Beroepsprofiel chiropractor
Beroepsprofiel chiropractor
Germie van den Berg Sonja Liefhebber
2000 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW Centrum voor Beroeps- en Opleidingsvraagstukken / CBO
2
© 2000 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Dit project werd uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Chiropractoren Associatie / NCA.
Auteurs Drs. S. Liefhebber Dr. G. van den Berg
Advies Drs. H. Hens
Projectadviesgroep De projectadviesgroep bestaat uit de leden van de commissie Scope of Practice / SOP van de NCA: Mw. H. Ambrosius DC Dhr. A. van Beest DC Dhr. B. Bolsenbroek DC Mw. K. Kaptein DC Mw. A. Boersma
Vormgeving
Ontwerp omslag
Drukwerk
ISBN
3
Inhoud
Voorwoord
5
Hoofdstuk 1 Inleiding
7
Hoofdstuk 2 Plaatsbepaling van de chiropractor
11
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen
15
Hoofdstuk 4 Taken
19
Hoofdstuk 5 Benodigde competenties
35
Geraadpleegde literatuur
47
Bijlagen
49 50 53 54
Bijlage 1 Relevante begrippen Bijlage 2 Relevante adressen Bijlage 3 Opleidingscurriculum Anglo-European College of Chiropractic
4
5
Voorwoord Chiropractie en de chiropractische beroepsgroep in Nederland hebben zich de afgelopen jaren dynamisch en in snel tempo ontwikkeld. Het aantal chiropractoren is toegenomen van rond de 20 in 1980 tot circa 150 nu in 2000, en ook op het gebied van inhoudelijke verdieping en professionalisering vindt in de beroepsgroep ontwikkeling plaats. Dit proces krijgt meer en meer gestalte in de vorm van een duidelijk herkenbaar, ook voor anderen inzichtelijk, profiel van chiropractie en de chiropractor als een specifieke beroepsbeoefenaar. Deze ontwikkeling is zeer bewust in gang gezet door de beroepsgroep zelf, de beroepsbeoefenaren hebben een heldere visie op de eigen professie en het functioneren. In andere landen is chiropractie reeds een erkend beroep, en mede door de naderende Europese eenwording ervaart de chiropractische beroepsgroep in Nederland de noodzaak tot professionaliseren. Professionaliseren houdt onder andere in dat chiropractisch kwaliteitsbeleid wordt ontwikkeld en gecontroleerd. Daarnaast speelt de grote interesse voor en de tevredenheid over de effecten van chiropractie als specifieke aanpak van individuele patiëntenproblemen binnen de Nederlandse samenleving een rol in het profileren van het beroep, zowel ten aanzien van de patiënt als ten aanzien van de andere medische beroepen. Chiropractie voorziet in een duidelijke behoefte en is in staat om accuraat in te spelen op heden ten dage frequent voorkomende gezondheidsproblemen als onder meer lage-rug-, nek-, en gewrichtsklachten (whiplash en RSI-aandoeningen). Tevens neemt chiropractie in soms complexe Arbo-situaties een constructieve plaats in. Er zal in de nabije toekomst meer dan ooit getracht worden tijd en financiële middelen vrij te maken voor wetenschappelijk onderzoek en bewijsvoering. Tijd en financiële middelen zijn slechts in beperkte mate aanwezig doordat chiropractoren in Nederland een vrij kleine beroepsgroep vormen. Hoewel chiropractie niet in de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) is opgenomen, streeft de Nederlandse Chiropractoren Organisatie (NCA) naar omschrijving en uitvoering van protocollen en richtlijnen die wel aan deze wet gerelateerd en getoetst zijn. Daarmee geeft de NCA uiting aan de wens om als beroepsgroep titelbescherming te realiseren en het recht te hebben zelfstandig röntgenonderzoek uit te voeren. Sinds ongeveer anderhalf jaar is een kleine groep van vijf mensen vanuit de Nederlandse Chiropractoren Associatie intensief bezig geweest met het inventariseren en onderzoeken van het niveau en de status van de professionaliteit van de chiropractie in Nederland. Dit heeft geresulteerd in een chiropractisch beroepsprofiel, geplaatst in de gezondheidszorgsituatie en binnen Nederlandse maatschappelijke ontwikkelingen anno 2000, die daarmee de randvoorwaarden vormen (het kader) en de beroepsgroep positioneren in de huidige samenleving. Dit betekent dat enkele gegevens in dit profiel momentopnames zijn. De samenstellers realiseren zich dat er voortdurend veranderingen zullen plaatsvinden die op gezette tijden verwerkt zullen worden in een herziene beschrijving van dit profiel. De beroepsgroep is zelf verantwoordelijk voor deze bijwerking en herziening en dient zelf andere documenten op het gebied van chiropractie te toetsen aan dit profiel. Het profiel, dat in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW is ontwikkeld, wordt u hierbij met genoegen aangeboden. We willen iedereen hartelijk danken die, op welke wijze dan ook, heeft bijgedragen aan de totstandkoming van dit profiel, in het bijzonder de beide projectmedewerkers van het NIZW. Met dit beroepsprofiel is een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van de chiropractische professionele standaard en de verantwoording van het pleidooi voor een professie die behoort binnen de reguliere gezondheidszorg, met een eigen specifieke opleiding in Nederland. In het vervolgtraject van deze eerste doorslaggevende stap volgt de verdere concretisering van de professionele beroepsuitoefening. Deze opdracht voor de chiropractische beroepsgroep in Nederland zal, in de hoopvolle lijn der verwachting, grote gevolgen hebben voor de toekomst. Hanne Ambrosius, chiropractor
6
7
Hoofdstuk 1
Inleiding
Aanleiding Chiropractie is een wereldwijd bekende vorm van geneeskunde. De beoefenaar van de chiropractie heet chiropractor. In de westerse wereld zijn er ruim 60.000 chiropractoren, en daarmee behoren zij binnen de geneeskunde samen met artsen en tandartsen tot de drie grootste beroepsgroepen. In Nederland is de chiropractie een kleine maar snel groeiende beroepsgroep. In 1990 waren er ongeveer 60 chiropractoren en de laatste jaren is dit aantal bijna verdrievoudigd tot 150 in 2000. Een overgrote meerderheid van deze chiropractoren is lid van de Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA), de beroepsvereniging die toezicht houdt op de beoefening van de chiropractie in Nederland. Vanaf het eind van de negentiende eeuw, toen de eerste opleiding voor chiropractie in Amerika werd gesticht, is hard gewerkt aan de professionalisering van de chiropractie. Belangrijke onderdelen van dit professionaliseringsproces zijn het streven naar maatschappelijke erkenning, werken aan erkenning door de overheid en zogeheten reguliere medische beroepsgroepen en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek naar chiropractische behandelvormen. In vele landen, waaronder België, Engeland, Zwitserland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland, IJsland, de Verenigde Staten, Canada, Nieuw Zeeland en Australië worden chiropractoren wettelijk erkend en door de diverse collectieve ziektekostenverzekeringen vergoed. De geschiedenis van de chiropractie in Nederland is van veel kortere duur. In ons land vestigde de eerste chiropractor zich in 1968. Pas sinds die tijd wordt gewerkt aan de positie van de beroepsgroep in Nederland. De Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA) heeft sinds haar oprichting in 1975 een belangrijke rol in de professionalisering en erkenning van de chiropractie. De NCA spant zich in om de Nederlandse Scope of Practice samen te stellen. Daarin wordt omschreven wat chiropractie is, op welke wijze dit beroep wordt uitgeoefend en wat iemand van de chiropractor kan verwachten. In aansluiting daarop worden richtlijnen en protocollen opgesteld, onder meer een gedragscode, praktijkinrichtingseisen, een klachtenregeling, registratie, eisen aan de opleiding, regels voor bij- en nascholing en tuchtrecht. Ook wordt een kwaliteitsbeleidsplan ontwikkeld. Een beroepsprofiel vormt het basisdocument van de Scope of Practice. Met het beroepsprofiel wordt een door de beroepsgroep van chiropractoren herkenbare beschrijving gegeven van de beroepsuitoefening te geven, die voldoet aan de eisen die de praktijk stelt. Het gaat om een beschrijving van de context van de beroepsuitoefening, de kern van het beroep, ontwikkelingen in de beroepspraktijk, de beroepsactiviteiten (de taken en verantwoordelijkheden), en de beroepsvereisten (competenties). Aan het Centrum voor Beroeps- en Opleidingsvraagstukken(CBO) van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) is het verzoek gedaan ondersteuning te verlenen bij het ontwikkelen van een beroepsprofiel voor chiropractoren. Een eerste versie van het profiel is totstandgekomen op basis van literatuurstudie, interviews met chiropractoren die gespecialiseerd zijn in uiteenlopende chiropractische technieken en benaderingswijzen, en advies van de Commissie Scope of Practice. Vervolgens zijn conceptversies van het beroepsprofiel tweemaal voorgelegd aan de leden van de NCA. De Commissie Scope of Practice heeft de commentaren van de leden gewogen en al dan niet geadviseerd deze door te voeren in het beroepsprofiel. De NCA heeft ervoor gekozen om als primaire bron gebruik te maken van de Amerikaanse Mercy Guidelines 1 die de richtlijnen voor de praktijk bevatten 2 . Die keuze komt mede voort uit de
1
Een korte beschrijving over de Mercy Guidelines vindt u in de literatuurlijst.
8
volledigheid en de bruikbaarheid van deze richtlijnen. Bovendien zijn de Mercy Guidelines gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, literatuur en consensusvorming binnen de beroepsgroep. Ten behoeve van de samenstelling van het chiropractisch beroepsprofiel zijn de guidelines vertaald in het Nederlands.
Nederlandse Chiropractoren Associatie De Nederlandse chiropractoren hebben zich verenigd in de Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA). De NCA behartigt de belangen van de chiropractoren en waakt over de kwaliteit van de chiropractie in Nederland. De NCA hanteert een beroepsregister. Dit is een lijst van alle bij de NCA aangesloten chiropractoren in Nederland. Om lid te worden van de NCA moeten personen die in Nederland de chiropractie als beroep beoefenen aan de volgende eisen voldoen: Uitgangspunt is dat zij de vijfjarige universitaire opleiding tot chiropractor hebben afgerond aan een door de European Council on Chiropractic Education (ECCE) erkend opleidingsinstituut. Het is nog niet mogelijk om een universitaire opleiding tot chiropractor in Nederland te volgen. Dat kan alleen in het buitenland, zoals in Engeland, Denemarken, Frankrijk, de Verenigde Staten, Canada en Australië. Een overzicht van de curriculumonderdelen van de Anglo-European College of Chiropractic vindt u in bijlage 3. Toekomstige Nederlandse studenten dienen alvorens zij hun studie beginnen in het bezit te zijn van een aanbevelingsbrief uitgereikt door de NCA. Deze wordt uitgereikt aan hen die voldoende vooropleiding hebben genoten, wat overeenkomt met de vooropleidingseisen van de studie geneeskunde in Nederland. Om na de opleiding in Europa te kunnen werken met een lidmaatschap van de NCA dient het Graduate Education Programme (GEP) gevolgd en het EBCE II-examen (= NCA toelatingstest) afgelegd te worden. Naast pasafgestudeerden dienen ook chiropractoren met minder dan twee jaar werkervaring (Europese Chiropractoren Unie -besluit) het GEP-programma te volgen en het examen af te leggen. Anderstaligen met meer dan twee jaar werkervaring wordt dringend geadviseerd het GEP-programma in Nederland te volgen. Ook moeten zij met goed gevolg het EBCE II-examen afleggen. Alvorens voorgedragen te worden als lid van de NCA, dienen alle anderstalige chiropractoren (dus onafhankelijk van het aantal jaren werkervaring), te voldoen aan de taalvaardigheidseisen 3 van de NCA. Tijdens het GEP-programma werkt de beroepsbeoefenaar een jaar onder supervisie van een ervaren praktijkhouder in het land waar hij zich na de studie zal gaan vestigen, in dit geval Nederland. Het doel van het programma is om goed voorbereid te raken op het voeren van een eigen praktijk en om de integratie in en kennis over de gezondheidszorg in Nederland te vergroten. In de huidige situatie geldt dat men bij beëindiging van de studie de titel DC (Doctor of Chiropractic) 4 ontvangt en men zich mag vestigen als zelfstandig chiropractor. Voor zowel chiropractoren als patiënten is de kwaliteit van de chiropractie van belang. Lidmaatschap van de NCA biedt deze garantie; een chiropractor heeft een erkende opleiding gevolgd en voldoet ook verder aan de eisen, regels en normen die de Nederlandse beroepsgroep stelt. De NCA heeft een klachtencommissie ingesteld, die klachten over NCA-leden 2
Specifiek is gebruikgemaakt van de Nederlands versie van de Mercy Guidelines (in concept). Deze Nederlandse versie is een letterlijk vertaling van de Amerikaanse Mercy Guidelines maar bevat waar dit noodzakelijk werd geacht, tekst toespitst op de Nederlandse situatie. 3 Deze taalvaardigheidseisen zijn door de NCA vastgelegd op een niveau overeenkomstig met het NT2 niveau 2. Deze eisen zijn slechts van toepassing op GEP- (aspirant) of kandidaat-leden met een andere dan de Nederlandse moedertaal. 4 Het is mogelijk dat een chiropractor (ook) een andere titel of titels heeft verworven, vaak afhankelijk van het land waarin de chiropractor is afgestudeerd. Het is de chiropractor toegestaan deze titel(s) te voeren.
9
behandelt. De NCA werkt tevens aan het instellen van tuchtrecht. Veel verzekeringsmaatschappijen stellen lidmaatschap van de NCA als een voorwaarde voor vergoeding van de kosten van de behandeling. Ter behartiging van de belangen van de patiënt is in 1965 de Nederlandse Vereniging Patiënten Chiropractie (NVPC) opgericht. Deze patiëntenvereniging heeft ook een gewichtige stem in de klachtencommissie van de NCA. De NCA is lid van de Europese Chiropractoren Unie (ECU). De ECU stelt zich ten doel de chiropractie in de aangesloten landen naar behoren te doen functioneren, waarbij kwaliteitsbewaking centraal staat. De NCA is ook lid van de World Federation of Chiropactic (WFC), en sinds 1997 bestaat er verregaande samenwerking tussen de WFC en de World Health Organisation (WHO).
Reikwijdte van het profiel Dit profiel beschrijft de beroepsuitoefening van de chiropractor en is toegespitst op de Nederlandse situatie. Bovendien is deze beschrijving toegespitst op de beroepsbeoefenaren die lid zijn van de Nederlandse Chiropractoren Associatie. Het gaat dus om de beroepsbeoefenaren die de universitaire opleiding tot chiropractor hebben gevolgd aan een door de ECCE erkend instituut en die ingeschreven staan in het beroepsregister van de NCA. Binnen de chiropractie kunnen chiropractoren zich verder bekwamen in specifieke aandachtsgebieden. De beschrijving van de beroepsuitoefening in dit profiel strekt zich niet verder uit dan het beroep van de chiropractor zoals dat op grond van de basisopleiding kan worden uitgeoefend.
