Beleidsplan Stichting Tussenschoolse Opvang De Harlekijn
Uitgave: juli 2009
Beleidsplan
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 1.2 1.3
2. 2.1 2.2 2.3
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
DOELSTELLING EN VISIE ........................................................4 DOELSTELLING...................................................................................................................................... 4 VISIE ..................................................................................................................................................... 4 OUDERPARTICIPATIE BINNEN DE TUSSENSCHOOLSE OPVANG .......................................................... 4
ORGANISATORISCH BELEID .....................................................5 VERDELING VAN TAKEN EN BEVOEGDHEDEN........................................................................................ 5 ORGANOGRAM ....................................................................................................................................... 7 OMSCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE OVERLEGMOMENTEN ......................................................... 7
PEDAGOGISCH BELEID ............................................................9 DE MISSIE VAN DE SCHOOL ................................................................................................................. 9 VISIE OP MENS ZIJN, OP DE ONTWIKKELING VAN KINDEREN EN OP OPVOEDEN:............................. 9 DOELEN MET BETREKKING TOT HET KIND ......................................................................................... 10 PEDAGOGISCH HANDELEN VAN DE MEDEWERKERS VAN DE TUSSENSCHOOLSE OPVANG ................. 10 DETAILLERING PEDAGOGISCH BELEID. .............................................................................................. 11
4.
ACCOMMODATIE BELEID ....................................................... 12
5.
FINANCIEEL BELEID ............................................................ 12
5.1 5.2 5.3 5.4
6. 6.1 6.2 6.3
OUDERBIJDRAGE................................................................................................................................. 12 KOSTEN MEDEWERKERS ...................................................................................................................... 13 BEGROTING ......................................................................................................................................... 13 EIGEN KINDEREN ................................................................................................................................ 13
PERSONEELSBELEID............................................................. 14 WERVING EN SELECTIE ...................................................................................................................... 14 FUNCTIONEREN EN BEOORDELEN ...................................................................................................... 14 TRAINING EN OPLEIDING .................................................................................................................. 15
Uitgave juli 2009
2
Beleidsplan
Deze pagina behoort leeg te zijn!
Uitgave juli 2009
3
Beleidsplan
1.
Doelstelling en visie
1.1 Doelstelling Het bieden van een prettige, veilige en een pedagogische verantwoorde middagpauze aan kinderen, waardoor kinderen in staat zijn om de leertijd na de middagpauze zo optimaal mogelijk in te vullen en ouders in de gelegenheid worden gesteld om de zorgtaken en arbeid of scholing te combineren.
1.2 Visie De tussenschoolse opvang vindt plaats tijdens de vrije tijd van de kinderen en is gericht op samen eten en ontspanning. We vinden het dan ook belangrijk dat de kinderen plezier hebben. Het aanbieden van speelgoed en knutselmaterialen op ontwikkelingsniveau van het kind is het uitgangspunt. De tussenschoolse opvang wordt uitgevoerd door een professioneel team. Dit team bestaat uit een coördinator en vrijwilligers. Het uitgangspunt is om één professionele kracht per groep van 10 kinderen te plaatsen. De tussenschoolse opvang moet voor ieder kind structureel mogelijk zijn. Bij deze gedachte past dan ook geen wachtlijst. Essentieel is dan wel dat er voldoende ruimte moet zijn om alle kinderen te kunnen opvangen. Er zal gestreefd worden naar een klimaat waarbij de kinderen en het professionele team overzichtelijk en rustig de middagpauze kunnen doorbrengen. Indien nodig kan er een extra vrijwilliger worden ingezet om dit streven te blijven waarborgen.
