Beleidsregel Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte van gemeente IJsselstein Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie
Gemeente IJsselstein
Officiële naam regeling
Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte van gemeente IJsselstein
Citeertitel
Beleidsregel Oplaadpunten elektrische auto’s IJsselstein
Vastgesteld door
College van burgemeester en wethouders
Datum vaststelling Onderwerp
xxxx Milieu/verkeer
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de beleidsregel is gebaseerd 1) 2) 3) 4)
Wegenverkeerswet 1994, art. 2, leden 1, 2 en 3, onder a Wegenverkeerswet 1994, art. 18, lid 1, onder d Gemeentewet, art. 160, lid 1, onder a. en e. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding
Terugwerkende kracht t/m
Datum uitwerkingtreding
..-..-2014
Betreft
Datum ondertekening Bron bekendmaking
Kenmerk voorstel
Nieuwe regeling
Tekst van de regeling Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein; Gezien het college-advies, zaaknr. ,datum xx gelet op artikel op het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - elektrisch rijden in opkomst is en er behoefte is aan oplaadinfrastructuur voor elektrische auto’s - het wenselijk is kaders te stellen onder welke voorwaarden er wordt meegewerkt aan oplaadpunten voor elektrisch rijden besluit vast te stellen de volgende: Beleidsregel Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte van gemeente IJsselstein
Beleidsregel Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte van gemeente IJsselstein Hoofdstuk 1
Uitsluitingen
Artikel 1 Parkeergelegenheid op eigen terrein Voor zover er een mogelijkheid is om te parkeren op eigen terrein wordt er geen medewerking verleend aan de oprichting van een oplaadlocatie in de openbare ruimte. Artikel 2 Parkeerplaats in (parkeer)garage / binnenterrein Voor zover een gebruiker de beschikking heeft of kan hebben over een parkeerplaats, behorende bij de woning, in een parkeergarage onder of nabij de woning of een binnenterrein e.d., wordt geen medewerking verleend aan het inrichten van een oplaadlocatie in de openbare ruimte. Artikel 3 Gebieden met betaald- en vergunning parkeren In IJsselstein zijn gebieden waar betaald- en/of vergunning parkeren is ingesteld. De gemeente is terughoudend in het verlenen van medewerking aan het inrichten van oplaadpunten in dit soort gebieden. Hoofdstuk 2
Algemeen
Artikel 1 begripsomschrijving Aanvrager: Bewoner: Bedrijf: Beheerder:
bedrijf of bewoner die aan de gemeente toestemming vraagt om een oplaadpunt te plaatsen in de openbare ruimte. degene die daadwerkelijk woonachtig is in IJsselstein, zoals blijkt uit inschrijving in de basisregistratie personen (BRP). een bedrijf dat bij de Kamer van Koophandel geregistreerd staat op een adres in IJsselstein. aanvrager die het oplaadpunt laat beheren en met wie een bruikleenovereenkomst is afgesloten, of exploitant die het oplaadpunt beheert en met wie een overeenkomst publieke oplaadpunten is afgesloten
Bruikleenovereenkomst: Interoperabiliteit:
staat voor ‘Bruikleenovereenkomst voor een verlengd privaat oplaadpunt’. de mogelijkheid om met een oplaadpas van verschillende Service providers gebruik te maken van een oplaadpaal van verschillende Infra providers. Elektrische voertuigen: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als een auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig. Oplaadlocatie: plaats waar opgeladen kan worden, op één of meerdere parkeervakken, die voorzien zijn van een oplaadpaal. Oplaadpunt: fysieke stekkeraansluiting op de oplaadpaal (‘stopcontact’) waaraan een elektrische auto kan opladen door deze aan te sluiten met een oplaadkabel. Openbaar oplaadpunt: een oplaadpunt dat publiek toegankelijk is. Privaat oplaadpunt: een oplaadpunt dat is aangesloten op een private meterkast (van de aanvrager) en is geplaatst op eigen terrein (van de aanvrager). Verlengd privaat oplaadpunt: een oplaadpunt dat is aangesloten op een private meterkast, is geplaatst op openbaar terrein, en publiek toegankelijk is. Artikel 2 Aanvraag oplaadpunt Een aanvraag wordt in behandeling genomen als de aanvrager op het opgegeven adres woont, in het bevolkingsregister staat geregistreerd (bewonersbelanghebbende), of op het opgegeven adres in het register van de Kamer van Koophandel staat geregistreerd (zakelijk belanghebbende).
