BEOORDELINGSRAPPORT
Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding
Industrieel Product Ontwerpen voltijd
Saxion Hogeschool
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I
www.hobeon.nl
E
[email protected]
BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Industrieel Product Ontwerpen
voltijd Saxion Hogeschool CROHO nr. 34389
Hobéon Certificering BV Datum 4 september 2012 Auditteam Ir. A.T. de Bruijn Prof. dr. ir. W.A. Poelman Ir. J.A. Oostendorp Ir. J.J.M. Zijlstra A.M. Nijdam Secretaris Drs. G.W.M.C. Broers
INHOUDSOPGAVE 1.
BASISGEGEVENS
1
2.
SAMENVATING
3
3.
INLEIDING
7
4.
OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
9
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
31
6.
AANBEVELINGEN
33
BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
I II III IV V VI VII VIII
Scoretabel Aanvulling op In- door- en uitstroomgegevens Opleidingsspecifieke eindkwalificaties Schematisch overzicht opleidingsprogramma Programma, werkwijze en beslisregels Lijst geraadpleegde documenten Beoordeelde eindwerkstukken IPO Overzicht auditteam
35 37 39 43 45 49 51 53
1.
BASISGEGEVENS
NAAM INSTELLING
Saxion Hogeschool
status instelling (bekostigd of rechtspersoon voor hoger onderwijs) resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Bekostigd
NAAM OPLEIDING (zoals in croho) registratienummer croho
Industrieel Product Ontwerpen 34389
domein/sector croho
Techniek
oriëntatie opleiding (hbo – wo)
Hbo
niveau opleiding
Bachelor
aantal studiepunten (EC’s)
240
afstudeerrichtingen
-
locatie
Enschede
variant
Voltijd
relevante lectoraten
Industrial design/product design Lectoren kenniscentrum Design en Technologie
Positief
in-, door- en uitstroomgegevens van -zo mogelijk- de laatste 6 cohorten cohort 2006 2007 2008 2009 2010 instroom voltijd 64 58 63 48 56 cohort 2004 2005 2006 2007 2008 propedeuserendement - voltijd (aantallen) 15 21 19 12 13 cohort 2001 2002 2003 2004 2005 uitstroom na 5 jaar - voltijd (aantallen) 16 25 17 19 26 gerealiseerde docent–student ratio 1:20,6 contacturen 2010/11 1e jaar 2e jaar 3e jaar gemiddeld aantal 33 uren 23 uren max. per per 20 per week week jaar
2011 51 2009 12 2006 30
4e jaar Minor 20 uren per week en afstuderen ca. 12 contacturen
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 1
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 2
2.
SAMENVATING
Inleiding Dit rapport bevat de weergave van bevindingen door een auditteam, dat op basis van de bestudering van een uitgebreide set documenten en een ter plekke uitgevoerde audit de opleiding Industrieel Product Ontwerpen (IPO) beoordeelde. Het auditteam merkt op dat de Kritische Reflectie en de set hoofddocumenten wat inhoud en vormgeving betreft adequaat zijn. Ook is er sprake van een volledige set onderliggende documenten die ‘kleur’ geven aan hetgeen in de Kritische Reflectie en de hoofddocumenten beschreven is. Het team komt tot een positieve beoordeling van deze opleiding. De opleiding kenmerkt zich door een eigen ‘smaak’, een eigen accent, te geven aan de opleiding waardoor zij zich onderscheidt van andere IPO opleidingen. Concreet gaat het hierbij om techniek; een brede technologische basis die het werkveld herkent en waardeert. De studenten tonen, en het auditteam wil dit met nadruk hier vastleggen, ijver en inzet. De opleiding kan de ijver en inzet van de student van een volgende dimensie voorzien door meer aandacht te besteden aan ‘reflectie’: wát doe je en waarom doe je het op de door jou gekozen manier? Positief is het auditteam over het door de opleiding gekozen motto: ‘Van tiener naar ingenieur’. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties De opleiding heeft een duidelijke visie op papier gezet over het IPO vakgebied en daarbij duidelijk verwoord, wat het verschil is tussen een hbo- en een wo-afgestudeerde IPO ingenieur. Het opleidingsprofiel van de IPO opleiding is op landelijk niveau vastgesteld en is van recente datum. Het niveau van de eindkwalificaties sluit, wat reikwijdte en complexiteit betreft, aan bij de Dublin Descriptoren. Daarmee is in grote lijnen voor de komende jaren gegarandeerd dat de IPO opleiding studenten opleidt die voldoen aan de eisen die het werkveld stelt aan afgestudeerden van deze opleiding. De trits profiel-competenties-doelstellingen is navolgbaar met daarbij de aantekening dat er sprake is van een duidelijke beroepsgerichtheid. Het auditteam stelt vast dat de competenties en doelstellingen zodanig geformuleerd zijn dat zij toegankelijk zijn voor studenten en gebruikt worden bij het bepalen van hun kwalificaties. De opleiding bereidt voor op diverse beroepsrollen zowel uitvoerend, sturend als vertalend, waarin zowel opleidingsspecifieke als generieke hbocompetenties zijn opgenomen. De beoogde eindkwalificaties zijn van een niveau, dat aansluit bij de eisen vanuit het werkveld. Ook sluiten de eindkwalificaties aan bij de eisen die in (inter)nationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de opleiding. Het werkveld kan zich bijvoorbeeld vinden in de door de opleiding gekozen profilering waarbij de technische kennisbasis centraal staat. Het auditteam constateert dat IPO wel contacten heeft met organisaties/bedrijven in het buitenland, maar deze contacten kunnen omvangrijker en intensiever. Het werkveld is tevreden over de afgestudeerden van de IPO opleiding van Saxion. Wel verdienen persoonsgebonden kwaliteiten meer aandacht, evenals de onderzoekscompetenties, de helicopterview (overzicht over de ontwerp-processtappen) en het meer out of the box denken. Samengevat: de IPO’er mag wel een wat ‘stevigere’ persoon zijn. Hij moet hun (concept)ontwerp goed leren verdedigen, in heldere en duidelijke statements. Het reflectievermogen, de achtergronden van het ‘waarom’ je iets op de door jou gekozen wijze ontwerpt, verdient hierbij eveneens aandacht.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 3
Hoewel er sprake is van hierboven genoemde ontwikkelpunten, is het auditteam van mening dat de IPO opleiding door de beschreven concretisering van de beoogde eindkwalificaties de relatie met het werkveld en haar aansluiting bij de internationale eisen wat betreft de beoogde eindkwalificaties voldoet aan de basiskwaliteit. Het auditteam komt bij Standaard 1 tot het oordeel ‘voldoende’. Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Het curriculum, de kwaliteit van de docenten en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het naar het oordeel van het auditteam voor de studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. De onderwijsvisie komt over de gehele breedte van de opleiding tot uitdrukking. Ook de didactische werkvormen, waarbij de praktijkcomponent een belangrijk rol speelt, sluiten aan bij de visie van de opleiding. Het door IPO aangeboden curriculum correspondeert wat inhoud, reikwijdte en complexiteit betreft met de beoogde eindkwalificatie. De ‘koninklijke weg’ van beroepscompetentie naar concreet uitgewerkt studieprogramma is navolgbaar en door de opleiding uitgewerkt. Er bestaat een voldoende uitgewerkte opbouw van zowel de kennis- als de vaardigheden/praktijk component. De opleiding kenschetst zich door een voldoende samenhangende én inspirerende leeromgeving voor studenten te creëren. In feite, zo constateert het auditteam, kenmerkt het curriculum zich door een vrij gangbare opbouw. De opleiding biedt de student gedurende de eerste tweede studiejaren een gedegen theoretische basis, aangevuld met studieloopbaanbegeleiding en mogelijkheden voor studenten tot het volgen van ‘bijles’, o.a. op het terrein van wiskunde en statica. In de het derde studiejaar loopt de student twee stages, waarna hij in het vierde jaar een minor volgt en zijn afstudeeropdracht uitvoert. Deze opzet zorgt ervoor dat het studieprogramma overzichtelijk is voor het auditteam en voor de student. Het lectoraat draagt bij aan de vakinhoudelijke component van de opleiding. De lector heeft ook een duidelijk beeld op welke wijze zij en haar kenniskring in de toekomst deze bijdrage kunnen uitbreiden. De opleiding kan de onderzoekscomponent nog steviger in het studieprogramma doorvoeren. De rationale van de onderzoekscomponent is door de opleiding overigens duidelijk geformuleerd. De opleiding beschikt over voldoende docenten, getuige de voor het hbo gunstige docent-student ratio van 1:20,6. Het aantal docenten met een voor de opleiding relevante wo-opleiding is beperkt. Naar de (nabije) toekomst toe is hier een verbeterslag te maken, die overigens al door de opleiding in gang is gezet. De opleidingsspecifieke voorzieningen zijn in orde. De voor de opleiding IPO noodzakelijke voorzieningen zijn aanwezig. De studielast is duidelijk beschreven in de voor studenten beschikbare documentatie. De gemiddelde studielast ligt op die van een reguliere werkweek van 40 uur. De opleiding heeft zicht op het instroomniveau van haar studentenpopulatie en houdt daartoe contact met het aanleverend onderwijs, in de regel havo en mbo. De begeleiding ziet er op papier duidelijk uit en blijkt in de praktijk, zo geven studenten aan, voldoende te functioneren. De begeleiding is intensiever naarmate de student meer problemen ondervindt tijdens met name de eerste twee studiejaren. Een punt van aandacht, en daarmee onderscheidt deze opleiding zich niet van veel andere opleiding in het hbo, zijn de rendementen. Die zijn erg laag. De opleiding doet al zeer veel, hetgeen ook door studenten wordt bevestigd, om studie uitval te voorkomen en daarmee de rendementen te verbeteren. Nieuwe acties hieromtrent zijn overigens in voorbereiding. De opleiding stelt haar studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Naar het oordeel van het auditteam is het programma inhoudelijk voldoende, evenals de kwaliteit van de docententeam. Het auditteam komt bij Standaard 2 tot een oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 4
Standaard 3 Toetsing en beoordeling IPO beschikt over een adequaat functionerende examencommissie. Doorslaggevend hierbij is voor het auditteam dat de examencommissie inhoudelijk goed is toegerust en dat zij een duidelijk beeld heeft wát zij moet doen om de kwaliteit en daarmee het niveau van de opleiding op peil te houden. Zij onderneemt daarop concrete acties op basis van een duidelijke agenda voor de komende twee studiejaren. De opleiding beschikt naar het oordeel van het auditteam over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. De uitgangspunten van het toetsbeleid zijn duidelijke geformuleerd. Er is sprake van een adequate toetspraktijk waarbij de toetsen van voldoende niveau zijn: diepgang is aanwezig alsmede een brede toetsing van opleidingsrelevante onderwerpen. Bestudering van de eindwerkstukken laat zien dat er sprake is van hbo-niveau. De met een 9 of 10 beoordeelde eindwerkstukken beoordeelt het auditteam één of twee punten lager, vooral omdat de reflectie en de verantwoording nog versterking behoeven. Desalniettemin blijft er nog altijd een fraai cijfer over. Het werkveld is in algemene zin tevreden over de kennis en het niveau van IPOafgestudeerden. Het auditteam komt bij Standaard 3 tot het oordeel ‘voldoende’. Algemene conclusie: Saxion heeft met de opleiding Industrieel Product Ontwerpen een opleiding in huis met potentie: meer internationale gerichtheid, vergroting van de helicopterview van studenten en van de onderzoekscomponent in de opleiding, een docententeam dat meer in de buurt komt van het Saxion-criterium (zonder dat het auditteam hierbij afbreuk wil doen aan het huidige IPO-team), alsmede een goed functionerende werkveldcommissie kunnen er zorg voor dragen dat deze opleiding functioneert als één van de uithangborden van Saxion Hogeschool. De kwaliteit van het studieprogramma, de tevredenheid van studenten over de opleiding en de tevredenheid van het werkveld over de opleiding leiden ertoe dat het auditteam van oordeel is dat de opleiding voldoet aan de basiskwaliteit en komt daarmee tot de algemene conclusie ‘voldoende’.
Datum: 4 september 2012
ir. A.T. de Bruijn, voorzitter
drs. G.W.M.C. Broers, secretaris
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 5
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 6
3.
INLEIDING
De opleiding Industrieel Product Ontwerpen (hierna: IPO) is één van de opleiding binnen de Academie Lifescience, Engineering & Design van Saxion Hogeschool. De opleiding levert jaarlijks ongeveer 30 studenten af op de arbeidsmarkt. Binnen de Academie waar IPO deel van uitmaakt, werkt IPO met name samen met Werktuigbouwkunde, Technische Natuurkunde en Elektrotechniek. Deze samenwerking beperkt zich niet alleen tot het terrein kwaliteitszorg en het functioneren van de examencommissie, maar is er ook op het terrein van onderwijsinhoudelijke thema’s. Vanuit Technische Natuurkunde en Electrotechniek wordt een aantal IPO studieonderdelen verzorgd. Sinds 2006 werkt IPO met competentiegericht onderwijs op basis van een landelijk opgesteld beroepsprofiel en een daarvan afgeleide ‘Saxion-IPO competentiekaart’. Ten tijde van de audit hanteerde de opleiding eindkwalificaties uit 2011. De opleiding beschrijft de onderwijsvisie als volgt: ‘Toenemende complexiteit bij afnemende begeleiding en voorstructurering’. Ten opzichte van 2006 besteedt de opleiding veel aandacht aan de voorbereiding van afstuderen en stage en hanteert daarbij een competentiegericht beoordelingsmodel. IPO betrekt thans meer dan in het verleden bedrijven bij projecten; vertegenwoordigers uit het werkveld adviseren op deelaspecten de IPO-medewerkers. Rond 2006 zijn de eerste Duitse studenten de opleiding ingestroomd. Het auditteam heeft tijdens de audit met een aantal Duitse studenten gesproken. Sinds het studiejaar 2009/10 kent de opleiding een verdiepende minor Industrial Design met als keuzerichtingen: Applied Design en Applied Research. Sinds de oprichting van het lectoraat in 2004 werkt IPO samen met het lectoraat Industrial Design van het kenniscentrum Design en Technologie; verschillende docenten van de IPO-opleiding participeren hierbinnen. Een recente ontwikkeling binnen IPO betreft ‘de school als werkplaats’. Hierbij staat een betere facilitering voor studenten centraal. De afgelopen jaren zijn de onderwijsbegeleiding en het onderwijs aan studenten intensiever geworden. Ook is, mede naar aanleiding van de vorige accreditatie in 2006, de informatievoorziening naar de student verbeterd. Het auditteam heeft hier tijdens de audit aandacht aan besteed. De accreditatie in 2006 gaf geen aanleiding tot het nemen van verdere verbetermaatregelen. Een meer vakinhoudelijk karakteristiek van deze IPO-opleiding, in vergelijking met andere IPO opleidingen betreft de vrij brede technische invalshoek van deze opleiding. Dat blijkt uit studieonderdelen die de opleiding aanbiedt waaronder wiskunde, statica, materialen en productietechnieken, PMC analyse en ontwerpen en construeren.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 7
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 8
4.
OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat inhoud, niveau en oriëntatie betreft geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau (bachelor–master) en oriëntatie (hbo–wo) binnen het Nederlands kwalificatieraamwerk. Zij sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding.
Bevindingen Visie De opleiding heeft haar visie op opleiden én op het vakgebied IPO op een duidelijke wijze beschreven. Zij beschrijft daarbij het onderscheid tussen een hbo- en een wo-afgestudeerde IPO ingenieur. Door middel van tekst en afbeeldingen legt de opleiding haar visie uit. Zonder in dit verband te diep op de achtergrond van deze visie in te gaan, blijkt dat in de visie van IPO de Saxion IPOingenieur in sterke mate het proces in de eerste fasen van de productlevenscyclus bepaalt. De IPOafgestudeerde is degene met kennis van de markt, van de gebruiker én van innovatieve technieken en materialen. Hij weet nieuwe productideeën te ontwikkelen met daarbij een specificatie van materialen, productietechnieken en kosten. Ook beschrijft de opleiding het specifieke hbo-niveau van de afgestudeerde IPO-ingenieur. Het hbo-niveau is door de opleiding afgezet tegen de wo’er. Het verschil tussen de hbo- en de woafgestudeerde zit in het abstractieniveau waarop zij met het ontwerpproces bezig is. Het onderzoek ten behoeve van de productontwikkeling op hbo-niveau is deels meer uitzoeken dan onderzoeken (dit laatste is vooral een kenmerk van wo-georiënteerd onderzoek). Beroeps- en opleidingsprofiel Het door IPO gehanteerde beroeps- en opleidingsprofiel en de hierin beschreven eindkwalificaties/competenties zijn in landelijk verband opgesteld, voor het laatst in 2011. Doordat de opleiding behoort tot het domein Engineering, zijn de competenties die gelden voor dit domein in de IPO competenties verwerkt. De set competenties is zodanig geformuleerd dat ook studenten deze kunnen begrijpen. Hierdoor krijgen zij inzicht in de eisen die het werkveld stelt aan afgestudeerde IPO’ers. De opleiding onderscheidt zich binnen het landelijke profiel met een stevigere, brede technische basis. Het werkveld herkent en onderschrijft deze nadruk op techniek. De opleiding participeert actief in het landelijk overleg voor hbo-opleidingen op het terrein van Industrieel Product Ontwerpen; de teamleider van de IPO opleiding van Saxion is tevens voorzitter van de werkgroep LBOP2011 van het landelijke IPO overleg. Bij de formulering van de competenties is gekozen voor een zodanige opzet, dat hierin de stappen van het ontwerpproces zichtbaar zijn. Op deze wijze zijn de beroepscompetenties aan de beroepspraktijk gekoppeld en komt het karakter van een hogere beroepsopleiding duidelijk naar voren. Het opleidingsprofiel bestaat uit zes competentiegroepen: algemeen/projectmanagement, oriënteren, analyseren, ideeën ontwikkelen, concepten ontwikkelen en materialiseren. Aan de competenties zijn gedrags- en prestatie-indicatoren gekoppeld (‘De IPO ingenieur laat dit zien door’) en hieraan zijn beroepsproducten gekoppeld. Het auditteam constateert dat de set competenties op een duidelijke wijze is uitgewerkt. De term ‘duidelijk’ verwijst hier naar een heldere formulering van de competenties en hun uitwerking die door studenten begrepen wordt, zo is het auditteam gebleken.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 9
In onze lijst met aanbevelingen die toegevoegd is aan deze rapportage, geeft het auditteam een aantal suggesties om verschillende accenten aan te brengen/toe te voegen aan de bestaande set competenties/doelstellingen. Hiertoe behoren kostprijsberekening en wet- en regelgeving, aspecten die de opleiding nadrukkelijker in het curriculum kan opnemen. Ter illustratie van de wijze waarop het beroeps- en competentieprofiel zijn beschreven, werken wij hier de competentiegroep ‘Analyseren’ uit. Analyseren Waar gaat het om?
Kritische situaties
De IPO’er analyseert en definieert het probleem in relatie met relevante externe factoren. Hij formuleert i.s.m. de opdrachtgever, verkopers en gebruikers de eisen die aan het product worden gesteld.
Onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Onduidelijke uitgangspositie. De opdrachtgever voelt zich niet gebonden door de resultaten van de analysefase. De opdrachtgever komt met nieuwe gegevens en/of wensen. Het programma van eisen is niet correct.
Competentie: Analyseren Analyseren
Probleemstelling formuleren Programma van eisen en wensen opstellen
De IPO’er laat dit zien door: Projectrelevante informatie te verwerken en het ontwerpprobleem kritisch te analyseren. De analyseresultaten terug te koppelen naar projectdoelstellingen. De probleemstelling aan te scherpen t.a.v. het project en het te ontwikkelen product.
Voorbeelden van beroepsproducten Analyse van ingewonnen informatie. Onderbouwde product/ markt combinatie.
Projectrelevante eisen en wensen te formuleren in overleg met de opdrachtgever.
Programma van eisen en wensen.
Aangescherpte probleemdefinitie.
In een aparte kolom (hier niet opgenomen) geeft de opleiding vervolgens een indicatie van de curriculumrelevantie. Daarnaast heeft de opleiding in een overzichtelijk schema weergegeven op welke wijze het IPO beroepsprofiel is uitgewerkt in de onderwijsinhoud. We komen daar in de volgende Standaard op terug. De eindkwalificaties De opleiding kenmerkt zich door toenemende complexiteit, onderverdeeld in vier niveaus van beroepsbekwaamheden. Het onderste niveau, ‘weten’, wordt gevormd door de kennis waarover de IPO student moet beschikken. Op het daarboven liggende niveau ‘weten hoe’ staat het gebruik van kennis centraal bij het uitvoeren van probleemoplossende taken. Vervolgens moet de student in staat zijn te handelen binnen een gesimuleerde én realistische omgeving. Op het hoogste niveau, dient de student zelfstandig te kunnen handelen binnen de praktijk van alledag. De doelstellingen van de opleiding hebben, zo constateert het auditteam, een duidelijke beroepsgerichtheid. Het auditteam is hierbij wel van mening, dat de persoonsgebonden eigenschappen alsmede het vermogen om out of the box en vanuit een helicopterview naar het vakgebied en een ontwerp te kunnen kijken, meer aandacht verdienen. Het niveau van de eindkwalificaties, sluit zeker aan bij zowel de reikwijdte als de complexiteit van de Dublin-descriptoren: kennis en inzicht, toepassing kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. Het auditteam constateert dat de opleiding IPO op een heldere wijze de relatie tussen de opleidingscompetenties, de Dublin Descriptoren en de tien generieke hbo-kwalificaties heeft uitgewerkt. Laatstgenoemde generieke hbo-kwalificaties zijn gedekt door de beroepsspecifieke- en de algemene IPO-competenties. Ter illustratie: de generieke kernkwalificatie ‘Transfer en brede inzetbaarheid’ leert de student door een plan van aanpak op te stellen, in teamverband te werken, zakelijk te communiceren, improvisatievermogen, kunnen evalueren, het bepalen van de eigen positie en doorgroeien.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 10
De generieke kernkwalificatie ‘wetenschappelijke toepassing’ leert de student door relevante informatie te verzamelen en deze zich eigen te maken en door het uitvoeren van toegepast onderzoek. Per Dublin Descriptor heeft de opleiding op een duidelijke wijze beschreven waar en op welke wijze deze terugkomt in de opleiding. De startende IPO’er De opleiding heeft als doel de student op te leiden tot een startende beroepsoefenaar die beschikt over voldoende technische kennis én kennis op het terrein van vormgeving. De opleiding beschrijft uitgebreid en naar de mening van het auditteam op een voldoende heldere wijze haar visie op het vakgebied IPO. Daarbij bepaalt de IPO’er in sterke mate het proces in de eerste fasen van de productlevenscyclus, van het genereren van ideeën tot en met de productie. De afgestudeerde IPO’er is degene die met kennis van de markt, gebruikmakend van innovatieve technieken en materialen, nieuwe productideeën weet te ontwikkelen met een specificatie van materiaal, productietechniek en kosten. De opleiding heeft zicht op het beroepsdomein en de functies waarop hbo-IPO afgestudeerden terechtkomen na hun afstuderen. Uit een door het auditteam bestudeerd overzicht blijkt dat de opleiding studenten opleidt voor functies binnen ontwerp- en ingenieursbureaus, het producerende MKB en grote bedrijven. Het betreft dan functies zoals ontwerper/ontwikkelaar, productontwerper, projectleider productontwikkeling, medewerker octrooizaken en redacteur technische documentatie. Tijdens het gesprek met het werkveld kwam naar voren dat het werkveld de breedte van de opleiding voldoende vindt. Vooral op het terrein van techniek is de basiskennis voldoende ontwikkeld. Wel is de beheersing van de verschillende processtappen en de helicopterview minder ontwikkeld bij studenten. Zij stromen echter uiteraard niet direct als projectleider het beroepenveld in. Het auditteam is niettemin van mening dat deze competentie wel nodig is om zich naar een dergelijke rol te kunnen ontwikkelen. Ook zou, volgens de representanten van het werkveld, de afgestudeerde IPO’er beter in staat moeten zijn om zichzelf en zijn product te verkopen. Zowel de Nederlandse als de Duitse vertegenwoordigers uit het werkveld gaven tijdens de audit aan dat studenten én afgestudeerden nog vaak te bescheiden zijn. Body of knowledge Het auditteam heeft voorafgaand aan en tijdens de audit aandacht besteed aan de kenniscomponent van de opleiding en de wijze waarop de opleiding de kenniscomponent verwerkt in het curriculum. Gebleken is dat de IPO’er nauw betrokken is bij het ontwerpen van gebruiksproducten en wel vanaf de ideevorming tot en met het produceren er van. Hij is in staat om beslissingen te nemen over relevante aspecten van het vakgebied zoals vormgeving maar ook technische uitvoering en de materiaalkeuze. De IPO’er werkt in de regel in teamverband, ook samenwerken behoort tot de kennisbasis van een IPO’er: hij weet waar hij kennisonderdelen die hij te weinig beheerst, kan beleggen binnen een team. Ook houdt hij rekening met de wensen en mogelijkheden van de gebruiker. De body of knowledge omvat: projectmethodieken, doelgroepgericht ontwerpen, materialisatie (zie hierna) en vormleer. Materialisatie heeft betrekking op de technische kennis waarover de IPO’er dient te beschikken. Concreet betekent dit kennis van (en inzicht in) wiskunde, mechanica, materiaalkennis, productieproceskennis en constructieleer. Onderhoud van het profiel Het auditteam constateert dat het opleidingsprofiel in 2011 is bijgesteld en dat de Enschedese opleiding IPO bij de inrichting van haar onderwijs uit gaat van dit recent opgeleverde profiel. Wijzigingen en aanvullingen in dit nieuwe profiel zijn met name terug te voeren op ontwikkelingen op het terrein van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 11
Het auditteam is tevreden over de inhoudelijke kwaliteit van het landelijk vastgesteld opleidingsprofiel, het feite dat dit met enige regelmaat (iedere vijf à zes jaar) herzien wordt en dat het beroepenveld hierbij nauw betrokken is. Beroepenveldcommissie De opleiding beschikt over een beroepenveldcommissie die op onregelmatige basis overleg voert met IPO. Het auditteam constateert verder, mede op basis van het gesprek met de werkveldcommissie, dat de opleiding/docenten op meer informele wijze contacten onderhouden met het werkveld. Zo wisselen zij wederzijds informatie uit, informatie die voor zowel het werkveld als voor de opleiding IPO van belang is. Behalve dat vrij recent ( in 2010), op landelijk niveau het IPO-beroepenveld is geraadpleegd, besteedt Saxion ook op regionaal niveau aandacht aan de accenten in het beroepenveld en de implicaties hiervan voor de Enschedese opleiding. Concreet heeft dit ertoe geleid dat de opleiding er voor gekozen heeft om het ontwikkelen van duurzame producten en gebruikersonderzoek als thema’s op te nemen in het studieprogramma. De beroepenveldcommissie geeft in dit verband aan dat dit inderdaad in de regio Twente en het aangrenzende buitenland belangrijke thema’s zijn. Het auditteam is tevreden over de aandacht die de opleiding aan duurzaamheid en consumentenonderzoek besteedt. De beroepenveldcommissie ondersteunt de keuze van de opleiding wat betreft de nadruk op techniek. Weging en Oordeel Samenvattend en de verschillende elementen afwegend komt het auditteam bij Standaard 1 tot het oordeel ‘voldoende’, waarbij de volgende constateringen tot dat oordeel hebben geleid. Het profiel en de eindkwalificaties wijzen de IPO opleiding de weg en hebben naar het oordeel van het auditteam een zichtbare beroepsgerichtheid. De opleiding sluit aan bij de praktijk en biedt studenten de mogelijkheid om zich adequaat voor te bereiden op het werkveld. Wel merkt het auditteam op dat de meer persoonsgebonden competenties, alsmede het vermogen om out of the box en vanuit een helicopterview naar het vakgebied en een ontwerp te kunnen kijken, meer aandacht verdienen. Dit zijn aandachtspunten voor de opleiding. Ook op het terrein van de wet- en regelgeving en de berekening van de kostprijs kan meer nadruk gelegd worden. Positief is het auditteam over het feit dat de opleiding gebruik maakt van een onlangs, in 2011, bijgesteld profiel en van een hierop gebaseerde set eindkwalificaties. Daarmee sluit de opleiding aan op recente ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De set eindkwalificaties is adequaat vormgegeven en behelst de laatste stand van zaken binnen het vakgebied. Belangrijk vindt het auditteam dat de opleiding zicht heeft op de kwalificaties waarover een startende beroepsbeoefenaar dient te beschikken. De technische component is binnen IPO in voldoende mate aanwezig. De kennisbasis is, afgezien van de hierboven aangeduide aspecten, voldoende in het profiel beschreven, dit geldt tevens voor de door opleiding gehanteerde eindkwalificaties, reden voor het auditteam deze standaard met een score voldoende te beoordelen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 12
Onderwijsleeromgeving Standaard 2: Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Toelichting NVAO: De inhoud en vormgeving van het programma stellen de toegelaten studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te bereiken. De kwaliteit van het personeel en van de opleidingsspecifieke voorzieningen is daarbij essentieel. Programma, personeel en voorzieningen vormen een voor studenten samenhangende onderwijsleeromgeving.
