Lokale oplegger
Beleidsplan Wmo 2015-2016 Subregio Meierij Boxtel Haaren Schijndel ’s-Hertogenbosch Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Vught
1
Inhoudsopgave
0. Inhoudsopgave………………………………………………2 1. Inleiding……………………………………………………….3 2. Gezamenlijke aanpassingen Beleidsplan Wmo………….4 3. Lokale accenten……………………………………………..4-7 4. Verwerking lokale inspraak reacties………………………7-8
2
1. Inleiding. Op 28 mei 2013 heeft uw gemeenteraad het vierjarig Plan Wmo 2013-2017 Iedereen telt mee, doet mee en draagt bij, vastgesteld. Het betreft de zogeheten E-Bookversie. Met de komst van de nieuwe Wmo per 1 januari 2015 bepaalt artikel 2.1.2 dat uw gemeenteraad periodiek een plan voor maatschappelijke ondersteuning moet vaststellen. Deze opdracht stond ook in de Wmo 2007. Het E-Bookplan dat u in mei 2013 hebt vastgesteld, was daar de exponent van. Het beleidsplan op grond van de nieuwe Wmo 2015 beschrijft de beleidsvoornemens op de navolgende terreinen: Het bevorderen van sociale samenhang, toegankelijkheid van voorzieningen en ruimten voor mensen met een beperking, veiligheid en leefbaarheid, voorkoming en bestrijding van huiselijk geweld; Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers; Het vroegtijdig vaststellen of inwoners maatschappelijke ondersteuning behoeven; Het voorkomen dat inwoners maatschappelijke ondersteuning nodig hebben (preventie); Het aanbieden van algemene voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning; Het aanbieden van maatwerkvoorzieningen ter ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie, opvang en beschermd wonen, aan inwoners met een beperking die niet op eigen kracht, met steun van de omgeving of met algemene voorzieningen geholpen zijn en Preventie. In het beleidsplan dient nadrukkelijk aandacht geschonken te worden aan preventieactiviteiten op grond van de Wet publieke gezondheid. Bovenstaande beleidsvoornemens vervangen als het ware de 9 prestatievelden uit de Wmo 2007. Tevens komt er per 1 januari 2015 een flinke taakuitbreiding bij. Dat maakt dat het Plan Wmo 20132017, hoewel de opzet voorzag in het snel kunnen aanpassen van actuele situaties waarbij het niet gaat om beleidswijzigingen, nu helaas toch vraagt om intrekking van het Plan en dat hiervoor in de plaats een nieuw Beleidsplan Wmo komt. Gelet op de ingrijpende wijzigingen binnen de Wmo is er voor gekozen om op subregionaal niveau van de Meierij een Beleidsplan op te stellen voor de periode van twee jaar, te weten 2015 en 2016. Tevens is afgesproken dat elke afzonderlijke gemeente, met behoud van regionaal afgestemde uitgangspunten, een lokale vertaling kan geven aan dit Plan via een zogeheten lokale oplegger. Het huidige Beleidsplan verschijnt niet in E-Bookversie. Dat geldt ook voor de thans voorliggende lokale oplegger. Evenwel willen we 2015 wel gebruiken om de lokale oplegger om te bouwen tot EBookversie omdat daarmee recht wordt gedaan aan lokale accenten met verdiepende toelichting en tevens kan worden ingespeeld op snelle actuele wijzigingen in de informatievoorziening op lokaal niveau. De opzet van deze lokale oplegger is zo dat geprobeerd is met verwijzingen in het regionale Beleidsplan en met behoud van de hoofdstukindeling een lokale vertaling te maken naar specifiek Boxtelse uitvoering. Tevens zijn in deze lokale oplegger de lokale inspraakreacties verwerkt. In Meierijverband is nl. afgesproken dat elke individuele gemeente op lokaal niveau reageert. Op basis van de ingekomen inspraakreacties is het Beleidsplan, daar waar het de Meierijregio betreft, op enkele punten aangepast. In de volgende paragraaf gaan wij op deze wijzigingen kort in. Het betreffen dan wijzigingen die alle gemeente raken.