Artikel 3 Tenaamstelling voertuig Het voertuig - waarvoor de oplaadlocatie gerealiseerd wordt - dient aantoonbaar eigendom te zijn van de gebruiker, of aantoonbaar geleased te worden door de gebruiker. Artikel 4 Openbaar oplaadpunt 1. Als de aanvrager geen parkeerplaats op eigen terrein heeft, dan neemt de gemeente de aanvraag voor een oplaadpunt in behandeling. 2. Alle kosten van het realiseren van een oplaadpunt zijn voor rekening van de aanvrager, tenzij er een gemeentelijke regeling geldt voor het uitbreiden van oplaadinfrastructuur in IJsselstein. 3. De kosten voor het inrichten van de parkeerplek (bebording, belijning) zijn voor rekening van de gemeente. Artikel 5 Verlengd privaat oplaadpunt 1. De gemeente verleent alleen medewerking als: - het oplaadpunt publiek toegankelijk is voor elektrische rijders; - het oplaadpunt voldoet aan de nationale en internationale afspraken op het gebied van interoperabiliteit, onder andere de uitwisselbaarheid van oplaadpassen, het gebruik van een standaardstekker, en de onderlinge kostenverrekening van geleverde diensten tussen aanbieders; - het oplaadpunt digitaal gevonden kan worden op bekende websites voor elektrisch rijden; - er een bruikleenovereenkomst wordt opgesteld voor het aanleggen van een oplaadpunt op gemeentegrond; - er voldaan wordt aan de overige bepalingen in deze beleidsregel. 2. In de bruikleenovereenkomst tussen de gemeente en aanvrager wordt vastgelegd dat de gemeente wordt gevrijwaard van risico, aansprakelijkheid, onderhoud etc.. Een standaard bruikleenovereenkomst is opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze beleidsregel. Artikel 6 Locatie oplaadpunt 1. Voor de oplaadlocatie wordt gezocht naar een locatie binnen 250 meter van het adres van de aanvrager(s). Bij het bepalen van de locatie worden de volgende aandachtspunten meegewogen: i) De oplaadlocatie wordt op een zo centraal mogelijk punt gesitueerd, zodat zoveel mogelijk mensen in de omgeving er gebruik van kunnen maken; ii) De oplaadlocatie leidt in de directe omgeving niet tot een parkeerdruk groter dan 90% op werkdagen (ma – do) tussen 22.00 en 06.00 uur; iii) Indien de parkeerdruk wel groter is dan 90% wordt er een belangenafweging gemaakt, en een verkeerskundig advies uitgebracht. 2. In eerste instantie wordt er binnen een straal van 250 meter van een oplaadlocatie niet nog een oplaadpunt aangelegd. Indien er binnen een straal van 250 meter 4 of meer aanvragen zijn (gedaan), dan wordt er een extra oplaadlocatie overwogen. Hierbij wordt de bezetting en gebruik van het al gerealiseerde oplaadpunt meegewogen. 3. Bij de locatiekeuze van het oplaadpunt bij een parkeerplaats wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid van de aansluitpunten, de ligging ten opzichte van woningen, en de vrije loopruimte rondom het laadpunt. 4. Bij de locatiekeuze wordt rekening gehouden met ruimtelijke ontwikkelingen als herinrichting, nieuwbouw, geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen. Artikel 7 Eisen oplaadpaal 1. De oplaadpaal moet voldoen aan de elektrotechnische eisen die zijn gesteld voor veiligheid in de NEN 1010, NEN 3140, aan APV (art. 2.10A en 2.19), en aan de technische randvoorwaarden genoemd in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel. 2. De oplaadpaal heeft een beschermend omhulsel van minimaal dichtheidsklasse IP 54 en is voorzien van een CE markering. 3. De oplaadpaal is inter-operabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers (aansluitpunt type 2, mode 3). 4. De oplaadpaal moet voorzien zijn van twee of meer aansluitpunten. 5. Bij plaatsing in een beschermd stads- of dorpsgezicht kan de gemeente advies vragen aan de welstandscommissie.
Artikel 8 Reservering parkeerplaats 1. Voor het vrijmaken van een parkeerplaats voor een oplaadpunt is een verkeersbesluit nodig. 2. Er kunnen meerdere parkeerplaatsen worden gereserveerd, afhankelijk van de parkeerdruk, het aantal aanvragen binnen een straal van 250 meter, en een lokale belangenafweging. 3. De parkeerplaats(en) is/zijn niet kentekengebonden. Artikel 9 Beheer oplaadpunt 1. De beheerder (aanvrager/exploitant) is verantwoordelijk voor de realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van het oplaadpunt, en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. Het beheer van oplaadpunten wordt niet als gemeentelijke taak beschouwd. 2. De beheerder van het oplaadpunt is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk zijn vermeld op de oplaadpaal. 3. De beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van het oplaadpunt, of anderszins aan derden, wordt veroorzaakt. 4. Indien de beheerder zich niet houdt aan de overeenkomst met de gemeente kan de gemeente deze ontbinden, en indien nodig het verkeersbesluit intrekken. In dat geval heeft de beheerder de plicht om het oplaadpunt op haar kosten te verwijderen. 5. De gemeente kan de overeenkomst met de beheerder wijzigen, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de beheerder een alternatieve locatie zoeken. Kosten hiervoor zijn voor rekening van de gemeente. Artikel 10 Betaald en vergunningen parkeren 1. In gebieden waar betaald parkeren en/of vergunning parkeren is ingevoerd of enige andere restrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor bestuurders van elektrische voertuigen. Artikel 11 Handhaving 1. Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en). Het oplaadpunt is in gebruik als een elektrisch voertuig met de kabel daarop is aangesloten. Als dit niet het geval is, kan de gemeente handhavend optreden. Hoofdstuk 3
Procedure
Artikel 1 Aanvraag De aanvrager dient een aanvraag in bij de gemeente voor het realiseren van het gewenste oplaadpunt. De aanvraag moet vergezeld zijn van een ingevuld aanvraagformulier oplaadpunt elektrische auto. Artikel 2 Locatie bepaling Een ingediende aanvraag wordt, bij parkeerdruk groter dan 90% of ter advisering over de gewenste oplaadlocatie, voorgelegd aan een verkeerskundige. Punten van aandacht zijn de afstand van de woning van de aanvrager tot de oplaadlocatie, of er mogelijkheid is op eigen terrein op te laden, en of het past binnen het parkeerregime. Daarbij wordt beoordeeld of er voldaan wordt aan de technische randvoorwaarden genoemd in bijlage 3 behorende bij deze beleidsregel. Artikel 3 Besluit Aan de hand van het in het vorige artikel genoemde advies neemt de gemeente een definitief verkeersbesluit over de oplaadlocatie. Voor dit besluit worden de normaal geldende procedurevoorschriften gehanteerd. Artikel 4 Technische realisatie Nadat het verkeersbesluit onherroepelijk is, wordt: - voor een verlengd privaat oplaadpunt een bruikleenovereenkomst opgesteld; - voor een oplaadpunt dat via aanbesteding wordt gerealiseerd, de exploitant informeren om het oplaadpunt te realiseren. De procedure is samengevat in het stroomschema in bijlage 3.