Bevindingen Vormgeving curriculum Binnen de onderwijsvisie van IPO wordt het curriculum gestuurd door projecten/thema’s die het productontwikkelproces volgen. Ieder kwartiel is er aandacht voor een ontwerpproject. Centraal staan daarbij: het actief leren door de student, de beroepspraktijk, het werkplaatsmodel, de persoonlijke leerweg en het door de opleiding gebruikte toetsingssysteem. De opleiding heeft de hierboven genoemde uitgangspunten voldoende helder uitgewerkt. Wat betreft de actief lerende student wijst de opleiding er terecht op dat veel werkvormen, waaronder projectonderwijs, van de student een actieve inbreng vragen. Omdat de beroepspraktijk centraal staat, leert de student in de praktijk problemen op te lossen. De opleiding gebruikt hiervoor een aantal werkvormen waarbij het rond projecten vormgegeven onderwijs een belangrijk didactische werkvorm is. Het curriculum bestuderend komt het auditteam samengevat tot de volgende vier uitgangspunten die IPO hanteert bij de vormgeving van het studieprogramma: a. het onderwijs moet van meet af aan inspireren en uitdagen: aantrekkelijk en attractief onderwijs; b. de opleiding stelt de competenties uit de praktijk centraal, gekoppeld aan de beroepsproducten. Integratie van de verschillende competenties vindt plaats binnen de praktijkcases met daaraan gekoppelde projectopdrachten; c. de opleiding hanteert verschillende leerlijnen binnen het programma: wiskunde en modelvorming, materialisatie, doelgroepgericht ontwerpen en ontwerpprojecten; d. de opleiding ‘leert studenten te leren’, waarbij de docent als coach optreedt. Het panel constateert dat de hierboven genoemde onderwijsvisie over de hele breedte van de opleiding tot uitdrukking komt in de gekozen didactische werkvormen, zoals projectonderwijs, practica, hoor-, werk- en instructiecolleges en vaardigheidstrainingen. De opleiding maakt gebruik van leerlijnen waarvan de leerlijn ‘ontwerpprojecten’ en de (ondersteunende) ‘kennisleerlijn’ de meest in het oog springende leerlijnen zijn. In de eerstgenoemde leerlijn laat de student zien dat hij in staat is zijn kennis, vaardigheden en attitudes op de juiste wijze in te zetten binnen projecten. Daarbij draagt IPO er zorg voor dat de complexiteit van de projecten toeneemt, rekening houdend met de tweede hier genoemde leerlijn, de kennisleerlijn. Binnen deze leerlijn ligt het accent vooral op het verwerven van een stevige vakinhoudelijke basis. Het accent bij deze projecten ligt op het kunnen ontwerpen, construeren en materialiseren van wat binnen het vakgebied IPO genoemd wordt de ‘productvoortbrengingscyclus’. Dit sluit, volgens het auditteam, goed aan bij de eisen die de opleiding stelt aan de startende beroepsoefenaar. Competentieniveau Het auditteam constateert dat IPO heeft nagedacht over de wijze waarop zij kan bepalen of de student een competentie bereikt heeft. Bij het bepalen of de student het gewenste competentieniveau heeft bereikt, hanteert de opleiding drie criteria: • de complexiteit van de door de student uit te voeren opdracht; • de mate waarin de opdracht voorgestructureerd is; • de mate waarin de opleiding de student begeleidt.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 13
Wat dit laatste criterium betreft, constateert het auditteam dat de opleiding van de student in de loop van zijn studie in toenemende mate meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid vraagt. Bij het bepalen van het competentieniveau, hanteert de opleiding drie criteria. Op de eerste plaats bepaalt de complexiteit van de door de student uit te voeren opdracht het bereikte competentieniveau. De beide andere niveaubepalende criteria zijn: de mate waarin de opdrachten voorgestructureerd zijn en de mate waarin de opleiding de student begeleidt. Wat dit laatste betreft constateert het auditteam dat de opleiding van de student in de loop van zijn studie in toenemende mate meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid vraagt en deze ook krijgt. De opleiding heeft voor het einde van de propedeuse, het derde studiejaar en het vierde studiejaar de niveaucriteria vastgelegd waaraan de student dan dient te voldoen. Ter illustratie geven wij hier de niveaucriteria die de student bereikt heeft op het einde van de propedeuse: Mate van complexiteit Analyse en uitwerking van de probleemstelling waarbij de student gebruik maakt van eenvoudige theorie en concepten; De te gebruiken hulpmiddelen reikt de docent aan of schrijft deze voor; De student voert eenvoudige berekeningen uit en maakt daarbij gebruik van de theorie die de opleiding hem aanreikt. Mate van voorstructurering Probleemstelling of onderzoeksvraag reikt de opleiding in detail aan; De opleiding schrijft de uit te voeren handeling voor; De benodigde kennis reikt de opleiding geheel aan. Mate van begeleiding Intensieve begeleiding tot op detailniveau; De docent stuurt de student. Inhoud De opleiding heeft in een overzicht de wijze van afleiding uitgewerkt van IPO beroepsprofiel naar IPO opleidingsinhoud (Bron: Opleidingsdocument Industrieel Product Ontwerpen (IPO), pag. 28. Enschede, 2011). Wij kiezen er voor om dit overzicht in zijn geheel in deze rapportage op te nemen (zie volgende pagina) omdat het een duidelijk beeld schetst van de positie van de afgestudeerde IPO’er en de kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarover hij dient te beschikken. Ook is een opsomming in het overzicht opgenomen van de beroepsproducten die de afgestudeerde IPO’er moet kunnen opleveren. Daarmee is schematisch en volgens het auditteam voldoende duidelijk door de opleiding in beeld gebracht op welke wijze zij de inhoud van de opleiding bepaald heeft. Bestudering door het auditteam van het studieprogramma laat zien dat dit overeenkomt met de inhoud en complexiteit van de eindkwalificaties. We hebben er hiervoor al op gewezen dat de complexiteit van het programma (inhoud, uit te voeren opdrachten) toeneemt naarmate de student in zijn studie vordert. De opleiding start met studieonderdelen zoals Wiskunde 1, Inleiding Ergonomie, Inleiding Bedrijfskunde, Projectweek eerste leerjaar en studieloopbaanbegeleiding. In de daaropvolgende studiejaren volgen complexere studieonderdelen waaronder Theoretische werktuigbouwkunde voor IPO. In het vierjarige studieprogramma zit een aanzienlijke component praktische vaardigheden en praktijk. Zo bestaat het derde studiejaar uit twee stages van telkens 30 EC’s.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 14
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 15
In feite, zo constateert het auditteam, geeft de opleiding de student gedurende het eerste en tweede studiejaar de gelegenheid om zich basiskennis eigen te maken. In het vierde semester van het tweede studiejaar is het studieonderdeel ‘Voorbereiding stage’ opgenomen. Vanaf het derde studiejaar ligt het accent van de opleiding sterk op het ‘doen’, op het in de praktijk brengen van de vakinhoudelijke kennis. Stages, projectweek en afstudeeropdracht staan dan op het programma. De structuur van het opleidingsprogramma beschouwt het auditteam niet alleen als voldoende uitgewerkt, maar ook als voldoende consistent vormgegeven. Studenten vonden het programma samenhangend met ook duidelijk aangegeven wat de functionaliteit is van de technische vakken daarbinnen. Een verticale samenhang van het programma borgt de opleiding vooral door een curriculumopbouw in (beheersings)niveaus en de toenemende complexiteit. De meer horizontale samenhang van het studieprogramma realiseert IPO door de centrale rol van de projecten. Actualiteit studieprogramma Het auditteam stelt vast dat actuele ontwikkelingen binnen het IPO vakgebied een plek hebben binnen het studieprogramma. De IPO opleiding van Saxion is bij het in kaart brengen van de eindkwalificaties en het beschrijven van het beroepsprofiel nauw betrokken geweest. Het werkveld heeft hierbij input geleverd. Vervolgens is het studieprogramma tegen het licht gehouden en zijn, waar nodig, aanpassingen aangebracht. Een voorbeeld van de actualiteit van het studieprogramma trof het auditteam aan in het vierde studiejaar waar de opleiding aandacht besteedt aan recente trends binnen de maatschappij en IPO. Er is dan bijvoorbeeld binnen de minor die IPO aanbiedt aandacht voor ‘Culture centered design’, ‘Cultuur/vorm/beleving’, maar ook voor het leren digitaal te visualiseren en te modelleren en voor product interfaces design. Laatstgenoemde onderdelen ‘leunen’ zwaar op recente softwareontwikkeling op het terrein van industrieel ontwerpen. Om er voor te zorgen dat nieuwe ontwikkelingen een plaats krijgen in het onderwijs, heeft de opleiding een werkveldcommissie geïnstalleerd. Oogmerk is dat zij een rol vervult in de kwaliteitsbewaking van het onderwijs. Die rol moet nog worden versterkt. Reden voor het auditteam om te pleiten voor een intensievere betrokkenheid van de commissie bij de opleiding (zie aanbevelingen). De kenniscomponent is zowel in het programma als in de gesprekken met studenten en werkveld/alumni tijdens de audit voor het auditteam goed zichtbaar. Het auditteam vindt de vertaling van de beoogde eindkwalificaties ten aanzien van de stevige kenniscomponent naar het programma in voldoende mate uitgewerkt en verankerd in het studieprogramma. Door aandacht te besteden aan metacognitieve aspecten (zoals o.a. de helicopterview), biedt de opleiding de student de gelegenheid om zich op een hoger niveau van denken en handelen te profileren. Dit is een aspect waar we verder in deze rapportage op terugkomen. Internationalisering Het auditteam constateert dat IPO op een aantal punten aan internationalisering van de opleiding werkt. Concreet vindt er jaarlijks een internationale projectweek plaats en is het voor studenten mogelijk om in het buitenland stage te lopen. Uit de door het auditteam bestudeerde documentatie blijkt dat de opleiding zich via het project ‘IPO goes China’ op de Chinese (onderwijs)markt richt. Hier plaatst het auditteam een kanttekening. Ontwerpen vindt nog altijd plaats in Europa. In China bevindt zich vooral maakindustrie waar producten geproduceerd worden die in Europa ontworpen zijn. De opleiding wijst hier ook zelf op: producten waar een IPO’er mee te maken krijgt, worden elders geproduceerd. Een intensievere gerichtheid op Europa is zeker op zijn plaats. Contacten met grote West-Europese organisaties (auto-industrie, witgoed- en elektronicasector en aanleverende industrie, producenten van werktuigbouwkundige producten) liggen dan meer voor de hand.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 16
Lectoraat Het auditteam heeft gesproken met de lector en met vertegenwoordigers van de kenniskring. Vijf leden van het docententeam van IPO zijn voor ruim één fte verbonden aan de kenniskring van het lectoraat. Sinds 2004 is er sprake van een lectoraat dat zich specifiek richt op industrieel ontwerpen en product ontwerpen. De opdracht voor het lectoraat is duidelijk omschreven evenals de doelstelling ervan: het verder opbouwen en toegankelijk maken van kennis op het terrein van (vernieuwende) materialen, productietechnieken en nieuwe technologieën die van belang zijn bij productontwikkeling. Onderzoeksgericht ontwerpen staat hierbij centraal. Daarnaast richt het lectoraat zich zodanig op de ontwikkeling van een product, dat dit aansluit bij de eisen van de gebruiker. Hoofdzakelijk gaat het hierbij om het verwerven van kennis en het ontwikkelen van tools voor het doelgericht ontwerpen. De lector werkt drie dagen per week voor het lectoraat. Het auditteam constateert dat er nadrukkelijk sprake is van een onderzoekfocus die belangrijk is voor IPO. Tijdens de audit bleek dat de lector zeven jaar geleden bij de start van het lectoraat geïnventariseerd heeft aan welk onderzoek er behoefte is binnen het werkveld. Dit leidde tot een longlist van onderwerpen die vervolgens is voorgelegd aan IPO met als centrale vraag: welke thema’s zijn interessant? In ieder geval waren ‘materialen en ontwerp’ en ‘design for all’ interessant. Dit laatste leidde tot het thema ‘Doelgroepgericht ontwerpen’ en tot een gebruikerslab. Tevens levert het thans kennis op binnen projecten die relevant zijn voor studenten en docenten. ‘Materialen en ontwerp’ levert voor de opleiding faciliteiten en een database op. Ook leidt het tot de verdere uitbouw van relevante kennis uit het werkveld. Het auditteam is gebleken dat het lectoraat gericht is op de overdracht van kennis én op het op een hoger plan brengen van docenten. Zowel studenten als docenten kunnen aan onderzoek deelnemen vanuit de gedachte: wat is relevant voor mijn onderwijs, wat wil ik uitzoeken en met welke bedrijven kom ik in contact? De samenwerking tussen het lectoraat en het onderwijs is sterk gegroeid sinds de beginfase van het lectoraat. Op twee punten kan dit lectoraat nog een belangrijke extra bijdrage leveren aan het IPO-onderwijs: het bevorderen van creativiteit bij studenten (eerder aangeduid als out of the box denken) en het versterken van de onderzoekscomponent en reflectieve vaardigheden. Het is in dat kader belangrijk dat opleiding en lectoraat studenten nog actiever informeren over en betrekken bij activiteiten en resultaten van het lectoraat. Onderzoek In het studieprogramma is het thema ‘onderzoek’ onder andere opgenomen in ‘de werkplaats’. De student leert daar om te gaan met ICT-tools om vervolgens met behulp hiervan onderzoek uit te voeren. Meer concreet gaat het hierbij om beroepsgerelateerde softwarepakketten voor tekenen, visualiseren, modelleren, doorrekenen, materiaalkeuze, eco-design, Adobe-photoshop, Corel Draw. Het onderzoek dat studenten met behulp van deze pakketten uitvoeren kan technisch onderzoek, zoals naar het gedrag van materialen of de sterkte van producten zijn, maar ook naar de kostprijs van een product. Het auditteam onderschrijft de noodzaak van kennis op softwaregebied om met deze kennis vervolgens onderzoek uit te voeren. Ook gebruiksonderzoek behoort tot de mogelijkheden. De werkplaatsen bieden studenten de gelegenheid om uit metaal, hout of kunststof functionele modellen te maken. Hoewel zij geen opleiding is voor modelmaker, geeft de opleiding aan het wel belangrijk te vinden dat studenten onderzoek doen naar prototypes en deze vervolgens zelf ook kunnen ontwikkelen en testen op bruikbaarheid. Ook deze invalshoek onderschrijft het auditteam: de onderzoekscomponent binnen het studieprogramma leert de student zorgvuldig zijn keuzes af te wegen en om de beperkingen én sterkten in te zien van zijn ontwerp.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 17
