“Being gifted is a gift. The challenge is to develop the tools to unwrap the paper and know how to use the gift that’s inside.”
Profielwerkstuk
Nathalie Koopman
1
Debatstelling
Om in de toekomst een succesvolle kenniseconomie te creëren, is het nu van groot belang om te investeren in de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren. Uit eigen onderzoek is gebleken dat de hoogbegaafde jongeren die regelmatig naar activiteiten van speciale verenigingen en stichtingen gaan, verder zijn in hun sociale ontwikkeling dan hoogbegaafde jongeren die niet naar zulke activiteiten gaan. Hoe ik tot die conclusie ben gekomen kunt u lezen in domein 3. In dat domein vertel ik over de Spiral Dynamics theorie en natuurlijk over de enquête waar ik mijn hoofdvraag mee heb kunnen beantwoorden. Daarnaast kunt u in domein 1 lezen over hoogbegaafdheid en wat dit écht inhoudt. U kunt daar ook de analyse van mijn andere enquête lezen. Daaruit blijkt dat veel mensen weinig weten over hoogbegaafdheid omdat de kenmerken die ze hebben genoemd veelal onder de groep ‘vooroordelen’ vallen. Uit mijn enquête onder (hoogbegaafde) jongeren blijkt dat veel jongeren, al dan niet hoogbegaafd, weinig weten over speciale verenigingen voor hoogbegaafde jongeren. In het tweede domein vertel ik daarom over de speciale verenigingen en stichtingen die er in Nederland zijn. Er zijn er een heleboel maar ik vertel alleen wat over de 3 bekendste, namelijk: Pharos, Squibs en Mensa Nederland. Al met al heb ik de volgende aanbevelingen naar aanleiding van mijn profielwerkstuk. Allereerst is het van groot belang dat mensen in heel Nederland een beter beeld krijgen van hoogbegaafdheid. Veel mensen weten wel wat over de positieve kenmerken, maar zij weten niks over de negatieve kanten zoals perfectionisme, faalangst en onderpresteren. Daarnaast is het belangrijk dat hoogbegaafde jongeren zich sociaal goed ontwikkelen. Dat kan dus door regelmatig naar activiteiten van speciale verenigingen en stichtingen te gaan. Jammer genoeg kan niet iedereen altijd naar deze activiteiten omdat ze soms te duur zijn. De overheid subsidieert veel projecten om op die manier een kenniseconomie te creëren. Veel van deze projecten blijken nutteloos te zijn en daarom kom ik met een project dat wel nuttig is, namelijk: investeren in de activiteiten van speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafde jongeren. Als de overheid echt een kenniseconomie wil creëren, zou de overheid moeten beginnen bij het begin. Oftewel ervoor zorgen dat diegenen die voor een kenniseconomie kunnen zorgen (de (hoog)begaafden jongeren) zich goed ontwikkelen. Niet alleen op het gebied van kennis maar zeker ook op sociaal gebied. Want als je straks allemaal hoogopgeleide mensen hebt die niet kunnen communiceren, en dus hun ideeën niet kunnen overbrengen, ben je alsnog geen stap dichter bij een kenniseconomie. 2
Voorwoord Na veel brainstormen had ik veel verschillende ideeën bedacht voor het onderwerp van mijn profielwerkstuk. Uiteindelijk heb ik voor het onderwerp hoogbegaafdheid gekozen omdat dit mij het meeste aanspreekt. Dit heeft verschillende redenen. Allereerst spreekt mij dit onderwerp het meeste aan omdat ik zelf hoogbegaafd ben en ik het interessant vind om over hoogbegaafdheid te lezen. Uit eigen ervaring weet ik dat vele mensen een verkeerd beeld hebben van hoogbegaafdheid. Daarom wil ik informatie over hoogbegaafdheid verspreiden. Zodat mensen een beter beeld krijgen van wat hoogbegaafdheid echt inhoudt en daarnaast dat de vooroordelen over hoogbegaafdheid verminderen. Want als iemand weinig weet over een bepaald onderwerp, in dit geval over hoogbegaafdheid, dan hebben die mensen bijna altijd vooroordelen daarover. Tijdens de ECHA conferentie in Münster (Duitsland), waar ik zelf ook gesproken heb, spraken veel (bekende en belangrijke) professoren en hoogleraren over hoogbegaafdheid. Het viel mij toen op dat er heel veel onderzoeken óver hoogbegaafdheid gingen en dat er niet gepraat werd mét hoogbegaafde jongeren. ECHA presentaties. ECHA staat voor European Community for High Ability, oftewel een Europese gemeenschap voor hoogbegaafdheid. Uit eigen onderzoek blijkt, dat hoogbegaafde kinderen over het algemeen worden gezien als: kinderen die een hoog IQ hebben, die allemaal VWO of gymnasium doen en daardoor als de ‘nerd’ van de klas worden bestempeld, sociaal gezien achterlopen en nooit uitleg nodig hebben omdat ze toch alles zelf al kunnen. Het beeld wat de meeste mensen hebben klopt in de meeste gevallen niet. Hoogbegaafde kinderen hebben inderdaad een hoog IQ, maar hoogbegaafdheid is veel meer dan alleen een hoog IQ. Zo weten de meeste mensen niet dat hoogbegaafde kinderen perfectionistisch zijn, hoog gevoelig zijn, last van faalangst hebben en zich anders voor moeten doen om erbij te horen. Omdat veel mensen een verkeerd beeld hebben van hoogbegaafdheid wil ik ervoor zorgen dat iedereen een beter beeld ervan krijgt. Op die manier zal er meer begrip komen voor hoogbegaafdheid en zal betere begeleiding mogelijk zijn. Ik heb ervoor gekozen om niet een onderzoek over IQ’s en dergelijke te maken, maar juist een onderzoek te maken over iets waar nog weinig over gepubliceerd is, namelijk: de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren. Ik richt mij met name erop of speciale verenigingen en stichtingen daarbij een positieve invloed hebben. Daarnaast kan het zo zijn dat u mijn onderzoeksresultaten van de Spiral Dynamics enquête ergens anders tegenkomt, namelijk in de scriptie van Anita Wuestman. Anita is op dit moment nog bezig met het afmaken van haar scriptie. Haar scriptie is heel uitgebreid en gaat deels over ook over de Spiral Dynamics theorie. Daarom heb ik aangeboden dat ze mijn onderzoeksresultaten mag gebruiken. Al met al wil ik ervoor zorgen dat er meer begrip komt voor hoogbegaafden en dat Nederland een beter beeld krijgt van wat hoogbegaafdheid écht inhoudt. 3
Inhoudsopgave Pagina Voorpagina 1 Debatstelling 2 Voorwoord 3 Inhoudsopgave 4 Inleiding 6 Domein I : Hoogbegaafdheid 8 1.1 Deelvragen en deelonderwerpen domein I 8 Wat is hoogbegaafdheid? 8 Hoe kan hoogbegaafdheid herkent worden? 9 Hoe uit hoogbegaafdheid zich in het dagelijks leven? 10 Welke verschillende hoogbegaafdheidprofielen zijn er? 10 Wat is het algemene beeld dat mensen hebben van 11 hoogbegaafdheid? 1.2 Deelconclusies domein I 23 2 Domein II: Speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden 24 2.1 Deelvragen domein II 24 Welke speciale verenigingen en stichtingen zijn er voor 24 hoogbegaafde jongeren? Hoe zijn deze speciale verenigingen en stichtingen ontstaan? 25 Wat doen deze speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafde jongeren? 26 Wat is het bestaansdoel van deze speciale verenigingen en stichtingen? 27 2.2 Deelconclusies domein II 28 3 Domein III: Spiral Dynamics 28 3.1 Deelvragen en deelonderwerpen domein III 28 Wie heeft de Spiral Dynamics theorie bedacht? 28 Wat houdt de Spiral Dynamics theorie in? 28 Hoe ziet het model van Don Beck en Christopher Cowan eruit? 29 Welke 7 waardensystemen zijn er? 29 De eerste reeks waardensystemen 30 Beige: het instinctieve waardensysteem 30 Paars: het clanachtige waardensysteem 31 Rood: het egocentrische waardensysteem 32 Blauw: het zingevende waardensysteem 32 Oranje: het strategische waardensysteem 33 Groen: het saamhorige waardensysteem 34 De tweede reeks waardensystemen 34 Geel: het autonome waardensysteem 35 Samenvatting waardensystemen 35 Hoe kun je waardensystemen herkennen? 36 Waarom heeft deze theorie betrekking op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren en daarmee op mijn profielwerkstuk? 36 De Spiral Dynamics enquête 36 De Spiral Dynamics enquête analyseren 38 Introductie 38 Analyse 39 Groep 1 39 1
4
4
5 6 7 8
Groep 2 Groep 3 Totaal: kleuranalyse ■ Eerste kleur ■ Tweede kleur ■ Derde kleur Totaal: groep analyse ■ Groep 1 ■ Groep 2 ■ Groep 3 Conclusie Spiral Dynamics enquête 3.2 Deelconclusies Domein III Conclusie 4.1 Eindconclusie 4.2 Antwoord op de hoofdvraag Zelfreflectie Discussie Aanbevelingen Literatuurlijst 8.1 Boeken Domein I Domein II Domein III 8.2 Internet Domein I Domein II Domein III
44 48 52 53 53 54 54 55 55 56 56 57 59 59 59 60 61 62 63 63 63 63 63 63 63 64 64
5
Inleiding Zoals eerder genoemd is in het voorwoord, vind ik het belangrijk dat Nederland een beter beeld gaat krijgen van wat hoogbegaafdheid écht inhoudt. Ik hoop dat met dit profielwerkstuk de vooroordelen die mensen hebben over hoogbegaafdheid, verminderen. Ik heb voor de volgende hoofdvraag gekozen: “Wat is de invloed die speciale verenigingen en stichtingen hebben op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren?”. Deze grote deelvraag valt in 3 domeinen uiteen: hoogbegaafdheid, speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden, en Spiral Dynamics theorie. In het domein Spiral Dynamics theorie komt de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren aan bod. Elk domein bestaat uit een aantal deelvragen die ik in dat domein beantwoord. Aan het einde van elk domein kunt u mijn deelconclusies over dat domein lezen. In hoofdstuk 4 kom ik nog kort terug op alle deelconclusies. Daarnaast geef ik in dat hoofdstuk een eindconclusie en geef ik natuurlijk antwoord op mijn hoofdvraag. Ik heb zelf twee enquêtes gemaakt. Één daarvan komt u tegen in domein 1 en daarmee wil ik het algemene beeld over hoogbegaafdheid achterhalen en de andere enquête staat in domein 3 en gaat over de Spiral Dynamics theorie. In het eerste domein ga ik dieper in op hoogbegaafdheid zelf. Ik vertel allereerst wat meer over het begrip hoogbegaafdheid. Daarna vertel ik ook verschillende kenmerken van hoogbegaafdheid, dus hoe het herkend kan worden. Daarnaast ga ik een minder leuke kant beschrijven, namelijk hoe hoogbegaafdheid zich uit in het dagelijks leven en welke problemen hoogbegaafde jongeren ondervinden. In dit domein ga ik ook antwoord geven op de vraag of alle hoogbegaafden hetzelfde zijn en kom ik er door middel van enquêtes achter, wat het algemene beeld is over hoogbegaafdheid. In het tweede domein ga ik in op organisaties die speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren organiseren. Tegenwoordig zijn er veel verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafde mensen en speciaal voor kinderen en jongeren. Ik heb ervoor gekozen om in dit domein de volgende 3 organisaties te belichten: Pharos, Squibs en Mensa. Ik zal telkens vertellen hoe ze zijn ontstaan, wat ze doen voor hoogbegaafde jongeren en wat hun bestaansdoel is. Als laatste ga ik de Spiral Dynamics theorie behandelen. Ik heb deze theorie leren kennen tijdens de ECHA presentatie in Münster. De Spiral Dynamics theorie is een erg interessante theorie die verschillende niveaus van toenemende complexiteit beschrijft. Allereerst ga ik deze theorie uitvoerig behandelen: waar komt deze theorie vandaan? Wie heeft het bedacht? Wat houdt het in? En een heel belangrijke vraag: waarom heeft deze theorie betrekking op hoogbegaafde jongeren? Naar aanleiding van deze theorie heb ik een enquête gemaakt voor hoogbegaafde jongeren. Ik wilde er achter komen of hoogbegaafde jongeren die naar speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren gaan, zich sneller ontwikkelen dan hoogbegaafde jongeren die niet naar zulke activiteiten gaan. Vandaar ook dat ik de enquête onder 2 groepen hoogbegaafde jongeren heb afgenomen. Groep 1 bestaat uit hoogbegaafde jongeren die regelmatig naar speciale verenigingen gaan en groep 2 bestaat uit hoogbegaafde
6
jongeren die dat niet doen. Daarnaast heb ik deze enquête ook onder ‘gewoon’ begaafde jongeren afgenomen om zo een controlegroep te creëren. Uiteindelijk leidt dit tot een analyse van de ingevulde enquêtes en een conclusie omtrent nut en noodzaak van speciale verenigingen en stichtingen voor de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren.
7
1 Domein I : Hoogbegaafdheid In dit eerste domein ga ik dieper in op het begrip hoogbegaafdheid om zo een beter beeld te geven van wat hoogbegaafdheid écht inhoudt. Dit domein valt uiteen in enkele deelvragen waar ik antwoord op ga geven.
1.1
Deelvragen en deelonderwerpen domein I
Ik ga in dit domein antwoord geven op de volgende deelvragen: “Wat is hoogbegaafdheid?”, “Wat is het verband tussen hoogbegaafdheid en de werking van de hersenen?”, “Hoe uit hoogbegaafdheid zich in het dagelijks leven?”, “Welke verschillende hoogbegaafdheidprofielen zijn er?” en “Wat is het algemene beeld dat mensen hebben van hoogbegaafdheid?”
Wat is hoogbegaafdheid? Hoogbegaafdheid is een ingewikkeld begrip. Er bestaat dan ook geen eenduidig antwoord op de vraag wat hoogbegaafdheid is. Een belangrijk kenmerk van hoogbegaafdheid is een hoge intelligentie. Vaak geldt als richtlijn een IQ boven de 130. In onderstaande grafiek van SLO is te zien dat slechts 2,3% van de bevolking een IQ van 130 of meer heeft en dus zeer intelligent of hoogbegaafd is.
In Nederland wordt hoogbegaafdheid vaak beschreven aan de hand van het meerfactoren model van professor Mönks. Dit model gaat ervan uit dat een hoogbegaafde leerling moet beschikken over: - hoog intellectueel vermogen; - motivatie; - creatief denkvermogen
8
In onderstaand plaatje is het model van Mönks te zien. Hoogbegaafdheid is volgens dit model dus de combinatie van hoge intellectuele capaciteiten, motivatie en creativiteit. Daarnaast zijn er nog 3 omgevingsfactoren van invloed op hoogbegaafdheid, namelijk de school, de vrienden en het gezin van het hoogbegaafde kind.
Naast het model van Mönks zijn er nog andere modellen die het begrip hoogbegaafdheid uitleggen, zoals bijvoorbeeld het model van Heller en Gagné.
