rijksdienst voor sociale zekerheid
Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten: derde kwartaal 2011
rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling van Sociale Zekerheid
Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten: derde kwartaal 2011
Studenten tewerkgesteld met een schriftelijke overeenkomst voor studenten en enkel onderworpen aan de solidariteitsbijdrage
Inhoudstafel
Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 I.
Algemeenheden over de tewerkstelling van studenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 A. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 B. Verplichte stage tijdens de studies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 C. Jongeren onderworpen aan de leerplicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 D. Alternerende tewerkstelling en opleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 E. De arbeidsovereenkomst voor studenten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
II.
Tewerkstelling van studenten met een studentenovereenkomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 A. Vrijstelling van onderwerping aan de sociale zekerheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 B. Bijzondere solidariteitsbijdrage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
III.
Statistiekeenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 A. Arbeidsplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 B. De student-werknemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 C. De bezoldigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 D. De bezoldigde dagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
IV.
Classificatiecriteria . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
V.
Bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
VI.
Tabellen Overzicht Tabel 1: Niet onderworpen studentenarbeid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Belang van studentenarbeid Tabel 2: Aantal arbeidsplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Tabel 3: Lonen (in duizend EUR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Tabel 4: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Indeling naar dimensie van de werkgever Tabel 5: Aantal arbeidsplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Tabel 6: Lonen (in duizend EUR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Tabel 7: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Indeling naar activiteitstak (NACE-BEL code) (NACE 2008) Tabel 8: Aantal arbeidsplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Tabel 9: Lonen (in duizend EUR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Tabel 10: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Indeling volgens de plaats van de hoofdzetel van de werkgever Tabel 11: Aantal arbeidsplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Tabel 12: Lonen (in duizend EUR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Tabel 13: Aantal bezoldigde dagen (in duizenden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Tewerkgestelde studenten Tabel 14: Indeling naar persoonskenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Voorwoord
Het Koninklijk Besluit van 10 november 2005 (BS van 30 november 2005) staat toe dat het systeem van de solidariteitsbijdrage van de 23 dagen studentenarbeid tijdens de zomermaanden (juli, augustus en september) wordt uitgebreid naar het ganse kalenderjaar. Het Koninklijk Besluit is in voege getreden vanaf 1 juli 2005. In 2005 werden twee reeksen tabellen in één brochure opgenomen: één reeks bevat de gegevens voor het derde kwartaal, de derde reeks de gegevens voor het vierde kwartaal. De omstandigheden, vooral de grote interesse naar de kwartaalgegevens voor 2006, hebben ons doen besluiten om van de brochure vanaf 2006 een kwartaalbrochure te maken. De omstandige uitleg van de nieuwe reglementering vindt u verder in de inleidende tekst onder titel II: Tewerkstelling van studenten met een studentenovereenkomst. Hier, meer dan elders, moeten we waarschuwen voor het relatieve karakter van de gepresenteerde gegevens: er is tijd nodig om de controles te kunnen doen of de jongeren die in dit stelsel werden tewerkgesteld aan de voorwaarden voldoen om hen uit te kunnen sluiten van het toepassingsgebied van de sociale zekerheid van de bezoldigde werknemers en bijgevolg enkel te onderwerpen aan het systeem van de solidariteitsbijdrage. Op het moment dat de brochures verschijnen, zijn die controles nog niet altijd afgerond.
Studenten tewerkgesteld met een schriftelijke overeenkomst voor studenten en enkel onderworpen aan de solidariteitsbijdrage in het derde kwartaal 2011
I.
Algemeenheden over de tewerkstelling van studenten A.
Inleiding De arbeidsprestaties van jongeren gedurende hun studieperio de vormen een complexe realiteit omdat de arbeidsverhoudingen met de werkgever van verschillende aard kunnen zijn. Sommigen zijn onderworpen aan het volledig stelsel van de sociale zekerheid, voor bepaal de categorieën is er een beperkte onderwerping aan de socia le zekerheid, voor andere groepen is de onderwerping aan de sociale zekerheid dan weer niet vereist. Daarom blijkt het moeilijk om alle vormen van tewerkstelling van deze jongeren in kaart te brengen.
B.
Verplichte stage tijdens de studies In bepaal de studiecyclussen maakt een onbetaal de stage bij een bepaal de werkgever of be drijf deel uit van het studiepro gramma. Indien deze ver plichte stages niet bezoldigd zijn, gaan ze niet ge paard met een onderwerping aan de so ciale zekerheid. De RSZ be schikt niet over sta tistische informatie over deze “stages”.
