Bekwaamheidsdossier |Interview | Onderzoek onder leraren Catent gericht op werkstress in relatie tot ziekteverzuim | Masteropleidingen | Het stokje doorgeven aan … | In het nieuws | Passend Onderwijs | De geschiedenis van sbo Facet in Zwolle |
Voorwoord
Alweer de volgende uitgave van ons personeelsblad……de tijd gaat snel! Ja, het zijn in het onderwijs ook “woelige’ tijden. De wetgeving passend is aangenomen, er ligt landelijk een bestuursakkoord waaraan gehoor moet worden gegeven, ouders hebben en houden hoge verwachtingen over ons onderwijs, specifiek gericht ook op hun eigen kind, het aantal LB leraren moet toenemen……. Kortom, zoals gewoonlijk dient er veel in onderwijsland te gebeuren. Wij laten ons niet ‘gek’ maken. Als Bestuur van Catent laten we ons leiden door ons beleidsplan 2011-2015. Daarmee houden we vast aan onze eigen visie op het organiseren van goed onderwijs. En we maken van daaruit onze eigen keuzes. We zien vandaar uit uitdagingen voor de toekomst. We weten dat we in ons totale voedingsgebied te maken gaan krijgen met afnemende bevolking. Minder leerlingen betekent minder financiën, druk op de bij ons aanwezige expertise. We anticiperen daarop door te gaan zoeken naar het slim organiseren van ons onderwijs in de kleine(re) scholen. Vier scholen starten actief met gaan realiseren van een totaal andere organisatievorm in de zomer van 2012. We zullen daar een volgende keer wat meer over vertellen. Tegelijk zien we dat (door)ontwikkeling van scholen richting kindcentrum een mogelijkheid is om onze scholen in de locale omgeving krachtig te handhaven. Verschillende scholen ontwikkelen initiatieven. Verder stimuleren we professionalisering van met name onze leraren. We kijken daarbij sterk naar hoe mensen binnen Catent kunnen leren van elkaar. Leraren samen professionaliseren, zodat zij de kennis en kunde vervolgens samen kunnen verspreiden binnen onze scholen. We zijn in 2011 op deze wijze actief bezig geweest met HGW, en naast dit thema zien we andere mogelijkheden. Ik verwijs in dit blad alvast naar het artikel over de Masteropleidingen. Ik wens iedereen veel leesplezier. Dank wederom voor de bijdragen uit de verschillende scholen. Het is weer een zeer verfrissende uitgave geworden, passend bij het frisse lenteseizoen! En voor eind deze week: ZALIG PASEN en een mooi paasweekend gewenst! Cécile Servaes Voorzitter College van Bestuur
2
INHOUDSOPGAVE 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 17 18
Bekwaamheidsdossier Interview Onderzoek In het nieuws Column Passend Onderwijs Eerste netwerkbijeenkomst opleiders in de school van Catent Het stokje doorgeven aan … Masteropleiding in 3 jaar Van Bonifaciusschool via De Schalm naar sbo Facet In het kort Colofon
Bekwaamheidsdossier In januari is er een bestuursakkoord ondertekend door de besturen in Nederland en OCW. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt over wat de besturen/scholen moeten gaan waarmaken in 2015. Dit om de kwaliteit van onderwijs in Nederland op peil te houden/te verbeteren.
Ook komt de directeur m.b.v. kijkwijzers in je klas kijken wat je in huis hebt m.b.t. de competenties, en hij/zij kijkt wat nog ontwikkeling behoeft om jou in de school bekwaam te laten worden/blijven Alle reflectie- , observatie-, gespreks- verslagen berg je op in je dossier en evt. voeg je er aanvullende info aan toe. Informatie die duidelijk maakt dat je taken/competenties goed beheerst, aan het ontwikkelen bent (filmopname, lesopzet enz.). Jijzelf kan het volledige webbased bekwaamheidsdossier gebruiken waar en wanneer je dat wenst. En je kunt “erin stoppen wat je maar wilt”. Jouw directeur kan niet in jouw persoonlijke dossier kijken. Hij/zij ziet dus niet wat jij allemaal aan documenten, filmpjes enz. in je dossier hebt zitten. Dat kan pas als jij hem/haar daartoe uitnodigt, als jij naar hem/haar documenten toestuurt.
Voor Catent sluiten de gemaakte afspraken zeer goed aan bij hetgeen is vastgelegd in ons beleidsplan 20112015. Op een paar punten moeten we nog wat “puntjes op de i” zetten, en daar hebben we de komende jaren de tijd voor. Eén van de gemaakte afspraken betreft de invoering van het bekwaamheidsdossier. In 2015 moet dit in heel het onderwijs gerealiseerd zijn, en het moet ook gekoppeld zijn aan de gesprekkencyclus waarin afspraken gemaakt worden over bekwaamheidsonderhoud en loopbaanontwikkeling. Een bekwaamheidsdossier wordt in de wet BIO gezien als “instrument voor goed en stimulerend personeelsbeleid op school.” Met als doel: “de kwaliteit van medewerkers (en daarmee de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs) op peil houden en verbeteren”.
Jouw directeur kan jou wel vragen om documenten naar hem/haar toe te sturen. Bijv. documenten die jouw directeur nodig heeft ter voorbereiding op een ontwikkelingsgesprek met jou (bijv. reflectieverslag of een ‘scoring’ op één (of meerdere) competentie(s)). Aan zo’n verzoek moet je dan wel gehoor geven. Want, doe je dat niet, dan doet zich een probleem voor: dan kan jouw directeur de ontwikkeling van je bekwaamheid niet bespreken met jou of deze waar nodig/wenselijk ondersteunen/faciliteren, of aansturen in relatie tot de ontwikkeling van de school.
Binnen Catent zijn er in 2011 al afspraken gemaakt over het goed gaan gebruiken van het bekwaamheidsdossier. Daarbij is de keuze gemaakt voor een digitaal dossier: CODO. Eind december 2011 zijn alle voorlichtingsbijeenkomsten over het gebruik van CODO in de schoolteams afgerond, en nu is de tijd aangebroken dat iedereen met het instrument moet gaan leren werken. In een overleg tussen directeuren/College van Bestuur is afgesproken dat iedere medewerker van Catent in 2012 met het werken in CODO is begonnen. Bij het bekwaamheidsdossier CODO draait het om jou als medewerker, jouw professionele kwaliteit en de ontwikkeling daarvan. Het dossier laat, als het actief in gebruik is, zien dat jij als medewerker bekwaam bent en je bekwaamheid onderhoudt.
DUS: ga aan de slag met je dossier. Ga aan de slag met CODO! Begin eerst eens klein, overleg met je directeur wat ook interessant kan zijn voor jou om mee te beginnen, en doe de eerste ervaringen op! We moeten er uiteindelijk allemaal in 2012 mee gaan werken.
CODO legt de regie rondom het op peil houden van de bekwaamheid bij jou zelf. Als je actief werkt aan je eigen bekwaamheidsdossier, maak je voor iedereen inzichtelijk dat je een goede, bekwame medewerker voor Catent bent en blijft. Wat kun je in je bekwaamheidsdossier laten zien? 1. Allereerst gaat het om diploma's, certificaten, Curriculum Vitae etc. Noem het maar de “basisinformatie”. 2. Daarnaast maakt de directeur met jou afspraken over je professionele ontwikkeling. Deze afspraken staan in verband met het (onderwijskundige) beleid van de school. Je wordt gevraagd je specifiek op één of meerdere in CODO opgenomen competenties te gaan richten, daar reflectie op te plegen en evt. feedback op te vragen.
Heb je bij het gebruik vragen, dan mag deze altijd (aan de makers van CODO) stellen. Dat kun je zelf doen zo als je ingelogd bent (zie functie?, rechtsboven in je persoonlijke scherm). Ook m.b.t. het inzage recht mag je daar rustig je vraag stellen als je het antwoord niet terugvindt in het meest gestelde vragen. Veel succes. We zijn benieuwd hoe de implementatie vorm krijgt.
