Toelichting ontwikkelingen financieel meerjarenperspectief Begroting 2014 - 2015 De verschillen tussen de begroting 2014 en de raming voor 2015 zien er als volgt uit: Bedragen x € 1.000
Onderdeel Lasten Baten Saldo
Begroting Begroting 2014 2015
Verschil
40.471 41.079
43.407 43.555
2.936 2.476
608
148
-460
Het verschil tussen de begroting 2014 en 2015, zowel bij de lasten als de baten wordt, naast de inflatiecorrectie voor prijsontwikkeling en mutaties vanuit de kostenverdeling, voornamelijk veroorzaakt door de verwerking van de drie decentralisaties in het sociaal domein voor een totaalbedrag van € 6 miljoen. Daarnaast wordt er € 1,5 miljoen minder aan Gemeentefondsuitkeringen ontvangen. De overige verschillen bestaan uit mutaties van de reserves van € 1,0 miljoen, de verkoop van het MSCC gebouw voor € 0,5 miljoen en nieuw beleid van € 0,5 miljoen. Rekening 2013 - begroting 2015 De verschillen tussen de rekening 2013 en de raming voor 2015 zien er als volgt uit: Bedragen x € 1.000
Onderdeel Lasten Baten Saldo
Rekening Begroting 2013 2015
Verschil
46.787 47.644
43.407 43.555
-3.380 -4.089
857
148
-709
De belangrijkste verschillen, naast de inflatiecorrectie voor loon- en prijsontwikkeling, zijn: - Het verschil met de rekeningcijfers 2013 is grotendeels toe te rekenen aan de baten en lasten van grondexploitaties. In de jaarrekening 2013 is een fors verlies op de grondexploitatie verwerkt. (- € 3,5 miljoen) - In 2013 zijn de effecten van het afstoten van de brandweerkazernes (€ 2,2 miljoen) opgenomen - In 2015 is er sprake van mutaties reserves (- € 2,2 miljoen), een afname van de gemeentefondsuitkering (- € 0,7 miljoen) en een afname van algemene lasten (- € 1 miljoen). - Daartegenover is in de begroting van 2015 zowel aan de baten/ als lastenkant een bedrag van € 6 miljoen opgenomen voor decentralisaties. Meerjarenperspectief De verschillen tussen de raming 2015 en de raming voor 2016 tot en met 2018 zien er als volgt uit: Bedragen x € 1.000
Onderdeel Lasten Baten Saldo
Begroting Begroting 2015 2016
Begrotin g 2017
Begroting 2018
43.407 43.555
43.428 43.835
43.157 43.924
43.166 43.983
148
407
767
817
De belangrijkste ontwikkelingen binnen het meerjarenperspectief zijn: - Kortingen vanuit het Rijk op de algemene uitkering als gevolg van mutaties in maatstaven (inwoners, woonruimten, leerlingen VO) en het incidentele nadeel als gevolg van de zogenaamde “kasschuif” (Nationaal Uitvoeringsprogramma) leiden tot lagere inkomsten met name in 2015. In 2016 is een toename te zien van de Algemene uitkering. - Door afnemende bouwactiviteiten worden vanaf 2012 minder (interne) lasten doorberekend aan de grondexploitaties en als gevolg hiervan neemt de doorbelasting aan de exploitatie toe. Tegenover deze hogere doorbelasting staan lagere personeelskosten. Per saldo loopt het nadeel voor de exploitatie op tot € 200.000 in 2016.
1
Mutaties in reserves Meerjarig gezien laten de mutaties in de reserves een gelijkmatig verloop zien. In 2016 is een lagere aanwending geraamd van de reserve Informatisering in verband met de ontwikkeling van het Egem-I-plan.