Gebruikswaarde van het profiel Het beroepsprofiel chiropractor levert een bijdrage aan de verdere professionalisering van de beroepsgroep van chiropractoren. In het algemeen dient het beroepsprofiel om de herkenbaarheid en inzichtelijkheid van chiropractie te vergroten, de kwaliteitsaspecten binnen de chiropractie te waarborgen en controleren en om de identiteit van de chiropractor te versterken. Meer specifiek kan het beroepsprofiel op de volgende manieren worden ingezet. De positie van de chiropractie in Nederland wijkt af van die in andere landen. Zo is het beroep niet via wetgeving erkend en beschermd. Dit betekent dat chiropractie en chiropractor nog onbeschermd zijn. De wettelijke bevoegdheid om zelfstandig een diagnose te mogen stellen en te mogen verwijzen is nog onvoldoende geregeld. Dat geldt ook voor het gebruik van röntgendiagnostiek en de directe toegang tot een specialistisch laboratorium. De beroepsgroep van chiropractoren werkt toe naar een (wettelijke) erkenning van het beroep en het beroepsprofiel speelt een rol in dit proces. Op dit moment moeten toekomstige beroepsbeoefenaren nog steeds naar het buitenland uitwijken voor hun opleiding tot chiropractor. Het streven is dan ook om in Nederland een opleiding tot het beroep van chiropractor te realiseren. Het beroepsprofiel kan hieraan een bijdrage leveren doordat het ten grondslag kan liggen aan een opleidingsprofiel. In Nederland zijn er diverse beroepsgroepen die zich toeleggen op het toepassen van manipulaties van de wervelkolom. Naast chiropractie gaat het dan onder andere om manuele geneeskunde, manuele therapie en orthomanuele geneeskunde. Chiropractie wordt vaak verward met een van deze andere manipulatieve behandelvormen. Er is duidelijk behoefte aan een helder onderscheid tussen chiropractoren en de andere beroepsgroepen. Het beroepsprofiel kan deze helderheid verschaffen.
10
Verder vormt het beroepsprofiel een basisdocument voor de ontwikkeling van andere documenten, richtlijnen en protocollen over de beroepsuitoefening van chiropractoren 5 . Daarbij gaat het dan om een gedragscode, praktijkinrichtingseisen, een protocol voor visitatie en intercollegiale toetsing, het tuchtrecht, klachtenreglement en geschillenregeling, een standaard voor een patiëntendossier en richtlijnen ten aanzien van de bij- en nascholing van chiropractoren. Ten slotte kan het profiel worden gebruikt om voorlichting te geven over het beroep. Het is informatief voor toekomstige beroepsbeoefenaren, aanverwante beroepbeoefenaren en patiënten. Ook kan het profiel een rol spelen bij internationale afstemming over de beroepsuitoefening van chiropractoren.
Positionering van het profiel Dit profiel is een weerslag van de beroepsuitoefening van de chiropractor in het jaar 2000. Het profiel is door de beroepsgroep via conceptbeschrijvingen uitvoerig becommentarieerd en uiteindelijk zijn de leden akkoord gegaan met de onderhavige beschrijving. In de snel veranderende maatschappij en de snelheid waarmee nieuwe ontwikkelingen zich voor kunnen doen binnen de beroepsgroep en de beroepsuitoefening, moeten we echter constateren dat dit profiel een momentopname is. Het zal dan ook voordurend getoetst moeten worden op zijn validiteit en praktijkwaarde op grond van nieuwe inzichten en op grond van veranderingen in de beroepsuitoefening. Het is niet meer dan logisch dat de NCA als beroepsvereniging deze verantwoordelijkheid op zich neemt.
Inhoud van het profiel Het beroepsprofiel is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt de essentie van het beroep weergegeven. In hoofdstuk 3 staan ontwikkelingen centraal die van invloed zijn op de beroepsuitoefening van chiropractoren. Hoofdstuk 4 is gewijd aan de taken van de chiropractor. Er is een indeling gemaakt in taakgebieden, hoofdtaken en subtaken. In hoofdstuk 5 komen de belangrijkste benodigde competenties aan bod, waarover een chiropractor dient te beschikken om zijn taken uit te kunnen voeren. Het profiel eindigt met een literatuurlijst en enkele bijlagen.
5
Dit betreffen officiële documenten, vastgelegd en op te vragen bij de NCA.
11
Hoofdstuk 2
Plaatsbepaling van de chiropractor
In dit hoofdstuk wordt de essentie van het beroep van de chiropractor weergegeven. Aan de hand van een beschrijving van de ontstaansgeschiedenis, de definitie, de grondslagen van de chiropractie, de doelgroep en het verloop van de behandeling wordt in het kort een beeld geschetst van het vakgebied. Vervolgens wordt stilgestaan bij het professionele karakter van het beroep en de mogelijkheden tot specialisatie. Tot slot komt de positie van chiropractie anno 2000 in de Nederlandse gezondheidszorg en de relatie tot ander beroepsbeoefenaren aan bod.
Ontstaansgeschiedenis Het woord chiropractor is afgeleid van de Griekse woorden cheiros, dat 'hand' betekent en pracktos, dat 'gedaan door' betekent. Chiropractie betekent dus ‘gedaan door de hand'. Het zijn onder andere de oude Grieken die 440 jaar voor Christus reeds primitieve manipulaties toepasten. Hippocrates, die bekend staat als 'de vader van de geneeskunde', erkende in die tijd al dat er een nauwe relatie bestaat tussen de wervelkolom en gezondheid. De grondlegger van de moderne chiropractie is de Amerikaan D.D. Palmer (1844-1913). Palmer ontwikkelde zijn leer vanuit de bestaande volkstraditie. Voor de theoretische onderbouwing maakte hij gebruik van nieuwe inzichten binnen de neurologie. In 1898 stichtte Palmer een school voor chiropractie om de medicijnloze geneeswijze aan anderen te leren. Leerlingen van Palmer stichtten vervolgens hun eigen scholen en daarmee groeide het aantal colleges voor chiropractie. Volgens de officiële lezing vestigde in Nederland de eerste chiropractor zich in 1968.Toch zijn er zijn aanwijzingen dat van 1926 tot 1936 al een zekere Jan Hendrik Schoemakers als chiropractor in Rotterdam gevestigd is geweest. Momenteel zijn er meer dan 150 chiropractoren werkzaam in Nederland en het aantal patiënten dat in aanmerking wil komen voor chiropractische behandeling groeit gestaag.
Definitie van chiropractie De World Federation of Chiropractic (WFC) heeft de volgende definitie van chiropractie opgesteld: A health profession concerned with the diagnosis, treatment and prevention of mechanical disorders of the musculoskeletal system, and the effects of these disorders on the function of the nervous system and general health. There is an emphasis on manual treatments including spinal manipulation or adjustment.
Grondslagen van de chiropractie De chiropractie is gestoeld op een aantal belangrijke principes. Samen vormen deze de kern van het beroep van de chiropractor. De principes worden in deze paragraaf beschreven. •
Behandelen als kern Chiropractie is een vorm van geneeskunde. Centraal in het beroepsmatig handelen van de chiropractor staat daarom ook het behandelen van patiënten. De behandeling is gericht op stoornissen in het functioneren van het wervelkolom de rest van het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel en de effecten daarvan op de algehele gezondheid.
12
•
Behandeling versus zorg Binnen de chiropracte onderscheid men zorg en behandelen. De chiropractor verleent chiropractische behandeling aan individuele patiënten via een een-op-een-contact. Daarnaast is de chiropractor in staat chiropractische zorg te verlenen die niet per se individueel gericht is maar zich richt op groepen, bijvoorbeeld bij het geven van voorlichting, preventieve instructies of scholing.
• Wervelkolom (en rest van het bewegingsapparaat) en zenuwstelsel staan centraal De chiropractie gaat ervan uit, dat de algehele gezondheid afhankelijk is van de werking van het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel functioneert als informatieverwerkend en functiecoördinerend systeem. Als een zenuw de boodschappen niet goed kan doorgeven, kan dat overal in het lichaam gevolgen hebben, onder meer in gewrichten, spieren en organen. Een belangrijk deel van het centrale zenuwstelsel is het ruggenmerg dat de hersenen met de rest van het lichaam verbindt. Het ruggenmerg bevindt zich in de wervelkolom. In de chiropractie staan het zenuwstelsel en de wervelkolom daarom centraal. •
Natuurlijke geneeswijze Chiropractie is een natuurlijke geneeswijze. De chiropractor gaat ervan uit dat gezondheidsproblemen kunnen ontstaan door psychosociale, chemische of fysiologische en mechanische factoren vanuit het lichaam zelf of van buitenaf. De chiropractor maakt gebruik van typische (soms unieke) chiropractische behandelmethoden. De meest kenmerkende chiropractische procedure is een met de hand uitgevoerde chiropractische correctie(een adjustment). Dit is een toepassing van een specifieke druk op een specifieke plek in een specifieke geleide richting, met als doel abnormale bewegingspatronen of bewegingsbeperkingen op te heffen. Hiermee streeft hij naar het normaliseren van de verstoorde fysiologie.
•
Holistische benadering De chiropractor kijkt naar de mens in zijn totaliteit; hij hanteert een holistische benadering van de mens en van het klachtenbeeld. Dit betekent dat de chiropractor zijn aandacht níet richt op alleen de geïsoleerde klacht of stoornis. In de chiropractie staat de algehele gezondheid van de mens ter beoordeling. Het uitgangspunt is dat lichamelijke problemen of klachten gevolgen hebben voor het totale functioneren, ook op sociaal en emotioneel gebied, en andersom. De chiropractor kijkt dus naar de gehele gezondheidstoestand en leefgewoonten om de klachten aan te pakken.
•
De chiropractor en zijn relatie met de patiënt Een holistische benadering heeft consequenties voor de wijze van omgaan met en reageren op de patiënt. Elke patiënt is een uniek individu en dezelfde klacht bij meerdere patiënten betekent niet per definitie dezelfde behandeling. De rol van de patiënt is even belangrijk als die van de chiropractor. Motivatie en inzet van de patiënt kunnen het resultaat van de behandeling mede bepalen. De patiënt wordt dan ook actief bij de behandeling betrokken. De vertrouwensrelatie tussen patiënt en chiropractor is groot en gebaseerd op wederzijds respect. De chiropractor heeft aandacht voor de subjectieve beleving van de patiënt. Wel ziet de chiropractor erop toe dat de patiënt zelf de verantwoordelijkheid blijft dragen voor de eigen gezondheid en de preventie van problemen.
•
Zelfherstellend vermogen Uitgangspunt en doel van de chiropractie is om verstoringen in het (neuro-)fysiologisch functioneren te verhelpen om zo het lichaam in staat te stellen zijn zelfherstellend vermogen te benutten.
13
Voor wie is chiropractie? Chiropractie is bedoeld voor patiënten van alle leeftijden. Chiropractie kent dus geen leeftijdsbeperking: baby’s, kinderen, volwassenen en ouderen kunnen terecht bij de chiropractor. De meeste mensen die in aanraking komen met chiropractie zijn mensen met klachten die betrekking hebben op hun rug en nek. In aanvulling op de rug- en nekklachten is een grote diversiteit aan klachten te noemen die aanleiding kunnen zijn voor behandeling door de chiropractor. Een uitputtende opsomming van al die klachten valt buiten het bestek van dit beroepsprofiel, maar als voorbeeld worden de volgende indicaties genoemd. Mensen met klachten als rugpijn, hoofdpijn, migraine, aangezichtspijn, kaakklachten, tintelingen of gevoelloosheid in armen en benen, pijn en stijfheid door artrose en lage-rugpijn tijdens zwangerschap kunnen terecht bij de chiropractor. Maar de chiropractor behandelt ook klachten gebaseerd op orgaanstoornissen, zoals bijvoorbeeld menstruatiepijn of darmklachten, en verder ook klachten als spierpijnen, gewrichtspijnen, duizeligheid, vermoeidheid, lusteloosheid; klachten na whiplashtrauma en klachten aan armen of benen, bijvoorbeeld de tennisarm, RSI-klachten of sportblessures.
Verloop van de behandeling In grote lijnen verloopt de behandeling als volgt. Door een anamnese af te nemen vormt de chiropractor zich een beeld van de gepresenteerde klacht en van de algehele gezondheid van de patiënt. De chiropractor informeert naar een groot aantal factoren, waaronder de huidige klachten en andere gezondheidsproblemen. Via diagnostisch onderzoek, zoals algemeen lichamelijk onderzoek en specifiek lichamelijk onderzoek, vormt de chiropractor zich een beeld van de patiënt en zijn klachten. Als op grond van deze gegevens blijkt dat aanvullend diagnostisch onderzoek noodzakelijk is, voert de chiropractor beeldvormend diagnostisch onderzoek uit zoals bijvoorbeeld röntgenonderzoek. Ook kan er laboratoriumonderzoek of ander radiologisch onderzoek plaatsvinden. Op grond van al deze diagnostische gegevens stelt de chiropractor een diagnose en een behandelplan op en registreert hij de gegevens. De chiropractor informeert de patiënt over de diagnose en de behandeling. Eventueel arrangeert hij een doorverwijzing naar een specialist of huisarts. Op grond van het behandelplan wordt gestart met de behandeling, waarvoor verschillende chiropractische behandeltechnieken beschikbaar zijn, met als doel stoornissen in het functioneren van het wervelkolom en de rest van het bewegingsapparaat en zenuwstelsel op te heffen. Daarnaast is het mogelijk dat de chiropractor werkt aan rehabilitatie en dat de patiënt oefeningen of revalidatie krijgt voorgeschreven en instructie ontvangt over een goede houding. Ook kan het aanbieden van preventieve instructies en het geven van voorlichting over voeding en life-stile tot de behandeling behoren. Tijdens en na dit behandelproces vindt evaluatie en indien nodig bijsturing van de behandeling plaats. De duur van de behandeling hangt af van de aard en ernst van de klacht.
Specialisaties De opleiding tot chiropractor is erop gericht de chiropractor in staat te stellen om klachten en problemen te diagnosticeren en chiropractisch te behandelen en waar nodig door te verwijzen. In de praktijk blijkt dat chiropractoren zich uit oogpunt van interesse specialiseren naar doelgroepen, naar behandeling van soorten klachten, of naar bepaalde chiropractische technieken. Specialisaties ontstaan door praktijkervaring en door verdieping door het volgen van bij- en nascholing.
Chiropractor als professional De chiropractor is een wetenschappelijke professional. De bijzondere aard van wetenschappelijke professionele werkzaamheden brengt een aantal bijzondere kenmerken met zich mee.
