Stichting Bruingoed Stichting Witgoed Stichting ICT~Milieu Stichting Metalektro Recycling Stichting LightRec Stichting Verwerking Centrale Ventilatoren Stichting Verwijdering Elektrische Gereedschappen Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (NVMP)
Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase
Witteveen+Bos Willemstraat 28 postbus 3465 4800 DL Breda telefoon 076 523 33 33 telefax 076 514 44 42
INHOUDSOPGAVE
blz.
1. INLEIDING 1.1. Achtergrond probleemstelling 1.2. Opdrachtformulering
1 1 1
2. ONDERZOEKSOPZET 2.1. Definities 2.2. Representativiteit 2.3. Fysieke werkzaamheden 2.4. Gehanteerde productenlijst 2.5. Gegevensbepaling per apparaat 2.6. Dataverwerking en logboekgegevens 2.7. Datacorrectie
2 2 2 3 4 4 5 5
3. RESULTATEN 3.1. Productgewichten: overall resultaat 3.2. Analyse op productresultaten 3.3. Speciale producten 3.3.1. Producten met een ingebouwde accu
6 6 6 8 8
laatste bladzijde
9
bijlagen I Logboekgegevens II Berekeningsmethodiek III Weegresultaten (naar rato van bijdrage/op volgorde van alfabet)
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
aantal bladzijden 2 1 4
1. INLEIDING 1.1. Achtergrond probleemstelling In het eerste kwartaal van 2008 is onderzocht hoeveel huishoudelijk e-waste in Nederland vrijkomt1 en wat de omvang van de complementaire (niet geregistreerde) e-waste stromen daarbij zijn. Voor dit onderzoek zijn verschillende bronnen gebruikt en heeft veldonderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek is in 2008 als volgt uitgevoerd: a. het bepalen van het bezit aan apparaten per huishouden door middel van een enquête; b. het bepalen van de levensduur van apparaten tot afdanken (tweedehands of afvalfase) door middel van een enquête; c. het bepalen van de hoeveelheid huishoudelijk e-waste aan de hand van het bezit, de verwachte levensduur tot aan de afvalfase en tot slot het gemiddelde gewicht per apparaat; d. het verzamelen van aanvullende informatie door middel van veldonderzoek bij milieustraten, kringloopbedrijven en enquêtes bij de detailhandel. Het resultaat van het onderzoek van 2008 was dat naar schatting 18,5 kg e-waste per inwoner per jaar vrijkomt. Hierbij werd afgerond 6 kg ingezameld door de gezamenlijke Stichtingen. Van de resterende 12,5 kg, de zogeheten complementaire stromen, is geschat via welke kanalen deze stromen verwerkt worden. Voor het onderzoek waren geen direct toegankelijke informatiebronnen beschikbaar. Voor de bovenstaande onderdelen a. en b. is gebruik gemaakt van een enquête onder huishoudens, die is uitgevoerd door GfK2. Verder is in de berekeningen het gemiddelde gewicht van apparaten van groot belang. Er zijn in Europa verschillende gewichtenlijsten in omloop met onderlinge verschillen per apparaattype. Daarbij is niet bekend of een gewichtenlijst uit bijvoorbeeld Groot-Brittannië gebruikt mag worden voor de Nederlandse situatie, met wellicht een ander koopgedrag. Het mag duidelijk zijn dat een reductie van de onzekerheden op de rekenuitgangspunten (gewicht, levensduur, soort en typen apparaten) gewenst is om onzekerheden ten aanzien van de complementaire stromen te verkleinen. 1.2. Opdrachtformulering Onherroepelijk leiden onzekerheden in data tot onnauwkeurigheden in de uitkomsten. Een reductie in de onzekerheden is gewenst en veldonderzoek is hiervoor noodzakelijk. Voor deze opdracht hebben Witteveen+Bos en Rd4 (NV Reinigingsdienst Rd4 te Heerlen) samengewerkt om de gewichten op productniveau te bepalen, waarbij de opdracht als volgt is verwoord: - het bepalen van de gewichten van afzonderlijke apparaten; - het vastleggen van productkenmerken per apparaat; - het analyseren van de vastgelegde gegevens en het rapporteren hierover. Deze rapportage beschrijft de resultaten van de wegingen die in de periode van 25 mei t/m 17 juli 2009 zijn uitgevoerd in Kerkrade.
1
E-waste onderzoek Witteveen+Bos, april 2008.
2
Bezitmeting huishoudelijke apparaten, GfK, oktober 2007.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
1
2. ONDERZOEKSOPZET 2.1. Definities Om spraakverwarring te voorkomen, worden allereerste enkele definities gegeven: e-waste
Afgedankte elektrische en elektronische apparaten afkomstig uit huishoudens die zich in de afvalfase bevinden (dus exclusief tweedehands apparatuur).
productcategorie
De NVMP en ICT~Milieu verdelen het e-waste naar 5 productcategorieën te weten ICT, GWG (groot witgoed), KV (koelkasten, diepvriezers), OWEB (overige wit- en bruingoed) en TV (beeldbuistelevisies, LCD en plasma). Een productcategorie is een verzamelnaam voor meerdere producten.
product
Een product beschikt over een unieke gebruiksfunctie, die voor een gebruiker als zodanig ook duidelijk herkenbaar is. Voorbeelden: televisies, koelkasten, boormachines.
apparaat
Een product is in feite een verzameling van afzonderlijke apparaten met een identieke gebruiksfunctie. Deze apparaten kunnen onderling afwijken (formaat, kleur, leverancier, leeftijd) maar behoren wel tot hetzelfde product. Voorbeelden: Philips-TV, Sony-TV, TV met een beeldbuis van 63cm, TV met een beeldbuis van 51 cm etc. Binnen één product kunnen tientallen tot honderden apparaten voorkomen, die veel onderlinge gelijkenis vertonen maar niet exact gelijk zijn.