C.
Jongeren onderworpen aan de leerplicht Met leerplicht wordt een periode van 12 jaar bedoeld, die aanvangt met het schooljaar dat begint in het jaar waarin de leeftijd van 6 jaar wordt bereikt en dat eindigt op het einde van het schooljaar in het jaar waarin de leeftijd van 18 jaar wordt bereikt. De leerplicht is in principe voltijds tot de leeftijd van 16 jaar bereikt is, maar er mag ook al in het systeem van de deel tijd se leerplicht gestapt wor den op 15-ja rige leeftijd als ten 1 minste de eerste twee jaar van het middelbaar onderwijs afgewerkt zijn ( ). Minderjarigen die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht hebben de keuze tussen: ¾ het secundair onderwijs met volledig leerplan verder zetten; ¾ een leerovereenkomst sluiten; ¾ onderwijs volgen met beperkt leerplan. In de laat ste 2 geval len bestaat er een band met de so ciale zekerheid van de werk nemers.
1.
Leerovereenkomst Minderjarigen die hun voltijdse leerplicht hebben beëindigd, kunnen een industriële 2 leerovereenkomst ( ), een erkende leerovereenkomst sluiten of tewerkgesteld worden met een overeenkomst voor sociopro fessionele inschakeling die erkend is door de gemeenschappen en gewesten in het kader van het secundair onderwijs met be-
(1) (2)
Wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht (BS van 6 juli 1983) Wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen uitgeoefend door arbeiders in loondienst (BS van 31 augustus 1983).
perkt leer plan. De on derwerping aan de so ciale zekerheid van deze leer lingen is beperkt tot de regelingen van jaarlijk se vakantie, beroepsziekten en arbeidsongeval len. Wanneer de leerlingen een beroep van intellectuele aard aanleren, dient de werkgever hen recht streeks het va kantiegeld te be talen en is hij dus aan de RSZ geen bijdragen verschuldigd voor jaarlijkse vakantie. De beperking tot de aangeduide regelingen geldt slechts tot 31 de cember van het ka lenderjaar waarin ze 18 jaar worden. Vanaf 1 januari van het volgende jaar (het jaar waarin ze 19 worden) val len zij onder alle regelingen zoals een gewone werknemer. Deze beperkte onderwerping maakt het mo gelijk om deze leer lingen in de statistieken van de so ciale zekerheid af te zonderen. Zij wor den echter samengevoegd met de per sonen die gebonden zijn door een stageovereenkomst in het kader van de opleiding tot ondernemingshoofd afgesloten overeenkomstig de reglementen betreffende de voortdurende vorming van de middenstand, de leerlingen met een overeenkomst voor socioprofessionele inschakeling die erkend is door de gemeenschappen en gewesten en de stageairs met een beroepsinlevingsovereenkomst, voor wie dezelfde beperkte verzekeringsplicht geldt met inbegrip van de leeftijds grens. 2.
Deeltijdse leerplicht en deeltijdse arbeid De jongeren die kie zen voor deel tijds on derwijs kunnen tewerkgesteld wor den in het kader van een arbeidsovereenkomst en tezelfdertijd een verplicht beperkt leerplan blijven volgen. De leerplichtigen zijn onderworpen aan alle regelingen, met uitzondering van de regeling van rust- en overlevingspensioenen. Omwille van de beperkte onderwerping aan de sociale zekerheid, beschikt de RSZ eveneens over statistische informatie betreffende de deeltijds leerplichtigen.
D.
Alternerende tewerkstelling en opleiding De regeling voor alternerende tewerkstelling en opleiding (vroeger ingesteld door 3 het KB nr. 495 ( )) is nu volledig geïntegreerd in de startbaanovereenkomsten. De over gangsregeling voor de contracten van vóór 2004 is sinds het eerste kwartaal 2007 volledig uitgedoofd.
E.