3
Ze zijn saai, Ze zijn stoffig Ze zijn eigenwijs Het zijn meestal alleen maar vrouwen (saai hoor) En ze krijgen veel te veel vakantie
Tja, We hebben nu eenmaal te maken met veel vooroordelen in het onderwijs. Ik wil daarom de leuke en interessante kant van onze collega’s laten zien en er een aparte rubriek aan wijden. Eigenlijk de mensen “het hemd van het lijf vragen” en dan niet alleen over het onderwijs als het even kan. Vandaag heb ik een interview met Hanneke Appeldoorn, personeelsadviseur van Catent. Ken jij ook iemand die niet saai, stoffig en eigenwijs is, laat het mij weten. Ik zal deze collega dan interviewen wat we dan in een volgend personeelsblad plaatsen. O ja, en het mag gerust een vrouw zijn! Dorien Carlier
Wil je mij vertellen wie Hanneke Appeldoorn is?Ik ben Hanneke Appeldoorn, 46 jaar oud. Mijn partner is Jan en ik ben moeder van 3 zonen, Peter (13), Stijn (11) en Wessel (7). Na bijna 20 jaar in de Betuwe te hebben gewoond, wonen wij sinds zo’n 3 jaar weer in Deventer, de plek waar ik ben opgegroeid. Deventer is echt heerlijk wonen, er is veel te doen en je bent ook snel ‘buiten’. Naast mijn werk als P&O Adviseur bij Catent ben ik druk met mijn gezin. Onze jongste, Wessel, heeft coeliakie (glutenintolerantie). Dat houdt in dat hij o.a. geen gewoon brood mag eten. Peter, de oudste, zit sinds dit jaar op de middelbare school. Hij is dyslectisch en we proberen hem te begeleiden bij zijn huiswerk. Om hier nog beter in te worden hebben we pas geleden een training “leer samen leren” gevolgd. In die training hebben we bijvoorbeeld een testje gedaan hoe je het beste woordjes kunt leren. Uit wat voor gezin kom je en welke belangrijke boodschap of waarde heb je meegekregen? Ik ben de tweede dochter en na mij komen nog twee broers. Ik kom uit een echte onderwijsfamilie: mijn vader is begonnen als meester op de basisschool, daarna heeft hij tot zijn pensioen les gegeven op de middelbare school. Mijn moeder is juf geweest voor haar trouwen. Mijn man geeft sinds een aantal jaar les aan het mbo; mijn broer staat voor de klas. Een oom en een paar tantes hebben voor de klas gestaan en mijn opa was hoofd van de school. Opleiding en diploma’s waren belangrijk bij ons thuis. Een belangrijke waarde is zeker ‘vertrouwen hebben in mensen’. Natuurlijk heb ik hierbij wel eens mijn neus gestoten, maar het basisvertrouwen blijft. Als onderliggende waarde hierbij geldt ‘wie goed doet, goed ontmoet’. Wat is voor jou het ultieme vrijetijdsgevoel? Het ultieme vrijetijdsgevoel is ’s ochtends lekker thuis in de keuken bij het raam, met een kop koffie (met gekookte melk) de krant lezen. Op die manier lees ik lekker de krant en kan ik ook nog zien wie er langs loopt of fietst. Ook heerlijk als er dan niets moet. Denken je man en kinderen daar ook zo over? Mijn man kiest dan eerder om naar buiten te gaan, om te fietsen of lopen. Voor mijn kinderen is het ultieme vrijetijdsgevoel toch wel het ’s avonds buiten spelen met de kinderen uit de buurt. Wat is dan je favoriete vakantiebestemming? Mijn favoriete vakantiebestemming is India. Daar zijn we, voordat we kinderen hadden, tweemaal geweest en het heeft een bijzondere grote indruk op me gemaakt. India is een land waar alles anders is dan in Nederland, dat maakt dat al je zintuigen 10 maal zo hard werken. Nog steeds vind ik het een fascinerend land, zo staat mijn boekenkast vol met boeken van Indiase schrijvers en ik zou graag nog een keer op vakantie naar India gaan. Iets dichter bij huis is Engeland. Vorig jaar ben ik met mijn oudste zoon een week naar Londen geweest. Daar was ik voor het laatst geweest toen hij nog niet was geboren en er was wel wat veranderd. Ik vond het geweldig om samen met hem Londen opnieuw te ontdekken. Zo zijn we in de London Eye geweest, over de markt van Brick Lane gelopen en we hebben een aantal (gratis) musea bezocht. Typeer jezelf in 5 woorden of korte zinnen? Kenmerken die bij me passen zijn: integer, zakelijk, diplomatiek, betrokken en gevoel voor humor. Wat heb je gedaan voor je loopbaan bij Catent? Voordat ik bij Catent kwam, werkte ik als P&O’er in het bedrijfsleven. Er zijn behoorlijke verschillen tussen mijn vorige werk en het werk bij Catent. Ik heb me verbaasd over de uitgebreide regelgeving en de verschillende instanties waarmee je rekening moest houden. Wat me opviel in de cultuur van Catent in vergelijking met mijn vorige werkkring, was dat er bij Catent een cultuur heerst waar collega’s in de regel met meer respect met elkaar omgaan. Je bent nu personeelsadviseur, wat houdt je huidige functie precies in? Ik adviseer het college van bestuur en de directeuren op het vlak van personeelsmanagement. Onderwerpen waar ik me onder andere op richt zijn de functiemix en arbeids(on)geschiktheid. Daarnaast overleg ik met directeuren over CAO kwesties of personeelsaangelegenheden. Wat maakt deze functie zo leuk? Het contact met mensen maakt deze functie zo leuk. Zo ga ik voor de sollicitatieprocedures voor een LB-functie regelmatig naar de scholen toe. Ik ontmoet dan ambitieuze collega’s die staan voor hun school en ervoor willen gaan dat de school zich verder ontwikkelt. Ook heb ik dan de gelegenheid om de sfeer en cultuur op een school te proeven. Zijn er ook minder leuke kanten aan je functie? Ja, als ik op zoek ben naar antwoorden
op lastige casussen en niemand kan me verder helpen. Maar des te groter de voldoening als ik toch achter het antwoord kom. Hoe zou je je werkweek kunnen omschrijven? Ik heb een tweedaagse werkweek, de dinsdag en donderdag. Ik kom dinsdagochtend en heb voor die tijd al een overzicht van de dingen die die dag moeten gebeuren. Daar komen de zaken bij die per mail, telefoon of post binnenkomen. Waar fulltimers een weekend hebben om bij te komen, heb ik een ‘weekend’ om te werken en een prestatie te leveren. Dat is wel eens zoeken. Als ik niet in het onderwijs zat, dan was ik nu …Ik heb ooit nog wel eens gedacht om een carrière switch te maken naar de politie en dan rechercheur te worden.
4
Onderzoek onder leraren Catent gericht op werkstress in relatie tot ziekteverzuim Binnenkort starten we een onderzoek onder leraren naar de relatie tussen werkstress en ziekteverzuim. Dit onderzoek moet achterhalen in hoeverre werkstress het ziekteverzuim onder leraren binnen Catent beïnvloed. Daarnaast kan door middel van dit onderzoek worden gekeken of kenmerken van leraren (zoals geslacht, leeftijd, aanstelling e.d.) hierbij nog een rol spelen.
Dus:….toen een student Toegepaste Psychologie van Fontys ons benaderde met de vraag om bij ons af te mogen studeren, was een en een ineens drie!
Waarom hebben we hiervoor gekozen? De reden is tweeledig: 1. Het ziekteverzuim binnen Catent is in 2011 ten opzichte van 2010 licht gestegen (+ 0,34 %). We hebben nu een ziekteverzuimpercentage van 5,55%. Het streven van Catent, opgenomen in ons strategisch beleid, is een percentage van 4,5 %. 2. Onlangs was op het nieuws dat Duo een klein onderzoek uitgevoerd heeft naar werkdruk in het onderwijs. Zij stellen o.a. vast dat voor de leraren PO de top drie van werkdrukbepalende/werkdrukverhogende aspecten er als volgt uitzit: a. de niet-lesgevende taken (vergaderingen/overleggen, correctiewerk, begeleiding zorgleerlingen en mentoruren); b. de beperkte mogelijkheden voor leraren om de eigen werkzaamheden te kunnen plannen en vorm te geven; c. de wijze waarop op de school wordt leidinggegeven.
Hoe meer respons, hoe beter het beeld wat ontstaat op factoren die verbetering behoeven. En vanuit de analyse die Linsey maakt kunnen wij als College van Bestuur bezien welke maatregelen er nodig zijn om werkstress te verminderen en hopelijk daarmee ook ons ziekteverzuim positief te beïnvloeden.