1.3 Ouderparticipatie binnen de tussenschoolse opvang Waarom ouderparticipatie? Tussenschoolse Opvang is een kwestie van vertrouwen. Kinderopvang betekent ook gedeelde verantwoordelijkheid. Daarom hecht de Stichting Tussenschoolse Opvang de Harlekijn waarde aan een goed contact tussen ouders en / of verzorgers, medewerkers van de stichting en de school. Bij tussenschoolse opvang is dit contact vaak minimaal. Vandaar dat de stichting gekozen heeft om ouderparticipatie te stimuleren. Op deze manier kunnen ouders en/of verzorgers van dichtbij meemaken wat tussenschoolse opvang inhoudt en wat hun kind(eren) zoal meemaken als zij gebruik maken van de tussenschoolse opvang. Ouderparticipatie in de praktijk Ouderparticipatie houdt in dat een ouder en / of verzorger één maal per jaar de tussenschoolse opvang bijwoont. De datum en locatie kunnen door de ouders / verzorgers zelf worden aangegeven. Dit geschiedt onder het motto: “Wie het eerst komt, die het eerst maalt”.
Uitgave juli 2009
4
Beleidsplan Tijdens het meedraaien dient iedereen zich te houden aan de regels van de tussenschoolse opvang zoals die door de stichting zijn opgesteld. In deze situatie is de ouder / verzorger altijd extra aanwezig.
2.
Organisatorisch beleid
2.1 Verdeling van taken en bevoegdheden De coördinator tussenschoolse opvang draagt eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken van alle groepen op de tussenschoolse opvang en de administratie. De coördinator voert deze taken zelfstandig uit en legt hierover verantwoording af aan het bestuur van de stichting.
2.1.1
Functiebeschrijving coördinator tussenschoolse opvang
De coördinator tussenschoolse opvang draagt eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken van alle groepen op de tussenschoolse opvang en de administratie. De coördinator voert deze taken zelfstandig uit en legt hierover verantwoording af aan het bestuur van de stichting. De coördinator verricht in dat kader de navolgende taken:
het zorgdragen voor het optimaal functioneren van de voorziening voor tussenschoolse opvang; het coördineren en sturen van de sociaal-pedagogische en sociaalhygiënische taken van de voorziening voor tussenschoolse opvang, ten einde verantwoorde opvang van kinderen te realiseren; het begeleiden van de medewerkers van de tussenschoolse opvang ten aanzien van hun dagelijkse werkzaamheden; voert het aannamebeleid uit, stelt de werkplanning op, draagt zorg voor de cliëntenadministratie (incasso ouderbijdragen), personeelsadministratie en financiële administratie conform de hieromtrent in het werkplan beschreven richtlijnen; heeft de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de door de voorziening voor tussenschoolse opvang in gebruik zijnde accommodaties en inventaris; onderhoudt contacten en draagt zorg voor de contacten met diverse instanties zoals scholen, collega-voorzieningen voor tussenschoolse opvang, de gemeentelijke steunfunctionaris en opleidingsinstituten; is een aanspreekpunt voor dagverantwoordelijken en vrijwilligers; is een aanspreekpunt voor ouders.
2.1.2 opvang
Functiebeschrijving dagverantwoordelijke tussenschoolse
De dagverantwoordelijke draagt de verantwoordelijkheid voor de eigen groep. De dagverantwoordelijke voert haar/zijn taken uit aan de hand van het beleid van de stichting.
Uitgave juli 2009
5
Beleidsplan De dagverantwoordelijke is onder eindverantwoordelijkheid van de coördinator uitsluitend dan wel in hoofdzaak belast met de navolgende taken:
het zorgdragen voor het welzijn en de veiligheid van de kinderen die gebruik maken van de tussenschoolse opvang; het opvangen en begeleiden van de ouder / verzorger die deelneemt aan de ouderparticipatie; het houden van toezicht op de kinderen; het bijhouden van de presentielijsten van de kinderen; het zorgdragen voor de ruimte en het speelmateriaal; het uitvoeren van licht huishoudelijke taken welke voortvloeien uit de verzorging van de kinderen, de ruimte of het speelmateriaal; het zorgdragen voor een heldere overdracht van en naar de betrokken leerkracht; communicatie met ouders betreffende dagelijkse zaken; het deelnemen aan relevante overlegmomenten.