14
Het eerste kenmerk is de hoge mate van complexiteit van het werk. Dit houdt in dat de chiropractor te maken heeft met een grote verscheidenheid aan problemen, klachten en vraagstukken. Uitgangspunt is dat geen enkele patiënt en geen enkele klacht hetzelfde is. Dit betekent ook dat de handelingen die de chiropractor verricht zijn samengesteld uit vele, sterk met elkaar verweven onderdelen. Het tweede kenmerk is dat slechts een zeer beperkt deel van het werk door chiropractoren of protocollair is. Hiermee wordt bedoeld dat er bij de beroepsuitoefening van de chiropractor in hoge mate een beroep wordt gedaan op probleemoplossende en creatieve vaardigheden. Het werken met standaarden, protocollen en richtlijnen in de beroepsuitoefening is bedoeld om vanuit de good-practice en wetenschappelijk onderzoek de chiropractor te bedienen of handvaten te geven voor zijn handelen met het oog op kwaliteit. Het blijft aan de individuele chiropractor om te oordelen of de standaard van toepassing is in een specifieke situatie of dat wijzigingen hierin gelegitimeerd zijn. Het derde kenmerk sluit hierop aan, namelijk dat er voor de werkzaamheden een hoogwaardige kennisbasis nodig is. Het laatste kenmerk is dat het beroep zelfstandig wordt uitgeoefend en dat de chiropractor een eigen beroepsverantwoordelijkheid draagt. Die beroepsverantwoordelijkheid bestaat uit ethische, morele, wettelijke en professionele verantwoordelijkheid. Deze bijzondere kenmerken van het werk betekenen dat de chiropractor als professional te specificeren is. De chiropractor heeft zijn expertise verkregen uit langdurige opleiding en training. Bij het toepassen van deze expertise is er een grote noodzaak tot autonomie, dat wil zeggen een grote keuzevrijheid van werkwijze en doelen. Voorts kent de chiropractor een sterke betrokkenheid bij en verantwoordelijkheidsgevoel voor het werk zelf, is er een sterke identificatie met de professie en hij hanteert een ethische code.
Plaats in de Nederlandse gezondheidszorg en relatie tot andere beroepen De chiropractor heeft een plaats in de eerstelijnsgezondheidszorg, waarmee bedoeld wordt dat de chiropractor toegankelijk is zonder verwijzing van de huisarts. De meeste chiropractoren starten een eigen praktijk, een particuliere onderneming, maar soms gaan zij een associatie aan met een collega of andere beroepsbeoefenaren. Chiropractie wordt vaak verward met manipulatieve behandelvormen in het algemeen. In Nederland, waar de niet-chiropractische beoefenaren van manipulatieve behandelvormen veruit in de meerderheid zijn, is behoefte aan een duidelijk en helder onderscheid tussen chiropractoren en deze andere beroepsbeoefenaren. Het is belangrijk dat Nederlandse chiropractoren aan patiënten en verwijzers de verschillen in uitgangspunten, de veilige toepassing van technieken, (geneeskundige) kennis en de professionele achtergronden ten opzichte van de andere beoefenaren van manipulatieve technieken duidelijk maken.
15
Hoofdstuk 3
Ontwikkelingen
In dit hoofdstuk staan de ontwikkelingen centraal die gevolgen hebben voor de beroepsuitoefening en de beroepspraktijk van chiropractoren. Het is een momentopname van ontwikkelingen waarvan de invloed nu al duidelijk merkbaar is en ontwikkelingen waarvan verwacht wordt dat ze in de toekomst van belang zullen zijn. De ontwikkelingen worden beschreven vanuit twee invalshoeken: ontwikkelingen die de beroepsgroep van chiropractoren uit eigen beweging in gang heeft gezet of nog in gang gaat zetten en algemene ontwikkelingen in de maatschappij en gezondheidszorg. Met het oog op de toekomstgerichtheid van dit beroepsprofiel is bij het opstellen van het overzicht van de taken (hoofdstuk 4) en de benodigde competenties (hoofdstuk 5) ingespeeld op de gevolgen van deze ontwikkelingen.
Ontwikkelingen in gang gezet vanuit de beroepsgroep van chiropractoren Ontwikkelingen in een beroep verlopen doorgaans geleidelijk en staan onder invloed van ontwikkelingen in de maatschappij en in het werkveld waartoe het beroep behoort. Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening van chiropractoren vinden tot nu toe min of meer schoksgewijs plaats. Dat is het gevolg van de bijzondere plaats die chiropractoren op dit moment in de Nederlandse gezondheidszorg innemen. De beroepsgroep ziet zich genoodzaakt veel aandacht aan de professionalisering van het eigen beroep te besteden. Dit betekent dat de beroepsbeoefenaren zelf bewust kiezen om bepaalde ontwikkelingen in gang te zetten. Tot deze ontwikkelingen behoren het streven naar erkenning door de overheid met daarbij het streven naar een opleiding in Nederland en voorts het streven naar erkenning door zogeheten reguliere medische beroepsgroepen en het investeren in een hoogwaardig kwaliteitsbeleid. De Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA) levert hieraan een belangrijke bijdrage. Het streven naar erkenning door de overheid past binnen de gedachte van de Europese eenwording en de wens binnen Europa één lijn te trekken, onder andere wat betreft de erkenning van beroepen. Of een beroep van overheidswege erkend is of niet, is afhankelijk van nationale wetten en overheidsbesluiten. In verschillende Europese landen, waaronder België, Engeland, Denemarken, Noorwegen en Zwitserland, is – in tegenstelling tot in Nederland – de chiropractie reeds een erkend beroep. Erkenning door de overheid betekent een erkende plaats bereiken in de Nederlandse gezondheidszorg en inbedding in het Nederlandse gezondheidszorgsysteem. Chiropractoren streven naar een erkende plek in de eerste lijn, waarbij ze als eerstelijnsgezondheidswerkers zonder verwijzing door een arts zelfstandig patiënten kunnen behandelen. Het streven naar erkenning betekent ook dat de beroepsgroep zich inspant om voor het beroep van chiropractor zowel titelbescherming als de zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van tot de chiropractie voorbehouden handelingen te realiseren. De bevoegdheid om zelfstandig een diagnose te mogen stellen wordt wettelijk bepaald. Het verwerven van titelbescherming betekent dat de beroepsgroep moet vaststellen welke titel zij in de toekomst wil voeren. Voorts streeft de chiropractor naar de bevoegdheid om zelfstandig röntgendiagnostiek te bedrijven en om rechtstreeks naar een radiodiagnost te verwijzen. De chiropractor heeft hiervoor tenslotte de bekwaamheid verworven via de basisopleiding tot chiropractor. Bovendien komt uit recent onderzoek naar voren dat chiropractoren (net als radiologen en DABCR’s / Diplomates of the Americain Board of Chiropractic Radiologists) goed scoren op het beoordelen en interpreteren van röntgenfoto’s. Chiropractoren streven primair naar titelbescherming; men is zich bewust van het spanningsveld dat het bereiken van titelbescherming met zich meebrengt. Een gevolg van wettelijke erkenning is dat, in tegenstelling tot de huidige situatie, chiropractoren hun tarieven
16
niet langer zelf vast kunnen stellen. Tarieven voor gezondheidszorgvoorzieningen worden gereguleerd door de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG) en het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) stelt de tarieven vast die het ziekenfonds en de particuliere ziektekostenverzekeraars vergoeden. Behalve dat er naar erkenning door de overheid wordt gestreefd, streeft men naar een opleiding voor chiropractie in Nederland. Om aan de toenemende vraag naar chiropractoren te kunnen voldoen is het van belang dat er een aan een Nederlandse universiteit gelieerde opleiding wordt gerealiseerd. Daarnaast zal een wetenschappelijke opleiding de kwantiteit en kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek bevorderen. Het is van groot belang dat chiropractische behandeling gefundeerd wordt op Nederlands wetenschappelijk onderzoek. In aansluiting daarop is het van belang om buitenlands chiropractisch onderzoek te erkennen en te valideren als zijnde toepasbaar op de Nederlandse situatie. Verder biedt een opleiding in Nederland de mogelijkheid om postacademische specialisaties te bevorderen. Verdere specialisatie binnen de chiropractie zal tot gevolg hebben dat chiropractoren in de toekomst meer onderling zullen verwijzen en elkaar onderling zullen adviseren. Chiropractoren streven niet alleen naar erkenning door de overheid en naar opleiding in Nederland, ook werken chiropractoren aan erkenning door zogeheten reguliere medische beroepsbeoefenaren. Het bevorderen van samenwerking (o.a. in de eerste lijn) staat hoog op de agenda. Huisartsen zijn nu nog in te beperkte mate op de hoogte van wat de chiropractor doet, wat een chiropractische behandeling inhoudt en wanneer ze naar de chiropractor zouden moeten verwijzen. Chiropractoren zullen in toenemende mate informatie en voorlichting aan huisartsen geven. In toenemende mate zullen ze zorg dragen voor een goede communicatie (bijvoorbeeld verslaglegging aan de huisarts) en zij zullen steeds meer samenwerken met huisartsen. Het is niet ondenkbaar dat de chiropractor straks te vinden is in de gezondheidscentra. Samenwerking in een gezondheidscentrum tussen onder andere huisarts, fysiotherapeut en chiropractor zal bevorderen dat patiënten eerder naar de juiste deskundige worden doorverwezen. In aansluiting op een verbeterde samenwerking met huisartsen zal de chiropractor ook de voorlichting aan en communicatie met specialisten in de tweede lijn trachten te bevorderen. Zo wordt het ook mogelijk om een chiropractische praktijk aan te treffen in een ziekenhuis. Door deze ontwikkelingen zal worden bereikt dat patiënten eerder bij de chiropractor terechtkomen en niet pas als ze een laatste strohalm zoeken. Het aantal verwijzingen naar de chiropractor en daarmee de vraag naar chiropractie zal toenemen. Toenemende aandacht gaat uit naar de kwaliteit van de beroepsuitoefening en de bewaking daarvan. Chiropractoren zullen steeds bewuster omgaan met de kwaliteit van de behandeling. Chiropractoren zullen ook steeds beter in staat moeten zijn om te verantwoorden wat ze doen. Er zullen bepaalde richtlijnen worden opgesteld waaraan de chiropractor moet voldoen en een deel van het werk wordt geprotocolleerd. Voorbeelden van deze richtlijnen en protocollen 6 zijn de praktijkinrichtingseisen, een protocol voor de aanpak van (vermeende) complicaties bij chiropractische behandeling, richtlijnen voor het documenteren van relevante gegevens in een patiëntendossier, richtlijnen voor het op schrift stellen van een behandelplan, een bij- en nascholingsreglement en landelijke richtlijnen voor de behandeling van lage-rugpijn. De NCA streeft ernaar dat gedegen kwaliteitscontroles kunnen worden uitgevoerd. Daartoe is een onderscheid noodzakelijk tussen een belangenvereniging zoals de NCA en een andere rechtspersoon die de mogelijkheid heeft om een onafhankelijk beroepsregister op te richten. Het gaat daarbij om een commissie van deskundigen die ook het recht heeft om te toetsen op kwaliteit, en sancties op kan leggen en ten uitvoer kan brengen. Deze ontwikkeling is van extra belang nu de Mededingingswet van kracht is. Als kwaliteitsnorm voor het vergoeden van chiropractische behandelingen door zorgverzekeraars gold altijd het lidmaatschap van de NCA. Onder invloed van de Mededingingswet moeten de zorgverzekeraars dit criterium als voorwaarde voor vergoeding loslaten. Dit betekent dat ook behandelingen van chiropractoren die geen lid zijn van de NCA kunnen worden vergoed. Zo ontstaat een 6
Dit betreffen officiële documenten, vastgelegd en op te vragen bij de NCA.
17
stroming van chiropractoren die geen lid zijn van de beroepsvereniging en daarmee komt de kwaliteitsbevordering en -bewaking in gevaar.
Algemene ontwikkelingen in de maatschappij en de gezondheidszorg Behalve de ontwikkelingen die de beroepsgroep van chiropractoren zelf inzet, doen zich ook in de maatschappij en binnen de gezondheidszorg ontwikkelingen voor die van invloed zijn op de beroepsuitoefening en de beroepspraktijk van de chiropractor. Zo vinden er enkele maatschappelijk en demografische veranderingen plaats waardoor kenmerken van de patiënten veranderen. Een duidelijke ontwikkeling is de toenemende vergrijzing. Het grotere aantal ouderen in de samenleving zal ook het aantal ouderen dat de chiropractor bezoekt doen toenemen. Het vraagt van de chiropractor dat hij daar met zijn behandeling op aan kan sluiten. Daarnaast zien we een toenemend aantal mensen met chronische aandoeningen. Hoewel patiënten met chronische klachten nu al de grootste groep vormen binnen de chiropractie, valt te verwachten dat het aantal behandelingen gericht op onderhoud en controle nog meer zal gaan toenemen. Een speciale categorie zijn de personen die in de WAO beland zijn. Het is te verwachten dat de chiropractor in de behandeling van deze mensen een veel grotere rol gaat spelen dan tot nu toe het geval is. De chiropractor is de deskundige bij uitstek die veel klachten zou kunnen verlichten en dat sluit aan bij de wens van de werkgevers en de moeite die de overheid doet om het aantal personen in de WAO terug te dringen. Voorts dienen zich een aantal problemen aan die gerelateerd zijn aan de moderne samenleving. Er wordt geconstateerd dat er een toename is van stress in de samenleving. De chiropractor wordt geconfronteerd met een toename van stressgerelateerde klachten. Daarnaast zullen steeds meer patiënten met RSI-klachten een beroep doen op de chiropractor. De chiropractor zal hier niet alleen op reageren door een adequate behandeling aan te bieden, maar ook door preventieprogramma’s op te zetten en mogelijk samenwerking te zoeken met Arbodiensten of bedrijfsgezondheidsdiensten. Een andere ontwikkeling is dat patiënten en hun netwerk steeds beter geïnformeerd zijn. Zij maken duidelijker hun wensen kenbaar en stellen zich steeds mondiger op. Ook zijn mensen in mindere mate bereid om hun klachten te accepteren als behorende bij het leven. Zij verwachten eerder behandelmogelijkheden, indien mogelijk preventief. Daarnaast bundelen patiënten in toenemende mate hun krachten in patiëntenverenigingen. En er is steeds meer wetgeving om de positie van patiënten te verstevigen, zoals de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO). Patiënten verwachten duidelijke informatie van de chiropractor en een heldere uitleg over de behandelmogelijkheden. De chiropractor moet steeds preciezer kunnen verantwoorden wat hij doet en waarom. De communicatie tussen chiropractor en patiënt vraagt bewust aandacht. Door in te spelen op vragen van de samenleving kan de chiropractor een aantal relatief nieuwe doelgroepen aanboren. De groep van personen in de WAO is reeds genoemd. In aansluiting hierop zal de chiropractor meer gaan betekenen voor patiënten met klachten die gerelateerd zijn aan arbeidsomstandigheden. Steeds meer ouders met huilbaby’s zullen om behandeling door de chiropractor vragen, evenals patiënten met whiplash-klachten. Voorts wordt de rol van de chiropractor groter bij de behandeling van sportblessures of de begeleiding van (top)sporters. En de chiropractor zal van meer betekenis worden in de lichamelijke gehandicaptenzorg en de revalidatiecentra. Beoefenaars van de chiropractie met bijzondere expertise op en interesse in deze gebieden nemen in aantal toe. Ten slotte is te verwachten dat de chiropractor een steeds belangrijkere rol gaat vervullen bij de preventie van gezondheidsproblemen. De keerzijde van de medaille bij deze ontwikkelingen is het gevaar voor een toename van de wachtlijsten in de chiropractie en daarmee een toename van de werkdruk voor chiropractoren. Daarmee komen de noodzaak tot een duidelijke positionering van het beroep van de chiropractor en de noodzaak van een opleiding voor chiropractie in Nederland nogmaals aan het licht.
