Beleggingsvisie 2016 Tijd voor een beetje minder risico
2
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Jarenlang loonde het om in een gespreide beleggingsportefeuille het accent zwaar op aandelen te leggen. Blijft dat zo in 2016? En hoe kunnen we ons beschermen als de obligatierente wat hoger zou gaan? Hierbij onze visie voor 2016.
Hoofdpunten Een beetje ‘aandelengas’ terugnemen in de portefeuilles 2015 was een turbulent jaar. Politiek, denk maar aan de vluchtelingencrisis, alsook economisch. Tijdens de eerste jaarhelft ontstond er enig optimisme. De beslissing van de ECB om dan toch naar het wapen van de kwantitatieve verruiming te grijpen, stimuleerde financiële markten. Koersen van zowel aandelen als obligaties schoten de hoogte in. Bij het begin van de tweede jaarhelft sloeg het sentiment echter om. Zo woog de sterkere dollar op de Amerikaanse groei. Maar natuurlijk was er vooral China: komt er dan toch een harde landing voor de Chinese economie? Ons uitgangspunt is dat de transitie van de Chinese economie inderdaad nauwgezet gevolgd moet worden. Echter wij gaan daarbij niet uit van een harde landing. Voor Europa gaan we uit van een aanhoudend herstel. De eurozone-economie zal volgend jaar met een vergelijk baar percentage als in 2015 blijven groeien, iets meer dan 1,5%. Toch zouden we graag meer hervormingen zien teneinde de eurozone-economie slagvaardiger te maken. Voor de VS rekenen we eveneens op voortgaande groei in 2016. Het moet vooral de binnenlandse vraag, lees de Amerikaanse burger, zijn die deze expansie ondersteunt. Vertalen we de economische uitgangspunten naar beleggen, dan stellen we vast dat Europese aandelen al flink vooruitliepen op een betere economische omgeving. Zonder extreem duur te zijn. In de VS daarentegen zijn aandelen wél duur. De betere economische gang van zaken is (meer dan) volledig weerspiegeld in de beurskoersen. Aandelen uit groeilanden zijn op hun beurt goedkoop.
De ‘optelsom’ van deze drie regio’s resulteert in een algemene neutrale waardering voor aandelen. Wat ons ertoe brengt om, afhankelijk van marktbewegingen, onze aandelenposities de komende maanden lichtjes af te bouwen. Op staatsobligaties blijven we het etiket ‘duur’ plakken. Daarom verlagen we de gemiddelde looptijd van de obligatiebeleggingen. Dat maakt ons minder kwetsbaar voor stijgingen van de (lange) rente. De extra vergoeding op bedrijfsobligaties compenseert nog voor het hogere risico. Maar ook hier zullen we, afhankelijk van de marktbewegingen, wat gas terugnemen.
4
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Economie Europa: langzaam beter. Langzaam. In de Beleggingsvisie 2015 moesten we al constateren dat Europa het moeilijk heeft om het tempo van het economische herstel op te vijzelen. Ondanks gematigd positieve groeicijfers, kunnen we deze constatering een jaar later eigenlijk gewoon overnemen. Ook voor 2016 moeten we op het ruime monetaire beleid, de goedkope olie en een lage euro blijven rekenen om de economische groei te onderhouden. Toch trekt in veel eurolanden niet alleen de consumptie wat aan, maar ook de krediet verlening. Dat laatste geeft aan dat bedrijven weer iets meer trek hebben om te investeren. Echter, er blijven een aantal kanttekeningen rondom de economische voortgang bestaan. – In welke mate koelt de Chinese economie af? – De vraag of de Amerikaanse economie voldoende schwung kan houden, nu de dollar verstevigde en de rente wellicht hoger gaat. – De blijvende noodzaak voor structurele hervormingen in de eurozone. – Het zeer beperkte animo vanuit de Europese politiek om budgettaire groei-impulsen toe te dienen. Ook niet in landen die daar financiële ruimte voor hebben. Nu acht jaar na het uitbreken van de economische en financiële crisis wordt het pad naar herstel wel bewandeld, maar het gaat voetje voor voetje. Met weinig marge om eventuele tegenvallers of onverwachte negatieve schokken op te vangen. Monetair beleid van centrale banken kan weliswaar ondersteuning en ademruimte bieden, een herstel dat steviger op z’n benen staat heeft méér nodig. Als vanzelf belanden we dan bij de vaak geciteerde structurele hervormingen. Dit is een containerbegrip voor allerlei maatregelen om een economie fundamenteel weerbaarder te maken in een competitieve wereld. Structurele maatregelen zijn echter geen synoniem voor
besparingen. Integendeel, in essentie zijn ze een investering. Een positief verhaal dus. Zolang dat besef niet breder doordringt, zal het moeilijk blijven om ze door te voeren. Waardoor het groeitempo van onze (Europese) economie matig blijft. Ook in 2016.