In het verlengde hiervan bepleit het auditteam om op twee punten de onderzoekscomponent in de opleiding te versterken. Allereerst betreft het de algemene onderzoeksvaardigheden en –houding, die er toe leiden dat iedere student leert reflecteren op het ontwerpproces dat hij of zij heeft doorlopen, als startpunt voor ‘double loop learning’. Hieronder wordt ook verstaan het in alle opzichten verantwoorden van de gevolgde aanpak, inclusief gehanteerde bronnen. Behoort het eerste tot de basiscompetenties van iedere student, zo verdient het aanbeveling dat daarnaast een deel van de studenten zich verder bekwaamt in het uitvoeren van een toegepaste onderzoeksopdracht, bijvoorbeeld in de minor of als afstudeerproject. Dat zouden bijvoorbeeld onderzoeksopdrachten kunnen zijn vanuit het Kenniscentrum Design & Technologie. Literatuur Naar het oordeel van het auditteam is de gebruikte literatuur op hbo-niveau. De opleiding maakt voor de kenniscomponent gebruik van actuele en relevante literatuur die vrijwel uitsluitend Nederlandstalig is. Engelstalige handboeken of standaardwerken worden naast Nederlandstalige literatuur vooral gebruikt binnen de minor die IPO aanbiedt. Binnen de IPO opleiding zelf is beperkt aandacht voor Engelse vakliteratuur in de zin van tijdschriftartikelen en/of Engelstalige handleidingen. De opleiding kan hierin naar het oordeel van het auditteam nadrukkelijk verbeteringen aanbrengen. Er zijn zeer goede Engelstalige handboeken te koop die voor de student tijdens en na zijn studie bruikbaar zijn. De opleiding onderneemt op dit punt actie en heeft dit in haar jaarplan opgenomen. Daarnaast is het goed indien studenten tijdens hun opleiding zoveel vaardigheid verwerven in het bestuderen van Engelstalige literatuur, dat zij in het werkveld weinig problemen ondervinden anders-/Engelstalige handboeken e.d. te bestuderen. Het kennisveld van de opleiding is tenslotte internationaal. Kwantiteit personeel Aan de opleiding zijn 14 docenten verbonden met een totale aanstellingsomvang van 9,6 fte. Zij kan daarnaast gebruik maken van docenten van andere technische Saxion-opleidingen, bijvoorbeeld op het terrein van wiskunde en werktuigbouwkunde. Twee docenten blijken ook in de praktijk werkzaam te zijn; zes docenten hebben een master (doctoraal) opleiding afgerond. Vijf docenten zijn naast hun onderwijstaken ook werkzaam binnen de kenniskringen. De totale omvang ervan bedraagt ruim één fte. Docentgegevens Docenten in vaste dienst
14
Docent-studentratio
1:20,6
Streefwaarde Docent-studentratio
-
Percentage OP met masteropleiding
42%
Doel % OP met masteropleiding
100%
Percentage OP PhD
0
Doel percentage OP PhD
-
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
2
Kwaliteit personeel Uit de door de opleiding geleverde kwantitatieve gegevens blijkt dat IPO per jaar 45 docenturen per student beschikbaar heeft. Academiebeleid is dat de verdeling over onderwijs, organisatie/innovatie en professionalisering/eigen beheer zich verhoudt als 60:20:20. Het auditteam heeft voorafgaand aan de audit veertien cv’s van de docenten bestudeerd. Zes docenten hebben een wo-achtergrond op de terreinen Industrieel Ontwerpen, Industriële Vormgeving Werktuigbouwkunde en Public management. Drie docenten hebben een opleiding gevolgd aan de Design Academy in Eindhoven of een hbo-opleiding gevolgd waaronder op het terrein van Werktuigbouwkunde, Hoger Computer Techniek en Industriële Productontwikkeling.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 18
Het auditteam constateert verder dat er binnen het IPO-team sprake is van ruime ervaring op het voor de opleiding relevante terrein. Zo zijn docenten in het bedrijfsleven werkzaam geweest als werkvoorbereider, teamleider, technische tekenaar, ontwerper, modelmaker, kunststofbewerker of bedrijfsleider. Daarnaast hebben verschillende docenten zich de afgelopen jaren bekwaamd op voor de opleiding belangrijke vakgebieden waaronder materiaalkunde. Een van de docenten heeft cursussen/opleidingen gevolgd op het terrein van Integrale materiaaltechnologie, Ontwerpen in nieuwe materialen, Professionele materialografie en Materiaalkunde. Vervolgens is hij onder andere als vormmaker werkzaam geweest bij een ijzergieterij en als praktijk assistent onderzoeker aan de Universiteit Twente. Opleidingen en werkervaring resulteerden hier uiteindelijk in het schrijven van boeken op het terrein van Materiaalkunde. De combinatie van praktijkervaring en vakinhoudelijke kennis is bij het docentteam in voldoende mate aanwezig. Verschillende docenten die nog geen masteropleiding hebben afgerond, volgen thans een wo-opleiding. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan Saxionbeleid om docenten de gelegenheid te bieden een masteropleiding te volgen én om, in het verlengde van deze beleidsregel, nieuwe docenten te werven met een wo-achtergrond. Het auditteam onderschrijft dit waarbij het de combinatie van praktijkkennis én de achterliggende theorie als essentieel beschouwt voor dit type opleidingen. Het aantrekken van gepromoveerde docenten en/of het gelegenheid bieden aan docenten om te promoveren, beschouwt het auditteam nadrukkelijk als een verdere ondersteuning én versteviging van de onderzoekscomponent binnen IPO. Het auditteam stelt vast dat binnen het speerpunt van Saxion op het terrein van High Tech Systems & Materialen (HTSM) docenten, ook van IPO, kunnen promoveren. Het management geeft aan dat men het zeker zal honoreren indien een IPO docent binnen de kaders van HTSM wil promoveren. De studenten waar het auditteam mee heeft gesproken, gaven aan tevreden te zijn over de vakinhoudelijke en didactische kennis van docenten. Docenten zijn niet alleen betrokken, maar weten ook goede verbindingen te leggen tussen theorie en praktijk. Volgens de Nationale Studenten Enquête is enkele jaren geleden de waardering van studenten voor hun docenten fors gedaald: van ruim een 7 in 2008/9 naar 6.4 in 2010. Als verklaring hiervoor wijst de opleiding op het vertrek van een aantal docenten, hetgeen toen tot onrust heeft geleid bij studenten. Na een gesprek van het management met studenten is over dit vertrek duidelijkheid gegeven. Als reactie heeft de opleiding verder de gesprekscyclus met docenten geïntensiveerd en biedt de opleiding docenten een cursus aan op het terrein van didactische vaardigheden. De resultaten van deze initiatieven waren ten tijde van de audit nog niet opleidingsbreed in voldoende mate geïnventariseerd. Studielast en contacturen De opleiding heeft de studielast voor studenten duidelijk in kaart gebracht. Studenten zijn op de hoogte van de studielast per studieonderdeel. De IPO opleiding heeft de studielast als volgt verdeeld over de vier studiejaren. Studiejaar 1 Eerste kwartiel: 16 EC’s Tweede kwartiel: 15 EC’s Derde kwartiel: 14 EC’s Vierde kwartiel: 15 EC’s Studiejaar 2 Eerste kwartiel: 16 EC’s Tweede kwartiel: 15 EC’s Derde kwartiel: 14 EC’s Vierde kwartiel: 15 EC’s Studiejaar 3 Stage 1 en 2: 60 EC’s
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 19
Studiejaar 4 Minor (30 EC’s) en afstuderen (30 EC’s): 60 EC’s Het aantal contacturen bedroeg over het studiejaar 2010/11 33 in het eerste en 23 in het tweede studiejaar. Het derde studiejaar is een stagejaar met daarin opgenomen twee stages. De student heeft maximaal 20 contacturen gedurende dat studiejaar. Er zijn 10 docentbelastingsuren per stage per student voor stagebezoek, lezen, beoordelen, e.d. In het vierde studiejaar rondt de student een minor af en studeert hij af. Voor de minor geldt een aantal contacturen van ongeveer 20 per week. Voor het afstuderen zijn 20 docentbelastingsuren beschikbaar. Contacturen verwijzen hier naar het gemiddeld aantal uren per week waarbij docent en student contact hebben. Dit kan op individueel niveau, maar ook tussen een groep en een docent. Studenten geven aan dat de studiebelasting per week per studieperiode verschilt, maar ligt rond 40 uur per week. Volgens het auditteam een aanvaardbare omvang van de studielast. Tevens blijkt dat studenten de opleiding niet overdreven zwaar vinden. De door het auditteam gesproken Nederlandse en Duitse studenten geven aan de studie pittig te vinden maar kwalificeren deze niet als overdreven zwaar. Studenten hebben vaak één of meerdere bijbanen en het is de combinatie studie/werk die studenten meer dan eens opbreekt (zie hierna). In positieve zin valt op dat studenten tevreden zijn over de IPO opleiding. De uitleg door docenten is in orde, evenals hun betrokkenheid bij het onderwijs. Het aandeel techniek binnen IPO waarderen studenten als zwaar maar positief. De samenhang binnen het studieprogramma beoordelen de studenten eveneens als positief: wat je thans leert, heb je later nodig en pas je toe. Het werken in praktijksituaties en het maken van ontwerpen stellen studenten op prijs maar kost wel veel tijd. Wat de moeilijkere studieonderdelen betreft, zoals Statica, past de opleiding zich naar de mening van studenten te veel aan, aan het tempo van de traagste student. Het handtekenen is veel werk, maar studenten willen hiervoor toch meer aandacht. Ook gaven studenten aan meer aandacht te willen besteden aan een showcase-portfolio gedurende de hele opleiding. Een dergelijk portfolio waarin studenten hun producten tonen en alles wat daarmee samenhangt (ontwikkelproces, geraadpleegde bronnen, verantwoording, etc.) vindt het auditteam zeker het overwegen waard. Minor De minor biedt de student vooral verdieping in het vakgebied. Voor alle minoren geldt, dat de student de propedeuse behaald moet hebben alvorens met de minor te kunnen starten. De minor omvat, zoals hierboven aangegeven, 30 EC’s en wijkt daarmee in omvang niet af van de zwaarte van andere minoren. Beleid is dat de student zelf een keuze kan maken uit een breed aanbod aan minoren, zowel binnen Saxion als daarbuiten. Wel wijst de opleiding er op, en het auditteam ondersteunt dit, dat studenten bij voorkeur een minor kiezen die bij IPO past waardoor een samenhangend geheel ontstaat. De minor mag overigens géén overlap vertonen met de opleiding IPO. De opleiding zelf kent sinds 2009/10 een verdiepende minor Industrial Design met twee keuzerichtingen: Applied Design (13 EC) en Applied Research (13 EC) en wordt voorafgegaan door een omvangrijke component ‘Ontwerpprojecten’ (4 EC). Deze minor past in de lijn die IPO in de eerste twee jaar heeft uitgezet: zij is daarmee complementair aan IPO. Samen met de uitgebreide stage in het derde studiejaar, biedt Industrial Design een brede basis met theoretische verdieping. De minor richt zich vooral op productontwikkeling in een omgeving die gericht is op probleemanalyse, ontwerpen, construeren en innoveren. Het auditteam onderschrijft het uitgangspunt van IPO dat indien de IPO student de minor Industrial Design volgt, deze beter is voorbereid op de arbeidsmarkt en deze met een meer dan gemiddeld niveau kan afstuderen. In het studiejaar 2011/12 volgen 2 keer 6 studenten (de minor wordt 2 maal aangeboden) deze minor. Gelet op de positieve geluiden vanuit de beroepenveldcommissie, heeft de opleiding besloten om met ingang van het studiejaar 2013-2014 de minor op te nemen in de vierdejaars major.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 20