2.1.3
Functiebeschrijving vrijwilliger tussenschoolse opvang
De vrijwilliger tussenschoolse opvang heeft geen eindverantwoordelijkheden. Er is geen sprake van een gezagsverhouding. De vrijwilliger vult de taken in volgens het pedagogische beleidsplan en het beleid van de stichting als leidraad te gebruiken, zoals is afgesproken in het vrijwilligerscontract. De vrijwilliger is onder verantwoordelijkheid van de dagverantwoordelijke en onder eindverantwoordelijkheid van de coördinator belast met (een deel van de) navolgende taken:
het mede zorgdragen voor het welzijn en de veiligheid van de kinderen die gebruik maken van de tussenschoolse opvang; het mede toezicht houden op de kinderen; het mede zorgdragen voor de ruimte en het speelmateriaal; het uitvoeren van licht huishoudelijke taken die voortvloeien uit de verzorging van de kinderen, de ruimte of het speelmateriaal; het deelnemen aan relevante overlegmomenten.
Uitgave juli 2009
6
Beleidsplan
2.2 Organogram Ouders
Bestuur SKPO
Oudergeleding MR
Schooldirectie De Harlekijn
Bestuur Stichting TSO
Coördinator
Dagverantwoordelijke
Vrijwilliger
2.3 Omschrijving van de verschillende overlegmomenten Om te voorkomen dat er geen rapportage van de voortgang plaats vindt is het belangrijk om naast de vormen van overleg ook de frequentie van de overlegvormen vast te leggen. Bestuursvergaderingen:
hierbij is het bestuur van de stichting aanwezig; dit overleg vindt vier keer per jaar plaats; het doel van dit overleg is het bespreken van en beslissingen voorbereiden op het beleidsniveau en de voortgang van de organisatie.
Uitgave juli 2009
7
Beleidsplan Integraal TSO-overleg:
hierbij is het bestuur van de stichting, de oudergeleding van de MR en de schooldirectie aanwezig;
dit overleg vindt een keer per jaar plaats;
het doel van dit overleg is het bespreken van het beleid en de onderling (contractuele) afspraken, de financiële begroting en jaarrekening, alsmede een evaluatie van de uitvoering van de tussenschoolse opvang.
Tussenschoolse opvangoverleg:
hierbij is de coördinator van de tussenschoolse opvang aanwezig en de vertegenwoordiger van school; dit overleg vindt, ad hoc en naar behoefte, een aantal keer per jaar plaats; het doel van dit overleg is het bespreken van en beslissingen nemen over de organisatie van de tussenschoolse opvang. Daarnaast kunnen er huishoudelijke zaken met betrekking tot het eventueel gezamenlijke gebruik van ruimtes worden besproken.
TSO teamvergadering:
hierbij zijn de coördinator tussenschoolse opvang aanwezig en de dagverantwoordelijken; dit overleg vindt een aantal keer per jaar plaats; het doel van dit overleg is het bespreken van de voortgang en de dagelijkse gang van zaken. Daarnaast wordt de implementatie van het beleid besproken. De omgang met de kinderen is hiervan een wezenlijk onderdeel.
Tussenschoolse opvang groot overleg:
hierbij zijn de coördinator tussenschoolse opvang aanwezig, de dagverantwoordelijken en vrijwilligers; dit overleg vindt twee keer per jaar plaats (per locatie en dag); het doel van dit overleg is het bespreken van allerlei zaken. Waar mogelijk leert men daarnaast de andere vrijwilligers van de andere dagen kennen. Uitwisselen van ervaringen.
Tussenschoolse opvang ouderoverleg:
“Nieuwe” ouders worden persoonlijk door coördinator benaderd en krijgen persoonlijke uitleg over dagelijkse gang van zaken. Ouders worden regelmatig via een nieuwsbrief en via de website geïnformeerd.
Omschrijving van verschillende procedures zoals aanmelding Aanmelding dient vooraf te gaan aan het gebruik van de tussenschoolse opvang. Hiervoor is een aanmeldingsformulier. In verband met de veiligheid van de kinderen zijn de gegevens uit het aanmeldingsformulier aanwezig op school zodat dagverantwoordelijke
Uitgave juli 2009
8
Beleidsplan en vrijwilligers van deze informatie op de hoogte zijn. Dit maakt het mogelijk om in noodsituaties snel over relevante persoonsgegevens van het kind te beschikken.
3.
Pedagogisch beleid
De missie en de visie van de tussenschoolse opvang liggen in het verlengde van de missie en de visie van de school.