In dit onderzoek is door middel van wegingen van afzonderlijke apparaten een inschatting gemaakt van het gemiddelde gewicht van het bijhorende product (= de verzameling bij elkaar behorende apparaten). 2.2. Representativiteit Het voor de weegproef gekozen RSC Kerkrade (Regionaal Sorteer Centrum), dat wordt geëxploiteerd door Rd4 te Heerlen, beschikt over een goed geoutilleerde ruimte en over voldoende capaciteit om de fysieke werkzaamheden uit te voeren. Dit is van belang omdat een goede werkruimte de foutenkans verkleint bij het nauwkeurig en nauwgezet bepalen van de apparaatkenmerken. Het RSC Kerkrade verwerkt het e-waste dat afkomstig is uit Zuid-Limburg waartoe 19 gemeenten behoren met in totaal 623.300 inwoners. Het verzorgingsgebied omvat daarmee 3,7 % van de totale Nederlandse bevolking. In 2007 werd op het RSC te Kerkrade 3100 ton e-waste gesorteerd; in 2008 groeide dit tot 3175 ton. Per inwoner werd op het RSC Kerkrade 4,97 (2007) resp. 5,08 kg (2008) per inwoner per jaar gesorteerd hetgeen nauwelijks afwijkt van het landelijke gemiddelde van 4,87 kg (2007) dat via de RSC’en werd verwijderd. Wel werd meer ICT verwerkt (+ 360 gram/inwoner) en minder GWG (-/- 340 gram per inwoner) dan het landelijke RSC-gemiddelde. Een correctie tussen de 5 productcategorieën (ICT, KV, GWG, OWEB en TV) is derhalve nodig om de resultaten van Kerkrade te vertalen naar de inzameling van RSC’en over geheel Nederland, waarbij wordt opgemerkt dat op de overige RSC’en ook afwijkingen ten opzichte van het landelijke gemiddelde kunnen optreden. Ten aanzien van het omslaan van de weeggegevens van het RSC-Kerkrade naar landelijke, all-in hoeveelheden e-waste in Nederland moet een voorbehoud gemaakt worden ten aanzien van de onderlinge verhouding van producten. Circa 15 % van de hoeveelheid e-waste van de stichtingen NVMP en ICT~Milieu is niet afkomstig van RSC’en maar afkomstig van de fijnmazige inzamelstructuur, waarbij e-waste rechtstreeks bij de detailhandel wordt ingezameld. Het is waarschijnlijk dat via deze fijnmazige inzamelstructuur producten worden afgevoerd in andere onderlinge verhoudingen dan via de RSC’en. En verder geldt dat 2/3 deel van al het e-waste ofwel circa 12 kg per inwoner per jaar als een complementaire, niet geregistreerde afvalstroom beschouwd moet worden. De onderlinge verhouding tussen de ‘complementaire’ producten en de geregistreerde ‘binnen het systeem’ producten kan
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
2
eveneens wezenlijk afwijken. Een duidelijk voorbeeld betreft Cv-ketels. Tijdens de proef in Kerkrade is geen enkele Cv-ketel aangetroffen. Door de onderlinge productverhouding zoals aangetroffen in Kerkrade als enig uitgangspunt te nemen voor de voorspelling van de hoeveelheid e-waste aan Cvketels in Nederland wordt een denkfout begaan. Immers er zou dan geconcludeerd worden dat jaarlijks in Nederland 0 kg aan Cv-ketels als e-waste vrijkomt. In het eerdere onderzoek naar complementaire ewaste stromen van april 2008 werd reeds ingeschat dat Cv-ketels massaal als complementaire stroom werden afgevoerd en slechts in zeer zeldzame gevallen de inzamelsystemen van de stichtingen NVMP en ICT~Milieu bereikten. Deze inschatting uit 2008 kan met de detailsortering en de afzonderlijke weging van apparaten op het RSC-Kerkrade herbevestigd worden. Met deze kanttekeningen wordt aansluitend ingegaan op de wijze waarop de weegproef is ingericht om te komen tot zo goed mogelijke schattingen van gewichten per product. 2.3. Fysieke werkzaamheden Dagelijks ontvangt het RSC Kerkrade 5 tot 7 e-waste containers die in gewicht variëren van 2.500 tot 2.800 kg per container. Dankzij de vooraanmelding van de desbetreffende milieustraat behorende tot het verzorgingsgebied van het RSC Kerkrade is bekend of een e-waste container boxpallets bevat. Indien dit het geval is, wordt een mengvracht aan e-waste aangeboden. In deze container zitten apparaten die kunnen behoren tot ICT, OWEB en TV. Verder is het mogelijk dat ‘losse’ apparaten KV en GWG bijgeplaatst zijn. Indien de container geen boxpallets bevat, dan worden alleen koelkasten (KV) en groot witgoed (GWG) aangeboden. De nadruk van de werkzaamheden heeft gelegen op het zo nauwkeurig en foutloos mogelijk wegen en vastleggen van de gegevens. Van ieder apparaat zijn de gegevens vastgelegd op een formulier om een latere foutcorrectie mogelijk te maken. Schematisch zijn de werkzaamheden als volgt weer te geven: afbeelding 2.1. Werkzaamheden tijdens de weegactiviteiten
