Bekendmaking van een beslissing over een milieuvergunningsaanvraag Door de stad Herentals Gegevens over de bevoegde overheid het college van burgemeester en schepenen Gegevens over de aanvrager/exploitant: HERENTALS LOGISTICS N.V. Welvaartstraat 1 te 2200 Herentals Gegevens over de inrichting Adres waarop de exploitatie plaatsvindt of plaats zal vinden: Welvaartstraat 1 te 2200 Herentals Kadastrale gegevens 3e afdeling, sectie A, perceel 23F3 Soort inrichting: laad- en losactiviteiten van goederen Klasse 2 Gegevens over de beslissing Datum van het besluit 27 juli 2015 Inhoud De vergunning werd verleend voor wat de volgende onderdelen betreft tot 27 juli 2035 Er wordt akte genomen van de mededeling ingediend op 20 maart 2015 inzake de verandering van vergund laad- en losactiviteiten van goederen door wijziging als volgt: •
• • • • • • • • • • •
•
opslag van maximaal 3.000 ton producten uit aardpek, teer, asfalt, pek en dergelijke stoffen. (oa roofingrollen, ...) 1.2. vaste batterijladers met een totaal geïnstalleerd vermogen van 25 kW 12.3.2° opslag van maximaal 3.000 ton vaste brandstoffen (max. 0,20 ha). (oa houtskool, brandhout, ...) 6.2.2°a) opslag van artikelen uit papier en karton in de hal met een capaciteit van maximaal 3.000 ton. (oa verpakkingsmaterialen, ...) 33.4.2°a) opslag van maximaal 3.000 ton reiniginsmiddelen en poetsmiddelen (vloeibare en vaste detergenten) met in hoofdzaak huishoudelijke toepassingen. (oa zepen, ...) 34.3. opslag van kosmetische stoffen met een maximale capaciteit van 3.000 ton (oa shampoos, ...) 22.2. opslag van kunststofartikelen in de hal met een maximale capaciteit van 3.000 ton. (oa huishoudartikelen uit kunststo, tapijten uit kunststof, displays, ...) 23.3.2°a) opslag van maximaal 3.000 ton textiel en artikelen in textiel (oa kleding, tapijten, koorden, ...) 41.5. opslag van maximaal 3.000 ton rubberen voorwerpen in het magazijn. (oa sportschoenen, ...) 36.4. opslag van maximaal 3.000 ton tabak of tabakswaren (oa pakjes sigaretten, sigaren, ...) 40.2. opslag van 2.000 kg gevaarlijke reinigingsproducten in verplaatsbare recipiënten (voor eigen gebruik) 17.3.3.1°a) opslag van maximaal 21.750 liter P3-producten waaronder: - 4.950 l stookolie in een bovengrondse dubbelwandige tank - 16.800 l rode mazout in een bovengrondse gecompartimenteerde dubbelwandige tank (tezamen met 27.500 l AdBlue) 17.3.6.2°a) niet overdekte ruimte voor het stallen van maximaal 45 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens 15.1.2°
• •
• •
exploitatie van airco-installaties en compressoren met een totaal elektrisch vermogen van 27,6 kW 16.3.1.1° opslag in het magazijn van maximaal 3.040 ton hout, waaronder: - 3.000 ton artikelen in hout en soortgelijke producten (oa houten meubelen) - 40 ton lege palletten (hal A) 19.6.3°a) opslag van kleurstoffen en pigmenten met een maximale capaciteit van 3.000 ton 21.3. opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (max. 25 kg/l) met een maximale opslagcapaciteit van 500 l/kg 17.4.