Hoofdstuk 4
Slotbepalingen
Artikel 1 Aantal oplaadpalen Er wordt medewerking verleend voor de plaatsing van maximaal 15 oplaadpalen in de openbare ruimte in IJsselstein. Na het bereiken van dit aantal zal aan de hand van een evaluatie beoordeeld worden of uitbreiding van het aantal binnen het beleidskader wenselijk is. Artikel 2 Bruikleenovereenkomst Alvorens het oplaadpunt in gebruik genomen wordt, dient er – in geval van een verlengd private constructie - een bruikleenovereenkomst ondertekend te zijn tussen de gemeente en de betreffende aanvrager (bijlage 1). Er wordt geen recht van opstal gevestigd. Artikel 3 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de beleidsregel, indien toepassing hiervan leidt tot onredelijkheid en onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 4 Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking. Aldus vastgesteld in de collegevergadering van ..... [datum]. De secretaris, De burgemeester
Bekendmaking d.d. Inwerkingtreding d.d.
Bijlage 1
Standaard Bruikleenovereenkomst verlengd privaat oplaadpunt IJsselstein Ondergetekenden: De publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente IJsselstein, ten deze krachtens volmacht rechtsgeldig vertegenwoordigd door……………..(naam) in zijn hoedanigheid van …….. (functie) hierna te noemen: “Gemeente”, en bedrijf/inwoner, gevestigd/wonend aan adres, (ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw ………) te IJsselstein. hierna te noemen: “Gebruiker”, ondergetekenden gezamenlijk hierna ook te noemen: “Partijen”. Overwegende dat: 1. Gemeente eigenaar is van een perceel grond gelegen bij adres; 2. Gebruiker de Gemeente heeft verzocht een gedeelte van het in sub 1 genoemd perceel, zoals schetsmatig weergegeven op de aan deze overeenkomst gehechte tekening, hierna te noemen: “ het gebruikte”, te mogen gebruiken voor het hebben en houden van een oplaadpunt voor elektrische voertuigen; 3. Partijen met betrekking tot het gebruik onderhavige overeenkomst wensen aan te gaan; 4. wordt voldaan aan ‘Beleidsregel Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte van gemeente IJsselstein’ Partijen komen als volgt overeen: Artikel 1 Ingebruikgeving/Vergoeding 1. Gemeente geeft het gebruikte om niet en voor eigen risico van Gebruiker in gebruik aan Gebruiker, die verklaart voor eigen risico in gebruik aan te nemen van Gemeente. 2. Gebruiker aanvaardt het gebruikte in de staat waarin het zich bevindt en zal het na beëindiging van het gebruik ook in die staat teruggeven aan Gemeente. Artikel 2 Bestemming 1. Het gebruikte mag door Gebruiker uitsluitend worden gebruikt voor het plaatsen, hebben en houden van een oplaadpunt voor elektrische voertuigen (conform het aangeleverde en akkoord bevonden ontwerp). Artikel 3 Voorwaarden realisatie, gebruik en beheer oplaadpunt 1. Hetgeen in deze overeenkomst is geregeld, ziet slechts toe op de privaatrechtelijke bruikleen van het gebruikte en houdt op geen enkele wijze een publiekrechtelijke toestemming in. Gebruiker zal voor eigen rekening en risico gedurende de looptijd van deze overeenkomst dienen te beschikken over eventueel benodigde vergunningen en/of ontheffingen in verband met het beoogde gebruik als omschreven in lid 1 van artikel 2 van deze overeenkomst. 2. Het oplaadpunt voldoet aan de nationale en internationale afspraken op het gebied van interoperabiliteit, onder andere de uitwisselbaarheid van oplaadpassen, het gebruik van een
3.