Instroom Een paar cijfers. 198 voltijdstudenten volgden in 2011 de IPO opleiding. Een groei van 13 studenten ten opzichte van het jaar 2010. Het aantal instromers per studiejaar ligt tussen de 50 en 65 studenten, waarbij wij opmerken dat het aantal instromende studenten sinds 2008/9 niet meer boven de 60 uit komt. Van het cohort studenten 2010/11 waren 7 afkomstig van het hbo, 22 van de havo, 16 van het vwo en 11 als ‘overige’ gerubriceerd. Als ‘normstudent’ beschouwt de opleiding een havist. Verreweg de meeste studenten die de IPO opleiding volgen hebben dan ook een havo-achtergrond. Studenten geven aan dat de opleiding wat niveau betreft aansluit bij studenten met een afgeronde havo-opleiding, mits de student in het bezit is van een ‘technisch profiel’ (profielen N+T of N+G met Natuurkunde of Natuur, Leven & Technologie). Vwo’ers met een technische profiel stromen eveneens de opleiding IPO binnen, evenals mbo’ers met een afgeronde opleiding. Er is een beperkte instroom vanuit het wetenschappelijk onderwijs. De opleiding zorgt er voor dat zij wat exacte vakken betreft aansluit bij de vooropleiding van studenten. Daartoe zijn er contacten met het aanleverend onderwijs hetgeen er toe leidt dat IPO haar onderwijs op het terrein van wiskunde en modelvorming aanpast aan het uitstroomniveau van bijvoorbeeld havisten. Het instroomniveau van mbo afgestudeerden, is voor de opleiding verder aanleiding (geweest) om het onderwijs op het terrein van wiskunde aan te passen. Dat wil zeggen: het wiskundeonderwijs sluit bij aanvang van de opleiding nadrukkelijker aan bij het wiskundeniveau van de instromende populatie studenten. De opleiding biedt studenten de gelegenheid extra wiskundelessen te volgen. Het is uiteindelijk de curriculumcommissie die verantwoordelijke is voor de aansluiting van IPO op het aanleverend onderwijs. Daarbij maakt zij óók gebruik van de zogenaamde ‘Aansluitingsmonitor’ die studenten invullen zo’n vier maanden nadat ze met de IPO opleiding zijn gestart. Waar nodig neemt de opleiding maatregelen naar aanleiding van de resultaten van de monitor. Als voorbeeld noemen we hier maatregelen rond het tijdig nakijken van tentamens, het opnemen in het rooster van een vast moment waarop studenten hun tentamen kunnen inzien en het verbeteren van de procedure rond de organisatie van stages. De opleiding hanteert een variatie in werkvormen. Binnen project- en werkgroepen plaatst de opleiding zoveel als mogelijk studenten met verschillende vooropleidingen. Zo mengt de opleiding mbo’ers (veel praktijkervaring) met vwo’ers (sterker in de theoriecomponent). Van belang is om hier op te merken dat tijdens de audit is gebleken dat de opleiding aan mbo’ers géén stagevrijstellingen meer wil toekennen omdat de stage-ervaring in het mbo geen invulling geeft aan de doelen van een hbo-stage. Een maatregel die het auditteam ondersteunt, evenals de door de opleiding gebruikte argumentatie. Het is overigens de examencommissie die over de vrijstellingen beslist. Zij ziet, zo blijkt, het niet volgen van stages ‘…als een gemiste kans voor studenten’. Reden voor de examencommissie om vanaf 2012/13 deze stage-vrijstellingen in te trekken. Studenten geven tijdens de audit aan, en enquêtes onder studenten bevestigen dit, dat IPO inhoudelijk en wat ‘beeld’ van de opleiding en het beroep betreft in voldoende mate aansluit bij hun vooropleiding. Het auditteam heeft ook gesproken met Duitse studenten die de IPO opleiding volgen. Voor hen gelden dezelfde instroomnormen als die voor Nederlandse studenten. De kennis van de Nederlandse taal is bij hen behoorlijk, zo constateert het auditteam, en voldoende om de opleiding te kunnen volgen. Rendement Uit de instroom- en uitstroom cijfers van de IPO opleiding blijkt dat de rendementen laag zijn. Zo is de studie-uitval tijdens de eerste fase, de propedeuse, van de studie hoog. Sinds het studiejaar 2007/8 ligt het propedeuserendement rond 20 procent; in de jaren daarvóór lag dit rendement tussen 28 en 37 procent. Een aanmerkelijke teruggang in propedeuserendement dus.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 21
Uit de gesprekken die het panel heeft gevoerd en uit de beschikbare documentatie, blijkt dat de opleiding goed zicht heeft op de belangrijkste oorzaken van de tegenvallende rendementen. Goede voorlichting aan aspirant IPO studenten is van belang evenals de beheersing van wis- en natuurkunde op havoniveau. Sinds 2007 wijst de opleiding studenten, die interesse hebben in de opleiding, tijdens de voorlichting op het stevige bèta-karakter ervan. Teveel studenten gingen er voordien vanuit dat het accent binnen de opleiding vooral ligt op ontwerpen (zoals de naam suggereert) waarbij de bèta-component (wiskunde en natuurkunde) maar beperkt aan bod komt. Hetgeen dus niet het geval is. Bestudering van het studieprogramma laat zien dat, om goed te kunnen ontwerpen, kennis van en inzicht in wiskunde en natuurkunde onontbeerlijk zijn. Ondanks veel maatregelen van de kant van de opleiding, kost het studenten veel tijd om zich bewust te worden van de noodzakelijke studie-/beroepshouding en de cognitieve bagage die nodig is om de opleiding succesvol te doorlopen. Uit de gesprekken met studenten blijkt dat de voorlichting die de opleiding geeft realistisch is en een goed beeld geeft van de zwaarte van de opleiding en van de vereiste studiehouding. Als belangrijkste reden voor het door de studenten voortijdig verlaten van de opleiding, noemen zowel studenten als docenten hun studiehouding. Een houding die lastiger te veranderen is dan het cognitieve aspect. Management en docenten geven aan dat de studiehouding zeker in de eerste fase van de studie moeilijk te beïnvloeden is. De studenten die uitvallen, passen hun houding blijkbaar te laat aan. Een intensievere studiebegeleiding en de student hierbij nog meer ‘op de huid’ zitten, moeten er wat de opleiding betreft toe leiden dat hun studiehouding in positieve zin verandert. Een duidelijke structuur in het curriculum is eveneens van belang voor instromende studenten. Studenten geven overigens aan dat deze nu al voldoende helder is. Daarnaast speelt de moeilijkheidsgraad van theorievakken studenten parten. Met name studieonderdelen zoals Mechanica en Wiskunde zijn voor studenten zwaar. De opleiding biedt ‘bijlessen’ op deze terreinen aan evenals een aansluitcursus. Daarnaast overweegt de opleiding nog andere nieuwe maatregelen, zoals het voeren van intakegesprekken. Het auditteam ondersteunt deze lijn en beveelt de opleiding aan om naar andere wegen te blijven zoeken om de voorlichting en begeleiding van nieuwe studenten nóg indringender te maken. Informatievoorziening aan en de begeleiding van studenten Informatievoorziening en de begeleiding van IPO studenten liggen in feite in elkaars verlengde. Begeleiding van studenten impliceert immers vaak dat de opleiding hen informeert over studierelevante aangelegenheden. Via module-evaluaties en studieloopbaangesprekken controleert de opleiding bij studenten of de informatievoorziening daarbij adequaat is. Eerder bleek uit de Nationale Studenten Enquête dat studenten niet tevreden waren over de informatievoorziening. Gebleken is, dat dit vooral veroorzaakt werd door de overgang naar een andere informatiesysteem binnen de opleiding. Inmiddels, zo is het auditteam gebleken, zijn studenten wél tevreden over de aangeboden informatie en de wijze waarop de opleiding dit aanbiedt. Studenten ontvangen informatie over voor hen belangrijke onderwerpen via blackboard, intranet of tijdens introductiedagen. Daarnaast geven de modulebeschrijvingen studenten voldoende inzicht in hetgeen van hen verwacht wordt. Ook de studieloopbaanbegeleider dient als belangrijke informatiebron voor de student, zowel langs informele weg, ‘op de gang’, als formele weg tijdens de studieloopbaanbegeleiding. De studieloopbaanbegeleider heeft, zo geven studenten aan, vooral een informerende, oriënterende en soms sturende functie. Ook zet de opleiding ouderejaars studenten in bij een projectweek. Stage- en afstudeerbegeleiders zijn zeker in een kwart van de gevallen oud studenten. Een goed initiatief van de opleiding om oud-studenten in te schakelen bij de begeleiding van zittende studenten.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 22
In het eerste studiejaar verwerft de student kennis van het beroepenveld via het Project ‘Ontwerpen en Construeren’ en via het studieonderdeel ‘Beroepsvaardigheden Productontwikkeling’. Ook is er jaarlijks een Internationale Projectweek die studenten de gelegenheid biedt kennis te maken met vertegenwoordigers uit het beroepenveld. Geïnteresseerde studenten weten hier al voor hen relevante contacten te leggen voor stages, het onderwerp voor hun eindwerkstuk en de basis te leggen voor toekomstige beroepsperspectieven. Veel hangt dan, zo geven studenten aan, af van je eigen initiatieven. Een goede manier, zo vindt het panel, om studenten te leren contacten te leggen met het bedrijfsleven en om zich voor te bereiden op het werken binnen de sector. Een volgende belangrijke bron van informatie voor IPO studenten zijn de ontwerpprojecten die de opleiding uitvoert in samenwerking met bedrijven. Ook via deze projecten kunnen studenten zich een actueel beeld vormen van het beroepenveld en van hun eigen kansen om aan te sluiten bij de eisen die dat beroepenveld stelt aan afgestudeerde IPO’ers. Naar de mening van het auditteam een waardevol bron van kennis voor studenten. Van belang is nog om in het kader van de informatievoorziening aan studenten op te merken dat de opleiding met een bindend studieadvies (BSA) werkt. Bestudering van de Onderwijs- en Examenregeling laat zien dat dit BSA hier is uitgewerkt: de examencommissie stelt het advies aan de student vast. De norm voor een BSA legt de opleiding tijdens de startfase uit aan studenten. De opleiding kan een afwijzing aan een negatief studieadvies verbinden als de student minder dan 48 EC heeft behaald en als de student 48 of meer EC heeft behaald maar minder dan drie van de volgende onderwijseenheden heeft behaald: Wiskunde 0, Wiskunde 1, Wiskunde 2, Statica 1 en Statica 2. Informatiebronnen die IPO hanteert om tot een BSA te komen zijn: de studieloopbaangesprekken met de studenten van vóór 1 februari, de studieresultaten en de mening van docenten over studenten. Docenten hebben in deze een signalerende functie. Zij bewaken mede de studierendementen en signaleren eventuele studieproblemen bij studenten. De studieloopbaanbegeleiding biedt de opleiding geïntegreerd binnen het curriculum aan. Dit kan binnen de kaders van de kennismaking met beroepsvaardigheden en beroepsoriëntatie, maar ook via centrale studieloopbaanbijeenkomsten en individuele gesprekken met de studieloopbaanbegeleider. Het motto van de opleiding, zoals wij al eerder in deze rapportage hebben aangegeven, luidt: Van tiener tot ingenieur. Het auditteam constateert dat de opleiding dit op hoofdlijnen ook weet waar te maken. Het auditteam trof een fraai uitgewerkte IPO studieplanning aan in de set documenten. Studenten kunnen hierin zelf hun studievordering aangeven, zij zien concreet welke studieonderdelen zij inmiddels afgerond hebben en welke studieonderdelen nog volgen. Zij krijgen op deze wijze voldoende inzicht in de structuur van het vierjarige curriculum. Het auditteam heeft het ‘SLB programma IPO’ voor het eerste en tweede studiejaar bestudeerd. Hieruit blijkt dat de opleiding uitgebreid aandacht besteedt aan studiebegeleiding. Concreet behandelt de opleiding dan onderwerpen zoals begeleiding en voorzieningen, het decanaat, het negatief studieadvies, bespreking voortgang van modulen/studie, doorstroomnormen van eerste naar tweede studiejaar, het bespreken van knelpunten en/of modulen en het ‘reflecteren’ op de door de student behaalde studieresultaten. De resultaten van studieloopbaanbegeleiding kunnen leiden tot het gebruikmaken door de student van de aangeboden bijlessen en faciliteiten, het focussen op exacte vakken, het richten op herkansingen en het maken van een goede studieplanning onder directe begeleiding van de begeleider. Het auditteam constateert dat het studieonderdeel ‘Studieloopbaanbegeleiding’ de studenten gedurende het eerste en tweede studiejaar géén EC’s oplevert. Concreet betekent dit dus dat de studenten dit studieonderdeel wél volgen maar er geen studiepunten voor krijgen. De opleiding besteedt nadrukkelijk aandacht aan de (struikel)vakken Wiskunde (9 EC’s) en Statica (6 EC’s). Het auditteam is positief over de mogelijkheid die de opleiding aan haar studenten biedt om bijles/tentamentraining te volgen. Concreet biedt de opleiding hen ieder kwartiel in het eerste studiejaar de gelegenheid om bijles/tentamentraining te volgen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 23
