............................................................................................. 7 1.4 Uitvoeren analyse door definitie van requirements .................................................................... 8 2.1 Opstellen gegevensmodel voor een database........................................................................... 9 2.2 Ontwerpen, bouwen en bevragen van een database .............................................................. 10 2.3 Uitvoeren gegevensconversie .................................................................................................. 11 3.1 Ontwerpen softwarearchitectuur .............................................................................................. 12 3.2 Ontwerpen systeemdeel........................................................................................................... 13 3.3 Bouwen applicatie .................................................................................................................... 15 3.4 Initiëren en plannen van het testproces ................................................................................... 16 3.5 Uitvoeren van en rapporteren over het testproces................................................................... 17 4.1 Beheren van configuraties (configuratiebeheer) ...................................................................... 18 4.2 Beheren van applicaties ........................................................................................................... 19 4.3 Beheren van wijzigingen........................................................................................................... 20 4.4 Beheren en distribueren van software...................................................................................... 21 4.5 Beschrijven en bewaken van IV-dienstverlening...................................................................... 22 Algemene bouwstenen ICT en Media ................................................................................................... 23
2
Toelichting bij de categorieën van een beroepstaak Activiteit De activiteiten die onderdeel vormen van de beroepstaak. Eindniveau Dit is het niveau dat een student aan het eind van zijn studie bereikt moet hebben voor die beroepstaak.
Context simpel lastig complex
Geleid 1 2 3
Taakrol zelfstandig 2 3 4
Sturend 3 4 5
Resultaat De producten die opgeleverd worden bij het uitvoeren van de verschillende activiteiten van de beroepstaak. Toelichting Extra toelichting bij de activiteiten. Hier kunnen ook accenten gelegd worden. Methoden, technieken en/of talen De opsommingen in deze categorie zijn niet uitputtend. Een student maakt kennis met een beperkte selectie van die methoden, technieken en talen. Die selectie dient wel zodanig te zijn dat hij aansluit bij de moderne inzichten en een basis vormt om zelfstandig andere methoden, technieken en talen te leren kennen. Voor studenten die een regulier programma volgen, maakt de opleiding een keuze. Deze keuze is in principe voor alle varianten van de opleiding Informatica hetzelfde. Tools De opsommingen in deze categorie zijn niet uitputtend. Een student maakt kennis met een beperkte selectie van die tools. Voor studenten die een regulier programma volgen, maakt de opleiding een keuze. Deze keuze kan per variant van de opleiding Informatica verschillen.
3
Overzicht beroepstaken niv1
ANALYSE 1.1 Selecteren methoden, technieken en tools 1.2 Voorbereiden en opstarten softwareontwikkeltraject 1.3 Selecteren van standaardsoftware 1.4 Uitvoeren analyse door definitie van requirements DATABASEONTWERP EN -ONTWIKKELING 2.1 Opstellen gegevensmodel voor database 2.2 Ontwerpen, bouwen en bevragen van een database 2.3 Uitvoeren gegevensconversie SOFTWAREONTWERP EN -ONTWIKKELING 3.1 Ontwerpen softwarearchitectuur 3.2 Ontwerpen systeemdeel 3.3 Bouwen applicatie 3.4 Initiëren en plannen van het testproces 3.5 Uitvoeren van en rapporteren over het testproces INVOERING, BEHEER EN ONDERHOUD 4.1 Beheren van configuraties (configuratiebeheer ) 4.2 Beheren van applicaties 4.3 Beheren van wijzigingen 4.4 Beheren en distribueren van software 4.5 Beschrijven en bewaken van IV-dienstverlening Verplicht te behalen niveaus
Overzicht algemene vaardigheden Algemene bouwstenen ICT en Media AV-1 Werken in (internationale) projecten AV-2 Professioneel werken AV-3 Verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en anderen AV-4 Functioneren in (internationale) organisaties
4
niv2
niv3