4. 5. 6. 7. 8.
standaardstekker, en de onderlinge kostenverrekening van geleverde diensten tussen aanbieders. Het oplaadpunt dient te worden aangemeld op de website www.oplaadpalen.nl. Het oplaadpunt wordt geplaatst op de stoep grenzend aan de kop van de openbare parkeerplaats waar elektrische voertuigen geladen zullen worden, met inachtneming van de eisen gesteld in artikel 7 en bijlage 2 van ‘Beleidsregel Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte van gemeente IJsselstein’. Gebruiker dient zelf zorg te dragen voor de benodigde aansluitingen, de exploitatie en dienstverlening, en het beheer, onderhoud en verhelpen van storingen. De kosten voor het plaatsen, onderhouden en beheren van het oplaadpunt zijn voor rekening van Gebruiker. Het oplaadpunt dient 24 uur per dag in werking te zijn, tenzij er onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Gemeente mogen aan het oplaadpunt geen (reclame)uitingen worden aangebracht. Gemeente draagt zorg voor bebording en eventuele belijning ten behoeve van het gebruik van de oplaadlocatie voor elektrische auto’s.
Artikel 4 Uitsluiting aansprakelijkheid Gemeente 1. Partijen onderkennen dat het door Gebruiker te installeren oplaadpunt door natrekking eigendom van de Gemeente wordt. Partijen zullen in hun onderlinge rechtsverhouding het oplaadpunt echter beschouwen en behandelen als ware deze eigendom is van Gebruiker. 2. Gebruiker doet bij voorbaat afstand van alle aanspraken die hij tegenover Gemeente zou kunnen doen gelden wegens schade door welke oorzaak ook ontstaan. 3. Verder vrijwaart Gebruiker de Gemeente voor alle vorderingen tot schadevergoedingen die derden jegens de gemeente zouden kunnen doen gelden in verband met de aan de g e br ui k er in deze overeenkomst verleende rechten. 4. Gebruiker verplicht zich ten behoeve van het oplaadpunt een eigen W.A. verzekering af te sluiten. Artikel 5 Duur, opzegging, beëindiging 1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Tussentijds is elk der Partijen gerechtigd deze overeenkomst schriftelijk op te zeggen met een opzegtermijn van drie maanden. 3. Na beëindiging van deze overeenkomst zijn de kosten, voor verwijdering van het oplaadpunt inclusief bebording en belijning, volledig voor rekening van de Partij die opzegt. 4. Gebruiker heeft na beëindiging van deze overeenkomst geen recht op een alternatieve locatie of vergoeding van kosten of schade hoe ook genaamd. Artikel 6 Indeplaatsstelling 1. De rechten en plichten uit deze overeenkomst kunnen niet aan derden worden overgedragen zonder voorafgaande toestemming van de andere Partij. De andere Partij zal haar toestemming niet op onredelijke gronden onthouden en zal zich inspannen om mee te verwerken aan hetgeen noodzakelijk is voor de overdracht van de rechten en plichten uit deze overeenkomst, inhoudende onder meer maar niet uitsluitend de overdracht van het oplaadpunt aan een derde. Artikel 7 Nakoming verplichtingen 1. In het geval gebruiker een of meerdere bepalingen uit deze overeenkomst overtreedt dan wel, na daartoe schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, tekortkomt in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst of uit wettelijke verplichtingen, heeft de gemeente het recht het gebruik terstond te beëindigen, zonder dat de gebruiker enige aanspraak kan maken op vergoeding van kosten en/of schaden en zulks onverlet de mogelijkheid van de gemeente om schade te verhalen.
Artikel 8 Geschillen en toepasselijk recht 1. Ieder geschil tussen partijen ter zake van deze overeenkomst wordt bij uitsluiting voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen alsnog een andere vorm van geschillenbeslechting zullen overeenkomen. 2. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt te IJsselstein op ………… Gemeente,
Gebruiker,
Bijlage 2:
Technische randvoorwaarden oplaadpalen
De oplaadpaal moet zo geplaatst worden dat het geen hinder voor weggebruikers oplevert, er vrije doorloopruimte aanwezig is, en het geen struikelgevaar oplevert. De oplaadpaal moet veilig zijn en passen in het straatbeeld. De exacte bepalingen over het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg staan beschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Voor oplaadpunten betreffen dat artikel 2.10 A en artikel 2.19. Technische randvoorwaarden: - Bij het parkeervak wordt het verkeersbord E4 of E8, met onderbord "opladen elektrische voertuigen" geplaatst; - het gebruik van het oplaadpunt mag de doorstroming en veiligheid van het verkeer niet belemmeren; - de parkeerplaats ligt op maximaal 25 meter van een hoofdkabel (als de afstand van de oplaadpaal tot de hoofdkabel minder is dan 25 meter, zijn er geen meerkosten verbonden aan de aansluiting); - bij parkeervakken die gelijk oplopen met de omliggende grond dient overwogen te worden of een stootband of een extra stoeprand moet worden geplaatst; - de oplaadpaal staat minimaal 50 cm (voldoende ruimte voor de draaihoek om in te parkeren) en bij voorkeur maximaal 60 cm van de trottoirband af (anderzijds moet er voldoende ruimte zijn om de oplaadkabel aan te sluiten); - de te plaatsen oplaadpaal dient geschikt te zijn voor het gebruik in de openbare ruimte, de constructie dient voldoende degelijk te zijn ("hufterproof") en te voldoen aan de geldende nationale en internationale richtlijnen en standaarden; - bij voorkeur wordt de oplaadpaal op minstens 1,5 meter van een boom geplaatst en bij voorkeur niet onder een kruin van een boom; - bij plaatsing van de oplaadpaal in een trottoir dient bij voorkeur 1,20 meter en minimaal 90 cm aan breedte overblijven van het trottoir voor voetgangers; - vanwege de gebruikersvriendelijkheid is verharding rondom de oplaadpaal gewenst; - oplaadpalen worden zoveel mogelijk uitgevoerd in een uniforme kleurstelling - voor de aanleg van de oplaadpaal en aansluiting op het stroomnet moet een KLIC melding gedaan worden; - serviceluiken moeten altijd bereikbaar zijn voor onderhoud en storingen.