De arbeidsovereenkomst voor studenten Gedurende de periode van hun studie en afgezien van de gevallen die hierboven besproken werden, kunnen de studenten een activiteit uitoefenen zowel tijdens als buiten de schoolvakanties. De arbeidsovereenkomst voor studenten is een verplicht sociaal document. De wet inzake arbeidsovereenkomsten bepaalt de aard van de arbeidsbetrekking met de werkgever (gewone overeenkomst van arbeider, van bedien de, van dienst bo de, van han dels ver te gen woor di ger, ar beids over eenk omst voor de tewerkstelling van studenten, die naast al gemene regels die ook op gewone contracten van toepassing zijn, specifieke regels voor dit soort contracten bevat) en voorziet een aantal bijzondere bepalingen zoals o.a. voor nachtarbeid en verboden activiteiten. Elke tewerkstelling van een student moet in prin cipe gepaard gaan met een onderwerping aan de sociale zekerheid, waarbij zowel de werkgever als de werknemer bij dragen betalen. Er bestaan echter enkele uitzonderingen op dit algemeen principe,
(3)
KB nr. 495 van 31 december 1986 tot uitvoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling en opleiding voor de jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de socialezekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van deze jongeren (BS van 23 januari 1987) en volgende teksten.
waarvan sommige betrekking hebben op alle werknemers en andere slechts van toe passing zijn op studenten. Deze uitzonderingen slaan op: ¾ de werknemers (dus ook de studenten) die occasionele arbeid verrichten: het betreft de arbeid verricht in de huishouding van de werkgever of van zijn gezin voor zover de totale wekelijkse arbeidsduur niet meer dan acht uur bedraagt, bij één of verschillende werkgevers; ¾ de werknemers (dus ook de studenten) die, onder bepaalde voorwaarden, tewerkgesteld zijn als animatoren van socio-culturele en sportieve activiteiten ten belope van maximum 25 dagen per jaar; ¾ de werknemers (dus ook de studenten) die tewerkgesteld zijn als occasionele handarbeiders in de sectoren van de landbouw en de tuinbouw (plukken van tabak en hop, kuisen en sorteren van teenwilgen) gedurende welbepaalde periodes van het jaar; ¾ de studenten die een stage doorlopen die voorzien is in hun studiepakket (zie B.); ¾ de studenten die maximum 23 dagen tijdens de zomervakantie en maximum 23 dagen in de andere kwartalen van het jaar tewerkgesteld zijn (zie verder). Alhoewel de studenten die tij dens of bui ten het school- of aca demiejaar te werkgesteld worden, behalve de voorziene uitzonderingen, bij de RSZ dienen aangegeven te worden, bestaat er geen statistische informatie die specifiek betrekking heeft op de op die manier omschreven werkende studenten. Wat de aang ifte bij de RSZ be treft, worden deze “studenten-werknemers” niet onderscheiden van de andere werknemers van de on derneming. Wanneer er bo vendien geen onderwerping is, is er mo menteel geen kwartaalaangifte bij de sociale zekerheid. De huidige wettelijke bepalingen maken echter wel mogelijk om statistieken te maken specifiek toegespitst op de studenten die aan alle voor waarden vol doen van een tewerkstelling met een schriftelijke over eenkomst voor studenten die hier na beschreven worden.
II.
Tewerkstelling van studenten met een studentenovereenkomst A.
Vrijstelling van onderwerping aan de sociale zekerheid Het kalenderjaar wordt opgedeeld in twee periodes: de maanden juli, augustus en september (het der de kwartaal) wor den apart beschouwd van de an dere kwartalen samen. De studenten die werken in het kader van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor studenten vallen buiten de toepassing van de sociale zekerheid indien volgende voorwaarden tezelfdertijd vervuld zijn: ¾ tijdens het derde kwartaal wordt de werknemer niet meer dan 23 kalenderdagen tewerkgesteld; ¾ tijdens de overige maanden van dat kalenderjaar wordt hij ook niet meer dan 23 dagen tewerkgesteld, en dit enkel tijdens periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen. Onder periodes van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen wordt verstaan, de periodes waarbinnen een bepaalde student geacht wordt de lessen of activiteiten te volgen aan de onderwijsinstelling waaraan hij verbonden is. Hij mag dus niet werken op de momenten dat hij geacht wordt cursussen of andere activiteiten te volgen. De telling gebeurt per kalenderjaar ongeacht of de studentenovereenkomst het kalenderjaar overschrijdt. De tellers worden dus elk kalenderjaar op 0 gezet.