Tijdens centrale studieloopbaanbijeenkomsten geeft de opleiding aan eerste- en tweedejaars studenten informatie over de procedure en de inhoud van de begeleiding. Verwachtingen van beide kanten, opleiding en student, staan dan op het programma. IPO studenten stellen zelf een studieplanning op en stellen een studievoortgangdossier samen, dit als voorbereiding op de studieloopbaangesprekken. Wij merken nog op dat indien studenten te weinig EC’s behalen gaandeweg de propedeuse, zij door de SLB’er intensiever begeleid worden. Drie keer per studiejaar zijn er SLB-gesprekken voor eerstejaars studenten, mede naar aanleiding van studieresultaten en/of naar aanleiding van een examencommissievergadering waarin de voortgang van een sterk vertraagde student is besproken. De examencommissie beslist tot een bindend (negatief) studieadvies, mede op basis van gegevens van de begeleider van de student. Bij ontwerpopdrachten en praktijkvakken zijn vaak meerdere begeleiders en beoordelaars betrokken. Bij een aantal oefeningen betrekt de opleiding ook bedrijfsbegeleiders. Laatstgenoemden hebben bij de beoordeling een adviserende stem. Volgens het auditteam een adequate wijze van beoordelen waarbij de eindverantwoordelijkheid ligt bij de opleiding. Materiële voorzieningen Het auditteam heeft tijdens de audit een rondleiding gehad en daarbij de voorzieningen voor docenten en studenten kunnen bekijken. De rondleiding leidde langs onderwijsruimten, praktijkruimten en bibliotheek/documentatiecentrum. In 2009 is het gebouw aangepast en verbouwd waarbij een aantal nieuwe studieruimten en ruimten voor practica zijn gebouwd, zoals het Fablab, een digitaal aangestuurde werkplaats waar studenten de gelegenheid krijgen om hun ideeën om te zetten in een ontwerp/product. Het auditteam constateert dat de voorzieningen zeker van een voldoende niveau zijn. Er is fors geïnvesteerd in voorzieningen die voor dit type opleidingen noodzakelijk zijn. Navraag door het auditteam leert dat studenten tevreden zijn over de kwaliteit van de voorzieningen. Ouderejaars studenten geven aan dat er de afgelopen jaren op dit terrein al stapsgewijs verbeteringen zijn doorgevoerd. Weging en Oordeel Samenvattend en de verschillende elementen afwegend komt het auditteam bij Standaard 2 tot het oordeel ‘voldoende’, waarbij de volgende constateringen tot dat oordeel hebben geleid. Breedte en diepgang zijn in zijn algemeenheid voldoende in balans. De invulling en uitwerking zijn voldoende helder voor het voetlicht getreden tijdens de audit en door de opleiding schematisch in kaart gebracht. De ‘koninklijke weg’ van eindkwalificaties/competenties naar doelstellingen naar curriculum is door de opleiding consequent gehanteerd. De kennis- en vaardighedencomponent zijn in het curriculum voldoende aanwezig, zo constateert het auditteam, evenals een duidelijk opbouw in het studieprogramma. De kenniscomponent komt vooral in de eerste twee studiejaren aan bod, gevolgd door een uitgebreide stageperiode van één studiejaar. Het studieprogramma dient studenten wel meer gelegenheid te bieden hen naar een hoger niveau van denken en werken te tillen. De opleiding heeft studieloopbaanbegeleiding zichtbaar in het programma opgenomen en besteedt verder aandacht aan ‘struikelvakken’. De IPO-opleiding heeft meerdere niet wo-opgeleide docenten die, mede door het toepassingsgerichte karakter van de opleiding, goed inpasbaar zijn binnen IPO. De combinatie van opleiding en werkervaring draagt er binnen IPO toe bij dat ook niet wo-opgeleide docenten beschikken over voldoende vakinhoudelijke kennis. Niettemin is nog een slag te maken in het opleidingsniveau van het team, mede gelet op het Saxion brede beleid dat uitgaat van 100 procent wo-opgeleide docenten. Aantrekken van gepromoveerde medewerkers kan de ontwikkeling naar de eerder geschetste helicopterview van studenten bevorderen alsmede de onderzoekscomponent verder versterken.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 24
Het aspect internationalisering verdient aandacht. De opleiding heeft wel internationale contacten maar kan deze verder uitbreiden. De keuzes van de opleiding ten aanzien van instroom en rendement blijken doordacht en verantwoord. Bovendien beschouwt het auditteam het programma om de verschillen in instroomniveau op te vangen als voldoende. De opleiding wijst er op dat de voorlichting die zij aanbiedt indringend is. Het auditteam is positief over de intakegesprekken die de opleiding zal voeren met aspirant-studenten. Het auditteam is positief over de groeiende bijdrage van het lectoraat aan de IPO-vakinhoud. Wij zijn van mening dat dit lectoraat de komende jaren een belangrijke rol zal spelen bij de kwaliteit van de opleiding. Het is van belang voor zowel de overdracht van kennis als voor het op een hoger plan brengen van het docententeam door middel van scholing. De studielast en het aantal contacturen zijn naar de mening van het auditteam conform hetgeen van studenten anno 2012 verwacht mag worden. Een gemiddelde studielast per week van 40 uur en een aantal contacturen van 32 en 23 uur de eerste twee studiejaren, vindt het auditteam adequaat.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 25
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 3: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk.
Bevindingen Examencommissie Het auditteam heeft zich tijdens de audit een goed beeld kunnen vormen van de kwaliteit van de examencommissie van Engineering waar de IPO opleiding deel van uitmaakt. Het betreft een examencommissie voor vijf opleidingen. Ieder opleiding, dus ook IPO, is hierin vertegenwoordigd met twee leden. In de huidige samenstelling is de examencommissie in september 2011 gestart. Saxion verzorgt voor de nieuwe examencommissie bij- en nascholing. Een goed initiatief waarin de leden van de commissie uitgebreid geïnformeerd worden over competentiegericht toetsen, het beoordelen van toetsen, tegen het licht houden van toetsprocedures, het zich laten informeren door externen over toetskwaliteit. Dit alles is uitgewerkt in een scholingsplan voor de leden van de examencommissie. In principe komt de voltallige examencommissie twee keer per kwartaal bijeen. In een zgn. ‘Kamer’ bespreekt de examencommissie de opleidingsspecifieke aspecten en behandelt zij lopende kwesties. Het auditteam is positief over de acties die deze commissie sinds haar installatie heeft ondernomen. Wij noemen het beoordelen van toetsen van de verschillende opleidingen en de scholing van de leden van de examencommissie aan de hand van cases van afstudeerformats. Positief is het auditteam ook over het feit dat de vijf verwante opleidingen visie en expertise delen. Inmiddels beoordeelt zij toetsen steekproefsgewijs en zijn inmiddels 30 tot 40 procent van de toetsen van IPO kritisch beoordeeld en van commentaar voorzien. Dit laatst impliceert tevens dat er géén aparte toetscommissie is. Positief is het auditteam over het feit dat de examencommissie zich nadrukkelijk bemoeit met de kwaliteit van de eindwerkstukken, in het bijzonder, zo is gebleken, met de projectplannen die studenten IPO dienen op te stellen alvorens zij toestemming krijgen om te kunnen starten met afstuderen. De door het auditteam bestudeerde projectplannen zijn wat opzet en inhoud betreft goed. Zo zorgt de examencommissie ervoor dat zowel de afstudeeropdracht als de afstudeeromgeving voldoen aan de hbo-eisen, dat er een relatie bestaat tussen het leerplan en de eindkwalificaties en dat er sprake is van een weging tussen de verschillende door de student te leveren producten. Uit een door het auditteam bestudeerd verslag van de examencommissie over de IPO projectplannen blijkt dat de commissie de sterke- en de verbeterpunten goed in kaart heeft gebracht en wel op een dusdanige wijze, dat de IPO opleiding op basis hiervan verbetermaatregelen kan nemen. Toetsing Het auditteam heeft voorafgaand aan en tijdens de audit een aantal toetsen en beoordelingsformats (ook ingevulde) opgevraagd bij de opleiding en deze vervolgens bestudeerd. Gebleken is dat de opleiding niet alleen toetst in de traditionele zin: ‘beantwoord deze vragen’, maar tevens studenten opdrachten laat maken binnen de kaders van projectopdrachten. De opleiding toetst binnen traditionele toetsen zowel feitenkennis (‘waarom is het onzinnig om glasvezel versterkt rubber te maken?’) als inzicht (‘Stel dat het gaat om het door jullie onderzochte AIDI1045 ofwel DIN C45, is dat nu wel of niet goed lasbaar’) bij studenten. De opdrachten die het auditteam bestudeerd heeft, zijn van een voldoende complex niveau.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 26
Het betreft bijvoorbeeld ontwerp opdrachten op het terrein van een weegunit, het ontwerpen van een afvalbak en het construeren in kunststoffen. Opdrachten dienen studenten onder andere te maken als afsluiting van een studiefase. Zo sluit de student de basisopleiding IPO, het propedeutisch jaar en de hoofdfase 2, af met een opdracht waarin zij het volledige ontwerpproces doorlopen zodat zij vervolgens goed voorbereid en zelfstandig op stage kunnen. In een dergelijke opdracht komen kennis én vaardigheden van alle toeleverende vakken van de eerste twee studiejaren samen. Expliciet vermeldt de opdrachtformulering dat de student ‘uitstijgt boven het niveau van de afzonderlijke vakken’. Het auditteam beschouwt de wijze waarop de opleiding de opdrachten aanbiedt, de inhoud van de opdracht alsmede het doel van de opdracht, als adequaat. In dit verband merken wij ook op dat IPO haar studenten uitdaagt om bij de uitvoering van een opdracht te werken aan díe competenties die zij nog onvoldoende beheersen i.c. waar zij aan willen werken. De student vormt met een medestudent een koppel op basis van zijn competentieprofiel. Wanneer de student bijvoorbeeld uitblinkt in technisch tekenen maar minder goed is in handschetsen, dan stimuleert de opleiding de student om de opdracht uit te voeren met een student die juist moeite heeft met technisch tekenen maar goede handschetsen maakt. Beide studenten leren dan van elkaar en kunnen zo hun minder goed ontwikkelde competenties verbeteren. Om zijn competentieprofiel te bepalen, maakt de student gebruik van een competentiematrix die voorzien is van een duidelijke instructie. Het panel constateert verder dat IPO de afgelopen twee kalenderjaren veel heeft geïnvesteerd in het professionaliseren van het toetsbeleid. Hierbij is sprake van het inrichten van het toetsgebouw waarbij docenten nauw betrokken zijn. Concreet betekent deze inrichting dat de docenten door Saxion worden bijgeschoold op het terrein van toetsen en dat er nieuwe toetsmatrijzen en beoordelingsmodellen ontwikkeld zijn en worden. Ook met het structureel controleren van toetsen op betrouwbaarheid geeft IPO invulling aan dat toetsgebouw. Ook is er binnen de kaders van toetsen aandacht besteed aan het voorkomen van meeliftgedrag onder studenten. Studenten gaven aan dat dit niet meer voorkomt. Het afstuderen De student doorloopt het afstudeertraject individueel, daarbij begeleid door een docent vanuit de opleiding en een vertegenwoordiger van de organisatie, de bedrijfsbegeleider, waar de student de opdracht uitvoert. De opleiding IPO, die onderdeel uitmaakt van de Academie Life Science, Engineering & Design (LED), heeft duidelijke eigen afstudeerprocedure beschreven. Kern hierbij is dat de student zijn kennis en vaardigheden, verworven tijdens de opleiding, toepast bij het uitvoeren van een concrete opdracht in de beroepspraktijk bij een bedrijf, ontwerpbureau of een andere productontwikkelinggerelateerde instelling. Alleen zo ervaart de student de noodzakelijke wisselwerking tussen hemzelf en de beroepscontext. Het auditteam constateert dat de opleiding duidelijke toelatingseisen formuleert waaraan de student dient te voldoen, alvorens hij met de afstudeeropdracht kan starten. Zo dient de student in principe alle modules van de hoofdfase te hebben afgerond. We schrijven ‘in principe’ omdat de studieloopbaanbegeleider kan beslissen dat de student, indien hij aan bepaalde eisen voldoet (bijvoorbeeld een maximum van zes EC’s aan studieonderdelen nog moet inhalen) toch met zijn afstudeeropdracht kan starten nadat de afstudeercoördinator zijn goedkeuring heeft gegeven. De opleiding stelt tien eisen aan de afstudeeropdracht die het auditteam als relevant beschouwt. De student start het afstudeertraject met een projectplan waarin hij aangeeft wat zijn verwachtingen zijn met betrekking tot de op te leveren resultaten. In een projectdossier zijn alle relevante afstudeerdata opgenomen. Daarnaast heeft de student een afstudeerverslag opgesteld. Het afstudeertraject sluit de student af met een, in principe openbare, afstudeerverdediging waarin de student zijn afstudeerproject presenteert. Daarbij kunnen externe deskundigen uitgenodigd worden die kritische vragen stellen over het geleverde product.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 27