Bijlage 3:
Stroomschema procedure oplaadpunten elektrische auto’s per aanvraag
Parkeren op eigen terrein
Zelf regelen
Aanvraag oplaadpunt Geen parkeergelegenheid op eigen terrein
verlengd privaat
Aanvraagformulier oplaadpunt invullen
AANBESTEDING Registreren en in behandeling nemen (Odru)
Toetsen aan Beleidsregel Oplaadpunten elektrische auto’s Parkeerdruk
MRA (aanbesteding)
< 90%
> 90%
Aanwijzen parkeerplek verkeerskundige
MRA
Bij negatief advies: afwijzingsbrief
Oplaadpunt toewijzen (gezamenlijke aanbesteding)
Belangenafweging verkeerskundige
Gemeente
Oplaadpunt toewijzen (verlengd privaat)
Bij negatief advies: afwijzingsbrief
GO / NO GO (aanvrager)
Verkeersbesluit Verkeersbesluit
Realisatie (MRA)
Bruikleenovereenkomst tekenen
Realisatie (aanvrager)
Bijlage 4:
Toelichting
Hoofdstuk 1 Artikel 1 en 2: Bij de bouw van woningen (en kantoren) is, zeker bij recentere woningen en kantoren, bij het bepalen van de parkeernorm uitgegaan van de parkeermogelijkheden op eigen terrein. Indien de aanvrager dan een oplaadpunt realiseert op openbaar terrein, neemt de parkeerdruk toe. Het parkeren verschuift in dergelijke gevallen van eigen terrein naar de openbare ruimte wat ongewenst is. Er ontstaat een parkeerprobleem als iedereen in het gebied een elektrische auto heeft met een oplaadpunt op openbaar terrein terwijl er bij de bouw rekening mee was gehouden dat mensen op eigen terrein parkeren. Artikel 3: In een betaald en/of vergunning parkeren gebied heerst van nature een hoge parkeerdruk. Een openbaar oplaadpunt kan een verkeersaantrekkende werking hebben in het gebied. Indien een oplaadlocatie is gelegen in een betaald parkeren gebied krijgt de elektrische rijder dezelfde behandeling als andere weggebruikers. Indien een oplaadlocatie is gelegen in een vergunning parkeren gebied, dient de gebruiker van de locatie in bezit te zijn van een bewoners- of bedrijfsvergunning. Hoofdstuk 2 Artikel 4, lid 2 Voorwaarde voor het realiseren van een openbaar oplaadpunt is dat deze publiek toegankelijk is, en is aangesloten op het openbare (stroom)netwerk. Onder de kosten vallen onder andere de kosten van aanleg, realisatie, onderhoud, en eventuele leges. In het geval van een verlengd private constructie heeft de gemeente een model bruikleenovereenkomst waarin wordt aangegeven dat de aanvrager het eigendom van het oplaadpunt behoudt, en daarmee ook aansprakelijk is voor alle lasten die daaruit voortvloeien. Artikel 4, lid 3 Het inrichten van een parkeerplek voor het opladen van elektrische auto’s wordt net zo behandeld als die voor gehandicapten en autodelen. De kosten die daarmee zijn gemoeid zijn voor rekening van de gemeente. Artikel 5: Eigenaren van een elektrische auto konden voorheen via Stichting E-laad een oplaadpunt in de buurt van hun huis aanvragen. Door de snelgroeiende vraag naar oplaadpunten is het budget van de stichting ontoereikend om nieuwe oplaadpunten uit te geven. De exploitatie van de oplaadpalen stuit op financiële risico’s. Marktpartijen zijn om die reden terughoudend om de oplaadinfrastructuur verder uit te breiden. Dit bemoeilijkt de realisatie van nieuwe oplaadpunten. De gemeente ziet namelijk het plaatsen van oplaadpalen niet primair als een gemeentelijke taak. Om toch ervoor te zorgen dat er oplaadpalen bijgeplaatst kunnen worden, staat de gemeente open voor private oplaadpunten op openbaar terrein (gemeentegrond). Een dergelijke oplaadpunt heet een verlengd privaat oplaadpunt. De oplaadpaal wordt aangesloten op de eigen meterkast en via een betaalmodule toegankelijk gemaakt voor openbaar gebruik. Voor het plaatsen van een oplaadpaal op gemeentegrond is een bruikleenovereenkomst nodig. Hierin zijn bepalingen opgenomen over risico, aansprakelijkheid, onderhoud etc. Artikel 6: Lid 1 In sommige wijken in de gemeente is sprake van een aanzienlijke parkeerdruk. Een parkeerplaats, die alleen door elektrische auto’s kan worden gebruikt, verhoogt de parkeerdruk. Het kan dus zijn dat er in de directe omgeving, gezien de parkeerdruk, geen geschikte locatie is voor een oplaadpunt. Daarom wordt er in een straal van 250 meter van de aanvrager gekeken naar een geschikte locatie. Het oplaadpunt moet door zoveel mogelijk mensen gebruikt kunnen worden. Dit wordt beter bereikt bij een oplaadpunt dat meer centraal in een wijk ligt dan een verafgelegen oplaadpunt dat ook nog eens als onveilig wordt ervaren. Opgemerkt wordt dat in woonwijken elektrische auto's vaak als vervanging dienen voor benzineauto's. Het aantal voertuigen blijft dus gelijk in de wijk. Wel wordt de uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen beperkt. Om die reden is een regel gesteld dat als - op werkdagen (ma – do) tussen 22.00 en 06.00 uur - de parkeerdruk groter is dan 90% er een