Rubrieknummers - 1.2. - 12.3.2° - 6.2.2°a) - 33.4.2°a) - 34.3. - 22.2. - 23.3.2°a) - 41.5. - 36.4. - 40.2. 17.3.3.1°a) - 17.3.6.2°a) - 15.1.2° - 16.3.1.1° - 19.6.3°a) - 21.3.17.4. Gegevens met betrekking tot de inzagemogelijkheden Meer informatie over dit besluit bij de hierna genoemde dienst van de gemeente Milieu, Augustijnenlaan 30 – 2200 Herentals, tel. 014-28 50 50, e-mailadres:
[email protected] Het besluit ligt gedurende de volgende periode ter inzage van het publiek bij de hierboven genoemde dienst van 4 augustus 2015 tot en met 2 september 2015. Dit onverminderd de regelgeving over de openbaarheid van bestuur. Gegevens met betrekking tot de beroepsmogelijkheden Tegen deze beslissing kan beroep worden ingediend bij de bestendige deputatie van de provincie De procedure wordt bepaald door het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning Het beroep kan worden ingediend door • elke natuurlijke of rechtspersoon die tengevolge van de vestiging en de exploitatie van de inrichting rechtstreeks hinder kan ondervinden • elke rechtspersoon die zich de bescherming van het leefmilieu statutair tot doel heeft gesteld, ten minste vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezit en in zijn statuten het grondgebied omschreven heeft tot waar zijn bedrijvigheid zich uitstrekt De uiterste datum voor indienen van het beroep is Voor diegene die louter aangewezen is op de kennisname via dit bericht en de inzage bij het gemeentebestuur: op 2 september 2015 De volgende stavingsstukken dienen bij het beroep te worden gevoegd • een door het gemeentebestuur af te leveren attest waaruit de datum van de bekendmaking van de beslissing blijkt • een bewijs van de betaling van de dossiertaks (rekeninguittreksel, door gemachtigde van de bank getekende verklaring,…) Te Herentals, voor de secretaris Tanja Mattheus bij delegatiebesluit van 3 december 2012 de milieuambtenaar
Koen Dierckx
voor de burgemeester Jan Peeters de waarnemend burgemeester
Jan Bertels
Provincie
Stad
ANTWERPEN
HERENTALS
dossiernr. 2015/013
Besluit van het college van burgemeester en schepenen, houdende vergunning aan HERENTALS LOGISTICS voor het exploiteren van een inrichting / het veranderen van een inrichting gelegen te Welvaartstraat 1, 2200 Herentals voor een laad- en losactiviteiten van goederen. Het College van burgemeester en schepenen, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij latere decreten (Milieuvergunningsdecreet); Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij latere besluiten (Vlarem I); Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals gewijzigd bij latere besluiten (Vlarem II); Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, voor de eerste maal bij het college van burgemeester en schepenen van Herentals ingediend op 20 maart 2015 door HERENTALS LOGISTICS, gevestigd Welvaartstraat 1 2200 Herentals, strekkende tot het verkrijgen van een milieuvergunning om een inrichting voor laad- en losactiviteiten van goederen, gelegen in Welvaartstraat (HRT) 1, 2200 Herentals , kadastrale percelen, 3e afdeling, sectie A, perceel 23F3 te veranderen door wijziging en uitbreiding: - opslag van maximaal 3.000 ton producten uit aardpek, teer, asfalt, pek en dergelijke stoffen. (oa roofingrollen, ...) (1.2.); • vaste batterijladers met een totaal geïnstalleerd vermogen van 25 kW (12.3.2°); • opslag van maximaal 3.000 ton vaste brandstoffen (max. 0,20 ha). (oa houtskool, brandhout, ...) (6.2.2°a)); • opslag van artikelen uit papier en karton in de