18
19
Hoofdstuk 4 Taken
In dit hoofdstuk wordt het beroepsmatig handelen van de chiropractor beschreven: de taakgebieden, de hoofdtaken en de subtaken die de chiropractor uitvoert. Er is een indeling gemaakt in zes taakgebieden. Elk taakgebied kent hoofdtaken en subtaken. Het hoofdstuk start met een schematische weergave van de taken van de chiropractor en een toelichting op dit schema. Vervolgens worden de zes taakgebieden toegelicht en worden de hoofdtaken en subtaken omschreven.
Toelichting schema taakgebieden Het voornaamste doel van de chiropractor is: een oplossing aanbieden voor problemen van de patiënt op het gebied van stoornissen in het wervelkolom en de rest van het bewegingsapparaat, het functioneren van het zenuwstelsel, en de algehele gezondheid. Om deze problemen op te lossen voert de chiropractor een aantal taken uit die elk onderdeel zijn van het chiropractische behandelproces. Dit behandelproces is voortdurend in beweging. Het brengt het doelmatige en systematische karakter van de beroepsuitoefening van de chiropractor tot uitdrukking. Bij de schematische ordening van de taken van de chiropractor vormt het behandelproces dan ook het centrale uitgangspunt. In het schema staat het behandelproces centraal weergegeven, daar omheen staan de taken die de voorwaarden scheppen voor de beroepsuitoefening. De taken die behoren bij het behandelproces worden aangeduid als de patiëntgebonden taken. Deze taken zijn ingedeeld in vier taakgebieden, te weten: informatie verzamelen, ontwerpen, chiropractische behandeling en zorg uitvoeren, en evalueren. De taakgebieden bestaan vervolgens weer uit een aantal hoofdtaken. De nummering van de hoofdtaken geeft geen gradatie van belangrijkheid of volgorde van uitvoeren aan. Gedurende het behandelproces is er een voortdurende wisselwerking tussen deze vier taakgebieden. Zo kunnen gegevens uit de evaluatie (taakgebied D) gevolgen hebben voor de diagnosestelling (taakgebied B) of de planning (ook taakgebied B) of voor de uitvoering van de behandeling en zorg (taakgebied C). Nieuwe informatie van de patiënt (taakgebied A) kan gevolgen hebben voor de diagnosestelling (taakgebied B) of de behandeling (taakgebied C). Kortom, het proces is voortdurend in beweging. Naast de patiëntgebonden taken voert de chiropractor taken uit die de voorwaarden scheppen voor de beroepsuitoefening en die onderdeel uitmaken van de beroepsuitoefening van iedere professionele beroepsgroep. Dit zijn taken die te maken hebben met de rol van professioneel beroepsbeoefenaar (taakgebied E, professiegebonden taken uitvoeren) en taken die voortvloeien uit de wijze waarop het werk is georganiseerd (Taakgebied F, taken op het terrein van de bedrijfsvoering uitvoeren). We willen benadrukken dat het beschrijven en afbakenen van taken een sterke vereenvoudiging van de werkelijkheid is. In de praktijk hangen verschillende taken met elkaar samen en zijn ze met elkaar verweven. Toch biedt een schematische weergave de mogelijkheid om inzicht te krijgen in de verschillende facetten van het beroep. Tevens moet opgemerkt worden dat het schema geen protocollair karakter heeft.
20
Schema taakgebieden 7 Taakgebied E Professiegebonden taken uitvoeren E1 De eigen deskundigheid bevorderen en onderhouden E2 De kwaliteit van chiropractische behandeling en zorg bevorderen E3 Samenwerken in de zorg E4 De beroepsuitoefening professionaliseren en profileren
Voorwaardenscheppende taken
Taakgebied A Informatie verzamelen A1 Een anamnese afnemen A2 Diagnostisch onderzoek uitvoeren A2a Algemeen diagnostisch onderzoek A2b Beeldvormend diagnostisch onderzoek Taakgebied D Evalueren D1 Evaluatie van de resultaten van elke behandeling D2 Evaluatie van de totale behandeling en afronding van de behandeling
Patiëntgebonden taken
Taakgebied B Ontwerpen B1 De diagnose stellen B2 Verwijzen B3 Een behandelplan opstellen B4 Registratie van gegevens
Taakgebied C Chiropractische behandeling en zorg uitvoeren C1 Chiropractische correcties (adjustments) en mobilisatie uitvoeren C2 Rehabilitatie, oefening, revalidatie en instructie aanbieden C3 Advies, preventieve intructies en voorlichting geven
Taakgebied F Taken op het terrein van de bedrijfsvoering uitvoeren F1 Zorg dragen voor de organisatie en beheer van de praktijk F2 Zorg dragen voor het beleid van de praktijk
7
Voorwaardenscheppende taken
Onvermijdelijk betekent deze schematische weergave van taken van de chiropractor een sterke vereenvoudiging van de werkelijkheid.
21
Omschrijving taakgebieden
Taakgebied A Informatie verzamelen De eerste fase in het chiropractische behandelproces omvat het verzamelen van informatie op grond waarvan de diagnose kan worden gesteld (zie taakgebied B). Door gegevens van de patiënt te verzamelen worden aard en oorzaak van het probleem bekend. Het is de verantwoordelijkheid van de chiropractor om het juiste klinische onderzoek uit te voeren met het doel de actuele staat van gezondheid van de patiënt te beoordelen en te bepalen of de patiënt geschikt is voor chiropractische behandeling. Op grond van deze gegevens kan de chiropractor een diagnose stellen, een geschikte behandeling kiezen of doorverwijzen. Het verzamelen en daarbij het interpreteren van gegevens gebeurt allereerst door een anamnese af te nemen. Op grond van de verkregen informatie stelt de chiropractor een werkhypothese. Om deze werkhypothese te bevestigen voert de chiropractor aanvullend diagnostisch onderzoek uit en kan hij aanvullend beeldvormend diagnostisch onderzoek uitvoeren. De volgende drie hoofdtaken zijn te onderscheiden: A 1 Een anamnese afnemen A 2 Diagnostisch onderzoek uitvoeren A 3 Beeldvormend diagnostisch onderzoek uitvoeren
A 1 Een anamnese afnemen De anamnese speelt een cruciale rol in het diagnostisch proces. Via de anamnese kan het te onderzoeken gebied en de omvang van de aandoening worden geïdentificeerd. De patiënt zal niet altijd duidelijk kunnen omschrijven wat de klacht precies is. De chiropractor zal ook de tijd nemen om de klacht en de vraag van de patiënt te begrijpen zodat duidelijk wordt wat het probleem is en wat de patiënt van hem verwacht. De chiropractor zal door vragen te stellen het probleem van de patiënt proberen te verhelderen. De klachten of problemen van de patiënt kunnen veroorzaakt worden door tal van aspecten. Klachten kunnen voortkomen uit gebeurtenissen in het verleden zoals een val of een ongeluk, uit aangeboren gebreken, uit een verkeerde (werk)houding, ze kunnen komen door sport, ze kunnen een psychosomatische oorzaak hebben zoals stress, emotionele problemen of spanningen, of ze kunnen voortkomen uit een chemische of organische reactie van het lichaam. De chiropractor zal tijdens de anamnese dan ook indien nodig vele gebieden moeten onderzoeken om de oorzaak van de klacht te verhelderen. De chiropractor verzamelt allereerst gegevens over de voornaamste klacht zoals ernst en aard, intensiteit, frequentie locatie en uitstraling, duur en aanvang. Omdat klachten van nu een gevolg kunnen zijn van ziekten of voorvallen in het verleden zal de chiropractor ook de gezondheidsgeschiedenis verhelderen. Hierbij verzamelt hij gegevens over de algehele staat van de gezondheid, de eventuele operatiegeschiedenis, eerder letsel, ziekenhuisopnamen, eerdere behandelingen, eerdere diagnostische tests en röntgenfoto’s, medicatie en allergieën. De chiropractor stelt vragen over de psychosociale en de sociale voorgeschiedenis van de patiënt. Hiermee krijgt de chiropractor zicht op het beroep, de (recreatieve) activiteiten en sociale gewoonten van de patiënt. Ook informatie over de familiegeschiedenis kan belangrijk zijn om een goed beeld te krijgen van de patiënt. Het is van belang dat de gegevens uit de anamnese adequaat worden vastgelegd. De chiropractor dient ingevolge de wet WGBO en de Wet persoonsregistratie rekening te houden met een aantal plichten die hieruit voortvloeien, zoals informatieplicht, toestemmingsplicht, geheimhoudingsplicht en inzagerecht. Deze rechten en plichten van de patiënt stellen ook bepaalde voorwaarden aan het verzamelen van de gegevens en het vastleggen in een dossier. De anamnese is het eerste contact van de chiropractor met de patiënt. De chiropractor zal in verband met het belang van het vertrouwen van de patiënt in de chiropractor en zijn
22
behandeling, steeds oog dienen te hebben voor de vertrouwensrelatie en aspecten die deze beïnvloeden. Uit bovenstaande beschrijving volgen de volgende subtaken. Subtaken A1.1 De huidige klachten inventariseren A1.2 Alle gemaakte röntgenfoto’s en overige belanghebbende informatie uit het verleden van de patiënt opvragen A1.3 Een beeld vormen van de algehele gezondheid van de patiënt en zijn ziektegeschiedenis A1.4 De vraag en de verwachtingen van de patiënt verhelderen A1.5 De verzamelde gegevens documenteren in een patiëntendossier A1.6 De patiënt informeren over de mogelijkheden van chiropractie en de te volgen procedures A1.7 Een werkhypothese stellen A1.8 Een vertrouwensrelatie met de patiënt aangaan en onderhouden
A 2 Diagnostisch onderzoek uitvoeren
A 2a Lichamelijk diagnostisch onderzoek Om de voorlopige werkhypothese uit de anamnese te bevestigen is aanvullend onderzoek nodig. De verzamelde gegevens uit de anamnese geven richting aan de keuze voor een bepaald type onderzoek en geven aan welke gebieden extra aandacht vereisen. Chiropractoren hebben de beschikking over een scala aan diagnostische onderzoeken. Met onderzoek wordt bedoeld gevarieerde procedures, uitgevoerd door de chiropractor, die nodig zijn om een diagnose te stellen. Het is niet altijd mogelijk om volledige diagnostische zekerheid te verkrijgen. In dat geval gaat het erom het niveau van onzekerheid zo veel mogelijk te verminderen door problemen uit te sluiten, met name ernstige problemen, zodat optimale aanbevelingen voor behandeling kunnen worden gedaan. De chiropractor voert ten eerste algemeen lichamelijke onderzoeken uit. Dit houdt in de algemene conditie van de patiënt beoordelen, waarbij met name gebruikgemaakt wordt van lengte- en gewichtmeting, pols- en hartslag, ademhalings-, bloeddruk en temperatuurmeting. Ten tweede zal de chiropractor afhankelijk van de klacht specifiek lichamelijk onderzoek uitvoeren bij en van het klachtengebied en de aangrenzende structuren. Dit kan bestaan uit inspectie, observatie, palpatie, onderzoek van actieve en passieve bewegingsuitslag en het uitvoeren van provocatieve handelingen, orthopedisch onderzoek, neurologisch onderzoek en vasculair onderzoek. Subtaken A2.a1 In aansluiting op de gegevens uit de anamnese geschikte onderzoeksmethoden kiezen A2.a2 Algemeen lichamelijk onderzoek uitvoeren A2.a4 Specifiek lichamelijk onderzoek uitvoeren A2.a6 Het doel, de complicaties en de klinische significantie van de resultaten van onderzoeken bespreken met de patiënt A2.a7 De resultaten van de onderzoeken vastleggen in de status van de patiënt A2.a8 De gevonden resultaten integreren
A 2b Specifiek diagnostisch onderzoek De chiropractor past specifiek diagnostischonderzoek toe om verdere informatie van de patiënt te ontvangen. Te onderscheiden zijn beeldvormend diagnostisch onderzoek en het laboratorium onderzoek.
23
Beeldvormend diagnostisch onderzoek bestaat uit enerzijds radiologisch onderzoek en anderzijds uit een breed scala van andere radiologische onderzoeken zoals planigrafie, radiografie dexascan, videofluoroscopie, planigrafisch contrastonderzoek, computertomografie (CT), MRI-scan, radionuclide botscan en diagnostische echografie. De beeldvormende diagnostische onderzoeken worden, na geïndiceerd te zijn, uitgevoerd in aansluiting op de anamnese en het algemeen diagnostisch onderzoek. Het wordt uitgevoerd ter bevestiging van het klinische beeld, om onzekerheid over het klinische beeld te verminderen of om bij te dragen aan besluitvorming bij de prognose en het behandelingsplan. In Nederland maakt de chiropractor in zijn eigen praktijk gebruik van röntgenonderzoek 8 om tot een sluitende diagnose te kunnen komen. Voor ander beeldvormend onderzoek zal hij moeten doorverwijzen. In verband met het brede scala aan beeldvormend onderzoek hanteert de chiropractor selectieprocedures zodat overbodig gebruik wordt vermeden. Selectiecriteria die de chiropractor hanteert zijn diagnostische werkzaamheid, nauwkeurigheid en klinische zekerheid, besluitvorming van patiëntselectie en beschikbaarheid, kosten en effectiviteit, indicatie en voordelen. De resultaten van een radiologisch onderzoek worden gedocumenteerd in een radiologisch rapport dat een onderdeel vormt van de status van de patiënt. Noodzakelijke onderdelen van een formeel geschreven radiologisch rapport omvatten patiëntidentificatie, soort opname, locatie waar de onderzoeken worden uitgevoerd, gegevens van het onderzoek, alle radiografische bevindingen, diagnostische indrukken ondertekend met professionele kwalificaties, aanbevelingen voor follow-up-onderzoeken en opmerkingen aangaande verdere klinische evaluatie van de patiënt. Voor ieder onderzoek wordt een apart radiologisch rapport gemaakt. Laboratoriumonderzoek wordt verricht ter ondersteuning van diagnostische hypothesen waarbij de klachten van de patiënt het resultaat kunnen zijn van een functionele of organische stoornis. Subtaken A2.b1 In aansluiting op de anamnese en het lichamelijk onderzoek radiologisch onderzoek uitvoeren A2.b2 Selectiecriteria hanteren bij het bepalen van het nut van radiologisch onderzoek A2.b3 Veiligheid in acht nemen voor de chiropractor zelf, de patiënt en aanwezige derden A2.b4 Het buiten de bekwaamheid van de chiropractor gelegen radiologisch onderzoek laten uitvoeren door anderen A2.b5 De resultaten van het radiologisch onderzoek documenteren volgens de algemene normen A2.b6 Eerder uitgevoerd beeldvormend diagnostisch onderzoek opvragen A2.b7 Laboratoriumprocedures correct aanvragen A2.b8 De onderzoeksresultaten en laboratoriumreferentiewaarden interpreteren
8
Chiropractoren zijn opgeleid in het uitvoeren en beoordelen van röntgenonderzoek. De opleiding (op het terrein van stralingshygiëne) is gelijkwaardig aan niveau 4a, zoals bedoeld in de ‘richtlijnen voor de erkenning van opleidingen deskundigen radioactieve stoffen toestellen’ zoals gepubliceerd op 20 november 1984, stcrt. 227. De wetgeving in Nederland is echter van dien aard dat chiropractoren die zich hebben gevestigd na 1995 geen röntgenapparatuur meer mogen aanschaffen.