verkeersadvies nodig is. Vervolgens wordt er een belangenafweging gemaakt of de betreffende parkeerplaats geschikt is als oplaadpunt. Lid 2 Op basis van het aantal aanvragen in een bepaald gebied kan besloten worden meerdere oplaadpunten binnen een straal van 250 meter toe te laten. De huidige oplaadpalen zijn zogenaamde ‘langzaam’ oplaadpalen. Een auto staat als snel 4 uur te laden voordat de accu vol is. Daarbij is het onredelijk om te verwachten dat een elektrisch rijder midden in de nacht naar de oplaadlocatie loopt om de stekker uit de oplaadpaal te halen, en de auto elders te parkeren. Indien niet gefaciliteerd wordt in het vergroten van de laadinfrastructuur in gebieden waar geen ruimte is voor private oplaadpunten, zal de elektrische rijder veelal genoodzaakt zijn om op benzine te rijden. Lid 3 Bij het plaatsen van de oplaadpaal moet het trottoir toegankelijk blijven, en passanten moeten niet kunnen struikelen over de kabel (APV artikel 2.19, lid 1). Dit betekent dat minimaal 0.90 m en bij voorkeur 1,20 m loopruimte behouden blijft. De oplaadpaal wordt op een dusdanige manier geplaatst dat beide oplaadpunten te gebruiken zijn. Bij de locatie en inrichting wordt verder rekening gehouden met de aspecten die worden genoemd in hoofdstuk 5 van de CROW-brochure “Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte.” Oplaadpalen worden in principe alleen geplaatst bij bestaande parkeerplaatsen die ook als zodanig bestemd zijn. Indien het verkeerstechnisch kan en past binnen het bestemmingsplan, dan kan overwogen worden een nieuwe parkeerplaats aan te leggen. Artikel 7: Het oplaadpunt moet voldoen aan de geldende normen. Zo moet een oplaadpunt zijn opgebouwd uit CE goedgekeurde componenten, en voldoen aan een bepaalde IP-waarde. Het CE-keurmerk geeft aan dat wordt voldaan aan de wettelijke eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. De IP-waarde is de mate van bescherming die elektrisch materiaal biedt tegen het binnendringen van vocht en voorwerpen. Het oplaadpunt bevat verder een bescherming tegen aardfouten in het elektriciteitsnet, waardoor de aanraakspanning van het oplaadpunt nooit meer dan 50 V kan bedragen. Om te zorgen dat gebruikers van verschillende voertuigen bij verschillende laadaanbieders kunnen laden, hebben het Rijk en marktpartijen gezamenlijk gekozen voor een Nederlandse standaard. De kabel en stekker voor het aansluiten van een voertuig op een oplaadpunt is een type 2, mode 3 (‘Mennekesstekker’). Dit type stekker vergrendelt de stekker aan het oplaadpunt en is daarmee beschermd tegen diefstal. Via de mode 3-kabel kunnen het voertuig en het oplaadpunt met elkaar communiceren. Het voertuig laadt hierdoor alleen als het aangeboden vermogen door het systeem van het voertuig verwerkbaar is. De voorwaarden zijn vastgelegd in norm IEC-618561 en IEC-62196 (stekkers). De oplaadpaal moet voorzien zijn van twee of meer aansluitpunten, omdat het mogelijk moet blijven om ook op aanliggende parkeerplaatsen op te laden. De oplaadpaal moet voldoen aan het reclamebeleid. Artikel 8: De parkeerplaats(en) wordt gereserveerd door middel van een bord E4 met onderbord waaruit blijkt dat de parkeerplaats is bedoeld voor het opladen van elektrische voertuigen. De parkeerplaatsen zijn openbare parkeerplaatsen, bedoeld voor het opladen van elektrische auto’s. Ze zijn gereserveerd voor elektrische auto’s, maar zijn niet kentekengebonden. Een uitzondering kan zijn als de aanvrager een gehandicaptenparkeerplaats heeft, of daar recht op heeft. Hiervoor moet (apart) een aanvraag gehandicaptenparkeerplaats ingediend worden. Artikel 9: De gemeente ziet geen rol voor zichzelf weggelegd voor het plaatsen, onderhouden en exploiteren van oplaadpalen. Dit is meer een rol die bij het bedrijfsleven past. De gemeente wil wel barrières voor het opladen van elektrische auto’s wegnemen door te faciliteren in parkeerplaatsen en te overwegen deel te nemen aan gezamenlijke aanbestedingstrajecten. Echter legt zij wel het feitelijke beheer neer bij degene die profijt heeft van het gebruik of exploitatie van het oplaadpunt. Zij kan vervolgens wel weer faciliteren in een overeenkomst tussen beheerder (aanvrager/exploitant) en gemeente.