2
OVERZICHT VAN INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Ingevolge de voorschriften (BBV) presenteren wij het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten voor het begrotingsjaar 2015. Het overzicht ziet er als volgt uit: Tabel: Incidentele baten en lasten 2015 Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting Begroting 2017 2018
Incidentele lasten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren - Onderzoek bedrijventerreinen - Aanleg klompenpaden - Aanschaf dienstauto handhaving
20 8 0
0 0 0
0 0 0
0 0 9
Programma 2 - Maatschappelijke zaken - Buitenbad Zeven-Morgen, Dreumel - aanschaf waterstofzuiger - Project ´Thuis met het grootste gemak´
9 10
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
4 9
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid - Leden van de raad - vervanging iPad's - Leden van de raad - overige goederen en diensten - Verkiezingen - Representatiekosten - extra lasten in verkiezingsjaren
6 0 40 0
0 0 17 0
0 0 0 0
0 6 20 3
Algemene dekkingsmiddelen - Incidentele beleidsruimte - Inventaris - koffieautomaten
50 0
0 0
50 0
50 8
143
17
50
109
50
25
0
0
8
0
0
0
Algemene dekkingsmiddelen - Bespaarde rente bestemmingsreserves
128
128
128
128
Totaal incidentele baten
186
153
128
128
43
136
78
19
Programma 3 - Fysieke leefomgeving - Aanschaf 2 sneeuwschuivers - Aanschaf dienstauto milieuhandhaving
Totaal incidentele lasten Incidentele baten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren - Exploitatie landerijen en gronden - opbrengsten Programma 2 - Maatschappelijke zaken - BDU Centrum Jeugd en Gezin - bijdrage uren
Totaal incidentele lasten en baten
3
EMU SALDO Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen grond, investeringen en investeringsbijdragen. Ingevolge de voorschriften (BBV) presenteren wij de berekening van ons EMU-saldo 2013-2015: Tabel: EMU saldo 2013 - 2015 Omschrijving 1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze 9 transacties met derden betreffen 10 Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de b exploitatie? Berekend EMU-saldo
Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
673
802
977
1.904 2.620
1.749 1.886
1.549 1.931
-2.168
-2.367
-2.501
0
0
0
0
0
-2.630
-1.100
-1.099
3.764
1.361
1.501
-1.504
-1.257
-1.402
0
0
0
nee
nee
nee
2.659
1.074
956
-2.01
0
Het overzicht van het EMU-saldo is bedoeld om op nationaal niveau te kunnen bepalen in hoeverre de verschillende overheden bijdragen aan het nationale EMU-saldo. Wij hebben een voordelig EMU-saldo en dragen dus op een positieve wijze bij aan het EMU-saldo van ons land.
4
UITEENZETTING FINANCIËLE POSITIE EN TOELICHTING Om inzicht te krijgen in de financiële bestendigheid van onze begroting presenteren wij hier een overzicht van de financiële positie van onze gemeente. Onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume, de investeringen, de financiering en de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen. Ontwikkeling financiële positie Het meerjarenperspectief van onze gemeente ontwikkeld zich op de volgende manier: Omschrijving Saldo Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Saldo van baten en lasten
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 -1.603 -8.695 -3.167 -4.181 18.503 857
-1.534 -9.846 -3.288 -5.087 20.363 608
Aanvullend dekkingsplan Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves 1- Wonen, werken en recreëren 2- Maatschappelijke zaken 3 - Fysieke leefomgeving Algemene dekkingsmiddelen Totale mutatie reserves Resultaat na bestemming
-1.593 -15.850 -3.638 -5.198 26.427 148
-1.593 -16.068 -3.674 -5.180 26.923 407
69
23
Begroting 2018
-1.512 -15.900 -3.735 -5.104 27.018 767
-1.524 -15.886 -3.747 -5.153 27.127 817
857
608
217
430
767
817
-248 48 91 -254 -363
-271 -56 179 346 198
-335 67 81 -30 -217
-334 6 -7 -95 -430
-334 6 -52 -281 -661
-335 6 -54 -306 -689
494
806
0
0
106
128
