Beknopte nota Sociale zekerheid voor zelfstandige ondernemers Radio 2 Inspecteur Decaluwé 3oktober 2011
De sociale zekerheid bestaat enerzijds uit rechten en anderzijds uit plichten. Je betaalt dus sociale bijdragen en krijgt er de ziekteverzekering, pensioenrechten, kinderbijslag, ... voor terug. Als starter ben je verplicht uiterlijk de dag van je start aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Richt je ook een vennootschap op, dan heb je 90 dagen de tijd om die vennootschap aan te sluiten. De sociale bijdragen bedragen voor een zelfstandige ongeveer 22 % van het inkomen, tegenover ongeveer 50 % voor een loontrekkende. Daardoor krijg je ook wat minder terug, maar je kunt je aanvullend verzekeren (aanvullend pensioen, verzekering gewaarborgd inkomen, ...). Een goede sociale zekerheid is voor ondernemers heel belangrijk. Want ondernemers nemen risico’s die anderen niet nemen. Het komt erop aan de risico’s te beheersen en je zaak en gezin te beschermen bij ziekte of ongeval. Zenito Sociaal Verzekeringsfonds regelt perfect je wettelijk verplichte sociale zekerheid. Een aanvullend pensioen kan je een aanvullende en degelijke sociale bescherming op maat opbouwen.
Wie moet aansluiten? Iedereen die • • • • • • • •
is moet aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds.
Je wilt starten met een eenmanszaak of je wilt iemand anders helpen in zijn zaak. Je wilt je partner helpen in de zaak. Je bent mandataris, vennoot of vrije medewerker. Ook je vennootschap moet aansluiten. Ondernemen over de grenzen heen. Hoofdberoep of bijberoep? / Zelfstandig en een ander sociaal statuut? Oefen je een zelfstandige activiteit uit of ben je werknemer? Zelfstandige in combinatie met een ander beroep of sociaal statuut
Zelfstandige in hoofdberoep of in bijberoep? Enkel zelfstandigen die geen ander sociaal statuut hebben of die via dat statuut onvoldoende sociaal verzekerd zijn (bv. minder dan halftijds werknemer) worden als zelfstandigen in
hoofdberoep beschouwd. Merk wel op dat je een onderscheid moet maken tussen zelfstandige in hoofdberoep en meewerkende echtgenoot. Daarnaast kan je je zelfstandige activiteit ook naast je pensioen uitoefenen. Maar omdat je als gepensioneerde je inkomsten verplicht moet beperken en je al je sociale rechten reeds vrijwaart, wijken de regels grondig af. Oefen je naast je zelfstandige activiteit een beroep uit als loontrekkende of als ambtenaar, dan kan je doorgaans aangesloten worden als zelfstandige in bijberoep. Er gelden wel een aantal voorwaarden. Een zelfstandige in bijberoep betaalt geen of minder sociale bijdragen op voorwaarde dat het inkomen beperkt blijft. Om aangesloten te worden als zelfstandige in bijberoep moet je voldoen aan de volgende voorwaarden: Op kwartaalbasis gemiddeld minstens 50 % van een voltijds equivalent presteren. Zowel de eerste als de laatste werkdag van elk kwartaal door een contract gebonden zijn. Voldoe je daar niet aan, maar werk je in opeenvolgende kwartalen bij dezelfde werkgever, en voldoe je aan de eerste voorwaarde, dan kan je alsnog aangesloten blijven als zelfstandige in bijberoep Je bent zelfstandig en leerkracht Voor iedere werknemer of ambtenaar geldt in principe dat een tewerkstelling van minstens 50 % van een voltijds equivalent voldoende is om zich aan te sluiten als zelfstandige in bijberoep. Maar voor leerkrachten geldt in de meeste gevallen een afwijkende regeling: statutaire leerkrachten moeten aan een strengere regeling voldoen, het aantal gepresteerde uren van leerkrachten bij Syntra wordt op een bijzondere manier geteld. Je bent zelfstandig en geniet loopbaanonderbreking Indien je een zelfstandige activiteit wenst uit te oefenen in combinatie met loopbaanonderbreking als ambtenaar of statutair personeel van een overheidsbedrijf, moet je met een aantal zaken rekening houden: ben je contractueel of statutair aangeworven? Bij welke dienst of organisatie werk je (gewoon ambtenaar, onderwijzer, NMBS-personeel, ...)? Neem je voltijds loopbaanonderbreking? Deze vragen hebben niet alleen een invloed op de sociale bijdragen die je als zelfstandige zal betalen, maar ook op je statuut als werknemer en op je uitkering. In elk geval informeer je je best bij jouw personeelsdienst. Sommige ambtenaren mogen in geen enkel geval een zelfstandige activiteit uitoefenen, mogen een aantal activiteiten niet uitoefenen of hebben minder recht op loopbaanonderbreking. Bepaalde ambtenaren bij de fiscus bijvoorbeeld, mogen omwille van mogelijke belangenvermenging niet altijd een zelfstandige activiteit uitoefenen. Wens je informatie over de regeling voor statutaire personeelsleden van autonome overheidsbedrijven, dan raden we je aan contact op te nemen met jouw personeelsdienst en Zenito Sociaal Verzekeringsfonds. Met name bij de NMBS bestaan grote afwijkingen. Dit komt doordat de sociale bescherming er vaak reeds zeer groot is.
