BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL ACTEUR Beroepscompetentieprofiel Acteur Algemene Informatie
Datum: september 2003
versie: 6
Onder regie van KBB
ECABO, Kenniscentrum GOC en OVDB in het samenwerkingsverband van het Platform MBO Kunstonderwijs
Ontwikkeld door
Onderwijsontwikkelaars van Ecabo en Kenniscentrum GOC
Brondocument(en)
1. Diepte-interviews met mbo podiumkunstenaars, De Bussy, juli 2003 2. Haanstra, Een kunstencluster in het mbo? Juli 2002 3. Research voor Beleid, Arbeidsmarktonderzoek Cultuur en Media, augustus, 2001 4. De Bussy, Van onderen, de arbeidsmarkt voor podiumkunsten, augustus 2001
Legitimering BCP door
Bestuur Kenniscentrum GOC
op formatvereisten
28 september 2004
op de inhoud
in de periode oktober t/m december 2003 (zie bijlage)
Mogelijke functiebenamingen Acteur, filmacteur, entertainer, community actor. Ook: clown, living-statue, goochelaar, medewerker bij attractieparken en nevenfuncties in training en educatie, presentatie- en modelwerk.
Beroepsbeschrijving beroepscontext/ werkzaamheden
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
De acteur is uitvoerend en vaak ook docerend actief. Hij is te vinden op podia van theater tot buurthuis of speelt zonder podium op straat of op de achtergrond van een particuliere, commerciële of recreatieve bijeenkomst. Ook studiowerk maakt onderdeel uit van het werkterrein (zowel acteren als het inspreken van commercials enz.). De acteur opereert in een steeds veranderende en zich vernieuwende markt. Veelal heeft hij een gemengde beroepspraktijk waarin naast acteren ook zang, dans, en muziek een grote rol spelen. Een vast en volledig dienstverband bij een instelling komt weinig voor; ook hier combineert de acteur zijn dienstverband met projectactiviteiten en eigen initiatief. Veel acteurs leven op de rand van hobby/freelance en professioneel zelfstandig acteur, soms moet het werk tijdelijk worden gecombineerd met werk in geheel andere sectoren. Kenmerkend is ‘alles willen aanpakken’. De acteur is in de eerste
1
plaats acteur, maar beschikt daarnaast over voldoende vaardigheden in beide andere (dans, muziek) disciplines. Poseren en presenteren zijn belangrijke nevenactiviteiten.
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
2
rol en verantwoordelijkheden
complexiteit
typerende beroepshouding
De acteur vervult meestal een uitvoerende rol als onderdeel van een groter geheel. Hij/zij bereidt zowel zelfstandig als in teamverband een voorstelling voor en voert deze uit. Een goede sociale omgang met andere betrokkenen (medespelers, technisch personeel etc.) is daarbij van belang. In de kern is de acteur verantwoordelijk voor het neerzetten van een performance, het succesvol interpreteren en overbrengen van een rol. Daarnaast is de acteur verantwoordelijk voor zijn / haar beroepspraktijk. De acteur heeft (vaak) bij het voorbereiden en uitvoeren van een voorstelling te maken met een grote mate van herhaling. De motivatie, concentratie en de kwaliteit van de voorstelling mogen hier niet onder lijden. Eveneens wordt tijdens de voorbereiding de invulling van de voorstelling continu aangepast. Op het moment van uitvoering is een fout onherstelbaar. Van de acteur wordt daarom een flexibele houding en een grote stressbestendigheid gevraagd. De acteur is een allrounder. Breed inzetbaar wat betreft stijlen en mogelijkheden (techniek en stijl), soort producties, werkvelden, publieksgroepen en podia. Het oppakken van vaardigheden uit de andere disciplines hoort daarbij. Hij/zij is zeer vaardig in ‘zichzelf verkopen’ (image) en het organiseren van zijn beroepsleven. Hij/zij wordt gekenmerkt door een grote gedrevenheid om als acteur te werken, dit maakt dat minder waarde aan zekerheid en inkomen wordt gehecht. De acteur beschikt over de discipline om zijn techniek en uiterlijk op peil te houden.