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Het BBV onderscheidt arbeidskostengerelateerde verplichtingen met en zonder jaarlijks vergelijkbaar volume. Op grond van de voorschriften is het niet toegestaan om een voorziening te vormen voor jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en in een volgende begrotingsjaar tot uit betaling komen. Bij de hier bedoelde kosten gaat het bijvoorbeeld om wachtgelden, vakantiegeld en IZA-premie niet-actieven. Vakantiegelden Bij vakantiegelden worden gedurende een begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in het daaropvolgende begrotingsjaar tot betaling komen. De daadwerkelijke uitbetaling van de vakantiegelden is opgenomen in de exploitatiebegroting als onderdeel van de reguliere salarislasten. Levensloopregeling Bij de bijdrage van de werkgever aan de levensloopregeling worden, net als bij het vakantiegeld, gedurende een begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in het daaropvolgende begrotingsjaar tot betaling komen. Artikel 49 BBV verbiedt het opnemen van dergelijke verplichtingen op de balans. Sinds 2008 wordt de reservering levensloopregeling gelijktijdig met de eindejaarsuitkering uitgekeerd in december. Er zijn geen verplichtingen meer voor het ultimo boekjaar. Spaarverlof Per einde jaar is sprake van een impliciete schuld aan nog niet opgenomen vrije dagen door de gemeenteambtenaren. Dit heeft een relatief constant verloop en om die reden mag er geen verplichting voor worden aangemaakt. Deze kosten zijn niet expliciet opgenomen in de begroting, mede gegeven het feit dat uitbetaling alleen plaatsvindt in geval van FPU, ontslag of bij uitzondering. Het is dus wel een verplichting, maar geen (kas) begrotingsbedrag. 5
Investeringen In bijlage 2 - Meerjareninvesteringsplan is het totaaloverzicht van de investeringen voor de komende jaren opgenomen. Op hoofdlijnen ziet dit er als volgt uit: Bedragen x € 1.000
Investeringen
v/ n
1 - Wonen, werken en recreatie
Bedrag
Bijdrag en
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
0
0
0
0
0
0
Hulpmiddelen WMO Overige kleine investeringen Totaal 2 - Maatschappelijke zaken
v v
660 9 669
0 0 0
39 9 48
77 0 77
113 0 113
148 0 148
Openbare werken - vervang. materialen Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Totaal 3 - Fysieke leefomgeving
v v
433 4.275 4.708
0 0 0
36 36 72
45 80 125
55 123 178
74 192 266
Gemeentehuis - vervanging materialen Investeringen ICT Totaal 4 - Burger, bestuur en veiligheid
v v
272 997 1.269
0
17 256 273
23 262 285
17 254 271
32 245 277
6.646
0
393
487
562
691
6.646
0
393
487
562
691
Totaal Waarvan: - vervangingsinvesteringen
v
Het investeringsplan voor de komende jaren is bescheiden van omvang. De belangrijkste nieuwe investeringen betreffen de uitvoering van de maatregelen uit het verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan, het Waterplan en het Egem-I plan. De vervangingsinvesteringen hebben in belangrijke mate ook te maken met het rioleringsplan. Daarnaast betreft het vooral vervanging van materialen voor het onderhoud van de wegen, de brandweer en de bedrijfsvoering. Financiering Op basis van onze huidige en toekomstige investeringen ziet onze financieringsbehoefte er als volgt uit: Tabel: Financieringsbehoefte
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
2015
2016
2017
2018
Vaste activa Bouwgrondexploitatie - onderhanden werken Investeringen (MIP 2015-2018)
44.516 8.557 2.272
42.629 8.557 3.305
40.742 8.557 4.031
38.855 8.557 5.051
Totaal financieringsbehoefte
55.345
54.491
53.330
52.463
Financieringsmiddelen
2015
2016
2017
2018
Vaste geldleningen o/g Reserves en voorzieningen
32.307 18.556
27.182 17.903
22.546 17.860
18.565 18.531
Totaal financieringsmiddelen
50.863
45.085
40.406
37.096
Tabel: Financieringsmiddelen
Bedragen x € 1.000
Bedragen x € 1.000
Tabel: Financieringspositie Onderdeel
2015
2016
2017
2018
Financieringsbehoefte Financieringsmiddelen
55.345 50.863
54.491 45.085
53.330 40.406
52.463 37.096
Financieringspositie
-4.482
-9.406
-12.924
-15.367
6