24
Taakgebied B Ontwerpen De chiropractor stelt op grond van de gegevens die hij in de eerste fase van het behandelproces heeft verkregen een diagnose (ook wel werkdiagnose genoemd). Op basis van deze diagnose ontwerpt hij een behandelplan. De chiropractor bedenkt welke behandeling en activiteiten hij moet ondernemen om tegemoet te komen aan de hulpvraag van de patiënt. Hij analyseert daarbij de context waarbinnen problemen zich afspelen en laat deze meespelen in de oplossingsstrategie. De chiropractor heeft daarbij ook oog voor psychische en psychosociale aspecten en betrekt deze in de behandeling. De chiropractor zal korte- en langetermijndoelen formuleren en een behandelplan opstellen of overgaan tot verwijzing. De diagnose en het opstellen van een behandelplan zijn geen vaststaande gegevens, maar maken onderdeel uit van een dynamisch proces. Telkens wanneer zich in verloop van tijd veranderingen voordoen door extra informatie en door veranderingen in de conditie van de patiënt zal de diagnose en daarmee het behandelplan worden aangepast of bijgesteld. Dit taakgebied bestaat uit de volgende vier hoofdtaken: B 1 De diagnose stellen B 2 Verwijzen B 3 Een behandelplan opstellen B 4 Gegevens registreren
B 1 De diagnose stellen Door de diagnose te stellen vindt er identificatie plaats van het probleem van de patiënt, wordt bepaald of het probleem behandelbaar is met chiropractische behandeling of dat de patiënt moet worden doorverwezen. Soms is er sprake van meerdere aandoeningen of problemen bij de patiënt. In dat geval dient de voornaamste klacht die de patiënt naar voren brengt te worden behandeld, de overige aandoeningen of problemen worden in volgorde van prioriteit of tegelijkertijd behandeld. Het is de verantwoordelijkheid van de chiropractor om bij het eerste bezoek van de patiënt levensbedreigende situaties te onderkennen en hierop adequaat te reageren. De diagnose wordt weergegeven in een classificatieschema dat bestaat uit de verklaringen over de ernst, het gebied en orgaan-/weefselbetrokkenheid. De diagnose dient in verband te staan met de subjectieve en objectieve bevindingen van de patiënt en moet overeen komen met op bewijs gebaseerde criteria. De chiropractor neemt de gestelde diagnose op in de status van de patiënt en geeft een kwalificatie aan van de zekerheid van de gestelde diagnose. De diagnose wordt besproken met de patiënt en indien noodzakelijk met andere hulpverleners. Subtaken B1.1 De chiropractische diagnose stellen op grond van objectieve criteria B1.2 De patiënt informeren over de diagnosestelling B1.3 De diagnose op basis van een classificatieschema in de status van de patiënt rapporteren B1.4 De diagnose bijstellen wanneer dit op grond van nieuwe informatie noodzakelijk is
B 2 Verwijzen Op grond van de analyse van de verzamelde informatie en de diagnosestelling maakt de chiropractor een inschatting van de benodigde zorg. Indien voor de hulpvraag andere zorg nodig is dan chiropractische behandeling, verwijst de chiropractor door naar relevante deskundigen. Om te kunnen verwijzen naar de juiste deskundige heeft de chiropractor kennis nodig van de grenzen van de eigen beroepsuitoefening en van de kennisgebieden van andere deskundigen.
25
Een andere reden om door te verwijzen is dat de patiënt niet wil meewerken aan de behandeling. Aangezien motivatie voor de behandeling essentieel is en bovendien de WBGO toestemming van de betrokkene vereist, is de chiropractor genoodzaakt de behandeling te beëindigen en vindt eventueel via de huisarts verwijzing naar andere deskundigen plaats. Subtaken B2.1 Via de huisarts doorverwijzen indien de patiënt niet wil meewerken aan het behandelplan B2.2 Indien een gestelde diagnose geen chiropractische zorgvraag behelst, via de huisarts doorverwijzen naar andere deskundigen
B 3 Een behandelplan opstellen Op grond van de gestelde diagnose maakt de chiropractor een behandelplan. Een behandelplan is een schriftelijk vastgelegde beschrijving van bedoelde chiropractische handelingen, verdeeld volgens relevante doelen en prognose van behandeling. Bij de aanvang van de behandeling worden in het behandelplan opgenomen: de kortetermijndoelen, de uitkomsten van de behandeling, de langetermijndoelen en het benodigde tijdsbestek. De chiropractor stelt daarbij doelen die gerealiseerd kunnen worden en die doeltreffend en doelmatig van aard zijn. Deze doelen of uitkomsten vormen tevens de parameters van de evaluatie. Indien relevant maakt hij gebruik van standaarden of ‘guidelines’ indien deze voorhanden zijn. In het algemeen zijn in het behandelplan twee fasen te onderscheiden die overeenkomen met twee typen van zorg, te weten actieve en passieve vormen van zorg. Bij passieve vormen van zorg biedt de chiropractor zorg aan de patiënt die dit passief ontvangt en bij actieve vormen van zorg wordt actieve betrokkenheid en participatie van de patiënt vereist. In de behandeling worden actieve vormen van zorg, zoals herstel van mobiliteit, rehabilitatie en aanpassing van levensstijl, aangevuld met passieve vormen van zorg, die tot doel hebben ontspanning te bevorderen, spierspasmen te verminderen, ontstekingen te verminderen en pijn te verlichten. Betrokkenheid van de patiënt bij het stellen van de diagnose en het opstellen van een behandelplan is van groot belang voor het slagen van de behandeling. Waar mogelijk zal de patiënt betrokken en geïnformeerd worden. De chiropractor neemt de wettelijke bepalingen hiervoor in acht. Subtaken B3.1 De patiënt informeren over de gestelde diagnose en de strategie van het behandelplan en de patiënt betrekken bij het opstellen van een behandelplan B3.2 Een passende behandeling kiezen bij de gestelde diagnose B3.3 Indien relevant gebruikmaken van protocollen en richtlijnen opgesteld door de NCA en de Nederlandse overheid B3.4 De kortetermijndoelen van de behandeling voortdurend bijstellen wanneer dit op grond van nieuwe informatie noodzakelijk is B3.5 Evenwichtig aandacht schenken aan relevante somatische, psychisch en sociale aspecten in het behandelplan van de patiënt B3.6 Doelen van de behandeling schriftelijk vastleggen en daarbij een onderscheid maken in korte- en langetermijndoelstellingen B3.7 De geassocieerde gebieden die het probleemgebied ondersteunen betrekken bij de behandeling B3.8 Zorg dragen dat het behandelplan onderdeel uitmaakt van het dossier en de medische status van de patiënt B3.9 Van de patiënt toestemming voor de behandeling ontvangen en daarbij rekening houden met wettelijke kaders en richtlijnen B3.10 De patiënt doorverwijzen wanneer vanuit de diagnose een andere deskundigheid wenselijk is dan chiropractische deskundigheid
26
B 4 Gegevens registreren Het registeren van gegevens in een medische status is van groot belang, niet alleen voor de chiropractor zelf bij het verlenen van de behandeling, vervolgbehandelingen en de evaluatie maar ook voor andere (vervolg)behandelaars of verwijzers, voor onderwijs- en researchdoeleinden et cetera. Twee typen documenten zijn te onderscheiden: de interne documentatie (de medische status bedoeld voor de chiropractische behandelaar of beroepsgroep) en externe documentatie (bedoeld voor andere disciplines of behandelaars). Via het interne document, de medische status, heeft de chiropractor toegang tot relevante data aangaande de patiënt, waardoor duidelijk wordt welke procedures zijn uitgevoerd en met welk resultaat. Wanneer er een nieuwe patiënt in de praktijk komt, wordt er een status gemaakt die de basis vormt van het permanente dossier van de patiënt. Het dossier bevat onder meer persoonlijke patiëntgegevens; van toepassing zijnde bepalingen van toestemming; gegevens uit de anamnese (onderzoeksbevindingen, vragenformulier, beeldvormings- en laboratoriumbevindingen); de diagnose en het behandelplan; de werkkaart voor registratie van doorlopende patiëntengegevens, de verleende diensten en behandelingen; en correspondenties. Externe documentatie is bedoeld voor andere disciplines, behandelaars en de patiënt, en geeft informatie over de diagnose en behandeling van de chiropractor. Het is zowel voor de erkenning van het beroep als voor de kwaliteit van de zorgverlening van belang dat er een extern rapport wordt gemaakt van de chiropractische behandeling en dat deze voor de betrokkenen duidelijk, georganiseerd, volledig en begrijpelijk is opgesteld. Subtaken B4.1 Gegevens registreren volgens wettelijke richtlijnen B4.2 Medisch dossier en de status op een zorgvuldige manier opslaan B4.3 Alle relevante gegevens opslaan in het medisch dossier van de patiënt B4.4 Externe documentatie laten aansluiten op het kennisniveau van de doelgroep
27
Taakgebied C Chiropractische behandeling en zorg uitvoeren Dit taakgebied geeft geen overzicht van de chiropractische procedures die tegenwoordig in gebruik zijn. Het taakgebied beschrijft dus niet iedere mogelijke chiropractische techniek of procedure, alleen de meest voorkomende en gehanteerde procedures en technieken worden beschreven 9 . Chiropractische behandeling en zorg zijn gericht op een verbetering van het mechanisch functioneren van het bewegingsapparaat, op een verbetering van het functioneren van het zenuwstelsel, en op een verbetering van de algehele gezondheid. Om dit te bewerkstelligen past de chiropractor chiropractische handelingen en algemeen geneeskundige handelingen toe. De chiropractische behandeling wordt gekenmerkt door een individueel contact tussen chiropractor en de patiënt (in dit geval taakgebied C1). Chiropractische zorg kan een individueel contact zijn maar kan ook op een andere manier georganiseerd worden (taakgebied C2 en C3). Te onderscheiden zijn de volgende hoofdtaken: C 1 Chiropractische correcties (adjustments) en mobilisatie uitvoeren C 2 Oefening en instructie aanbieden ten behoeve van rehabilitatie en revalidatie C 3 Advies, preventieve instructies en voorlichting geven
C 1 Chiropractische correcties (adjustments) en mobilisatie uitvoeren De meest kenmerkende chiropractische behandeling is een met de hand uitgevoerde chiropractische correctie (een adjustment). Een correctie is elke verbetering van het neurologisch en/of bewegingsstelsel. Het is een toepassing van een specifieke druk op een specifieke plek, namelijk daar waar sprake is van een blokkade, in een specifieke geleide richting. Het doel is abnormale bewegingspatronen of bewegingsbeperkingen en daardoor de zenuwfunctie te normaliseren. Chiropractoren passen als behandeling met name correcties (adjustments) toe. Deze term ‘correctie’ (adjustment) refereert aan een grote variatie van met de hand uitgevoerde en mechanische interventies die op verschillende wijzen kunnen worden uitgevoerd zoals met hoge of lage snelheid, met korte of lange hefboom, met hoge of lage amplitude, met of zonder terugslag. De procedures worden meestal gericht op specifieke gewrichten of anatomische gebieden. Aangezien het niet mogelijk en wenselijk is om in dit document alle vormen van correcties (adjustments) te beschrijven, is ervoor gekozen een specifieke, veel gehanteerde wervelcorrectie (adjustment) te beschrijven: Een directe ‘thrust’ (een korte stotende beweging), waarbij een benig uitsteeksel (bijvoorbeeld een processus spinosus of tranversus) als korte hefboom wordt gebruikt om een correctie uit te voeren met een korte amplitude, hoge snelheid en richting die het gewricht beweegt in het parafysiologische traject. Dit kan gepaard gaan met een cavitatie of opening van het gewricht wat resulteert in een intrasynoviaal vacuüm fenomeen waarbij gas wordt gescheiden van vloeistof. Mobilisatie is een beweging binnen de fysiologische gewrichtsruimte toegepast door een clinicus met het doel om het totale traject van de gewrichtsbeweging te vergroten.
9
In aanvulling op de chiropractische procedures en technieken kan de chiropractor gebruikmaken van een aantal technieken die niet specifiek tot het terrein van de chiropractie behoren. Het gaat daarbij om een aantal fysiotherapeutische applicaties, zoals elektrische modaliteiten en ultraviolet, thermische modaliteiten, echografie en toepassing van hulpmiddelen als braces en steunen. Daarnaast kan een chiropractor bekwaamheden bezitten op specifieke, buiten de chiropractie gelegen gebieden.