Je bent zelfstandig en geniet tijdskrediet Indien je een zelfstandige activiteit wenst uit te oefenen in combinatie met tijdkrediet, moet je met een aantal zaken rekening houden: hoe lang ben je al zelfstandige? Neem je voltijds tijdkrediet op? Geniet je een uitkering? Deze vragen hebben niet alleen een invloed op de sociale bijdragen die je als zelfstandige zal betalen, maar ook op jouw statuut als werknemer en op de uitkering. Indien je tijdskrediet combineert met een zelfstandige activiteit moet in de eerste plaats een onderscheid gemaakt worden tussen: tijdskrediet met behoud van uitkeringen en tijdskrediet zonder uitkeringen: Tijdskrediet met behoud van uitkeringen Het uitoefenen van een zelfstandige activiteit tijdens een periode van tijdskrediet met behoud van de onderbrekingsuitkeringen, is slechts mogelijk wanneer je gelijktijdig aan 2 voorwaarden voldoet: Je geniet een volledige onderbreking van de loopbaan. Je oefende jouw zelfstandige activiteit al gedurende minstens 12 maanden onmiddellijk voorafgaand aan jouw tijdskrediet uit. Voldoe je aan beide voorwaarden, dan kan je jouw uitkeringen gedurende maximaal 12 maanden combineren met je zelfstandige activiteit. Bovendien vrijwaar je je sociale rechten via je tijdskrediet en blijf je gedurende deze periode aangesloten als zelfstandige in bijberoep. Op de pagina "Een verandering in uw persoonlijke situatie" vind je meer informatie over de gevolgen van een omschakeling van bijberoep naar hoofdberoep. Je kan je tijdskrediet dus niet gebruiken om een zaak op te starten en tegelijk uitkeringen ontvangen! In dat geval zal je afstand moeten doen van je uitkering. Tijdskrediet zonder uitkeringen Tijdskrediet zonder uitkeringen is mogelijk. In dat geval blijf je beschermd tegen ontslag, maar zijn er gevolgen voor je sociaal statuut. Geniet je deeltijds tijdskrediet (= onvolledige onderbreking van uw normale arbeidstijd: 1/5 of halftijds) zonder uitkeringen, dan werk je vermoedelijk nog steeds minstens halftijds als loontrekkende. In dat geval bouw je via jouw gepresteerde uren als werknemer nog steeds sociale rechten op. Uiteraard zullen je pensioenrechten minder hoog zijn dan wanneer je voltijds zou werken. Toch kan je in dit geval aangesloten blijven als zelfstandige in bijberoep. Je nam voltijds tijdskrediet op en ontvangt geen uitkeringen, dan bouw je op geen enkele manier sociale rechten op in het stelsel der werknemers. Bijgevolg word je aangesloten als zelfstandige in hoofdberoep. Ook periodes deeltijds tijdskrediet zonder uitkeringen worden afgetrokken van de totale periode tijdskrediet waarop je recht hebt. Daarom kan je misschien beter overwegen je arbeidscontract aan te passen naar een deeltijds contract.
Je bent zelfstandig en geniet werkloosheidsuitkeringen Algemeen beschouwd is een combinatie van werkloosheidsuitkeringen met een zelfstandige activiteit niet mogelijk. Maar er bestaan uitzonderingen. Je bent reeds werkloos en wenst een zelfstandige activiteit te starten Ontvang je werkloosheidsuitkeringen en wens je een zelfstandige activiteit op te starten, dan zal je je uitkering verliezen zodra je daadwerkelijk start. Je wordt aangesloten als zelfstandige in hoofdberoep. Wie tijdens zijn werkloosheid een zelfstandige activiteit wenst voor te bereiden behoudt zijn uitkeringen wel, mits toestemming en onder voorwaarden. Het kan bijvoorbeeld gaan over het volgen van een opleiding, aanvragen van een ondernemingsnummer, ... Voor meer informatie kan je contact opnemen met de RVA of de VDAB. Je doet er in ieder geval goed aan om je bij de RVA of de VDAB te informeren over andere vormen van subsidies of toelagen.