Hoofdstuk 4 Artikel 1: In het beleid wordt de mogelijkheid geboden om maximaal 15 openbare oplaadpalen toe te kennen in de openbare ruimte. Voor deze opzet is gekozen omdat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch vervoer dusdanig snel plaatsvinden dat regelmatig bekeken moet worden of het beleid nog wel doelmatig is. De ontwikkeling van het snelladen zou er bijvoorbeeld toe kunnen leiden dat niet iedere eigenaar van een elektrische auto over een oplaadpunt hoeft te beschikken. Artikel 2: Indien het oplaadpunt op of aan de weg in gemeentegrond wordt geplaatst, wordt de gemeente door natrekking formeel juridisch eigenaar van het oplaadpunt. De eigendom kan wel bij de beheerder van het oplaadpunt worden gelegd, maar dit kan alleen door het verkopen van de ondergrond of het vestigen van een recht van opstal. Het eerste is doorgaans niet gewenst en het tweede is kostbaar en omslachtig (gang naar de notaris noodzakelijk). Een bruikleenovereenkomst biedt uitkomst, omdat daarin de aansprakelijkheid voor alle schade bij de beheerder wordt gelegd. De gemeente wordt juridisch eigenaar, en de beheerder wordt economisch eigenaar. De voorwaarden zijn genoemd in de ‘Bruikleenovereenkomst verlengd privaat oplaadpunt IJsselstein’, en eventuele toekomstige overeenkomsten binnen aanbestedingstrajecten. Algemene toelichting 1. Inleiding Elektrisch vervoer verbetert de luchtkwaliteit, is stil en is duurzaam. Mede door fiscaal aantrekkelijke regelingen groeit het elektrische autopark. Het rijk gaat uit van een toename van het aantal elektrische auto’s tot minimaal 200.000 elektrische voertuigen in 2020. Voor elektrisch vervoer zijn oplaadpunten noodzakelijk. De aanschaf van een elektrische auto wordt pas interessant indien gebruikers verzekerd zijn van een oplaadpunt in de directe omgeving. In het Meerjarenuitvoeringsprogramma Duurzaam IJsselstein 2012-2014 staat als doelstelling bij het hoofdstuk Verkeer – Elektrisch rijden: ‘Het faciliteren van elektrisch rijden door het verlenen van medewerking aan de plaatsing van oplaadpalen in de gemeente voor het opladen van elektrische voertuigen’. De beleidsregel over oplaadpunten past goed bij het door gemeente IJsselstein gestreefd doel. In het uitvoeringsprogramma wordt gesteld dat er de komende jaren landelijk een grote toename wordt verwacht van het elektrisch rijden. Dit geldt zowel voor (bestel-)auto’s, taxi’s, bussen als scooters. IJsselstein dient om deze reden in te spelen op de snel opkomende vraag naar oplaadmogelijkheden voor elektrisch rijden. De genoemde voorspelling is voor IJsselstein uitgekomen. Vanaf 2011 zit een duidelijke stijgende lijn in het aantal aanvragen voor oplaadpunten. In 2013 zijn er 12 aanvragen ingediend (tegenover 6 in 2012, en 3 in 2011). De toegewezen aanvragen leiden niet automatisch tot een realisatie. Dit is onder andere te wijten aan de vele partijen die betrokken zijn bij de realisatie, de kosten, en contractvorming. Daarbij stelt de gemeente voorwaarden aan het inpassen van oplaadpunten in de openbare ruimte. De gemeente is namelijk wegbeheerder, is verantwoordelijk voor de veiligheid in de openbare ruimte, en dient de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden (zorgplicht). De beleidsregel moeten helderheid verschaffen aan particulieren en bedrijven hoe de gemeente omgaat met aanvragen voor oplaadpunten voor elektrische auto’s. 2. Uitgangspunten, technisch / financieel De meeste bewoners kunnen niet op eigen terrein opladen, en hebben een parkeerplaats in de openbare ruimte nodig. De gemeente kan onder voorwaarden daarin in faciliteren. De gemeente ziet daarentegen geen rol voor zichzelf weggelegd voor het plaatsen, onderhouden en exploiteren van oplaadpalen. Hier dient de markt in te voorzien. In het geval van de verlengd private constructie dienen aanvragers voor een openbare oplaadpunt zelf een marktpartij te vinden die de plaatsing en de verdere exploitatie verzorgd. De kosten hiervoor zijn voor de aanvrager. Voor bedrijven is dit vaak niet zo bezwaarlijk, maar voor particulieren (bewoners) wel. De verlengd private constructie werkt dus drempelverhogend voor bewoners om tot plaatsing van een oplaadpaal over te gaan. Het ‘thuis’