trends en innovaties marktontwikkelingen
Sinds de jaren negentig vindt een constante groei plaats van ‘cretive industry’, waaronder: amusement, musical, cabaret, multidisciplinair theater etc.. Culturalisering van de economie leidt tot een toename van muziektoepassingen in een commerciële en recreatieve sfeer. (koppeling producties aan merk, stijl, doelgroep, merchandise). Jongerenproducties worden professioneler en worden ingezet in educatie. Steeds meer acteurs vinden hun weg naar de t.v. of geluidsstudio, dit vraagt specifieke vaardigheden. Internationaal werken is aan de orde. wetgeving/overheidsregulering De acteur heeft de meeste kansen in commerciële producties. De nieuwe structuur van de kunstfondsen van de rijksoverheid en de toename van het aantal aanvragers leidt tot grotere concurrentie tussen aanvragers. De vereenvoudiging fiscale regelingen voor artiesten leidt tot minder mogelijkheden tot aftrek van beroepskosten. De sector heeft te maken met aangescherpte regeling m.b.t. arbo, milieu- en veiligheid. technologische ontwikkelingen Een voorstelling wordt bijna altijd ondersteund door technologie. Er is sprake van een toenemende digitalisering van geluidstechniek, de kwaliteit neemt nog steeds toe. Voorstellingen worden gecombineerd met (video)beeld, animaties en geluidseffecten. bedrijfsorganisatorische Schaalvergroting (zeer grote dure producties) versus kleinschalige ontwikkelingen producties voortkomend uit een bepaalde subcultuur/scène.
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
3
internationale ontwikkelingen loopbaanmogelijkheden
De acteur met een MBO achtergrond zal zijn werkterrein vooral in Nederlandse producties zoeken. Uitzonderingen zijn clowns, mimespelers (groepen die niet afhankelijk zijn van de taal). Een acteur ontwikkelt zijn professie. De meeste starten in kleine (jongeren) producties en stromen later door naar meer allround theatergezelschappen. Een enkeling zal daarbij in een leidinggevende/gezichtsbepalende rol krijgen. Anderen zoeken het in doorstroom naar werk in studio, educatie of in trainingssituaties. Buiten de kunst, cultuur en media sector liggen er kansen als verkoper of representatieve functies in recreatie en horeca (gastheer/vrouw).
Kerntaken van het beroep 1. Bereidt voorstelling (individueel) voor 2. Repeteert voorstelling (in team verband) 3. Voert voorstellingproductie uit 4. Managet de beroepspraktijk 5. Werkt mee aan publicitaire activiteiten
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
4
Kerntaak 1. Bereidt de voorstelling (individueel) voor proces De acteur oefent het repertoire en verdiept zich in de thematiek. Teksten en evt. bepaalde bewegingen moeten uit het hoofd worden geleerd. Werken aan onderhoud en ontwikkeling van m.n. stemtechniek is een dagelijkse verplichting. De fysieke conditie moet op peil blijven. De acteur is daarbij gedisciplineerd en zich bewust van de eigen fysieke mogelijkheden en grenzen. rol/verantwoordelijkheden Van de acteur wordt verwacht dat hij/zij zelfstandig het voorbereidende werk kan instuderen, voor zover de rol dat binnen de productie toelaat. Vooral in kleine en lowbudget producties betreft de voorbereiding meestal ook het (mede) zorgdragen voor passende kleding, grime en hulpmiddelen. complexiteit Het voorbereiden van een voorstelling vindt in de tijd voorafgaand plaats aan de repetities in teamverband en de uitvoering van de voorstelling. Een gedegen voorbereiding is dan ook een voorwaarde voor vruchtbare repetitie in teamverband en een goede voorstelling. Het is aan de acteur om een juiste inschatting van het gestelde te maken bij het voorbereiden. De acteur moet zich in kunnen leven in de rol en de thematiek. betrokkenen Bij de (individuele) voorbereiding is de acteur voornamelijk zelfstandig aan het werk. (hulp-)middelen Tekst, evt. achtergrondinformatie in de vorm van boek, film of muziek, cassetterecorder (opnemen), spiegel. Ook gesprekken met representanten van de rol en bezoek aan locaties zijn hulpmiddelen bij het inleven in de rol. kwaliteit van proces en De acteur komt goed voorbereid op de eerste repetitie. Hij kan resultaat actief meedoen en zijn keuzes toelichten. keuze en dilemma’s De acteur moet zich inleven in de rol en er een eigen invulling aan geven. De acteur moet zich er van bewust zijn dat anderen (regisseur, medespelers) een andere opvatting kunnen hebben.