niv 4
1.1
Selecteren methoden, technieken en tools
Activiteit Selecteren en adviseren over een projectmanagementmethode. Selecteren en adviseren over methoden en technieken om een systeem te ontwikkelen, beheren en te testen. Selecteren en adviseren over ontwikkeltools die een onderdeel (gaan) vormen van de ontwikkel-, beheer-, test- en productieomgeving. Opzetten van de ontwikkel-, beheer-, test- en productieomgeving. Kunnen werken met de geselecteerde methoden binnen de gerealiseerde omgeving. Eindniveau 3 Resultaat Advies over projectmanagementmethode. Projectplan. Advies over methoden en technieken om een systeem te ontwikkelen, te beheren en te testen. Op maat gemaakte ontwikkel-, beheer-, test- en productieomgeving. Toelichting Het betreft het bepalen welke methoden, technieken en tools nodig zijn om een specifieke opdracht te kunnen uitvoeren. Daarbij wordt gekeken naar de noodzakelijke en gewenste kwaliteiten. Ook de ontwikkelingen bij de klant, technische mogelijkheden en binnen de organisatie beschikbare expertise spelen een rol in de keuzes. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: Prince2, DSDM (R)UP, IAD, SDM ASL, ITIL UML Tools Bijvoorbeeld: Netbeans TOPdesk
5
1.2
Voorbereiden en opstarten softwareontwikkeltraject
Activiteit Op hoofdlijnen analyseren en beschrijven van een vraagstuk of probleem in de informatievoorziening, voortkomend uit een bedrijfskundig vraagstuk of uit niet-administratieve toepassingen. Maken van een omgevingsanalyse en in kaart brengen van een IV en/of IT landschap. Eindniveau 2 Resultaat Informatieplan, met nadruk op de realisatie van de gewenste informatievoorziening. Beschrijving van de gewenste situatie op hoofdlijnen. Toelichting In het geval van een bedrijfskundig vraagstuk wordt een onderzoek gedaan om een beeld te krijgen van het functioneren van de organisatie en van relevante aspecten en ontwikkelingen, mede in het licht van geformuleerde knelpunten, problemen, wijzigingen, e.d. in de (gebruikers)organisatie. In het geval van een niet-administratieve toepassing wordt een onderzoek gedaan naar technische (on)mogelijkheden en potentiële toepassingen; bijvoorbeeld commerciële toepassingen of innoverende toepassingen. In beide gevallen dient rekening te worden gehouden met de financiële aspecten. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: Enterprise modelling, business modelling met UML Functioneel perspectief en dataperspectief in SADT, Systems Analysis and Design Technique, IDEFschema’s Procescluster ACM binnen ASL Tools
6
1.3
Selecteren van standaardsoftware
Activiteit Adviseren over en/of selecteren van software, zoals een applicatie (commerciële software of open source), framework (al dan niet gebaseerd op open standaarden), databasemanagementsysteem of besturingssysteem. Eindniveau 2 Resultaat Adviesrapport over selectie van software en/of toepassen van openstandaarden/open source met daarin in ieder geval selectiecriteria, long list, short list. Toelichting Bij het ontwerpen van informatiesystemen voor verschillende afdelingen of verschillende onderdelen, dient gekeken te worden naar wat gemeenschappelijk is. Een belangrijke bijdrage daarbij is een goede keuze van het onderliggende virtuele machineniveau: besturingssystemen, datacommunicatie systemen, database managementsystemen, softwarearchitecturen. De eisen en wensen die worden gesteld aan de functionaliteit en de technische aspecten van de verschillende onderdelen afzonderlijk worden hieraan getoetst en zo nodig aangevuld. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: Pakketselectie Tools
7
1.4
Uitvoeren analyse door definitie van requirements
Activiteit Inventariseren, analyseren en beschrijven van de gewenste informatievoorziening, zodat wordt vastgelegd welke processen objecten creëren en gebruiken. Analyseren, opstellen en beschrijven van de requirements (en hun samenhang) van elke te automatiseren informatiefunctie en van het informatiesysteem als geheel. Toetsen van de requirements op volledigheid, duidelijkheid en consistentie. Eindniveau 3 Resultaat (Business) use-cases, domeinmodel. Requirements, functionele en niet-functionele specificaties per informatiefunctie. Functioneel ontwerp, als resultaat van het onderzoek naar de requirements. Reviewbevindingen. Toelichting De nadruk ligt op het opstellen van een geprioriteerde lijst van functionele en niet-functionele specificaties en het op basis hiervan opstellen van een functioneel ontwerp. De specificaties zijn zo verwoord dat een goede communicatie met de opdrachtgever mogelijk is. Het functioneel ontwerp is geschikt voor verdere bouw van het informatiesysteem. Het opstellen van bedrijfsprocessen is ondersteunend aan het opstellen van de requirements. Bij het toetsen van de requirements vormen ISO 9126 en IEEE Std 830-1998 een referentiekader. Tools uit de ontwikkelomgeving dienen op verantwoorde wijze gebruikt te worden bij het definiëren en beheren van de requirements. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: Business modelling met UML, Sigma Six Use cases, Domeinmodel, DFD SDL, review, walktrough, simulatie, opstellen testgevallen voor acceptatietest Tools Tools voor requirement engineering bijvoorbeeld: CaliberRM, DOORS, Enterprise architect, Requisite Pro, Requirements Assistent, Quality Center
8
2.1
Opstellen gegevensmodel voor een database
Activiteit Analyseren en beschrijven van gegevens over objecten in hun onderlinge samenhang. Toetsen van het gegevensmodel op volledigheid, duidelijkheid, consistentie en andere normen. Eindniveau 3 Resultaat Gegevensmodel. Toelichting Het betreft hier het opstellen van een gegevensmodel voor een te ontwikkelen database en/of het opstellen van een gegevensmodel voor een bestaande database t.b.v. onderhoud of uitbreiding. Methoden, technieken en/of talen Methoden bijvoorbeeld: Nijssen Informatie Analyse Methoden ( NIAM ), normaliseren Modelleringtechnieken bijvoorbeeld: Bachman Diagram, (E)ER model, Class Diagram, Semantisch gegevensmodel, NIAM model, sterschema Tools Verschillende case tools die UML ondersteunen, bijvoorbeeld Rational Rose, starUML, DIA, Visio
9
2.2
Ontwerpen, bouwen en bevragen van een database
Activiteit Transformeren van een gegevensmodel naar een vorm die geïmplementeerd kan worden in een databasemanagementsysteem en dit model implementeren. Het bevragen en muteren van een bestaande database. Eindniveau 3 Resultaat Implementatie gegevensmodel of beschrijving van de (logische en/of fysieke) database(structuur). Database. Queries. Toelichting Het omzetten van een conceptueel gegevensmodel naar een vorm, implementeerbaar in een DBMS. Daarbij is het van belang het soort DBMS te kennen (bijvoorbeeld: relationeel, object-relationeel of een OO DBMS). Het uiteindelijke model dient direct implementabel te zijn, inclusief primaire en secundaire opslagstructuren van de data en de geldende constraints op de data. Het model dient rekening te houden met de noodzakelijke softwarematige beveiligingmaatregelen t.b.v. betrouwbaarheid en beschikbaarheid bij concurrent gebruik van de data, met performance aspecten en recovery mogelijkheden. Methoden,technieken en/of talen Methoden en technieken bijvoorbeeld: Relationeel Representatie Model ( RRM ), Relationeel Implementatie Model ( RIM ), Object Definition Language (ODL), fysiek ontwerp, transactie ontwerp, toegangspadanalyse t.b.v. primaire en secundaire opslagstructuren, timestamping en lockingstrategieën t.b.v. concurrent gebruik. Talen bijvoorbeeld: SQL zowel DML als DDL, OQL, inclusief DBMS afhankelijke trigger, procedures, checks, ODL Tools Tools bijvoorbeeld: SQL Server, Oracle, Sybase, DB-2, MySQL, MsAccess
10
2.3
Uitvoeren gegevensconversie
Activiteit Plannen, afstemmen en uitvoeren van de conversie van bestaande gegevens en beoordelen van de resultaten. Beschrijven van de gevolgen van de conversie op de bijbehorende systemen en bedrijfsprocessen. Eindniveau 2 Resultaat Geconverteerde gegevens. Beschrijving van de gevolgen van de conversie. Toelichting De gegevens zijn meestal opgeslagen in databases; indien nodig worden conversieplannen, verslagen en -rapporten opgeleverd. Het gaat hier om het omzetten van data uit verschillende bronnen naar een nieuwe database of ander DBMS. Daarbij kan er sprake zijn van structuurconflicten, b.v. in de tabelstructuur (samenvoegen en/of splitsen van de originele tabellen en haar relaties), in opslagstructuur (van relationeel naar object-relationeel of object georiënteerd en vice versa) en soort DBMS’sen (van SQL server naar Orace b.v.). Bovendien wordt de data opgeschoond en kan de datakwaliteit toenemen, afhankelijk van het doel van de conversie. Het uitvoeren van een gegevensconversie heeft vaak grote gevolgen voor de applicaties die de gegevens verwerken. Voordat een conversie uitgevoerd wordt dienen de gevolgen in kaart gebracht te worden. Daarnaast dient het duidelijk te worden wat de gevolgen van een uitgevoerde conversie zijn voor de bedrijfsprocessen. Methoden, technieken en/of talen Methoden en technieken bijvoorbeeld: Data Dictionary, Data Mapping, Extract Transform Load (ETL) schema’s, meta data, master data. Talen bijvoorbeeld: SQL, inclusief DBMS afhankelijke functionaliteiten; XML, XSLT, scripts. Tools Tools bijvoorbeeld: import- en export functionaliteiten van gegevensbronnen, SQL Server, Oracle, Sybase, DB-2, MySQL, MsAccess, MS Excel, Ingres, diverse conversie en synchronisatie tools. Case tools (bijvoorbeeld Rational Rose)