3.1 De missie van de school De Katholieke basisschool De Harlekijn is een school die voortdurend in ontwikkeling is. We willen uitgroeien tot een goed georganiseerde school waar een hecht en professioneel team, in een lerende organisatie, in staat is een veilig, warm en gestructureerd leer- en leefklimaat te creëren en waar we het maximaal haalbare uit elk kind halen. Door een breed, actueel en uitdagend onderwijsaanbod, door oog te hebben voor de relatie, de competentie en de autonomie, en door de juiste zorg te bieden, geven we elk kind groeikansen op intellectueel, persoonlijk, sociaal en levensbeschouwelijk vlak. Wij vinden ouderbetrokkenheid daarbij zeer waardevol.
3.2 Visie op mens zijn, op de ontwikkeling van kinderen en op opvoeden: Om onze opvoedingsdoelen te kunnen bereiken vinden we het heel belangrijk dat ouders en school op een lijn staan. De primaire taak van het opvoeden ligt bij de ouders, maar zodra de kinderen naar school gaan voegt de school daar een belangrijk deel aan toe. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich thuis voelen op school en tijdens de tussenschoolse opvang. Wij zijn er van overtuigd dat kinderen zich beter ontwikkelen in een rustige, veilige omgeving, waar een goede sfeer hangt. Ieder kind is anders en mag ook anders zijn. Kinderen moeten de ruimte krijgen om zichzelf te zijn. We willen ons richten op een evenwichtige ontplooiing van het kind. Mensen laten zich leiden door ideeën en gevoelens. Vanuit hun denken en voelen nemen zij de wereld waar en reageren daarop in overeenstemming met hun waarnemingen. Wij willen dat kinderen zich dit bewust zijn. Wij zijn er ons van bewust dat de manier waarop we elkaar en wat er om ons heen gebeurt, waarnemen, ook iets zegt over onszelf en de rol die we kunnen nemen m.b.t. de wereld waarin we leven. Ook dit willen we aan de kinderen overdragen. Juist de verschillen in opvattingen, de manier waarop we ons aan elkaar presenteren, toont de rijkheid van het leven in zijn diversiteit en schakeringen. We proberen te leven vanuit het bewustzijn dat we geen opvattingen zijn, maar hebben. Dat creëert ruimte voor jezelf en de ander en maakt het ons mogelijk onbevooroordeeld te kijken naar en spreken over andere (geloofs)overtuigingen. De school staat in de wereld, de maatschappij, wordt daardoor beïnvloed en beïnvloedt op haar beurt. Wisselwerking is daarbij onvermijdelijk, maar ook zeer gewenst, omdat wij de kinderen willen opvoeden tot zelfbewuste en zelfstandige mensen die ertoe in
Uitgave juli 2009
9
Beleidsplan staat zijn op een evenwichtige manier en levend vanuit een positief zelfbeeld hun plaats kunnen innemen in de maatschappij.
3.3 Doelen met betrekking tot het kind We willen kinderen leren openstaan voor veranderingen, maar ook leren tegenslagen te incasseren. We vinden het belangrijk dat kinderen leren verantwoordelijk te zijn voor het eigen handelen. We vinden het waardevol dat kinderen geloven in zichzelf, maar niet ten koste van anderen. We vinden het ook belangrijk dat kinderen weerbaar zijn en voor zichzelf durven op te komen. We leren kinderen dat ze niet hun mening zijn; door het veranderen van je mening verlies je niet je identiteit. Normen en waarden, geïnspireerd op het Christelijk geloof, worden als leidraad gehanteerd bij ons op school en tijdens de tussenschoolse opvang. Vanuit het Christelijk denken staat bij ons de gedachte centraal dat wij niets doen, wat een ander schade berokkent. Zeker in de huidige, steeds meer individueel gerichte maatschappij, vinden we het belangrijk kinderen op te voeden tot sociale mensen. We leven met elkaar, niet naast elkaar. Juist in deze tijd is het heel belangrijk dat we kinderen leren respect en begrip te hebben voor de medemens. We willen kinderen leren zich solidair op te stellen. Ook kinderen moeten leren dat er verschillen tussen mensen zijn, dit leren accepteren en daarmee leren omgaan. We zullen kinderen, in samenwerking met school, aanspreken op gedrag en respect, zowel in omgang met elkaar, taalgebruik, als ook in gebruik van andermans materialen. We vinden het belangrijk dat kinderen er kennis van hebben hoe de maatschappij in elkaar zit. We willen de kinderen opvoeden tot zelfstandige kritische burgers, die beseffen dat ze invloed uit kunnen oefenen op de maatschappij.