3
2. Gezamenlijke aanpassingen Beleidsplan Wmo In Hoofdstuk 2 paragraaf 2.1 Wat is de situatie in de Meierij/cijfers en feiten op basis van AWBZinformatie zijn de tabellen aangevuld met, daar waar mogelijk, de cijfers per gemeente. In hoofdstuk 4 paragraaf 4.3 Preventie en signalering stond in de ter inzage gelegen versie dat iedere burger verantwoordelijk is voor zijn leven, voor zijn problemen en ook voor de oplossing. In de definitieve versie hebben wij opgenomen dat burgers niet in alle gevallen verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van problemen in hun leven. Onze bedoeling was aan te geven dat burgers eigen regie hebben en houden. Voorts hebben wij ten aanzien van preventie opgenomen dat de GGD (Hart voor Brabant) een nadrukkelijke rol heeft op de publieke gezondheid en meer risicogericht toezicht moet houden en een meer integrale aanpak van preventie voorstaat. Een ontwikkeling in lijn met de brief van VWS over publieke gezondheid. Voorts zien wij de GGD Hart voor Brabant als intermediair tussen preventie, ondersteuning en zorg in de buurt. Zo hebben jeugdartsen korte lijnen met de huisarts, praktijkondersteuner en de wijkverpleegkundige en spreken zij dezelfde taal. In paragraaf 4.4.2 Dagbesteding hebben wij een nuance aangebracht met betrekking tot het breed toegankelijk maken van voorzieningen. Toegevoegd is dat dagbesteding breed toegankelijk is met specifieke aandacht voor mensen met een beperking. Ten aanzien van paragraaf 4.5 Sociale( wijk)teams en toegang tot specialistische hulp gaan wij uit van het principe één huishouden, één plan en één regisseur. Daarnaast is het van belang om in het dossier gemaakte afspraken en resultaten te benoemen. In hoofdstuk 5 paragraaf 5.2 Hoe gaan we om met risico’s wordt vooral ingegaan op beheersing van risico’s. Omdat we vooraf niet alle risico’s kunnen inschatten, maar de Wmo feitelijk een open eindfinanciering is leggen we het accent vooralsnog op beheersing daar waar direct invloed is uit te oefenen.
3. Lokale accenten In Hoofdstuk 1 paragraaf 1.3 is in de laatste alinea aangegeven dat de manier waarop we in de regio sociale (wijk)teams (SWT) volgen een lokale inkleuring kent. Dat heeft te maken met de werkwijze van de teams, die kan immers per gemeente verschillen. In paragraaf 4.5 wordt in algemene zin de werkwijze van de SWT’s beschreven. Voor de Boxtelse werkwijze van het SWT wordt verwezen naar bijlage 1: “Het Sociaal Wijkteam in Boxtel – pilot BoxtelOost” waar de Boxtelse werkwijze wordt beschreven. Deze is gebaseerd op de ervaringen die vanaf juli 2012 in het bedrijfsverzamelgebouw St. Ursula zijn opgedaan. Hierbij werken het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), loket WegWijs en de huidige welzijnsorganisatie ContourdeTwern eendrachtig 1 samen, met in de backoffice diverse ketenpartners. Vanuit deze ervaringen wordt het SWT over Boxtel uitgerold. In de Pilot Boxtel-Oost willen we vanaf september 2014 ervaringen op doen over de voorgestelde werkwijze. In Hoofdstuk 2 paragraaf 2.2 en hoofdstuk 4 paragraaf 4.2 wordt in algemene zin ingegaan op de ondersteuning van de vele vrijwilligers en mantelzorgers. Met betrekking tot het vrijwilligerswerk wordt fasegewijze de Boxtelse vrijwilligersnota “Stap voor stap naar een veranderen toekomst: Vrijwilligersbeleid gemeente Boxtel 2012-2016” uitgewerkt. Ten aanzien van de mantelzorgers gaan wij met de Wmo-adviesraad en het Steunpunt Mantelzorg Boxtel in overleg hoe het Boxtelse mantelzorgcompliment nader vorm te geven (zie ook paragraaf 7.1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015. In dezelfde paragraaf is een korte passage opgenomen over langer thuis blijven wonen: extramuralisering. Binnen Boxtel geven wij daar vorm aan via Woon Wijs Boxtel en specifiek binnen 1
Zie hiervoor onder meer de Notitie Het Sociaal Wijkteam in Boxtel – pilot Boxtel-Oost paragraaf 2 Het SWT (1e lijn).