opladen van de accu wordt daarmee lastiger. Om bewoners tegemoet te komen, onderzoekt zij de mogelijkheden om gezamenlijk aan te besteden. Hier zijn verschillende partijen bij betrokken: autofabrikanten, leasemaatschappijen, netbeheerders, rijk, provincie en gemeenten. Deze vorm van samenwerking is nodig omdat marktpartijen alleen niet tot een winstgevende business case kunnen komen. Met andere woorden komen er geen extra oplaadpunten bij, terwijl het elektrisch vervoer (en daarmee de aanvragen voor oplaadpunten) sterk toeneemt. Door als gemeente met een dergelijke aanbesteding mee te doen, komt de exploitatie en beheer van de oplaadpunten bij een marktpartij te liggen (en dus niet de gemeente). Dit past in de rol van de gemeente als regiegemeente. Daarbij zal de gemeente nieuwe technologische ontwikkelingen volgen. Over een aantal jaar kan namelijk de manier van opladen veranderen. Daarop anticiperend heeft de gemeente een grens van maximaal 15 nieuwe oplaadpalen gesteld binnen de gemeente. 3.Juridisch kader Beleidsregel Volgens artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. De regels zijn een soort richtlijnen van het bestuursorgaan ten behoeve van het scheppen van duidelijkheid naar de burger. Het voordeel is dat, bij het nemen van veel voorkomende beslissingen, niet telkens het beleid uitgelegd hoeft te worden. Een verwijzing naar de beleidsregel volstaat. Aangezien het gaat om beleidsregels met betrekking tot bevoegdheden van het college, dienen de beleidsregels door het college vastgesteld te worden. APV Het plaatsen van een oplaadpunt is niet vergunningplichtig in de zin van het omgevingsrecht (art. 2, lid 18, onder b Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht). De gemeente kan ervoor kiezen om via een ontheffing van de APV toestemming te verlenen voor het plaatsen van een oplaadpunt. In de APV staan bepalingen over de bruikbaarheid van de openbare weg, en kan realisatie van een oplaadpunt gefaciliteerd worden. Door in de beleidsregel te vermelden dat plaatsing van een oplaadpaal in de openbare ruimte moet voldoen aan artikel 2.10A en artikel 2.19, is het niet nodig een ontheffing aan te vragen van de APV. Een verwijzing naar de beleidsregel volstaat, en een verkeersbesluit geeft voldoende wettelijke basis. Verkeersbesluit In het kader van Artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) kan de gemeente verkeersbesluiten nemen op wegen, die niet onder het beheer van het Rijk, de Provincie of Waterschap vallen en gelegen zijn binnen de gemeentegrenzen. Binnen de gemeente IJsselstein is het nemen van verkeersbesluiten gemandateerd aan de gemeentesecretaris. De bedoeling is dat in de toekomst verkeersbesluiten door een verkeerskundige worden ondertekend. Belanghebbenden kunnen tegen het verkeersbesluit binnen zes weken na publicatie bezwaar maken. Bruikleenovereenkomst In het geval dat er sprake is van een bruikleenovereenkomst wordt de gemeente door natrekking juridisch eigenaar van het oplaadpunt. De aanvrager blijft economisch eigenaar van de oplaadpaal. Een bruikleenovereenkomst heeft de voorkeur boven het vestigen van het recht van opstal, omdat dit laatste gezien wordt als een zware, kostbare en arbeidsintensieve maatregel. Bij elke nieuwe oplaadpunt, of wijziging (vanwege verandering van eigenaar bijvoorbeeld) dient dit apart geregeld te worden via een notaris. Daarmee wordt de drempel te hoog om via deze weg oplaadpunten te realiseren. Handhaving Door het gebruik van verkeersbord E4 of E8 met onderbord is handhaving op basis van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV artikel 24) mogelijk. Het opladen van elektrische auto’s is in feite een tijdelijke activiteit. Na het opladen dient de e-rijder weg te rijden, zodat de plek weer beschikbaar is voor een andere e-rijder. Als dit principe wordt doorgevoerd in woonwijken, is de kans groot dat de parkeerplek in de avond –en nachtelijke uren niet bezet is. In wijken met een hoge parkeerdruk is dit ongewenst. Om daar pragmatisch mee om te gaan, wordt in de beleidsregel voorgesteld dat een elektrische auto alleen op een daarvoor bestemd parkeervak mag staan zolang de stekker in het oplaadpunt zit. Het daadwerkelijk opladen of 'vol zijn' van de accu is geen criterium.