Chirurgie
Behandeling spataderen (varices) - Scleroseren - Flebectomie Inleiding Binnenkort wordt u door de specialist behandeld voor spataderen. Deze folder is opgesteld om u informatie te verstrekken over de voorbereiding, behandeling en adviezen nadien. Tevens is het een handig communicatiemiddel tussen u en de specialist. U bent door de huisarts verwezen óf u hebt een bezoek gebracht aan de polikliniek Flebologie. Hier is na een gesprek met u een oriënterend onderzoek gedaan (duplex) waarmee uw bloedvaten en bloedstroom in de benen zichtbaar zijn gemaakt. De behandelaar (chirurg of physician assistant) heeft hierna de resultaten met u besproken en een behandelplan voorgesteld. Dit kan zijn een chirurgische operatieve behandeling, scleroseren, sclerocompressie therapie, eventueel verwijzing naar de dermatologie of een behandeling met steunkousen. In uw geval is er gekozen voor scleroseren of Flebectomie. Deze onderwerpen worden in deze folder verder toegelicht. Na een hoofdstuk algemene informatie wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: • Scleroseren, hierbij wordt de spatader dichtgespoten • Ambulante- of Müller-flebectomie, waarbij de spatader onderhuids wordt weggehaald. Wij adviseren u deze folder op de dag van behandeling mee te nemen, zodat eventuele bijzonderheden of specifieke adviezen genoteerd kunnen worden. Neem het ook bij de controleafspraak mee. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie soms anders kan zijn dan hier beschreven. Als u wensen en/of opmerkingen hebt, zijn wij graag bereid om deze met u te bespreken. Aarzelt u vooral niet in dit geval een beroep op ons te doen. Wij wensen u een geslaagde behandeling en herstel toe!
1/6
Algemene informatie Wat zijn spataderen en hoe ontstaan ze? Het lichaam bevat een uitgebreid systeem van bloedvaten. Slagaders zijn bloedvaten, waarin het transport plaatsvindt van bloed naar alle delen van het lichaam. Aders zijn bloedvaten, waarin het transport plaatsvindt van bloed weer terug naar het hart. Spataderen doen zich voornamelijk voor in de benen. Hier moet het bloed van de tenen in de aderen helemaal terug kunnen stromen naar het hart. Om te voorkomen dat het bloed weer naar beneden zakt, zijn er kleppen in deze aderen. Boven in het been, in de lies en in de knieholte zitten de belangrijkste kleppen. In de oppervlakkige ader, die vrij dicht onder de huid loopt, doen zich de meeste spataderproblemen voor. Door verschillende oorzaken kunnen de kleppen in deze ader gaan lekken, omdat: • er te veel druk op de kleppen komt te staan en deze bezwijken • het bloedvat wijder wordt en de kleppen niet goed meer kunnen sluiten • de kleppen zelf zwak zijn aangelegd. Wanneer de kleppen lekken, wordt de druk eronder groter. Hoe groter de druk, hoe wijder het bloedvat, waardoor er meer kleppen bezwijken. Na verloop van tijd worden de gevolgen zichtbaar als spataderen, de uitgezette, kronkelende aderen.
Wie krijgt spataderen? Eigenlijk kan iedereen spataderen krijgen. Mensen die een verhoogde kans hebben op het ontstaan van spataderen: • bij wie het in de familie voorkomt • zwangere vrouwen • mensen, die veel en lang moeten (stil)staan tijdens hun werk of bezigheden • mensen, die in het verleden trombose in een been hebben gehad.