mix-containers
2/3
e-waste
1/3
mix-containers
uit 19 wegen per apparaat
gemeenten
KV/ GWG containers
2/3
ZuidLimburg
1/3
KV/ GWG containers
2/3
standaard verwerking / uitsorteren op RSC naar 5 productcategorieën
registreren per apparaat op formulier
1/3
dataverwerking (invoer&controle)
Van de aangeleverde e-waste containers is zoals aangegeven alleen bekend of het KV/GWG containers betreft of mix-containers waar tevens losse apparaten (KW en GWG) bijgevoegd kunnen zijn. Per dag zijn 2 containers volledig verwerkt, waarbij ieder apparaat (circa 400 per dag) uit de container is gewogen en geregistreerd. Na afronding van de werkzaamheden zijn de apparaten doorgestuurd naar de reguliere RSC verwerking.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
3
2.4. Gehanteerde productenlijst De WEEE-Directive lijst is de eerst beschikbare productenlijst en daarmee uitgangspunt voor het onderzoek. Deze lijst is aangevuld met producten die naar verwachting ook aangeboden kunnen worden op het RSC. Verder is het mogelijk dat binnen één product subcategorieën te onderscheiden zijn, waarbij het relevant is om de gegevens per subcategorie te registreren waardoor een betere analyse in de dataverwerkingsfase mogelijk is. Zo zijn bijvoorbeeld koelvriesapparaten naar 6 subcategorieën onderverdeeld3. Door op deze wijze de dataregistratie te laten plaatsvinden, is achteraf traceerbaar welk aandeel de subcategorieën hebben ten opzichte van het totaal. Ook zal de spreiding ten opzichte van het gemiddelde binnen de subcategorie nauwkeuriger bepaald kunnen worden. Per product of indien noodzakelijk per subcategorie, is nagegaan welke gegevens verzameld moeten worden. Bijzonder om te vermelden is dat er geen restcategorie (product ‘overige’) in de productenlijst is opgenomen. Indien tijdens het uitvoeren van de fysieke werkzaamheden apparaten aangetroffen zijn die niet behoren tot de oorspronkelijke productenlijst, dan is het apparaat onder een nieuwe productnaam geregistreerd. Dit om te voorkomen dat eventuele bijzondere apparaten als ‘overige’ benoemd zouden worden en daarmee aan het zicht zouden worden onttrokken. Het mag duidelijk zijn dat de later toegevoegde producten in de regel slechts sporadisch voorkomen. 2.5. Gegevensbepaling per apparaat De volgende basisgegevens zijn per apparaat4 geregistreerd: a. merk; b. typenummer; c. serienummer; d. gewicht. Voor enkele producten zijn vanuit milieurelevantie extra gegevens genoteerd of zijn aanvullende gegevens genoteerd ten behoeve van datacorrectie: productcategorie KV (koelvries) Onderverdeling koelvriesapparaten naar 6 subcategorieën. Per apparaat behorende tot één van de zes subcategorieën de vastlegging van: a) gebruikt koelmiddel; b) wel/niet demontage compressorpot en toebehoren; c) hoogte en breedte. productcategorie TV Onderverdeling naar 3 subcategorieën (beeldbuis, plasma, LCD). Per apparaat behorende tot één van de drie subcategorieën tevens de vastlegging van de beeldbuisdiameter (cm). stofzuigers De stofzuigerzak met inhoud behoort niet tot het e-waste en mag derhalve niet meegeteld worden bij de bepaling van het gemiddelde gewicht van afgedankte stofzuigers.
3
Diepvries enkeldeurs, diepvries met deksel i.p.v. deur, koelkast enkeldeurs, koelkast dubbeldeurs (inclusief vriesdeel), koelkast Amerikaans (2 deuren naast elkaar), wijnkoelkasten.
4
Oorspronkelijk was het de bedoeling om ook de leeftijd vast te leggen. Gebleken is helaas dat er ‘op het oog’ aan de hand van apparaatkenmerken of stickers met productkenmerken en leeftijd onvoldoende mogelijkheden waren om de leeftijd op goede wijze nauwkeurig in te schatten. Om deze reden is overgegaan tot het noteren van type en serienummers om de mogelijkheid open te houden achteraf de juiste leeftijden te achterhalen aan de hand van productielijsten van fabrikanten (indien beschikbaar).