hal met een capaciteit van maximaal 3.000 ton. (oa verpakkingsmaterialen, ...) (33.4.2°a)); • opslag van maximaal 3.000 ton reiniginsmiddelen en poetsmiddelen (vloeibare en vaste detergenten) met in hoofdzaak huishoudelijke toepassingen. (oa zepen, ...) (34.3.); • opslag van kosmetische stoffen met een maximale capaciteit van 3.000 ton (oa shampoos, ...) (22.2.); • opslag van kunststofartikelen in de hal met een maximale capaciteit van 3.000 ton. (oa huishoudartikelen uit kunststo, tapijten uit kunststof, displays, ...) (23.3.2°a)); • opslag van maximaal 3.000 ton textiel en artikelen in textiel (oa kleding, tapijten, koorden, ...) (41.5.);
opslag van maximaal 3.000 ton rubberen voorwerpen in het magazijn. (oa sportschoenen, ...) (36.4.); • opslag van maximaal 3.000 ton tabak of tabakswaren (oa pakjes sigaretten, sigaren, ...) (40.2.); • opslag van 2.000 kg gevaarlijke reinigingsproducten in verplaatsbare recipiënten (voor eigen gebruik) (17.3.3.1°a)); • opslag van maximaal 21.750 liter P3-producten waaronder: - 4.950 l stookolie in een bovengrondse dubbelwandige tank - 16.800 l rode mazout in een bovengrondse gecompartimenteerde dubbelwandige tank (tezamen met 27.500 l AdBlue) (17.3.6.2°a)); • niet overdekte ruimte voor het stallen van maximaal 45 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (15.1.2°); • exploitatie van airco-installaties en compressoren met een totaal elektrisch vermogen van 27,6 kW (16.3.1.1°); • opslag in het magazijn van maximaal 3.040 ton hout, waaronder: - 3.000 ton artikelen in hout en soortgelijke producten (oa houten meubelen) - 40 ton lege palletten (hal A) (19.6.3°a)); • opslag van kleurstoffen en pigmenten met een maximale capaciteit van 3.000 ton (21.3.); • opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (max. 25 kg/l) met een maximale opslagcapaciteit van 500 l/kg (17.4.); Vlarem-rubricering: 1.2. - 12.3.2° - 6.2.2°a) - 33.4.2°a) - 34.3. - 22.2. - 23.3.2°a) - 41.5. - 36.4. - 40.2. 17.3.3.1°a) - 17.3.6.2°a) - 15.1.2° - 16.3.1.1° - 19.6.3°a) - 21.3. - 17.4. •
Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: • Besluit van College van Burgemeester en Schepenen van 27 juli 2009 voor transportfirma waarbij een vlarem milieuvergunning werd vergund aan HERENTALS LOGISTICS. • Besluit van College van Burgemeester en Schepenen van 1 december 2008 voor stookolietank van 30.000 liter met verdeelslang waarbij een vlarem milieuvergunning werd geweigerd aan DHL Exel Supply Chain. • Besluit van College van Burgemeester en Schepenen van 3 april 2000 voor internationale transportfirma waarbij een vlarem milieuvergunning werd vergund aan HERENTALS LOGISTICS. • Besluit van College van Burgemeester en Schepenen van 26 maart 1992 voor lozen normaal huisafvalwater in de riool, stookolietank waarbij een vlarem melding klasse 3 werd aktename aan DANZAS. • Besluit van Deputatie van 25 april 2015 voor koekjesfabriek waarbij een arab werd niet vergund aan Dryon Biscuits International. Gelet op het feit dat op datum van 16 april 2015 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen van 21 mei 2015 waaruit blijkt dat er 0 schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen werden ingediend; Gelet op het advies van de intercommunale milieudienst van IOK van 9 juni 2015 en op de volgende elementen uit dit advies: Bemerkingen: 1. Voorliggend advies heeft betrekking op een milieuvergunningsaanvraag die op 16 april 2015 volledig en ontvankelijk werd verklaard door het CBS of de hiervoor gemachtigd ambtenaar.