Hoe kan hoogbegaafdheid herkent worden? Het is belangrijk dat hoogbegaafde kinderen herkend worden zodat het hoogbegaafde kind de juiste begeleiding krijgt. Volgens oudervereniging Pharos is tijdige signalering van groot belang om problemen in de ontwikkeling van het hoogbegaafde kind te voorkomen. Soms kan het lastig zijn om een hoogbegaafd kind te herkennen omdat het hoogbegaafd kind zich niet ‘hoogbegaafd’ gedraagt. Zo kan een kind hoogbegaafd zijn en toch slechte cijfers halen. Hoe kan dit vraag je je waarschijnlijk af. Dat kan komen doordat de lesstof veel te makkelijk is. Want als een hoogbegaafd kind intellectueel niet wordt uitgedaagd, de lesstof op school is dus veel te makkelijk, gaat het kind zich vervelen en er met de pet naar gooien. Gevolg daarvan is dat het hoogbegaafde kind slechte cijfers haalt en dat de docenten daardoor niet denken dat hij of zij mogelijk hoogbegaafd is. Om herkenning van hoogbegaafde kinderen makkelijker te maken, zijn er tegenwoordig veel verschillende lijstjes met kenmerken van hoogbegaafdheid. Zo heb ik op de site van de oudervereniging Pharos een lijst gevonden met kenmerken van hoogbegaafdheid. Heel veel van deze kenmerken zijn kenmerken die je verwacht bij een hoogbegaafd kind. Hieronder staan een aantal kenmerken die je minder snel verwacht bij een hoogbegaafd kind.
“hebben een zeer groot, bijna overdreven, rechtvaardigheidsgevoel; bekijken de wereld door een heel andere bril dan hun leeftijdsgenoten; zijn kritisch ten opzichte van alles, dus ook van regels, gewoonten en tradities; zijn gevoelig voor gevoelens en behoeften van anderen, en houden daar meestal rekening mee, ook ten koste van zichzelf; doorzien sociale patronen en herkennen emoties bij anderen; 9
zijn jonger dan anderen gericht op allerlei vragen, ook levensvragen, (Wat gebeurt er als je dood bent? Waarom maken mensen oorlog?); zijn goed in staat/geneigd zichzelf te vermaken en kunnen dat lang volhouden, dit alles bij voldoende interesse en motivatie; nemen initiatief en geven leiding, al dan niet geaccepteerd door leeftijdsgenoten; vooral voor hoogbegaafde leerlingen in de onderbouw van de basisschool geldt, dat zij tekenen op hoger niveau dan leeftijdsgenoten ,meer details, eerder perspectief, maar een hekel hebben aan inkleuren”1
De kenmerken in zo’n lijst kunnen signalen zijn dat een kind hoogbegaafd is. Het is in dat geval handig om een IQ test te doen zodat je het zeker weet en op die manier goede begeleiding kunt krijgen.
Hoe uit hoogbegaafdheid zich in het dagelijks leven? Hoogbegaafdheid kan zich op verschillende manieren uiten in het dagelijks leven; het heeft net zoals alle andere dingen in het leven zijn positieve en negatieve kanten. De meeste mensen weten veel over de positieve kenmerken, maar hebben geen idee van de negatieve kanten. Positieve kenmerken zijn bijvoorbeeld dat hoogbegaafde kinderen aanzienlijk sneller nieuwe stof begrijpen en verwerken, ze hebben gemakkelijker inzicht in complexe leerstof, zijn intellectueel nieuwsgierig, hebben een goed geheugen en op vroege leeftijd vaak al een grote en rijke woordenschat. De andere kant van de medaille is dat sommige hoogbegaafde kinderen gaan onderpresteren, ontevreden zijn over hun eigen prestaties (perfectionisme), nieuwe activiteiten vermijden uit angst dat het mislukt (faalangst), een negatief zelfbeeld hebben en snel afgeleid zijn. Het ergste is dat veel hoogbegaafden niet worden begrepen door hun omgeving en zich daardoor buitengesloten voelen. Juist om die redenen is het belangrijk dat hoogbegaafden worden erkend en dat ze de juiste begeleiding, steun en uitdaging krijgen die ze nodig hebben.
Welke verschillende hoogbegaafdheidprofielen zijn er? Ieder kind is anders en dat is ook het geval bij hoogbegaafde kinderen. Er zijn echter zes verschillende hoogbegaafdheidprofielen te onderscheiden. Deze profielen zijn aan het licht gekomen na onderzoek van George Betss en Maureen Neihart. Op de website van het SLO heb ik een overzicht gevonden van verschillende hoogbegaafdheidprofielen. Het overzicht staat op de volgende pagina.
1
http://pharosnl.nl/home/signalen-van-hoogbegaafdheid/
10
Hieruit blijkt dat er 6 verschillende hoogbegaafdheidprofielen zijn, namelijk: - De succesvolle leerling - De drop out - De uitdagende leerling - De dubbel gelabelde leerling - De onderduikende leerling - De zelfstandige leerling Dit betekent dus dat “de” hoogbegaafde leerling niet bestaat en dat niet alle hoogbegaafde leerlingen in een hokje te stoppen zijn.
Wat is het algemene beeld dat mensen hebben van hoogbegaafdheid? Ik wil graag weten wat het algemene beeld is van hoogbegaafdheid. Om daarachter te komen heb ik een enquête gemaakt. Deze enquête bestaat uit 11 vragen en is opgenomen in de bijlage. De eerste 3 vragen zijn algemene vragen waarmee ik de leeftijd, het geslacht en de hoogst genoten opleiding achterhaal van degene die de enquête invult. Daarna gaan de vragen over hoogbegaafdheid. Allereerst wil ik weten wat er als eerste in hun opkomt als ze aan het begrip hoogbegaafdheid denken. Bij de volgende vraag krijgen ze een lijst met begrippen/kenmerken te zien en moeten ze de vakjes aankruizen waarvan ze denken dat ze bij hoogbegaafdheid horen. Al deze kenmerken heb ik geordend op vooroordeel, werkelijkheid of beide. Doordat alle kenmerken geordend zijn, kan ik er achter komen of men juist veel vooroordelen heeft of dat ze veel weten over hoogbegaafdheid.
Hypothese Voordat ik deze enquête heb uitgedeeld, heb ik eerst een hypothese geformuleerd over de uitkomst van deze enquête. Ik denk namelijk dat de meeste mensen veel vooroordelen hebben over hoogbegaafdheid. Specifieker denk ik dat lager opgeleide mensen meer vooroordelen zullen hebben dan hoger opgeleide mensen. Met lager opgeleide mensen bedoel ik mensen die hun VMBO, MBO of Havo opleiding hebben afgerond. Mensen die hun VWO, HBO, of WO hebben afgerond behoren tot de 11
groep ‘hoger opgeleide mensen’. Na lang twijfelen heb ik ervoor gekozen de mensen die hun Havo hebben afgerond onder de groep lager opgeleide mensen te laten vallen. Pas als ze een vervolgopleiding hebben gedaan (HBO), vallen ze onder de groep hoger opgeleide mensen.
Analyse van de enquête Nadat alle enquêtes zijn ingevuld, heb ik ze allemaal geanalyseerd. De eerste 3 vragen zijn de algemene vragen waarmee ik de doelgroep bepaal. Vraag 4, 5 en 6 zijn de belangrijkste vragen. Deze vragen gaan over welke vooroordelen de mensen hebben over hoogbegaafdheid. De laatste paar vragen gaan over de kinderen van de mensen die de enquêtes hebben ingevuld en of die kinderen hoogbegaafdheid zijn.
Vraag 1 tot en met 3: algemene vragen In totaal zijn er 50 enquêtes ingevuld. 34 van de enquêtes zijn ingevuld door vrouwen en 16 door mannen. Al deze mensen zijn tussen de 11 en 80 jaar oud. De grootste leeftijdsgroep waren de twintigers en de dertigers, zoals ook te zien is in de cirkeldiagram. Daarnaast waren alle mensen verschillend opgeleid: de een was net klaar met de middelbare school terwijl een ander allang de universiteit had afgerond. Om alles wat meer te verduidelijken heb ik een aantal grafieken en cirkeldiagrammen gemaakt.
Geslacht
mannen 32%
vrouwen 68%
12
Leeftijdsverdeling 25 11- 20 jaar
20
21-30 jaar 31-40 jaar
15
41-50 jaar 10
51-60 jaar 61-70 jaar
5
71-80 aar
0
Hoogst genoten opleiding WO 8%
VMBO 14% HAVO 14%
HBO 34%
VWO 2% MBO 28%
Vraag 4: Allereerste gedachte bij het woord hoogbegaafdheid Deze vraag is erg interessant omdat de meeste mensen erg eerlijk zijn geweest met beantwoorden en dus echt hebben opgeschreven wat als eerste in hen opkwam. Sommige antwoorden vallen duidelijk onder een vooroordeel, terwijl er ook antwoorden waren waarvan lastig te bepalen was of het een vooroordeel was of dat het echt zo is. Daarom heb ik ervoor gekozen om de antwoorden in 3 verschillende groepen in te delen, namelijk: vooroordeel, werkelijkheid of beide. Als iemand bijvoorbeeld ‘hoog IQ’ op schrijft is dat werkelijkheid, maar ook een vooroordeel. Daarom hoort dit antwoord bij ‘beide’. Allereerst ga ik kijken naar het aantal vooroordelen die men had. In totaal waren er 12 vooroordelen opgeschreven: 2 door VMBO’ers, 6 door MBO’ers en 4 door HBO’ers.
13
Vraag 4 7 6 5 4 Vooroordeel
3 2 1 0 VMBO
HAVO
VWO
MBO
HBO
WO
Er waren net wat meer mensen die ‘werkelijkheid’ antwoorden hadden: in totaal hadden 14 mensen echte antwoorden. 3 van hen waren VMBO’ers, 2 havo’ers, 1 vwo’er, 1 mbo’er, 3 hbo’ers en 4 wo’ers.
Vraag 4 4,5 4 3,5 3 2,5 Werkelijkheid
2 1,5 1 0,5 0 VMBO
HAVO
VWO
MBO
HBO
WO
De meeste antwoorden vielen in de categorie ‘beide’: 23 mensen gaven antwoorden die in deze groep vielen. Dit waren 2 vmbo’ers, 5 havo’ers, 8 mbo’ers en 8 hbo’ers.
14
Vraag 4 9 8 7 6 5 Beide
4 3 2 1 0 VMBO
HAVO
VWO
MBO
HBO
WO
Alle bovenstaande gegevens heb ik in onderstaande grafiek bij elkaar gevoegd zodat ik straks gemakkelijk conclusies kan trekken.
Vraag 4 totaaloverzicht 9 8 7 6 5
Vooroordeel
4
Werkelijkheid
3
Beide
2 1 0 VMBO
HAVO
VWO
MBO
HBO
WO
■ Conclusie vraag 4 Na aanleiding van bovenstaande grafiek kan ik het volgende concluderen: De MBO’ers hebben de meeste vooroordelen en het minste ‘werkelijkheid’. Daarentegen hebben VWO en WO alleen maar werkelijkheid. Voor vraag 4 klopt mijn hypothese dus. ■ Quote vraag 4 Bij vraag 4 heb ik hele negatieve antwoorden gekregen, maar gelukkig ook hele mooie en positieve. Vandaar dat ik een aantal van die antwoorden wil quoten. Zo zei een HBO’er het volgende “Hoogbegaafdheid wordt door anderen niet altijd goed begrepen. Hoogbegaafden hebben het moeilijker met hoogbegaafdheid dan de meesten denken”. Iemand van het HAVO maakte de opmerking dat een hoogbegaafd kind er niet zelf voor heeft gekozen om hoogbegaafd te zijn. 15
Iemand die zijn WO heeft afgerond is blij dat hoogbegaafdheid geen lelijk woord meer is. Iemand anders van het WO gaf de meest inspirerende omschrijving van hoogbegaafdheid, namelijk: “Een gave die ook een last kan zijn”. Daarnaast was er ook nog een VWO’er die hoogbegaafdheid goed heeft omschreven met 1 woord, namelijk: ingewikkeld.
Vraag 5: Vooroordelen versus werkelijkheid Na het lezen van verschillende boeken over hoogbegaafdheid is het mij gelukt om de kenmerken van vraag 5 in verschillende groepen in te delen. Bij vraag 4 was het indelen van de antwoorden lastiger omdat het om een open vraag ging. Gelukkig is vraag 5 een gesloten vraag en heb ik van te voren alle antwoorden in 3 groepen kunnen indelen. Ook bij deze vraag zijn er 3 groepen: vooroordeel, werkelijkheid en beide. Voordat ik begin met het analyseren van de antwoorden van vraag 5 geef ik eerst een korte uitleg waarom ik de kenmerken bij een bepaalde groep heb gezet. Beide: zowel werkelijkheid als een vooroordeel Beide
Zowel een vooroordeel als werkelijkheid Hoog IQ is in veel gevallen een vooroordeel. Veel mensen denken dat hoogbegaafdheid alleen met een hoog IQ te maken heeft, maar dat is niet zo. Een hoog IQ hoort wel bij hoogbegaafdheid maar het is veel meer dan dat, Hoog IQ vandaar dat hoog IQ bij de groep ‘beide’ staat. veel hoogbegaafde kinderen hebben een klas overgeslagen (werkelijkheid), maar het is ook een vooroordeel dat kinderen die een klas overslaan Klas overslaan hoogbegaafd zijn. Daarom staat ‘klas overslaan’ bij beide. vaak wordt gedacht dat hoogbegaafde jongeren gelukkig zijn omdat ze zoveel kunnen (vooroordeel). Sommige hoogbegaafde jongeren zijn inderdaad Gelukkig zijn gelukkig (werkelijkheid), maar sommigen juist niet omdat ze bijvoorbeeld begeleiding en uitdaging missen. veel mensen denken dat hoogbegaafde jongeren sociaal of emotioneel Sociaal/emotioneel achterlopen terwijl dat vaak niet zo is (vooroordeel). In sommige gevallen is het achterlopen echter wel zo (werkelijkheid). Daarom staat ook dit kenmerk bij de groep ‘beide’ veel mensen gaan ervan uit dat hoogbegaafde jongeren gelukkig zijn Ongelukkig zijn (vooroordeel) omdat ze zoveel kunnen terwijl veel hoogbegaafde jongeren ongelukkig zijn (werkelijkheid) omdat ze uitdaging en begeleiding missen. vaak is het zo dat hoogbegaafde jongeren weinig vriendjes of vriendinnetjes hebben omdat ze ‘anders’ zijn, daardoor kunnen ze zich eenzaam voelen (werkelijkheid). Gelukkig zijn er ook een heleboel hoogbegaafde kinderen die Eenzaam wel makkelijk vriendjes kunnen maken. Vandaar ook dat eenzaam ook weer in de groep ‘beide’ valt
Vooroordelen: hoeft niet per se waar te zijn, maar wordt wel vaak aangenomen dat het waar is Vooroordelen
Zelfvertrouwen Streber:
hoeft niet per se waar te zijn, maar wordt wel vaak aangenomen dat het waar is vaak wordt er gedacht dat hoogbegaafde jongeren veel zelfvertrouwen hebben omdat ze veel kunnen terwijl ze vaak hartstikke onzeker zijn omdat ze zich ‘anders’ voelen. vaak worden hoogbegaafde jongeren als strebers gezien omdat ze denken dat hoogbegaafde jongeren veel hoge cijfers halen
16
Hoge pieten/directeuren Gymnasium/vwo ‘Ze hebben geen uitleg nodig, want ze kunnen alles zelf’ Nerd
Autisme/ADHD/ADD
veel mensen gaan ervan uit dat hoogbegaafde jongeren later allemaal directeur worden veel mensen gaan ervan uit dat hoogbegaafde jongeren allemaal vwo/gymnasium doen veel mensen gaan ervan uit dat hoogbegaafde jongeren geen uitleg nodig hebben omdat ze alles zelf kunnen, maar dat is juist niet waar. Ze hebben juist wel uitleg en begeleiding nodig hoogbegaafde jongeren worden bijna altijd neergezet als nerds. Dat is ook een van de vele kenmerken die genoemd worden bij vraag 4 Veel mensen denken dat hoogbegaafde jongeren sociaal/emotioneel achterlopen en daarom plakken ze het label ‘autisme’ op hen. In sommige gevallen krijgen ze ook het label ADHD/ADD opgeplakt
De meeste kenmerken die vallen onder de groep werkelijkheid zijn al eerder in dit profielwerkstuk voorgekomen. Daarom leg ik slechts een aantal kenmerken uit want de meeste kenmerken spreken voor zich. Werkelijkheid Veel hoogbegaafde kinderen zijn hooggevoelig; ze zijn gevoelig voor indrukken en prikkels, maar ze merken ook meer signalen en details op Veel hoogbegaafde kinderen zijn perfectionistisch; ze vinden hun eigen prestaties perfectionisme nooit goed genoeg en willen het steeds verbeteren gepest Jammer genoeg worden veel hoogbegaafde kinderen gepest omdat ze anders zijn. ze kunnen niet Veel hoogbegaafde kinderen zijn gepest en vallen buiten de groep. Om toch bij de zichzelf zijn groep te horen, doen ze zichzelf anders voor. Veel hoogbegaafde jongeren vinden het eng om nieuwe dingen te proberen omdat ze faalangst bang zijn, en er soms al vanuit gaan, dat het fout gaat Dyslexie valt onder werkelijkheid. Het is niet iets wat een vooroordeel is en daarom dyslexie valt het onder deze groep Door onjuiste begeleiding komen veel hoogbegaafde kinderen uiteindelijk terecht op het vmbo of mbo terwijl ze gemakkelijk een universitaire studie zouden kunnen vmbo/MBO afronden. Als hoogbegaafd kind wil je bij de groep horen. Als je buiten de boot valt omdat je te hoge cijfers haalt (en dus een nerd bent) ga je natuurlijk lagere cijfers halen oftewel onderpresteren onderpresteren Als hoogbegaafd kind val je vaak buiten de boot. Om er toch bij te kunnen horen ga de clown je je anders gedragen. Dit kan zich uiten in de ‘clown van de klas’ worden Veel hoogbegaafden, met name hoogbegaafde kinderen, voelen zich onbegrepen. Dit komt doordat ze anders denken dan leeftijdsgenoten en daardoor worden buiten onbegrepen gesloten hooggevoelig
Naast de kenmerken in de tabel hierboven zijn er nog een aantal andere kenmerken die onder de groep ‘werkelijkheid’ vallen. Deze kenmerken heb ik niet in de tabel genoemd omdat de betekenis ervan vanzelfsprekend is. Hieronder staat een overzicht van alle kenmerken die onder de groep ‘werkelijkheid’ vallen. - leergierig zijn - ze kunnen niet zichzelf zijn - cognitief voorlopen - verveling - hooggevoelig - faalangst - perfectionisme - laag zelfbeeld - brede belangstelling - dyslexie - gemotiveerd - vmbo/MBO - gepest - onderpresteren 17
- de clown - onbegrepen
- weinig goede begeleiding
■ Analyse vraag 5 Nu alle kenmerken in 3 verschillende groepen zijn ingedeeld is het tijd vraag 5 te analyseren. Ik heb telkens per opleidingsniveau bijgehouden hoeveel kenmerken er zijn aangekruist en bij welke groep die kenmerken horen. Daardoor heb ik onderstaande tabel gekregen. Cijfers Totaal Vooroordelen Werkelijkheid Beide VMBO 72 19 31 22 MBO 105 25 42 38 Havo 71 18 30 23 HBO 166 26 88 52 VWO 6 0 3 3 WO 30 7 15 8 De cijfers van de verschillende opleidingsniveaus staan niet in verhouding tot elkaar. Daarom heb ik van elke groep het percentage uitgerekend zodat ik de verschillende opleidingsniveaus met elkaar kan vergelijken. Om onderstaande gegevens te krijgen, heb ik telkens uitgerekend hoeveel procent elke groep is binnen een bepaald opleidingsniveau. Percentages VMBO MBO Havo HBO VWO WO
Vooroordelen 26,39% 23,81% 25,35% 15,66% 0% 23,3%
Werkelijkheid 43,06% 40% 42,25% 53,01% 50% 50,0%
Beide 30,55% 36,19% 32,40% 31,33% 50% 26,7%
Bij bovenstaande tabel hoort onderstaande grafiek.