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
4
accuhoudende apparaten Deze apparaten komen met name voor bij de productcategorieën ICT (laptops) en OWEB (accuboormachines e.d.). Aangezien deze apparaten zeer sporadisch aangeboden zijn, zijn deze gedurende 8 weken verzameld, apart gehouden en achteraf gedemonteerd, waarbij per apparaat zowel het totaal gewicht als ook het accugewicht is bepaald. 2.6. Dataverwerking en logboekgegevens Gedurende de weegperiode zijn - op basis van voortschrijdende inzichten - beperkte aanpassingen doorgevoerd ten aanzien van de gevoerde weegstrategie. Deze wijzigingen zijn vastgelegd in een logboek (bijlage I). De meest ingrijpende wijziging betreft het beëindigen van de wegingen van TV’s na week 5. Hieraan ligt de volgende overweging ten grondslag. Het e-waste wordt in Nederland onderverdeeld naar 5 productcategorieën. De productcategorie OWEB bestaat uit circa 100 producten en is qua gewichtsomvang in Nederland slechts 50 % groter dan de productcategorie TV, waarbij 1 product te weten de beeldbuis-TV verantwoordelijk is voor 99,5 % van het totaalgewicht van de productcategorie TV. Binnen de productcategorie OWEB moeten dus substantieel meer wegingen uitgevoerd worden dan voor de productcategorie TV om met een vergelijkbare betrouwbaarheid uitspraken te kunnen doen. Na week 5 bleken er ruim voldoende wegingen met voldoende betrouwbaarheid voor TV’s beschikbaar te zijn en is het wegen van TV’s gestaakt. De vrijvallende capaciteit is benut om meer weeggegevens te verkrijgen voor overige categorieën. Alle apparaten zijn afzonderlijk geregistreerd, waardoor het mogelijk is om afhankelijk van de onderzoeksvraag verschillende dwarsdoorsneden op de vastgelegde gegevens te maken. De berekeningsmethodiek om te komen tot een gemiddeld gewicht, een bandbreedte en betrouwbaarheid van de meetgegevens e.d. is weergegeven in bijlage II. 2.7. Datacorrectie Alle invoergegevens op apparaatniveau zijn gesorteerd naar product en vervolgens naar gewicht. Op basis van de niet gecorrigeerde data is een eerste gemiddelde gewicht bepaald. De gesorteerde lijst is vervolgens handmatig nagelopen op: - onmogelijke getallen (apparaat weegt 0,00 kg); - onwaarschijnlijke getallen (inktjetprinter van 320 kg); - vreemde getallen waarbij er grote afwijkingen zijn ten aanzien van het gemiddelde gewicht, die niet aansluiten bij de datareeks (100 apparaten tussen 3 en 5 kg, 1 apparaat van 7 kg). Van de verdachte apparaten is het oorspronkelijke formulier bijgezocht. De 0,00 kg fouten bleken betrekking te hebben op een verwisseling van een punt met een komma in de getalsnotitie, waardoor het ingevoerde getal niet meer als getal in de berekening werd herkend. Deze fouten zijn gecorrigeerd. Van de onwaarschijnlijke/vreemde getallen bleek een deel veroorzaakt te worden door het verkeerd of niet plaatsen van een komma (33,0 kg i.p.v. 3,30 kg) en een deel veroorzaakt te zijn door invoerfouten (41 kg in plaats van 14 kilogram). Deze fouten zijn gecorrigeerd aan de hand van de oorspronkelijke registratieformulieren. Tot slot bleven er weeggetallen over waarover twijfel bleef bestaan. Deze gegevens zijn verwijderd uit de datalijst. In totaal zijn van de 17.088 apparaten 82 verdachte apparaten uit de dataset verwijderd (0,5 %) en zijn van 17.006 apparaten de weeggegevens gebruikt.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
5
3. RESULTATEN 3.1. Productgewichten: overall resultaat In bijlage III zijn de gegevens van alle producten weergegeven, gesorteerd op basis van gewichtsbijdrage binnen de steekproef (meest omvangrijke bijdrage bovenaan) en aansluitend gesorteerd op alfabetische volgorde.
Toelichting op bijlage III (voorbeeld beeldbuis-TV): Op basis van 574 wegingen is een gemiddeld gewicht bepaald over de steekproef van 24,1 kg. Uitgaande van een normaalverdeling en een aselecte steekproef, zal het werkelijke gemiddelde gewicht van alle beeldbuis-TV’s in Nederland zich bevinden tussen 23,1 (onderwaarde) en 25,2 kg (bovenwaarde) ofwel + of - 4 % ten opzichte van het genoemde gemiddelde van 24,1 kg bij een betrouwbaarheid van 95 %. In bijlage III zijn verder aangegeven: het minimum aangetroffen gewicht (3,5 kg), het maximum aangetroffen gewicht (96,1 kg), de standaarddeviatie (12,7 kg) en de relatieve standaarddeviatie (de verhouding als percentage tussen de standaardafwijking en het gemiddelde gewicht). Een hoge relatieve standaardafwijking duidt op grote onderlinge verschillen tussen de apparaten.