4
dit project de onderdelen: Woon wijs voorkomen vallen, “Blijvend thuis in eigen huis” en “Blijvend thuis in eigen huis”. In 2014 is gestart met de voorbereidingen rond Wonen met gemak, waarbij woonverbeteradviezen worden gegeven. In 2015 wordt dit door de projectgroep Woon Wijs met voorrang opgepakt. De coördinatie daarvan ligt bij ContourdeTwern. In paragraaf 2.3: Wat zijn de belangrijkste opgaven van de Meierijgemeenten wordt onder het kopje ‘Normaliseren en kantelen’ gesproken over burgerinitiatieven en voorzieningen in de leefomgeving. Binnen Boxtel zijn we gestart met actieve burgerparticipatie. Hiermee wordt beoogd om de Boxtelse burger in een vroegtijdig stadium te betrekken bij wat er in de Boxtelse samenleving leeft. Vanuit de Wmo stimuleren wij deze ontwikkeling, immers het past helemaal binnen het gedachtegoed van de Wmo. Sprekende voorbeelden zijn hiervan onder meer het project ‘Samen in Lennisheuvel (SiL), het sociaal café en de huiskamergesprekken. Verder zijn we een traject gestart om het subsidiebeleid tegen het licht te houden. Bij de uitwerking hiervan wordt de Boxtelse samenleving nadrukkelijk betrokken. Als het gaat om de leefomgeving versus voorzieningen loopt er in Boxtel-Oost het project van de cultuurhistorische as. In samenspraak met de GGD Hart voor Brabant/Robuust, De Vier Kwartieren, het Wijkberaad Boxtel-oost, ContourdeTwern en de gemeente is de leefstijl van de wijk Boxtel-Oost doorgelicht. Komend jaar wordt, in samenwerking met de wijk, gewerkt aan het programma ‘gezonde wijk Boxtel-Oost’. Paragraaf 4.3 gaat specifiek in op preventie en signalering. Tevens wordt een relatie gelegd met het lokaal gezondheidsbeleid. Wat dat laatste betreft stellen wij het volgende voor: Beslispunt(en): Het huidige gezondheidsbeleid te handhaven tot 2017 i.c. o Ondersteuning van kwetsbare burgers integraal benaderen vanuit Wmo en volksgezondheid omdat hierbij nadrukkelijk raakvlakken liggen; o Uitwerking van de beleidsadviezen zoals geformuleerd door de GGD Hart voor 2 Brabant in haar Wmo-rapportage van oktober 2012 ter ondersteuning voor lokaal gezondheidsbeleid in deze planperiode vertalen in de jaarlijkse productafspraken met de GGD Hart voor Brabant; o Leidend daarbij de uitgangspunten van de periodiek verschijnende nota landelijk gezondheidsbeleid; o Omdat landelijke uitgangspunten rond (volks)gezondheid meer en meer leidend worden en de GGD Hart voor Brabant via een bestuurlijke opdracht, voor de toekomst meer inzet op een regionale (volks)gezondheid nota denken wij actief meer in dit ontwikkelproces. We hebben hiervoor de volgende argumentatie. In de Wet publieke gezondheid (Wpg) is vastgelegd dat elke gemeente verplicht is om zijn ambities op het gezondheidsbeleid vast te leggen in een gemeentelijke nota gezondheidsbeleid. De gemeente Boxtel heeft er voor gekozen om het lokaal gezondheidsbeleid op hoofdlijnen (zie voorgaande beslispunten) te verankeren in het Plan Wmo 2013-2017 zoals door de gemeenteraad op 28 mei 2013 vastgesteld. Hierin zijn de belangrijkste speerpunten op het gebied van publieke gezondheid voor een periode van vier jaar beschreven. Met het vaststellen van het, in Meierijverband, opgestelde Beleidsplan 2015-2016 vervalt het oude plan, inclusief wat is opgenomen over gezondheidsbeleid. Door deze beslispunten expliciet op te nemen in deze lokale oplegger, wordt voorkomen dat de uitgangspunten. Dit doet ook recht aan de inspraakreactie van de GGD Hart voor Brabant over de positie van het lokaal gezondheidsbeleid (inspraakreactie 19 augustus 2014).