Vraag 5 60,00% 50,00% 40,00% Vooroordelen 30,00%
Werkelijkheid
20,00%
Beide
10,00% 0,00% VMBO
MBO
HAVO
HBO
VWO
WO
18
■ Conclusie vraag 5 Uit de tabel en grafiek kan ik de volgende conclusies trekken - Vooroordelen. De mensen die het VMBO hebben afgerond, hebben de meeste vooroordelen. Hun percentage aan vooroordelen is namelijk 26,39%. Daarna komen de mensen die de Havo hebben afgerond met 25,35%. Op de derde plaats staan de mensen die hun MBO hebben afgerond met 23,81% - Werkelijkheid. De mensen die de HBO opleiding hebben afgerond, hebben de meeste ‘werkelijkheid’ kenmerken aangekruist. Namelijk 53,01% van hun aangekruiste kenmerken vielen onder de groep werkelijkheid. Op een gedeelde 2de plaats staan de mensen die het VWO en WO hebben afgerond, met 50%. Daarna komen de overige opleidingsniveaus uit rond de 40% met op de 3de plaats de mensen die hun VMBO hebben afgerond. - Beide. De mensen die het VWO hebben afgerond staan op de eerste plek met 50%. Daarna komen de mensen die het MBO hebben afgrond met 36,19%. Op de derde plek staan de mensen die hun Havo hebben afgerond met 32,40%.
Vraag 6: Overige kenmerken Alle mensen die de enquête hebben ingevuld, hebben vraag 6 verkeerd begrepen. Ik vroeg in de enquête om nog meer kenmerken van hoogbegaafdheid op te schrijven, maar niemand heeft dat gedaan. Een aantal mensen heeft wel wat opgeschreven, maar dat waren geen kenmerken van hoogbegaafdheid maar een beschrijving van hoogbegaafdheid. Ik heb een aantal mooie beschrijvingen hieronder overgenomen Daarnaast is hier nog een tabel, met bijbehorende grafiek, van hoeveel mensen er wel of geen beschrijving hebben gemaakt. Wel een Geen Groep beschrijving beschrijving VMBO 1 6 Havo 4 3 VWO 0 1 MBO 3 11 HBO 3 14 WO 3 1
19
■ Mooie beschrijvingen Één van de MBO’ers omschrijft hoogbegaafden als mensen die met beide benen op de grond blijven staan. Daarnaast vind ik de volgende beschrijving erg mooi “niet zelf voor gekozen’. Één van de HBO’ers heeft goed uitgelegd hoe het voor veel hoogbegaafden is, namelijk: “Ik denk dat hoogbegaafden door ‘anderen’ niet altijd goed begrepen worden en het moeilijker hebben met hoogbegaafd zijn dan de meesten denken.” Één WO’er heeft zelf een hoogbegaafd kind en merkt het volgende op: “Grappig, bij vraag 5 staan ook allemaal negatieve begrippen. Ik associeer hoogbegaafdheid daar nauwelijks mee.”
Vraag 7 tot en met 11: Hoogbegaafde kinderen Van de 7 VMBO’ers hebben 2 mensen al kinderen. Één ouder weet zeker dat zijn of haar dochter niet hoogbegaafd is, de andere ouder weet het niet. Daarnaast zijn er nog 2 MBO’ers die al kinderen hebben die niet hoogbegaafd zijn. De mensen die de havo hebben afgerond, hebben allemaal geen kinderen. Daarnaast zijn er nog 2 HBO’ers die kinderen hebben van de in totaal 17 HBO’ers. Beide ouders weten zeker dat hun kinderen niet hoogbegaafd zijn. Er zijn ook nog 2 ouders onder de 4 WO’ers. Deze 2 kinderen zijn wel allebei hoogbegaafd.
Vraag 7 16 14 12 10 8
Wel kinderen
6
Geen kinderen
4 2 0 VMBO
Mbo
Havo
Hbo
VWO
WO
In totaal zijn er 50 mensen die deze enquête hebben ingevuld. Daarvan hebben 8 mensen kinderen. 5 daarvan zijn zeker niet hoogbegaafd, 1 weet het niet en 2 ouders weten zeker dat hun kind hoogbegaafd is.
20
Vraag 8 Weet niet 13% Hoogbegaafd 25%
Niet hoogbegaafd 62%
Slechts 2 mensen hebben aangegeven dat hun kinder(en) hoogbegaafd zijn. Één van die mensen moest net de trein verlaten toen ze bij vraag 9 was. Ik heb nog geprobeerd contact met haar op te zoeken, maar dat is mislukt. Daarom heb ik alleen informatie van 1 andere ouder. Deze meneer zegt bij vraag 10 dat zijn kind zich verveelde, gelukkig was, wel werd geaccepteerd en begrepen werd voordat men wist dat hij/zij hoogbegaafd was. Toen bekend was dat zijn kind hoogbegaafd was veranderde gelukkig niets: hij of zij werd nog steeds geaccepteerd en begrepen.
Conclusie enquête Ik heb in totaal 50 enquêtes uitgedeeld. Daarna heb ik alle vragen geanalyseerd en daaruit blijkt dat 34 van de enquêtes zijn ingevuld door vrouwen en 16 door mannen. Daarnaast zijn de meeste enquêtes ingevuld door twintigers en dertigers. Ik heb deze enquête gemaakt om het algemene beeld van hoogbegaafdheid te achterhalen. Ik wil weten of mensen veel weten over hoogbegaafdheid of dat ze veel vooroordelen hebben. Om daarachter te komen heb ik de gegevens van vraag 4 en 5 bij elkaar gevoegd en is onderstaande tabel ontstaan. Cijfers VMBO Mbo Havo Hbo VWO WO
Totaal 79 120 78 182 7 34
Vooroordeel 21 31 18 30 0 7
Werkelijkheid 34 43 32 91 4 19
Beide 24 46 28 61 3 8
Om conclusies uit deze gegevens te kunnen trekken heb ik alle cijfers omgerekend in percentages. Daardoor krijg ik onderstaande tabel. Percentages Vooroordelen Werkelijkheid Beide VMBO 26,58% 43,04% 30,38% 21
MBO Havo HBO VWO WO
25,83% 23,07% 16,48% 0% 20,59%
35,83% 41,03% 50,0% 57,14% 55,88%
38,34% 35,90% 16,52% 42,86% 23,53%
Op de volgende pagina is een grafiek te zien die bij bovenstaande tabel hoort. 60,00% 50,00% 40,00% Vooroordelen 30,00%
Werkelijkheid Beide
20,00% 10,00% 0,00% VMBO
MBO
HAVO
HBO
VWO
WO
Uit deze tabel en grafiek blijkt dat de mensen die het VMBO hebben afgerond, de meeste vooroordelen hebben. Hun percentage aan vooroordelen is namelijk 26,58%. Daarna komen de mensen die het MBO hebben afgerond met 25,35%. Op de derde plaats komen de mensen die de havo hebben afgerond met 23,07%. Daarnaast blijkt uit bovenstaande tabel en grafiek dat de mensen die hun VWO opleiding hebben afgerond, het grootste percentage ‘werkelijkheid’ hebben, namelijk 57,14%. Daarna komen de mensen die hun WO opleiding hebben afgerond met 55,88%. Op de derde plaats staan de mensen die hun HBO opleiding hebben afgerond met 50,0% Als laatste heb ik gekeken naar de kenmerken die onder de groep ‘beide’ vallen. De mensen die het VWO hebben afgerond staan op de eerste plek met 42,86%. Daarna komen de mensen die het MBO hebben afgerond. Op de derde plek staan de mensen die de Havo hebben afgerond. Uit het bovenstaande kan ik de volgende conclusies trekken: - De mensen die het VMBO, MBO of de Havo hebben afgerond hebben de meeste vooroordelen en hebben de minste kenmerken die onder de groep ‘werkelijkheid’ vallen, aangekruist. - De mensen die hun VWO, WO of HBO opleiding hebben afgerond hebben de minste vooroordelen en hebben de meeste kenmerken aangekruist die onder de groep ‘werkelijkheid’ vallen.
22
1.2
Deelconclusies domein I
In het eerste domein stond het begrip ‘hoogbegaafdheid’ centraal. Ik heb dit begrip aan de hand van het model van Mönks uitgelegd. Daaruit blijkt dat hoogbegaafdheid de combinatie is van motivatie, creativiteit en een hoge intelligentie. Het gezin, de vrienden en de school van het hoogbegaafde kind hebben invloed op de ontwikkeling van hoogbegaafd gedrag. Ik heb in het eerste domein ook verschillende hoogbegaafdheidprofielen beschreven. Daaruit blijkt dat er 6 verschillende hoogbegaafdheidprofielen zijn, namelijk: de succesvolle leerling, de uitdagende leerling, de onderduikende leerling, de drop-out, de dubbel gelabelde leerling en de zelfstandige leerling. Daarnaast heb ik ook besproken hoe hoogbegaafdheid herkent kan worden en hoe hoogbegaafdheid zich uit in het dagelijks leven. Daaruit kan ik concluderen dat het van groot belang is dat hoogbegaafde kinderen tijdig worden herkent en dat ze de juiste begeleiding, steun en uitdaging krijgen om zo scheefgroei te voorkomen Een belangrijk onderdeel van domein I was mijn enquête. Met die enquête wilde ik achter het beeld komen wat mensen hebben over hoogbegaafdheid. Ik heb 50 enquêtes uitgedeeld in de trein en daarna geanalyseerd. Uit mijn analyse is gebleken dat de mensen die hun VMBO, MBO of Havo opleiding hebben afgerond de meeste vooroordelen hebben aangekruist. Oftewel de lager opgeleide mensen hebben de meeste vooroordelen over hoogbegaafdheid. Daarentegen hebben de mensen die hun VWO, WO of HBO opleiding hebben afgerond de meeste kenmerken aangekruist die onder de groep ‘werkelijkheid’ vallen. Met andere woorden, de hoger opgeleide mensen hebben minder vaak vooroordelen over hoogbegaafdheid aangekruist. Mijn hypothese over deze enquête klopt dus.
23
2 Domein II: Speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden In dit tweede domein ga ik wat meer vertellen over speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden. Ik richt mij vooral op wat deze speciale verenigingen en stichtingen doen voor hoogbegaafde jongeren.
2.1
Deelvragen domein II
Dit domein valt uiteen in 4 deelvragen waar ik antwoord op ga geven. Deze 4 deelvragen zijn: ‘Welke speciale verenigingen en stichtingen zijn er voor hoogbegaafde jongeren?’, ‘Hoe zijn deze speciale verenigingen en stichtingen ontstaan?’, ‘Wat doen deze speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafde jongeren?’ en ‘Wat is het bestaansdoel van deze speciale verenigingen en stichtingen?’
Welke speciale verenigingen en stichtingen zijn er voor hoogbegaafde jongeren? In Nederland zijn er tegenwoordig veel verschillenden stichtingen en verenigingen voor hoogbegaafden. Ik ga wat meer vertellen over de 3 bekendste verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden in Nederland, namelijk: Pharos, Squibs en Mensa Nederland. Behalve deze 3 speciale verenigingen en stichtingen zijn er nog andere verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden. Ik vertel allereerst hoe de stichtingen zijn ontstaan, daarna wat ze doen voor hoogbegaafde jongeren en wat hun bestaansdoel is. Allereerst wat meer algemene informatie over Pharos, Squibs en Mensa Nederland
Pharos Pharos is een landelijke vereniging voor de ouders van hoogbegaafde kinderen. Deze vereniging is de grootste landelijke vereniging van ouders van hoogbegaafde kinderen. Pharos heeft ongeveer 1700 leden en heeft Nederland in 20 regio’s ingedeeld. Als lid van Pharos kun je aan activiteiten van elke regio meedoen. Deze zijn zowel voor ouders van hoogbegaafde kinderen en jongeren, als voor de kinderen en jongeren zelf. Meestal worden de activiteiten op bepaalde leeftijdsgroepen afgestemd. Apeldoorn valt onder de zeer actieve regio de Stedendriehoek.