2/6
Welke klachten kunnen spataderen geven? Vaak zijn er geen klachten, maar wordt de aanwezigheid van spataderen als storend of lelijk ervaren. Sommige mensen met spataderen hebben jeuk of pijn of een onrustig gevoel in het onderbeen, soms met krampen. Soms kan er huiduitslag ontstaan, of een verkleuring zoals bruine vlekken. Ook kan er zich een aderontsteking of een spataderbloeding voordoen. In het ergste geval ontstaat er een ‘open been': dan is er een huidzweer, die niet wil genezen. Scleroseren Eén van de behandelmogelijkheden van spataderen (varices) is scleroseren (=dichtspuiten van spataderen). Door het inspuiten van een bepaalde vloeistof in de spatader die vervolgens wordt afgedrukt, wordt een lichte ontstekingsreactie in de ader teweeg gebracht. Deze reactie moet ervoor zorgen dat de wanden gaan kleven en zo worden uitgeschakeld. Na verloop van tijd is de spatader veranderd in een litteken en nauwelijks meer te zien. Het lijkt dus of hij is weggespoten. Het inspuiten van de vloeistof gebeurt met een heel dun naaldje en vaak zijn er meerdere prikjes nodig. Dag van de behandeling Op de dag van de behandeling mag u de benen niet insmeren met een crème of bodylotion. De behandeling kan anders wellicht niet doorgaan. De arts moet namelijk op de plaats waar gespoten wordt na het spuiten watten en pleisters aanbrengen Behandeling In de behandelruimte neemt u staande plaats op een voetenbankje. De arts vraagt u rond te draaien en bekijkt welke spataderen ingespoten moeten worden. De arts spuit de aderen in met een speciale vloeistof (aethoxysclerol). Deze vloeistof zorgt ervoor dat de spataderen verschrompelen. Het inspuiten is niet echt pijnlijk, maar kan wat branderig aanvoelen. Na het inspuiten krijgt u een plakkend verband aangelegd om de watten op hun plaats te houden. Dit verband laat u 5 dagen om het been. Bij het verwijderen kan het handig zijn om dit onder de douche te doen en het verband eerst goed nat te laten worden. Na de behandeling U mag de watjes en het kleefverband na 5 dagen verwijderen. Er kunnen blauwe plekken zichtbaar zijn op de behandelde plaatsen. Dit is normaal. De eerste week na het verwijderen van het kleefverband valt het af te raden om een warm bad nemen omdat de aderen zich door het warme water ontspannen en verwijden. U kunt het overwegen om voor een (kortere) periode een steunkous te dragen nadien. Mogelijke bijwerkingen Normale klachten na de behandeling zijn jeuk, hoofdpijn, rillerigheid op de avond na de behandeling: U kunt dan het beste vroeg naar bed gaan. Eventueel kunt u pijnstillers nemen, zoals twee tabletten paracetamol van 500 mg (tot maximaal 4x per dag).
3/6
Er kunnen blauwe plekken en pijnlijke harde knobbeltjes ontstaan. Deze klachten verdwijnen na enige tijd. ‘s Ochtends bij het opstaan kan uw voet gezwollen zijn. De zwelling verdwijnt meestal nadat u even heeft rondgelopen. De huid kan bruin kleuren. Dit verdwijnt na enkele maanden. Uiterst zelden treedt een overgevoeligheidsreactie op. Dit kan als de vloeistof naast het bloedvat terecht komt of uit een zwak vat lekt. De huid kan dan stuk gaan. Door kramp van kleine slagadertjes kan de huid ook stukgaan. Deze complicaties zijn niet altijd te voorkomen, hoe goed het inspuiten ook gebeurt. Adviezen en vragen • Gedurende enkele weken is intensief sporten af te raden. • Lopen is goed en dat mag al zo snel mogelijk na de behandeling. • Fietsen is toegestaan. • Staan is over het algemeen slecht. Lang staan moet u dus vermijden. Flebectomie Sommige aders zijn beter door middel van een operatie te behandelen. Het geldt bijvoorbeeld voor grote spataders op het bovenbeen, de knieholte of de voet. Deze operatie heet Ambulante- of Müller-flebectomie. Deze techniek is genoemd naar de Zwitserse dermatoloog Robert Müller. Bij deze behandeling worden spataders met behulp van kleine ‘haaknaaldjes’ aangehaakt en verwijderd. De behandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving op de poliklinische operatiekamer (poli 6). Voorbereiding • Medicatie: bloedverdunnende medicijnen