De afwijking van de berekende bandbreedte (%) ten opzichte van het berekende gemiddelde gewicht bij een vooraf vastgelegde betrouwbaarheid (in deze rapportage 95 %) hangt rechtstreeks samen met de lengte van de steekproef en de afwijking tussen de apparaten onderling (de relatieve standaarddeviatie). Hoe hoger deze relatieve standaarddeviatie is, hoe langer de steekproef moet zijn om even nauwkeurig en betrouwbaar uitspraken te kunnen doen5. 3.2. Analyse op productresultaten Omdat alle apparaten afzonderlijk zijn geregistreerd en gecodeerd, is het mogelijk om achteraf verschillende analyses te maken over alle wegingen. In de navolgende tabel 3.1 zijn de gewichtsbijdragen per categorie weergegeven (derde kolom van rechts) en vervolgens is binnen elke categorie de relatieve bijdrage per product (maximaal 10 producten per categorie) aangegeven (vermeld in de vijfde kolom van links). Opgemerkt moet worden dat het totaalgewicht voor de beeldbuis-TV’s slechts de meting van vijf weken betreft. Met een omrekening naar de volledige meetperiode zou de beeldbuis-TV op de tweede plaats eindigen (bijdrage circa 22.000 kg). De relatieve bijdrage van de categorie TV binnen de steekproef zou dan 15 % in plaats van 10 % bedragen wat goed overeenkomt het met overall inzamelresultaat in Nederland van 16 % voor de categorie TV zoals in de tweede kolom van rechts van tabel 3.1 is aangegeven. Door de meting voor de categorie TV na 5 weken te staken (wegens een voldoende aantal metingen) is meer capaciteit beschikbaar gekomen voor de overige categorieën. Voor de productverdeling binnen de categorie heeft geen correctie plaatsgevonden, zowel niet tijdens de fysieke weegwerkzaamheden alsmede tijdens de datacorrectie en databewerking. De gepresenteerde gewichten en aantallen binnen de categorie zijn identiek aan de feitelijke weegsessie.
5
Voorbeeld. De berekende afwijking van beeldbuis-TV’s bedraagt 4 % t.o.v. het berekende gemiddelde, waarvoor 574 apparaten gewogen zijn. Exact dezelfde afwijking van 4% wordt voor wasdrogers bereikt na slechts 143 wegingen hetgeen een factor 4 minder is. Doordat wasdrogers meer op elkaar lijken, komen de gewichten meer met elkaar overeen met als gevolg dat minder wegingen nodig zijn bij een vergelijkbare betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
6
TOTAAL GENERAAL
KV KV KV OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB TV TV
ew .( kg l.b ) i ca jd r t e ag go e rie in m in (% .g ) ge ew w o ic g e on ht n de (kg ) 95 r w % aa b. rd t.i e bo . ve 95 n w % aa b. r d t.i e n . af w ijk in br g ee b a dt n pe e d(% rc ) ca st te ee g o kp ri pe rf e i 20 n rc 09 ca TV te 's reg 8 w o rie pe ek , rc en ca te N go ld r 20 ie i 08 n
13.455 5.316 4.491 1.868 25.130 19.357 7.341 3.538 1.351 929 895 478 376 345 272 511 35.392 23.746 8.805 603 33.153 5.468 4.896 3.906 2.318 1.179 947 906 844 824 795 12.866 34.948 13.859 54 13.913
69,36 37,17 49,35 20,99 14,23 10,31 5,30 7,04 1,03 4,03 5,90 6,38 0,82 5,91 0,98 38,55 43,59 12,05 4,88 2,87 16,34 4,71 4,15 1,72 4,72 8,19 3,30 3,00 2,76 24,14 7,70
re
.g
w ic kg ht
ge
ge m
ICT ICT ICT ICT ICT ICT ICT ICT ICT ICT ICT
al
go
GWG GWG GWG GWG
to ta
wasmachine wasdroger vaatwasmachine elektrische oven/ fornuis bijdrage binnen categorie monitor CRT PC (excl. monitor, toetsenbord) printer (inktjet, matrix, laser) all-in printer en scanner toetsenbord scanner faxapparatuur typemachine (elektrisch) telefoon (met snoer) laptop (excl. accu) overige ICT (11 producten) bijdrage binnen categorie koelkast (enkel/ dubbeldeurs) diepvriezer airco bijdrage binnen categorie Stofzuiger geluidsbox magnetron/ combimagnetron videorecorder versterker, radio-versterker, autoradio koffiezetmachine platenspeler grasmaaier (elektrisch) frituurpan CD-speler overige OWEB (100 producten) bijdrage binnen categorie beeldbuis-TV (CRT) LCD-tv bijdrage binnen categorie
ca te
A
PP A
R
A
r ie
A T
in
tabel 3.1. Categoriebijdrage en productbijdrage per categorie