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
5
Kerntaak 2. Repeteert de voorstelling (in teamverband). proces Onderdelen van het gezamenlijke repertoire en andere toegevoegde elementen worden herhaaldelijk in teamverband gerepeteerd. In de beginfase worden delen van de productie afzonderlijk gerepeteerd. In de eindfase moet de productie als geheel worden neergezet, evt. in een try-out voorstelling. rol/verantwoordelijkheden De acteur heeft een uitvoerende rol als onderdeel van een groter geheel. Hij/zij bereidt in teamverband een productie voor. In de repetitiefase is het opbouwen van een goed contact en het samenwerken met andere betrokkenen (medespelers, technische medewerkers en dergelijke) van groot belang. De acteur moet kunnen reflecteren op het geleverde product, zowel kritisch naar zich zelf als naar de groepsprestatie. complexiteit Vooral in commerciële producties is weinig voorbereidingstijd en moet onder hoge druk (met minimale aanwijzingen en geen ruimte voor fouten) worden gepresteerd. Goede techniek is onvoldoende, men moet in staat zijn met publiek te spelen en daarmee contact te hebben. betrokkenen De acteur functioneert in een groter geheel. Hiertoe behoren collega spelers, leider, de technici, kledingontwerpers en dergelijke. De acteur werkt bijna nooit als solist en moet dus gespitst zijn op zijn/haar bijdrage aan het geheel. (hulp-)middelen Tekst, evt. achtergrondinformatie in de vorm van boek, film of muziek, cassetterecorder (opnemen), spiegel. kwaliteit van proces en In het kader van de uiteindelijke voorstelling worden op een resultaat passend niveau vakmatige eisen gesteld aan de vertolking van de rol. Daarbij is het adequaat samenspelen of aansluiten op anderen van groot belang. Ook de performance (passende gebaren, mimiek) moet voldoende zijn. keuze en dilemma’s Opvolgen aanwijzingen versus eigen inbreng. Een acteur moet jongleren tussen de verschillende aanwijzingen van regisseur, technicus, choreograaf en eigen inbreng.
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
6
Kerntaak 3. Voert voorstelling op proces
rol/verantwoordelijkheden
complexiteit
betrokkenen (hulp-)middelen
Voorafgaand aan een optreden vindt meestal een opwarmsessie plaats, wordt de stem geoefend, de apparatuur gecheckt. De acteur neemt hieraan (alleen of in teamverband) deel. Afhankelijk van de productie moet de acteur zich (laten) schminken en/of verkleden. Tijdens het optreden moeten voorbereidende muzikale, dans en acteerprestaties (kerntaak 1) als een voorstelling worden neergezet ten overstaande van een publiek. Bij studio opnames verloopt het proces iets anders. Ook hier is sprake van optreden, maar wordt een onderdeel herhaald tot er een goed resultaat is. Het ontbreken van publiek en het krijgen van een overmaat aan (technische) aanwijzingen kan remmend werken. De acteur heeft een uitvoerende rol binnen een groter geheel. Voor het optreden is het belangrijk de voorbereidingen en repetities goed te hebben doorlopen; de eigen partij kennen en in goede conditie zijn op fysiek en mentaal vlak. Op het moment van optreden moet er een groot gevoel van onderling vertrouwen zijn in de spelersgroep. In situaties dat er wat mis gaat moet daar als individu en als groep adequaat op worden gereageerd. De toeschouwer mag niet merken dat er wat mis is gegaan. Tijdens het optreden moet de acteur bijzonder geconcentreerd zijn taak uitvoeren, daarbij tegelijk ook reageren op medespelers en publiek. Naast vaktechnische eisen is het inleven in een bepaalde tekst/boodschap belangrijk. Dat uit zich in uitstraling, lichaamstaal, contact met het publiek of camera. Soms moet de acteur kunnen omgaan met lastig publiek, matige facilitaire omstandigheden (zoals een té klein podium, slechte geluids- en lichttechniek) en andere onvoorziene omstandigheden. Ook komt het voor dat de acteur moet accepteren dat het publiek niet voor hem, maar voor feest, recreatie of winkelactiviteiten komt. Daarnaast is ook het vele malen herhalen van de voorstelling een complicerende factor. Motivatie, concentratie en de kwaliteit van de voorstelling mogen hier niet onder lijden. Dit vergt een flexibele instelling en stressbestendigheid. De acteur heeft met veel anderen te maken.=: medespelers, de groepsleider, de technici, kledingontwerpers, het publiek en dergelijke. Allerlei gangbare theatervormgevingsmiddelen, zoals kostuums, schoenen, accessoires etc. Informatie uit het script en andere verzamelde materie. Technische ondersteuningsmiddelen, zoals microfoons, telefoons en dergelijke.