11
3.1
Ontwerpen softwarearchitectuur
Activiteit Bepalen en beschrijven van de architectuur van applicatie(s). Bepalen en beschrijven van de verschillende subsystemen en componenten waarin een applicatie is onderverdeeld en de relaties tussen die delen. Eindniveau 3 Resultaat Softwarearchitectuur. Subsystemen. Componenten. Relaties tussen de subsystemen en componenten. Toelichting Het betreft architectuur design (ofwel toplevel design) in het algemeen van verschillende typen applicaties, zoals stand alone applicaties, webapplicaties, multimediasystemen, games, simulaties, kennissystemen, beheerapplicaties. Het beschrijven van de architectuur gebeurt op basis van functionele eisen, de verschillende kwaliteitsattributen (zie bijvoorbeeld ISO 9126, inclusief interne controle en beveiliging) en eisen op grond van wetgeving en de (gebruikers)organisatie. De architectuur wordt daarom beschreven vanuit verschillende gezichtspunten (bijvoorbeeld: functional viewpoint , information viewpoint, concurrency viewpoint, development viewpoint, deployment viewpoint, operational viewpoint). De kwaliteit van de architectuur kan vastgesteld worden d.m.v. reviews, simulatie of prototyping. Methoden, technieken en/of talen Architectuurstijlen ofwel high level patterns: o Algemene structuur (bijv.: layers, pipes, filters) o Gedistribueerde systemen (bijv.: client-server, multi-tiers, SOA) o Interactieve systemen (bijv.: MVC, presentation - abstraction - control) o Overige systemen (batch systemen, interpreters) Software ontwerpstrategieën en -methoden: o Functioneel-georiënteerd ontwerp o objectgeoriënteerd ontwerp o component based design Ontwerptechnieken: o UML (deployment diagram) o Architecture description languages (ADL’s) o Interface description languages Tools
12
3.2
Ontwerpen systeemdeel
Activiteit Beschrijven van systeemdelen (subsystemen, componenten, modules), hun onderliggende structuur en het gedrag in detail, zodanig dat bouwen van het systeemdeel mogelijk is. Ontwerpen (grafische) user interface. Eindniveau 3 Resultaat Van elk systeemdeel een gedetailleerd ontwerp: gedrag en onderliggende structuur. Ontwerp (grafische) user interface, waaronder: o Beschrijving beeldschermopmaak. o Verdeling van systeemfuncties over verschillende schermen. o De lay-out van uitvoer en andere situaties waarbij sprake is van menselijke interactie. o Beschrijving van de dialoogstructuren. Toelichting Het betreft software detail design van systeemdelen van verschillende typen applicaties, zoals stand alone applicaties, webapplicaties, multimediasystemen, games, simulaties, kennissystemen, beheerapplicaties. De systeemdelen kunnen betrekking hebben op nieuwbouw maar ook op wijzigingen. Bij het ontwerp van de systeemdelen kan gebruik gemaakt worden van datastructuren en standaard algoritmiek. Bij het ontwerp van een systeemdeel kan een framework geïmplementeerd worden. Bij het beschrijven van de systeemdelen moet rekening gehouden worden met ondermeer de volgende aspecten: o Abstractie o Koppeling en cohesie (samenhang) o Decompositie en modularisatie o Encapsulation/information hiding o Scheiding van model en view o o o
Control and handling events Error and exception handling Data persistence
o o
Kwaliteitsattributen: zie bijvoorbeeld ISO 9126 Beveiligingseisen
De kwaliteit van het ontwerp kan vastgesteld worden d.m.v. reviews, simulatie of prototyping. Methoden, technieken en/of talen Design patterns (micro architectuur), bijvoorbeeld: o creational patterns (builder, factory, prototype, singleton) o structural patterns (adapter, bridge, composite, decorator, façade, proxy) o behavioral patterns (command, interpreter, iterator, mediator, memento, observer, state, strategy, template, visitor) Software ontwerpstrategieën en methoden: o Algemene strategieën (divide and conquer, stepwise refinement, top-down versus bottom-up, data abstraction, information hiding) o Functioneel-georiënteerd ontwerp (functionele decompositie) o Objectgeoriënteerd ontwerp. Ontwerptechnieken, bijvoorbeeld: o UML o Yourdon