28
Subtaken C1.1 Specifieke contactthrustprocedures uitvoeren C1.2 Mobilisaties uitvoeren C1.3 Procedures uitvoeren met manuele kracht, mechanisch ondersteund C1.4 Procedures uitvoeren met mechanische kracht, manueel ondersteund C1.5 Manuele reflex- en spierrelaxatietechnieken en diverse zacht weefseltechnieken uitvoeren C1.6 Neurale trainingsprocedures uitvoeren
C 2 Oefening en instructie aanbieden ten behoeve van rehabilitatie en revalidatie Het is gangbaar dat de chiropractor adviseert over rehabilitatieprogramma’s. Ook geeft hij instructie voor training, oefening en rekken bedoeld voor mobiliteitsonderhoud en revalidatie, evenals voor actieve conditietraining en stabiliteitsprogramma’s. De chiropractor past passieve rekking toe, een licht onderhouden spierverlenging, mogelijk in combinatie met ontspanningsmiddelen zoals koelsprays of analgetische balsems. Subtaken C2.1 Adviseren over revalidatie en rehabilitatieprogramma’s aanbieden C2.2 Instructie geven voor rek- en mobiliteitsoefeningen, actieve conditietraining en stabiliteitsprogramma’s C2.3 Passieve rekking toepassen
C 3 Advies, preventieve instructies en voorlichting geven Een intergraal onderdeel van chiropractische behandeling vormen preventie- en voorlichtingsprogramma’s. Het gaat dan om educatieve programma’s waarin kennis wordt aangeboden over omgaan met gezondheidsproblemen, over het aanpassen van gedrag of leefstijl en met name over de rug. Verder gaat het om typische ziektepreventieprogramma’s zoals het bewerkstelligen van gewichtsvermindering of het voorkomen van RSI. Ook voedingsadvisering is opgenomen in de chiropractische behandeling, evenals het toepassen van biofeedbackprincipes om patiënten te leren stress te beheersen. Daarnaast kan de chiropractor preventie- en voorlichtingsprogramma’s aanbieden aan bevolkings- en risicogroepen die wel of niet onder behandeling zijn van de chiropractor maar die bijvoorbeeld op advies van hun werkgever of behandelaar voorlichting nodig hebben. Subtaken C3.1 Voorlichting geven, met name over het omgaan met gezondheidsproblemen C3.2 Preventieve instructies geven over het aanpassen van gedrag of leefstijl C3.3 Adviezen geven over voeding, sportuitoefening, houding en tillen
29
Taakgebied D Evalueren Evaluatie vormt een belangrijk onderdeel van het chiropractische behandelproces en geeft inzicht in de conditie van de patiënt op een specifiek tijdstip van de behandeling. Evaluatie vindt zowel tijdens als aan het eind van de behandeling plaats. De belangrijkste reden is dat informatie wordt verzameld over de conditie van de patiënt, zodat inzicht verschaft kan worden in de vooruitgang van de patiënt. Daarnaast kan evaluatie inzicht bieden in de geschiktheid en effectiviteit van de behandeling en in de noodzaak om wijzigingen aan te brengen in de behandeling. Drie vormen van evaluatie worden veel gebruikt, namelijk interactieve evaluatie, periodieke evaluatie en follow-upevaluatie. Er zijn twee hoofdtaken te onderscheiden: D 1 Evaluatie van de resultaten van elke behandeling D 2 Evaluatie van de totale behandeling en afronding van de chiropractische zorgverlening
D 1 Evaluatie van de resultaten van elke behandeling In verband met de kortdurende behandelcyclus en als gevolg daarvan de constante veranderingen bij de patiënt, vindt er bij ieder bezoek van de patiënt een herbeoordeling plaats. Hierdoor kan men tot een voortdurende klinische impressie komen en deze bevestigen of aanpassen en kan men de behoefte aan chiropractische interventies bepalen. Een herbeoordeling vindt plaats zodra de klinische staat van de patiënt aanmerkelijk wijzigt, verbetert of verslechtert of als de patiënt symptomen krijgt in gebieden die niet eerder zijn geëvalueerd. Patiënten die naar verwachting reageren kunnen later worden beoordeeld en met minder tests, patiënten die niet of langzamer reageren worden eerder en mogelijk grondiger geëvalueerd. Uit de resultaten van de herbeoordeling kan blijken dat verwijzing dient plaats te vinden naar andere disciplines. Subtaken D1.1 Op grond van kennis van het natuurlijke verloop van de aandoening beoordelen op welk moment de herbeoordeling dient plaats te vinden D1.2 Tussentijdse veranderingen signaleren op basis waarvan de diagnose of het behandelplan wordt bijgesteld D1.3 Het behandelplan als uitgangspunt nemen bij de evaluatie en indien noodzakelijk het plan of de diagnose bijstellen of verwijzen D1.4 De patiënt informeren over de resultaten van de herbeoordeling D1.5 De resultaten opnemen in het dossier van de patiënt
D 2 Evaluatie van de totale behandeling en afronding van de chiropractische zorgverlening Met evaluatie van de totale behandeling verwijzen we niet alleen naar het beoordelen van het effect van de behandeling (resultaatsbeoordeling) maar ook naar de wijze waarop de behandeling heeft plaatsgevonden (procesevaluatie). Resultaatsbeoordeling heeft als doel een verandering te meten in de toestand van de patiënt als resultaat van behandeling. Dit vereist een bredere benadering dan bij het vaststellen van de diagnose. Resultaatsbeoordeling is om een groot aantal redenen van belang: het punt van maximale therapeutische verbetering kan worden geïndiceerd; het effect van de behandeling over een bepaalde tijd kan samenhangend worden geëvalueerd; een databank voor klinische research kan worden geboden, et cetera. Men onderscheidt de volgende resultaatsbeoordelingen: functionele beoordeling, beoordeling vanuit de perceptie van de patiënt, beoordeling van de algemene gezondheid, beoordeling van fysiologische resultaten en beoordeling van chiropractische status.
30
Bij procesevaluatie staat niet het resultaat van de behandeling maar het proces waarlangs het resultaat is behaald centraal. Procesevaluatie geeft inzicht in de kwaliteit van de zorgverlening op het gebied van efficiëntie, effectiviteit, patiëntvriendelijkheid, samenwerking met andere disciplines en de organisatie van zorg. Het regelmatig uitvoeren van procesevaluatie met patiënten of met collega’s levert informatie op basis waarvan de kwaliteit van de totale chiropractische zorgverlening kan worden verbeterd. Wanneer de behandeling door de chiropractor ten einde is, wordt de hulpverlening afgerond en zet de chiropractor indien noodzakelijk een nazorgtraject (of follow-up) in gang. Dit nazorgtraject kan plaatsvinden binnen de chiropractie maar ook bij andere behandelaars. Een procesevaluatie met de patiënt maakt onderdeel uit van de afronding van de hulpverlening. Subtaken D2.1 Op gestandaardiseerde wijze resultaatsbeoordelingen uitvoeren D2.2 De uitvoering en de resultaten van het behandelplan evalueren D2.3 Regelmatig procesevaluatie uitvoeren met collega’s of patiënten D2.4 Op grond van de resultaten veranderingen aanbrengen in het proces van de behandeling D2.5 Een kritische grondhouding aannemen ten aanzien van zichzelf en collega’s D2.6 De hulpverlening op een juiste wijze afronden D2.7 Zorg dragen voor nazorgtraject indien noodzakelijk D2.8 Aan de vervolgbehandelaar of huisarts noodzakelijke informatie doorgeven op het moment dat dit van toepassing is
31
Taakgebied E Professiegebonden taken uitvoeren Van een professional mag verwacht worden dat hij voortdurend investeert in zijn vakgebied om de kwaliteit van zijn hulpverlening op peil te houden. Hij zal voortdurend aan zijn deskundigheid moeten werken om bij te blijven in zijn vakgebied. Professiegebonden taken hebben niet alleen betrekking op de kwaliteit van de beroepsuitoefening maar hebben ook betrekking op activiteiten gericht op het beroep en de positionering van het beroep in de Nederlandse gezondheidszorg. Aangezien de inbedding en erkenning van het vakgebied in de Nederlandse gezondheidszorg nog maar enigszins gestalte heeft gekregen en de beroepsgroep grotere eisen stelt aan deze inbedding en erkenning, is het de taak van iedere chiropractor om daar op zijn eigen wijze een bijdrage aan te leveren en zijn kennis en contacten ten dienste te laten zijn van de beroepsgroep. Te onderscheiden zijn de volgende vier hoofdtaken: E 1 De eigen deskundigheid bevorderen en onderhouden E 2 De kwaliteit van chiropractische behandeling en zorg bevorderen E 3 Samenwerken in de zorg E 4 De beroepsuitoefening professionaliseren en profileren
E 1 De eigen deskundigheid bevorderen en onderhouden De chiropractor heeft de verantwoordelijkheid om de eigen kennis, vaardigheden en attitude op het gebied van zijn beroep bij te houden en op peil te houden. Verschillende mogelijkheden hiertoe zijn: vakliteratuur lezen, deelnemen aan intercollegiaal overleg, congressen volgen of bij- en nascholingscursussen volgen. Het volgen van bij- en nascholingscursussen is op grond van de statuten van de NCA verplicht voor ieder lid 10 . Om de eigen deskundigheid te bevorderen en te onderhouden is het noodzakelijk dat de chiropractor een kritische houding heeft ten opzichte van zijn eigen handelen en het handelen van collega’s. Van belang is dat de chiropractor nieuwe ervaring en kennis ook toepast in zijn praktijk. Subtaken E1.1 Openstaan voor nieuwe kennis en ontwikkelingen en hiermee de eigen deskundigheid bevorderen E1.2 De verplichte bij- en nascholingscursussen volgen volgens de richtlijnen van de NCA E1.3 Een kritische opstelling hebben ten opzichte van het eigen handelen en het handelen van collega’s
E 2 De kwaliteit van chiropractische behandeling en zorg bevorderen Kwaliteit van chiropractische zorg houdt in dat de chiropractor op doelmatige, doeltreffende en patiëntgerichte wijze chiropractische zorg inzet en dat hij zich kan verantwoorden voor de verleende zorg en de gemaakte keuzen. De chiropractor is niet alleen verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen handelen. De chiropractor heeft ook de verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de chiropractische zorg in het algemeen. Hiervoor stelt hij zijn kennis en kunde ter beschikking aan vakgenoten. Dit kan hij doen door aspirant-leden te begeleiden en op te leiden, maar ook door mee te werken aan en door het uitvoeren van (nieuw) wetenschappelijk onderzoek. 10
De NCA heeft een beleidsvoorstel in voorbereiding over verplichte bij- en nascholing. Het voorstel houdt in dat iedere chiropractor in de periode 2000-2001 verplicht 24 uur dient te besteden aan bij- en/of nascholing met een minimum van 6 uur (of 30 credits) per jaar. Het totaal van 24 uur staat gelijk aan 120 credits (= 5 credits per uur). Vanaf 1 januari 2002 zal het verplichte aantal bijscholingsuren 36 uur (of 180 credits) per 2 jaar worden, met een minimum van 9 uur (of 45 credits) per jaar.
32
Het is van belang dat de chiropractor goed weet wat de grenzen zijn van zijn kennis en vakgebied. Wanneer een probleem zijn deskundigheid te boven gaat, moet de chiropractor bereid zijn te kunnen beoordelen of hier nog steeds sprake is van een chiropractische hulpvraag of dat het een andere hulpvraag betreft. In het eerste geval raadpleegt hij zijn collega’s en het tweede geval verwijst hij door naar andere deskundigen.
Subtaken E2.1 Aankomend beroepsbeoefenaren begeleiden E2.2 Eigen kennis en kunde ten dienste stellen aan de wetenschap E2.3 Consulten geven als collega’s daar om vragen en collega’s consulteren indien de eigen deskundigheid ontbreekt E2.4 Op doelmatige en doeltreffende wijze zorg leveren waarbij de gedragscode en protocollen van de NCA in acht worden genomen E2.5 Kwaliteitscriteria en kwaliteitsinstrumenten hanteren
E3 Samenwerken in de zorg Samenwerking in de zorg wordt beschreven als de interprofessionele interactie van twee of meer zorgverleners bij de behandeling van de actuele gezondheidsituatie van de patiënt. Samenwerking vergroot het effect van de hulpverlening en bevordert het beroepsmatig handelen van de disciplines. Te allen tijde staat het belang van de patiënt voorop. Dit houdt in dat de samenwerking geen doel op zich is, maar ten dienste moet staan van de gezondheidsbevordering van de patiënt. Veelal gaat het om vergaren en uitwisselen van kennis en informatie. Van een ingekaderde vorm van gestructureerd overleg is in de meeste gevallen (nog) geen sprake, wat niet wil zeggen dat een dergelijke samenwerking niet wenselijk is. Vooral met betrekking tot preventie van gezondheidsproblemen is samenwerking geboden met schoolartsen, consultatiebureaus, lichamelijk gehandicaptenzorg, sportgeneeskundige diensten en niet in de laatste plaats met huisartsen en specialisten. Hierbij geldt dat de kwaliteit van de samenwerking wordt bevorderd wanneer de partijen kennis hebben van elkaars werkinhoud en werkwijzen en wanneer de deskundigheid van de ander wordt erkend. Subtaken E3.1 Zich inzetten om de samenwerking in een werkgebied gestalte te geven (door kwaliteit en voorlichting te leveren) E3.2 Gebruikelijke medische terminologieën hanteren zodat communicatie tussen de eigen discipline en andere medische disciplines wordt vergemakkelijkt E3.3 Na verwijzing communiceren op een volledige en voldoende gedetailleerde wijze zodat klinische bevindingen kunnen worden uitgewisseld E3.4 Actief contacten leggen en onderhouden met eerstelijnsgezondheidszorgdisciplines in het werkgebied E3.5 Aansluiting zoeken bij bestaande samenwerkingsverbanden
E 4 De beroepsuitoefening professionaliseren en profileren Een beroep staat niet stil maar is voortdurend is ontwikkeling. De chiropractische beroepsgroep streeft naar verdere positionering en verankering van de chiropractie in de Nederlandse gezondheidszorg. Dit is niet alleen een taak van de beroepsvereniging, ook de individuele beroepsbeoefenaar kan hierin activiteiten ondernemen. Professionalisering is een proces dat zich voortdurend zal afspelen. In dit proces worden opvattingen over taak, attitude en verantwoordelijkheid van de professionele beroepsbeoefenaar ontwikkeld. De chiropractor kan een bijdrage leveren aan het ontwikkelen
33
van nieuwe (wetenschappelijke) inzichten en aan de ontwikkeling van methodieken, standaarden en protocollen. Door een bijdrage te leveren en door deze kennis te implementeren ontwikkelt de beroepsinhoud zich steeds verder naar een wenselijke situatie. Subtaken E4.1 Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van nieuwe inzichten en standpunten in het vakgebied E4.2 Een bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek E4.3 De belangen van de eigen beroepsgroep behartigen E4.4 Een bijdrage leveren aan de positieverbetering van de eigen beroepsgroep door te participeren in netwerken van belangen- of beroepsorganisaties
34
Taakgebied F Taken op het terrein van de praktijkvoering uitvoeren Chiropractoren in Nederland zijn meestal zelfstandig gevestigde beroepsbeoefenaren. Zij voeren zelfstandig of met andere chiropractoren een praktijk. Het werken vanuit een praktijk brengt bepaalde werkzaamheden met zich mee die we kunnen opvatten als voorwaardenscheppend voor de hulpverlening. De wijze waarop de praktijkvoering georganiseerd is zal van chiropractor tot chiropractor verschillen. Maar ondanks dat een optimale praktijkvoering een persoonsgebonden aangelegenheid is, dient een adequate hulpverlening te worden gegarandeerd. De chiropractor is verantwoordelijk om aan de onderstaande taken in zijn eigen situatie de juiste vorm en inhoud te geven. We onderscheiden de volgende taken: F1 Zorg dragen voor de organisatie en het beheer van de praktijk F2 Zorg dragen voor het beleid van de praktijk
F 1 Zorg dragen voor de organisatie en het beheer van de praktijk Het voeren van een eigen praktijk brengt een groot aantal taken met zich mee. Te denken valt aan: afspraken plannen, patiënten ontvangen, mensen telefonisch te woord staan en de administratie voeren. In de meeste gevallen ondersteunt een administratieve kracht de chiropractor bij een groot aantal van deze taken. Het is de taak van de chiropractor verantwoordelijkheden aan deze administratieve krachten te verduidelijken. Daarnaast zal een groot aantal zaken geregeld moeten worden op het gebied van bereikbaarheid van de praktijk, waarneming, patiëntenvoorlichting, de praktijkuitrusting, et cetera. Subtaken F1.1 Zorg dragen voor voldoende assistentie F1.2 Bereikbaarheid van de praktijk garanderen F1.3 Waarneming bij afwezigheid organiseren F1.4 Medische (patiënten)dossiers archiveren F1.5 Patiënten informeren over de organisatie van de praktijk bijvoorbeeld door middel van een patiëntenfolder F1.6 De praktijk inrichten volgens de praktijkinrichtingseisen opgesteld door de NCA op het gebied van hygiëne, privacy, veiligheid, ruimten en oppervlakten, aanwezige voorzieningen et cetera F1.7 Het protocol van de NCA hanteren bij crisis- en ongevalssituaties of bijna-ongelukken F1.8 Algemene EHBO-richtlijnen hanteren F 2 Zorg dragen voor het beleid van de praktijk De chiropractor heeft ideeën over de manier waarop hij zijn praktijk organiseert en hoe hij zijn praktijk ziet in de toekomst. Hij heeft hier een bepaalde visie op, hanteert bepaalde uitgangspunten, heeft afspraken gemaakt met vennoten of medewerkers en heeft bepaalde doelstellingen voor ogen. Tezamen met wettelijke randvoorwaarden en algemene waarden, normen en principes, vormen zij het beleid van een praktijk. Deze ideeën geven richting aan het handelen van chiropractoren en worden meestal neergelegd in een beleidsplan. Subtaken F2.1 Afspraken maken met de aanwezige beroepsbeoefenaren over het beleid van de praktijk en deze vastleggen in een beleidsplan F2.2 Handelen in overeenstemming met het beleid F2.3 Een jaarverslag van de praktijk maken F2.4 De economische bedrijfsvoering bewaken F2.5 Zorg dragen voor personeelsbeleid F2.6 De wettelijke bepalingen en regelgeving hanteren omtrent de arbeidssituatie F2.7 Zorg dragen voor een goed inzichtelijke financiële praktijkvoering
35
Hoofdstuk 5
Benodigde competenties
In het vorige hoofdstuk zijn de taakgebieden en taken beschreven die de chiropractor in zijn beroep uitoefent. Om deze taken op een goede professionele wijze uit te kunnen oefenen, is het van belang dat de chiropractor over de juiste kwalificaties (kennis, vaardigheden en beroepshouding) beschikt. Het beschrijven van deze kwalificaties in afzonderlijke vaardigheden-, kennis- en houdingsaspecten brengt het gevaar met zich mee dat het totale beroepsbeeld uit het oog wordt verloren. Het gaat er veel meer om of deze aspecten toepasbaar zijn en met succes kunnen worden ingezet in complexe, steeds wisselende omstandigheden en probleemsituaties. We spreken daarom liever over competenties dan over kwalificaties. Competenties zijn namelijk het geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden, houding dat zich in de context van de van de werksituatie (of beroepsuitoefening) manifesteert waardoor op adequate wijze, adequate resultaten gehaald worden. Een competentie is het vermogen om een adequaat resultaat te boeken. Adequaat wil zeggen volgens de (hoogste) kwaliteitsstandaard van de betreffende beroepsgroep, niet noodzakelijkerwijs excellent. Competenties verwijzen naar individuele vermogens en worden altijd binnen een context bezien. In dit hoofdstuk worden de competenties beschreven die iedere chiropractor in Nederland minimaal dient te beheersen. Met het oog op de leesbaarheid zijn de competenties in een bepaald abstractieniveau beschreven, maar vele onderliggende competenties zijn denkbaar. Er worden acht competentiegebieden onderscheiden die al dan niet onderverdeeld zijn naar afzonderlijke competenties.