Elke over schrijding van de 23 da gen, ongeacht of deze gebeurt tij dens de va kantiemaanden of tij dens de rest van het jaar, heeft tot gevolg dat de tewerkstelling bij de werkgever waar de overschrijding gebeurt volledig onderworpen is, met inbegrip van de pres taties die de stu dent reeds bij die zelfde werkgever tij dens dat ka lenderjaar zou hebben verricht. Elke tewerkstelling die hij na de overschrijding nog zou aanvatten, al dan niet bij dezelfde werkgever, is eveneens onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdra gen voor werk nemers en heeft tot gevolg dat ook pres taties die vóór de overschrijding bij die werkgever werden verricht, onderworpen worden. In de onderrichtingen aan de werkgever is een tabel opgenomen die de verschillende situaties il lustreert wanneer een student al dan niet vol doet aan de voor waarden, in dit geval bij een tewerkstelling bij tot maximaal drie werk gevers. We nemen deze tabel hieronder over.
1e en 2e kwartaal
vakantiemaanden (3e kwartaal)
4e kwartaal
aantal dagen in het systeem van solidariteitsbijdrage
> 23 dagen bij A
-
-
0
23 dagen bij A en 1 dag bij B
-
-
23 dagen (bij A)
23 dagen bij A
23 dagen bij A
-
46 dagen
23 dagen bij A
> 23 dagen bij A
-
0
23 dagen bij A
> 23 dagen bij B
-
23 dagen (bij A)
23 dagen bij A
23 dagen bij B en 1 dag bij C
-
23 dagen (bij A) en 23 dagen (bij B)
23 dagen bij A
23 dagen bij B
1 dag bij A
23 dagen (bij B)
23 dagen bij A
23 dagen bij B
1 dag bij C
23 dagen (bij A) en 23 dagen (bij B)
-
23 dagen bij A
23 dagen bij A
46 dagen
-
23 dagen bij A
> 23 dagen bij B
23 dagen (bij A)
-
23 dagen bij A
> 23 dagen bij A
0
-
> 23 dagen bij A
1 dag bij A
0
-
> 23 dagen bij A
1 dag bij B
0
-
23 dagen bij A en 1 dag bij B
1 dag bij A
0
-
23 dagen bij A en 1 dag bij B
23 dagen bij C
23 dagen (bij A)
Wanneer een werkgever met een student een over eenkomst voor studenten kan sluiten, moet hij dit ook doen. Wanneer de student daarenboven voldoet aan de criteria voor niet-onderwerping mits een solida riteitsbij drage, wordt de werkgever geacht van dit sys teem gebruik te maken. Studenten die reeds minstens 6 maanden onafgebroken bij dezelfde werkgever werken, worden voor hun tewerkstelling bij deze werkgever als ge wone werknemers beschouwd. Eenmaal dat men deze dienstanciënniteit bij een werk gever heeft op gebouwd, blijft die voor de vol gende ja ren gelden en kan men bij deze werkgever geen overeenkomst voor studenten meer sluiten.
B.
Bijzondere solidariteitsbijdrage 4
De sinds 1997 op de bezoldiging verschuldigde solida riteitsbij drage ( ) die tijdens het derde kwartaal geïnd wordt blijft bestaan. Deze solidariteitsbijdrage bedraagt in totaal 7,5% van de be zoldiging van de stu dent (tegen 100% zowel voor de hand- als de hoofd arbeiders); 5% valt ten laste van de werk gever en 2,5% ten laste van de stu dent. Voor de studentenarbeid tij dens de rest van het kalenderjaar die vol doet aan de voor waarden is ook een solidariteitsbijdrage verschuldigd, maar die bedraagt in dit geval 5 in totaal 12,5% (8% ten laste van de werkgever en 4,5% ten laste van de stu dent) ( ). Daarnaast is ook de bijdra ge voor het Asbestfonds (0,01%) verschuldigd. Deze solida riteitsbij drage geeft aan de student echter geen enkel recht inzake sociale zekerheid. Deze solida riteitsbij drage wordt op een specifieke manier aangegeven bij de RSZ. Deze afzonderlijke aangifte biedt de mogelijkheid om statistieken op te stellen voor deze groep van studenten. De tabellen die in deze brochure voorgesteld worden, betreffen dus enkel de studenten tewerkgesteld bij werkgevers die onder de RSZ ressorteren, en die enkel onderwor pen zijn aan de solida riteitsbijdrage.
III. Statistiekeenheden A.
De arbeidsplaats Het aantal ar beids plaat sen wordt be komen door het tel len per werkgever van het 6 aantal tewerkgestelde studenten gedurende het kwartaal ( ). Studenten die gedurende het kwartaal bij meerdere werkgevers gewerkt hebben, worden meerdere keren geteld. Het verschil tussen het aantal arbeidsplaatsen en het aantal tewerkgestelde studenten (zie hieronder) is volledig hieraan te wijten.