2
Deze zijn in de vervallen Plan Wmo 2013-2017 opgenomen in paragraaf 5 als bijlagen. We voegen deze toe aan het huidige plan. Kanttekening: de gegeven beleidsadviezen zijn vertaald naar de 9 prestatievelden zoals deze golden in de Wet Wmo 2007. Met de komst van deze wet is deze indeling vervallen. In samenspraak met de GGD Hart voor Brabant wordt, via het klantgesprek en de jaarlijkse productafspraken besproken hoe dit om te bouwen.
5
In de paragraaf preventie en signalering is ook een passage opgenomen over de financiering van de wijkverpleegkundige. Momenteel worden in intergemeentelijk verband door de centrumgemeenten in het werkgebied Meierij (’s-Hertogenbosch) en Brabant Noord-Oost (Oss) afspraken gemaakt over de inzet van de, vanuit de Zvw, gefinancierde wijkverpleegkundige. Als onderlegger wordt een raamwerk gebruikt zoals gevuld door de samenwerkende gemeenten. Ook wordt in regionaal verband een zogeheten samenwerkingsagenda opgesteld (zie hiertoe paragraaf 4.9 Samenwerking zorgverzekeraars).Op lokaal niveau spreken wij met de zorgverzekeraar binnen onder meer het project Zorgzaam Boxtel (zie hiertoe in deze oplegger de uitwerking in paragraaf 4.6.2). In paragraaf 4.4.1 Basishulp is een passage opgenomen over het voorstel van de gezamenlijke Wmoadviesraden gedaan tijdens een voorlichtingsbijeenkomst op 19 mei jl. in Schijndel. Aan de Meierijgemeenten is voorgesteld om op regionaal niveau een ombudsfunctie of functie van 3 vertrouwenspersoon aan te stellen. In de regionaal lopende gesprekken met de MEE-organisatie wordt bekeken of deze functie hier ondergebracht kan worden. Met de MEE-organisatie worden, naast regionale afspraken, de komende periode ook voor zowel jeugd als Wmo ondersteuningsafspraken gemaakt op lokaal niveau. Het betreft dan specifiek lokale invulling van het bieden van cliëntondersteuning gericht op het in eigen kracht zetten van kwetsbare burgers en/of het opzetten van ondersteuningsnetwerken. Daarnaast heeft Door en Voor expliciet als reactie op het regionale beleidsplan aangegeven vooral op het terrein van psychiatrie ondersteuning op maat in te kunnen zetten. U moet dan denken aan onder meer het begeleiden van zelfhulpgroepen door de inzet van ervaringsdeskundigen. Boxtel onderhoudt sinds enkele jaren een subsidierelatie met Door en Voor met afspraken rond patiëntbegeleiding op lokaal niveau. In de komende discussie rond het toekomstig subsidiebeleid zullen wij deze vorm van begeleiding nader bezien, zoals trouwens alle vormen van welzijnssubsidies binnen het sociaal domein. In paragraaf 4.6.2 Nieuwe Wmo-taken is onder het tweede kopje een passage opgenomen die luidt: “De dagbesteding wordt zoveel mogelijk in de eigen omgeving georganiseerd, met zoveel mogelijk hulp van het sociaal netwerk en is gericht op het versterken van de eigen kracht en die van het netwerk.” Door In Voor Zorg! (onderdeel van het ministerie van VWS afdeling langdurige zorg) is een subsidie verstrekt aan Zorggroep Elde om te onderzoeken of en waar er in Boxtel kan worden samengewerkt aan de realisatie van “een samenhangend pakket aan woon-, zorg- en welzijnsdiensten” in een “integrale wijkvoorziening nieuwe stijl”. In dezelfde periode hebben wij als gemeente een aanzet gemaakt met de opzet van het sociaal (wijk)team en is er een bestuurlijk overleg tussen maatschappelijke organisaties in de gemeente Boxtel opgestart onder de naam: “Zorgzaam Boxtel”). Verder stimuleert zorgverzekeraar VGZ een integrale afstemming tussen alle organisaties. Na deze verkenningen is er behoefte en bereidheid om de samenwerking een stap verder te brengen. Dit is besproken op een bijeenkomst van “Zorgzaam Boxtel” op 24 maart 2014 en heeft geleid tot een intentieverklaring. Zowel de zorgverzekeraar VGZ als de gemeenten Boxtel onderschrijven en participeren in het project, maar zijn geen ondertekenaar van de intentieverklaring omdat wij met meerdere partijen (ondersteunings)contracten afsluiten. Wat beoogt Zorgzaam Boxtel? De samenwerkingspartners delen een aantal vraagstukken met betrekking tot het voorzieningenniveau in Boxtel: Hoe kunnen we voorzieningen zo optimaal mogelijk inzetten; er is nu een overcapaciteit aan (fysieke) voorzieningen in Boxtel; investeren in meer stenen is ongewenst; Hoe kunnen dienstverleners de integrale zorg- en ondersteuningsvragen van burgers op elkaar afstemmen? Welke technologische oplossingen (domotica en ICT) zijn te benutten, en hoe kunnen we daar in samenwerken? Hoe kunnen we zorgdragen de sociale wijkteams hier in positioneren? Hoe kan in Breukelen de huidige voorziening in stand worden gehouden en doorontwikkeld worden, zodat het toekomstbestendig is voor de bewoners in de wijk? Welke (nieuwe) concepten voor dienstverlening kunnen we in de wijk Oost ontwikkelen? 3
Mogelijk dat ook op lokaal niveau bekeken wordt of gemeente breed een vertrouwenspersoon tot de mogelijkheden behoort.