13
o
Overige: CRC cards, decision tables, (structured) flowcharts, formal specification languages, pseudo code
Tools Case tools bijvoorbeeld: Rational Rose Framework bijvoorbeeld: .NET, J2EE, Ruby on Rails
14
3.3
Bouwen applicatie
Activiteit Verfijnen en/of transformeren van het (detail)ontwerp van de systeemdelen (subsystemen, componenten, modules) van een applicatie. Bouwen en documenteren van de systeemdelen. Systeemdelen samenstellen tot een werkende applicatie. Eindniveau 3 Resultaat Systeemdelen met bijbehorende documentatie. Applicatie. Toelichting De nadruk ligt op het bouwen van een systeemdeel. Indien nodig kan het reeds gedetailleerde ontwerp nog aangepast worden. Het betreft het bouwen van systeemdelen van verschillende typen applicaties, zoals stand alone applicaties, webapplicaties, multimediasystemen, games, simulaties, kennissystemen, beheerapplicaties. Een van de te bouwen systeemdelen kan de user interface zijn. De systeemdelen kunnen betrekking hebben op nieuwbouw maar ook op wijzigingen. Bij het bouwen van een systeemdeel kan gebruik gemaakt worden van standaardcomponenten of van een framework. Bij het bouwen van de systeemdelen moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten: o Minimaliseren complexiteit o Anticiperen op wijzigingen o Testbaarheid o Hergebruik o Gebruik van programmeerstandaarden o Gebruik van tools. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: C, Pascal, Java, C#, C++, Delphi, Python PHP, Ruby, ASP.NET, JSP, servlets (Java), XML Tools Framework bijvoorbeeld: .NET, JBoss, Ruby on Rails Programmeertools bijvoorbeeld: Netbeans, Eclips, Visual studio Case tools bijvoorbeeld: Rational Rose Softwaremanagement tools bijvoorbeeld: make, ant Versiebeheer tools bijvoorbeeld: CVS, SVN
15
3.4
Initiëren en plannen van het testproces
Activiteit Opstellen testplan, waaronder het vaststellen van de uitgangspunten van testen, de teststrategie, de testsoorten, de testomgeving en de te gebruiken testmethoden, -technieken en -hulpmiddelen. Eindniveau 3 Resultaat Testplan. Toelichting Testen worden gebruikt om na te gaan of de applicatie aan de gestelde eisen voldoet. Dit kunnen zowel functionele eisen zijn als eisen op grond van de kwaliteitsattributen (bijvoorbeeld ISO 9126). Hierbij worden onder meer de volgende testsoorten onderscheiden: unit testen, integratietesten en systeemtesten. Acceptatietesten worden gebruikt om te controleren of de applicatie aan de verwachtingen van de gebruiker voldoet en om acceptatie van de applicatie door de beheeromgeving mogelijk te maken. De testen kunnen een onderdeel vormen van een nieuwbouwtraject en van een onderhoudstraject. Het testplan doet onder meer uitspraken over: o de testdoelen, testsoorten, teststrategie o testrisicoanalyse o de omvang en diepgang van testen o de testobjecten o testtechniek o een taakverdeling, het gewenste tijdspad o testomgeving o testautomatisering o regressietesten Methoden, technieken en/of talen Testmethoden bijvoorbeeld: TMap Next, TMap, TestGoal, Testframe. Testspecificatietechnieken bijvoorbeeld: Syntaxtesten, equivalentie partitioning,. grenswaarde analyse, beslissingstabellentest, algoritmetest, state transitiontest, coverage principes, stresstest, loadtest, performancetest, gegevenscyclustest (CRUD), dataflowtest, security test, concurrency test. Tools: Testframework bijvoorbeeld: Testframe.
16
3.5
Uitvoeren van en rapporteren over het testproces
Activiteit Opstellen testscript, waaronder het specificeren van de testgegevens, de benodigde startsituatie en de uitvoerverwachtingen per testgebied. Uitvoeren testplan en opstellen rapportage. Eindniveau 3 Resultaat Testscripts. Testdraaiboek. Rapportage van de uitgevoerde testen. Toelichting Per in het testplan aangegeven testobject met bijbehorende testtechniek, wordt de testbasis geselecteerd en logische en fysieke testgevallen (testscript) opgesteld. Deze testscripts vormen, samen met de testuitvoering, het testdraaiboek. Een testrapportage bevat de bevindingen, de dekkingsgraad en een advies. Methoden, technieken en/of talen Testmethoden bijvoorbeeld: TMap Next, TMap, TestGoal, Testframe. Testspecificatietechnieken bijvoorbeeld: Syntaxtesten, equivalentie partitioning,. grenswaarde analyse, beslissingtabellentest, algoritmetest, state transitiontest, coverage principes, stresstest, loadtest, performancetest, gegevenscyclustest (CRUD), dataflowtest, security test, concurrency test. Tools: Testframework bijvoorbeeld: JUnit, Testframe.