54 21 18 7 100 55 21 10 4 3 3 1 1 1 1 1 100 72 27 2 100 16 14 11 7 3 3 3 2 2 2 37 100 99,6 0,4 100
33,0 20,0 35,0 2,1
67,55 35,75 47,73 17,85
71,16 38,60 50,97 24,14
3 4 3 15
1,4 0,8 0,6 1,1 0,0 1,0 1,1 1,9 0,1 4,0
13,99 10,01 5,03 6,42 1,00 3,56 5,04 5,26 0,78 5,32
14,47 10,61 5,58 7,66 1,07 4,50 6,75 7,49 0,85 6,50
2 3 5 9 3 12 15 17 4 10
8,0 10,5 0,9
37,53 41,60 7,38
39,57 45,57 16,73
3 5 39
0,7 0,0 1,2 0,8 0,3 0,1 0,7 0,9 0,5 0,2
4,77 2,72 15,63 4,47 3,83 1,58 4,32 6,79 3,13 2,83
4,99 3,02 17,05 4,95 4,47 1,85 5,12 9,59 3,46 3,17
2 5 4 5 8 8 9 17 5 6
3,5 0,7
23,11 3,29
25,18 12,11
4 57
142.536
120,0 71 79 66 18 38 42 33 31 5 29 19 24 2 17
12,8 8,7 7,9 15 17 5 4 4 4 0 4 4 4 0 2
12,8 8,7 7,9 15 14 5 4 4 4 0 4 4 4 0 2
25 108 98 74 23 36 34 38 31 18 19 15 40 8 10
23 13 14 17 22 2 3 6 3 3 2 3 7 1 1
21 13 14 17 26 2 3 6 3 3 2 3 7 1 1
25 96 18 10
23 13 6 15
23 13 6 16
100
100
100
Interessant is de relatie tussen het belang van het product (de bijdrage binnen de productcategorie) en de bandbreedte ten opzichte van het berekende gemiddelde. Hoe belangrijker het product in termen van gewichtsbijdrage, hoe nauwkeuriger het gemiddelde gewicht berekend kan worden (vierde kolom van rechts, groen gearceerd). Voor de bepaling van de hoeveelheid e-waste in Nederland is dit een interessant gegeven. Immers de grootste onnauwkeurigheden op gewichtsniveau worden aangetroffen bij producten met een geringe bijdrage aan de omvang van het e-waste. Deze onnauwkeurigheden werken daardoor slechts in beperkte mate door op het totaal. Uit tabel 3.1 volgt dat binnen de categorie OWEB relatief veel producten een bijdrage leveren. De tien belangrijkste OWEB producten zijn verantwoordelijk voor 63 % van totale aanbod aan OWEB. De resterende 100 OWEB-producten dragen voor 37 % bij aan het aanbod van OWEB. De stofzuiger is het belangrijkste product binnen de productcategorie OWEB met een gewichtsbijdrage van 16 %. Tot slot kan over de CRT-monitoren en TV’s het volgende worden opgemerkt. Voor de productcategorie ICT is de CRT-monitor verantwoordelijk voor 55 % van het totale gewicht aan ICTapparatuur. Naar de toekomst toe mag verwacht worden dat het aandeel aan CRT-monitoren zal afnemen vanwege de vervanging door platte LCD-monitoren. Voor de productcategorie TV blijkt dat, conform de verwachting, meer dan 99 % van het huidige gewichtsaanbod bestaat uit beeldbuistelevisies. De verhouding tussen beeldbuistelevisies en LCD/Plasma televisies zal de komende jaren naar verwachting verschuiven ten gunste van LCD/Plasma.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
7
De 29 producten uit tabel 3.1 zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 91 % van de totale hoeveelheid e-waste zoals dat via het RSC-Kerkrade wordt ingezameld. De overige 111 producten, in hoofdzaak OWEB met een beperkte hoeveelheid ICT, dragen slechts voor 9 % bij aan de totale hoeveelheid ewaste. Onderstaand wordt nader ingezoomd op de tien producten met de grootste bijdragen:
A PP
A R
A A T ca te go rie to ta al ge w ic ht aa in nt al kg ge w ap og pa en ra te ge n m .g e w on .( de kg rw ) aa 95 r d % e bo b. t. ve nw i. aa 95 rde % n af w b. ijk t.i in . g br b a ee n m dt din e .g (% e ) ge w w og ic en ht m ax (k g) .g ge ew w og ic e ht n st an (k g) da de ard vi a ge tie w (% ich to tsb t e ij -w dr. as te )
tabel 3.2. Top-10 producten
koelkast (enkel/ dubbeldeurs) monitor CRT beeldbuis-TV (CRT) wasmachine diepvriezer PC (excl. monitor, toetsenbord) Stofzuiger wasdroger geluidsbox vaatwasmachine TOTALEN
KV ICT TV GWG KV ICT OWEB GWG OWEB GWG
23.746 19.357 13.859 13.455 8.805 7.341 5.468 5.316 4.896 4.491 106.732
616 1.360 574 194 202 712 1.120 143 1.705 91 6.717
38,55 37,53 39,57 14,23 13,99 14,47 24,14 23,11 25,18 69,36 67,55 71,16 43,59 41,60 45,57 10,31 10,01 10,61 4,88 4,77 4,99 37,17 35,75 38,60 2,87 2,72 3,02 49,35 47,73 50,97 15,89 kg per apparaat
3 2 4 3 5 3 2 4 5 3 3,3
8 1 3 33 11 1 1 20 0 35
108 38 96 120 98 42 36 71 34 79