Squibs Squibs is een Gifted Youth Peer Community die activiteiten en reizen organiseert voor jongeren. Gifted Youth Peer Community kan in het Nederlands het beste vertaald worden als ‘een gemeenschap voor hoogbegaafde jongeren door hoogbegaafde jongeren’. Naast het organiseren van activiteiten en evenementen voor jongeren is Squibs ook druk bezig met andere projecten zoals: Squibs Studiebegeleiding Projectplan en Squibs Creatieve Denktank zoekt Complexe Vraagstelling. Squibs is dus voor jongeren vanaf 11 jaar.
Mensa Nederland Mensa Nederland maakt onderdeel uit van Mensa. Dat is een internationale organisatie van en voor zeer intelligente mensen. Ruim 100.000 mensen zijn lid van Mensa waarvan 4300 mensen in Nederland. Niet iedereen kan lid worden van 24
Mensa. Je kunt alleen lid worden als je een erkende intelligentietest hebt gemaakt waaruit blijkt dat je IQ 130 of meer is.
Hoe zijn deze speciale verenigingen en stichtingen ontstaan? Elke speciale vereniging of stichting heeft zijn eigen geschiedenis waar ik wat meer over ga vertellen. Allereerst vertel ik hoe Pharos is ontstaan.
Pharos Pharos is zo’n 25 jaar geleden ontstaan. Het begon als een kleine groep ouders van hoogbegaafde jongeren die samen kwamen en het is uitgegroeid tot een nationale vereniging met zo’n 1700 leden. De vereniging is ontstaan omdat Pharos informatie wil verspreiden over hoogbegaafdheid en de belangen wil behartigen van de ouders van hoogbegaafde kinderen bij de overheid, onderwijs en hulpverleners.
Squibs SquibS is een stichting die in januari 2012 is opgericht door Wynand Berndsen en Anita Wuestman. Anita en Wynand zijn beide actief betrokken bij activiteiten van Pharos, zowel landelijk als voor de regio Stedendriehoek. Door hun betrokkenheid bij deze activiteiten weten ze erg veel over hoogbegaafde kinderen, jongeren en hun ouders. Daarom hebben ze Squibs opgericht. Ze willen op deze manier de psychosociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren die naar activiteiten gaan bevorderen.
Mensa Nederland Mensa is in 1946 in Groot-Brittannië opgericht door Roland Berril en Dr. Lance Ware. Pas in 1963 werd Mensa Nederland opgericht door Mr. S.A. l’Honoré Naber. Nu, 50 jaar later, heeft Mensa Nederland zo’n 4300 leden.
Wat doen deze speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafde jongeren? Deze 3 speciale verenigingen en stichtingen doen allemaal verschillende dingen voor hoogbegaafden. Hieronder beschrijf ik wat ze doen voor hoogbegaafde jongeren.
Pharos Pharos creëert een veilige plek voor de ouders van hoogbegaafde kinderen en jongeren en de hoogbegaafde kinderen en jongeren zelf om samen te komen en leuke activiteiten te ondernemen. Zo organiseert Pharos bijvoorbeeld veel kinderactiviteiten, oudercontactavonden/koffieochtenden, spelmiddagen, weekenden voor de hoofdbegaafde jongeren, houden ze lezingen, organiseren ze excursies en familiedagen
Squibs Zoals eerder gezegd organiseert Squibs activiteiten en reizen voor hoogbegaafde jongeren. Sommige activiteiten worden echter niet door Anita en Wynand georganiseerd maar door de jongeren zelf. Zo is een groepje jongeren momenteel
25
druk bezig met het organiseren van Lan Party’s en worden er vaak verjaardagen samen gevierd.
Mensa Nederland Mensa is in essentie een vereniging voor volwassenen. Er zijn wel een aantal jeugdleden en natuurlijk zijn er ook volwassenen met hoogbegaafde kinderen die lid zijn, maar in principe is Mensa alleen voor volwassenen.
Wat is het bestaansdoel van deze speciale verenigingen en stichtingen? Elke vereniging of stichting heeft een bestaansdoel, zo ook deze speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden. Hieronder beschrijf ik het bestaansdoel van Pharos, Squibs en Mensa Nederland. Daarnaast beschrijf ik ook wat Squibs betekent voor de hoogbegaafde jongeren.
Pharos Pharos vraagt erkenning en acceptatie van hoogbegaafdheid als een positieve eigenschap. Hun doel is dus om hoogbegaafdheid op een positieve manier onder de aandacht te brengen en daarnaast ouders van hoogbegaafde kinderen onderling en ook hoogbegaafde kinderen met elkaar in contact te brengen. Dit bereikt Pharos door het organiseren van activiteiten voor hoogbegaafde kinderen, ouders en andere belangstellenden
Squibs Zoals te lezen valt op de site van Squibs is hun missie als volgt: “SquibS heeft als missie dat we cognitief getalenteerde jongeren in een context willen brengen waarin zij op een bij hen passende wijze vaardigheden kunnen trainen die bijdragen aan autonome ontwikkeling2.” Daarnaast is een belangrijk principe van Squibs dat iedereen onvoorwaardelijk wordt geaccepteerd als mens.
Wat betekent Squibs voor de hoogbegaafde jongeren? Squibs betekent veel voor de deelnemers aan de activiteiten. Dit bleek wel tijdens de voorbereidingen voor de ECHA presentatie in Münster. Ik heb zelf aan deze presentatie meegewerkt en tijdens één van de eerste bijeenkomsten moesten de jongeren op briefjes de waarde van een Gifted Youth Peer Community schrijven. Het resultaat? Een stuk of 250 sticky-notes met allemaal redenen waarom Squibs belangrijk voor hen is. Uit de verhalen van de jongeren tijdens deze presentaties bleek dat Squibs hen zelfvertrouwen en soms zelfs een doel in hun leven geeft. Squibs is ook een veilige omgeving waar hoogbegaafde jongeren leren van elkaar en daarmee hun sociale vaardigheden ontwikkelen.
Mensa Nederland Op de site van Mensa International kwam ik de volgende doelstelling tegen: “to identify and foster human intelligence for the benefit of humanity, to encourage
2
http://www.squibs.nl/wp-content/uploads/2012/12/Van-Pharos-naar-SquibS.p
26
research in the nature, characteristics and uses of intelligence, and to promote stimulating intellectual and social opportunities for its members.”3 Oftewel “intelligentie herkennen en bevorderen ten gunste van de mensheid; onderzoek bevorderen naar de aard, kenmerken en mogelijke toepassingen van intelligentie, en: voor de leden een stimulerende intellectuele en sociale omgeving bevorderen." 4
2.2
Deelconclusies domein II
Er zijn dus veel speciale verenigingen en stichtingen voor hoogbegaafden. Ik heb mij gericht op de 3 bekendste in Nederland, namelijk Pharos, Squibs en Mensa. Pharos is zo’n 25 jaar geleden ontstaan omdat de vereniging informatie wil verspreiden over hoogbegaafdheid en de belangen wil behartigen van de ouders van hoogbegaafde kinderen en jongeren bij onder andere de overheid en binnen het onderwijs. Pharos was in het begin een oudervereniging maar organiseert tegenwoordig veel activiteiten speciaal voor de hoogbegaafde kinderen en jongeren. Het bestaansdoel van Pharos is erkenning en acceptatie vragen van hoogbegaafdheid als een positieve eigenschap. Squibs is in januari 2012 opgericht door Anita Wuestman en Wynand Berndsen met als doel de psychosociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren te bevorderen. Dit doen ze door reizen en andere activiteiten te organiseren voor hoogbegaafde jongeren. Mensa is in 1946 in Groot-Brittanie opgericht. Pas in 1963 werd Mensa Nederland opgericht. Mensa is in essentie een vereniging voor volwassenen, maar er zijn wel een aantal jeugdleden.
3 4
http://www.mensa.org/about-us#what-goals http://nl.wikipedia.org/wiki/Mensa_(organisatie)#cite_note-1
27
3 Domein III: Spiral Dynamics In dit laatste domein komt de interessante Spiral Dynamics theorie aan bod. Dit grote deelonderwerp valt uiteen in een aantal deelvragen. Het belangrijkste deel van dit domein is mijn onderzoek. Ik heb een enquête gemaakt waarmee ik de Spiral Dynamics theorie wil toetsen. Met deze enquête wil ik erachter komen wat de invloed is van speciale activiteiten op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren. De waardensystemen kun je zien als verschillende brillen. Als je in beige zit, heb je alleen een beige bril en zie je alle situaties door die kleur. Als je verder in de spiraal zit, bijvoorbeeld in groen, dan heb je een beige, paarse, rode, blauwe, oranje en groene bril. Afhankelijk van de situatie kijk je naar de wereld door de bril die daarbij het beste past.
3.1
Deelvragen en deelonderwerpen domein III
Voordat ik mijn Spiral Dynamics enquête ga bespreken, ga ik eerst wat meer over de Spiral Dynamics theorie uitleggen: wie heeft de theorie bedacht en wat houdt deze theorie in? Daarna ga ik het model van Don Beck en Christopher Cowan uitleggen en vertel ik wat meer over de verschillende waardensystemen die er zijn. Daarnaast leg ik ook uit hoe je zelf waardensystemen kunt herkennen en waarom deze theorie betrekking heeft op mijn profielwerkstuk. Daarna ga ik mijn enquête over de Spiral Dynamics theorie analyseren en bespreken.
Wie heeft de Spiral Dynamics theorie bedacht? Het model is gezamenlijk ontwikkeld door Don Beck en Chris Cowan. Zij hebben hun theorie gebaseerd op de onderzoeken van Clare W.Graves. Graves is een onderzoeker die van 1952 tot 1959 wetenschappelijk onderzoek heeft gedaan. Na 12 jaar, in 1971, wist Clare W. Graves een helder patroon bloot te leggen dat het gedrag van mensen in verschillende omstandigheden verklaart. Het onderzoek van Clare W Graves uit de jaren ’70 is de basis van de Spiral Dynamics theorie zoals we die vandaag de dag kennen. In het boek Spiral Dynamics van Don Edward Beck en Christopher C. Cowan, borduren Don Edward Beck en Christopher C. Cowan voort op het werk van Clare W Graves
Wat houdt de Spiral Dynamics theorie in? De Spiral Dynamics theorie is een ontwikkelingsmodel in de vorm van een spiraal. De spiraal die hiernaast te zien is bestaat uit 9 verschillende niveaus, de verschillende waardensystemen. De verschillende niveaus hebben allemaal een eigen kleur. Onderzoekers en wetenschappers hebben echter alleen informatie over de eerste 7 waardensystemen. Daarom beschrijft de Spiral Dynamics theorie op dit moment slechts 7 niveaus van toenemende complexiteit. Onderzoekers en wetenschappers veronderstellen dat er nog meer niveaus zijn, naast de 7 niveaus waar ze nu al informatie hebben. Daarom hebben ze nog 2 niveaus boven het gele niveau getekend. Op die manier willen ze aangeven dat er nog meer is, maar dat ze op 28
dit moment nog niet weten wat het precies inhoudt. Deze theorie gaat niet alleen over welke waardensystemen er zijn. Het gaat ook over het herkennen van de waardensystemen in een bedrijf, organisatie of in de samenleving. Daarnaast wordt deze theorie vaak gebruikt in het bedrijfsleven. Zo wil men in het bedrijfsleven weten hoe ze kunnen vaststellen welke drijvende krachten een rol spelen bij veranderingen en hoe je kunt zien in welke richting een veranderingsproces zich beweegt. Het is het meest belangrijke om te leren welk instrument je als bestuurder of leidinggevende hebt om een veranderingsproces zo efficiënt mogelijk te sturen.
Hoe ziet het model van Don Beck en Christopher Cowan eruit? Het model van Don en Christopher bestaat uit 7 waardensystemen waar op dit moment informatie over bekend is. Het plaatje van hun boek bestaat echter uit 9 niveaus. Ik kan alleen over de eerste 7 waardensystemen vertellen omdat onderzoekers nog te weinig informatie hebben over de volgende systemen. Aan elk van de 7 waardensysteem waar ik over ga vertellen, is een kleur gekoppeld. Bij elk waardensysteem is er steeds een duidelijk terugkerende cyclus: een ingaande fase, een piekfase en een uitgaande fase. Bij de ingaande fase zijn er nog restanten van het vorige waardensysteem, de vorige kleur, aanwezig. Bij de piekfase van een systeem is het denken gecenterd in die kleur; je ziet op dat moment de wereld door een bril in die bepaalde kleur. Bij de uitgaande fase dienen zich nieuwe levensomstandigheden aan; je gaat naar een volgend systeem. Daarna gaat de uitgaande fase over in de ingaande fase die vervolgens weer overgaat in de piekfase en dat gaat steeds zo door. Zoals eerder gezegd wordt de Spiral Dynamics theorie breed gebruikt en kun je veel kanten op met de waardensystemen. Ik houd mij alleen bezig met welke waardensystemen er zijn en hoe je die kunt herkennen.
Welke 7 waardensystemen zijn er? Zoals eerder al is verteld, is er alleen informatie over de eerste 7 kleuren. Omdat het voor onderzoekers aannemelijk is dat er nog kleuren zijn na geel, hebben ze hogere niveaus getekend omdat op die manier aan te geven. De basiskleur is beige en dat is de laagste kleur. De kleur die daarna komt is paars. Als je naar de volgende kleur gaat, heb je de kenmerken van de vorige kleur nog steeds. In het plaatje zie je dat goed doordat paars met beige is gemengd. Paars is echter op dat moment wel de hoofdkleur. Als je dan nog een kleur hoger gaat zie je dat rood de hoofdkleur is, maar daarnaast is rood gemengd met paars en beige. De kleur die daarboven staat is blauw. Ook hier geldt weer dat blauw mengt met alle vorige kleuren. Na blauw komt de kleur oranje.
29
Nu we al wat hoger in de spiraal zijn, zie je in het plaatje goed hoe alle vorige kleuren met elkaar mengen tot één geheel en hoe de spiraal steeds breder wordt. Daarna komt de kleur groen, een van de hogere kleuren. Geel staat boven groen en is dus een nog hogere kleur. Ik wil nog wel even het volgende benadrukken. De Spiraal bestaat uit verschillende Waardensystemen maar het is niet de bedoeling om daarmee een label op iemand te plakken. Het is wel zo, en dat heb ik ook al gezegd, dat de ene kleur een hoger niveau is dan een andere kleur. Daarmee is het echter niet zo dat de ene kleur beter is dan de andere. Iedereen leeft op zijn eigen manier en maakt daarom zijn ontwikkeling door de spiraal op zijn eigen manier door zonder dat daar een waardeoordeel aan vast wordt gemaakt. We weten nu dat er over 7 waardensystemen uit de spiraal informatie beschikbaar is. Daarnaast weten we ook dat elk systeem aan een kleur gekoppeld is. Het is echter veel belangrijker om te weten wát deze waardensystemen betekenen. Daarom bespreek ik hieronder de 7 kleuren en hoe die zich ontwikkelen. We zien de wereld vanaf dit moment door de ogen van Pietje die zich ontwikkelt. Hij begint bij het eerste waardensysteem: beige.
De eerste reeks waardensystemen Ik ga nu naar de eerste 6 kleuren van de spiraal kijken: beige, paars, rood, blauw, oranje en groen. Ik zie de ontwikkeling door de ogen van Pietje waarbij ik telkens 3 verschillende fases onderscheid: de ingaande fase, de piekfase en de uitgaande fase.
Beige: het instinctieve waardensysteem De spiraal begint met de kleur beige. Beige is dus het eerste waardensysteem van de spiraal.
De ingaande fase Iedereen heeft zo zijn eigen idee over onze oorsprong. Zo geloven er mensen dat we geschapen zijn door God, maar er zijn ook mensen die in de ‘Big Bang’ theorie geloven of in iets anders. Hoe onze oorsprong is begonnen, maakt niet zoveel uit. Wat wel van belang is, is onze doorgemaakte transformatie. Wij hebben ons namelijk afgescheiden van onze hominide voorouders (=oermens) en veranderden in wat wij vandaag de dag zijn. Door deze afscheiding is het mogelijk dat de mensheid nieuwe waardensystemen ontwikkelt. Daarbij is de beige de basis van de spiraal.