B.
De student-werknemer 6
De telling van het aantal tewerkgestelde studenten gedurende het kwartaal ( ) be rust op het elimineren van dubbeltel lingen als gevolg van eventuele meerdere prestaties van een en dezelfde persoon. Dit is mogelijk dankzij het identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ-nummer) van elke per soon. In de meeste geval len is dit het rijksregisternummer. Wanneer dit ontbreekt gebeurt de identificatie via hulpbestan den die beheerd worden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. In tegenstelling tot de klassieke tewerkstellingsstatistieken, kan er in dit kader geen belangrijkste tewerkstelling bepaald worden en is er dus ook geen koppeling mogelijk aan werkgeverskenmerken.
(4)
(5) (6)
KB van 23 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een solidariteitsbijdrage op de tewerkstelling van studenten die niet onderworpen zijn aan het stelsel van sociale zekerheid van de werknemers, met toepassing van artikel 3, §1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie (BS van 31 december 1996), gewijzigd bij KB van 8 augustus 1997 en bij de Wet van 11 juli 2005. KB van 10 november 2005 tot wijziging van de artikelen 17bis en 24 van het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 (BS van 30 november 2005). En niet op het einde van het kwartaal.
C.
De bezoldigingen De lonen zijn deze die zouden onderhevig geweest zijn aan de be rekening van de bij dra gen voor so ciale zekerheid indien die stu dent niet zou vol doen aan de wettelijke en reglementaire voorwaarden voor de betrokken periode. Het zijn brutolonen, onverminderd voor eventuele fiscale lasten.
D.
De bezoldigde dagen De notie bezoldigde dag bevat naast de effectief gepresteerde da gen ook nog de volgende elementen: ¾ de niet gepresteerde dagen waarvoor een verloning betaald is die onderhevig is aan de berekening van de bijdragen. Dit omvat onder meer de wettelijke feestdagen en compensatiedagen hiervoor, de dagen kort verzuim, wettelijke en bijkomende vakantiedagen voor bedienden; ¾ de dagen inhaalrust andere dan de inhaalrust voor het bouwbedrijf. Deze bezoldigde dagen worden aangegeven als volledige dagen met toepas sing van het principe dat elke begonnen dag voor een vol ledige dag telt, on afgezien van de duur van de prestaties.
IV. Classificatiecriteria Aan de ar beids plaats die de student inneemt kan het statuut, arbeider of bediende, toegekend worden. Het aantal werkgevers en arbeidsplaatsen, de lonen en het aan tal bezoldigde dagen wordt in tabel 1 tot 7 onderverdeeld in privé-sector enerzijds en overheidssector anderzijds. De opsplit sing tussen privé- en over heidssector is soms zeer de licaat; bo vendien, een verhoging of een verlaging vastgesteld in één sector is niet noodzakelijk te wij ten aan een vermindering of een vermeerdering van het per soneel binnen de sector, maar kan ook het gevolg zijn van het overgaan van een aan tal werkgevers van de privé- naar de overheidssector en vice ver sa. Voor al de laatste jaren zijn hiervan verschillende voorbeelden terug te vinden (o.a. privati seringen, verzelfstandi ging filialen, ...). Verder wordt in de eerste tabel een onderscheid gemaakt tussen werkgevers die uit sluitend studenten in dienst heb ben en werkgevers die, naast studenten, ook andere werknemers tewerkstellen. De overige statistische tabellen combineren diverse classificatiecriteria zoals het geslacht en de hoe danigheid van de werk nemer, de aard van de economische bedrijvigheid, de lo catie, de di mensie van de werk gevers en de be langrijkheid van het be roep doen op studentenarbeid. Het belang van de stu dentenarbeid wordt in tabel 2, 3 en 4 geïllustreerd. De aantallen, de lo nen en de bezoldigde da gen zijn er weergegeven in functie van het glo bale aantal studenten waarop de werk gever al dan niet tegelijkertijd een be roep doet tijdens het betrokken kwartaal. De hier voor ge bruikte dimensieklas sen worden aangeduid door een letter (van A tot I). Daar entegen worden in tabel 5, 6 en 7 het aantal arbeidsplaat sen, hun lonen en bezol digde dagen weergegeven in functie van het aantal aan de sociale zekerheid onder worpen werknemers die op het einde van het kwar taal te werkgesteld wa ren. De hiervoor ge bruikte dimensieklassen worden aangeduid door een cij fer (van 1 tot 9).