3.4 Pedagogisch handelen van de medewerkers van de tussenschoolse opvang Wij verwachten dat de medewerkster van de tussenschoolse opvang naast een verzorgende taak, ook een opvoedende rol heeft. Contact houden met ouders is daarom heel belangrijk. Wij gaan uit van een positieve benadering naar de kinderen. De medewerkster van de tussenschoolse opvang heeft naar de kinderen toe een voorbeeldfunctie in handelen en taalgebruik. De medewerkster van de tussenschoolse opvang en de leerlingen zijn gelijkwaardig aan elkaar maar niet gelijk. De rollen van het kind en de begeleider verschillen van elkaar. Kinderen worden niet begeleid vanuit een machtspositie. Medewerkers van de tussenschoolse opvang hebben een begeleidende rol. Kinderen zijn ook verantwoordelijk voor het eigen handelen en het zich houden aan gemaakte afspraken. Conflicten en teleurstellingen worden uitgesproken en met elkaar opgelost.
Uitgave juli 2009
10
Beleidsplan Door structuur te bieden, consequent te zijn en duidelijke afspraken te stellen kunnen we deze rustige en veilige omgeving creëren. Ongewenst taalgebruik en ongepast gedrag wordt gecorrigeerd. In eerste instantie wordt gekozen voor een positieve benadering. Mochten consequenties nodig zijn, dan zijn die altijd gerelateerd aan het vergrijp. Ouders worden daarvan op de hoogte gebracht.
3.5 Detaillering pedagogisch beleid De tussenschoolse opvang vindt plaats tijdens de vrije tijd van de kinderen en is gericht op samen eten en ontspanning. We vinden het dan ook belangrijk dat de kinderen plezier hebben. Door structuur te bieden, consequent te zijn en duidelijke afspraken te stellen kunnen we een rustige en veilige omgeving creëren. Medewerksters van de tussenschoolse opvang hebben naar de kinderen toe een voorbeeldfunctie in handelen en taalgebruik. Zij hebben een begeleidende rol. Kinderen zijn verantwoordelijk voor het eigen handelen en het zich houden aan gemaakte afspraken. We zullen kinderen, in samenspraak met school, aanspreken op gedrag en het tonen van respect, zowel in omgang met elkaar, in taalgebruik, als ook in gebruik van andermans materialen. Dat kan zijn: materialen van de tussenschoolse opvang, maar ook van school en van andere kinderen. Wij stimuleren gewenst gedrag. Dit komt ten goede aan een gezellige en veilige sfeer voor alle kinderen en medewerksters van de tussenschoolse opvang. Aan ongewenst gedrag hebben wij eenduidig consequenties verbonden, afgestemd op de regels van school. Dat betekent dat bij het vertonen van ongewenst gedrag de volgende maatregelen worden genomen: Bij verkeerd taalgebruik (schelden, schuttingtaal etc.), het respectloos of brutaal benaderen van overblijfkrachten, het bewust negeren van of niet luisteren naar overblijfkrachten, verkeerd lichamelijk contact (stompen, knijpen, slaan, schoppen, expres laten struikelen etc.) wordt het kind hierop aangesproken en krijgt het kind een waarschuwing. Bij een herhaling hiervan moet het kind (uit de bovenbouw) strafregels schrijven. Dit strafwerk wordt mee naar huis genomen en dient door (één van) de ouders ondertekend te worden. Het strafwerk wordt de eerstvolgende keer dat het kind gebruik maakt van de tussenschoolse opvang weer ingeleverd bij de dagverantwoordelijke. Afhankelijk van de ernst van het ongewenste gedrag worden de ouders van het kind door de coördinator hiervan op de hoogte gesteld. Bij ongewenst gedrag van kinderen uit de onderbouw wordt het kind op zijn / haar gedrag aangesproken, gewaarschuwd en eventueel even apart gezet. Afhankelijk van de ernst van het ongewenste gedrag worden de ouders van het kind door de coördinator hiervan op de hoogte gesteld. Bij herhaaldelijke overtreding van onze gedragsregels kan er besloten worden het kind (tijdelijk) de toegang tot de tussenschoolse opvang te ontzeggen.