Het hoge financieringstekort wordt aan de ene kant veroorzaakt door een hogere financieringsbehoefte, veroorzaakt door de toegenomen voorraad bouwgronden en de voorgenomen investeringen uit het Meerjaren InvesteringsPlan. Aan de andere kant nemen de financieringsmiddelen door de reguliere aflossingen af. Reserves De reservepositie geeft een inzicht in de robuustheid van onze financiële positie. Onze reserves vormen een belangrijk bestanddeel van onze weerstandscapaciteit en bepalen mede de hoogte van ons weerstandsvermogen. In de volgende tabel presenteren wij de stand en het verloop van onze reserves. Tabel: Overzicht reserves Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Boekwaarde 01-012015
Vermeerderingen t.l.v. Derden/ subsidies exploitatie
Algemene reserves a. rente t.g.v. reserve b. rente structureel t.g.v. exploitatie Totaal algemene reserve
3.025 2.500 5.525
Bestemmingsreserves Afkoopsommen (erfpacht) Afschrijving investeringen economisch nut Bovenwijkse voorzieningen Egalisatiereserve rioolheffing Informatisering Leefbaarheid kernen Lokaal onderwijsbeleid Onderhoud voetbalvelden Ondersteuning sociale woningbouw Onderwijshuisvesting Personeel & Organisatie Startersleningen Stimuleringsfonds recreatie & toerisme Totaal bestemmingsreserves
466 1.443 635 406 909 338 135 61 237 643 80 486 73 5.911
Totaal reserves
11.436
Verminderen t.g.v. Overige exploitatie
Boekwaarde 31-122015
0
3.310 2.500 5.810
285 285
0
0
6 12 326 44
461 1.430 961 206 909 313 135
244 25 61
20
18 408
0
40 3 15 406
693
0
406
0
257 643 40 483 75 5.913
0
11.723
Kijken we naar onze reservepositie per inwoner geeft dit het volgende beeld te zien: Tabel: Overzicht reserves per inwoner Reserve
Bedragen x € 1.000
2014
2015
Verschil
Algemene reserve Waarvan niet geblokkeerd
299 163
298 163
-1 0
Bestemmingsreserves Waarvan niet geblokkeerd
331 129
319 132
-12 3
Uit blijkt dat onze reservepositie per inwoner ongeveer gelijk is gebleven ten opzichte van vorig jaar. De omvang van de reserves is weliswaar licht gestegen, maar ook het aantal inwoners is hoger. Voorzieningen Een voorziening is dat deel van het vreemd vermogen dat wordt aangewend ter dekking van verplichtingen die redelijkerwijs zijn in te schatten. Een voorziening heeft een planmatig karakter en is in principe eindig. Voorzieningen worden gevormd wegens: 1. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker, maar redelijkerwijs in te schatten is; 2. Risico’s terzake van verplichtingen of verliezen waarvan omvang redelijkerwijs is in te schatten; 3. Kosten te maken in volgend begrotingsjaar met oorsprong in (voorafgaand) begrotingsjaar en voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over aantal begrotingsjaren; 4. Van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (indien er sprake is van een terugbetalingsverplichting). 7
In onze gemeente hebben wij de volgende voorzieningen gevormd: Tabel: Overzicht voorzieningen Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Boekwaarde 01-012015
Vermeerderingen Derden/ t.l.v. subsidies exploitatie
Afkoop onderhoud grafrechten B.& O.-fonds ontzandingen Gebouwen Onderwijsgebouwen Openbare verlichting Pensioenen wethouders Voormalig personeel Voormalige wethouders Wegen
100 669 924 458 281 1.882 101 169 2.535
6 1.077
Totaal voorzieningen
7.120
1.761
Verminderen t.g.v. Overige exploitatie
25 150 248
30
85 75 1 37 1.882
95 819 806 458 302 1.958 100 138 1.729
2.476
6.404
367
105 151
0
0
Boekwaarde 31-122015
Kijken we naar de hoogte van onze voorzieningen per inwoner geeft dit het volgende beeld te zien: Tabel: Overzicht voorzieningen per inwoner
Bedragen x € 1.000
2014 Voorzieningen
399
2015 384
Verschil -15
Zoals uit het overzicht blijkt neemt de hoogte van de voorzieningen per saldo af ten opzichte van 2014. Dit wordt vooral veroorzaakt door de geplande uitgaven ten laste van de voorziening Wegen. Dit betreft onder meer de combinatieprojecten Beatrixstraat in beneden-Leeuwen en de Oude Maasdijk in Dreumel.