6
In paragraaf 4.7.2 Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling ca. wordt de nieuwe werkwijze besproken rond de regionale aanpak hiervan. De Seniorenraad Boxtel/Wmo-adviesraad Boxtel heeft in haar reactie op het beleidsplan ende Seniorenraad onlangs ook nog in het jaarlijks overleg met het college van burgemeester en wethouders aangegeven hierin het onderdeel ‘ouderenmishandeling’ te missen temeer daar jaarlijks ca. 200.000 ouderen te maken hebben met enige vorm van ouderenmishandeling. Specifiek vraagt de Seniorenraad of binnen het meldpunt huiselijk geweld de mogelijkheid is om ouderenmishandeling te melden en wijst er op om het meldpunt beter bekend te maken. Wij nemen dit ter harte. In paragraaf 9.3 komt de publiekscampagne aan bod. Op regionaal en lokaal niveau sluiten wij aan bij de landelijke massamediacampagne die het ministerie van VWS op 29 september a.s. opstart om de transitie AWBZ-Wmo uit te leggen aan het brede publiek. Wat houdt dit in: De publiekscampagne heeft één centrale boodschap: de samenleving verandert, de zorg verandert mee. Via allerlei kanalen gaat het ministerie de burger wijzen op de veranderingen en de aanleiding voor de veranderingen. Het zal een uitleg worden over de systeemveranderingen en visie, waarbij elementen als kwaliteit, betaalbaarheid en solidariteit centraal staan. Bovendien zal de campagne burgers doorverwijzen naar plaatsen waar specifieke doelgroepgerichte informatie te verkrijgen is. Algemene brief Deze informatie wordt vanaf 29 september verstrekt via advertenties in landelijke en regionale dagbladen. Vanaf begin oktober volgen radio- en televisiespots. Het ministerie heeft ook het voornemen om in oktober een algemene brief te sturen vanuit zorgkantoren aan AWBZ-cliëntgroepen over de veranderingen in de zorg per 2015. Website en App Eerst wordt in de loop van september de website www.hoeverandertmijnzorg.nl gelanceerd. Dat moet een overzichtelijke website worden voor de cliënt die inzicht biedt in de veranderingen in de zorg. Doel van de site is huidige cliënten op basis van hun huidige situatie verwijzen naar het juiste loket voor antwoorden op individuele vragen. De website hoeverandertmijnzorg.nl wordt voor zorgverleners geschikt gemaakt voor smartphones. Zorgverleners krijgen via deze mobiele versie extra informatie, die zij kunnen gebruiken in hun contact met cliënten. Telefoonnummer Een centraal informatiepunt voor cliënten wordt door het CAK ingericht. Het CAK beantwoordt algemene vragen. Het verwijst bellers met individuele vragen door naar gemeenten, zorgverzekeraars en CIZ. Het CAK verbindt niet door. Het telefoonnummer van het CAK wordt later in september gecommuniceerd. Ten slotte komt er ook een lijn van folders voor cliënten uit en een toolkit voor zorgaanbieders. Op lokaal niveau organiseren wij in de periode eind november/begin december weer de jaarlijkse Wmo-cliëntendagen en zijn wij voornemens een huis-aan-huiskrant met samenwerkende Meijergemeenten uit te brengen. Echter gelet op de specifieke doelgroepen die vanaf 1 januari a.s. naar de gemeente komen gaan wij in op verzoeken van aanbieders om aan te schuiven bij hun cliëntvoorlichting. Tevens stemmen wij brieven op maat af met de communicatieadviseurs van de gecontracteerde aanbieders die in onze gemeente vanaf 1 januari a.s. ondersteuning bieden. In de Meierij tenslotte is een communicatieplan opgesteld dat wij als leidraad hanteren.