Je wordt werkloos en oefent reeds een zelfstandige activiteit uit De belangrijkste voorwaarde om werkloosheidsuitkeringen te ontvangen is natuurlijk dat je uitkeringsgerechtigd bent. Meer informatie krijg je bij RVA of VDAB. Ben je uitkeringsgerechtigd en wens je een zelfstandige activiteit uit te oefenen, dan kan de RVA dit toestaan. De uitkeringen zal je nooit onbeperkt in de tijd kunnen behouden. Algemeen gesteld heb je toestemming nodig van de RVA. Iedere uitkeringsgerechtigde werkloze moet aan een aantal voorwaarden voldoen (bv. beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt). Maar wie de uitkeringen met een zelfstandig bijberoep wenst te combineren moet aan bijkomende voorwaarden voldoen. De beslissing van de RVA zal gebaseerd zijn op basis van de volgende criteria: • • •
•
Je was reeds gedurende minstens 3 maanden onmiddellijk voorafgaand aan het begin van de werkloosheid zelfstandige. Je hebt aangifte gedaan van je zelfstandig bijberoep. Je zelfstandige activiteiten wordt in het weekend uitgeoefend of op werkdagen tussen 18u ' s avonds en 7u ' s morgens. Op die manier blijf je beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Je bent niet actief in een beroep dat enkel en alleen na 18 u wordt uitgeoefend (bv. de horeca of vermaakondernemingen). Je bent ook geen leurder, verzekeringsagent of verzekeringsmakelaar. Je bent evenmin actief in de bouwsector.
Het zelfstandig inkomen heeft ook een invloed op de uitkering, er bestaat een zogenaamd cumulatieplafond. Het is niet omdat alle voorwaarden vervuld zijn dat je de uitkeringen met een zelfstandig bijberoep mag combineren. De directeur van de RVA kan op ieder moment oordelen dat je zelfstandige activiteit geen ‘bijkomstig karakter'meer heeft. Besteed je bijvoorbeeld te veel uren aan je zelfstandige activiteit of vindt hij jouw inkomen te hoog, dan kan hij je de werkloosheidsuitkering ontzeggen. Wat te veel uren of te hoge inkomsten zijn is niet wettelijk bepaald. De RVA-directeur neemt een autonome beslissing.
Tijdelijke werkloosheid Voor tijdelijke werkloosheid gelden dezelfde regels als voor gewone werkloosheid. Maar wie zich in tijdelijke werkloosheid bevindt, geen uitkering ontvangt en reeds zelfstandige is, kan toch zijn aansluiting als zelfstandige in bijberoep behouden. Hierop bestaat één uitzondering: start je je zelfstandige activiteit tijdens de tijdelijke werkloosheid, dan zal je aangesloten worden als zelfstandige in hoofdberoep. Neem contact op met de RVA of de VDAB voor meer informatie over de uitkeringen.
Student aansluiten voor zelfstandige activiteit?
Oefen je als student een zelfstandige activiteit uit, dien je je aan te sluiten als zelfstandige in hoofdberoep. Maar er zijn uitzonderingen. Een student die een zelfstandige activiteit uitoefent, moet een ondernemingsnummer aanvragen en zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds, dit kan bij Zenito Ondernemingsloket. In principe sluit je je aan als zelfstandige in hoofdberoep, aangezien dit je enige loontrekkende activiteit is. Als student kan je echter gelijkgesteld worden met bijberoep indien je rechten opent op kinderbijslag (tot 25 jaar) en je inkomen uit de zelfstandige activiteit beperkt is. De bijdragen die dan betaald moeten worden, liggen heel wat lager dan het algemene statuut van zelfstandige in hoofdberoep. Studenten kunnen dan aansluiten onder het statuut art. 37 (Speciaal bijdrageregime voor zelfstandigen met geringe beroepsinkomsten) zolang ze geen 25 jaar oud zijn en • • •
ofwel voltijds onderwijs volgen (minstens 27 studiepunten per jaar). ofwel een stage doormaken om benoemd te worden in een openbaar ambt. ofwel een verhandeling bij het einde van hogere studiën voorbereiden.