Verenigde Staten: de consument wordt de spelbepaler De Fed staat voor een dilemma. Het huidige renteniveau staat in geen verhouding tot de voortgang van de Amerikaanse economie. De werkgelegenheidsdoel stellingen zijn nagenoeg bereikt, wat ruimte biedt voor het verhogen van het beleidstarief. Met weliswaar het risico dat de dollar nog duurder wordt en de economische groei tegenwerkt. Toch zijn wij van mening dat de Fed in 2016 meerdere, weliswaar kleine, rentestapjes zal zetten. Dat hoeft niet erg te zijn voor de Amerikaanse economie. De sterke binnenlandse vraag, die gesteund wordt door een lagere olieprijs, een voortgaande banencreatie en gematigd stijgende lonen zorgt voor de nodige zuurstof.
Japan: blijft een moeizaam verhaal Japan is het ‘levende bewijs’ van de diepe wonden die een balansrecessie slaat. Het land worstelt nog steeds met de implosie van de vastgoed- en aandelenprijzen een kwart eeuw geleden. Net als de ECB in Europa, zal ook de Japanse centrale bank haar geldbeleid fors ruim houden om de inflatie enigszins richting het gewenste niveau te brengen. Kraptes die stilaan op de arbeidsmarkt ontstaan, kunnen tot hogere lonen leiden. Dit kan de binnenlandse vraag wat ondersteunen. Echter, we zien hiervan nog geen bewijs in de macro-economische publicaties. En dus zal ook in 2016 het Japanse groeicijfer laag blijven.
Opkomende economieën: de draai van China China was hét economische zorgenkindje van 2015. Althans voor de financiële markten. Beleggers maakten zich vooral ongerust toen de Chinese overheid in augustus de renminbi devalueerde. Ze interpreteerden dit als een signaal dat de échte economische groei zich een heel eind onder het officiële getal van bijna zeven procent zou situeren. Dat het Chinese groeitempo lager gaat, is echter normaal én verwacht. Het economische model moet immers een draai maken van investeringsen exportgedreven naar een meer consumptiegedreven economie. En dat zoiets gepaard gaat met een groei vertraging is logisch. Een olietanker die van koers verandert, vertraagt immers ook. Om er in de tussentijd toch voldoende vaart in te houden, grijpt Peking naar traditionele stimuleringsmaatregelen. Immers de Chinese overheid heeft de groeiprojectie tot 2020 op gemiddeld 6,5% per jaar gesteld. En om dit te bewerkstelligen zullen de Chinese overheid en centrale bank moeten blijven stimuleren. Wij voorzien dan ook geen harde landing voor de Chinese economie. Ook niet omdat de particuliere consumptie naar verwachting met meer dan 10% per jaar blijft toenemen. Toch is het noodzakelijk de Chinese situatie nauwlettend te blijven volgen. Het land heeft weliswaar grote financiële reserves opgebouwd (die het zou kunnen inzetten bij eventuele moeilijkheden in het financiële systeem), maar ook die zijn niet oneindig. Bovendien heeft China sedert 2008 fors hogere schulden opgebouwd.