Uitgave juli 2009
11
Beleidsplan
4.
Accommodatie beleid
De tussenschoolse opvang maakt gebruik van de volgende ruimten en faciliteiten van school:
5.
centrale hal met daarbij de aanwezige tafels, stoelen en banken die altijd bij aanvang van de overblijfperiode beschikbaar zijn voor de tussenschoolse opvang; klaslokaal of lokalen, indien de centrale hal niet toereikend is; keuken met daarbij de verschillende aanwezige apparatuur zoals vaatwasser, waterkoker, koelkast en bekers voor thee; toiletten; speelzaal met aanwezig spelmateriaal (heeft alleen betrekking op de locatie Zandstraat); speelplaats met aanwezig buiten-speel-materiaal en toestellen (beide locaties); kopieermachine; algemeen toegankelijke plek voor klein administratief materiaal; voldoende ruimte in (de buurt van) de centrale hal voor het plaatsen van kasten voor het opbergen van speelmateriaal en andere eigendommen van de tussenschoolse opvang; zowel de tussenschoolse opvang als de school dragen direct na het gebruik van een ruimte zorg voor het opruimen van gebruikt materiaal op de daartoe bestemde plaats, vegen van vloeren en afnemen van tafels, stoelen en banken. Dat betekent ook dat de school er voor zorgdraagt dat de tafels en banken schoon zijn bij aanvang van de tussenschoolse opvang en dat de tussenschoolse opvang er voor zorgt dat het gebruikte speelmateriaal in de speelzaal naar behoren wordt opgeborgen in de daartoe bestemde ruimte; de ruimte ‘klaslokaal’ wordt ‘bruikbaar’ achtergelaten door de school: dwz zodat de kinderen van de tussenschoolse opvang aan tafel kunnen zitten. (geen werkmateriaal op de tafels achterlaten) en wordt na gebruik door de medewerkers van de tussenschoolse opvang weer opgeruimd achtergelaten; de ruimtes ‘keuken en toilet’ worden in alle redelijkheid gelijk of schoner achtergelaten door de dan zij aantreft bij aanvang van de tussenschoolse opvang; het buitenspeelmateriaal dat buiten wordt aangetroffen bij aanvang van de tussenschoolse opvang wordt na afloop daarvan ook weer buiten opgeruimd, op de daarvoor door de school aangewezen plek. Het materiaal dat in het berghok wordt aangetroffen wordt daar ook weer teruggeplaatst; de tussenschoolse opvang draagt zelf zorg voor aanschaf en onderhoud van het eigen speel-, knutsel-, en gebruiksmateriaal.
Financieel beleid
5.1 Ouderbijdrage De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald door verschillende aspecten:
het aantal kinderen dat gebruik maakt van de tussenschoolse opvang;
Uitgave juli 2009
12
Beleidsplan
de professionaliteit van de groepsleiding; de ruimte; het beleid van de opvang.
De ouderbijdrage wordt op de volgende manier geïnd:
kinderen die structureel gebruik maken van de tussenschoolse opvang hebben een abonnement. De bijdrage wordt per automatische incasso per maand geïnd; kinderen die incidenteel gebruik maken van de tussenschoolse opvang kopen een strippenkaart met 10 strippen. De strippenkaart wordt vooraf per bank of giro betaald. Bij voortijdig opzeggen of na het verlaten van groep 8 is het resterende bedrag terug te vorderen van de Stichting door de ouder zelf. Dit recht hierop vervalt een half jaar na opzegging. kinderen die éénmalig gebruik maken van de tussenschoolse opvang kopen vooraf bij de coördinator tussenschoolse opvang één strip. De strip wordt op de dag van geldigheid door het kind ingeleverd bij de dagverantwoordelijke tussenschoolse opvang.
