1
Ter uitvoering van artikel 2:34b van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zoeterwoude 2014 heeft de burgemeester van Zoeterwoude de volgende Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014 vastgesteld: Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014 1. Paracommerciële instellingen worden in drie categorieën ingedeeld: I. Sportieve instellingen II. Sociaal-culturele instellingen III. Overige instellingen 2. Voor paracommerciële instellingen gelden beperkingen die per categorie kunnen verschillen. 3. Beperkingen voor de instellingen gelden niet als: I De paracommerciële instelling op gelijke wijze en onder gelijke voorwaarden op de markt opereert als een regulier horecabedrijf (betaling volgens cao en geen subsidie ontvangst); II De horeca-activiteiten worden gedreven voor rekening en risico van een horecaondernemer; III De rechtspersoon zich richt op het verlenen van zorg IV De hoofdactiviteiten van de rechtspersoon van culturele aard zijn (zoals bij theaters en musea). 4. 1. Een ontheffing van de beperkingen (ex art. 4 lid 5 Drank- en Horecawet) zoals onder 2 genoemd kan worden verleend voor “bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard die van maatschappelijke betekenis zijn en waarbij redelijkerwijs beschouwd geen sprake is van wezenlijke oneerlijke mededinging”, zoals in situaties waarbij: I de reguliere horeca niet voldoende ruimte heeft om de activiteit te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld als tijdens een bijzondere festiviteit of attractie de vraag naar horeca-activiteiten het bestaande aanbod overtreft en/of II de paracommerciële vergunninghouder geen financieel voordeel heeft van de activiteit en de activiteit als zodanig van maatschappelijke betekenis is en geen commercieel karakter heeft. 2. Aan de ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden (bijvoorbeeld beperking naar tijdsruimte en/of alcohol). 3. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door gebruik van de ontheffing. 5. Een ontheffing van de beperkingen (ex art. 4 lid 5 Drank- en Horecawet) is niet vereist voor de volgende activiteiten: I Sportieve instellingen: • openstelling kantine voor spelers, aanhang en supporters vanaf een uur vóór tot maximaal twee uur nà een wedstrijd, speelperiode of training1; • feest ter gelegenheid van een (club)kampioenschap; • afscheidsfeest of jubileumfeest van het bestuur/een bestuurslid; • feestavond voor vrijwilligers (max. 1 keer per jaar); 1
Ingeval van een wedstrijd tussen 2 hoogst spelende teams uit Zoeterwoude dan wel 1 team uit Stompwijk (Derby), kan de openstelling tot 3 uur na beëindiging. Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014
2
• • •
• II
jaarfeest of afsluiting seizoen (max. 1 keer per jaar); toernooi met afsluitend feest; overige strikt clubgerelateerde en incidentele activiteiten voor leden, zoals een barbecuefeest, bingoavond, Sinterklaasviering waarbij 50% van de bezoekers direct of indirect lid is van de vereniging; nieuwjaarsborrel.