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
7
kwaliteit van proces en resultaat
keuze en dilemma’s
In het kader van de voorstelling/productie worden hoge vakmatige eisen gesteld aan de acteerpresentaties. De vastgestelde rol (tekst en emoties) wordt overgebracht met behulp van passend stemgeluid, gebaren en mimiek. Het kunnen opbouwen en vasthouden van spanning in de rol/voorstelling is daarbij het belangrijkste. Er is een ‘zero-tolerance’ op het gebied van fouten. Improvisatie versus tekst aanhouden Wanneer de acteur tijdens het optreden wordt geconfronteerd met het feit dat hij/zij dan wel een medespeler zijn/haar muziekstuk is vergeten en/of er andere mankementen optreden, moet de acteur voor zichzelf op dat moment beslissen hoe de situatie het best kan worden opgelost. Op het podium versus naast het podium De acteur heeft bij het uitvoeren van een voorstelling zowel op het podium als daarnaast te maken met het publiek. De invulling van deze omgang is verschillend. Hoe om te gaan met publiek buiten het licht van de schijnwerpers?
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
8
Kerntaak 4. Managet de beroepspraktijk. proces De acteur is voortdurend bezig met het managen van zijn/haar beroepspraktijk. In dit kader kunnen verschillende activiteiten worden onderscheiden: - het aangaan en onderhouden van netwerken (“kennen en gekend worden” bij werkgevers, productiehuizen, culturele instellingen, subsidiënten en publiek) - Imagobuilding, presenteren van specifieke kwaliteiten - Op voldoende niveau houden van vakmatige eisen (vooral acteertechnisch, maar ook zang, muziek en de technologische ontwikkelingen) - Ontwikkelingen op kunstzinnig vlak actief blijven volgen - Verwerven van en voorbereiden op nieuwe audities - Contractonderhandelingen en/of –besprekingen voeren - Subsidies aanvragen - Op de hoogte zijn van arbeidsrechtelijke regelingen zoals: cao, arboregels, werknemers- en werkgeversverplichtingen, sociale verzekeringen en voorzieningen en voorschriften in het kader van geluidsoverlast/belasting oren. - Op de hoogte zijn van overheidsregelingen op het gebied van Kunst, Cultuur en Media. rol/verantwoordelijkheden
complexiteit
betrokkenen
hulpmiddelen kwaliteit van proces en resultaat
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
In de meeste gevallen moet de beroepspraktijk zelfstandig worden gemanaged. Dit betekent dat de acteur hierin min of meer op zichzelf is aangewezen en dat de verantwoordelijkheid voor het handelen ook voor hem of haar zelf is. In enkele gevallen wordt voor bepaalde onderdelen een agent aangetrokken. Ook zijn de meeste acteurs aangesloten bij een artiestenbureau of impresariaat. Kenmerkend is dat het managen van de beroepspraktijk naast de andere kerntaken moet worden uitgevoerd. Bovendien kan de ene activiteit zelfs een onderdeel vormen van een andere. Voor de acteur is het hierin belangrijk prioriteiten te stellen, overzicht te bewaren, ordelijk en assertief te zijn en zijn/haar concentratie te behouden. De activiteiten worden zelfstandig ondernomen en/of uitgevoerd. In enkele gevallen kan men hulp ontvangen van speciaal daarvoor aangestelde instanties, zoals impresariaten. Voor de eigen PR kan een beroep worden gedaan op grafisch vormgevers, webdesigners. Vakbladen, landelijke en regionale tijdschriften en kranten, mobiel, mail, visitekaartje, website, CV met bekende namen, kruiwagen Door “kennen en gekend” te worden is de acteur in staat om opdrachten op het spoor te komen en naambekendheid op te bouwen. Door een goede organisatie en prioriteitstelling wordt bereikt dat er een redelijke continuïteit in de inkomsten is.