17
4.1
Beheren van configuraties (configuratiebeheer)
Registreren van alle objecten (configuratie-items) die deel uitmaken van een applicatie. Uitvoeren van versiebeheer op deze configuratie-items in de ontwikkelomgeving, de testomgeving, de acceptatieomgeving en de productieomgeving (de zgn. OTAP). Verplaatsen van configuratie-items tussen deze omgevingen. Informatie verstrekken en rapporteren over de aanwezige configuratie-items. Eindniveau 3 Resultaat De laatste, vorige of in ontwikkeling zijnde (correcte) versies van configuratie-items. Toelichting Registratie en versiebeheer van configuratie-items wordt meestal uitgevoerd m.b.v. een applicatie, het Configuratie Management Database Systeem (CMDB). Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: ITIL Release Management, ASL Software Control en Distributie, ITIL Configuratie Management, ASL Configuratie Management. Tools Bijvoorbeeld: CVS; TopDesk, Assyst, Asset Centre.
18
4.2
Beheren van applicaties
Activiteit Bewaken, analyseren en evalueren in hoeverre een applicatie (nog) voldoet aan gestelde of gewijzigde functionele eisen, normen, prestatiekenmerken, enz. Analyseren en structureel oplossen van (complexe) storingen in applicaties, zonodig in overleg en in samenwerking met een leverancier. Treffen van structurele maatregelen ter voorkoming van het herhaaldelijk voorkomen van opgetreden storingen. Formuleren van wijzigingsvoorstellen (' Request for Change' ) voor het uitvoeren van adaptief, correctief, perfectief en preventief onderhoud. Eindniveau 3 Resultaat Een applicatie die aan gestelde of gewijzigde functionele eisen, normen, prestatiekenmerken, enz. voldoet. Wijzigingsverzoek, onderhoudsaanvraag, ' Request for Change' . Toelichting Een applicatie is ontworpen en gebouwd om aan gestelde eisen, enz. te voldoen. Als gevolg van gewijzigde omstandigheden in de gebruikersorganisatie kan het noodzakelijk zijn de geleverde functionaliteit aan te passen. Gewijzigde eisen kunnen voortvloeien uit onder meer: o organisatorische veranderingen, o gebruikerswensen en gewijzigde eisen, o toegenomen gebruik van de capaciteit van betreffende componenten, o technische ontwikkelingen. Een applicatie zal voor gebruik moeten voldoen aan prestatiekenmerken conform (vaak in SLA' s) overeengekomen eisen. Deze prestatiekenmerken zijn: o de beschikbaarheid (de tijden dat de applicatie voor gebruik beschikbaar is), o de bedrijfszekerheid en/of de storingsgevoeligheid, o de performance (bijv. de responsetijd van interactief/on-line functies). De ervaren en geprognosticeerde prestatiekenmerken worden vastgesteld ten aanzien van: o de huidige (gewenste) situatie, o de toekomstige (gewenste) situatie, o een prognose van de toekomst. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: ITIL Beschikbaarheidbeheer, ASL Beschikbaarheidbeheer, ITIL Capaciteitsbeheer, ASL Capaciteitsbeheer, ITIL Wijzigingsbeheer, ASL Wijzigingsbeheer, ITIL Probleembeheer, ASL Kwaliteitsbeheer, ASL Incidentbeheer, ITIL Incidentbeheer Tools Monitoring pakketten, diverse configuratiemanagement pakketten.
19
4.3
Beheren van wijzigingen
Activiteit Analyseren, beoordelen, plannen en combineren van voorstellen voor het realiseren van wijzigingen in componenten van informatiesystemen. Eindniveau 3 Resultaat Releaseplan. Toelichting Het releaseplan betreft applicaties en bijbehorende systeemprogrammatuur. Een release bevat alle wijzigingsvoorstellen in diverse componenten van een informatiesysteem die logischerwijs tezamen worden gerealiseerd en ingevoerd. Het onderhoud kan adaptief, perfectief, preventief en/of correctief zijn. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: ITIL Change Management, ASL Change Management, ASL Impact Analysis. Tools Bijvoorbeeld: CVS.