2. De inrichting valt niet onder klein- of groothandel: Truck Parking & Handling is een dienstverlener en zelf geen eigenaar van de goederen. De activiteiten bestaan uit overslag en verdeling van diverse goederen. Het eventuele afvalwater dat ontstaat bij de reiniging van het magazijn (hal A en hal B) valt bijgevolg niet onder huishoudelijk afvalwater maar onder bedrijfsafvalwater. In dit geval zijn rubriek 3.4 en de bijhorende voorschriften uit Vlarem II van toepassing. Ook het afvalwater van de rubrieken vermeld onder bemerkingen 3 en 4 is bedrijfsafvalwater. 3. De exploitant voorziet een dieselpomp bij de gecompartimenteerde mobiele tank (rode mazout). De exploitant maakt melding dat de verdeelslangen op de tank met rode mazout geen ingedeelde inrichting zijn omdat de rode mazout wordt aangewend voor de bevoorrading van de koelmotoren op de vrachtwagens. Conform de bepalingen in rubriek 17.3.9 (op 1 juni 2015 wordt dit rubriek 6.5) kan men deze koelmotoren echter niet uitsluiten (immers koelmotoren worden gevoed door brandstoftanks voor aggregaathouders), waardoor deze rubriek toch van toepassing lijkt en de exploitant geadviseerd wordt om deze rubriek aan te geven en de bijhorende voorschriften uit Vlarem II te respecteren. 4. Indien de exploitant werkplaatsen voorziet voor het herstellen van motorvoertuigen, is rubriek 15.2 of 15.3 van toepassing. In bijlage E6 punt 5 maakt de exploitant melding van de opslag van een kleine voorraad reinigingsmiddelen voor eigen gebruik in de eigen nabijgelegen garage. De garage is niet opgenomen op het uitvoeringsplan. 5. In bijlage C4 en D4, rubriek 17.3.6.2.a vermeldt de exploitant dat de ondergrondse mazouttank van 8.000 l nooit werd geplaatst en vervangen wordt door een bovengrondse dubbelwandige stookolietank van 4.950 l. In bijlage E6 punt 5 stelt de exploitant dat er twee opslagtanks aanwezig zijn waaronder een ondergrondse dubbelwandige stookolietank (4.950 l). Indien het enkel bovengrondse opslagtanks betreft, is rubriek 17.3.6.b van toepassing. 6. In bijlage E10 en D3 is er onenigheid over vrachtverkeer op zaterdag: volgens bijlage E10 is er geen aanen afvoer in het weekeinde. Volgens bijlage D3 is er op zaterdag tussen 8.00 – 12.00u wel activiteit. 7. Voor de stookinstallatie is rubriek 43.1 van toepassing. 8. Aangezien de milieuvergunningsaanvraag een aanzienlijke bijkomende opslag van brandbare goederen betreft, kan als bijkomende voorwaarde opgelegd worden dat de exploitant de nodige aanpassingen dient aan te brengen in het brandpreventiedossier. Uit de milieuvergunningsaanvraag kan niet opgemaakt worden of er al een brandpreventiedossier aanwezig is. Watertoets: Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De inrichting is gelegen binnen de grenzen van potentieel overstromingsgevoelig gebied. Gelet op het feit dat de gevraagde verandering geen bijkomende verhardingen of constructies tot gevolg heeft, lijkt men in alle redelijkheid te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting op voorwaarde dat is voldaan aan de voorwaarden van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. In de watertoets wordt aanbevolen om het advies van de provincie Antwerpen te vragen m.b.t. het begroten van het effect van het gewijzigde overstromingsregime. Advies: 1. Verandering door wijziging en uitbreiding van een inrichting Een aantal rubrieken die in bijlage C4 en D4 als uitbreiding opgegeven worden, betreffen nieuwe activiteiten die niet in de voorgaande vergunning noch meldingen opgenomen werden. 2. Stedenbouwkundig 1. Stedenbouwkundige ligging De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied waardoor gesteld kan worden dat de ligging van de inrichting in overeenstemming is met de bestemming volgens het gewestplan. 2. Stedenbouwkundige vergunning Er dient te worden gewezen op de koppeling tussen de milieuvergunning & -melding en de stedenbouwkundige vergunning & melding, zoals geregeld in art. 5 van het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en art. 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 3. Water