Sociaal-culturele instellingen: • bijeenkomsten/vergaderingen/feesten van en voor verenigingen en stichtingen die gebruik maken van het pand (dus alleen toegankelijk voor de leden en oud-leden); • sociaal-culturele evenementen, waarbij dit evenement centraal staat (ook voor publiek toegankelijk); • Koningsdag-, Sinterklaas- of Kerstviering; • jaarvergaderingen; • nieuwjaarsborrel; • voor horeca-activiteiten ten behoeve van niet vaste gebruikers (zowel individueel als collectief) van de betreffende para commerciële instelling geldt een maximum per instelling per kalenderjaar, te weten: - Eendenkooi, 60 horeca-activiteiten; - Muziekcentrum, 15 horeca-activiteiten; - Kerkvoogdij Herv. Kerk Zoeterwoude (exploitant Ons Huis), 20 horeca-activiteiten; - Klaverhal, 15 horeca-activiteiten. III
Overige instellingen: • bijeenkomsten/vergaderingen/feesten van en voor verenigingen en stichtingen die gebruik maken van het pand (dus alleen toegankelijk voor de doelgroep van de instelling); • sociaal-culturele evenementen, waarbij dit evenement centraal staat (ook voor publiek toegankelijk); • Koningsdag-, Sinterklaas- en Kerstviering; • jaarvergaderingen; • nieuwjaarsborrel. 6. Als een constatering is gedaan van het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard, het aanprijzen daarvan of het overtreden van de eindtijd van het verstrekken van alcoholische dranken (art 4, lid 2a, b en c Drank- en Horecawet) of wanneer het bestuursreglement niet wordt nageleefd zal een handhavingstraject worden gevolgd. 7. Wanneer een vereniging of stichting zoals bedoeld in artikel 4 zonder vergunning horeca-activiteiten uitoefent, dan zal een handhavingstraject worden gevolgd om de illegale situatie op te heffen. 8. Evaluatie van deze regels vindt plaats na 1 en na 3 jaar na vaststelling. Aldus vastgesteld op 8 januari 2014. de burgemeester, E.G.E.M. Bloemen
Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014
3
Toelichting bij Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014 Samenvatting Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. De huidige Drank- en Horecawet bepaalt dat er ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels gesteld moeten worden waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank (artikel 4 DHW). In deze beleidsregel is besloten de paracommerciële instellingen in drie categorieën in te delen, waarbij voor elke categorie specifieke voorschriften gelden. Ten tweede wordt voor elke categorie een aantal uitzonderingssituaties beschreven waarvoor een ontheffing, ex artikel 4 lid 5 DHW niet is vereist. De nota maakt duidelijk dat het vaststellen van regels, naast het bevorderen van eerlijke concurrentie, ook andere positieve gevolgen heeft, namelijk: een toenemende eenduidigheid, een verheldering van de regelgeving en ook de bevordering van de volksgezondheid door het voeren van een alcoholmatigingsbeleid. Onder het begrip ‘paracommercie’ wordt verstaan: het ontplooien van (semi) commerciële activiteiten door een stichting of vereniging buiten de statutaire doelstelling van de stichting of vereniging om, bestaande uit het aanbieden van horecadiensten aan het publiek. (bron: Bureau Eerlijke Mededinging) Toelichting Beleid ten aanzien van het verlenen van de paracommerciële vergunning was niet op schrift gesteld. Het ontbreken van beleid maakt de eenduidigheid en transparantie van een beoordeling kwetsbaar. Het doel van deze beleidsregels is: het formuleren van een kader voor ingevolge artikel 4, eerste lid van de Drank- en Horecawet voor paracommerciële instellingen; Oude situatie Op 6 november 2008 heeft de raad de volgende motie aangenomen: De besturen van de multifunctionele- en sportcentra (Ons Huis, Muziekcentrum, Eendenkooi en Klaverhal) in Zoeterwoude de ruimte laten behouden binnen de uitgangspunten, verwoord in de Notitie alcoholmatigingsbeleid, om hun (horeca)activiteiten te kunnen blijven voortzetten, waaronder begrepen feesten en partijen in de persoonlijke sfeer van de vaste bezoekers van de doelgroepen en een beperkt aantal daarbuiten. De activiteiten vast te leggen in een af te sluiten convenant tussen gemeente, de plaatselijke horecaondernemers en de multifunctionele en sportcentra. Om de motie van de raad uit 2008 uit te voeren is een convenant opgesteld om horecaactiviteiten voor niet vaste gebruikers te regelen. Commerciële en paracommerciële horeca zijn niet tot een akkoord gekomen om het convenant te tekenen. De commerciële horeca was van mening dat er door ondertekening van het convenant werd ingestemd met oneerlijke concurrentie.
Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014
4
Probleemstelling Hoe te voorkomen dat commerciële horeca te maken krijgt met oneerlijke concurrentie. Het is een gegeven dat paracommerciële instellingen voor een (belangrijk) deel afhankelijk zijn van subsidies en barinkomsten. Paracommerciële instellingen ontplooien bepaalde activiteiten of laten deze in hun accommodatie toe, waarbij horecadiensten worden verleend, inclusief het nuttigen van alcoholhoudende dranken. Soms ligt zo'n handelswijze in het verlengde van de eigenlijke (statutaire) doelstelling van de pc-instelling, soms heeft het daarmee echter niets van doen en worden die activiteiten georganiseerd als alternatief voor de reguliere horeca of omdat ze, dankzij begunstigende voorwaarden, winst opleveren die ten goede komt aan de instandhouding van de vereniging of stichting. Bij de functies maatschappelijke en recreatieve doeleinden en sport geldt vaak dat ondersteunende horeca moeilijk los kan worden gekoppeld van de hoofdfunctie. Voor het goed functioneren van een dergelijke voorziening is ondersteunende horeca een noodzaak. Echter doordat veel van deze instellingen profiteren van subsidies en lage loonkosten door de inzet van vrijwilligers, kunnen zij tegen gereduceerde tarieven alcohol schenken en op ongelijke voorwaarden in concurrentie treden met de reguliere horeca. Paracommerciële instellingen kunnen op grond van de Drank- en Horecawet in aanmerking komen voor een vergunning voor het verstrekken van alcohol in kantines en andere verenigingsruimten. De afgelopen jaren zijn er bij de gemeente Zoeterwoude geen klachten binnengekomen van de Stichting Bevordering Eerlijke Mededinging Horeca-activiteiten (BEM). Sinds 1 januari 2000 (tot 1-1-2014) is de BEM operationeel. BEM is door Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in het leven geroepen om de al jaren sluimerende oneerlijke concurrentie in de horeca door met name sportverenigingen, dorpshuizen, poppodia en drankketen tegen te gaan. Klachten zouden betrekking kunnen hebben over oneerlijke concurrentie door verenigingen en stichtingen die subsidies ontvangen en meestal geen loonkosten hebben. In het algemeen hebben de meldingen van de BEM veelal betrekking op het verhuren en ter beschikking stellen van de accommodaties en het verstrekken van alcohol aan derden voor recepties en jubilea door sportinstellingen en buurthuizen. Het feit dat er geen klachten zijn binnengekomen betekent overigens niet dat er in Zoeterwoude geen sprake is van verstoring van ordelijk economisch verkeer. Door beleidsregels op te stellen voor instellingen die in concurrentie treden met de horeca is het mogelijk het ordelijk economisch verkeer te stimuleren. Bijkomend kunnen beperkende voorschriften een positief effect hebben op het probleem van schadelijk alcoholgebruik door de preventieve werking daarvan. In de rijksnota “Kiezen voor gezond leven” uit 2006 wordt overmatig alcoholgebruik als één van de vijf grootste gezondheidsbedreigers genoemd. Dilemma “Oneerlijke concurrentie” en “ordelijk economisch verkeer” is moeilijk te reguleren door de gemeente. Bewust maar ook onbewust worden keuzes gemaakt bij het in standhouden van paracommerciële instellingen. Kader In deze beleidsregels worden, in het kader van de bevordering van eerlijke concurrentie en de verslavingspreventie, beleid ten aanzien paracommerciële instellingen vastgelegd. Tevens wordt een aantal gevallen beschreven waarbij beperkende voorschriften niet noodzakelijk zijn. Het beleid kan ingevolge art. 4 van de Drank -en Horecawet (DHW) alleen betrekking hebben op de tijden waarop alcohol geschonken mag worden en aan wie horecadiensten mogen worden aangeboden. De verenigingen en stichtingen zijn onderverdeeld in drie categorieën. Per categorie gelden er specifieke voorwaarden en beperkingen. Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014