20
4.4
Beheren en distribueren van software
Activiteit Het opslaan en bewaren van originelen van programmatuuritems in de programmabibliotheek. Het beschikbaar stellen van kopieën van deze (gewijzigde) items voor onderhoud en testen. Het op de juiste plek in de productieomgeving beschikbaar stellen van juiste en goedgekeurde versies van (gewijzigde) programmatuuritems. Eindniveau 2 Resultaat Beschikbare applicaties. Toelichting Het betreft distributie en installatie van diverse typen programmatuur op diverse typen hardware die zich in de technische infrastructuur bevinden. In een netwerkomgeving wordt distributie vaak uitgevoerd met behulp van een distributiesysteem. Het betreft onder meer: o nieuwe (versies van) applicatiesoftware, o nieuwe (versies van) netwerkprogrammatuur, o nieuwe (versies van) systeemprogrammatuur, o installatiescripts van de nieuwe systeemcomponenten. Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: ITIL Release Management, ASL Software Control en Distributie. Tools Bijvoorbeeld: SMS.
21
4.5
Beschrijven en bewaken van IV-dienstverlening
Activiteit Onderzoeken van gewenste en mogelijk te leveren applicatiediensten en ' service levels' , zowel aan de ' vraagzijde'(behoeften aan diensten) als aan de ' aanbodzijde'(de mogelijkheden van de [interne] leverancier van automatiseringsdiensten). Definiëren van applicatiediensten en toezien dat de diensten worden ingericht volgens de eisen, randvoorwaarden, condities, e.d. die geformuleerd zijn. Samenstellen van een SLA. Opstellen van een overzicht van te leveren applicatiediensten (zgn. IV-dienstencatalogus). Bewaken, evalueren en zonodig bijsturen van de kwaliteit van de geleverde applicatiediensten. Eindniveau 2 Resultaat Ingerichte applicatiediensten met bijbehorende dienstbeschrijvingen (inclusief de ' service levels' ). IV-dienstencatalogus. Toelichting De dienstencatalogus, ook wel Producten en Diensten Catalogus (PDC) genoemd, bevat een overzicht van alle aan afnemers, klanten, gebruikers, e.d. standaard te leveren diensten. In de catalogus wordt onder meer opgenomen: o te leveren (standaard) producten en diensten, o de (standaard) ' service levels' , o de randvoorwaarden, uitgangspunten en condities waaronder de producten en diensten (kunnen) worden geleverd, o de prijsstelling, kosten, e.d. De IV-dienstencatalogus is dat deel van de dienstencatalogus dat zich richt op applicatiediensten. De bewaking richt zich zowel op het leveringsproces als de kwaliteit van de applicatiediensten. De hiervoor uit te voeren verificatie wordt uitgevoerd aan de hand van de normen zoals gesteld in de ICTdienstencatalogus, alsmede de met een afnemer, klant, gebruiker, e.d. afgesloten dienstenovereenkomst (SLA). Methoden, technieken en/of talen Bijvoorbeeld: ITIL Service Level Management, ASL Service Level Management Tools Een of meer pakketten voor het vastleggen, monitoren en rapporteren van service levels.
22
Algemene bouwstenen ICT en Media Hieronder een overzicht van de 4 Algemene bouwstenen ICT en Media en de bijbehorende Algemene taken en activiteiten. AV-1 Werken in (internationale) projecten Werken in (internationale) projecten houdt in, dat je de praktisch-organisatorische kant van projectmatig werken in de vingers hebt en dat je kunt samenwerken met mensen van allerlei slag in situaties zoals die in (internationale) projecten voorkomen. Voorbeelden: opstellen projectplan, inrichten projectorganisatie, AV 1.1 Praktische aspecten meewerken aan projecten en daarbij je eigen werkzaamheden hanteren
AV 1.2 Samenwerken in teams
AV 1.3 Leiding geven
plannen en begroten; werken met methoden, technieken en hulpmiddelen voor projectplanning en het begroten en evalueren van projecten, een risicoanalyse uitvoeren bij de aanvang van kleine en middelgrote projecten, e.d. Voorbeelden: functioneren in teamverband, werken in een multidisciplinaire groep, samenwerken in een virtueel team, een bijdrage leveren aan de ‘team spirit’, als intermediair fungeren tussen informatici en niet-informatici, je eigen rol in teams hanteren, conflicten productief maken , belangentegenstellingen hanteren, samenwerken met mensen met een andere culturele achtergrond, e.d. Voorbeelden: leiding geven aan andere mensen, motiveren van anderen, coachen, sturing geven, delegeren, coördineren van projecten, uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en managementtaken, over cultuurverschillen en tijdsverschillen heen organiseren, e.d.
AV-2 Professioneel werken Professioneel werken houdt in, dat je opdrachtsituaties goed kunt beoordelen en dat je zelfstandig binnen gestelde tijd en tegen beperkte kosten een prestatie met een hoge kwaliteit kunt leveren, die getuigt van creativiteit. Voorbeelden: aspecten onderscheiden aan een probleem (situatie, AV 2.1 Problemen analyseren
AV 2.2 Zelfstandig werken
AV 2.3 Resultaatgericht werken
AV 2.4 Methodisch werken.