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Volgens de exploitant komt geen bedrijfsafvalwater vrij. De voertuigen worden extern gewassen. Er dient opgemerkt te worden dat het hemelwater dat op de verharding rond de tankzone valt en het eventuele afvalwater dat ontstaat door reiniging van het magazijn als bedrijfsafvalwater beschouwd dient te worden. Afval De exploitant vermeldt in zijn vergunningsaanvraag dat de afvalstoffen die vrijkomen uit de eigen bedrijfsactiviteiten met huishoudelijk afval vergelijkbare afvalstoffen betreft en dat deze afkomstig zijn van de kantoorwerkzaamheden en de refter. De afvalstoffen worden gescheiden ingezameld en door erkende inzamelaars afgevoerd naar erkende verwerkers. Lucht Volgens de exploitant blijven de luchtemissies beperkt tot deze van de afvalgassen van de verwarmingsinstallatie op stookolie. Geluid Het transport (aan- en afvoer van producten met vrachtwagens) en de draaiende koelmotoren zijn een potentiële bronnen van geluidshinder. De exploitant meldt in bijlage E10 van de vergunningsaanvraag dat de transportbewegingen beperkt blijven tot een 40 vrachtbewegingen (aan- en afrijdende bewegingen) per dag van maandag tot en met donderdag en een 90 vrachtbewegingen op vrijdag gedurende de dagsituatie (7.30u – 21.00u). In de nacht en het weekeinde is er geen aan- en afvoer. In bijlage D3 meldt de exploitant dat er op zaterdag tussen 8.00u en 12.00u ook activiteiten uitgevoerd worden. Conform artikel 5.15.0.6 zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19.00 u en 7.00 u alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de milieuvergunning. De exploitant vraagt echter geen wijziging van deze voorwaarden via de milieuvergunningsaanvraag. Conform artikel 5.15.0.6 dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om de buurt niet te hinderen door geluid of trillingen veroorzaakt door o.a. het verkeer van, naar en op de parkeerplaatsen en het de werking van koelinstallaties op geparkeerde voertuigen. Hiertoe dient inzonderheid tussen een niet in een gesloten lokaal ingerichte parkeerplaats en elke naburige woning een ruimtelijke scheiding te bestaan van tenminste 50 m; bij werking van koelinstallaties op geparkeerde voertuigen dient daarenboven tussen de parkeerplaats en de naburige woningen gelegen binnen een straal van 100 m een geluidsdempend bufferscherm voorzien; Andere maatregelen die gelijkwaardige waarborgen om de buurt te vrijwaren van geluid- en trillingshinder bieden, zijn eveneens toegelaten. Gelet op de ligging in industriegebied en de nabijheid van de autosnelweg E313 en gelet op de afstand tot woongebied (meer dan 100 m) lijkt het aannemelijk dat het bijkomende transport geen bijkomende hinder in de buurt zal veroorzaken. Licht De buitenverlichting aan het magazijn is voorzien van een timer en belicht enkel de voorziene oppervlakte gedurende donkere periodes. Gevaarlijke stoffen Het is aangewezen de exploitant er op te wijzen dat op het exploitatieadres de MSDS-fiches van alle opgeslagen producten voorhanden moeten zijn. Bij de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen dienen de voorschriften (sectorale voorwaarden opgenomen in Vlarem II hoofdstuk 5.17) m.b.t. de constructie, alsook de voorschriften m.b.t. de te nemen veiligheidsmaatregelen (inkuipingen, veiligheidsafstanden, periodieke onderzoeken, brandbestrijdingsmiddelen, overleg met brandweer, …) strikt nageleefd te worden. Onverminderd deze voorschriften dienen de nodige maatregelen getroffen te worden om het morsen van vloeibare brandstoffen, verontreiniging van de bodem, het grond- en oppervlaktewater te voorkomen. De exploitant meldt in zijn vergunningsaanvraag dat de opslag van gevaarlijke vloeistoffen in verplaatsbare recipiënten op lekbakken gebeurt. De magazijnvloer is samengesteld uit polybeton. De opslagtank voor stookolie (4.950 l) en de gecompartimenteerde opslagtank voor de rode mazout (16.800 l) en AdBlue (27.500 l) zijn dubbelwandig uitgevoerd. Natuur De exploitatie ligt op ongeveer twee kilometer van VEN-gebied en Habitatrichtlijngebied. Het is aangewezen om het advies van ANB te vragen i.v.m. onvermijdbare en onherstelbare schade aan het VEN-gebied en i.v.m. een eventueel betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van het