Bovendien mag de student die beroep wenst te doen op het statuut art. 37 op kwartaalbasis tijdens het eerste, tweede en vierde kwartaal nooit meer dan 240 uren beroepsactief zijn. Tijdens de zomervakantie geldt de arbeidsduurbeperking niet, tenzij men in dat kwartaal de studies beëindigt (vakantiejob). Deze voorwaarden komen overeen met de voorwaarden om kinderbijslaggerechtigd te zijn. Maar er hoeft niet gecontroleerd te worden of er effectief kinderbijslag uitbetaald wordt. Het inkomen speelt in principe geen rol bij de controle of een student onder het statuut van art. 37 aangesloten kan worden. Maar het aantal gepresteerde uren is bij een zelfstandige moeilijk te controleren. Daarom wordt door de kinderbijslagfondsen een administratieve praktijk gehanteerd waarbij een student die meer verdient dan de vrijstellingsgrens art. 37, geacht wordt meer dan 40 uren per kwartaal te werken. De student kan dit vermoeden weerleggen aan de hand van bijvoorbeeld facturen, aanwezigheidslijsten, …
Statuut combinatie student/freelance journalist Ben je student en wil je freelance journalist worden, dan geldt deze activiteit als hoofdberoep. Je kunt dit als bijberoep registreren mits je een voltijdse opleiding volgt en jonger bent dan 25 jaar. Er geldt een verplichting tot het aanvragen van een zelfstandig statuut. In combinatie met het student zijn geldt de freelance activiteit als hoofdberoep. Dit kan als bijberoep geregistreerd worden mits het volgen van een voltijdse opleiding en jonger zijn als 25 jaar. Een vrijstelling van sociale bijdragen is mogelijk indien de opbrengsten als freelancer op jaarbasis minder zijn als 1.308,18 (inkomsten 2009). Bij stopzetting van de studies gaat het statuut van bijberoep automatisch over naar hoofdberoep, indien men minder dan halftijds werkt als werknemer, met bijkomende gevolgen op het sociale statuut. Als freelance journalist is geen btw-nummer vereist indien gewerkt wordt met een ‘contract van uitgave’, wat zowel mondeling als schriftelijk mag vastgelegd zijn. Een ondernemingsnummer is dan evenmin nodig. In andere gevallen valt men wel onder de btw-wetgeving en is men 6% verschuldigd. Voor commerciële teksten (zowel print als internet) geldt een btw-tarief van 21%.
Occasionele activiteit: hobby of beroepsactiviteit? Een werknemer met een passie voor fotografie krijgt af en toe een aanbod voor een fotoopdracht. Een kaderlid geeft naast zijn loontrekkende activiteit af en toe voordrachten voor fotografen. Een werkzoekende krijgt eenmalig het aanbod een website te ontwerpen. Worden deze activiteiten beschouwd als zelfstandige beroepsactiviteiten? Men moet hier het onderscheid maken tussen een winstgevende bezigheid met beroepskarakter en een occasionele of toevallige verrichting zonder beroepskarakter. Als het gaat om een occasionele activiteit zonder beroepskarakter, dan gaat het niet om een zelfstandige activiteit. Dit onderscheid is niet altijd eenduidig te bepalen en is in de praktijk vaak voor discussie vatbaar. Het is vooral de fiscus en de RSVZ die dit gaat beoordelen aan de hand van volgende criteria: •
de frequentie van de verrichtingen
en wanneer ze zich over verscheidene jaren uitstrekken •
het aantal gestelde handelingen
•
de onderlinge verbondenheid
•
de aard en de (snelle) opeenvolging van de gedane verrichtingen
•
de belangrijkheid van de verrichtingen
•
de organisatie die ze impliceren
•
de omstandigheid waarin ertoe is overgegaan
eventueel met behulp van ontleende gelden •
een samenwerking tussen twee of meer personen
•
het feit dat een nevenactiviteit nauw verband houdt met de hoofdactiviteit van de betrokken belastingplichtige of in het verlengde van diens beroepsactiviteit ligt.
Hoe meer van deze elementen aanwezig zijn, hoe groter de kans op het bestaan van een beroepsactiviteit in fiscale zin. In de praktijk zijn vooral de criteria regelmaat, frequentie en aantal handelingen belangrijk.