Dat grote schuldenverhaal geldt trouwens voor geheel Azië. Samen met de Chinese vertraging en de kapitaal uitstroom – in anticipatie op een Amerikaanse renteverhoging – maakt dat de regio kwetsbaarder voor economische groeitegenvallers. Toch zal Azië een belangrijke bijdrage blijven leveren aan de wereldwijde groei. We zijn in ieder geval positiever gestemd over Azië dan over de opkomende landen elders. Die zijn vaak sterk afhankelijk van grondstoffen of moeten een structureel tekort op hun lopende rekening financieren. Iets wat veel uitdagender is geworden.
5
6
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Aandelenmarkt Een stapje terug, maar niet negatief Over het algemeen vinden we aandelen neutraal gewaardeerd, maar onderliggend zijn er grote verschillen. Azië (zonder Japan) is goedkoop, Europa is neutraal gewaardeerd, Amerikaanse en Japanse aandelen zijn eerder duur. Dit jaar passen we opnieuw onze lange termijnrendementsverwachtingen voor aandelen neerwaarts aan. En net als vorig jaar speelt het beurs verloop van de voorbije maanden hierin een belangrijke rol. Vanaf de huidige niveaus verwachten we dat Europese aandelen de komende jaren per saldo ongeveer 5% per jaar gaan genereren. In de groeilanden ligt dat percentage op bijna 10%. Amerikaanse en Japanse aandelen zijn daarentegen te duur in onze ogen. Daar ligt de verwachting slechts rond de 2,5% tot 3%. Tegenover de obligatie- of spaarrente zijn dit best nog aantrekkelijke verwachtingen. Maar deze rendements verwachtingen liggen wel aan de onderkant van de door ons gehanteerde bandbreedte voor vereiste risicopremies. Het gevolg van deze constatering is dat wij, wanneer de aandelenkoersen verder oplopen, onze aandelenpositie iets af zullen bouwen. Uiteraard hangt de timing af van de marktomstandigheden. Dit geleidelijk terugbrengen van de risicoposities in de portefeuilles, is trouwens een pad dat we de voorbije periode al zachtjes aan zijn ingeslagen. Zijn wij dan als belegger somber gestemd voor de toekomst? Nee. Het blijft wel degelijk aantrekkelijk om te beleggen. Verantwoord investeren betekent echter permanent de portefeuille volgen en bijsturen indien nodig. Ook in 2016 blijven we dat doen. Maar de verwachte rendementen van een gespreide beleggings portefeuille, waarbij aandelen een belangrijke rol spelen, blijven ver uitsteken boven de spaar- of obligatierente.
Geldmarkt Wat betreft de regionale spreiding van onze aandelen posities, blijven we een zwaar accent leggen op Europa. Ons continent biedt voldoende ruimte voor verder economisch herstel, verbetering van bedrijfswinsten en de waardering van aandelen is vooralsnog aanvaardbaar te noemen. Bovendien is er het aanhoudende ruime monetaire beleid van de ECB.
Lage spaarrente houdt aan
Ook in de groeilanden blijven we stevig aanwezig. Met name Azië. De waardering van Aziatische aandelen houdt ruimschoots rekening met de wat voorzichtigere economische vooruitzichten. Bovendien, het is niet ons centrale scenario dat de Chinese economie hard landt. Dit alles natuurlijk met de blik op de langere termijn gericht. Over Latijns-America zijn we minder enthousiast, onder meer omwille van de afhankelijkheid van grondstoffen.