De piekfase Beige is bijna een automatische bestaanstoestand. Pietje leeft op dit niveau en wordt gedreven door dwingende lichamelijke behoeften en activeert zijn uiterst basale overlevingsuitrusting om op die manier te kunnen overleven. Overleven gaat gemakkelijker in een grote groep. Daarom voelt Pietje zich erg op zijn gemak in een grote groep. In andere woorden draait het leven van Pietje alleen maar om overleven. Pietje besteedt zijn energie aan het in leven blijven en dus aan het voldoen aan zijn lichamelijke behoefte, zodat hij geen honger of dorst lijdt. Daarnaast wil Pietje zijn soort in stand houden en heeft hij geen flauw idee wat iemand bedoelt met
30
‘toekomst’, ‘plannen maken’ of ‘een appeltje voor de dorst’. Dit komt doordat iemand op dit beige niveau zich richt op het overleven in het hier en nu. De kern van beige bestaat dus uit Overleven op het meeste basale niveau; zorgen dat je deze nacht of dag overleeft Bevrediging van lichamelijke behoefte Het vormen van beschermende en ondersteunende banden Doordat beige gericht is op het overleven in het hier en nu, wordt dit waardensysteem ook wel de instinctieve waardensysteem genoemd. Pietje gebruikt zijn instinct om te kunnen overleven.
De uitgaande fase In deze fase komen de eerste paarse kenmerken aan het licht. Daardoor verplaatsen de kenmerken van beige zich langzaam naar de achtergrond. Hierdoor begint Pietje bijvoorbeeld steeds beter gevaren te herkennen, zowel bedreigingen door de natuur als door andere mensen. Daarnaast begint Pietje zich te realiseren dat macht in het getal ligt en dat hij aandacht en zorg moet geven aan blijvende relaties en emotionele banden.
Paars: het clanachtige waardensysteem Paars is het tweede waardensysteem van de Spiraal.
De ingaande fase De paarse kenmerken zijn in deze fase naar de voorgrond getreden terwijl de beige kenmerken steeds verder naar de achtergrond verdwijnen. Deze beige kenmerken zijn er nog wel, alleen zijn ze naar de achtergrond verdwenen.
De piekfase Pietje zoekt veiligheid en zekerheid voor zijn soort en vertrouwt daarom op zijn bloedbanden, familiebanden en daarnaast ook op de magische krachten. Nu Pietje op het paarse niveau leeft, vereert hij de levenswijze van zijn voorouders want die zijn nog steeds bij hem. Zijn leven bestaat uit rituelen, traditionele muziek en dans. Hoofdkenmerken van paars zijn dus Trouw zijn aan ouderen, gebruiken en de stam Tradities: houd heilige plaatsen, voorwerpen en rituelen in ere Ga banden aan om stand te houden en veiligheid te vinden Leef in een magisch dorp Omdat de paarse kleur gericht is op tradities en het leven in een veilige groep, wordt dit waardensysteem ook wel de clanachtige waardensysteem genoemd.
De uitgaande fase In deze fase komen de eerste rode kenmerken aan het licht. Daardoor verplaatsen de kenmerken van paars zich langzaam naar de achtergrond. Zo begint het tot Pietje bijvoorbeeld door te dringen dat een krachtig individu de wereld kan beïnvloeden en dat hij dus macht heeft. 31
Rood: het egocentrische waardensysteem Rood is de derde kleur van de Spiraal.
De ingaande fase De rode kenmerken zijn in deze fase naar de voorgrond getreden terwijl de paarse kenmerken steeds verder naar de achtergrond verdwijnen. Deze paarse kenmerken zijn er nog wel, alleen zijn ze naar de achtergrond verdwenen. Naast de paarse kenmerken, zijn ook de beige kenmerken naar de achtergrond verdwenen
De piekfase Pietje leeft in een jungle waarin alleen de sterkste overleeft. Daarom is Pietje hard en verwacht hij dat van de mensen om hem heen ook. Hij neemt op dit moment de leiding over de groep. Voor Pietje is respect en zijn reputatie erg belangrijk. Daarom pikt hij van niemand een belediging. Als hij beledigd wordt door iemand zal hij altijd wraak nemen, uit respect voor zichzelf. Daarnaast doet Pietje alles wat hem een goed gevoel geeft en zal niets of niemand hem in de weg staan bij wat hij doet. Daarnaast geeft hij makkelijk toe aan impulsen en gevoelens en maakt Pietje zich geen zorgen over gevolgen die er misschien niet eens zijn. Pietje zal zich trouwens nooit schuldig voelen over iets wat hij heeft gedaan. Hoofdkenmerken van rood zijn dus: Leiding nemen en macht hebben Je reputatie beschermen en respect afdwingen Onmiddellijk toegeven aan je impulsen en gevoelens Geen zorgen maken over gevolgen die er misschien niet zijn Pietje leeft dus heel erg in het ‘hier en nu’ en denkt eigenlijk alleen aan zichzelf. Daarom wordt dit waardensysteem ook wel de egocentrische waardensysteem genoemd.
De uitgaande fase In deze fase komen de eerste blauwe kenmerken aan het licht. Daardoor verplaatsen de rode kenmerken zich langzaam naar de achtergrond. Hierdoor begint Pietje aandacht te krijgen voor consequenties en de gevolgen van uitstel. Daarnaast wordt er in de omgeving van Pietje orde en rechtvaardigheid geëist.
Blauw: het zingevende waardensysteem Blauw is de vierde kleur van de Spiraal
De ingaande fase De blauwe kenmerken zijn in deze fase naar de voorgrond getreden, terwijl de rode kenmerken verder naar de achtergrond verdwijnen. De rode kenmerken zijn er nog steeds, alleen zijn ze naar de achtergrond verdwenen. Behalve de rode kenmerken zijn de paarse en beige kenmerken ook naar de achtergrond verdwenen
De piekfase In dit waardensysteem is er veel orde en structuur in het leven van Pietje. Zijn leven heeft betekenis omdat het vuur van verlossing in zijn hart brandt. Dit komt doordat er één leidende kracht de wereld beheerst en zijn bestemming bepaalt (het goddelijke). 32
Er heerst structuur en orde in het leven van Pietje. Daarnaast volgt hij zijn voorbestemde weg en bindt hij zich aan iets dat veel groter is dan hemzelf. Dit kan bijvoorbeeld zijn geloof zijn, maar ook een traditie. Pietje blijft trouw aan de dingen die juist, gepast en goed zijn. Hij geeft daarnaast zijn verlangens op omdat hij zeker weet dat er in de toekomst iets schitterends gaat gebeuren. Hoofdkenmerken van blauw zijn dus: Betekenis en doel in het leven ontdekken Zichzelf opofferen voor een beloning in de toekomst Orde en stabiliteit Impulsiviteit de kop in drukken Principes van de juiste levenswijze opleggen Goddelijkheid Pietje leeft momenteel in een wereld die erg gericht is op het goddelijke, maar ook op orde en structuur. Daarnaast is Pietje gericht op het ontdekken van de betekenis en doel van zijn leven. Daarom wordt dit blauwe waardensysteem ook wel de zingevende waardensysteem genoemd.
De uitgaande fase In deze fase komen de eerste oranje kenmerken aan het licht. Daardoor verplaatsen de blauwe kenmerken zich langzaam naar de achtergrond. Hierdoor begint Pietje strategischer te worden en zich individueler op te stellen.
Oranje: het strategische waardensysteem Oranje is de vijfde kleur van de Spiraal.
De ingaande fase De oranje kenmerken zijn in deze fase naar de voorgrond getreden, terwijl de blauwe kenmerken steeds verder naar de achtergrond verdwijnen. Deze blauwe kenmerken zijn er wel nog steeds, alleen zijn ze nu naar de achtergrond verdwenen. Behalve de blauwe kenmerken zijn de rode, paarse en beige kenmerken ook naar de achtergrond verdwenen.
De piekfase Pietje wil succes hebben, winnen en iets van zijn leven maken. Hij ziet de wereld vol mogelijkheden. Als hij de juiste keuzes maakt, kan hij bepalen hoe het balletje rolt. Belangrijk voor Pietje op dit moment is om in zichzelf te geloven en om niet gehinderd te worden door structuren of regels. Door praktisch bezig te zijn en door te experimenteren, kan Pietje dingen verbeteren. Op dit moment vertrouwt Pietje volledig op zichzelf en op zijn eigen kunnen. Daarnaast wil hij belangrijk zijn in deze wereld. Hoofdkenmerken van oranje zijn dus: Succesvol willen zijn Kapitalisme; het goede leven leiden met materiële overvloed Experimenteren en onderzoeken; daarmee het leven verbeteren van velen door wetenschap en technologie Competities 33
Omdat Pietje succesvol wil zijn en wil genieten van het goede leven moet Pietje strategisch zijn om dat te kunnen bereiken. Daarom wordt dit waardensysteem ook wel de strategische waardensysteem genoemd.
De uitgaande fase In deze fase komen de eerste groene kenmerken aan het licht. Daardoor gaan de oranje kenmerken langzaam naar de achtergrond. Hierdoor begint Pietje in te zien dat hij niet alles alleen moet doen, maar dat hij juist samen moet gaan werken.
Groen: het saamhorige waardensysteem Groen is de zesde en daarmee de laatste kleur uit de eerste reeks waardensystemen
De ingaande fase De groene kenmerken zijn in deze fase naar de voorgrond getreden terwijl de oranje kenmerken steeds verder naar de achtergrond verdwijnen. Deze oranje kenmerken zijn er wel nog steeds, alleen zijn ze nu naar de achtergrond verdwenen. Behalve de oranje kenmerken zijn de blauwe, rode, paarse en beige kenmerken ook naar de achtergrond verdwenen.
De piekfase Pietje wil van ieder moment genieten, want het leven is er immers om ieder moment te ervaren. Daarnaast is hij ervan overtuigd dat we allemaal kunnen leren over wie we zijn als we accepteren dat iedereen gelijk is en even belangrijk is. Daarom moeten we allemaal delen in de vreugde van het samenzijn en hierin voldoening vinden. In zijn gemeenschap is iedereen dan ook verbonden met elkaar: alle zielen maken samen dezelfde reis door. Pietje wil daarnaast ook vrede en liefde voor iedereen. De hoofdkenmerken van groen zijn dus: Genieten van het leven Het innerlijke onderzoeken De beschikbare middelen met iedereen delen Harmonie brengen Mensen bevrijden van hebzucht Pietje wil in het groene waardensysteem genieten van het leven, maar ook harmonie brengen en de beschikbare middelen delen met anderen. Daarom wordt de groene waardensysteem ook wel de saamhorige waardensysteem genoemd
De uitgaande fase In deze fase komen de eerste gele kenmerken aan het licht. Daardoor verplaatsen de groene kenmerken zich langzaam naar de achtergrond. Hierdoor stapt Pietje over naar de tweede reeks waardensystemen
De tweede reeks waardensystemen Pietje heeft het eerste deel van zijn reis door de spiraal afgerond. Hij begon in beige en is nu aanbeland bij het gele waardensysteem. Dit waardensysteem valt in de tweede reeks van waardensystemen. Over de tweede reeks waardensystemen is 34
nog weinig bekend. Onderzoekers en wetenschappers hebben al wel informatie verzameld over het gele waardensysteem. Ze veronderstellen dat er na de kleur geel nog hogere kleuren komen, maar daar is nog te weinig over bekend. Vandaar dat ik nu alleen nog over de kleur geel kan vertellen Ook in deze tweede reeks zijn er telkens 3 fases te onderscheiden: de ingaande fase, de piekfase en de uitgaande fase.
Geel: het autonome waardensysteem Geel is de zevende kleur uit de spiraal en de eerste kleur van de tweede reeks waardensystemen.
De ingaande fase De gele kenmerken zijn in deze fase naar de voorgrond getreden terwijl de groene kenmerken steeds verder naar de achtergrond verdwijnen. Deze kenmerken zijn er wel nog steeds, alleen zijn ze nu naar de achtergrond verdwenen. Behalve de groene kenmerken zijn de oranje, blauwe, rode, paarse en beige kenmerken ook naar de achtergrond verdwenen.
De piekfase Pietje leeft nu in een ordeloze wereld die bedreigd wordt door de toenemende invloed van de eerste zes waardensystemen. Het doel van het leven volgens Pietje is onafhankelijkheid, kennis te bezitten en zorgzaam te zijn. Daarnaast heeft Pietje het gevoel van ‘ik ben wie ik ben’ en is hij verantwoordelijk voor zichzelf. Hij maakt zich wel een beetje zorgen om de toestand van de wereld omdat alles wat er gebeurt, invloed heeft op Pietje als onderdeel van het levende systeem. De hoofdkenmerken van geel zijn dus: Autonomie; zelfstandigheid en onafhankelijkheid Persoonlijke vrijheid ontdekken, zonder anderen onrecht aan te doen en zonder extreem egoïsme De volheid van het leven op aarde ervaren met zijn enorme diversiteit aan dimensies Richten op functionaliteit, vaardigheid, flexibiliteit en spontaniteit
De uitgaande fase In deze fase zullen de kenmerken van de volgende kleur aan het licht komen. Er is nog te weinig over deze kleur bekend dus welke kenmerken dat precies zijn, weet ik niet. Als de kenmerken van de volgende kleur aan het licht komen, zullen de gele kenmerken zich langzaam naar de achtergrond verplaatsen.
Samenvatting waardensystemen Ik heb het net uitgebreid gehad over de 7 waardensystemen. Ik heb deze uitgebreide theorie samengevat tot een tabel met alle hoofdkenmerken die bij een bepaald waardensysteem horen. Waardensystemen Hoofdkenmerken/eigenschappen Overleven als primair doel, mensen leven als onderdeel van een Beige troep/groep 35
Paars
Rood Blauw Oranje Groen Geel
Veiligheid en geborgenheid, hechte sociale eenheid waar de persoon onlosmakelijk mee verbonden is en zich desnoods voor opoffert Macht, hiërarchische machtsstructuren, mensen zijn onderdelen van een machine die gemanipuleerd kan worden door de machtshebber Structuur & orde, conventionele (= traditionele ) samenleving, tradities, Experimenteren & onderzoeken, succes, individualisme, kapitalisme, Saamhorigheid, gemeenschap, relativisme, iedereen heeft zijn eigen waarheid, wereldverbeteraar, Denken in systemen en in scenario’s (het grotere geheel), Autonomie: zelfstandigheid en onafhankelijkheid
Hoe kun je waardensystemen herkennen? Als je deze hoofdkenmerken goed kent, is het vrij gemakkelijk om waardensystemen te herkennen. Als je merkt dat iemand erg gericht is op veiligheid dan weet je al snel dat diegene in het paarse deel van de spiraal zit. Mocht je iemand tegenkomen die autonoom leeft, oftewel zelfstandig en onafhankelijk is, dan weet je dat diegene in het gele deel van de spiraal zit.
Waarom heeft deze theorie betrekking op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren en daarmee op mijn profielwerkstuk? Met het model van Beck en Cowan kun je veel kanten op. Zo kun je met het model waardepatronen beschrijven, persoonlijke, bedrijfs- en maatschappelijke ontwikkelingen analyseren en beleidsstrategieën ontwikkelen. Ik focus mij op het deel dat de persoonlijke ontwikkelingen analyseert, namelijk de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren.. Omdat je door middel van dit model persoonlijke ontwikkelingen kunt analyseren is deze theorie perfect om de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren te onderzoeken. Dat is precies wat ik ga doen met de enquête die ik heb gemaakt
De Spiral Dynamics enquête Om mijn hoofdvraag te kunnen beantwoorden heb ik een enquête gemaakt over de Spiral Dynamics theorie. Hieronder vertel ik over de opbouw van de enquête en ga ik de ingevulde enquêtes analyseren.