Voorbeelden uit de praktijk Een loontrekkende die één of twee keer per jaar het woord voert op een seminarie, hoeft zich niet meteen zorgen te maken. Wel zal de fiscus er op letten dat de activiteit niet op regelmatige basis plaatsvindt én dat zij niet al te sterk in verband staat met de hoofdactiviteit van de loontrekkende. Voor de werknemer met een passie voor fotografie, die éémalig een opdracht aanvaardt, is er meestal ook geen probleem. Het bedrag dat bovenop of naast het eigenlijke loon wordt verdiend, speelt geen enkele rol. Maar wie wel de aandacht van de fiscus op zijn hals haalt, is de belastingambtenaar die vaak artikels schrijft voor fiscale of boekhoudkundige vakbladen of die een graag geziene gastspreker is op fiscale seminaries. We willen nog benadrukken dat de hierboven beschreven situaties voor discussie vatbaar zijn. De uiteindelijke beslissing zal afhangen van de specifieke situatie én van het waarderingsoordeel van de controleur in kwestie.
Fiscale verwerking van de occasionele activiteit De inkomsten uit de occasionele activiteit moeten aangegeven worden bij de fiscus. Dit kan onder de rubriek “Diverse inkomsten” van de aangifte, deze worden belast aan 33% tenzij de marginale belastingvoet lager ligt. In dit geval wordt de marginale belastingvoet genomen. Wat als de activiteit geen occasionele activiteit blijkt te zijn? De fiscus of de RSVZ kunnen het occasioneel karakter van de activiteit betwisten als het niet aan de voorgenoemde criteria voldoet. Men kan hiertegen in verweer gaan en argumenteren waarom het toch een occasionele activiteit zou zijn. Als er in overleg of na rechtspraak beslist wordt dat het niet om een occasionele activiteit gaat, dan wordt het diverse inkomen geherkwalificeerd als beroepsinkomen. Herkwalificering De herkwalificering tot beroepsinkomen heeft een aantal gevolgen. Zo zal de belasting op het beroepsinkomen meestal hoger zijn dan deze op de diverse inkomsten. Ook zal het RSVZ eventueel verschuldigde sociale bijdragen eisen op de inkomsten (vermits het nu gaat om een zelfstandige activiteit). Dit zal met terugwerkende kracht gebeuren, als blijkt dat ook deze activiteiten niet occasioneel waren. Concreet zal men zich dan moeten aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en eventueel sociale bijdragen en een boete betalen. Bij herkwalificering, en indien het gaat om een bijberoep, zal enkel een sociale bijdrage verschuldigd zijn indien de beroepsinkomsten na aftrek van de kosten meer bedragen dan het wettelijk plafond.
De boetes kunnen eventueel worden kwijtgescholden als u argumenteert dat u in de overtuiging was dat het ging om een occasionele activiteit. In bepaalde gevallen zal dit aanvaard worden door het RSVZ. Hoe verreken ik de kosten van mijn prestatie? Kan ik facturen of onkostennota’s opmaken? Als het gaat om een occasionele activiteit, en u dus niet beschikt over een commerciële of BTW hoedanigheid kan u geen facturen opmaken. Wel kan u een onkostennota opmaken waarin u uw prestatie omschrijft en het bedrag weergeeft. Hier bestaan geen vormvereisten voor. Het gaat steeds om een bedrag zonder BTW, vermits u niet btw-plichtig bent. Met deze onkostennota kan het bedrijf dat beroep doet op u, deze kost inbrengen in zijn boekhouding. Bij het invullen van de belastingen stuurt hij dan een fiche 281.50 naar de belastingadministratie én naar de persoon die de occasionele activiteit uitgevoerd heeft. Op deze manier kan de belastingadministratie nagaan of u deze inkomsten wel aangegeven heeft.
Het uitvoeren van een occasionele activiteit als werkzoekende uitkeringsgerechtigde werkloze Ook een werkzoekende werkloze kan, mits toelating van de RVA, een occasionele activiteit uitvoeren onder dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven. Wel moet men dan op de stempelkaart het vakje voor de dag waarop men dan de prestatie levert aankruisen. Dit moet gebeuren voor aanvang van de activiteit. Men ontvangt dan voor die dag(en) geen uitkering.
Meer info over starten met een eigen zaak, zelfstandige ondernemer worden en uw sociale zekerheid als zelfstandige ondernemer kan u terecht bij één van de 23 regionaal UNIZO kantoren en de Zenito ondernemingsloketten: http://www.unizo.be/uwzaakstarten/ http://www.zenito.be/nl