9
keuzes/dilemma’s
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
Prioritering De acteur moet regelmatig bepalen welke activiteit de meeste prioriteit verdient op een bepaald tijdstip. Soms moet werk aangenomen worden buiten het eigen genre/specialiteit, de consequenties daarvan moeten goed worden afgewogen (uit het circuit, imago). Bijvoorbeeld werk aannemen in horeca of niet. Voorkomen van blessures (m.n. stemproblemen) vereist soms het kunnen laten schieten van een opdracht. Loopbaanbewust Kansen om meer bestaanszekerheid te verwerven moeten worden afgewogen tegen het bezig zijn met de hobby/passie.
10
Kerntaak 5. Werkt mee aan publicitaire activiteiten (m.b.t. de theater/tv- en videoproductie) proces Van de acteur kan op verschillende manieren worden gevraagd mee te werken aan publicitaire activiteiten ter promotie van de theater/tv- en videoproductie. Hierbij kan worden gedacht aan het uitvoeren van kleine gedeeltes van de productie voor publiek of voor een camera, het geven van een interview, poseren, de omgang met fans, signeren van promotieartikelen, etc. Soms moet voor een promotionele activiteit vooraf worden geoefend. rol/verantwoordelijkheden Een leidinggevende (marketingmanager/regisseur) geeft opdracht tot het uitvoeren van een promotionele/publicitaire activiteit. De acteur is vervolgens, afhankelijk van het soort opdracht en activiteit, verantwoordelijk voor de succesvolle uitvoering. De activiteit kan alleen of in groepsverband plaatsvinden. complexiteit Afhankelijk van de activiteit moeten verschillende technieken worden beheerst. Het spelen van een gedeelte voor een publiek is bijvoorbeeld anders dan het spelen voor een camera (groot spelen/klein spelen). Het uitvoeren van veel van deze activiteiten kan worden ervaren als storend voor de artistieke activiteiten. betrokkenen Marketing & PR manager, -medewerkers, regisseur, publiek, cameraman, geluidstechnici, fans, pers en media. hulpmiddelen Het script, technische ondersteuningsmiddelen zoals microfoons en theatervormgevingsmiddelen, zoals kostuums, en accessoires. kwaliteit van proces en De acteur is, afhankelijk van de activiteit, geheel of gedeeltelijk resultaat verantwoordelijk voor het succesvol uitvoeren van de promotionele activiteit, zodat een goede representatie wordt gegeven van de productie. keuzes/dilemma’s Op het podium versus naast het podium De acteur heeft bij het uitvoeren van een voorstelling zowel op het podium als daarnaast te maken met het publiek. De invulling van deze omgang is verschillend. Hoe om te gaan met publiek buiten het licht van de schijnwerpers? Zinvol versus onzinnig Pers, media en fans kunnen veel vragen van de acteur. De acteur moet kunnen beslissen wanneer het wel of niet zinvol hierop in te gaan, zonder het doel van promotie/publiciteit van de productie/voorstelling/tournee uit het oog te verliezen.
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
11
Kernopgaven van het beroep acteur Kernopgave 1 De acteur staat voor de opgave dat er een grote mate van standaardisatie is in zijn werk; dezelfde theater/tv- en videoproductie moet keer op keer met een zelfde intensiteit worden opgevoerd. Dit geldt voor zowel de repetities als de voorstellingen. Kernopgave 2 De acteur verricht zijn/haar taken simultaan. Voorbereidingen, repetities en voorstellingen van verschillende producties kunnen min of meer gelijktijdig plaatsvinden. Vooral het managen van de beroepspraktijk is een taak waaraan continu aandacht moet worden besteed. Hierin staat de acteur dus regelmatig voor de opgave op prioriteiten te stellen, overzicht te bewaren, ordelijk en assertief te zijn en zijn/haar concentratie te behouden. Kernopgave 3 Het beroep acteur wordt gekenmerkt door werk op contractbasis. Dit houdt in dat een vaste aanstelling niet of nauwelijks voorkomt. Hierdoor heeft de acteur te maken met weinig zekerheid en veel onvoorziene omstandigheden. Het ene moment kan de acteur kiezen, het andere moment moet hij/zij al blij zijn met elk soort rol welke wordt aangeboden. Ook financieel gezien zorgt dit voor veel fluctuaties.