Habitatrichtlijngebied. Gelet op de ligging in industriegebied en nabij de autosnelweg E313 lijkt het aanneembaar te stellen dat de gevraagde verandering geen onvermijdbare en onherstelbare schade van het VEN-gebied of betekenisvolle aantasting van het Habitatrichtlijngebied zal veroorzaken. Besluit: Rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor de aangevraagde rubrieken te worden geadviseerd als voorwaardelijk gunstig op voorwaarden dat: de exploitant duidelijkheid schept inzake de opslagtanks voor stookolie en rode mazout. Indien beide tanks bovengronds gelegen zijn is niet rubriek 17.3.6.2.a maar wel 17.3.6.2.b van toepassing de exploitant zich in regel stelt wat betreft de brandstofverdeelinstallatie de exploitant zich, indien van toepassing, in regel stelt met de lozing van bedrijfsafvalwater, de stookinstallatie en de werkplaats voor het herstellen van motorvoertuigen als bijkomende voorwaarde opgenomen wordt dat de exploitant de nodige aanpassingen dient aan te brengen in het brandpreventiedossier in overeenstemming met de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen. Gelet op het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar van en op de volgende elementen uit dit advies: Bouwvergunningen: BV 1988/00108 dd. 05/07/1988 – bouwen van een loods, burelen en infrastructuur BV 1990/00013 dd. 24/01/1990 – bouwen van opslag en vervoer van private bedrijven BV 1991/00047 dd. 17/04/1991 – uitbreiden van een loods voor opslag en overslag van goederen Argumentatie: Voor het bestaande bedrijfsgebouw werden voormelde stedenbouwkundige vergunningen verleend. De activiteiten stemmen overeen met de vergunde activiteiten – loods voor opslag en overslag van goederen. Advies: Gunstig onder voorwaarde dat alle voorwaarden opgelegd in de stedenbouwkundige vergunningen worden nageleefd. Gelet op het advies van de provincie Antwerpen afdeling Dienst Integraal Waterbeleid van 22 mei 2015 en op de volgende elementen uit dit advies: 1. Wettelijke basis voor de watertoets Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen. 2. Kenmerken watersysteem 2.1. Waterloop nr. A.8.08, Krekelbeek van 2de categorie Het perceel Herentals 3 afdeling, sectie A nr. 23 F 3 paalt niet rechtstreeks aan de waterloop, het perceel watert er naar af. 2.2. Kaartgegevens Het perceel is volgens de watertoetskaart in mogelijk overstromingsgevoelig gebied gelegen. Volgens het gewestplan is het perceel in industriegebied gelegen. Het gebied is volgens de BWK biologisch minder waardevol. 2.3. Voorschriften waterbeheerplan Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing: Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort; Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw, onroerend erfgoed, recreatie; Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren;
Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water; Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid. 3. Verenigbaarheid met het watersysteem De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 5), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden. Er zouden nog optimalisaties doorgevoerd kunnen worden door het scheiden van hemelwater en afvalwater tot op de perceelsgrens en het hergebruik van hemelwater ipv het gebruik van leidingwater. Er zijn echter geen herbouwingen gepland. 4. VOORWAARDEN EN MAATREGELEN 4.1. Algemene wettelijke voorwaarden 4.1.1. Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. 4.1.2. Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II. 5. Toetsing ven conclusie Gunstig, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4. Gelet op het advies van de Herentalse milieuadviesraad van 17 juni 2015 en op de volgende elementen uit dit advies: De milieuadviesraad in vergadering van 21 mei 2015 krijgt toelichting bij de uitbreidingsaanvraag van bovenvermeld bedrijf. De milieuadviesraad adviseert de gemeente om erover te waken dat de (tijdelijke) opslag en behandeling van teerproducten, asfalt en dergelijke strikt volgens de Vlarem-wetgeving gebeurt gelet op de potentiële veiligheidsrisico’s en de omvang van de opslag. Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied van het gewestplan, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn: industriegebieden Overwegende dat gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de inrichting niet gelegen is in een beschermingszone of een waterwingebied; De inrichting ligt volgens het definitieve zoneringsplan van Herentals in de zuiveringszone “het centrale gebied”. Overwegende dat de adviezen van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, de intercommunale milieudienst IOK en de provincie Antwerpen, dienst Integraal Waterbeleid in aanmerking wordt genomen; Overwegende dat: De opslagplaatsen voor stookolie en rode mazout zijn beide bovengronds met een totaal inhoudsvermogen
van meer dan 20.000 liter, zo is niet rubriek 17.3.6.2°.a) maar wel 17.3.6.2°.b) van toepassing. Rubriek 17.3.9.2° wordt opgenomen in de vergunning voor de aanwezigheid van twee brandstofverdeelslangen die gebruikt worden voor het bevoorraden van motoren geïnstalleerd op de eigen bedrijfsvoertuigen. Indien er bedrijfsafvalwater wordt geloosd, een herstelwerkplaats voor motorvoertuigen en een stookinstallatie met een totaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 300kW aanwezig is zal een verandering van de milieuvergunning moeten worden aangevraagd. Het advies van de Herentalse milieuadviesraad heeft enkel betrekking op toezicht en handhaving. De inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, is verenigbaar met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften. De inrichting is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied en uit het voorwerp van de aanvraag, de gegevens in het dossier en de uitgebrachte adviezen kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat in het kader van de milieuvergunning de aanvraag verenigbaar is met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 5), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden. Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt mits het opleggen van volgende bijzondere voorwaarden: voor 31 december 2015 bezorgt de exploitant aan het college van burgemeester en schepenen van Herentals een aangepast brandpreventiedossier voor de vergunde inrichting. Overwegende dat op basis van alle gegevens opgenomen of verkregen in het kader van de milieuvergunningsaanvraag en rekening houdend met het advies van de intercommunale milieudienst IOK er aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn die eindigt op 3 april 2020 en samenvallend met de einddatum van de termijn van de vergunning verleend door het schepencollege op 3 april 2000. Besluit: Artikel 1 §1 : Aan HERENTALS LOGISTICS , gevestigd te Welvaartstraat 1 2200 Herentals, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit de vergunning verleend om een inrichting voor laad- en losactiviteiten van goederen , gelegen te Welvaartstraat 1, 2200 Herentals , op de kadastrale percelen, 3e afdeling, sectie A, perceel 23F3 met als voorwerp: te veranderden door wijziging en uitbreiding, zodat deze voortaan omvat: - opslag van maximaal 3.000 ton producten uit aardpek, teer, asfalt, pek en dergelijke stoffen (1.2.); - opslag van maximaal 3.000 ton vaste brandstoffen (6.2.2°a); vaste batterijladers met een totaal geïnstalleerd vermogen van 25 kW (12.3.2°); - niet overdekte ruimte voor het stallen van maximaal 45 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (15.1.2°); - airconditioninginstallaties en luchtcompressoren met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 27,6 kW (16.3.1.1°); - opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen met een totaal inhoudsvermogen van 2.000 kg (17.3.3.1°a); - opslagplaatsen van P3-producten uitsluitend bovengrondse opslag met een totaal inhoudsvermogen van 21.750 liter (17.3.6.2°b); - brandstofverdeelinstallaties met 2 verdeelslangen (17.3.9.2°); - opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen met een maximale opslag van 500 l (17.4.); - opslagplaatsen van hout in een lokaal van maximaal 3.040 ton (19.6.3°a); - opslagplaatsen van kleurstoffen en pigmenten met een maximale capaciteit van 3.000 ton (21.3.); - opslagplaats voor cosmetische stoffen met een maximale capaciteit van 3.000 ton (22.2.); - opslag van voorwerpen uit kunststof in een lokaal tot maximaal 3.000 ton. (23.3.2°a);