Beoordeling afstudeerwerk De beoordeling vindt plaats op basis van het Saxion-IPO opleidingsprofiel zoals dat is vastgesteld in het Landelijk Beroeps- en Opleidingsprofiel IPO. Twee afstudeerdocenten beoordelen de afstudeeropdracht. De definitieve beoordeling vindt plaats na overleg met de bedrijfsbegeleider en, eventueel de externe vertegenwoordiger waarbij beide laatstgenoemden een adviserende stem hebben. Voor de afstudeerprocedure is een protocol opgesteld, het ‘Format beoordelen afstuderen’. Dit beoordeelt het auditteam als adequaat. Hierin zijn in detail de beoordelingscriteria opgenomen. Het auditteam heeft de beoordelingsformulieren voor de door haar bestudeerde afstudeerwerken tegen het licht gehouden. Bij deze afstudeerwerken waren de oude beoordelingsformulieren opgenomen. Deze bleken deels op de door de opleiding voorgeschreven wijze te zijn ingevuld. Een nadrukkelijk punt van aandacht voor de opleiding is om de beoordelingsformulieren volgens de door haar zelf voorgeschreven nieuwe systematiek in te vullen. De eindwerkstukken De examencommissie staat er garant voor dat er binnen de verschillende opleidingen van Engineering één format ten behoeve van het afstuderen wordt gehanteerd. Op de vraag vanuit het auditteam op welke wijze de IPO opleiding er zorg voor draagt dat de student aan het eind van zijn vierjarige opleiding alle competenties beheerst, wijst de opleiding er op dat studenten in het zevende semester opdrachten moeten maken die de volle breedte van de opleiding betreffen en waarin alle competenties aan bod komen. Het is de finale controle vóór het afstuderen. Panelleden hebben dit ingezien en beoordelen de opdrachten en de uitvoering ervan als adequaat. Het auditteam heeft voorafgaand aan de audit een lijst van afgestudeerden ontvangen én van de eindwerkstukken over de afgelopen twee studiejaren 2009/2010 en 2010/2011. Beide lijsten komen overeen. Dat wil zeggen: de opleiding heeft het auditteam een lijst met afstudeerwerkstukken voorgelegd die overeenkomt met het aantal afgestudeerden over genoemde studiejaren. Het auditteam heeft voorafgaand aan de audit 15 eindwerkstukken opgevraagd van de voltijd opleiding. In een van de bijlagen bij dit rapport zijn deze opgesomd. De volledige lijst van afstudeerwerken bestuderend valt op dat een aanzienlijk deel met een bovengemiddelde score door de opleiding beoordeeld zijn. Zo zijn verschillende eindwerkstukken met een cijfer 9 of 10 beoordeeld. Dit gegeven maakte vier leden van het auditteam, de voorzitter en de vak- en werkvelddeskundigen, zeer nieuwsgierig naar de kwaliteit van de door hen te bestuderen eindwerkstukken. Het auditteam heeft de zeer hoge scores bestudeerd alsmede de met een score 6 beoordeelde eindwerkstukken. Op de eerste plaats blijkt dat alle eindwerkstukken, dus óók die met een score 6, het hbo-niveau representeren. De technische component is goed beschreven evenals het ontwerp van het product. Daarmee geeft de student aan het gewenste hbo-niveau bereikt te hebben. Ook de opmaak van de eindwerkstukken is goed, in een aantal gevallen zelfs professioneel te noemen. Wat ontbreekt bij de eindwerkstukken is een reflecterende paragraaf; de scriptie is vooral gericht op het realiseren van een ontwerp in een prototype, redesign of vergelijkbaar resultaat. Methoden zijn betrekkelijk ‘schools’ toegepast waarbij de student niet of onvoldoende reflecteert op de opdracht, de gevolgde methoden en de uiteindelijke resultaten. Het is wenselijk, en hiermee stemt het auditteam overeen met het werkveld, om studenten gedurende hun hele opleiding en dus ook in hun afstudeerwerk de gelegenheid te bieden om te reflecteren op de door hen gerealiseerde uitkomst. Leer studenten ook vanuit een breder gezichtsveld terug te kijken naar hetgeen bereikt is. Kortom: het beschouwende karakter is nog onvoldoende opgepakt. Het gebruik van bronnen/brondocumenten is daarbij voor verbetering vatbaar. Daar dient de student en de opleiding meer aandacht aan te besteden.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 28
Wat betreft het door de opleiding gegeven oordeel, vindt het auditteam deze daarom in de meeste gevallen aan de (te) hoge kant. De van een zeer hoge score voorziene afstudeerwerkstukken beoordeelt het auditteam één tot twee punten lager. De met een score 6 beoordeelde werkstukken zijn adequaat beoordeeld, dat wil zeggen dat het auditteam deze werkstukken met een identieke score beoordeelt. Werkveld De vertegenwoordigers uit het werkveld waar het auditteam mee gesproken heeft, wezen er op dat afgestudeerden van de IPO opleiding breed inzetbaar zijn in verschillende sectoren van (met name) het MKB. Het feit dat er ook Duitse IPO studenten zijn, beschouwt het werkveld als een pré. Dit zorgt niet alleen voor een wisselwerking tussen Nederlandse en Duitse studenten, maar ook voor contacten van Nederlandse studenten met het Duitse werkveld. Het werkveld signaleert dat er sprake is van een brede opleiding, die studenten aflevert met een brede technische basis. Zij beschikken over een bruikbare brede blik op verschillende technieken. Wel is het van belang dat studenten meer een ‘helicopterview’ ontwikkelen om het hele productontwikkelproces te kunnen overzien en te managen. Voor verbetering vatbaar is het kunnen ‘verkopen’ van een project. Zoals één van de auditoren het uitdrukte ”dromen, context bepalen en het belang van de stakeholders uitleggen’’. Meer aandacht kan de opleiding besteden aan persoonsgebonden kwaliteiten zoals het kunnen uitdragen van de eigen kwaliteiten, het ‘out of the box’ denken en meer assertiviteit; de persoon(lijkheid) van de student sneeuwt soms onder. Laat, zo geeft het werkveld aan, studenten oefenen met business cases de meer commerciële kant van het vakgebied. Weging en Oordeel Samenvattend en de verschillende elementen afwegend komt het auditteam bij Standaard 3 tot het oordeel ‘voldoende’, waarbij de volgende constateringen tot dat oordeel hebben geleid. De opleiding beschikt over een examencommissie die volgens de nieuwe wetgeving is vormgegeven. De commissie maakt serieus werk van haar taken en opdrachten. Het auditteam stelt vast dat de examencommissie het aan haar toevertrouwde takenpakket op het terrein van het toetsen en het bewaken van het niveau van de eindwerkstukken, naar behoren uitvoert. De opleiding hanteert uitgangspunten op het terrein van toetsbeleid die op een adequate wijze zijn beschreven en daarmee vormgegeven. Het auditteam constateert in dit verband dat de opleiding het toetsen beschouwt als een onderdeel van de onderwijskwaliteit. Naar het oordeel van het auditteam beschikt de opleiding over een adequaat systeem van toetsing waarbij de toetsen het hbo-niveau representeren. Wat betreft de bestudeerde eindwerkstukken stelt het auditteam vast, dat de beoordeling ervan door de opleiding in een aantal gevallen aan de (te) hoge kant is. Vakinhoudelijk/technisch zijn de eindwerkstukken op hbo-niveau. Dat weegt voor het auditteam zwaar bij haar oordeel. Dat een beschouwing over het geleverde werk/product, de helicopterview, regelmatig in de eindwerkstukken ontbreekt, is niettemin een verbeterpunt. Het werkveld is eveneens van mening dat de eindwerkstukken het hbo-niveau representeren. Mede gelet op de hiervoor genoemde ontbrekende component, zou de beoordeling van een aantal door het auditteam bestudeerde eindwerkstukken lager zijn dan het cijfer dat de opleiding aan het eindwerkstuk heeft toegekend.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 29
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 30
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
Het auditteam is van oordeel dat de door de IPO opleiding gehanteerde competenties en de hiervan afgeleide doelstellingen in overeenstemming zijn met de eisen die het Nederlandse en internationale werkveld stellen aan hbo-bachelor afgestudeerde industrieel ontwerpers. De opleiding speelt in voldoende mate in op recente inzichten uit het vakgebied en weet deze ontwikkelingen in voldoende mate te verwerken in het curriculum. Het curriculum kent een goede balans tussen breedte en diepgang en maakt dan ook inhoudelijk een verzorgde en adequate indruk, waarbij de technische component de boventoon voert. Het conceptuele niveau behoeft daarentegen nog versterking en zou de leidende ambitie moeten zijn voor zowel studenten als staf. Binnen de opleiding is een samenhangende leeromgeving aanwezig, die de studenten de mogelijkheid geeft de competenties en de basiskennis te verwerven. De opleiding beschikt over vakbekwame docenten met voldoende theoretische en een de praktijk gerelateerde kennis. De samenwerking van de opleiding met het regionale werkveld beoordeelt het auditteam positief. Ook is het werkveld op veel punten positief over hetgeen IPO afgestudeerden kennen en kunnen. Ook het werkveld bepleit versterking van de conceptuele basis. De rendementen zijn laag, maar de opleiding doet hetgeen in haar vermogen ligt om de rendementen te verbeteren. De voorzieningen zijn op niveau, de opleiding investeert in voldoende mate in nieuwe technieken en nieuwe apparatuur. Studenten zijn tevreden over de opleiding, i.c. de vakinhoud, over de begeleiding en de informatievoorziening/communicatie door de opleiding, zo constateert het auditteam. De examencommissie functioneert op een adequate wijze. Zij is recentelijk in de huidige vorm geïnstalleerd, heeft duidelijk ontwikkelingspotentieel, zet de juiste prioriteiten en houdt een vinger aan de pols wat betreft de kwaliteit en het niveau van de opleiding. Uit de tussenproducten en de bestudeerde eindwerkstukken concludeert het auditteam dat de afgestudeerden na afronding van de opleiding beschikken over hbo-bachelor niveau. Het auditteam is op basis van het bovenstaande van oordeel dat de kwaliteit van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen van Saxion Hogeschool voldoende is.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 31
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 32
6.
AANBEVELINGEN
Hierna geven wij de IPO opleiding een aantal aanbevelingen. Het betreft hier aanbevelingen die géén invloed hebben op de in deze rapportages opgenomen oordelen. Wel is het auditteam van mening dat deze aanbevelingen, mits opgevolgd, ertoe kunnen bijdragen dat de opleiding in kwalitatief opzicht verder verbetert.
Het raadplegen van de werkveld-/beroepenveldcommissie is niet altijd eenvoudig voor een hbo-opleiding. Dit geldt ook voor de IPO opleiding van Saxion. Het auditteam geeft twee suggesties om tot een oplossing van dit vraagstuk te komen. Op de eerste plaats zou de opleiding kunnen denken aan het raadplegen van een dergelijke commissie met een wisselende samenstelling: neem contact op met een voor de IPO-opleiding relevant bedrijf en sondeer of een leidinggevende binnen dat bedrijf met vertegenwoordigers van de hogeschool van gedachte kan wisselen over voor de opleiding relevante ontwikkelingen in het werkveld (vgl. de representanten uit het werkveld die het auditteam gesproken heeft). Een tweede mogelijkheid is om vertegenwoordigers van de opleiding zélf het werkveld in te sturen om daar nieuwe ontwikkelingen in kaart te brengen. Versterk de internationale component van de opleiding. Leg contacten met bedrijven in het buitenland die voor IPO relevant zijn. Bezoek deze regelmatig, laat vertegenwoordigers van deze bedrijven gastcolleges verzorgen. Denk daarbij niet aan landen aan de andere kant van de aardbol, maar zoek het dichter bij huis: in Europa wordt nog altijd op een toonaangevende wijze ontworpen, i.c. is toonaangevend op dit terrein. Geef studenten de gelegenheid om Engelstalige verslagen te schrijven en zorg ervoor dat docenten deze op een adequate wijze kunnen beoordelen. Zoals de leden van de werkveldcommissie tijdens de audit voorstelden: leer studenten technisch Engels te lezen. Meer assertiviteit, het zich beter verkopen door studenten (maar óók door de opleiding) is op zijn plaats. Leer studenten zichzelf en hun product te verkopen. Ze moeten achter een product staan. Leer studenten daarbij tevens te denken vanuit het referentiekader en het belang van de ander. Zorg er voor dat studenten tijdens de opleiding hun creativiteit verder kunnen ontwikkelen. Kernbegrip hierbij is: out of the box denken. Laat studenten veelvuldig schetsen zonder daarbij te veel restricties aan dat schetsen te verbinden. Leer de student het idee/voorstel van ‘de techneut’ om te zetten in een ontwerp én om dat ontwerp vervolgens te verdedigen. Een overzicht over het ontwerpproces, gekoppeld aan kennis en beheersing van de verschillende processtappen, verdient extra aandacht binnen de set competenties. In feite zit er een verbindend element tussen laatstgenoemde twee punten en het punt van de eerdergenoemde conceptuele basis: de opleiding zou studenten moeten prikkelen om wat eerder en ‘meer los te komen’ uit de veilige en wellicht wat schoolse omgeving van de opleiding: o meer inhoudelijke dwarsverbanden met andere opleidingen; o waarin ze zich ook in andere rollen moeten bekwamen (meer weerwerk bieden tegen mensen van andere disciplines); o inhoudelijk meer ‘los’ komen (out-of-the-box); o iets conceptueler, waardoor je meer boven de stof en boven het ontwerpproces staat. Leer te reflecteren op wat je gedaan hebt (double loop learning).