4. Verwerking lokale inspraakreacties. Daar waar de lokale inspraak heeft geleid tot aanpassingen van het regionale beleidsplan zijn deze verwerkt in het plan dat aan de raad wordt voorgelegd. Zie hiervoor paragraaf 2. Voorts zijn voor specifieke Boxtelse opmerkingen aanpassingen verwerkt in de tekst van deze lokale oplegger. Meer in algemene zin reageren wij in deze paragraaf op gedane suggesties die niet elders in de tekst terugkomen.
7
Vergrijzing In een gezamenlijke reactie geven de Seniorenraad en Wmo-adviesraad Boxtel aan dat te optimistisch wordt uitgegaan van vermindering van zorgkosten bij de ouder wordende burgers. Specifiek beveelt men aan om de ervaren gezondheid en lichamelijke beperkingen serieus te nemen. Reactie: Via de periodieke GGD-onderzoeken (ouderenmonitor) wordt dit gevolgd en vindt een vertaling plaatst binnen het lokaal gezondheidsbeleid. Concreet voor Boxtel-oost wordt gezondheidsbeleving thans, in samenspraak met de wijk, nader uitgewerkt. Participatie Men vraagt naar de vertaling van het begrip ‘vermogen’ in de zinsnede: “meer nadruk op participatie: iedereen moet naar vermogen meedoen en een steentje bijdrage. Reactie: Onder het begrip vermogen wordt hier bedoeld ‘naar persoonlijke mogelijkheden’. Betaald werk Men vraagt specifiek aandacht voor de werkloosheid van ouderen. Reactie: In de transitie participatiewet en de lokale vertaling hiervan wordt hier nader op ingegaan. Doelgroepen Gevraagd wordt om bij de opsomming “gemeenten krijgen op grond van de Wmo 2015 de brede verantwoordelijkheid voor de deelname van al hun burgers aan het maatschappelijk verkeer, waaronder in het bijzonder burgers met een beperking, een chronische, psychische of psychosociale problematiek” het woord ‘lichamelijk’ toe te voegen. Reactie. De bedoelde opsomming vloeit voort uit de Wettekst die integraal is overgenomen. In het begrip ‘beperking’ vanuit de Wmo zit lichamelijke beperkingen opgesloten. Dat wijzigt niet met de komst van de nieuwe Wmo 2015. Hulp aan zintuiglijk gehandicapten. Aandacht wordt gevraagd om landelijk Sensoor ook in te zetten voor senioren. Reactie: Voor deze burgers worden, vanwege het specifieke karakter alsook de behandeling en de beperkte omvang van deze groep hiervoor landelijke uniforme afspraken van kracht. Dat geldt voor alle burgers van jong tot oud. Contractering en bekostiging. Zorgen worden geuit over kleine spelers in het veld alsook lokale aanbieders. Reactie: Op basis van de halfjaarlijkse bijeenkomst in de Verkadefabriek hebben wij de gedane suggestie om een aparte bijeenkomst te beleggen met ZZP-ers ter harte genomen. Deze bijeenkomst is gepland op 22 september 2014 wederom in de Verkadefabriek. Via lokale media hebben wij lokale ZZP-ers opgeroepen om zich voor deze bijeenkomst aan te melden. Aansluiten bij de koepelorganisatie is een individuele keuze van de ZZP-er. Na het overgangsjaar 2015, bezien wij hoe vanaf 2016 in regionaal verband nadrukkelijk(er) ZZP te betrekken bij de contractering. Op lokaal niveau kan, op basis van inhoudelijke expertise, via de toegang en uit het lokale budget vanaf 2015 ZZP-ondersteuning ingezet worden.
8
9