Medio oktober gaf Mario Draghi enkele forse hints dat de ECB misschien wel bijkomende stappen zou zetten. Door de maandelijkse 60 miljard euro te verhogen. Of door nu al te zeggen dat het huidige programma in ieder geval langer zal lopen dan de eerder geplande einddatum van september 2016. Zelfs een nieuwe verlaging van de ECB-beleidstarieven behoorde tot de mogelijkheden. Nochtans was eerder aangegeven dat het huidige deposito tarief van -0,20% toch wel de bodem was. Begin december hakten Mario Draghi en zijn collega’s de knoop door. Het depositotarief ging inderdaad omlaag (naar -0,30%) en de (minimale) einddatum voor het opkoopprogramma verschoof naar maart 2017. Samen met nog wat andere maatregelen versterkt dat onze mening dat de spaar tarieven nog geruime tijd laag zullen blijven.
Valuta Al veel verrekend De Fed trekt de teugels van het geldbeleid aan, de ECB laat ze verder los. Logisch dan ook dat de euro fors verzwakte tegenover de dollar. Ondanks het feit dat het uiteenlopende geldbeleid van beide centrale banken aanhoudt, hebben de financiële markten al veel inge calculeerd. We denken dan ook niet dat de dollar per saldo veel verder zal versterken. Door alle volatiliteit heen, rekenen we over twaalf maanden zelfs op een lichtjes sterkere eurokoers.
Begin 2015 ging de ECB dan eindelijk overstag: vanaf maart kocht ze maandelijks voor 60 miljard euro obligaties in de financiële markt. Het effect bleef niet uit: de euro verzwakte, de lange rente dook naar beneden en de inflatieverwachtingen begonnen aan een opwaarts pad. Niets dan lachende gezichten bij de ECB.
7
8
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Kapitaalmarkt Lange rente in VS hoger. Ook in Europa?
Positionering van obligaties
We blijven de Europese lange rente (d.i. het rendement op langlopende obligaties van sterke landen als Duitsland of Nederland) te laag vinden. Anders uitgedrukt: staatsobligaties zijn duur. Een vuistregel zegt dat een ‘normaal’ niveau voor de lange rente gelijk is aan de nominale groei van de economie. Als we deze oefening maken voor Duitsland, hét Europese ankerpunt voor de lange rentes, dan zou een ‘normaal’ renteniveau zich rond de 2,0% bevinden.
Qua looptijden van obligaties neigen we naar een verdere verkorting. De verwachting van een hogere lange rente gaat immers gepaard met lagere obligatiekoersen. Hoe langer de aangehouden looptijd, hoe kwetsbaarder een obligatie is voor dit effect. Kortere looptijden bieden hier enige bescherming tegen.
Wij zijn van mening dat de lange rente uiteindelijk zal stijgen. Hoewel tussentijds forse bewegingen niet uitgesloten zijn, zal een rentestijging per saldo echter geleidelijk gebeuren. Vooralsnog zal de ECB met haar verruimende beleid de lange rente immers blijven drukken. De Federal Reserve evolueert geleidelijk naar een hoger beleidstarief en een normalisering van het geldbeleid. Dit na de jarenlange en uitzonderlijk ruime stimulering van de economie via lage rentetarieven en opkopen van obligaties. Op de geglobaliseerde financiële markten kan een opwaartse Amerikaanse rentetrend ook Europa beïn vloeden. In welke mate valt nog te bezien aangezien de Fed zeer voorzichtig zal zijn met het zetten van opeen volgende rentestappen. Stappen die uiteindelijk bepaald worden door de macro-economische ontwikkelingen.