1 Een functionele samenwerkingsrelatie aangaan, onderhouden en afronden
a In wisselwerking treden met de patiënt De chiropractor treedt de patiënt met deskundigheid tegemoet, spreekt de patiënt aan op diens begripsniveau en verheldert wederzijdse verwachtingen over de behandeling. Hij geeft ruimte aan de beleving, zorgen en op- en aanmerkingen van de patiënt, neemt de patiënt serieus en reageert op verbale en non-verbale signalen. Hij vindt hierbij de balans tussen de verantwoordelijkheid van de patiënt en zijn eigen deskundigheid. Er is sprake van wederzijds respect. De chiropractor bewaakt zorgvuldig de vertrouwensrelatie die tussen hem en de patiënt bestaat en neemt grenzen van lichamelijkheid en nabijheid in acht waardoor hij seksuele intimidatie voorkomt. b De actieve rol van de patiënt stimuleren De chiropractor werkt aan bewustwording bij de patiënt. Hij zet zich in om actieve deelname van de patiënt, uitgaand van de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt en diens zelfherstellend vermogen, te bewerkstelligen en afhankelijkheid (van behandeling) te voorkomen. Hij werkt ernaar toe dat de patiënt meer grip krijgt en houdt op zijn situatie en stimuleert een voor de patiënt gezonde levensstijl. c De patiënt op de hoogte stellen en hem op de hoogte houden door informatie te bieden De chiropractor voorziet de patiënt van relevante informatie die hij nodig heeft om een volwaardige partij in de samenwerkingsrelatie te kunnen zijn. Hij laat de patiënt kennismaken met de chiropractie en informeert hem over de inhoud van de behandeling. Gedurende het gehele behandelingstraject legt hij uit wat hij doet en waarom. Hij kiest een juiste benadering om de patiënt te informeren over mogelijke behandelingswijzen en eventuele risico’s. Hij bespreekt met de patiënt gedurende het proces zijn bevindingen en eventuele complicaties, waardoor de patiënt het begrijpt en in staat is ermee om te gaan en betrokken kan worden bij
36
het maken van keuzen. In samenspraak met de patiënt sluit de chiropractor de behandeling en zorg af.
2 Een compleet beeld van de patiënt hebben a Uitnodigen tot vertellen De chiropractor haalt door actief te luisteren, door te vragen, af te bakenen en samen te vatten informatie bij de patiënt naar boven. Hij toont hierbij betrokkenheid. b De situatie doorzien De chiropractor beziet klacht en probleem niet geïsoleerd, maar plaatst ze in de context van het leven van de patiënt, en beziet ze in heden en verleden. Hij benadert het probleem vanuit een sociale, psychische en lichamelijke invalshoek en overziet de gevolgen van deze aspecten op de klachten van de patiënt. Hij legt verbanden tussen afzonderlijke problemen of symptomen en plaatst deze binnen een groter geheel. Hij herkent en doorziet acute situaties en complexe tot zeer complexe probleemsituaties. Hij checkt zijn interpretatie bij de patiënt. c De eerste indruk vastleggen in een werkbare hypothese van de chiropractische hulpvraag De chiropractor herkent in de verkregen informatie een hulpvraag. Hij maakt een vertaalslag van de verzamelde informatie naar een werkhypothese. Hij overziet hierbij de mogelijkheden van de chiropractie en kent de grenzen van de chiropractie en zijn eigen kunnen. d Door middel van diagnostisch onderzoek het beeld compleet maken De chiropractor kiest een geschikte diagnostische onderzoeksmethode en krijgt door die methode(n) juist toe te passen inzicht in het functioneren van het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel en in de algehele gezondheid van de patiënt. Hij weet wanneer beeldvormend diagnostisch onderzoek ingezet moet worden, en weegt daarbij selectiecriteria af zodat overbodig gebruik achterwege blijft. Hij neemt bij onderzoek de geldende richtlijnen en wettelijke kaders als uitgangspunt. Hij integreert de gegevens die hij tot zijn beschikking heeft, beziet ze in hun samenhang en wisselwerking en formuleert een werkdiagnose.
3 Gegevens overdraagbaar en inzichtelijk maken De chiropractor registreert gedurende de gehele behandeling de uit verschillende bronnen verkregen gegevens in het dossier of de status van de patiënt. Hij doet dit met het doel om hiermee het beeld dat gevormd is in de eerste fase van de behandeling voor ogen te kunnen blijven houden en het gehele behandelingstraject transparant te maken. Hij doet dit op een zodanige wijze dat het inzichtelijk is voor zichzelf en voor derden. Hij verwerkt nieuwe gegevens en inzichten, verkregen uit observatie en evaluatie, in het dossier of de status. Hij hanteert systemen, zodat registratie op een geordende en voor anderen inzichtelijke wijze plaatsvindt. Hij weet zijn geschrift in stijl, opzet en omvang aan te passen aan de lezer.
4 Een behandelplan opstellen dat geschikt is als leidraad voor de behandeling a Een passende aanpak vinden De chiropractor maakt de vertaalslag van diagnose naar prognose en behandeldoelen. Op basis daarvan komt hij tot een geschikte behandeling binnen het behandelingsrepertoire van de chiropractor. Hij onderscheidt de te nemen stappen – en daaraan gekoppelde doelen – in de behandeling, houdt hierbij rekening met acute situaties en brengt prioriteiten aan. Hij herkent risico’s en contra-indicaties en neemt dit mee in zijn behandelplan. Hij neemt ontwikkelde protocollen en richtlijnen als uitgangspunt, maar weet wanneer het nodig is buiten gebaande paden te treden. Hij handelt hiernaar en is creatief in het bedenken van passende, gangbare of minder gangbare oplossingen en werkwijzen. Hij improviseert en ontwikkelt nieuwe
37
handelswijzen. De chiropractor stelt zo nodig op basis van nieuw verkregen informatie en resultaten de aanpak bij. b Het behandelplan op schrift zetten De chiropractor beschrijft de prognose en behandeldoelen en de te nemen stappen in de behandeling, op zodanige wijze dat dit inzichtelijk is en als leidraad kan dienen gedurende het behandelingstraject.
5 Het functioneren van het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel en de algehele gezondheid verbeteren a Chiropractische behandelwijzen adequaat toepassen Op basis van het opgestelde behandelplan voert de chiropractor doelgericht en verantwoorde correcties en mobilisaties uit en past de meest adequate wijze van correctie of mobilisatie toe. Hij begrijpt de onderliggende theorieën waarop de technieken gebaseerd zijn en kan op basis daarvan de techniek aanpassen aan de behoefte en mogelijkheden van de individuele patiënt. De chiropractor biedt oefening en instructie aan ten behoeve van bijvoorbeeld rehabilitatie en revalidatie en doet dit op het moment dat daarmee in de behandeling het meeste effect kan worden behaald. b Gedragsverandering stimuleren De chiropractor geeft voorlichting en adviseert op zodanige wijze dat: het ondersteunend is aan de behandeling en de effecten daarvan, het preventief werkt, het gedragsverandering bewerkstelligt en het aantal onnodige behandelingen wordt gereduceerd. De chiropractor kan informatie of advies aanbieden over bijvoorbeeld voeding en leefstijl en houding. Hij brengt dit over op individuen en groepen en doet dit bijvoorbeeld door training en voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen. Hij reikt gedragsalternatieven aan.
6 Resultaten en het behandelingsproces kritisch bekijken a Evaluatiegegevens verzamelen De chiropractor vergelijkt de geformuleerde doelen en de verwachte resultaten met het bereikte resultaat, zowel tussentijds als ter afsluiting. Hij signaleert veranderingen in de toestand van de patiënt. De chiropractor benut verschillende bronnen zoals de patiënt, zichzelf en collega’s. De chiropractor zorgt ervoor dat een inhoudelijke evaluatie plaatsvindt en reflecteert met een kritische blik op de gevolgde werkwijze en zijn eigen functioneren. b Evaluatiegegevens benutten De chiropractor analyseert de gegevens en gebruikt ze om de behandeling aan te passen en te verbeteren, en/of te besluiten tot een vervolgbehandeling, nazorg, verwijzing of beëindiging. Door open te staan en afstand te nemen van zijn werk en de patiënt is de chiropractor in staat de evaluatiegegevens ten volle te benutten. Hij handelt binnen de grenzen van zijn vakgebied en weet wanneer andere deskundigheid vereist is. De chiropractor verwijst de patiënt door indien daar noodzaak toe is.
7 Werken als zelfstandig ondernemer a Functioneren als zelfstandige De chiropractor organiseert, regelt, stuurt en signaleert knelpunten en bereikt daarmee een verantwoorde en het primaire proces ondersteunende praktijkvoering. Hij draagt zorg voor personele en beheerszaken, geeft leiding aan collega’s en andere medewerkers, zorgt voor waarneming en continuïteit van de werkzaamheden. Hij zorgt voor een inzichtelijke praktijkvoering en verricht daarvoor de benodigde (financiële) administratieve taken. Hij waarborgt en verantwoordt zich voor een zorgvuldig beheer en zorgvuldige besteding van middelen, gebouw, facilitaire voorzieningen en materialen.
38
b Zijn praktijk in de regio positioneren De chiropractor stelt zich initiatiefrijk op, trekt erop uit, zoekt aansluiting bij collegachiropractoren en beroepsbeoefenaren in andere relevante disciplines. Hij bouwt daarmee een netwerk op dat de basis is voor samenwerking en afstemming. Vervolgens onderhoudt hij dit netwerk actief. c De eigen praktijk onder de aandacht brengen De chiropractor zorgt voor de opbouw en continuïteit van de praktijk door voorlichtingsmateriaal te (laten) ontwikkelen en in te zetten en activiteiten te organiseren, daarbij de gedragscode in acht nemend. Hiermee trekt hij potentiële patiënten aan maar legt hij ook de basis voor samenwerking met andere professionals. Hij waarborgt de bereikbaarheid van de praktijk. d Over arbeidsomstandigheden waken De chiropractor zorgt ervoor dat tijdens de uitoefening van het beroep de eigen gezondheid en die van collega’s niet in gevaar komen. Hij waakt ervoor dat de belasting van het eigen lichaam binnen de voor hem toelaatbare proporties blijft. Hij is alert op en zorgt voor optimale arbeidsomstandigheden. Hij weet om te gaan met het gevaar van röntgenstraling en past richtlijnen en wettelijke kaders toe die zijn opgesteld om de veiligheid van zichzelf, de patiënt en derden te beschermen. Hij kan omgaan met werkdruk en stress.