13 5 13 13 14 4 2 9 3 8
17 14 10 9 6 5 4 4 3 3 75
Deze tien producten gezamenlijk zijn verantwoordelijk voor 75 % van het totaalgewicht binnen de steekproef zoals aangetroffen op het RSC-Kerkrade. Indien de wegingen voor de beeldbuis-TV’s worden gecorrigeerd naar de volledige periode (acht in plaats van vijf weken), dan zouden deze tien producten 80 % van het totale gewichtsaanbod vertegenwoordigen. De overige 130 producten zijn dus slechts verantwoordelijk voor 20 % van de hoeveelheid aangeboden e-waste via het RSC-Kerkrade. Omdat de belangrijkste producten - uiteraard - het meest aangeboden worden, kan met een hoge nauwkeurigheid voor deze producten het gemiddeld gewicht berekend worden. De gemiddelde afwijking op de bandbreedte bedraagt voor deze 10 producten slechts 3,3 % (groene kolom tabel 3.2). 3.3. Speciale producten Voor enkele producten zijn aanvullende gegevens vastgelegd. Vermeldenswaardig zijn de producten met accu’s en de koelkasten met koelmiddel. Deze worden hieronder toegelicht. 3.3.1. Producten met een ingebouwde accu Alle laptops en accuhoudende gereedschappen zijn apart gehouden. De accu is daarbij achteraf gedemonteerd en gewogen. In de onderstaande tabel zijn de gegevens weergegeven:
accu-boor/schroevendraaier (excl. accu) accu-decoupeerzaag (excl. accu) accu-heggeschaar (excl. accu) accu-pomp (excl. accu) accu-schuurmachine (excl. accu) laptop (excl. accu)
OWEB OWEB OWEB OWEB OWEB ICT
aa in nt al ge ap w pa og ra en ge te m n .g e ac w. c e on u ( xc de kg l. 95 rw ) % aa b. rd t.i e bo . ve n 95 w % aa b. rd t.i en . af w ijk in br g ee ba dt n m e din (% .g ) ge ew w o ic ge ht n ge (k w g) ic ht ac (k c g) u st an da de ar vi d at ie ge m .g e ac w. cu in (k cl. g)
ge w ic kg ht to ta al
ca te go rie
A PP A
R A
A
T
tabel 3.3. Accuhoudende gereedschappen en laptops
218 4 2 2 7 272
98 2 1 2 4 46
2,22 1,96 2,14 1,15 1,64 5,91
2,14 1,92 nvt 0,07 1,24 5,32
2,31 2,00 nvt 2,23 2,04 6,50
4 2 nvt 94 24 10
1,0 1,9 2,1 0,6 1,3 4,0
1,33 1,84 1,32 0,58 0,62 0,95
0,4 0,0 nvt 0,8 0,4 2,0
3,55 3,80 3,46 1,73 2,26 6,86
Uit de tabel blijkt dat de accu een aanzienlijk gewichtsaandeel heeft ten opzichte van het complete product en bovendien dat de accugewichten per product behoorlijk verschillen. De gewichtsbijdrage van de accu bevindt zich afhankelijk van het product in de range van 20-50 % van het totale product.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
8
Gebruikt koelmiddel Naast gewichten is voor koelkasten aanvullende informatie genoteerd over het koelmiddel en het al niet gedemonteerd zijn van compressorpotten. In de onderstaande tabel zijn de gegevens weergegeven:
KV KV KV KV KV
2.966 5.839 49 15.114 8.583 32.550
aa
ew ic kg h t
lg to ta a
ca
te go rie
T R A A A PP A
diepvrieskist (met deksel ipv deur) diepvrieskist (enkeldeurs) koelkast Amerikaans (2 deuren) koelkast (enkeldeurs) koel‐vrieskast (dubbeldeurs) totaal
in nt al ge ap w pa og ra en te ge n m .g ew R ic 12 ht (% ) R 13 4A (% ) R 60 0A (% ) on be ke nd (% C FK ) (% ) pe nt aa n/ ga SF s (% K ) (% ) ov er ig e (% ) to t ko aa el l co mid m de p l aa res nw so ez rp ig ot (% )
tabel 3.4. Onderverdeling koelkasten enkeldeurs
60 142 1 450 165 818
49,4 41,1 49,0 33,6 52,0 39,8
68,3 65,5 100,0 62,1 55,8 61,9
13,3 11,3 0,0 13,4 14,5 13,2
3,3 11,3 0,0 8,9 13,3 9,8
11,7 4,9 0,0 7,8 9,7 8,0
1,7 2,8 0,0 4,9 3,0 3,9
0,0 2,8 0,0 1,6 2,4 1,8
0,0 0,7 0,0 0,4 0,6 0,5
1,7 0,7 0,0 0,9 0,6 0,9
100 100 100 100 100 100
98,3 98,6 100,0 96,5 96,9 97,1
Uit de tabel komt naar voren dat het koelmiddel R12 het meest voorkomt (61,9 %) en op ruime afstand wordt gevolgd door koelmiddel R134A (13,2 %). De restgroep ‘overige’ met een totale bijdrage van 0,9 % bestaat uit verschillende koelmiddelen (R11, R601, STK, EK137, F12, LK39, FR143, L13). Verder is nagegaan in welke mate compressorpotten zijn verwijderd. Bij 3 % van de aangeboden koelvriesapparatuur ontbreekt de compressorpot (wat uiteraard niet gewenst is).