5.2 Kosten medewerkers De coördinator tussenschoolse opvang heeft een vast dienstverband bij de Stichting Tussenschoolse Opvang de Harlekijn voor jaarlijks door het bestuur vast te stellen aantal uur per week. De dagverantwoordelijken tussenschoolse opvang en vrijwilligers tussenschoolse opvang hebben een vrijwilligersovereenkomst met de stichting.
5.3
Begroting
Voor het voeren van een professionele en heldere financiële administratie wordt er per jaar een begroting en een jaaroverzicht gemaakt. Dit overzicht wordt gemaakt door de penningmeester en worden door een vaste persoon gecontroleerd. Het jaaroverzicht is op te vragen door alle medewerkers, ouders en overige betrokkenen.
5.4 Eigen Kinderen Ten aanzien van het gebruik van de tussenschoolse opvang door eigen kinderen geldt de volgende regel:
eigen kinderen van de coördinator, dagverantwoordelijken en vrijwilligers mogen kosteloos gebruik maken van de tussenschoolse opvang op de dagen dat zij zich inzetten voor de tussenschoolse opvang. Eigen kinderen mogen meegebracht geworden zodra zij in het betreffende schooljaar 4 worden. Het zorgen voor jongere kinderen acht de Stichting onverantwoord in combinatie met de taken voor de tussenschoolse opvang.
Uitgave juli 2009
13
Beleidsplan
6.
Personeelsbeleid
In het personeelsbeleid worden alle zaken omschreven die te maken hebben met de medewerkers van de tussenschoolse opvang. Taken en bevoegdheden staan beschreven in het organisatorische beleid (hoofdstuk2)
6.1 Werving en selectie Onderstaande tabel beschrijft de verantwoordelijkheden ten aanzien van de werving en selectie:
Functie
Verantwoordelijk voor werving
1
Bestuurslid
Zittend bestuur
2
Coördinator
Zittend bestuur
3
Dagverantwoordelijke en Vrijwilliger
Coördinator
De volgende volgorde van werving zal worden gehanteerd:
directe benadering; interne werving via school; externe werving
Procedure bij selectie. De verantwoordelijke voor werving stelt vast:
voor hoeveel uur iemand nodig is; op welke dagen; vast, inval of oproepbaar op bepaalde dagen; voor welke taken. Selecteert kandidaten die passen binnen beleid van de Stichting. geeft afgewezen kandidaten bericht met opgaaf van redenen.
6.2 Functioneren en beoordelen Voor het bevorderen van groei in de functie, de voortgang op de groep en binnen het team en een open communicatie, is het voeren van gesprekken omtrent functioneren van groot belang. Daarom wordt, naast regelmatig werkoverleg, er minimaal één keer per jaar een beoordelingsgesprek gevoerd door het bestuur met de coördinator. Bij disfunctioneren is het bestuur bevoegd maatregelen en eventuele sancties te treffen.
Uitgave juli 2009
14
Beleidsplan
Daarom voert de coördinator regelmatig werkoverleg met de dagverantwoordelijken en vrijwilligers. Bij disfunctioneren is de coördinator bevoegd maatregelen en eventuele sancties te treffen.
6.3 Training en opleiding
de coördinator tussenschoolse opvang dient het certificaat “Training Coördinator Tussenschoolse Opvang” behaald te hebben; nieuwe medewerkers van de tussenschoolse opvang dienen minimaal het certificaat “Basistraining Tussenschoolse Opvang” (ROC) behaald te hebben, of een certificaat van vergelijkbaar niveau; de dagverantwoordelijken tussenschoolse opvang mogen vrijwillig (indien het budget dit toelaat) de “Basistraining Tussenschoolse Opvang Extra ” volgen; alle medewerkers dienen de training EHBO (Eerste Hulp Tijdens het Overblijven; ROC Eindhoven) of een vergelijkbare cursus / training te volgen; medewerkers kunnen zich via vakliteratuur op de hoogte houden van de ontwikkelingen binnen de werkvelden kinderopvang en onderwijs;
Uitgave juli 2009
15