Linsey Selten, de betreffende student, gaat voor ons nu het onderzoek uitvoeren. Zij is hiermee gestart in februari 2012. Eerst heeft zij uitgebreid theoretisch onderzoek gedaan. Deze fase heeft zij op dit moment nagenoeg afgerond. Het vervolg is dat zij aan de slag gaat met haar praktijkonderzoek. Hiervoor zal zij begin april digitaal naar alle leerkrachten via het bij ons bekende e-mailadres een vragenlijst sturen, met het verzoek deze in te vullen. Het invullen start je als leerkracht door op een link te klikken die in de mail wordt weergegeven. Aan het eind van het invullen klik je op verzenden en gaat de vragenlijst naar Linsey. Door met een link te werken gebeurt het invullen anoniem. Niemand, ook Linsey niet, kan zien wie de vragenlijst heeft ingevuld. Alleen ontstaat zicht op het aantal leraren dat de vragenlijst heeft ingevuld en de antwoorden die zijn gegeven op de vragen.
We vragen jullie om serieus het verzoek tot invullen op te pakken, en Linsey en ons inzicht te geven welke aspecten van werkstress binnen Catent aandacht behoeven. We hopen op groot respons! Laat deze kans niet liggen en meld ons wat jou betreffende werkstress bezig houdt. Namens Linsey alvast dank en……. meld haar wat je bezig houdt!!! Vanuit het College van Bestuur, Cécile Servaes
Als College van Bestuur willen we graag meer duidelijkheid over het gegeven of onder andere bovengenoemde punten ook in onze organisatie een relatie hebben met ziekteverzuim. Werkdruk wordt gezien als een oorzaak van werkstress. Door middel van dit onderzoek zal er niet alleen gekeken worden naar de ervaren werkdruk, maar ook naar andere aspecten die samenhangen met het ervaren van werkstress.
5
6
In het nieuws
Echte conciërges wassen niet af Na een dienstverband van 33 jaar in de grafische industrie en na ongeveer 9 jaar werkloos te zijn geweest, ben ik sinds april 2007 parttime conciërge op de Heilig Hartschool in Lemelerveld. Toentertijd werkten er naast een hele zooi juffen ook nog vier meesters op deze basisschool. Dat is nu niet meer het geval, het zijn allemaal juffen. Wat vrouwen betreft heeft het mij nooit meegezeten. Toen mijn moeder in 1955 voor de zesde keer zwanger geraakte, hoopte ik vurig op een broertje. Josje was 6 jaar en na vier zusjes had ik het wel gehad met de vrouwen. Ik had recht op een broertje. Onmeunig groot was het verdriet toen tante Anna, zaterdag 14 juli 1956, kwam vertellen dat moeder was bevallen van Wilma. U begrijpt, wéér een zusje. Onder hartverscheurend gehuil, vervuld van droefenis en onbegrip, kroop ondergetekende onder de keukentafel, om daar voorlopig niet meer vandaan te komen. Ik vond dat ik als enige jongen, in beide betekenissen van het woord, op mededogen en privileges mocht rekenen. Uiteraard moesten wij thuis helpen met de nodige huishoudelijke karweitjes. Met mezelf had ik afgesproken dat ik hierin best wel mijn aandeel wilde leveren, maar ik weigerde om af te wassen. Dat zat heel diep. Afwassen was vrouwenwerk en vrouwen, dáár hadden we er zat van. Josje wast niet af, punt uit, einde discussie. Verder was ik echt wel meegaand. De vuilnisemmers aan de weg zetten, de kolenkit vullen, de asla ledigen en meer van deze belangrijke taken die je toch echt niet aan je zusjes kon overlaten. Onze juffen zijn keigoed in lesgeven. Maar in het randgebeuren heeft iedere basisschool toch echt een conciërge nodig. Ik werk 30 uur in de week en ben vrijdags vrij. Als ik maandagmorgen op school kom, dan zit er standaard géén papier in de printer. Zoals te doen gebruikelijk zitten er in uw en mijn printer papierladen waar precies een pak van 500 vel papier in past. Maar als de gemiddelde juf geen papier in voornoemde lade aantreft en ze heeft 30 printjes nodig, dan doet ze ongeveer 30 vel papier in de printer. Nóóit het hele pak. Tot wanhoop van de gemiddelde conciërge liggen er op het schap ernaast diverse aangebroken pakken papier. De werkomgeving is op maandag verder voorzien van duizenden confettiachtige papiersnippers die afkomstig zijn van de 23-gaats perforator. Regel één voor alle toekomstige conciërges; als u een dag of wat niet op school bent, leeg dan eerst de 23-gaats perforator! Juffen kunnen dat niet. Juffen kunnen alleen keigoed lesgeven. Onlangs was er op school een studiedag. U kent dat wel; de kinderen vrij, de conciërge kan doen waar hij anders niet aan toe komt en de juffen zitten schijnbaar zeer geïnteresseerd te luisteren wat de studiedagmevrouw zoal te vertellen heeft. In de personeelsbrief las ik dat deze studiedag ondermeer ging over werkdruk. Ik voelde al nattigheid en mijn voorgevoel kwam uit. Vanaf heden kunnen de juffen zich geheel en al concentreren op lesgeven en wat daar bij hoort. Voorheen deden ze ook de de afwas in en uit de vaatwasser, de was in en uit de wasmachine en de thee in (en uit) de thermoskannen. Dit wordt nu op het bordje geschoven van de conciërge. U leest het goed, óók de vaat. Vroeger weigerde ik om af te wassen. Dat zat heel diep. Afwassen was vrouwenwerk en vrouwen, dáár hadden we er zat van. Hoe moet het nu verder met de vrouwen op de Heilig Hartschool en met deze conciërge...? Jos Jansen conciërge op de Heilig Hartschool in Lemelerveld
7
Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2013 wordt de wet passend onderwijs ingevoerd. Dit leidt tot veranderingen in de bekostiging van de ondersteuning van leerlingen en wijze waarop dit georganiseerd wordt. In dit artikel kun je er meer over lezen. Van ‘Weer Samen Naar School (WSNS)’ naar ‘Passend Onderwijs’
-
In 1992 werd begonnen met het Weer Samen Naar Schoolbeleid. Tegenwoordig praten wij over ‘Passend Onderwijs’. Het doel is hetzelfde: zoveel mogelijk kinderen passende ondersteuning en passend onderwijs bieden op de basisschool.
-
Wat er verandert: Met de invoering van de wet Passend Onderwijs veranderen een aantal zaken, bijvoorbeeld: -
-
-
-
-
Er komen grote, geografisch vastgestelde regioverbanden. De ‘oude’ samenwerkingsverbanden WSNS waar op dit moment Catent scholen in participeren (10 verschillende WSNS verbanden) verdwijnen. Het woord ‘zorg’ is in de wet geschrapt, er wordt nu gesproken over ‘ondersteuning’. Binnen Catent hebben we afgesproken welke basisondersteuning van elke school verwacht mag worden. Vorig jaar hebben jullie een vragenlijst over ingevuld om te bezien in hoeverre jouw school aan die basiszorg voldoet. In het schoolplan geven directeuren aan hoe zij de nog verder te ontwikkelen punten gaan aanpakken. Het bekostigingssysteem wordt veranderd. De rugzakken, de indicatiestelling, de PCL en de ambulante begeleiding zoals wij die nu kennen verdwijnen. Regio’s die tot op heden meer leerlingen naar het speciaal onderwijs verwezen moeten “boeten” voor deze verwijzing. Op den duur bekostigt de minister iedere regio op een ‘landelijk gemiddelde’ voor zowel cluster 3 als 4. De middelen (die overblijven na de bezuinigingen) gaan naar de nieuwe regio’s Passend Onderwijs. Alle deelnemende schoolbesturen in een (nieuwe) regio maken samen afspraken over de inzet van middelen en/of de verdeling van de middelen naar de schoolbesturen. Er wordt ook afgesproken hoe en wanneer een kind verwezen wordt naar het speciaal (basis)onderwijs. Met de invoering van de wet Passend Onderwijs wordt de school verplicht om een goede plek voor elke aangemelde leerling te vinden (op de eigen school, of op een andere school). Dit wordt ‘zorgplicht’ genoemd. Een ouder hoeft zich dus maar op één plek te melden. Als school beschrijf je in een schoolondersteuningsprofiel wat je op het gebied van ondersteuning kunt bieden c.q. waar je sterker in wilt worden (evt. met hulp van andere partners). Dit staatvoor een groot deel in de nu net gereed zijnde schoolplannen. Maar we zullen het middels een compact en apart format ook in de nieuwe regio’s aan de andere schoolbesturen moeten duidelijk maken.