AV 2.5 Creëren en innoveren
proces, etc.) en hun samenhang vaststellen, goed onderzoeken en analyseren, abstraheren, concrete situaties en problemen modelmatig interpreteren, onbekende problemen relateren aan bekende, e.d. Voorbeelden: initiatief vertonen, weinig sturing nodig hebben, niet snel in paniek raken, zelf taken signaleren, een eigen inbreng leveren, je eigen werk overzien als deel van een groter geheel, hoofd- en bijzaken scheiden, anticiperen op ontwikkelingen, dingen zien in hun context, e.d. Voorbeelden: een prestatie leveren, werken volgens planning, doorzettingsvermogen tonen, werken met deadlines, slaagkans en leveren vooropstellen, maatregelen nemen die de kwaliteit van werkwijzen en producten verhogen, degelijk en accuraat te werk gaan, kosteneffectief te werk gaan, etc. Voorbeelden: een opdracht of probleem gestructureerd aanpakken, gestructureerd problemen oplossen, stapsgewijs naar een oplossing toewerken, vaststellen en beargumenteren van oplossingsalternatieven, afwegen van keuzes, e.d. Voorbeelden: interessante en onverwachte oplossingen bedenken, alternatieve oplossingen aanreiken, divergent denken, een creatief proces organiseren, technieken hanteren voor het genereren van ideeën, ontwerpruimte verkennen, out-of-the-box denken e.d.
23
AV-3 Verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en anderen Verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en anderen houdt in dat je je binnen je beroep actief opstelt als persoon en als wereldburger. Voorbeelden: voor jezelf leerdoelen formuleren, leren in het AV-3.1 Je eigen leerproces perspectief van je functioneren op de (internationale) arbeidsmarkt, vormgeven
AV-3.2 Hanteren van je maatschappelijke verantwoordelijkheid
reflecteren over je eigen leer- en werkervaringen, vaststellen waarvoor je echt warm loopt, keuzes maken op grond van motivatie, openstaan voor het uitwisselen van leer- en werkervaringen, reflecteren op je eigen gedrag en iets doen met feedback, e.d. Voorbeelden: ethische afwegingen maken in beroepskwesties, rekening houden met de belangen van anderen, een technology assessment uitvoeren, omgaan met de maatschappelijke aspecten van de beroepsuitoefening, de invloed van ICT in de (internationale) samenleving kunnen beoordelen, integer te werk gaan, e.d.
AV-4 Functioneren in (internationale) organisaties Functioneren in (internationale) organisaties houdt in, dat je makkelijk je plek vindt in een organisatie en dat je goed je partijtje mee kunt blazen in werk- en communicatieprocessen met je omgeving, d.w.z. in contacten met andere (internationale) organisaties, met klanten, met opdrachtgevers, leidinggevenden, e.a. Voorbeelden: zien hoe organisaties functioneren, inzicht tonen in AV 4.1 Je plek vinden in een bedrijfsmatig functioneren, je snel inwerken in een organisatie, de (internationale) organisatie
AV 4.2 Adviesproces uitvoeren
AV 4.3 Commercieel opereren
AV 4.4 Communiceren in organisaties
politieke kanten van een organisatie inschatten, onderkennen welke invloed je eigen beslissingen en activiteiten hebben voor de organisatie, je dienstverlenend opstellen, een bijdrage leveren aan de kennisprocessen in een organisatie, uitwisselen van leer- en werkervaringen e.d. Voorbeelden: een adviesproces vormgeven, in een concrete situatie in samenspraak met de opdrachtgever en andere betrokkenen een adviesstrategie kiezen en uitvoeren, draagvlak creëren, in een concrete situatie een advies uitbrengen gericht op het vergroten van de kans op acceptatie van de voorstellen, visies van anderen waarnemen en verwerken, e.d. Voorbeelden: vanuit het perspectief van de klant denken, een oplossing of product overtuigend presenteren, iets ‘verkopen’; ondernemingszin tonen, de verkoopbaarheid van dingen vooropstellen, met marketing-mensen meedenken, inzicht tonen in marktmechanismen, e.d. Voorbeelden: je mondeling en schriftelijk uitdrukken in aanvaardbaar Nederlands, effectief communiceren in (multiculturele) situaties met collega’s, opdrachtgevers, klanten, gebruikers, leidinggevenden, e.d. (overleggen, interviewen, workshops leiden, rapporteren, instrueren, overtuigen, mondeling presenteren, rapporteren, etc.)
24