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 33
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 34
BIJLAGE I Scoretabel
Scoretabel auditteam-oordelen hbo-bacheloropleiding Industrieel Product Ontwerpen voltijd Standaard
Oordeel
Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties
voldoende
Standaard 2: Onderwijsleeromgeving
voldoende
Standaard 3: Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
voldoende
Algemene conclusie
voldoende
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 35
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 36
BIJLAGE II Aanvulling op In- door- en uitstroomgegevens Uitwerking van ‘Het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars) dat na één jaar niet meer bij de opleiding staat ingeschreven, zo mogelijk voor de laatste zes cohorten’. D3 (OKG-19) Percentage uitvallers na 1 jaar Instroomjaar havo 2010/2011
2009/2010
2008/2009
2007/2008
2006/2007
2005/2006
vt
vt
vt
vt
vt
vt
vwo
mbo
overig totaal
41%
13%
43%
27%
30%
9
2
3
3
17
48%
13%
89%
25%
46%
11
1
8
2
22
46%
20%
71%
55%
44%
13
3
5
6
27
69%
13%
67%
13%
47%
20
1
4
2
27
40%
20%
60%
22%
39%
12
2
9
2
25
50%
36%
44%
44%
46%
16
4
4
4
28
Uitwerking‘ Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur alsnog uitvalt uit de opleiding, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten’.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 37
Overzicht Statussen per instroomjaar Telling Instroom
Status AFST
INS
UITV
UITV1
Totaal
2005
16
15
3
28
62
2006
14
21
4
25
64
2007
6
19
6
27
58
36
55
13
80
184
Totaal
Het gaat in totaal om 13 studenten van in totaal 184. Kolom UITV is hier relevant (NB: UITV1 bevat het aantal uitvallers in juist het eerste studiejaar). Toelichting: Voor de zuivere instroom van de opleiding IPO in de studiejaren 2005/2006, 2006/2007 en 2008/2009 wordt in de tabel middels het veld [SJ5_STATUS] aangegeven wat de status van de student is aan het begin van het 5e studiejaar. De volgende statussen zijn opgenomen: UITV1 Deze studenten zijn na het eerste studiejaar uitgevallen bij de opleiding. (M.a.w. niet aanwezig op de peildatum 1 oktober van het 2e studiejaar bij de betreffende opleiding) INS Deze studenten waren per peildatum 1 oktober van het 2e studiejaar aanwezig bij de opleiding en zijn aan het begin van het 5e studiejaar nog aanwezig bij de opleiding. AFST Deze studenten waren per peildatum 1 oktober van het 2e studiejaar aanwezig bij de opleiding en zijn binnen de nominale studieduur (4 jaar) afgestudeerd, gerekend vanaf het 1e studiejaar UITV Deze studenten waren per peildatum 1 oktober van het 2e studiejaar aanwezig bij de opleiding, zijn niet afgestudeerd binnen de nominale studieduur (4 jaar) gerekend vanaf het 1e studiejaar en zijn ook niet aanwezig aan het begin van het 5e studiejaar. Voor deze categorie is in het veld [SJ5_OPM] opgenomen wanneer de uitval heeft plaatsgevonden bij de opleiding. Indien de student is vertrokken naar een andere opleiding binnen Saxion dan wordt deze opleiding hier gemeld.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 38
BIJLAGE III Opleidingsspecifieke eindkwalificaties
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 39
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 40
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 41
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 42
BIJLAGE IV Schematisch overzicht opleidingsprogramma
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 43
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 44
BIJLAGE V Programma, werkwijze en beslisregels Auditprogramma Beperkte Opleidingsbeoordeling t.b.v. bachelor IPO, Saxion Hogeschool. 14 mart 2012.
Tijd
Locatie
Wie
08.00 – 08.15
Inloop & ontvangst auditteam
08.15 – 09.00
Intern overleg auditteam
09.00 – 09.15
Kennismaking managementteam opleiding IPO en vaststellen agenda
Gespreksonderwerpen
Aspecten van nieuwe accreditatiestelsel benoemen
Rene Nijssen, opleidingsmanager domein Engineering Peter van Dam, directeur academie LED Raymond Maas, teamleider IPO 09.15 – 10.00
Managementteam IPO
Gespreksonderwerpen:
Rene Nijssen, opleidingsmanager domein Engineering
eigenheid opleiding – ambities - hboniveau - relatie beroepenveld – internationalisering - onderzoeksdimensie
Peter van Dam, directeur academie LED Raymond Maas, teamleider IPO 10.00 – 10.15
Pauze
10.15 – 11.30
Docenten:
Gespreksonderwerpen:
Samenhangende onderwijsleeromgeving
realisatie samenhangende onderwijsleeromgeving - inhoud en vormgeving programma – eigen inkleuring programma - keuze werkvormen – onderzoekslijn – stage internationale component - relatie docenten beroepenveld – eigen deskundigheid docenten
M. Kooijman, F. Moes, L. v.d. Stelt, J. de Vries, Bill Kamphuis
11.30 – 12.30
Studenten IPO
Gespreksonderwerpen:
T. Horstman, K. Janzen, M. Huiskes, M. Olde Boerigter, C. Roth
kwaliteit en relevantie programma studeerbaarheid - aansluiting - toetsen en beoordelen - kwaliteit docenten opleidingsspecifieke voorzieningen – eigen producten
12.30 – 13.15
Lunch auditteam
Interne terugkoppeling
13.15 – 14.00
Spreekuur docenten/studenten IPO
Rondleiding opleidingsspecifieke voorzieningen + inzien materiaal
14.00 – 14.30
Professionalisering/lectoraat
Gespreksonderwerpen:
Lector Karin van Beurden met twee van de kenniskringleden (Paul Grönefeld en Ernst-Jan Goedvolk)
deskundigheidsbevordering/pop docenten – onderzoek doen – lectoraat en kenniskring
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 45
Tijd
Locatie
14.30 – 15.15
15.15 – 16.00
Wie
Gespreksonderwerpen
Werkveldvertegenwoordiging
Gespreksonderwerpen:
Marco Nijmeijer, Andreas Groten, Iris Hobo, Tonny Grimberg.
contacten met opleiding over onder andere:
Dhr. Groten komt uit het Duitse werkveld.
actuele ontwikkelingen en doorvertaling naar programma - andere wensen vanuit het werkveld – eigen inkleuring opleiding - stage en begeleiding – onderzoekscomponent - niveau
Alumni
Gespreksonderwerpen:
Sören Knittel, Gerben Schreurs, Laurie van Koppen, Matthijs van Calveen, Guido van den Hoek.
o.a. kwaliteit en relevantie van de opleiding (programma, docenten) functioneren in de praktijk of vervolgopleiding
Examencommissie/toetscommissie
Gespreksonderwerpen:
Leden van de kamer IPO: Ernst-Jan Goedvolk en Leo van der Stelt + Cor Thie als secretaris van de examencommissie ENG.
Bevoegdheden en taken examencommissie en toetscommissie rol in de interne kwaliteitszorg toetsing -
16.00 – 16.15
Interne terugkoppeling
16.15 – 16.30
Pending issues
resultaten
Inzien materiaal
(alle gesprekspartners zijn hiervoor beschikbaar) Inzien materiaal
16.30 – 17.30
Interne terugkoppeling: bepaling beoordeling
17.30
Terugkoppeling
Werkwijze m.b.t. keuze gesprekspartners Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditteam met in achtneming van de daartoe strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld.
Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht heeft gebracht van studenten en medewerkers. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ , ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd in het ‘Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011’. Wanneer er sprake is van verschillende varianten van een opleiding (bijvoorbeeld: voltijd, deeltijd en duaal), dan moet uit de beoordeling blijken dat voor elke variant de basiskwaliteit is gewaarborgd op grond van de standaarden uit het betreffende beoordelingskader om te komen tot een positief eindoordeel over de opleiding.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 46
Beperkte opleidingsbeoordeling
Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 3 als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien tenminste twee standaarden als ‘goed’ worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 3. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien tenminste twee standaarden als ‘excellent’ worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 3.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 47
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 48
BIJLAGE VI Lijst geraadpleegde documenten
Kwaliteitsrapport IPO Versie jan 2012 Actiepuntenlijst IPO 2011-2012 Rapport Saxion hbo-ba Industrieel Product Ontwerpen Besluit Saxion hbo-ba Industrieel Product Ontwerpen BVC IPO Bijlage vragen aan de BVC BVC IPO Notulen Notulen Landelijk Overleg IPO IKMS Notulen Landelijk Overleg Kwaliteitsrapport IPO accreditatie 2006 versie 12-04-06-RvB1 Opleidingsdocument IPO 2011-2012 Resultatenverwerking LBOP beroepsprofiel enquête Enquête Alumni IPO Saxion 2009 HBO-Monitor Enschede 2008 Heidag Notulen Reglement BVC Stage IPO handleiding studenten Afstuderen IPO procedure_2010-2011 Stand van zakendag verslag Studiegids-LED-2011-2012 Saxion onderwijsvisie versie 2000 StrategischeVisie2008-2012 Onderwijsvisie bij LED Gesprek MT met IPO studenten Modulewijzer IPO_Wiskunde Modulewijzer IPO_Ontwerpproject Modulewijzer IPO_Bedrijfskunde Modulewijzer IPO_Ontwerpproject Modulewijzer IPO_Onderzoeksmethodieken en experimenteren Modulewijzer IPO_Ontwerpproject Toetsmatrijs IPO_Wiskunde Toetsmatrijs IPO_Ontwerpproject Toetsmatrijs IPO_Bedrijfskunde Toetsmatrijs IPO_Ontwerpproject Toetsmatrijs IPO_Onderzoeksmethodieken en experimenteren Toetsmatrijs IPO_Ontwerpproject Afstuderen IPO_projectplan 2010-2011 Moduulevaluaties Moduulevaluaties IPO Resultaatverwerking Minor Industrial Design IPO Validatielijst Studieplanning IPO nominaal 2011-2012 Leerlijnenschema IPO 2011-2012 Verbanden modulen vs leerlijn ontwerpprojecten Internationalisering Competentie matrix IPO SLB IPO handleiding studieplanning 1e en 2e jaars Notulen mbo hbo verslag 8 april 2010 Notulen mbo hbo verslag 27 mei 2010 Notulen mbo hbo verslag 22 juni 2010 Notulen WIMA-werkgroep Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor totaal alle opleidingen Stage vrijstelling MBO’ers Stage en afstudeerbedrijven toezicht kwaliteit
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 49
Propedeuserendement IPO analyse Implementatieplan Studeren met een functiebeperking academie LED Stage IPO docentenevaluatie stage bedrijf Conceptscholingsplan examencommissies Gezamenlijk beoordelingskader afstuderen Samenstelling examencommissies Cv’s docenten
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 50
BIJLAGE VII Beoordeelde eindwerkstukken IPO Overzicht van 15 afstudeerwerkstukken uit privacy overweging uitsluitend vermeld op studentnummer: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
95914 74863 98327 101836 92656 109600 96047 84991 96063 106635 88127 82600 97427 112549 79923
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 51
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 52
BIJLAGE VIII Overzicht auditteam Samenstelling, korte functiebeschrijvingen (cv’s) en onafhankelijkheidverklaringen van voorzitter, leden en secretaris.
Auditteamleden
voorzitter ir. A.T. de Bruijn vakdeskundige prof. dr. ir W.A Poelman werkvelddeskundige ir. J.A. Oostendorp hbo-deskundige ir. J.J.M. Zijlstra studentlid A.M. Nijdam
Expertise audit kwaliteitzorg x
Expertise internationaal
Expertis e onderwijs x
Expertise werkveld
Expertise vakinhoud
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
Expertise Studentzaken
x
x x
Secretaris/Coördinator Drs. G.W.M.C. Broers
Gecertificeerd d.d november 2010
Op 7 februari 2012 heeft de NVAO goedkeuring gegeven aan de samenstelling van het panel Industrieel Product Ontwerpen, (nr# 000223) Saxion Hogeschool. Ir. A.T. de Bruijn is senior-adviseur en partner bij Hobéon. Hij treedt zeer regelmatig op als voorzitter van auditteams in accreditatietrajecten en bij het beoordelen van EVC-aanbieders. Prof. dr. ir. W.A Poelman is voltijd hoogleraar Product Realisatie aan de Universiteit Twente en eigenaar/directeur van Poelman Partners, een bureau dat zich richt op ontwerpen. Hij is lector geweest aan de Hogeschool Utrecht. Ir. J.A. Oostendorp is opgeleid als biomedisch werktuigbouwkundige aan de Universiteit Twente en heeft aanvullend de branche-erkende opleiding tot verpakkingskundige II afgerond bij het Nederlands Verpakkingscentrum. Hij heeft 16 jaar ervaring als verpakkingsdeskundige bij Grolsch, is lid van de programmaraad voor de leerstoel Packaging Management en Design aan de Universiteit Twente en is o.a. lid geweest van het examencollege van het European Packaging College te Eindhoven. Ir. J.J.M. Zijlstra studeerde in ‘89 af in Industrieel ontwerpen aan de TU Delft. Vervolgens heeft hij zijn eigen bedrijf Zijlstra Industrial Design opgericht. Hiermee voerde hij onder andere opdrachten uit voor de PTT, het Instituut voor Politiek en Publiek, Connexxion en diverse overheden. Zijlstra is in het verleden als docent onder meer werkzaam geweest aan de TU Delft, de PO Antwerpen en de TU Eindhoven en de Design Academy Eindhoven. Op het ogenblik is Zijlstra als docent verbonden aan de Design Academy Eindhoven en de TU Delft. Mevrouw A.M. Nijdam is derdejaars student IPO aan Hogeschool Windesheim.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 53
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 54
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 55
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 56
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 57
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding IPO, Saxion Hogeschool, v 1.0 58