De school beschrijft wat de grenzen zijn aan wat zij kan bieden m.b.t. ondersteuning aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Een ‘vertaling’ van het ondersteuningsprofiel moet in de schoolgids opgenomen gaan worden. Het profiel moet ook met de medezeggenschapsraad besproken worden. De MR heeft adviesrecht. Over het ontwikkelingsperspectief van een leerling dient “op overeenstemming gericht overleg” gevoerd te worden met de ouders. Het kijken naar kinderen vindt plaats op basis van oplossingsgerichte, handelings- gerichte diagnostiek: wat kan het kind wél en welke vaardigheden heeft het nodig om zich verder te ontwikkelen (in plaats van wat is er mis met een kind, welk probleem het heeft). Daarbij gaat het om dít kind, in deze groep, met deze leerkracht en deze ouders. De mogelijkheden van het kind, de ouders en de leerkracht bepalen alle drie wat er nodig is. Onderwijs en jeugdzorg werken daarbij samen.
Wat er nu gebeurt: Op dit moment zijn de nieuwe regio’s bekend. In al deze nieuwe regio’s worden door de schoolbesturen nu allerlei afspraken gemaakt: hoe verloopt de toelatingsprocedure op de scholen speciaal (basis)onderwijs? Hoe betalen wij de kinderen die dit onderwijs volgen? Welke ondersteuning zou elke basisschool minimaal moeten kunnen geven, wanneer is er sprake van ‘extra’ ondersteuning? Hoe verloopt de afstemming met de gemeente en de jeugdzorg, één kind één plan? Hoe worden de middelen verdeeld? Wat worden de taken en bevoegdheden van de besturen van de nieuwe regio, en wat van het individuele schoolbestuur (centraal-decentraal)? Hoe zorgen wij er voor dat er een ‘dekkend netwerk’ is, dat wil zeggen: een onderwijsplek voor elk kind? Dit is een omvangrijke klus waar de besturen zich nu op richten. Op 1 november 2012 moet dit leiden tot de oprichting van een rechtspersoon voor iedere nieuwe regio “Passend Onderwijs”.
8
Voor de scholen van Catent houdt de nieuwe wet Passend Onderwijs formeel in dat de scholen in zes nieuwe regio’s zijn ingedeeld komen. (Zie onderstaand schema):
Jullie begrijpen dat deze ontwikkeling het lastiger maakt om het bestuursbeleid vorm te geven. Het College van Bestuur steekt in op het in stand houden van de visie en werkwijze van Catent: zo weinig mogelijk bureaucratie, zoveel mogelijk middelen naar de scholen. De leerkracht maakt het verschil en daar willen wij in investeren!
Regio 21-01: provincie Friesland
Fredericusschool (Steggerda).
Regio 22-02: Borger/Odoorn/ Emmen
Gerardus Majella (Nieuw Schoonebeek), R.K. Nicolaasschool (Schoonebeek), St. Franciscusschool (Weiteveen) Mgr. Niermanschool (Meppel), St. Clemensschool (Steenwijk), St. Bernardusschool (Oldemarkt), Don Boscoschool (Steenwijkerwold), Prof. Titus Brandsmaschool (Hoogeveen) Anton Geerdesschool (Slagharen), St. Jozefschool (Slagharen), St. Bernardusschool (Ommen), St. Willibrordusschool (Vilsteren), H. Hart van Jezusschool (Lemelerveld), De Polhaar (Dalfsen), SBO de Vonder (Slagharen), St. Willibrordusschool (Coevorden), Panta Rhei (Coevorden). St. Theresiaschool (Steenwijksmoer). Pr. W. Alexanderschool (Ermelo).
Regio 22-03: Steenwijk/Meppel/ Hoogeveen
Regio 23-04: Coevorden/Slagharen/ Ommen en Dalfsen:
Regio 25-09: Ermelo/Elburg/Harderwijk/Nu nspeet/Putten/Zeewolde Regio 23-05: Hattem/Heerde/Oldebroek/S taphorst, Zwartewaterland/Kampen/Ol st-Wijhe/ Raalte/Zwolle:
St. Andreasschool (Hattem), Johan Frisoschool (Wezep), De Wilgenburg (Zwolle), De Wingerd (Zwolle), Geert Groteschool (Zwolle, Het Atelier (Zwolle) Oec. BS De Kubus (Zwolle), De Phoenix (Zwolle), SBO Facet (Zwolle), De Vlieger (Zwolle), De Trekschuit (IJsselmuiden), St. Nicolaasschool (Lierderholthuis).
Om die reden is er een kerngroep Passend Onderwijs binnen Catent opgericht die de processen in de regio’s goed volgt en die waar wenselijk meedenkt over het goed neerzetten in de regio’s van de visie van Catent. In deze kerngroep zitten: Cécile Servaes namens het CvB; Mathieu Bootsveld (SBO afgevaardigde); Irna Koot; Sjaak Wilke; Ben Gustin; Henny Beckers; Harald Dinkelberg. De school blijft gericht op waar het om gaat: het geven van kwalitatief goed onderwijs! Passend onderwijs slaagt alleen wanneer de focus ligt bij de ontwikkeling van het kind. Het kan alleen goed worden vormgegeven als scholen goed gekwalificeerde en toegewijde leerkrachten (blijven) inzetten in de klas. Leerkrachten die houden van hun werk en van hun kinderen. Leerkrachten die de wil hebben (en daarvoor gewaardeerd worden) zich te professionaliseren, leerkrachten die leren van en met elkaar. Als College van Bestuur maken ons ook zorgen over de wijze waarop passend onderwijs wordt ingevoerd: door gelijktijdig meer te eisen van de school, waar minder middelen voor beschikbaar zijn, loopt de kwaliteit van onderwijs gevaar. De werkdruk wordt hoger, de klassen groter, de eisen aan de opbrengsten worden opgeschroefd (hogere Cito-uitslagen). Toch zullen wij blijven kijken naar de kansen, de ruimte om onze eigen keuzes te maken om als school nog beter te worden. Wij zijn gericht op samenwerking, daar waar het een kind ten goede komt. Meer informatie Alles is volop in beweging en dat geeft een periode van onzekerheid voor zowel bestuur als school. Tot 1 augustus 2013 blijft alles in ieder geval zoveel mogelijk lopen zoals het nu loopt. In diverse media wordt bericht gegeven worden over de voortgang. Het ministerie van Onderwijs heeft een website ingericht om ouders (leerkrachten en besturen) op de hoogte te houden van de ontwikkelingen passend onderwijs: www.passendonderwijs.nl Inmiddels is de Wet passend onderwijs akkoord bevonden door de Tweede Kamer (d.d. 15 maart 2012 hebben de Kamerleden gestemd over de wet). Volgende stap is de wetsbehandeling in de Eerste Kamer. Zodra deze datum bekend is, is deze te vinden op de website www.passend.onderwijs.nl
9
Eerste netwerkbijeenkomst opleiders in de school van Catent Op woensdag14 maart 2012 was er voor het eerst een netwerkbijeenkomst voor alle opleiders in de school van Catent. Een opleider in de school is een leerkracht die alle stagiaires begeleidt op hun opleidingsschool school wat betreft de professionele ontwikkeling (competentieontwikkeling in relatie tot hun persoonskenmerken, hun motivatie, denkbeelden en overtuigingen) en begeleidt en beoordeelt (meestal) de vierdejaars (opleidings)-student. De opleider in de school organiseert de leergroep(gemeenschap) van 1 e t/m 4e jaars KPZ studenten, en draagt bij tot een goede werksfeer binnen de leergemeenschap, zodat alle studenten van elkaar en de school kunnen leren. De opleider in de school bevordert dat de leergemeenschap van betekenis is voor het leven en werken op deze basisschool.
De opleiders in de school op de academische opleidingsscholen zijn daarbij vaak ook de onderzoekscoach voor de WPO studenten die praktijkgericht onderzoek doen op deze scholen. Voor de mentoren van de (academische) opleidingsscholen en de rayondocent vanuit de opleidingen (zoals KPZ en Landstede) zijn zij het aanspreekpunt wat betreft de stagiaires op de school. Tijdens deze bijeenkomst is er informatie gegeven over de actuele stand van zaken door Cécile Servaes over het competentieprofiel voor de opleiders in de school (zoals opgenomen wordt in CODO) en de ontwikkelingen rondom de LB functie met coördinerende taken, zoals opgenomen zal gaan worden in het functiehuis van Catent. Tijdens deze bijeenkomst is er informatie gegeven over de actuele stand van zaken door Cécile Servaes over het competentieprofiel voor de opleiders in de school (zoals opgenomen wordt in CODO) en de ontwikkelingen rondom de LB functie met coördinerende taken, zoals opgenomen zal gaan worden in het functiehuis van Catent.