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
9
BIJLAGE I
Logboekgegevens
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
stofzuigerzakken Alle stofzuigerzakken - indien aanwezig - worden verwijderd. Daarna wordt het apparaat gewogen. Het gemiddelde gewicht van een stofzuigerzak bedraagt 0,45 kg (bij 75 gewogen zakken). De gepresenteerde gewichten voor stofzuigers (zie bijlage III) zijn exclusief slang (0,73 kg bij 97 plastic slangen, ijzeren stelen worden niet aangeboden) en exclusief snoer (0,13 kg). Het gemiddelde netto gewicht van de stofzuiger bedraagt na aftrek van deze posten 4,9 kg. (water)stofzuigers De verzamelnaam (water)stofzuigers is sinds 11 juni gesplitst in: - stofzuigers; - waterstofzuigers. geluidsbox(auto)speakers Deze verzamelnaam is sinds 12 juni gesplitst in: - geluidsbox (dus inclusief omkasting); - losse speakers. cassettedeck, tuner Deze verzamelnaam is sinds 12 juni gesplitst in: - cassettedeck; - tuner. elektrische oven fornuis Deze verzamelnaam is sinds 12 juni gesplitst in: - elektrische oven (inbouw); - elektrisch fornuis. Tot en met 12 juni zijn geen elektrische fornuizen ontvangen. koffiemolens en koffiezetters Deze verzamelnaam is sinds 12 juni gesplitst in: - koffiemolen; - koffiezetter. printers (Matrix/inktjet) Deze verzamelnaam is sinds 22 juni gesplitst in: - matrixprinters; - inktjetprinters; - laserprinters; - 3 in 1 printers. versterkers, radio's en versterkers Deze verzamelnaam is sinds 3 juli gesplitst in: - versterkers; - radio's; - radio's en radioversterkers. beeldbuistelevisies Gestopt met het apart houden en wegen van televisies vanaf 22 juni (voldoende grote steekproefomvang). snoeren OWEB wordt gewogen exclusief snoeren (zijn reeds vooraf verwijderd). GWG, TV, ICT en KV betreft apparaten met snoer. Een gemiddeld snoergewicht = 0,13 kg (bij 114 snoeren).
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
gebruikte weegapparatuur - grote apparaten: BOTEK 0321-15200, industriële weegschaal, uitlezing in hele kg (+ - 0,5 kg); - kleine apparaten Salter Brecknell model WS30 van 0 -30 kg (+ - 0,02 kg). rapportage Voor het overzicht en de duidelijkheid worden in de rapportage gesplitste producten (bijvoorbeeld (water)stofzuiger, waterstofzuiger en stofzuiger ofwel 3 separate producten) onder één verzamelnaam (= stofzuiger) weergegeven. Deze correctie - bedoeld om de rapportage te vereenvoudigen - is niet doorgevoerd op de oorspronkelijk weegdata. Deze gegevens zijn daarom ook achteraf beschikbaar mocht daarom gevraagd worden.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
BIJLAGE II
Berekeningsmethodiek
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
Per product is aan de hand van de bijbehorende toebedeelde apparaten bepaald: a. steekproefgemiddelde
=
toelichting: het gemiddelde gewicht van de gewogen apparaten per product b. het aantal apparaten behorende bij het betreffende product
=
n
c. het minimaal gewicht van de gewogen apparaten d. het maximale gewicht van de gewogen apparaten
e. de standaarddeviatie
S =
toelichting: hiermee wordt de afwijking berekend van de afzonderlijke apparaten in de steekproef ten opzichte van het berekende gemiddelde van het bijbehorende product S
f.
de relatieve standaarddeviatie
R =
x 100 %
toelichting: de berekende afwijking (standaard deviatie) van de afzonderlijke apparaten in de steekproef wordt vergeleken met het berekende gemiddelde gewicht van het bijbehorende product. Een hoog getal (50% of hoger) geeft aan dat de apparaten onderling veel verschillen vertonen. Een klein getal geeft aan dat apparaten veel op elkaar lijken. g. bandbreedte behorende bij 95 % betrouwbaarheidsinterval onderwaarde
=
- 1,96 x
bovenwaarde
=
+ 1,96 x
S
n S
n
toelichting: met deze formule wordt de onderwaarde en bovenwaarde berekend ten opzichte van het gemiddeld berekende gewicht en met een betrouwbaarheid van 95%. Voorbeeld: voor beeldbuisTV’s is een gemiddeld gewicht berekend van 24,1 kg. Het werkelijke gemiddelde gewicht van alle beeldbuis-TV’s in Nederland zal zich bevinden tussen 23,1 (onderwaarde) en 25,2 kg (bovenwaarde) bij een betrouwbaarheid van 95 %, een normale verdeling en een aselecte steekproef, hetgeen met deze formule uit de data in bijlage III berekend kan worden.
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
BIJLAGE III
Weegresultaten (naar rato van bijdrage/op volgorde van alfabet)
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
Weegresultaten producten op volgorde van gewichtsbijdrage
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
Weegresultaten producten op volgorde van alfabet
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009
Witteveen+Bos ZTM96-1 Bepaling van gewichten van huishoudelijke elektrische apparaten in de afvalfase definitief d.d. 11 december 2009