8 Professionalisering en profilering van het eigen beroep a Handelen als professional Bij zijn beroepsmatig handelen hanteert de chiropractor als uitgangspunt de professionele standaard 11 waarvan onder andere de beroepscode en wetten op het gebied van patiëntenrechten onderdeel uitmaken. Hij fundeert het beroepsmatig handelen bij voorkeur op wetenschappelijke resultaten. Hij integreert eigen visie, normen en waarden met die van het beroep en geeft de beroepshouding en beroepsmatig handelen daarmee een verantwoorde eigen inkleuring. Hij weet zijn beroepshouding aan te passen op de individuele patiënt en diens klacht. Hij werkt methodisch door bewust, successievelijk en systematisch het proces van behandelen te doorlopen. Bij het behandelen past hij geschikt instrumentarium en geschikte technieken toe. Hij doorgrondt complexe en onvoorziene situaties en treedt doortastend op. Hij is in staat zelfstandig beslissingen te nemen, vindt oplossingen en kan hierbij improviseren. b De eigen deskundigheid op peil houden De chiropractor reflecteert op zijn eigen handelen waardoor hij zijn eigen functioneren voortdurend kritisch toetst. Hij leert uit zijn reflecties en ervaringen of beoordelingen van anderen, en is bereid zijn gedrag of handelen te veranderen of bij te stellen. Om zijn deskundigheid en beroepsuitoefening up-to-date te houden maakt hij gebruik van andere bronnen, zoals literatuur, aanbod van bij- en nascholing, symposia of intercollegiale bijeenkomsten. Hij beoordeelt en integreert nieuwe inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen in zijn beroepsuitoefening en in het beleid van de praktijk. c Eigen kennis en kunde aanwenden voor de beroepsgroep De chiropractor levert een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van de chiropractie door zijn deskundigheid beschikbaar te stellen. Hij leidt aankomende chiropractoren op, werkt ze in, coacht en begeleidt ze. Hij geeft consulten aan collega’s of beroepsbeoefenaren uit andere disciplines en introduceert nieuw aangeleerde methoden. Hij levert een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek. Samen met collega’s of wetenschappers ontwikkelt hij nieuwe methoden, inzichten en standpunten en ontwerpt richtlijnen, standaarden en protocollen. 11
Onder professionele standaard wordt verstaan het geheel van regels en normen waarmee de chiropractor bij de uitoefening van zijn beroep rekening behoort te houden. Daartoe behoren zowel regels die door de wetgever en de rechter zijn geformuleerd (wettelijke voorschriften, inclusief internationale verdragen en jurisprudentie) als normen die door de beroepsgroep zelf zijn geformuleerd (beroepscode en gedragsregels, vakinhoudelijke en technische regels, standaarden, richtlijnen en protocollen en regels betreffende specifieke hulpverlenings-ethische kwesties). Mengvormen zijn: richtlijnen van de inspectie en algemene juridische, ethische en beroepsnormen.
39
d Samenwerken met andere disciplines en instanties Hij investeert in samenwerking met andere disciplines en instanties, neemt zelf initiatief tot contact en onderhoudt actief deze contacten. Hij maakt optimaal gebruik van mogelijkheden tot interdisciplinaire samenwerking, uitwisseling en afstemming. De chiropractor weet zijn deskundigheid in besluitvormingsprocessen ten aanzien van de behandeling in te brengen. e Zich inzetten voor het beroep De chiropractor handelt volgens de beroepscode en brengt het beroep niet in diskrediet. Hij vertegenwoordigt de beroepsgroep, behartigt belangen en zet zich in voor positieverbetering. Hij weet zich strategisch te positioneren in een belangenveld en ten opzichte van andere beroepsbeoefenaren.
40
Geraadpleegde literatuur
Primaire bron: Nederlandse vertaling van: Haldeman, S e.a. Guidelines for Chiropractic Quality Assurance and Practice Parameters. Proceedings of the Mercy Center Consensus Conference. Maryland: Aspen, 1993 De Mercy Guidelines is een document dat richtlijnen en maatstaven bevat over de beroepsuitoefening van de chiropractie. Het document is ontwikkeld door een commissie van 35 chiropractoren samengesteld door de Congress of Chiropractic State Associations (COCSA). Het maakt onderdeel uit van een voortdurende poging van de beroepsgroep om andere beroepsbeoefenaren te voorzien van verbeterde richtlijnen voor de uitoefening van hun beroep. De richtlijnen zijn niet vaststaand. Op grond van nieuw verkregen informatie zullen zij voortdurend moeten worden bijgesteld. Bovendien zijn ze niet bedoeld als standaard, het opvolgen van de richtlijnen is niet verplicht. Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn alternatieve handelwijzen te volgen. De richtlijnen zijn opgesteld nadat wetenschappelijk onderzoek is verzameld en consensus binnen de beroepsgroep is getoetst. Iedere richtlijn heeft een waardering gebaseerd op kwaliteit van bewijs en sterkte van waardering en aanbeveling.
Secundaire bronnen: Assendelft, W., L. Bouter en P. Knipschild Chiropractie in Nederland. Samenvatting van de internationale literatuur en verslag van een enquête onder chiropractoren. Maastricht: 1991 Assendelft, W.J.J. Chiropractie in The Netherlands, diagnosis and effects of treatment. Amsterdam: Vrije Universiteit, 1996 Brochures NCA Chiropractie. Een natuurlijke geneeswijze en preventieve gezondheidszorg Chiropractie en nekklachten Beroepsregister 1999 General Council for Chiropractic of the United Kingdom Proposed code of professional practice. Concept, januari 1998 General Council for Chiropractic of the United Kingdom Standard of Proficiency for the competent and safe practice of chiropractic. Concept, december 1997 Gezamenlijke uitgave van NVPC en NCA Studie-info. Chiropractie een volwaardig specialisme Haldeman, S Principles and practice of chiropractic. Norwalk (Connecticut) / San Mateo (California): Appleton & Lange, 1992 Hens, H. en M. Geomini
41
Beroependomeinprofiel Maatschappelijk Dienstverlening. Utrecht: NIZW, 1996
Leistra, E. e.a. Beroepsprofiel van de verpleegkundige. Maarssen: Elsevier / De Tijdstroom, 1999 LHV Basistakenpakket van de huisarts. LHV, 1987 Timmerhuis, V.C.M. Wetenschapsorganisaties in verandering. Keuzen in organisatieontwikkeling en personeelsbeleid. Tilburg: KUB, 1997
42
Bijlagen
43
Bijlage 1 Relevante begrippen Anamnese Het verslag van de patiënt van het klinische probleem (of de klinische problemen) in antwoord op de vragen van de beoefenaar. Behandelplan Een schriftelijk vastgelegde beschrijving van bedoelde chiropractische handelingen, verdeeld volgens relevante doelen en prognoses van behandeling. Chiropractische behandeling Dat deel van de totale patiëntgebonden beroepsuitoefening van de chiropractor waarbij sprake is van een individueel contact tussen chiropractor en patiënt (1-op-1-relatie). Chiropractische zorg De totale patiëntgebonden beroepsuitoefening van de chiropractor. De benaderingswijze kan zowel individueel zijn als groepgericht. Consultatie Iedere combinatie van afnemen van de anamnese, lichamelijk onderzoek, verklaring en discussie van de klinische bevindingen en prognose. CTG College Tarieven Gezondheidszorg DABCR Diplomate of the Americain Board of Chiropractic Radiologists DC Doctor of Chiropractic Diagnose Een beslissing aangaande de aard van de klacht van de patiënt; de vaardigheid of handeling van het identificeren van een ziekte of conditie vanuit de tekenen en symptomen. EBCE External Board of Chiropractic Examiners ECCE European Council on Chiropractic Education ECU Europese Chiropractoren Unie Eerstelijnsgezondheidszorg Een volgens de structuurnota sector van de gezondheidszorg die voorzieningen omvat die globaal gesproken dezelfde functionele kenmerken en gerichtheid vertonen. De eerstelijnsgezondheidszorg omvat alle niet-gespecialiseerde voorzieningen waarbij de huisarts een centrale plaats inneemt en nauw samenwerkt met andere hulpverleners in de eerste lijn, zoals de wijkverpleging, het maatschappelijk werk, de fysiotherapeut, en de tandarts. Het doel van de eerstelijnsgezondheidszorg wordt in de Schets van de Eerstelijnsgezondheidszorg omschreven als ‘Het aanvaarden van medeverantwoordelijkheid voor een continue, integrale en persoonlijke zorg voor de gezondheid van de in een vertrouwensrelatie met de hulpverlener staande individuen en hun gezinnen of andere samenlevingsverbanden in hun thuissituatie’.
44
Tweedelijnsgezondheidszorg is medische verzorging na verwijzing of screening. Basisgezondheidszorg is dat deel van de gezondheidszorg dat zich kenmerkt door collectieve preventieve gezondheidszorg. GEP Graduate Education Programme Medische status Alle documenten en geregistreerde informatie die verband houden met de klinische behandeling van een patiënt. Mobilisatie Passieve beweging binnen de fysiologische bewegingsruimte toegepast door een clinicus met het doel het totale traject van de gewrichtsbewegingen te vergroten. NCA Nederlandse Chiropractoren Associatie Neurologisch onderzoek Verwijst meestal naar evaluerende diepe peesreflexen, gevoel en spierkracht. NVPC Nederlandse Vereniging Patiënten Chiropractie Onderzoek De gevarieerde procedures, uitgevoerd door de beoefenaar, die nodig zijn om een werkdiagnose te bepalen. Het doel van het onderzoek is niet zozeer diagnostische zekerheid te verkrijgen, maar meer het niveau van onzekerheid zodanig te verminderen dat optimale aanbevelingen voor behandeling kunnen worden gedaan. Preventie Bestrijden van risicofactoren en het bevorderen van positieve determinanten van gezondheid om nieuwe gevallen van ziekte en problemen van gezondheid te voorkomen (primaire preventie), vroegtijdig (risicofactoren van) ziekte of gezondheidsproblemen op te sporen en te behandelen (secundaire preventie) en om ernstiger gevolgen van bestaande problemen te voorkomen (tertiaire preventie). Protocol Een geëxpliciteerde vorm van consensus over de aanpak van een bepaald probleem. Een protocol bevat een uniforme benaderingswijze van een (gezondheids)probleem en kan zowel een inhoudelijk als procedureel karakter hebben. Rehabilitatie Inspanningen om kracht en uithoudingsvermogen te herstellen in het pijnvrije gebied en om fysieke werkcapaciteit te vergroten. Revalidatie Geheel van medische en sociale maatregelen die tot doel hebben de validiteit van patiënten zo ver mogelijk te herstellen, respectievelijk de invaliditeit te verminderen, en minder valide arbeidskrachten weer tot voor hen geschikt werk terug te brengen. SOP Commissie Scope of Practice Vasculair onderzoek Verwijst meestal naar auscultatie en palpatie van geschikte bloedvaten. WAO
45
Wet arbeidsongeschiktheid WGBO Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst Wet BIG Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg W.F.C. World Federation of Chiropactic
WHO World Health Organisation WTG Wet tarieven gezondheidszorg
46
Bijlage 2 Relevante adressen Nederlandse Chiropractoren Associatie / NCA Douwe Egbertsplein 1 8501 AB Joure Telefoon: (0513) 41 20 41 Fax: (0513) 41 60 65 Nederlandse Vereniging Patiënten Chiropractie (NVPC) Postbus 23442 1100 DX Amsterdam Informatietelefoon: (0492) 53 51 67 Fax: (0575) 49 45 68
47
Bijlage 3 Opleidingscurriculum Anglo-European College of Chiropractic Curriculumonderdelen per leerjaar 1e jaar Human physics Human chemistry Human systems Introduction to behavioral sciences Introduction to chiropractic sciences Transferable skills 2e jaar Human morphology Physiology Biochemistry General diagnosis 1 Chiropractic technique 1 Diagnostic imaging 1 Chiropractic principles 1 Behavioural sciences 1 3e jaar Human morphology 2 Physiology 2 General diagnosis 2 Chiropractic technique 2 Diagnostic imaging 2 Clinical nutrition 1 Chiropractic principles 2 Behavioural sciences 2 Research in clinical practice 4e jaar Clinical management 1 Project General diagnosis 3 Chiropractic technique 3 Diagnostic imaging 3 Clinical nutrition 2 Chiropractic principles 3 Behavioural sciences 3 5e jaar Clinical management 2 Chiropractic management Practice management General diagnosis 4 Diagnostic imaging 4
48
49
HET NEDERLANDS INSTITUUT VOOR ZORG EN WELZIJN / NIZW Het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW is een onafhankelijke organisatie die zich door middel van informatie, innovatie en ondersteuning richt op vernieuwing en verbetering van de sector zorg en welzijn. In deze sector werken ruim 400.000 beroepskrachten en vele vrijwilligers op terreinen als kinderopvang, maatschappelijke dienstverlening, sociaal-cultureel werk, ouderendienstverlening, jeugdzorg, maatschappelijke opvang, verzorgings- en verpleeghuizen, thuiszorg en hulpverlening aan mensen met een handicap. Ook instellingen buiten de sector die zorg- en welzijnsactiviteiten ondernemen, zoals opleidingen, provincies, gemeenten en woningbouwcorporaties, doen regelmatig een beroep op het NIZW. De werkzaamheden van het NIZW zijn geclusterd rond de thema's informatie en infrastructuur, jeugdzorg en -welzijn, zorgen en verplegen, organisatie van zorg en lokaal sociaal beleid. Binnen deze kaders houden de medewerkers van het NIZW zich bezig met de ontwikkeling en implementatie van nieuwe methodieken en informatieproducten, met afstemmingsvraagstukken en expertiseontwikkeling. Dat resulteert onder meer in congressen, trainingen, boeken, brochures, almanakken, databestanden, websites, cd-rom's, video's en een informatielijn.
CENTRUM VOOR BEROEPS- EN OPLEIDINGSVRAAGSTUKKEN van het NIZW Het Centrum voor Beroeps- en Opleidingsvraagstukken van het NIZW heeft bij uitstek aandacht voor de aansluiting tussen de beroepsopleidingen en de arbeidsmarkt in de bedrijfstak zorg en welzijn. Daarbij gaat het om het beschrijven van de beroepspraktijk, het ontwikkelen van kwaliteitseisen en het preciseren van scholingsbehoeften. Op het terrein van de profilering van beroepen, heeft het CBO de afgelopen jaren de volgende producten ontwikkeld: - profiel Leidster in de Kinderopvang - profiel Inrichtingswerker voor Jeugdigen - profiel Jeugd- en Jongerenwerker - profiel Ambulante Jeugdhulpverlener - profiel Groepswerker in de Dagbehandeling - profiel Leidster en directrice in de kinderopvang - beroependomeinprofiel Sociaal Cultureel Werk - beroependomeinprofiel Maatschappelijke Dienstverlening - beroependomeinprofiel Sociaal Pedagogisch Werk - profiel Manager in zorg en welzijn - profiel Apothekersassistent - profiel Verpleegkundige - profiel Verzorgende (in ontwikkeling) - beroepenstructuur Sport en Bewegen. - functieprofiel van de ouderenadviseur
Correspondentiegegevens Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW Centrum voor Beroeps- en Opleidingsvraagstukken / CBO Catharijnesingel 47 Postbus 19152 3501 DD Utrecht telefoon: (030) 230 63 11 fax: (030) 231 96 41 Medewerkers CBO aan het beroepsprofiel Chiropractor: Sonja Liefhebber, telefoon: (030) 230 66 81, e-mail:
[email protected] Germie van den Berg Harry Hens, telefoon: (030) 230 63 96, e-mail:
[email protected].
50
51