Maar vooral is er tijd genomen om de ervaringen vanuit de scholen met elkaar uit te wisselen. Hierbij hebben de opleiders in de school met elkaar uitgewisseld wat hun ervaringen zijn met het werken met de leergroep van studenten; wat gaat er goed en wat kan er beter of anders? Ideeën zijn opgedaan; de aandachtspunten zijn genoteerd en kunnen worden meegenomen in het vervolg van de (Academische) Opleidingsschool voor de komende jaren.
Al met al een geslaagde bijeenkomst die in de toekomst zeker een vervolg zal gaan krijgen!
Verder is er een inventarisatie van behoefte aan professionalisering gerelateerd aan de taak van opleider in de school gedaan.
Ciska Doeleman, Projectleider Catent
10
Het stokje doorgeven aan …. DE DAG VAN ……… Bijna elke week in het jaar wordt tegenwoordig wel heel verleidelijk de titel “De week van …….” meegegeven. En dan volgt er op de plaats van de puntjes vaak een ernstige ziekte, een na te streven democratisch doel, een belangengroepering, een ontwikkelingsland of anderszins. Ook worden zelfs dágen steeds vaker “De dag van ……” genoemd. Als je op Google zoekt geeft elke letter van het alfabet na “de dag van ….” wel een hit. Er komen er steeds meer bij en er gaat (bijna) nooit meer een dag van de lange lijst af. Het varieert van “De dag van het vergeten kind” tot “De dag van het vinyl”. Ja echt, je bedenkt het niet, maar het bestaat! Daarnaast worden we opgeroepen vooral mee te doen aan teken-, kleur-, poëzie-, proza-, knutsel- en voorleeswedstrijden. Ik heb het aanbod vorig jaar eens voor de aardigheid bijgehouden, maar ben daar na vijf maanden maar mee gestopt, want de lijst werd me veel te lang. Overigens zitten er soms hele leuke en zinvolle activiteiten tussen en dan bedoel ik niet alleen de voorleeswedstrijd, waar onze school jaarlijks van harte aan meedoet. Echter …. In het basisonderwijs wordt regelmatig geklaagd, dat ons onderwijsprogramma zo vol zit. Ik denk, dat die klacht vaak terecht is. Maar we kunnen niet alle vakgebieden de aandacht, tijd en energie geven die ze verdienen en tegelijkertijd ingaan op allerlei verzoeken van partijen buiten het onderwijs. Het blijft keuzes maken en dus vooral héél vaak “nee” durven zeggen, ook als de buurschool of je collega-Catentschool toevallig wél meedoet. Je hebt je eigen doeleinden na te streven; die worden niet door partijen buiten het onderwijsveld bepaald. Eigenlijk zijn er maar een paar dagen, die op elke school in de schijnwerper zouden moeten staan. En dan heb ik het over 05 oktober: “De dag van de leraar”. En uiteraard moet het elke dag “De dag van het kind” zijn en dat met volle overgave. Hebben we immers niet om dat kind ons beroep gekozen? Mijn oproep is daarom: Kies bewust! Veel succes ermee! Joop van der Werf directeur Sint Andreasschool
Joop van der Werf geeft het stokje door aan Mathieu Bootsveld, directeur van SBO Facet te Zwolle.
11
.
Samen met collega’s in een masteropleiding… niet in 2 maar in 3 jaar!!! Als je je aanmeldt en wordt toegelaten zit je in de opleiding met collega’s van Catent, en ook met collega’s van het bestuur Vivente of Openbaar Onderwijs Zwolle. Doordat we met drie besturen samen werken is de kans groot dat we voldoende deelnemers krijgen om de betreffende Masters daadwerkelijk te kunnen opstarten. We zien de aanmeldingen tegemoet.
Zoals jullie weten en ook wel merken wordt er binnen Catent bewust ingezet op professionalisering van leraren. Enerzijds omdat we actief insteken op kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. Daarbij laat het functiehuis van iedere school zien dat een bepaald specialisme in het docententeam gewenst is. Anderzijds willen we dat HBO + opgeleide docenten doorstromen naar een LB functie. Het toewerken naar een specialisme, naar excellente leraren vraagt vaak een opleiding, en de praktijk leert dat het volgen van een opleiding niet altijd gemakkelijk te combineren valt met het werk van alledag.
EIND APRIL MOETEN DE AANMELDINGEN BIJ ONS BINNEN ZIJN. Voor verdere informatie over de inhoud van de drie genoemde opleidingen verwijzen we je naar www.oso-windesheim.nl
Vanuit het College van Bestuur van Catent zijn we op zoek gegaan naar een mogelijkheid om een Masteropleiding niet in twee maar in drie jaar te doen. Met Windesheim en in samenwerking met de collega besturen van Vivente en Openbaar Onderwijs Zwolle is dat ons gelukt. In het najaar van 2012 kan gestart worden met de volgende driejarige Masteropleidingen: -
Wil je vooraf wat meer informatie over de verdeling van de inhoud over de drie jaren, stuur dan even een mail met je contactgegevens naar
[email protected] Namens het College van Bestuur Cécile Servaes
Master Onderwijs en Zorg: Leerroute Talent ontwikkelen en excelleren; Master Onderwijs en Leerproblemen: Leerroute Taalspecialist/Dyslexie; Matser Onderwijs en Gedragsproblemen: Leerroute gedrag.
In het eerste jaar worden er twee modules gegeven. Op de woensdagmiddag. En er is in dat jaar een kennisbasistoets (zelfstudie). Alles wordt vooraf gegaan door een startdag op 8 september 2012. De kosten van het eerste jaar worden door het bestuur van Catent gedragen. Daarna gaat de opleiding verder (tweede en derde jaar) en in die periode is de student formeel Master student en dient de lerarenbeurs ingezet te worden. Aangezien er nog veel LB functionarissen benoemd moeten worden biedt deze opzet en de drie genoemde specialisaties naar ons idee nieuwe mogelijkheden voor vele leraren. Indien jij belangstelling hebt voor deze mogelijkheid van een Masteropleiding, dan verzoeken we je een korte motivatiebrief richting College van Bestuur te sturen, vergezeld van een korte verklaring van je directeur waarin staat dat de opleiding bijdraagt aan de schoolontwikkeling. Wij als College van Bestuur kijken in deze mee, aangezien het eerste deel van de opleiding door ons betaald wordt. We hopen op een goede respons. Vooral doordat de start in een wat rustiger tempo komt te liggen. En je de opleiding over meerdere jaren kunt uitsmeren.
12
Van Bonifaciusschool via De Schalm naar sbo Facet Roomse leerlingen die op de lagere school niet meekwamen waren dan ook aangewezen op de Casimirschool en werden formeel als debielen en imbecielen betiteld. Termen die heden ten dage zeer negatief overkomen en als belediging worden ervaren, maar toen nog heel gebruikelijk als naambord op de gevel stonden.