opslag van artikelen uit papier en karton in een lokaal tot maximaal 3.000 ton (33.4.2°a); - opslagplaats voor reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een capaciteit tot maximaal 3.000 ton (34.3.); - opslagplaats voor rubberen voorwerpen met een capaciteit tot maximaal 3.000 ton (36.4.); - opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit tot maximaal 3.000 ton (40.2.); - opslagplaatsen voor textiel en textielwaren met een capaciteit tot maximaal 3.000 ton (41.5.); Vlarem-rubricering: 1.2. - 6.2.2°a) - 12.3.2° - 15.1.2° - 16.3.1.1° - 17.3.3.1°a) - 17.3.6.2°b) - 17.3.9.2° - 17.4 19.6.3°a) - 21.3. - 22.2. - 23.3.2°a) - 33.4.2°a) - 34.3 - 36.4. - 40.2. - 41.5. §2. De lopende vergunningen worden opgeheven. Artikel 2: Termijn voor ingebruikname §1 De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen te worden binnen een termijn van 3 jaar te rekenen vanaf datum bepaald in artikel 3.1°, dus uiterlijk op 27 juli 2018, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. §2. – In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een bouwvergunning nodig is; wordt onderhavige milieuvergunning geschorst zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwachting van het bepaalde in §1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. §3.- Wordt de in §2 bedoelde bouwvergunning geweigerd dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouw vergunning in laatste aanleg. Artikel 3: Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn: 1°
Die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer: a) deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan het college van burgemeester en schepenen; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, §2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; Die eindigt op 3 april 2020.
2°
Artikel 4: De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden overeenkomstig Vlarem II : §1. • • • • •
§2. •
Algemene voorwaarden: Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften) 4.6 (licht) 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Oppervlaktewater: hoofdstuk 4.2 (beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging) Bodem: hoofdstuk 4.3 (beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging) Lucht: hoofdstukken 4.4 (beheersing van luchtverontreiniging) en 4.10 (emissies van broeikasgassen) Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.1.
• • • • • • • • • • • • • • • •
Hoofdstuk 5.6. Hoofdstuk 5.12. Hoofdstuk 5.15. Hoofdstuk 5.16. Hoofdstuk 5.17. Hoofdstuk 5.17. Hoofdstuk 5.17. Hoofdstuk 5.19. Hoofdstuk 5.21. Hoofdstuk 5.22. Hoofdstuk 5.23. Hoofdstuk 5.33. Hoofdstuk 5.34. Hoofdstuk 5.36. Hoofdstuk 5.40. Hoofdstuk 5.41.
§3. Bijzondere voorwaarden: 1. Voor 31 december 2015 bezorgt de exploitant aan het college van burgemeester en schepenen van Herentals een aangepast brandpreventiedossier voor de vergunde inrichting.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. Artikel 5. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 . §1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. §2.
Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem.
§3.
Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.
Herentals, 27 juli 2015 Namens het college van burgemeester en schepenen voor de secretaris Tanja Mattheus bij delegatiebesluit van 3 december 2012 de milieuambtenaar
(w.g.)
de burgemeester
(w.g.)
Koen Dierckx
Jan Peeters Voor eensluidende kopie,
voor de secretaris Tanja Mattheus bij delegatiebesluit van 3 december 2012 de milieuambtenaar
Koen Dierckx
de burgemeester
Jan Peeters
Aandacht! Ingevolge de koppeling van de bouw - aan de milieuvergunning vervalt de krachtens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Bestendige Deputatie van de provincieraad, K. Elisabethlei 22 - 2018 Antwerpen 1. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks te worden gevoegd.