Hypothese Ik denk dat de hoogbegaafde jongeren uit groep 1 vaker onder de hogere kleuren zullen vallen dan de hoogbegaafde jongeren uit groep 2. Daarnaast denk ik ook dat de hoogbegaafde jongeren uit groep 2 vaker onder de lagere kleuren zullen vallen dan de hoogbegaafde jongeren uit groep 1 Met de hogere kleuren bedoel ik de kleuren geel en groen. Met de lagere kleuren bedoel ik de kleuren beige, paars, rood, blauw en oranje. 36
Opbouw van de enquête Ik heb net uitgebreid de verschillende waardensystemen uitgelegd. Daaruit blijkt dat de Spiral Dynamics theorie ingewikkeld is. Deze theorie bevat dan ook lastige begrippen. Ik wil niet dat de enquête die ik maak te moeilijk wordt voor de jongeren die het invullen. Daarom heb ik ervoor gekozen om bij het maken van de enquête van een aantal hoofdkenmerken uit te gaan. Ik heb de Spiral Dynamics theorie samengevat in een aantal hoofdkenmerken zoals in deze tabel te zien is. Waardensystemen Hoofdkenmerken/eigenschappen Overleven als primair doel, mensen leven als onderdeel van een Beige troep/groep Veiligheid en geborgenheid, hechte sociale eenheid waar de persoon onlosmakelijk mee verbonden is en zich desnoods voor Paars opoffert Macht, hiërarchische machtsstructuren, mensen zijn onderdelen van een machine die gemanipuleerd kan worden door de Rood machtshebber Structuur & orde, conventionele (= traditionele ) samenleving, Blauw tradities, Experimenteren & onderzoeken, succes, individualisme, Oranje kapitalisme, Saamhorigheid, gemeenschap, relativisme, iedereen heeft zijn Groen eigen waarheid, wereldverbeteraar, Denken in systemen en in scenario’s (het grotere geheel), Geel Autonomie: zelfstandigheid en onafhankelijkheid Elke kleur heeft een aantal hoofdkenmerken/eigenschappen die ik verwerk in alle antwoorden om zo te kunnen bepalen in welke kleur van de spiraal elke jongere leeft. Toen ik bezig was met het maken van deze enquête dacht ik in het begin veel te moeilijk na. Toen ik de theorie had samengevat tot de bovengenoemde hoofdkenmerken is het mij gelukt om zelf een enquête over de theorie te maken. Doordat het slechts hoofdkenmerken zijn leken alle antwoorden op elkaar. Zo had ik in het begint steeds de volgende antwoorden: ‘omdat ik een grote groep ben’, ‘omdat ik mij dan veilig voel’, ‘omdat ik macht heb’, ‘omdat er orde en structuur is’, ‘omdat ik kan experimenteren en onderzoeken’, ‘omdat iedereen gelijk is’, ‘omdat ik zelfstandig ben’ Hoogbegaafde jongeren zullen dan natuurlijk doorhebben dat het ene antwoord ‘beter’ is dan het andere en daardoor de hele enquête gaan manipuleren. Daardoor zou ik niks aan het onderzoek hebben. Gelukkig mocht ik de enquête van Erick en Anita Wuestman gebruiken voor inspiratie. Zij hebben zelf een enquête gemaakt over de Spiral Dynamics theorie die voor volwassen is. Hun enquête bevat een aantal vergelijkbare vragen, alleen hun antwoorden lijk niet steeds op elkaar. Daarom mocht ik hun antwoorden in eigen woorden aan mijn enquête toevoegen. Daardoor horen alle antwoorden nog steeds bij een bepaalde kleur, maar worden ze steeds anders uitgelegd. Ik wil wel benadrukken dat ik de enquête niet gekopieerd en geplakt hebben. Ik heb eerst zelf nagedacht over de enquête, hoe ik die ging maken en die heb ik daarna 37
ook gemaakt. Toen ik op sommige punten vast liep, mocht ik gebruik maken van de enquête van Erick en Anita en dat heb ik toen ook gedaan. In de bijlage staat de uiteindelijke enquête die ik heb gemaakt.
De Spiral Dynamics enquête analyseren Om mijn hoofdvraag te kunnen beantwoorden, heb ik de ingevulde enquêtes geanalyseerd. De conclusies die ik daaruit kan trekken heb ik nodig voor het beantwoorden van mijn hoofdvraag.
Introductie Nadat alle enquêtes zijn ingevuld, ben ik begonnen met het analyseren van de antwoorden in de enquêtes. Voordat ik dat ging doen heb ik een aanpak bedacht voor het analyseren en daarvoor heb ik verschillende analyse formulieren gemaakt. Allereerst wat meer over mijn aanpak die ik voor het analyseren gebruikte. Toen ik mijn enquête aan het maken was, heb ik alle antwoorden een bepaalde kleur gegeven volgens de Spiral Dynamics theorie. Dat overzicht heb ik uitgeprint en bewaard voor wanneer ik de enquêtes moest analyseren. Op die manier kan ik gemakkelijk alle enquêtes goed en snel nakijken. Daarnaast staat hetzelfde overzicht in de bijlage. De enquête die de (hoogbegaafde) jongeren hebben gekregen bevat alleen antwoorden, daar staat natuurlijk niet bij welke kleur elk antwoord is. Want anders zouden de (hoogbegaafde) jongeren alles kunnen gaan manipuleren. Ik heb op de volgende manier een enquête analyse formulier gemaakt. Er zijn 8 vragen over de Spiral Dynamics theorie. Bij elke vraag geeft degene die de enquête invult 3 antwoorden. Het eerste antwoord past het beste bij diegene en de kleur die bij dat antwoord hoort, krijgt 5 punten. Het tweede antwoord past daarna het beste bij diegene en de kleur die daarbij hoort krijgt 3 punten en antwoord nummer drie krijgt slechts 1 punt. De punten houd ik bij in onderstaand formulier. Uiteindelijk tel ik alle punten bij elkaar op. Op deze manier kan ik alle antwoorden in de enquêtes op dezelfde manier snel en goed analyseren. Als ik alle punten bij elkaar opgeteld heb, zoek ik naar de 3 kleuren met de meeste punten. Toen ik alle enquêtes geanalyseerd had volgens het analyse formulier #1, wist ik van alle ingevulde enquêtes welke kleur het beste bij diegene past. Ik heb toen in het analyseformulier #2 een overzicht gemaakt om te zien hoe vaak elke kleur gekozen is als eerste, tweede en derde kleur.
Enquête analyseformulier #1 Aantal punten de invuller heeft per kleur en per vraag Vraag ↓ Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
Vraag 7 38
Vraag 8 Vraag 9 Vraag 10 Vraag 11 Vraag 12 Vraag 13 Vraag 14 Totaal Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur
Enquête analyseformulier #2 Groep … Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur
Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
Analyse Mijn enquêtes zijn ingevuld door een heleboel jongeren. Deze jongeren heb ik ingedeeld in 3 groepen: een groep hoogbegaafde jongeren die regelmatig naar speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren gaan (groep 1),een groep hoogbegaafde jongeren die niet regelmatig naar speciale activiteiten gaan (groep 2) en een controlegroep bestaande uit gewoon begaafde jongeren (groep 3) Allereerst bepaal ik in welke groep elke ingevulde enquête hoort. Dit doe ikj door te kijken naar de antwoorden van vraag 4 en vraag 5. Als iemand naar speciale activiteiten gaat voor hoogbegaafde jongeren, valt diegene onder groep 1. Daarnaast moet diegene vraag 4 beantwoord hebben met ‘ja’ of ‘waarschijnlijk’. Als iemand vraag 4 en 5 beide met ‘nee’ heeft beantwoordt, valt diegene in groep 3. In groep 2 hoort iemand thuis als diegene vraag 5 met ‘nee’ heeft beantwoord en vraag 4 met ‘ja’, ‘waarschijnlijk’ of ‘ik weet het niet’. Nu ik alle enquêtes op groep heb gesorteerd, heb ik per groep alle vragen geanalyseerd en daarna met elkaar vergeleken.
Groep 1 Groep 1 bestaat uit hoogbegaafde jongeren die regelmatig naar speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren gaan. ■ Vraag 1 tot en met 3: Algemene vragen Deze groep bestaat uit 19 hoogbegaafde jongeren die regelmatig naar speciale activiteiten gaan. In deze groep zijn 10 meisjes en 9 jongens. De jongste in deze groep is 11 en zit nog op de basisschool terwijl de oudste 21 is en al op het HBO zit.
39
Geslacht
Meisjes 53%
Jongens 47%
De meeste jongeren zijn rond de 17 jaar. Hieronder zit u goed in de grafiek de verschillende leeftijden van de hoogbegaafde jongeren. In onderstaande grafiek kunt u zien dat de leeftijd erg verschillend is.
Leeftijds verdeling 6 5 4 3 2 1 0
11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar
Daarnaast vind ik het ook interessant om te weten welke opleiding de hoogbegaafde jongeren momenteel doen. Hieronder is te zien dat de meeste nog op de middelbare school zitten. Vier hoogbegaafde jongeren zitten op havo en 9 andere op het vwo. Daarnaast zit de jongste nog op de basisschool. Er zijn ook al een aantal hoogbegaafde jongeren bezig met hun vervolgopleiding. Zoals hieronder te zien is, is er één hoogbegaafde jongeren die al werkt, de rest is nog met zijn of haar studie bezig.
40
■ Vraag 4: Hoogbegaafdheid Sommige jongeren weten zeker dat ze hoogbegaafd zijn omdat ze een IQ test hebben gemaakt. Daarnaast zijn er ook een aantal jongeren die wel veel kenmerken van hoogbegaafdheid vertonen, maar die het niet zeker weten omdat ze nooit een IQ test hebben gedaan. Dat kan één van de redenen zijn dat 11 jongeren het hokje ‘ik ben waarschijnlijk hoogbegaafd’ aangekruist hebben. Daarnaast kan een jongere dit hokje hebben aangekruist omdat hij of zij een hoogbegaafd broer(tje) of zus(je) heeft en het daardoor zeer waarschijnlijk is dat hij of zij zelf ook hoogbegaafd is.
Vraag 4
Ik ben waarschijnlijk hoogbegaafd 58%
Ja, ik ben zeker hoogbegaafd 42%
■ Vraag 5 en 6: Speciale verenigingen en stichtingen Iedereen uit groep 1 gaat naar speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren. Deze activiteiten worden georganiseerd door verschillende organisaties. Ik wil graag weten door wie deze activiteiten worden georganiseerd. Uit vraag 5 blijkt dat deze hoogbegaafde jongeren massaal naar activiteiten van Pharos en Squibs gaan. Zowel de landelijke vereniging Pharos als stichting Squibs worden 16 keer genoemd door de 19 hoogbegaafde jongeren.
41
Vraag 5
Squibs 50%
Pharos 50%
Naast deze twee speciale organisaties voor hoogbegaafde jongeren werden er bij vraag zes door negen hoogbegaafde jongeren nog een aantal andere organisaties genoemd. Zo wordt door vijf hoogbegaafde jongeren Mensa genoemd. Daarnaast noemen nog enkele jongeren de organisaties Peers2be, Slim en Hint. Tien van de 19 jongeren wisten geen andere organisatie dan Pharos of Squibs te noemen bij vraag 6. ■ Vraag 7 tot en met 14: De Spiral Dynamics vragen Alle hoogbegaafde jongeren hebben 8 vragen gemaakt over de Spiral Dynamics theorie. Voor zes van de acht vragen moesten de hoogbegaafde jongeren drie kruisjes zetten bij de antwoorden die het beste bij hun passen. Elk antwoord komt overeen met een bepaalde kleur uit de Spiral Dynamics theorie. Het eerste antwoord, en de bijbehorende kleur, krijgt 5 punten. Het tweede antwoord krijgt 3 punten en het laatste antwoord slechts één punt. Daarnaast waren er ook nog twee open vragen. De antwoorden van deze twee vragen waren erg verschillend. Daarom moest ik telkens bepalen bij welke kleur het antwoord het beste past en die kleur krijgt vijf punten. Toen ik alle punten had uitgedeeld, heb ik alle punten bij elkaar opgeteld en opgeschreven welke drie kleuren de meeste punten hadden. Ik heb van alle enquêtes de eerste, tweede en derde kleuren bij elkaar opgeteld. Het resultaat daarvan is hieronder te zien: Groep 1 Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur Totaal
Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
0
5
0
0
3
1
10
1
5
0
0
6
6
1
2 3
5 15
0 0
0 0
4 13
4 11
4 15
Eerste kleur Uit de ingevulde enquêtes blijkt dat nul van de 19 hoogbegaafde jongeren uit groep 1 onder de kleur beige vallen. Er vallen daarentegen vijf hoogbegaafde jongeren onder de kleur paars. Net zoals de kleur beige vallen er geen hoogbegaafde jongeren 42
onder de kleur rood en blauw. Wat opvallend is, is dat de meeste hoogbegaafde jongeren onder de 3 hogere kleuren vallen. Zo vallen 3 hoogbegaafde jongeren onder de kleur oranje en één onder de kleur groen. De meeste hoogbegaafde jongeren vallen onder de hoogste kleur, namelijk geel. Tweede kleur Één hoogbegaafde jongeren valt onder de kleur beige. Onder de kleur paars vallen vijf hoogbegaafde jongeren. Opvallend is dat de kleur oranje en groen beide populair zijn. Want de meeste hoogbegaafde jongeren vallen onder de kleuren oranje en groen. Onder de kleur groen valt er deze keer slechts één hoogbegaafde jongere. Dat komt doordat er tien hoogbegaafde jongeren als eerste kleur al onder geel vielen. Die tien jongeren kunnen dan niet als tweede kleur onder geel vallen. Daarnaast is het ook opvallend dat er geen hoogbegaafde jongeren onder kleuren rood en blauw vallen Derde kleur Zoals in de tabel te zien is, vallen er vier hoogbegaafde jongeren onder de drie hoogste kleuren. Tevens vallen er geen hoogbegaafde jongeren onder de kleuren rood en blauw. Daarnaast vallen er vijf hoogbegaafde jongeren onder de kleur paars. Opvallend genoeg vallen er geen hoogbegaafde jongeren onder de kleuren rood en blauw Totaal
Groep 1 totaaloverzicht 16 14 12 Eerste kleur
10 8
Tweede kleur
6
Derde kleur
4
Totaal
2 0 Beige
Paars
Rood
Blauw Oranje Groen
Geel
In bovenstaande grafiek zijn de gegevens van groep 1 verwerkt. Hierdoor wordt het nog duidelijker dat de meeste jongeren onder de kleuren paars en geel vallen. Groep 1 heeft 19 hoogbegaafde jongeren. Van al deze jongeren heb ik de eerste 3 kleuren bepaald, in totaal vallen de hoogbegaafde jongeren 57 keer onder een bepaalde kleur. Onder de kleuren geel en paars vallen beide 15 hoogbegaafde jongeren. Desondanks is de kleur geel het meest populair onder de hoogbegaafde jongeren. Dit komt doordat er 10 hoogbegaafde jongeren onder de kleur geel vallen bij de eerste kleur.
43
Uit al het voorgaande kan ik concluderen dat de meeste hoogbegaafde jongeren van groep 1 onder de kleur geel vallen.
Groep 2 Deze groep bestaat uit hoogbegaafde jongeren die niet regelmatig naar speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren gaan. ■ Vraag 1 tot en met 3: Algemene vragen Deze groep bestaat uit 13 hoogbegaafde jongeren die niet regelmatig naar speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren gaan. In deze groep zijn 8 meisjes en 5 jongens. De jongste in deze groep is 13 en de oudste is 19. De rest zit tussen deze twee leeftijden in.
Geslacht
Jongens 38% Meisjes 62%
Ook in deze groep zijn de meeste hoogbegaafde jongeren rond de 17 jaar. In de grafiek hieronder worden de leeftijden van de hoogbegaafde jongeren weergegeven.