5
Verstrekking van alcoholische dranken is geregeld in de Drank- en Horecawet. De wet bepaalt om volksgezondheidsredenen in artikel 3 dat voor de verkoop van alcohol een vergunning van de gemeente noodzakelijk is. Naast deze vergunningplicht zijn in de wet een aantal verboden en bepalingen rond de wijze van alcoholverstrekking opgenomen. Bestuursreglement Een bestuursreglement is een verplichting op grond van artikel 9 van de DHW. Om sociaalhygiënische (lees gezondheids-bevorderende) redenen dient een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 te beschikken over een bestuursreglement. Naast de waarborging alcoholverstrekking is het reglement ook op sociaal-economische gronden nuttig. Het bestuursreglement beschrijft een zelfopgelegd kader voor alcoholverstrekking en stelt het beleid vast omtrent toezicht op naleving van de regels. Het bestuursreglement van een stichting of vereniging waarborgt naast het beleid dat de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting gedurende de openingstijden te allen tijde plaatsvindt door gekwalificeerde personen en beperkt wordt tot vastgestelde dagen en tijdstippen. Samen met de statutaire doelstellingen en artikel 4 van de DHW vormt het bestuursreglement het kader voor verantwoorde alcoholverstrekking. Onderdelen van het reglement dienen te zijn: * regels die als doel het waarborgen van verantwoorde verstrekking van alcoholhoudende drank in de sportkantine hebben; * bepalingen die tot doel hebben ongeoorloofde vormen van concurrentie met de reguliere horeca te voorkomen. Het NOC*NSF heeft een model ontwikkeld voor sportverenigingen. Ook voor rechtspersonen niet zijnde sportverenigingen is het model te gebruiken: het is eenvoudig te vertalen naar de eigen situatie. Een uitzondering geldt voor een verzorgingstehuis (of bijvoorbeeld schouwburg), maar ook andere stichtingen of verenigingen die op gelijke wijze en onder gelijke voorwaarden als een regulier horecabedrijf op de markt opereren. Deze hebben niet te maken met de beleidsregel als er sprake is van een financieel voordeel, er een maatschappelijk betekenis is en geen sprake is van een commercieel karakter. (artikel 4 II) Handhaving is aan de orde indien de voorschriften worden overtreden conform het uitvoeringsprogramma handhaving en het handhavingsbeleidsplan. Uitgangspunt daarbij zijn klachten. Eerst vindt er een waarschuwing plaats. Bij herhaalde overtreding kan de vergunning worden ingetrokken. Wordt door een paracommerciële instelling zonder vergunning horeca bedreven, dan kan het bevoegd orgaan -na het aanbieden van de mogelijkheid om alsnog een vergunningaanvraag in te dienen- besluiten de horeca-inrichting te sluiten. Het wettelijk kader van paracommercie Sinds 1991 zijn er bepalingen in de DHW opgenomen inzake paracommerciële horecaactiviteiten die kunnen plaatsvinden in dorpshuizen, buurthuizen, clubhuizen, verenigingsgebouwen, sportkantines en dergelijke. Ondanks deze regels is de vraag naar alcoholische dranken de afgelopen jaren toegenomen. Veel instellingen zijn op deze vraag ingesprongen door activiteiten op horecaterrein te organiseren om zodoende de inkomsten te vergroten. Te denken valt aan de verhuur van de accommodatie aan niet-leden voor verjaardagsfeesten, bruiloften en recepties. Door gunstige financiële voorwaarden kunnen de kosten en dus de prijs van deze horecaactiviteiten laag worden gehouden. De rijksoverheid is van mening dat “de overheid niet passief kan blijven tegenover deze mededinging onder ongelijke voorwaarden, die uit het oogpunt van ordelijk economisch verkeer als onwenselijk moeten worden beschouwd”.
Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014
6
De prijsstelling van de aangeboden horecadiensten van paracommerciële instellingen kunnen beïnvloed worden door de volgende factoren: • directe dan wel indirecte subsidieverstrekking • de versoepelde eis van het bezit van een diploma Sociale Hygiëne die voor paracommerciële instellingen is beperkt tot twee leidinggevenden; • het regelmatig en vaak structureel werken met c.q. gebruik maken van vrijwilligers; • het niet-inschrijfplichtig zijn bij het Bedrijfschap Horeca & Catering; • het van toepassing zijn van fiscaal gunstiger voorwaarden; • het verkrijgen c.q. huren van accommodaties tegen niet marktconforme (vaak symbolische) voorwaarden en prijzen; • het niet als bedrijf ingeschreven staan in het handelsregister. De bepalingen rond paracommercie zijn niet zozeer van sociaal-hygiënische, maar van sociaal-economische aard. Zij zijn terug te vinden in de artikel 4 DHW en hebben betrekking op in inrichtingen te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en feesten, het maken van reclame voor dergelijke bijeenkomsten en de tijden waarop de instellingen alcohol mogen verstrekken. De wet biedt ruimte voor zelfregulatie door afspraken mogelijk te maken over paracommercie tussen een vertegenwoordiger van de horeca, het Bedrijfschap Horeca en Catering en verenigingen en stichtingen. Volgens artikel 4, lid 3 DHW hebben deze regels in ieder geval betrekking op de volgende onderwerpen: • De tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt; • in inrichtingen te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen; • in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn. Keuze activiteiten waarvoor geen ontheffing nodig is. Vier sociaal-culturele instellingen uit de tweede categorie kunnen activiteiten organiseren zonder dat daarvoor een ontheffing nodig is. Er is gekozen om instellingen ruime mogelijkheden te bieden om activiteiten te organiseren om zo hun maatschappelijke rol te laten vervullen en ze in staat te stellen inkomsten te verwerven ten behoeve van de instelling. De Eendenkooi, Kerkvoogdij (Ons Huis), het Muziekcentrum en de Klaverhal krijgen deze extra mogelijkheden voor activiteiten. De activiteiten bieden extra inkomsten die deze instellingen nodig hebben om hun maatschappelijke rol te kunnen blijven vervullen. Er is dus een onderscheid tussen instellingen. De VNG merkt hierover het volgende op: De oneerlijke mededinging die verminderd moet worden met de regels op basis van artikel 4 DHW is de oneerlijke mededinging van paracommerciële rechtspersonen t.o.v. de reguliere horeca. Daarvoor maakt het niet uit bij welke categorie paracommerciële instelling de bijeenkomsten plaatsvinden. Wat er gebeurt als je op dit vlak onderscheid maakt tussen of binnen categorieën, dat is het in het leven roepen van een nieuwe soort oneerlijke mededinging; tussen paracommerciële instellingen onderling. Het is af te raden, tenzij er een heel goede, objectieve reden is. Dus, is het mogelijk, wetgevingstechnisch zeker. Kom je er ook mee weg gezien de doelstelling van artikel 4 DHW, misschien. Moet je dit willen, ik vrees het niet. Ik ga ervan uit dat de overwegingen duidelijk zijn en u zo op weg geholpen bent. Want het besluit hierover dient u zelf te nemen. Conclusie keuze Er wordt toch voor gekozen omdat bij de voorbereiding van het niet getekend convenant uit 2008 de instellingen (De Eendenkooi, Kerkvoogdij (Ons Huis), het Muziekcentrum en De Klaverhal) het aantal activiteiten aan hebben gegeven die zij per jaar willen behouden. Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014
7
Relevante ontwikkelingen Nieuwe regelgeving m.b.t. alcoholverstrekking in (sport)kantines Jongeren onder de achttien mogen vanaf 1 januari 2014 geen alcoholische dranken meer gebruiken of in hun bezit hebben. De Eerste Kamer heeft op 18 juni 2013 ingestemd met het initiatiefvoorstel van een aantal Tweede Kamerleden. De leeftijdsgrens in de Drank- en Horecawet verandert van zestien naar achttien. Nieuwe rol burgemeester • De burgemeester in plaats van het college is belast met de uitvoering van de DHW. • Door de burgemeester te benoemen gemeentelijke ambtenaren kunnen worden aangewezen als toezichthouder. • De burgemeester is in staat bij vergunningplichtige inrichtingen die de regels niet naleven de vergunning voor een bepaalde periode te schorsen. Subsidiebeleid De gemeente subsidieert diverse sport- en sociaal-culturele instellingen. Met de subsidies beoogt de gemeente dat deze instellingen de belangen behartigen van (een) deel van Zoeterwoudse