dienen voor de ingreep te worden gestaakt eventueel na overleg met huisarts of voorschrijvend specialist. Het betreft de volgende medicijnen: Acenocoumarol, Fenprocoumon, Aspirine, Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium, Clopidogrel (Plavix), Dipyramidol (Persantin), Trental en Loftyl. • Gebruik op de dag van de behandeling geen crème, lotion of badolie. • Zorg ervoor dat u ruimzittende kleding en schoeisel draagt. Dit is omdat er een drukverband om het been/voet zal worden aangelegd.. • Autorijden en fietsen direct na de ingreep kan door het verband en door het dove gevoel moeilijk zijn. Wij adviseren u voor begeleiding en vervoer naar huis te zorgen. Patiëntveiligheid Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Behandeling Tijdens de behandeling ligt u op een onderzoekstafel. Op de plaatsen waar de spataderen zitten maakt de behandelaar (chirurg/physician assistant) kleine sneetjes (2-5 mm.) in de huid. Voordat de sneetjes worden gemaakt, wordt de huid verdoofd. Vervolgens wordt de spatader met een ‘haaknaaldje’ verwijderd. Omdat de huid boven de spatader is verdoofd, doet het weghalen bijna geen pijn. Na de behandeling worden de sneetjes gesloten met een hechtpleister. Om bloeduitstortingen te voorkomen krijgt u om het behandelde gedeelte van het been een strak verband. Dit verband blijft gedurende 2 tot 3 dagen dag en nacht zitten. De ingreep duurt meestal 20 tot 30 minuten per te behandelen spatader.
4/6
Na de behandeling Na de behandeling kunt u uw normale werkzaamheden direct weer hervatten. Doorgaans heeft u weinig pijn, maar misschien moet u wennen aan het strak zittende verband. Zo nodig kunt u Paracetamol gebruiken (max. 4 x daags 2 tabletten à 500mg). Zolang het been verbonden is, mag het niet nat worden. Na 2 tot 3 dagen kunt u het verband verwijderen en meestal wordt dan overgegaan op elastische kousen (deze moet u, indien deze zijn aangemeten, dan ook meenemen). Vervolgens dient u deze kousen nog 1 week overdag te dragen. De hechtpleisters blijven ongeveer 2 weken zitten. Het is heel normaal wanneer u na het verwijderen van het verband blauwe plekken ziet. Mogelijke (meest voorkomende) complicaties: • Veelal treedt er na de behandeling een bloeduitstorting op. Dit is normaal en zal spontaan verdwijnen. • Blaren of oppervlakkige wondjes van de hechtpleisters kunnen soms een pijnlijk gevoel geven en er minder mooi uitzien maar verdwijnen weer en genezen restloos. • U kunt tijdelijk last hebben van een doof gevoel in het behandelde gebied. Dit verdwijnt na enige tijd vanzelf. Activiteiten na de ingreep Het verdient aanbeveling om regelmatig te bewegen, met name lopen maar ook fietsen is toegestaan. Intensief sporten wordt afgeraden. Controle Ongeveer 6 weken na de behandeling komt u voor controle terug op de polikliniek Flebologie. Tot slot Bij dringende vragen over uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer 0543 54 42 50. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 08.30 – 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 42 50. Wanneer zich thuis binnen 24 uur na de behandeling problemen voordoen, dan kunt u contact opnemen de afdeling Spoedeisende Hulp. Na de eerste 24 uur kunt u contact opnemen met de polikliniek Chirurgie of met de huisarts. Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag van u. Aanvullende informatie Meer informatie over spataders vindt u op de volgende websites: • www.skbwinterswijk.nl • www.chirurgenwinterswijk.nl
5/6
Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor uw behandeling nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de afdeling en bij de Gastenservice in de centrale hal. Adresgegevens SKB Streekziekenhuis Koningin Beatrix Bezoekadres: Beatrixpark 1 7101 BN Winterswijk Postadres: Polikliniek Chirurgie Postbus 9005 7100 GG Winterswijk T 0543 54 44 44 F 0543 52 23 95 E-mail
[email protected] of
[email protected] Website: www.chirurgenwinterswijk.nl of www.skbwinterswijk.nl
_________________________________ Foldernummer: chi 299 versie: nov. 2012
6/6