Leeftijds verdeling 6 13 jaar 5 4 3 2 1
14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar
0
Daarnaast is het voor mij ook interessant om te weten welke opleiding de hoogbegaafde jongeren momenteel volgen. Uit vraag drie is gebleken dat twaalf hoogbegaafde jongeren momenteel VWO doen en één hoogbegaafde jongere al 44
bezig is met zijn vervolgopleiding, namelijk op het HBO. Dit is ook te zien in de grafiek hieronder.
■ Vraag 4: Hoogbegaafdheid In tegenstelling tot de jongeren uit groep 1, weten alle 13 jongeren uit groep 2 zeker dat ze hoogbegaafd zijn omdat ze allemaal een IQ test hebben gedaan. Vandaar ook dat de cirkeldiagram van hiernaast één kleur is.
Vraag 4
Ja, ik ben zeker hoogbegaafd 100%
■ Vraag 5 en 6: Speciale verenigingen en stichtingen Geen van deze 13 hoogbegaafde jongeren gaat regelmatig naar speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren. Ondanks dat weten een heleboel hoogbegaafde jongeren wel veel speciale verenigingen voor hoogbegaafde jongeren te noemen bij vraag 6.
45
Vraag 5
weten geen speciale vereniging/stic hting 46%
weten wel een speciale vereniging/stic hting 54%
Zeven van de 13 hoogbegaafde jongeren wisten een speciale vereniging voor hoogbegaafde jongeren te noemen. De overige zes wisten dat niet. Deze 7 hoogbegaafde jongeren noemden in totaal 15 verenigingen en stichtingen. Zowel Pharos als Squibs werden vier keer genoemd bij vraag 6. Daarnaast werden onder andere nog de organisaties Hint, Mensa, Brightlights, Peers2play genoemd. In onderstaande grafiek is te zien welke organisaties allemaal genoemd worden en ook hoe vaak.
Genoemde speciale verenigingen en stichtingen 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0
Pharos Squibs Hint Mensa HB-kindforum HB-forum Brightlights Peers2play
■ Vraag 7 tot en met 14: De Spiral Dynamics vragen Alle hoogbegaafde jongeren hebben 8 vragen gemaakt over de Spiral Dynamics theorie. Voor zes van de acht vragen moesten de hoogbegaafde jongeren drie kruisjes zetten bij de antwoorden die het beste bij hun passen. Elk antwoord komt overeen met een bepaalde kleur uit de Spiral Dynamics theorie. Het eerste antwoord, en de bijbehorende kleur, krijgt 5 punten. Het tweede antwoord krijgt 3 punten en het laatste antwoord slechts één punt. Daarnaast waren er ook nog twee open vragen. De antwoorden van deze twee vragen waren erg verschillend. Daarom moest ik telkens bepalen bij welke kleur het antwoord het beste past en die kleur krijgt vijf 46
punten. Toen ik alle punten had uitgedeeld, heb ik alle punten bij elkaar opgeteld en opgeschreven welke drie kleuren de meeste punten hadden. Ik heb van alle enquêtes de eerste, tweede en derde kleuren bij elkaar opgeteld. Het resultaat daarvan is hieronder te zien: Groep 2 Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur Totaal
Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
1
4
0
2
2
0
4
1
1
0
0
6
3
2
2 4
3 8
0 0
1 3
1 9
4 7
2 8
Eerste kleur Uit de ingevulde enquêtes blijkt dat slechts één van de hoogbegaafde jongeren uit groep 2 onder de kleur beige valt. Er vallen daarentegen vier hoogbegaafde jongeren onder de kleur paars. De kleur rood is niet zo populair onder deze groep hoogbegaafde jongeren want er vallen geen hoogbegaafde jongeren onder deze kleur. Dat is ook het geval met de kleur groen. Daarnaast vallen er vier hoogbegaafde jongeren onder de kleur geel. Onder de kleuren blauw en oranje vallen evenveel hoogbegaafde jongeren, namelijk allebei twee. Tweede kleur Één hoogbegaafde jongere valt onder de kleur beige, net zoals dat er maar één hoogbegaafde jongere onder de kleur paars valt. De kleuren rood en blauw zijn niet zo populair in deze groep want er vallen geen hoogbegaafde jongeren onder deze twee kleuren. Oranje is de populairste tweede kleur want zoals te zien is in de tabel vallen er zes hoogbegaafde jongeren onder deze kleur. De kleur geel is na de kleur oranje het meest populair. Onder deze kleur vallen vier hoogbegaafde jongeren. Onder de kleur groen vallen drie hoogbegaafde jongeren. Derde kleur Zoals te zien is in de tabel vallen de meeste hoogbegaafde jongeren onder de kleur groen. Daarna vallen de meeste hoogbegaafde jongeren onder de kleur paars, namelijk drie hoogbegaafde jongeren. Ook deze keer vallen er geen hoogbegaafde jongeren onder de kleur rood. Onder zowel de kleur beige als de kleur geel vallen 2 hoogbegaafde jongeren. Daarnaast valt er slechts één hoogbegaafde jongeren onder de kleur blauw en de kleur oranje.
47
Totaal
Groep 2 totaaloverzicht 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur Totaal
Beige
Paars
Rood
Blauw Oranje Groen
Geel
In bovenstaande tabel is het totaaloverzicht van groep 2 te zien. Onder de kleur oranje vallen de meeste hoogbegaafde jongeren van groep 2, namelijk 9 hoogbegaafde jongeren. Op de gedeelde 2de plek staan zowel de kleur geel als de kleur paars. Onder deze 2 kleuren vallen allebei acht hoogbegaafde jongeren. Daarna komt de kleur groen waaronder zeven hoogbegaafde jongeren uit groep 2 vallen. Onder de kleur beige vallen vier hoogbegaafde jongeren en onder de kleur blauw maar drie. Uit al het voorgaande kan ik concluderen dat de meeste hoogbegaafde jongeren van groep 2 onder de kleur oranje vallen.
Groep 3 Deze groep bestaat uit 42 jongeren die niet hoogbegaafd zijn. ■ Vraag 1 tot en met 3: Algemene vragen Deze groep bestaat uit 42 jongeren waarvan 23 meisjes en 19 jongens.
Geslacht
Jongens 45% Meisjes 55%
48
De jongste is 13 en de oudste jongeren zijn 17. De meeste jongeren zijn 16 of 17 zoals in onderstaande diagram te zien is.
Leeftijd verdeling 25 20 13 jaar 15
14 jaar 15 jaar
10
16 jaar 17 jaar
5 0
De meeste jongeren zitten nog op de middelbare school: 39 jongeren zitten op het VWO, 1 op het havo en 1 op het VMBO. Daarnaast is er al 1 jongere bezig met zijn vervolgopleiding, namelijk met het WO.
■ Vraag 4: Hoogbegaafdheid De meeste jongeren uit groep 3 zijn jongeren uit 5VWO van mijn school. Daarnaast zijn er nog een aantal broertjes/zusjes van hoogbegaafde jongeren, maar die zelf niet hoogbegaafd zijn. Uit vraag 4 blijkt dat 35 van de 42 jongeren niet weet of hij of zij hoogbegaafd is. De overige 7 weten zeker dat ze niet hoogbegaafd zijn.
49
Nee, ik ben zeker niet hoogbegaafd 17%
Vraag 4
Ik weet het niet 83%
■ Vraag 5 en 6: Speciale verenigingen en stichtingen Omdat er niemand uit deze groep hoogbegaafd is, weet bijna niemand speciale verenigingen of stichtingen te noemen die activiteiten voor hoogbegaafde jongeren organiseren. Van de 42 jongeren noemen slechts 5 jongeren een speciale vereniging of stichting. In totaal wordt de vereniging Pharos 5 keer genoemd en stichting Squibs 1 keer.
Vraag 5 weten wel een speciale vereniging/stichting weten geen speciale vereniging/stichting
12%
88%
■ Vraag 7 tot en met 14: De Spiral Dynamics vragen Alle hoogbegaafde jongeren hebben 8 vragen gemaakt over de Spiral Dynamics theorie. Voor zes van de acht vragen moesten de hoogbegaafde jongeren drie kruisjes zetten bij de antwoorden die het beste bij hun passen. Elk antwoord komt overeen met een bepaalde kleur uit de Spiral Dynamics theorie. Het eerste antwoord, en de bijbehorende kleur, krijgt 5 punten. Het tweede antwoord krijgt 3 punten en het laatste antwoord slechts één punt. Daarnaast waren er ook nog twee open vragen. De antwoorden van deze twee vragen waren erg verschillend. Daarom moest ik telkens bepalen bij welke kleur het antwoord het beste past en die kleur krijgt vijf 50
punten. Toen ik alle punten had uitgedeeld, heb ik alle punten bij elkaar opgeteld en opgeschreven welke drie kleuren de meeste punten hadden. Ik heb van alle enquêtes de eerste, tweede en derde kleuren bij elkaar opgeteld. Het resultaat daarvan is hieronder te zien: Groep 3 Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur Totaal
Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
7
21
0
0
0
8
6
2
9
2
4
5
11
11
8 17
4 34
0 2
4 8
12 17
5 24
7 24
Eerste kleur Zoals in bovenstaande tabel te zien is, vallen de meeste jongeren onder de kleur paars. Er vallen echter ook veel jongeren onder de kleur beige, namelijk zeven. Er vallen geen jongeren onder de kleuren rood, blauw en oranje. De kleur groen komt op de 2de plaats na de kleur paars want onder die kleur vallen acht jongeren. De kleur geel is het minst populair want daar vallen maar zes jongeren onder. Tweede kleur Onder de kleuren beige en paars als tweede kleur vielen minder jongeren omdat een heleboel jongeren deze twee kleuren al hadden gekozen als eerste kleur. Daardoor zijn de kleuren groen en geel het populairste als tweede kleur. Onder deze twee kleuren vallen allebei 11 jongeren. Daarna was de kleur paars het populairste. Onder die kleur vielen negen jongeren. Derde kleur Zoals te zien is in de tabel is de kleur oranje de populairste derde kleur. Er vallen 12 jongeren onder deze kleur. Daarna is de kleur beige het populairste. Onder die kleur vallen acht jongeren. Geel komt op de 3de plek doordat zeven jongeren onder die kleur vallen. Onder de kleur groen vallen vijf jongeren. Onder de kleuren paars en blauw vallen maar vier jongeren. De minst populaire kleur is de kleur rood. Onder die kleuren vallen geen van de 42 jongeren. Totaal
51
In bovenstaande tabel is het totaaloverzicht van groep 3 te zien. Onder de kleur paars vallen de meeste jongeren, namelijk 34. daarna zijn de kleuren groen en geel het populairste. Onder beide kleuren vallen namelijk 24 jongeren. Op een gedeelde 3de plaats staan de kleuren beige en oranje. Onder deze 2 kleuren vallen allebei 17 jongeren. Blauw is daarna het populairste want 8 jongeren vallen onder deze kleur. Het minst populaire is de kleur rood. Onder de kleur vallen slechts 2 jongeren. Uit al het voorgaande kan ik concluderen dat de meeste jongeren van groep 3 onder de kleur paars vallen.
Totaal: kleuranalyse Ik wil de 3 groepen met elkaar vergelijken om zo mijn hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Voordat ik dat kan doen, moeten de drie groepen eerst in verhouding staan tot elkaar. Op dit moment staan de 3 groepen niet tot elkaar in verhouding want groep 1 bestaat uit 19 hoogbegaafde jongeren, groep 2 uit 13 hoogbegaafde jongeren en groep 3 uit 42 jongeren. Om deze groepen met elkaar te kunnen vergelijken heb ik ze eerst in verhouding tot elkaar gezet. De tabel van groep 1 heb ik vermenigvuldigd met 13 en 42 en dan krijg je onderstaande tabel. Groep 1 Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur Totaal
Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
0
2730
0
0
1638
5460
5460
10374
546
2730
0
0
3276
3276
546
10374
1092 1638
2730 8190
0 0
0 0
2184 7098
2184 6006
2184 8190
10374 31122
De tabel van groep 2 heb ik vermenigvuldigd met 19 en 42 en dan krijg je onderstaande tabel: Groep 2 Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur Totaal
Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
798
3192
0
1596
1596
0
3192
10374
798
798
0
0
4788
2394
1596
10374
1596 3192
2394 6384
0 0
798 2394
798 7182
3192 5586
1596 6384
10374 31122
De tabel van groep 3 heb ik vermenigvuldigd met 13 en 19 en dan krijg je onderstaande tabel: Groep 3 Eerste kleur Tweede kleur Derde kleur Totaal
Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
1729
5187
0
0
0
1976
1482
10374
494
2223
494
988
1235
2717
2223
10374
1976 4199
988 8398
494 988
988 1976
2964 4199
1235 5928
1729 5434
10374 31122
52
Om deze gegevens duidelijker te maken heb ik grafieken gemaakt met deze gegevens. Deze grafieken zijn hieronder te zien. ■ Eerste kleur Zoals te zien is in onderstaande grafiek vallen de meeste hoogbegaafde jongeren uit groep 1 onder de kleuren geel en groen. Daarna vallen de meesten onder de kleur paars en op de 3de plaats staat de kleur oranje. In groep 2 vallen de meeste hoogbegaafde jongeren onder de kleuren paars en geel. Daarna vallen de meeste hoogbegaafde jongeren onder de kleuren blauw en oranje. Op de 3de kleur staat de kleur beige. In groep 3 vallen de meeste jongeren onder de kleur paars. Op de 2 de plaats staat de kleur groen en op de 3de plaats staat de kleur beige. eerste kleur 6000 5000 4000 groep 1 3000
groep 2 groep 3
2000 1000 0 Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
■ Tweede kleur Zoals te zien is in onderstaande grafiek vallen de meeste hoogbegaafde jongeren uit groep 1 onder de kleuren groen en oranje. Daarna komt de kleur paars en op de gedeelde 3de plaats staan de kleuren beige en geel. In groep 2 vallen de meeste hoogbegaafde jongeren onder de kleur oranje. Daarna komt de kleur groen en op de 3de plaats staat de kleur geel. De meeste jongeren van groep 3 vallen onder de kleur groen. Daarna vallen de meeste jongeren onder de kleur paars en op de 3 de plaats staat de kleur geel.
53
tweede kleur 6000 5000 4000 Groep 1 3000
Groep 2 Groep 3
2000 1000 0 Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
■ Derde kleur Zoals te zien is in onderstaande grafiek vallen de meeste hoogbegaafde jongeren uit groep 1 onder de kleur paars. Daarna vallen de meeste jongeren onder de kleuren oranje, groen en geel. Op de 3de plaats staat de kleur beige. In groep 2 vallen de meeste hoogbegaafde jongeren onder de kleur groen. Daarna vallen de meeste jongeren onder de kleur paars. Op de 3de plek staan de kleuren beige en geel. De meeste jongeren uit groep 3 vallen onder de kleur Oranje. Daarna vallen de meeste jongeren onder de kleur beige. Op de 3de plek staat de kleur geel. derde kleur 3500 3000 2500 Groep 1
2000
Groep 2 1500
Groep 3
1000 500 0 Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
Totaal: groep analyse Dit is het belangrijkste deel van de analyse. In dit deel ga ik de 3 groepen met elkaar vergelijken. Ik heb alle gegevens van de eerste, tweede en derde kleur bij elkaar gevoegd. Als je dit bij elke groep doet, krijg je onderstaande tabel: 54
Totaal Groep 1 Groep 2 Groep 3
Beige 1638 3192 4199
Paars 8190 6384 8398
Rood 0 0 988
Blauw 0 2394 1976
Oranje 7098 7182 4199
Groen 6006 5586 5928
Geel 8190 6384 5434
totaal 9000 8000 7000 6000 Groep 1
5000
Groep 2 4000
Groep 3
3000 2000 1000 0 Beige
Paars
Rood
Blauw
Oranje
Groen
Geel
■ Groep 1 In bovenstaande tabel is te zien dat de meeste jongeren onder de kleuren geel en paars vallen. Op de 2de plaats staat de kleur oranje en op de 3de plek staat de kleur groen. Opvallend is dat 0 van de 19 hoogbegaafde jongeren onder de kleuren rood en blauw vallen. In deze verhouding is het zelfs zo dat 0 van de 31112 jongeren onder de kleuren blauw en rood vallen en dat is erg opmerkelijk.