bevolking. Subsidie kan bestaan uit een geldbedrag en of het, tegen geringe kosten, beschikbaar stellen van een ruimte of gebruik van voorzieningen (speelvelden). De instellingen bieden hun activiteiten aan zonder winstoogmerk. Door middel van de gesubsidieerde activiteiten wil het college sociaal isolement van kwetsbare groepen, uitsluiting op het gebied van sport voorkomen en sociale saamhorigheid vergroten. De commerciële horeca krijgt geen subsidie, hierdoor is er een nadelig verschil met de paracommercie. De gemeente is verantwoordelijk dat door het subsidiebeleid commerciële horeca niet onevenredig wordt benadeeld. Het huidige subsidieprogramma loopt tot het jaar 2015. In het najaar 2014 wordt samen met de begroting het subsidieprogramma voor de jaren 2015 – 2018 vastgesteld. Het nieuwe subsidieprogramma zal afgestemd worden op de maatschappelijk- economische situatie van dat moment. Paracommercie In de gemeente zijn momenteel 13 paracommerciele stichtingen en verenigingen actief die een drank- en horecawetvergunning hebben, omdat in deze inrichtingen alcohol wordt verstrekt. Op basis van artikel 4 van de DHW kunnen de paracommerciële instellingen op onderstaande wijze worden gecategoriseerd: I. Sportieve instellingen Het doel van de sportvereniging is het aanbieden van sportfaciliteiten aan haar leden. In tegenstelling tot een commercieel bedrijf heeft een sportvereniging geen winstdoelstelling. Winst wordt niet verdeeld onder de leden, maar gebruikt om doelstellingen te realiseren, zoals het aanbieden van sportfaciliteiten, investeringen in het clubhuis, sportvelden, materialen, trainers, etcetera. Te weten: 1. Handbalvereniging Fairplay 2. Tennisvereniging Meerburg 3. Voetbalvereniging Meerburg 4. Voetbalvereniging S.J.Z. 5. Zoeterwoudse Tennisclub II. Sociaal-culturele instellingen Deze instellingen hebben tot doel het bevorderen van de sociale samenhang en maatschappelijke participatie door te voorzien in een sociale infrastructuur met voldoende mogelijkheden voor ontmoeting, ontplooiing en ontspanning. Daarnaast het voorkomen dat mensen in een achterstandspositie raken. Hieronder vallen de buurt- en clubhuizen. Te weten: 1. Buurthuis De Weipoort 2. Eendenkooi 3. Kerkvoogdij Herv. Kerk Zoeterwoude (exploitant Ons Huis) Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014
8
4. Muziekcentrum 5. Klaverhal III. Overige instellingen Deze instellingen vallen buiten categorie I en II. Deze instellingen richten zich op een beperkte doelgroep: gehandicapten en hun familie, personeelsleden en partners en jongeren. 1. Gemiva Swetterhage 2. Heineken personeelsvereniging 3. Utopia Handhaving Het begrip handhaven, en daarmee de reikwijdte van het handhavingsbeleidsplan, wordt gedefinieerd als het toezien op en het bevorderen en bewerkstelligen van de naleving van wet- en regelgeving, via bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en/of privaatrechtelijke weg. Handhaving omvat het gehele proces vanaf het houden van algemeen toezicht en het uitvoeren van meer gerichte controles, tot -waar noodzakelijk het toepassen van een sanctie. Binnen de handhaving is niet alleen aandacht voor het optreden tegen geconstateerde overtredingen, maar ook voor het voorkomen van overtredingen. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma handhaving vastgesteld. In dit plan worden de activiteiten benoemd en daarbij aangegeven prioriteiten. Conclusie Daar er geen klachten waren de afgelopen jaren en de maatschappelijke waarde van de paracommerciële instellingen is het niet de opzet van de gemeente om actief te controleren op paracommercie. De nadruk zal liggen op preventie van oneerlijke concurrentie door weloverwogen vergunningverlening en voorlichting. Gevolgen beleidsregels kunnen zijn. • Toename van vraag naar toezicht. • De beleidsregels brengen, vooralsnog, geen grote veranderingen met zich mee. De brede benadering van het probleem paracommercie moet ruimte laten voor het afwegen van individuele belangen en wisselende omstandigheden. Op deze wijze meent de gemeente de negatieve consequenties van het spanningsveld dat wordt veroorzaakt door paracommercie en maatschappelijke initiatieven zoveel mogelijk te kunnen beperken voor zowel de commerciële horeca als de maatschappelijke verenigingen en stichtingen. Totstandkoming beleidsregels Deze regels zijn tot stand gekomen na overleg met de paracommerciële horeca en commerciële horeca en de “voorronde” van de gemeenteraad. Zoeterwoude, 8 januari 2014
Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014, vastgesteld op 8 januari 2014