R.K. speciaal onderwijs 50 jaar geleden gestart tussen gevangenis en gasfabriek. Van Bonifaciusschool via De Schalm naar sbo Facet. Door Willem Damman. ZWOLLE: Hoewel de school voor speciaal basisonderwijs Facet op 1 september j.l. exact 50 jaar bestond, wordt er in het voorjaar van 2012 extra aandacht besteed aan een halve eeuw onderwijs aan kinderen die om wat voor reden ook de basisschool voortijdig hebben verlaten. Een receptie, reünie en een feestprogramma voor kinderen staat er dan op het programma om de stichting van deze r.k. school voor buitengewoon lager onderwijs in 1961 aan het Assiesplein te gedenken. In dat jaar besloot het nieuwe schoolbestuur - de Theodoor Heerkensstichting als opvolger van de stichting Bijzonder Onderwijs “De Twee R.K. Parochiën van Zwolle”- de aloude naai- en breischool uit 1885 van de Armeninrichting in gebruik te nemen. Ondanks de povere staat van het gebouw luidde hier op 1 september 1961 voor het eerst de schoolbel voor roomse leerlingen met een leerachterstand. Zuiderling de heer L.C. Maas van de fraterschool in Amersfoort als dependance van de fraters van Utrecht werd het eerste schoolhoofd met als speciale hobby kippen. Die pikten wat extra graantjes mee op de speelplaats van de broodkorsten die de jeugd er achterliet, terwijl de gelegde eieren goed van pas kwamen in de kooklessen van de oudste meisjesgroep. Die eerste roomse bijzondere school lag tussen de aloude gevangenis (1740) en de gasfabriek (1848). Het taalgebruik der gevangenen bij het luchten, de gaslucht van het naastgelegen gemeentelijk complex en de speciale geuren van specerijen en maalderijen langs de Thorbeckegracht leverden toen overigens al diverse klachten op als een ongezonde leeromgeving. De bedrijvigheid zou de leerlingen prikkelbaar maken, terwijl ze juist veel rust en ruimte nodig hadden. Toch zou het nog 13 jaar duren voordat een nieuwe school en ideale locatie aan de Palestrinalaan in Holtenbroek kon worden geopend. Alle tastbare herinneringen aan die begintijd zijn overigens compleet verdwenen op het Noordereiland. Of het zouden nog een paar volgroeide bomen moeten zijn van de oude speelplaats in de doorkijk naar De Spiegel. De toen nog in het schoolbestuur flink vertegenwoordigde r.k. geestelijkheid (deken, twee pastoors en kapelaan) koos Bonifacius als schoolnaam. De bij Dokkum vermoorde monnik, bisschop en martelaar zou vanuit het latijn vertaald (toen nog met -c-, later een -t-) de betekenis van “hij die een goede toekomst heeft” hebben gehad. Wat dat betreft heeft de school die ontwikkeling in 50 jaar tijd zeker doorgemaakt net als de Hanzestad Zwolle met de middeleeuwse jaarmarkten die rondom 5 juni aan de H. Bonifatius waren gewijd. De gemeente Zwolle telde na de nieuwe LO-wet Visser in 1920 met ook een BLO-paragraaf en twee jaar later de financiële gelijkschakeling van het openbaar en bijzonder onderwijs, tien jaar later pas de eerste blo-school in de oude schippersschool aan de Vechtstraat. Het zou nog 31 jaar duren voor het r.k. onderwijs ook over zo’n schooltype beschikte. Het Zwolse stadsbestuur had toen nog de twijfelachtige eer het minste der Overijsselse gemeenten uit te geven aan het onderwijs (7 % tegenover gemiddeld 13 %) en raadsstukken uit die tijd ademen de sfeer van handen op de knip en “uitgaven buiten proportie waardoor onze stad in armoede zal vervallen”.
De bijna 96-jarige Mimi Steinebach - thans verblijvend in Zandhove - heeft blijkens de archieven zich sterk gemaakt voor een r.k. blo, maar zou nooit werken op de in 1961 gestichte Bonifaciusschool.
Voor onderwijs aan r.k. leerlingen was na de oorlog op deze openbare b.l.o. de Zwolse juf H.M. Steinebach aangetrokken, die onder directeur Dronkers extra godsdienstonderricht gaf, de catechismus leerde, voorbereidde op de H. Communie en Aannemen (Vormsel) en ook roomse leesboeken met hen doornam. Extra oefenmateriaal met een altaartje, miskleedjes en kazuifels betaalde juf Mimi uit eigen zak naast een actieve rol in het katholieke Mariagilde, de latere scouting- of verkennersgroep. Hoewel op de Zwolse r.k. lagere scholen blijkens de inspectierapporten voortreffelijk werd lesgegeven door de fraters van Tilburg en de zusters van Liefde (gescheiden jongens- en meisjesscholen), waren in 1949 toch al 29 r.k. leerlingen op deze openbare school aangewezen. De nood groeide begin 60-er jaren tot ruim 50 aanmeldingen op de inmiddels nieuw gebouwde school aan de Willem Barentszstraat, zodat daar een leerlingenstop werd ingevoerd. De thans ruim 95-jarige Mimi Steinebach in Zandhove verblijvend kan zich die tijd nog goed herinneren. “Ik ben niet de grondlegster van de Bonifacius, maar heb me in die tijd wel heel sterk gemaakt om deze b.l.o. school van onze eigen identiteit van de grond te krijgen. Het kostte veel tijd om de Zwolse geesten daarvoor rijp te maken. Natuurlijk zat ik in een dubbelrol als r.k. leerkracht in gemeentelijke, openbare dienst. Uiteindelijk is de school er toch gekomen, maar ik moest bittere teleurstelling wegslikken” aldus Steinebach, die blijkens diverse artikelen in de Zwolse Courant het toenmalige schoolbestuur, gemeente en wethouder meermalen op de nood van het “rooms katholieke misdeelde kind” wees.
13
Ook sprak ze diverse r.k. standsorganisaties toe en kreeg advies van directeuren van r.k. b.l.o. scholen in Raalte en Hengelo om mee te solliciteren naar de functie van eerste directeur. Ook haar eigen vakbond waarvan ze bestuurlijk deel uitmaakte zou na de vacature in het voorjaar van 1961 een aanbevelingsbrief sturen. “Dat gesprek toen nog aan het Gasthuisplein was weinig eervol. Ik zou louter voor het geld hebben gesolliciteerd en één der bestuurders merkte op, dat mannen toch echt niet onder een vrouw wilden werken. Ja, na alle ijver voor die r.k. school was ik daar zeer verbolgen over. Dat was mijn eer te na” aldus Steinebach, die tot pensionering op de Casimir bleef werken op de VSO-afdeling voor meisjes. Emancipatie stond toen blijkbaar nog in de kinderschoenen en deken, priesters en kapelaan hadden het toen nog voor het zeggen. Ondanks een later aanbod alsnog als leerkracht er te komen werken, was dat een drempel te hoog. De eer de Bonifaciusschool te hebben gesticht kwam overigens toe aan de heer H.A.M. Scholten; de eerste betaalde directeur en administrateur van de Th. Heerkensstichting die na het Gasthuisplein 14a weldra onderdak kreeg aan de Wolweverstraat. In 1958 was al in de Aloysiusschool gepionierd met twee hulpklassen voor leerlingen die achterbleven, waarvan een aantal in 1961 ook naar het Assiesplein kon overstappen. Schoolhoofd Maas kreeg daarnaast de zorg voor 26 r.k. leerlingen van de openbare Casimirschool gekomen, maar trok letterlijk ook de boer op naar roomse scholen in Kampen en Dalfsen (ook geleid door de zusters van Liefde), Ommen, Vilsteren, Hoonhorst, Heino, Lierderholthuis, Wijhe, Wythmen en Hattem om extra leerlingen te trekken als r.k. streekschool voor speciaal onderwijs. Zelfs r.k. scholen uit de NOP verwezen zo af en toe een leerling door. Zo kon in 1961 met drie klassen met 74 leerlingen en drie leerkrachten worden gestart aan het Assieplein. Daarbij fungeerden twee later benoemde meesters ook nog als taxichauffeur van leerlingen uit Ommen en Dalfsen. Het knusse schooltje vol oliekachels was in bouwkundig opzicht echter in feite aan het eind van zijn latijn. Tocht, lekkages, moeilijk in de winter te verwarmen lokalen en plafondplaten die af en toe losraakten en zelfs naar beneden kwamen moest de in 1969 van Arnhem gekomen en nieuw benoemde directeur Theo Hoogeveen toen al trotseren. Gekscherend werd zijn eerste werkplek ook wel het “Ministerie van WC” genoemd vanwege het ontbreken van een echte hoofdenkamer. De r.k. B.L.O. groeide als kool van drie naar zeven klassen, waarbij de intern gerealiseerde gymzaal ook weldra onderdak aan een groep bood tegen het zere been van zowel de inspectie als de gemeentelijke gymopzichter. Bonifacius kende dus letterlijk ruimtegebrek en na een eerste optie op nieuwbouw langs de toegangsweg naar Kranenbrug (Berkum) werd uiteindelijk in 1974 een fraai nieuw schoolgebouw voor speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs voor 4- tot 18-jarigen aan de Palestrinalaan in Holtenbroek in gebruik genomen. Bonifacius veranderde in De Schalm: symbool van een schakel in een ketting en tevens doorgaande lijn in opvoeding en onderwijs naar de volwassenheid. Symbool ook van een nieuwe tijd, want ondanks protest van de deken van Zwolle Bonifacius als naam te laten vallen was de invloed van die geestelijkheid op het onderwijs al sinds de kerkelijke omwenteling en vernieuwing in 1963 (Tweede Vaticaans Concilie) en volgende jaren tanende geweest.
Biechten in de Michaël was na afbraak van die kerk in de Roggenstraat al afgeschaft en weldra zou ook het biechthoren door de kapelaans Zegger en De Froe in een apart kamertje op school tot het verleden behoren. Voor die tijd vervulde de nieuwe school aan de rand van Holtenbroek een voortrekkersrol in zowel regionaal als landelijk verband qua nieuwe onderwijsmethodieken. De saamhorigheid zoals in de oude school met vaste werkavonden voor leermiddelen en het samen sporten werd ook op De Schalm voortgezet. De nieuwe term voor moeilijk lerenden (mlk) deed zijn intrede, waarbij zowel de didactiek als de pedagogiek een grote sprong voorwaarts maakte in de begeleiding van het speciale kind.