Verder is er binnen het obligatiedeel van een portefeuille steeds de strategische keuze te maken tussen enerzijds staatsleningen en anderzijds bedrijfsobligaties. Deze laatste zijn interessant indien het verwachte rendement voldoende compensatie biedt voor het bedrijfsrisico. De voorbije maanden was deze risicopremie soms klein. Vandaar dat we de investeringen in bedrijfsobligaties lichtjes terug schroefden. Vandaag de dag is bedrijfspapier eerder ‘neutraal’ gewaardeerd tegenover staatsobligaties. Toch voorzien we voor de komende maanden een verdere afbouw van de positie in bedrijfsobligaties. De exacte uitvoering hiervan zal afhankelijk zijn van hoe het extra rendement bovenop de staatsleningen zich ontwikkelt. Obligaties van groeilanden bieden een relatief aantrekkelijke vergoeding. We blijven een kleine positie aanhouden. Extra investeren doen we (nog) niet. Dit wegens de toch toegenomen onzekerheid over China en Azië. Wellicht leveren toekomstige marktbewegingen, op basis van tussentijdse onzekerheden over de Aziatische groei, betere instapmomenten op om eventuele uitbreiding van deze positie te overwegen.
Onroerend goed & Grondstoffen Vooralsnog geen opname van grondstoffen en onroerend goed Europees beursgenoteerd onroerend is neutraal gewaardeerd. Bij de afweging tussen het verwachte rendement en risico geven we eerder de voorkeur aan Europese aandelen dan aan Europees onroerend goed. Deze ingenomen positie in het voorjaar van 2015 handhaven wij ook aan het begin van 2016. En dat verklaart mede ook het zwaardere accent van Europese aandelen in de portefeuilles. Ondanks de forse prijsdalingen vinden we grondstoffen nog steeds niet interessant om vanuit een langetermijn perspectief in de portefeuilles op te nemen. Nog steeds is er een overaanbod bij de huidige vooruitzichten voor de economische groei. Afhankelijk van de verdere koers bewegingen is echter niet uit te sluiten dat we de komende maanden tussentijds en voor een kortere periode toch proberen in te spelen op kansen.
9
10
Beleggingsvisie 2016 Van Lanschot Bankiers
Disclaimer De informatie die is opgenomen in deze publicatie is uitsluitend bestemd voor algemene doeleinden. Met uw individuele specifieke omstandigheden is geen rekening gehouden. De informatie kan niet worden beschouwd als een juridisch, financieel, fiscaal of ander professioneel advies. Wij adviseren u op grond van de informatie niet meteen tot actie over te gaan en voorafgaand aan uw eventuele actie eerst deskundig advies in te winnen. Deze publicatie is geen aanbod en u kunt aan deze publicatie geen rechten ontlenen. Bij de totstandkoming van deze publicatie hebben wij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij de selectie van externe bronnen. Wij kunnen niet garanderen dat de informatie van deze bronnen die in deze publicatie is opgenomen juist en volledig is of in de toekomst zal blijven. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor druk- en zetfouten. Wij zijn niet verplicht de informatie die we hebben opgenomen in deze publicatie te actualiseren of te wijzigen. Alle rechten ten aanzien van de inhoud van de publicatie worden voorbehouden, inclusief het recht van wijziging. Het is niet toegestaan de gegevens in de publicatie geheel of gedeeltelijk te reproduceren, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toe stemming van F. van Lanschot Bankiers NV. Overige informatie F. van Lanschot Bankiers N.V. is statutair gevestigd aan de Hooge Steenweg 29, 5211 JN te ’s-Hertogenbosch, KvK ’s-Hertogenbosch nr. 16038212 met Btw-identificatie nummer NL.004 670632.B.01. F. van Lanschot Bankiers N.V. is als bank geregistreerd in het Wft-register en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB), Postbus 98 1000 AB Amsterdam, en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Postbus 11723 1001 GS Amsterdam. F. van Lanschot Bankiers N.V. kan optreden als aanbieder van betaal-, spaar- en kredietproducten, als bemiddelaar in verzekeringsproducten en als aanbieder en/of uitvoerder van beleggingsdiensten.
12/15
Voor eventuele klachten inzake onze financiële dienst verlening kunt u zich richten tot uw eigen kantoor van F. van Lanschot Bankiers N.V., de afdeling Klachten management van het hoofdkantoor, Postbus 1021, 5200 HC ’s-Hertogenbosch of het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Postbus 93257 2509 AG Den Haag.