Groep 1 Beige Paars Rood Blauw Oranje Groen Geel
■ Groep 2 In de tabel is de zien dat de meeste hoogbegaafde jongeren uit groep 2 onder de kleur oranje vallen. Daarna vallen de meeste jongeren onder de kleuren geel en paars. De kleur groen staat op de 3de plek in groep 2. Daarna vallen de meeste hoogbegaafde jongeren onder de kleur beige. In tegenstelling tot groep 1 vallen er in 55
Totaal 31112 31112 31112
deze groep wel hoogbegaafde jongeren onder de kleur blauw. Ook in deze groep vallen er 0 hoogbegaafde jongeren onder de kleur rood.
Groep 2 Beige Paars Rood Blauw Oranje Groen Geel
■ Groep 3 In de tabel is te zien dat de meeste jongeren onder de kleur paars vallen. Daarna vallen de meeste onder de kleur groen. Op de derde plek komt de kleur geel. Oranje en beige zijn daarna even populair. Op de 5de plaats komt de kleur blauw. Opvallend is dat er in deze groep wel jongeren onder de kleur rood vallen.
Groep 3 Beige Paars Rood Blauw Oranje Groen Geel
Conclusie Spiral Dynamics enquête Uit bovenstaande gegevens kan ik de volgende conclusies trekken, namelijk: De hoogbegaafde jongeren uit groep 1 vallen vaker onder de hogere kleuren (groen en geel) dan de hoogbegaafde jongeren uit groep 2 en de jongeren uit de controlegroep (groep 3). De hoogbegaafde jongeren die regelmatig naar speciale activiteiten gaan, vallen dus vaker onder de hogere kleuren dan de hoogbegaafde jongeren die dat niet doen. Met andere woorden, de speciale activiteiten hebben een positieve invloed op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren. 56
3.2
Deelconclusies Domein III
In domein III staat de Spiral Dynamics theorie centraal. Ik heb in dit domein 6 deelvragen behandeld waar ik nu kort op terug blik met alle bijbehorende antwoorden. Daarnaast heb ik in dit domein ook een enquête gemaakt en geanalyseerd. Uit die analyse heb ik een aantal conclusies kunnen trekken die hieronder staan vermeld.
Deelvragen + deelantwoorden - Wie heeft de Spiral Dynamics theorie bedacht? Het model is gezamenlijk ontwikkeld door Don Beck en Chris Cowan. Zij hebben hun theorie gebaseerd op de onderzoeken van Clare Graves. - Wat houdt de Spiral Dynamics theorie in? De Spiral Dynamics theorie is een ontwikkelingsmodel in de vorm van een spiraal en beschrijf zeven niveaus van toenemende complexiteit. - Hoe ziet het model van Don en Chris eruit? Het model bestaat uit 7 waardensystemen waar informatie over is. Daarnaast veronderstellen onderzoekers en wetenschappers dat er nog hogere waardensystemen zijn, maar daar is nog weinig over bekend. Aan elk waardensysteem is een kleur gekoppeld. Daarnaast is er bij elke kleur een vast terugkerend patroon te onderscheiden. Er is een ingaande fase, een piekfase en een uitgaande fase. De uitgaande fase van de ene kleur, bijvoorbeeld beige, wordt opgevolgd door de ingaande fase van de volgende kleur, in dit geval dus paars. - Welke 7 waardensystemen zijn er? Ik heb de 7 kleuren uitgebreid besproken en die 7 waardensystemen kun je samenvatten tot onderstaande tabel: Waardensystemen Hoofdkenmerken/eigenschappen Overleven als primair doel, mensen leven als onderdeel van een Beige troep/groep Veiligheid en geborgenheid, hechte sociale eenheid waar de persoon onlosmakelijk mee verbonden is en zich desnoods voor Paars opoffert Macht, hiërarchische machtsstructuren, mensen zijn onderdelen van een machine die gemanipuleerd kan worden door de Rood machtshebber Structuur & orde, conventionele (= traditionele ) samenleving, Blauw tradities, Experimenteren & onderzoeken, succes, individualisme, Oranje kapitalisme, Saamhorigheid, gemeenschap, relativisme, iedereen heeft zijn Groen eigen waarheid wereldverbeteraar, Denken in systemen en in scenario’s (het grotere geheel), Geel autonomie: zelfstandigheid en onafhankelijkheid
57
- Hoe kun je waardensystemen herkennen? Om de waardensystemen te kunnen herkennen is het belangrijk dat je de hoofdkenmerken goed kent. Als je merkt dat iemand erg gericht is op bijvoorbeeld veiligheid dan weet je dat diegene in het paarse deel van de spiraal leeft. Als iemand heel autonoom leeft dan weet je dat diegene al in het gele deel van de spiraal leeft. - Waarom heeft de Spiral Dynamics theorie betrekking op hoogbegaafde jongeren en daarmee op mijn profielwerkstuk? Met de Spiral Dynamics theorie kun je veel kanten op. Ik focus mij op het analyseren van de persoonlijke ontwikkeling. Omdat je door middel van dit model de persoonlijke ontwikkelingen kunt analyseren is dit model perfect om de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren te onderzoeken
Spiral Dynamics enquête Het belangrijkste deel van dit domein was de Spiral Dynamics enquête. Door deze enquête te analyseren kan ik antwoord geven op mijn hoofdvraag.
Hypothese Ik denk dat speciale activiteiten voor hoogbegaafde jongeren een positieve invloed hebben op de sociale ontwikkeling van die hoogbegaafde jongeren. Mijn hypothese is juist als de uitkomst van mijn enquête als volgt is: - Allereerst moet blijken dat de hoogbegaafde jongeren uit groep 1 vaker onder de hogere kleuren vallen dan de hoogbegaafde jongeren uit groep 2 en de jongeren uit de controlegroep (groep 3) - Daarnaast moeten de hoogbegaafde jongeren uit groep 2 en de jongeren uit de controlegroep (groep 3) vaker in de lagere kleuren zijn uitgekomen dan de hoogbegaafde jongeren uit groep 1
Conclusie Spiral Dynamics enquête Het eerste deel van mijn hypothese klopt helemaal. Het tweede deel klopt niet helemaal zoals eerder al is uitgelegd. Hieruit kan ik dus concluderen dat hoogbegaafde jongeren die regelmatig naar speciale activiteiten gaan vaker onder de hogere kleuren vallen dan hoogbegaafde jongeren die dat niet doen. In andere woorden, de speciale activiteiten hebben een positieve invloed op de sociale ontwikkeling van die hoogbegaafde jongeren. Het tweede deel van de hypothese klopt niet helemaal, maar het is wel te verklaren hoe dat komt. Ik had verwacht dat de hoogbegaafde jongeren uit groep 1 minder vaak onder de kleuren paars en oranje zouden vallen. Achteraf gezien is het juist logisch dat ze vaak onder deze kleuren vallen. Want tijdens speciale activiteiten is veiligheid en vertrouwen de basis, oftewel de kleur paars. Daarnaast worden de hoogbegaafde jongeren uitgedaagd om uit hun ‘comfort zone’ te stappen en dat hoort bij de kleur oranje.
58
4 Conclusie Nu ik alle domeinen heb behandeld is het tijd om een eindconclusie te maken en om antwoord te geven op mijn hoofdvraag.
4.1
Eindconclusie
Na het behandelen van alle domeinen en de daarbij horende deelvragen kan ik concluderen dat er geen eenduidig antwoord is op de vraag wat hoogbegaafdheid is. Daarnaast kan ik concluderen dat er veel speciale verenigingen en stichtingen zijn voor hoogbegaafden. Ik heb mij alleen gericht op de 3 bekendste verenigingen en stichtingen in Nederland, namelijk: Pharos, Squibs en Mens Nederland. Uit domein 3 kan ik concluderen dat de Spiral Dynamics theorie een interessante maar ingewikkelde theorie is. Deze theorie is nog volop in ontwikkeling doordat onderzoekers en wetenschappers veronderstellen dat er nog hogere kleuren komen na het gele waardensysteem. Na het analyseren van de Spiral Dynamics enquête kan ik antwoord gaan geven op mijn hoofdvraag.
4.2
Antwoord op de hoofdvraag
Nu ik op alle deelvragen antwoord heb gegeven en alle deelconclusies hen besproken, is het tijd om antwoord te geven op mijn hoofdvraag. Mijn hoofdvraag is “Welke invloed hebben speciale verenigingen en stichtingen op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren?” Het antwoord op mijn hoofdvraag is dat speciale verenigingen en stichtingen een positieve invloed hebben op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren als ze regelmatig naar die speciale activiteiten gaan.
59
5 Zelfreflectie Ik ben erg trost op wat ik in een klein jaar heb gedaan. Ik ben in mei 2012 begonnen en in februari 2013 was ik klaar met mijn profielwerkstuk. In dat kleine jaar heb ik een heel profielwerkstuk opgezet. Dit houdt in dat ik een hoofdvraag heb bedacht en die in kleinere deeldomeinen heb verdeeld. In elk domein beantwoord ik een aantal deelvragen en aan het einde maakt ik telkens een deelconclusie. Ik heb uiteindelijk 2 enquêtes gemaakt, één in domein 1 en de andere in domein 3. In het begin was het erg lastig om een goede hoofdvraag te krijgen. Ik heb de hoofdvraag nog vaak aangepast maar uiteindelijk is de hoofdvraag het volgende geworden: “Wat is de invloed die speciale verenigingen en stichtingen hebben op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren?”. Ik ben erg blij dat de uitkomst van de hoofdvraag positief is. Allereerst omdat de activiteiten van Pharos en Squibs erg leuk zijn, maar daarnaast omdat ik hiermee heb aangetoond dat ze ook daadwerkelijk nuttig zijn.
60
6 Discussie Na aanleiding van mijn profielwerkstuk heb ik een aantal discussiepunten, namelijk de groepen van de Spiral Dynamics enquête en het aantal vragen dat deze enquête had. Allereerst is het zo dat mijn enquête door 3 verschillende groepen werd ingevuld. Een punt van kritiek hierop is dat de groepen niet even groot waren. Door de getallen in verhouding tot elkaar te zetten, kon ik ze wel met elkaar vergelijken. Het zou beter zijn geweest als alle groepen even groot waren. Daarnaast is groep 3 achteraf gezien niet de beste controlegroep. Dit komt doordat de meeste jongeren vwo doen en daardoor zouden sommigen hoogbegaafd kunnen zijn zonder dat ze het zelf weten. Mijn enquête had slechts 8 vragen over de Spiral Dynamics enquête. Ik heb ervoor gekozen om de Spiral Dynamics enquête niet te lang te maken. Ik heb namelijk liever veel ingevulde enquêtes die kort zijn dan een paar ingevulde enquêtes die erg lang zijn. In totaal zijn er 74 enquêtes ingevuld. Na het analyseren van een enquête bleek onder welke kleur een jongere viel. De uitkomsten van het analyseren zouden nauwkeuriger zijn geweest als ik meer vragen had gemaakt. Dat is dan ook mijn puntje van kritiek op de enquête.
61
7 Aanbevelingen Uit mijn eerste enquête blijkt dat hoogbegaafde kinderen worden gezien als ‘kinderen die een hoog IQ hebben, die allemaal VWO of gymnasium doen en daardoor als de ‘nerd’ van de klas worden bestempeld, sociaal gezien achterlopen en nooit uitleg nodig hebben omdat ze toch alles zelf al kunnen’. Door dit beeld hebben veel mensen vooroordelen over hoogbegaafdheid en is er weinig begrip voor hoogbegaafden. Mijn aanbeveling is dan ook om meer informatie te verspreiden over hoogbegaafdheid en dan natuurlijk het échte beeld van hoogbegaafdheid weergeven: de positieve kanten, maar ook de negatieve kanten van hoogbegaafdheid. Want die kant wordt vaak vergeten. Als mensen meer weten over hoogbegaafdheid, dan zal er waarschijnlijk meer begrip komen voor hoogbegaafden. Daarnaast is uit mijn tweede enquête gebleken dat speciale verenigingen en stichtingen een positieve invloed hebben op de sociale ontwikkeling van hoogbegaafde jongeren als ze regelmatig naar die speciale activiteiten gaan. Daarom is mijn aanbeveling dat hoogbegaafde jongeren vaker naar zulke verenigingen en stichtingen gaan.
62
8 Literatuurlijst Voor mijn profielwerkstuk heb ik verschillende bronnen geraadpleegd. Hieronder staat een lijst van de boeken en internetsites die ik gebruikt heb voor mijn profielwerkstuk. In onderstaande lijst maak ik onderscheid tussen bronnen van het internet en boeken.
8.1
Boeken
Voor mijn profielwerkstuk heb ik ook een aantal boeken gelezen. Hieronder staat een overzicht van alle boeken die ik heb gelezen.
Domein I - J. Sinot, J. Sinot en E. Sinot (2011). IQ te koop. Hoogbegaafd van nul tot achttien. Arnhem: Terra. - T. Kieboom (2007). Hoogbegaafd. Als je kind (g)een Einstein is. Tiel: Lannoo. - Nederstigt, I. (2003). Hoogbegaafdheid… een gave? Omgaan met hoogbegaafdheid. Amersfoort: CPS. - Mönks, F.J. (2011). Hoogbegaafdheid bij kinderen. Amsterdam: uitgeverij Boom
Domein II In dit domein heb ik geen boeken als bron gebruikt.
Domein III - Beck en Coward, D.E. en C.C. (2004). Spiral Dynamics: waarden, leiderschap en veranderingen in een dynamisch model. Haarlem: Altamira-Becht
8.2
Internet
Tegenwoordig kan je veel informatie op internet vinden. Daarom heb ik vaak gebruik gemaakt van het internet. Hieronder staat een lijst van sites die ik als bron heb gebruikt.
Domein I http://www.lich.nl/lich2/ http://hoogbegaafdheid.slo.nl/ http://www.iq-test.nl/hoogbegaafdheid.php http://www.brightlights.nl/hoogbegaafdheid http://www.hoogbegaafd-hiq.nl/hoogbegaafd/hoogbegaafd-problemen.html http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/theorie/ http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/ http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/algemeen/ http://artikelen.foobie.nl/gezondheid/hoogbegaafdheid-een-aangeboren-geschenk-ofprobleem/ http://www.iq-test.nl/hoogbegaafdheid.php http://pharosnl.nl/home/signalen-van-hoogbegaafdheid/ http://www.bibliotheek.nl/thema/opvoeding-en onderwijs/hoogbegaafdheid/14325.hoogbegaafdheid--meer-dan-een-hoog-iq.html http://www.mensa.nl/hoogbegaafdheid/kenmerken/anders-denken http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/profielen/ 63
Domein II http://www.squibs.nl/wp-content/uploads/2012/12/Van-Pharos-naar-SquibS.pdf http://www.squibs.nl/ http://pharosnl.nl/home/ http://www.mensa.org/ http://iequ.nl/organisaties/ http://www.brightlights.nl/hoogbegaafdheid
Domein III http://waardenmanagement.nl/bronnen/methodiek http://www.calresco.org/wp/spiral.htm http://www.ingeniosus.net/wp-content/uploads/2010/11/PROFILES-BEST-REVISEDMATRIX-2010.pdf http://www.spiraldynamics-integral.nl http://www.encyclo.nl/begrip/systemisch http://www.erick.nl/
8.3
Plaatjes
http://www.fractal.org/Bewustzijns-Besturings-Model/Spiral-dynamics.htm http://pharosnl.nl/home/hoogbegaafd http://iamdavidlong.bandcamp.com/album/spiral-dynamics http://www.project-roadmap.com/project-portal/projects/prorodownload/wiki/SpiralDynamics3dmodel
64