Tweede directeur Theo Hoogeveen (vanaf 1969) komt samen met zijn personeel de eer toe de Bonifaciusschool en De Schalm (sinds 1974) uitgebouwd te hebben tot een speciale basisschool met methodieken voor het moeilijk lerende kind.
Mede door een actieve KOV-vakbondsrol van directeur Theo Hoogeveen die zelfs contacten in Den Haag had kreeg de orthodidactische component daardoor steeds meer vorm en inhoud. Het was tevens Hoogeveens verdienste het team waar mogelijk extra bijscholing te geven, op cursus te sturen en in de subsectie mlk bij elkaar over de vloer te laten kijken. “Het team was zeer toegewijd en nam elk initiatief ter hand, waardoor het vooral ook een teamprestatie is wat er in mijn leidinggevende periode allemaal tot stand is gekomen. Het team kreeg steeds meer specialisten ( o.a. logopedist, orthopedagoge, arts, vakleerkrachten, remedial teachers) en ook op toelatingsgebied werd het veel professioneler. Dat daarbij de vakbond een uitstekende steunpilaar was, staat buiten kijf” aldus de gepensioneerde tweede directeur, die zich in het CNV nog immer sterk maakt voor het onderwijs. Na 1974 werd het instructie-onderwijs voor lezen, spelling, rekenen, wiskunde en klokkijken geïntensiveerd en ook halfjaarlijks getoetst, waarbij ook de buitenwacht (basisscholen) haar profijt kon doen. Ook speciale projecten rondom sociaal gedrag, het picto-lezen, leerlijnen op het VSO voor praktijkonderwijs en rapportage kregen zelfs landelijke belangstelling en navolging.
14
Thans is de methodiek van José Schraven die 25 jaar als orthopedagoge op De Schalm werkte en twee jaar geleden verkaste aan een landelijke opmars bezig. Haar “Zo leer je kinderen lezen en spellen” methodiek vindt alom intrede en wordt door Malmberg op de markt gebracht als een krachtige basis in het lees- en spellingsproces. Voorkomen is beter dan genezen, zo is de gedachte bij de methodiek aan de Palestrinalaan ontwikkeld. Na de nieuwe Wet op het speciaal basisonderwijs (1998) werd tweede schoolhoofd Hoogeveen drie jaar later opgevolgd door de heer G. Mulder: oud-leerkracht sinds 1969 en na het directeurschap op een identieke school in Deventer weer op het oude nest teruggekeerd. Hij leidde de school de nieuwste tijd binnen, waarbij de voortgezette afdeling (13 tot 18 jaar) overigens al in 1999 was losgekoppeld en als locatie Oost van het Thomas a Kempiscollege werd voortgezet. Nog wel in hetzelfde gebouw, maar bestuurlijk elders ondergebracht. Tijdens de periode Mulder huisden er tijdelijk ook enige groepen van de Casimir in de nieuw gebouwde lokalen, waarbij samenwerking en fusie op termijn tot de mogelijkheden zou kunnen behoren, waarmee de tijd van weleer (1930-1961) ook terug zou kunnen keren. Die vlieger ging na vele jaren overleg en ook wel kopzorgen echter nooit op. Ontwikkelingen rondom het samenwerkingsverband, een nieuw opgericht schoolbestuur (Catent), de Brede School en geïntensiveerd inspectietoezicht, waarbij leerlijnen en verantwoording ook schriftelijk nadere uitwerking vereisten waren o.a. in de periode Mulder hoogst actueel. Daarbij kreeg De Schalm ook nog inwoning van de Taaltrein en een buitenschoolse opvang binnen de poorten. Bij het afscheid van Mulder werd de schoolnaam omgedoopt in Facet, waarbij Mathieu Bootsveld na de heren Maas, Hoogeveen en Mulder de vierde directeur in successie is (nog immer een man) en o.a. het traject Handelingsgericht Werken (HGW) dat het schoolbestuur Catent de komende jaren op alle katholieke scholen onder haar beheer introduceert, verder gestalte moet geven. Ook een compleet nieuw leerlingvolgsysteem wordt gaandeweg ingevoerd naast zorg van Bootsveld voor alle zaken die al onder zijn voorganger in gang waren gezet. Met de viering van het gouden jubileum rust nog een extra taak op zijn schouders, maar de kersverse directeur is ook een kei in delegeren. Facet heeft nog immer het predikaat rooms katholiek, maar de bemoeienis van de inmiddels al opgeheven Michaëlparochie en thans de locatie Verrijzenis is steeds losser geworden. Kerkelijke feesten worden niet meer op school voorbereid en zijn louter parochiële zaken geworden. Biechten, E.H. Communie en Vormsel zijn derhalve fenomenen uit de beginjaren. Catechese wordt echter nog immer gegeven met de projecten van “Hemel en aarde” waarin ook Bijbelverhalen aan bod komen. Vaste vieringen zijn er rondom Kerstmis en Pasen, waarbij de Vastenactie een jaarlijks project is om kinderen bij noden elders op de wereld te betrekken. In dat kader wordt door leerlingen soms nog een kerk bezocht. Respect, goede omgangsvormen, naastenliefde en oog voor de schepping en andere godsdienstige uitingen staan hoog in het vaandel in de visie en missie van Facet. Al met al hebben in een halve eeuw r.k. speciaal onderwijs zo’n pakweg 5000 leerlingen in en rondom Zwolle hier onderwijs genoten. Het topjaar was ongetwijfeld 1983 met liefst 248 leerlingen aan de inspectie opgegeven op de SOen VSO-afdeling samen.
Reden om in het voorjaar van 2012 extra aandacht aan dit jubileum te besteden met o.a. een weerzien van oudleerlingen en personeel. Twee Facet-teamleden hopen een prachtig jubileumboek van de persen te laten rollen met ook vele kiekjes uit de oude doos. Ook het huidige schoolbestuur Catent hoopt men in de feestvreugde te mogen betrekken. TABEL 1: Register oudste personeel Bonifacius (geboortejaar, -plaats en studieschool). 1961: L.H.C. Maas (1916, Valkenswaard, St. RK Gerardus Majella Dongen), A.C. Leyssen-Doodkorte (1937, Leeuwarden, St. Lucia Rotterdam), Geppaart-Van der Linden (1932, Waalwijk, St. Antonius Dongen) 1962: S.P.M. Fecunda (1937, Willemstad Curacao, St. Gerardus Majella Steenwijkerwold), E.A.M. Geerdes (1939, Avereest, St. Ger. Majella Steenwijkerwold),Stoffels-Pohlman (1914, Voorst, invalster), G.J. Wunnink (1940, Weerselo, Rijkskweekschool Coevorden) 1963: J.E. Homma (1931, Steggerda, J.B. de L. Oudenbosch), Zr. Jacqueline Hutten (1924, Boxmeer, tijdelijk), M.E.J. Haage (1943, Zwolle, St. Ger. Majella Steenwijkerwold) 1964: D.F. van Velzen (1938, Zutphen, RK Insula Deï Kweekschool Arnhem), P.H. Schunselaar (1942, Zwolle, St. Ger. Majella Steenwijkerwold), G.A.A Krüse-Roesink (1939 Borger, St, Ger. Majella Steenwijkerwold) 1965: J. Lorijn (1932 Arnhem, Rijkskweekschool Deventer), A.M.C. Spoelstra-Hulsenbek (1938, Deventer, Voorzienigheid Amsterdam), J.H. Willemsen (1941, Ommen, Voorzienigheid Steenwijkerwold) TABEL 2: Herkomst eerste leerlingen Bonifaciusschool van Zwolse r.k. lagere scholen. Een korte introductie: Al in 1857 werd door de Zusters van Liefde aan het Gasthuisplein (destijds Gesticht genoemd) onderwijs gegeven aan r.k. meisjes, terwijl r.k. jongens terecht konden op de St. Aloysiusschool op de hoek KoestraatPraubstraat. In tegenstelling tot het openbaar onderwijs was die stichting louter een privézaak en moest men voor alle kosten zelf opdraaien. Jongens betaalden meer schoolgeld dan meisjes. In 1889 kwam weliswaar een bezoldiging van rijkswege voor personeel af, maar voor gebouwen, leermiddelen en inventaris moest de school de eigen broekriem ophouden. Door de gelijkschakeling van openbaar en bijzonder onderwijs in 1922 waarvoor jaren strijd was geleverd (de bekende Schoolstrijd) was het mogelijk eigen scholen van r.k. signatuur te stichten. Ook Zwolle en de katholieke bevolking profiteerde maximaal van de nieuwe wet, want na 1922 kwamen ook de fraters van Tilburg naar Zwolle (Van Roijensingel 7) om extra hand- en spandiensten aan te bieden. Zusters en fraters domineerden decennia het katholieke onderwijs in de toen verzuilde samenleving, waarin het rijke roomse leven zijn intrede deed met kerk, school, gezin en eigen r.k. standsorganisaties als een eigen éénheid.