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
12
Vakmatig-methodisch (VM) 1. Intuïties, waarnemingen en indrukken omzetten in artistieke ideeën 2. Acteer en andere elementen toepassen 3. Bijdrage aan totaal product van de groep 4. Neerzetten van een performance 5. Herhalen met een zelfde intensiteit 6. Improviseren 7. Contacten maken en onderhouden 8. Opdrachten verwerven 9. Regelingen treffen, fondsen en subsidies aanvragen 10. Promoten Bestuurlijk-organisatorisch en strategische (BOS) 11. Overzicht waren, eigen werkzaamheden plannen en handelen in onvoorziene situaties Ontwikkelings (ON) 12. Professionaliteit ontwikkelen
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
1
2
3
x
X
X
x
X
X
x
X
X
x
X
X
X
X
4
5
1
Contractbasis
Standaardisatie
Promoten
Kernopgaven
Beroepspraktijk
Opvoeren
Repeteren
Voorbereiden
Kerntaken
Simultaan
Beroepscompetenties
2
3
x
X x
x
x x
x x x
x
X
X
x
x
x
x
x
x
X
X
x
x
x
x
x
13
Beroepscompetenties met succescriteria Nr. 1 Intuïties, waarnemingen en indrukken omzetten in artistieke ideeën Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze om te gaan met intuïties, (VM) waarnemingen en indrukken en deze in artistieke ideeën om te zetten en in theater/tv- en videoproductie vorm te geven. Succescriteria Proces Zoekt/creëert een theatrale/tv-vorm voor de inhoud Zoekt aanvullende informatie om zicht te verdiepen in de thematiek Kent teksten (voor zijn/haar rol) foutloos uit het hoofd Kiest repertoire of theater/tv-materiaal Analyseert de tekst of het script Kan aan de visie en het regieconcept zichtbaar en merkbaar vormgeven in zijn/haar spel Werkt analytisch met beweging, taal, muziek en beeld Beheerst het spelen van fictionele situaties Resultaat
Creëert een eigen ‘verhaal’ in handelingen en/beelden
Nr. 2 Acteer en andere elementen toepassen Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze acteer en andere elementen (VM) toe te passen ten behoeve van de theater/tv- en videoproductie. Succescriteria Proces Beheerst tekst, stem, houding, gebaar en beweging zodanig dat hij/zij in de theater/tv-productie de techniek ontstijgt Onderhoudt een goede fysieke conditie; traint/oefent dagelijks Handelt gedisciplineerd Laat in zijn/haar acteren blijken over muzikaliteit (ritmegevoel, gevoel voor dynamiek en tempo) te beschikken Speelt op alle mogelijke podia en kan zijn/haar fysieke instrument en presence daartoe gebruiken Resultaat:
Levert de gewenste kwaliteit bij het acteren en andere elementen (dansen, zingen, etc) van de productie
Nr. 3 Bijdrage aan totaal product van de groep Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze bij te dragen aan het totale (VM) product van de groep/gezelschap (de voorstelling). Succescriteria Proces Stemt eigen inbreng af op medespelers Werkt samen met anderen Voert aanpassingen en aanwijzingen van de choreograaf, regisseur, dirigent, technici en dergelijke door in spel, dans en/of zang Oefent het samenspel, reageert professioneel op de ander Resultaat:
Samenwerken en overleg tussen de verschillende partijen levert de gewenste kwaliteit van de productie
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
14
Nr. 4 Neerzetten van een performance Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze een performance neer te zetten (VM) t.b.v. een theater/tv- en videoproductie. Succescriteria Proces Oriënteert zich op de voorstellingslocatie/opnamestudio en maakt zich deze als werkplek eigen Bereid zich adequaat voor (warming-up: vocaal, fysiek en mentaal) Verzorgt het uiterlijk (kostuums, grime, haardracht, schoeisel) Streeft perfectie na wat betreft de performance; communiceert theatraal met het publiek Heeft controle over zenuwen (beheerst ontspannings- en concentratiemethoden) Is vaardig met kostuums, grime, haardracht, schoeisel en wisselingen daarvan Werkt tijdens de voorstelling op de juiste manier met verschillende theatervoorstellingsmiddelen (muziek, licht, geluid, decor, etc) Benut de fysieke ruimte theatraal Maakt op gecontroleerde, artistiek-expressieve wijze gebruik van lichaam en stem Resultaat:
Zet performance neer met een optimale kwaliteit qua technische uitvoering en artistieke zeggingskracht
