Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid (BPPD)
Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid. Benigne paroxysmale positie duizeligheid (BPPD) staat voor goedaardige aanvalsgewijze positie afhankelijke duizeligheid. Het is de meest voorkomende aandoening van het evenwichtsorgaan met kortdurende aanvallen van draaiduizeligheid. Met draaiduizeligheid wordt een evenwichtstoornis bedoelt waarbij men de wereld ziet tollen, als men de ogen open houdt. De bedoeling van deze voorlichting is een leidraad te geven voor de herkenning en behandeling van BPPD. Oorzaak Bij het linker en rechter oor bevindt zich een evenwichtsorgaan. Het onderdeel van het evenwichtsorgaan dat draaibewegingen van het hoofd registreert bestaat uit kleine kanaaltjes in de vorm van een halve cirkel, met daarin vrij vocht en een soort kam die buigt bij stroming van dit vocht. Als het hoofd draait in het vlak van een kanaaltje, zal het vocht vertraagt meedraaien en de kam verbuigen. Denk hierbij aan een glas met water wat snel wordt gedraaid: het water zal vertraagd meedraaien en doordraaien na het stoppen van de draaibeweging van het glas. De beweging van de kam geeft stimulatie van de evenwichtszenuw. Elk evenwichtsorgaan heeft drie van deze kanaaltjes, welke elk loodrecht op elkaar staan. Klontering van afbraakstoffen of losse kristallen in een dergelijk kanaal kunnen als een soort plug werken. Bij draaiïng van het hoofd in het vlak van het betreffend kanaal zakt de klontering langzaam naar het laagste punt in het kanaal, en zorgt zo voor overmatige en langzame beweging van het vocht in het kanaal. Dit geeft een vertraagde, versterkte en kortdurende draaisensatie bij draaiïng van het hoofd. Na veel bewegen neemt de klontering en dus ook de plug-werking telkens af, en na rust juist toe. De klachten zijn dus het meest uitgesproken na rust. Veel minder vaak zitten de afbraakstoffen vast op de kam en geven zo, door het gewicht, een versterkte maar ook aanhoudende draaisensatie.
Achterste kanaal (zwart) als onderdeel van evenwichtsorgaan
Losliggende klontering in het achterste kanaal
Klontering vast aan de kam In het achterste kanaal
Figuur 1. Het evenwichtsorgaan met de halfcirkelvormige kanalen (links vanuit het midden gezien).
Klachten De meest voorkomende vorm van BPPD is losliggende klontering van calciumkrstallen of afbraakstoffen in het achterste kanaal, links of rechts. De klachten worden uitgelokt door draaiïng van het hoofd schuin achterover. De klachten beginnen vaak spontaan, na een hoofdletsel of na langdurige rust. Een typische aanval bestaat uit: - Draaiduizeligheid opgewekt door achterover gaan liggen, opkijken, bukken, omdraaien in bed op de aangedane zijde, snel omkijken. - Kort, heftig gevoel dóór te draaien, met neiging tot vallen. Hierbij ziet men de wereld tollen. Men voelt zich misselijk en braakt soms. - Als men de houding volhoudt verdwijnt de draaisensatie. De eigenlijke draaisensatie duurt niet langer dan één minuut. Bij terugdraaien van het hoofd kan opnieuw een overmatige draaisensatie optreden. (Bij vastzittende klontering duurt de draaisensatie voort). - De aanvallen komen meerdere keren per dag voor, met name na rust. - De aanvallen worden spontaan vaak minder heftig en kunnen spontaan overgaan. Er is dan een kans dat de aanvallen later weer terugkomen. - Het gehoor is verder goed. Tussen de aanvallen zijn er geen of vrijwel geen klachten. De draaiduizeligheid wordt niet opgewekt door persen of harde geluiden. Andere kanalen of vastzitten van de afbraakstoffen aan de kam geven soortgelijke, maar in detail verschillende klachten. Andere aandoeningen van het evenwichtsorgaan geven ook draaisensatie welke met houdingsverandering toeneemt. De differentiatie met andere aandoeningen is onder andere de expertise van neurologen en KNO-artsen.
Onderzoek Het algemeen lichamelijk, neurologisch onderzoek en het onderzoek van het gehoor is bij BPPD niet afwijkend. Een speciale test voor de bovenbeschreven vorm van BPPD is de zogenaamde kiepproef van Dix-Hallpike (zie figuur 2). De onderzochte zit rechtop, kijkt 45o naar opzij, wordt vervolgens met een snelle beweging naar achter neergelegd, met het hoofd iets lager dan de rest van het lichaam, en houdt de ogen open. Dit kan de typische draaisensatie opwekken. De onderzoeker ziet dan spontane draaibewegingen van de ogen (een zogenaamde nystagmus). De ogen draaien met de klok mee als de klachten worden opgewekt bij liggen op het linker oor, en tegen de klok in bij het rechter. De nystagmus is vaak beter te zien aan het oogwit dan aan de pupillen. Deze nystagmus komt geleidelijk op en verdwijnt weer, binnen één minuut. Meestal is de test maar aan één kant positief. Dit is dan de aangedane zijde.