15
Alle aandacht ging weliswaar uit naar r.k. lagere scholen, maar zusters en fraters zagen ook kansen een begin te maken met het voortgezet onderwijs. De LO-wet van 1920 kende namelijk ook een paragraaf voor uitgebreid lager onderwijs (ULO) waarbij de bekostiging in feite identiek aan lagere scholen was. Zo ontstonden al de Theresia-ULO en St. Anna nijverheidsschool rondom het complex van de zusters aan de Vijfhoek, terwijl de fraters pionierden met de Antonius ULO aan de Grote Baan. In 1939 besloot het r.k. schoolbestuur “De Twee RK Parochiën van Zwolle” met daarin flink wat geestelijkheid vertegenwoordigd en mede door de penibele situatie van de gemeentefinanciën de lagere scholen parochiegewijs te verdelen. Kinderen konden zeven laarjaren (later acht) doorlopen op de jongensen meisjesschool van de eigen parochie. Vanouds behoorde zuid-west Zwolle aan de O.L. Vrouweparochie toe, terwijl noordoost Zwolle bij de H. Michaël kerkte. De scheidslijn lag tussen Zwartewater, Melkmarkt, Gasthuisplein en het Almeloos Kanaal. Zo kwam de school aan het Aa-plein (vroeger St. Jozef geheten) voor jongens van de Michaëlparochie beschikbaar met dezelfde schoolnaam als de patroonheilige. Meisjes konden terecht op de Irmgardisschool aan de Hofstraat (Dieze). Later zou daar ook de Franciscusschool in de buurt verschijnen (Molenkampsweg). De parochie van de Peperbus kende de H. Hartschool voor meisjes (zusters) en de St. Aloysiusschool voor jongens (fraters) die al decennia in dezelfde gebouwen vertoefden. Omdat ook Assendorp inmiddels een eigen parochie had, verschenen er hier de Mariaschool (Assendorperstraat) en Thomasschool (Bleekerstraat), waarbij deze jongensschool later verkaste naar de Assendorperdijk en als Sint Jozefschool verder ging In 1961 kwamen de eerste leerlingen van de Bonifaciusschool voor b.l.o. derhalve van de volgende r.k. lagere scholen uit stad en ommelanden (met tussen haakjes adres en schoolhoofd): - Mariaschool (Assendorperstraat 71, Zuster Dorothea, meisjes) - Michaëlschool (Aplein 7, Frater Wendelinus, jongens) - Jozefschool (Assendorperdijk 275-51, tijdelijk frater, jongens) - Franciscusschool (Molenkampsweg 19-11, G.F. Haaga, jongens) - Irmgardisschool (Hofstraat 16, F.J.M. Wiersma, meisjes) - H. Hartschool (Vijfhoek 7, Zuster Arsana, meisjes) - Radboudschool (Bachlaan, J.W.J. Schoonaard, jongens en meisjes) - Kerspelschool (Westenholte, van Mulkom, jongens en meisjes) - St. Jozef (Wythmen, Kroesenallee 23, A.J.H. Bisschop, jongens en meisjes) Uit omliggende plaatsen en parochies: Aloysiusschool Dalfsen (Zr. Louisa), H. Cyriacusschool Hoonhorst (J.A. Overmars), Onze Lieve Vrouweschool IJsselmuiden, Mgr. Zwijssenschool Kampen (Zr. Henrica meisjes, G.J. Leferink jongens), H. Jozefschool Hattemerbroek (W.H. van de Schepop), St. Andreasschool Hattem, H. Josefschool Wijhe (J.H. Teunissen), H. Nicolaasschool Lierderholthuis (A.G.B. Spit), H. Barnardusschool Ommen (J.H. Fikkert), H. Willibrordus Vilsteren (J.H. de Wit), H. Stephanusschool Meppel (S. Flapper), H. Nicolaasschool Vollenhove (V.H. Martens), H. Clemensschool Steenwijk (Th.C.A. Huis in ’t Veld), H. Gerardus Majella Steenwijkerwold (Zr. Aloysi). Mariaschool Ens (J. Huizinga), H. Bonifaciusschool Kraggenburg (H.H. Clerx) en Mariaschool Marknesse (J. v/d Bles)
16
In het kort Prullenbak Afgelopen 14 maart hadden ook wij van De Geert Groteschool onze jaarlijkse BHV cursus. De cursusplek was dit jaar voor ons op basisschool Sint Willibrordus te Vilsteren. Bij deze Cursus is zoals altijd ook het oefenen met het blussen van brandjes. Zo liepen wij over het schoolplein naar de oefenplek. Op het schoolplein stond onderstaande prachtige prullenbak die afgelopen jaar gewonnen was door de groep5/6 van De Willibrordusschool. Deze prullenbak willen wij ook op De Geert Groteschool!! Ik heb gebeld met De directeur van De Willibrordus. De directeur vertelde dat hij gewonnen was, maar dat ze er wel vanaf wilden omdat ze er geen plek voor hebben. Na over en weer wat mailen hebben wij hem gekocht en opgehaald. Hij staat nu prachtig bij ons op het schoolplein. De Willibrordus gaat met het geld iets moois kopen voor de kinderen om het buitenspel verder te stimuleren. Een prachtig voorbeeld van vraag en aanbod. Kunnen wij hier niet wat meer meedoen stichtingsbreed?
Ouderbetrokkenheid op De Vlieger Afgelopen week had De Vlieger een inhoudelijke ouderavond op het programma staan. We wilden onze ouders waar mogelijk nog meer betrekken bij de ontwikkeling van de school. Brainstormend met een werkgroep zijn we tot een invulling van de avond gekomen: we hebben verschillende workshops aangeboden waar ouders uit konden kiezen. De opening van de avond gebeurde door de directeur ( van de locatie) en de procesbegeleidster van HGW. Bij de opening maakten we de ouders deelgenoot van onze hernieuwde visie en missie als hart van de school en de systematische manier van Handelingsgericht Werken. Na de opening was het tijd voor de leerkrachten. Zij gaven workshops over de meest uiteenlopende onderwerpen zoals: Het Vliegerdictee ( hoe leert een kind spellen in groep 3), estafette lezen, CITO door de jaren heen, coöperatief werken enz. De opkomst van de avond was verrassend hoog (een derde van de ouders) en de volgende keer wordt dat vast nog hoger door de mond op mond reclame. We hebben als school alleen maar positieve reacties ontvangen! De enige klacht die we hoorden was: “we hadden nog wel meer workshops willen volgen”. Zulke positieve reacties zijn we op De Vlieger niet gewend, dus de Burgemeester Bijl leest voor op de Nicolaasschool in avond was een opsteker en een aanrader! Schoonebeek Willen jullie wat beeldmateriaal zien? Op de website van De Vlieger staan binnenkort korte sfeeropnamen, zie www.kbsdevlieger.nl Woensdag 18 januari was de start van de nationale voorleesdagen. Tal van bekendheden lezen dan in den lande voor. Bij ons kwam burgemeester Cees Bijl voorlezen. Eerst voor de kinderen van de onderbouw en daarna voor de kinderen van de bovenbouw. De kinderen vonden het heel leuk. Alle kinderen kregen ook ontbijt op school, vandaar dat de kinderen in pyjama waren. Na afloop mochten de kinderen ook nog vragen stellen aan de burgemeester. De burgemeester nam alle tijd om de vragen te beantwoorden. We zijn veel te weten gekomen over het werk van de burgemeester. Al met al een hele leuke morgen.
17
Colofon Uitgave: Dit personeelsblad is een uitgave van Catent, stichting voor katholiek onderwijs. De nieuwsbrief is bestemd voor alle medewerkers van Catent. Bezoekadres Rechterland 1, 8024 AH Zwolle Postadres: Postbus 290, 8000 AG Zwolle T 088 8508680 E
[email protected] W www.catent.nl Redactie Aanleveren kopij, vragen en opmerkingen over en bijdragen aan het personeelsblad kunt u mailen: @:
[email protected] Vormgeving Dorien Carlier Sluitingsdatum kopij nr. 6 22 juni 2012 Verspreidingsdatum nr. 6 Week 28
18