Nr. 5 Herhalen met een zelfde intensiteit Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze zijn/haar repertoire met een (VM) zelfde intensiteit te herhalen om een continu kwalitatief goede theater/tven videoproductie te waarborgen. Succescriteria Proces Kent de eigen, gedegen ingeoefende, partij Werkt en handelt gemotiveerd Werkt en handelt geconcentreerd Werkt en handelt gedisciplineerd Resultaat Nr.6 Improviseren Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces
Resultaat:
Handhaaft gedurende een langere periode een zelfde kwaliteitsniveau De acteur is in staat om op adequate wijze te improviseren tijdens een voorstelling ten behoeve van een kwalitatief goede theater/tv- en videoproductie. Improviseert wanneer de situatie daarom vraagt Raakt niet in paniek Blijft rolvast (houdt de eigen rol vast) Fouten vallen de toeschouwer niet op/worden niet als zodanig herkend
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
15
Nr. 7 Contacten maken en onderhouden Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze contacten te maken en te (VM) onderhouden t.b.v. het succesvol uitoefenen van zijn/haar beroep. Succescriteria Proces Communiceert o.a. over invallen en (tekst)interpretaties Presenteert zich naar potentiële werkgevers, productiehuizen, studio’s, culturele en recreatieve instellingen, subsidiënten, beleidsmedewerkers en publiek Maakt gebruik van zijn/haar kennis van bestaand repertoire, gezelschappen en choreografen Resultaat:
Heeft netwerk
Nr. 8 Opdrachten verwerven Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze voldoende opdrachten te (VM) verwerven t.b.v. het succesvol uitoefenen van zijn/haar beroep. Succescriteria Proces Volgt de ontwikkelingen in de andere disciplines van kunsten Presenteert zichzelf overtuigend in audities Presenteert zichzelf overtuigend in sollicitatiegesprekken Onderhandeld over contractvoorwaarden Onderzoekt zijn / haar arbeidsmogelijkheden in de nabije toekomst Is gericht op het verdere verloop van zijn / haar maatschappelijke carrière Resultaat:
Heeft voldoende werk/opdrachten
Nr. 9 Regelingen treffen, fondsen en subsidies aanvragen Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze regelingen te treffen, fondsen (VM) en subsidies aan te vragen (zelfstandig de beroepspraktijk te managen) t.b.v. het succesvol uitoefenen van zijn/haar beroep. Succescriteria Proces Houdt zich op de hoogte van de regelingen van overheden ter bevordering van de muziekbranche Maakt gebruik van overheidsregels met betrekking tot arbeidscontracten (cao, arbo-regels, etc) Resultaat: Nr. 10 Promoten Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces
Resultaat
Verwerft inkomen via regelingen, fondsen en subsidies De acteur is in staat om op adequate wijze de theater/tv- en videoproductie op verschillende manieren te promoten. Voorbereiding van de promotionele activiteit Maakt gebruik van de beschikbare technische en andere hulpmiddelen Creëert eigen imago Verzorgt publiciteitsmiddelen (website, folders, portfolio, etc) Verwerft naamsbekendheid voor zichzelf of de productie
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
16
Nr. 11 Overzicht bewaren, de eigen werkzaamheden plannen en handelen in onvoorziene situaties Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze overzicht te behouden, (BOS) prioriteiten te stellen en de eigen werkzaamheden te plannen waardoor de continuïteit van de eigen en andermans werkzaamheden niet in gevaar kan komen. Succescriteria Proces Brengt structuur aan in werkzaamheden, verricht deze op efficiënte wijze Gedraagt zich zelfbewust Stelt grenzen aan zichzelf en anderen Maakt gebruik van de beschikbare ( ICT ) hulpmiddelen Stemt voorgenomen activiteiten af met regisseur, project- en/of marketingmanager, muzikaal leider resultaat
Activiteiten en werkzaamheden worden succesvol afgerond en de continuïteit van de productie blijft gewaarborgd
Nr. 12 Professionaliteit ontwikkelen Beroepscompetentie De acteur is in staat om op adequate wijze vakkennis bij te houden en (ON) nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen. Succescriteria Proces Leest regelmatig vakliteratuur Stelt functionele en realistische leerdoelen Volgt cursussen/trainingen met inzet en doorzettingsvermogen Test en beoordeelt nieuwe technieken, methoden en middelen Doet verbetervoorstellen Evalueert eigen handelen resultaat
Aansluiten op de vraag van de opdrachtgevers
041101 BCP acteur vastgesteldvastgesteld
17