De dimensieklassen die ge hanteerd wor den van A tot I (van 1 tot 9) omvatten de werkgevers met respectievelijk minder dan 5 studenten (werknemers), 5 tot 9 studenten (werknemers), 10 tot 19 studen ten (werknemers), 20 tot 49 studen ten (werknemers), 50 tot 99 studen ten (werknemers), 100 tot 199 studen ten (werknemers), 200 tot 499 studen ten (werknemers), 500 tot 999 studen ten (werknemers) en 1.000 of meer studenten (werknemers) in dienst. De indeling naar economische activiteitstak (tabel 8 tot 10) geschiedt vol gens de al ge me ne sys te ma ti sche be drijfs in de ling in de Eu ro pe se Ge meen schap pen, de NACE-Bel. Iedere werkgever is ondergebracht in een bepaal de klasse volgens zijn economische activiteit. De indeling van de werknemers geschiedt volgens de classificering van de werkgever waarbij zij tewerkgesteld zijn; het beroep dat zij daar uitoe7 fenen maakt hier nooit het voor werp uit van eni ge statistische waarneming ( ). De tabellen tonen respectievelijk de aantallen, de lonen en de bezoldigde werkdagen van de studenten in functie van deze economi sche activiteits takken. De geografische spreiding, waarbij het bestuurlijk arrondissement als criterium 8 geldt, is de plaats van de hoofdzetel van de onderneming ( ). Het is dus niet de effectieve werkplaats waar de arbeid vervuld wordt. Deze gegevens worden gepresenteerd in ta bel 11, 12 en 13. Tabel 14 geeft ook een geografische spreiding, maar dan wel naar woon plaats van de werknemer, gekruist met een indeling naar geslacht en leeftijdsklasse. We herinneren eraan dat het hier een telling van personen is.
V.
Bijzonderheden De gegevens worden in deze brochure op genomen zoals ze door de werkgever ver meld zijn op de kwartaalaangifte. Het is de situatie op 7 maan den na het ver strijken van het kwartaal. De reglementering met betrekking tot de studentenarbeid is vrij gecompliceerd en stelt de con trolediensten van de RSZ voor vrij gro te prak tische pro blemen. De controle of een student nog in de re geling valt die hem uitsluit van het stel sel van de bezoldigde werknemers ligt immers in de eerste plaats bij de werkgever zelf op het mo ment dat de studentenovereenkomst aangegaan wordt. Deze werkgever moet meestal nood gedwongen voort gaan op de verklaring van de werk nemer zelf: hij beschikt in de prak tijk immers niet over een af doend mid del om het pro fessionele verleden van een student te kennen. Bijgevolg dienen de hier gepre senteerde cijfers met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. De kwartaal aangifte laat nog fij nere analyses toe. Ze laat toe na te gaan hoe veel per sonen een studentencontract gehad hebben bij meerdere werkgevers, hoeveel dagen er bij de verschillende werkgevers gepresteerd werden en hoeveel hier van de 9 grens van de 23 kalenderda gen overschreden hebben ( ). In dit kwartaal geeft dit het volgende resultaat:
(7) (8)
(9)
Zo zal een werktuigkundige tewerkgesteld in een textielonderneming gerangschikt worden onder het textielbedrijf. In deze geografische spreiding omvat het Vlaams Gewest de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, omvat het Waals Gewest de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenstemt met het arrondissement Brussel-Hoofdstad. Wat niet automatisch op fraude wijst. Als er 's morgens prestaties geleverd worden bij een werkgever en 's namiddags bij een andere werkgever, worden er twee dagen geteld.
Aantal werkgevers waarbij de studenten tewerkgesteld werden
Aantal personen
Aantal personen die de grens van 23 dagen overschreden hebben
Aantal personen die de grens van 23 dagen overschreden hebben bij één en dezelfde werkgever
1
308.486
71
71
2
33.967
5.500
6
3
3.592
1.088
-
4
609
286
-
5
126
89
-
6
32
26
-
7
9
9
-
8
3
3
-
9
1
1
-
10
1
1
-
346.726
7.074
77
Totaal
derde kwartaal 2011
De in deze brochure voorgestelde gegevens zijn beschikbaar op CD-rom of via e-mail (aanvragen via
[email protected]) en kunnen geraadpleegd worden op de RSZ-Website.