Figuur 2. Kiepproef van Dix-Hallpike voor links. Behandeling Als de diagnose BPPD door een arts is gesteld, zijn er speciale behandelmogelijkheden. De hiernavolgende behandelingen hebben betrekking op BPPD van losliggende klontering in het achterste kanaal. Spontaan herstel treedt op bij ±30%, maar wellicht meer. Bewegen van het hoofd en opwekken van de klachten is voor het herstel beter dan voorzichtig zijn. Medicatie heeft geen gunstig effect. De kanaaltjes hebben een verbinding met een meer zakvormig deel van het evenwichtsorgaan. De klachten zijn over als de klontering naar dit gedeelte wordt verplaatst. De losliggende klontering in het kanaaltje kan echter niet direct langs de, onderin geplaatste, kam hierin terechtkomen, maar wel via het bovenste deel van het kanaal door middel van stapsgewijze standsveranderingen van het hoofd .
Er zijn meerdere behandelingen hiervoor beschreven De behandeling van Epley bestaat uit vier houdingen (figuur 3). Elke houding wordt 30 tot 60 seconden volgehouden. 1 De eerste stap is de kiepproef van Dix-Hallpike. 2 De tweede stap is draaiïng van het hoofd naar 45o aan de andere zijde. Belangrijk is dat de betrokkene het hoofd laag houdt. 3 De derde stap is verder doordraaien van het hoofd, waarbij de betrokkene noodzakelijkerwijze het lichaam meedraait en op de zij gaat liggen. Gemakkelijk te onthouden is dat het hoofd nu 180o omgedraaid is t.o.v. de eerste stap. Ook nu moet het hoofd laag blijven. 4 Tenslotte mag de betrokkene rechtop gaan zitten. Als de klontering uit het kanaaltje is, is de betrokkene direkt genezen. Soms voelt men zich een halve dag lang onzeker, maar zonder de typische draaisensatie. De behandeling is niet gevaarlijk en kan meerdere keren worden herhaald, ook door de betrokkene zelf. Na afloop van een behandeling kan men een halve dag het gevoel hebben scheef te lopen, doordat het losse materiaal nu in een ander deel van het evenwichtsorgaan zit waar het bijdraagt aan het balansgevoel. Na een halve dag heeft het lichaam zich hierop ingesteld. De kans op genezing bij een goed uitgevoerde eerste sessie is waarschijnlijk 50-70% en na herhalingen 90% of meer. Als bijlage vindt u een instructie om zichzelf te behandelen. Met wetenschappelijk onderzoek is aangetoond dat met deze instructie en 3x per dag te behandelen 2/3 van de patienten genas binnen 1 week. De formulieren komen van http://www.charite.de/ch/neuro/vertigo.html
Figuur 3. Kantelmanoeuvre volgens Epley (BPPD achterste kanaal links)
Wat minder snel effectief zijn de provocatie-oefeningen van Brandt-Daroff. Meerdere keren per dag doet de betrokkene een serie van houdingsveranderingen, waarbij de klachten telkens worden opgewekt. Men zit op de rand van het bed, kijkt 45o naar de ene kant en laat zich vervolgens opzij naar de andere kant op bed vallen. Men laat de korte aanval van draaiduizeligheid over zich heen komen. Vervolgens gaat men rechtop zitten, waarna een omgekeerde draaisensatie kan optreden. Zo doet men een serie van houdingsveranderingen, afwisselend links en rechts, tot de klachten niet meer optreden. Deze serie wordt bijvoorbeeld drie keer per dag herhaald. Bij ±70% treedt herstel op in twee tot drie weken.
Figuur 4. Brandt-Daroff oefeningen De behandeling van andere vormen van BPPD, de mogelijkheden bij uitblijven van een succesvolle behandeling, en de mogelijke verwarring met andere stoornissen van het evenwicht vallen buiten de inhoud van deze voorlichting.
Drs JPL van der Plas
Neuroloog TweeStedenziekenhuis Tilburg/Waalwijk 2005
De gebruikte illustraties zijn, met toestemming, afkomstig uit: vdPlas JPL, Tijssen CC: Benigne paroxysmale positie duizeligheid. Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde: 1998, 142, 2669-2674. De instructie van de zelfbehandeling is geevalueerd in”A modified Epley’s procedure for selftreatment of benign paroxysmal positional vertigo” va Radtke, Neuhauser, von Brevern, Lempert in Neurology 53 (6);1999; 1358-1360.
Self-treatment of benign positional vertigo (left)
Start sitting on a bed and turn your head 45° to the leftt. Place a pillow behind you so that on lying back it will be under your shoulders.
Lie back quickly with shoulders on the pillow and head reclined onto the bed. Wait for 30 seconds.
Turn your head 90° to the right (without raising it) and wait again for 30 seconds.
Turn your body and head another 90° to the right and wait for another 30 seconds.
Sit up on the right side.
This maneuver should be carried out three times a day. Repeat this daily until you are free from positional vertigo for 24 hours.
Andrea Radtke, Hannelore Neuhauser, Michael von Brevern, Thomas Lempert Neurologische Klinik, Charité Berlin, Germany, 1999
http://www.charite.de/ch/neuro/vertigo.html
Self-treatment of benign positional vertigo (right)
Start sitting on a bed and turn your head 45° to the right. Place a pillow behind you so that on lying back it will be under your shoulders.
Lie back quickly with shoulders on the pillow and head reclined onto the bed. Wait for 30 seconds.
Turn your head 90° to the left (without raising it) and wait again for 30 seconds.
Turn your body and head another 90° to the left and wait for another 30 seconds.
Sit up on the left side.
This maneuver should be carried out three times a day. Repeat this daily until you are free from positional vertigo for 24 hours.
Andrea Radtke, Hannelore Neuhauser, Michael von Brevern, Thomas Lempert Neurologische Klinik, Charité Berlin, Germany, 1999
http://www.charite.de/ch/neuro/vertigo.html