8
DEEL 4 - BIJLAGEN
9
BIJLAGE 1 - ZOEKRICHTINGEN
10
PERSONEEL EN ORGANISATIE 1. PERSONEEL EN ORGANISATIE Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Deze zoekrichting zal in ieder geval invulling moeten geven aan de opgenomen taakstelling. a. Personeelslasten Nadere uitwerking organisatievorm voor de toekomst. Hierbij rekening houden met de volgende ontwikkelingen: 1. Vertrek medewerkers (brandweer, V&H) 2. Effect ondersteunende taken (achterblijvende overhead) 3. Samenwerking BNW 4. Regiegemeente 5. Afstoten, niet meer uitvoeren of uitbesteden taken (ook beleidstaken) 6. Verminderen functies b. Secundaire personeelskosten Uitwerken effecten van vertrek personeel (brandweer, ODR e.d.) In het door u op 26 juni bij de behandeling van de Perspectiefnota 2014 vastgestelde amendement hebt u als kader meegegeven dat dit een structurele besparing van minimaal € 15.000 op moet leveren. Uitwerking Deze zoekrichting zal in ieder geval een besparing op moeten leveren die invulling geeft aan de opgenomen stelpost van € 60.000 in 2015, € 120.000 in 2016 en € 180.000 structureel in 2017. De zoekrichting werken wij als volgt uit: a. Personeelslasten. Conform de regie-agenda vindt vanaf 2014 een heroriëntatie plaats op de achterblijvende organisatie. De bij de toelichting genoemde ontwikkelingen nemen wij hierin mee. Bij de Perspectiefnota 2015 kunnen wij e de eerste resultaten hiervan aan u presenteren. Dit zal met name betrekking hebben op de 1 drie onderdelen. b. Secundaire personeelskosten In deze begroting hebben wij een besparing op de opleidingskosten en het persoonsgebonden budget opgenomen van € 27.000 in 2014, oplopend tot € 29.000 in 2017. Deze bedragen worden ten gunste van de opgenomen stelpost gebracht. Dit betekent dat we in 2014 een incidenteel voordeel van € 27.000 hebben.
Stand van zaken Aan de stelpost personeelslasten is invulling gegeven en dit is verwerkt in de programmabegroting. De personeelsbudgetten zijn doorgelicht. Er is, waar mogelijk, bezuinigd op de door vacatures en anderszins ontstane ruimte in de personeelsbegroting. Hierbij is een integrale afweging gemaakt in noodzakelijke inzet ten behoeve van de te verrichten werkzaamheden. In het proces om te komen tot samenwerking tussen de BNW-gemeenten is enige vertraging ontstaan als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Naar verwachting zal de samenwerking in de loop van 2015 formeel van start gaan. Om invulling te geven aan de besparing op de secundaire personeelslasten hebben wij voorgenomen besluiten genomen over het afschaffen van de kerstpakketten, het afschaffen van de regeling betaald ouderschapsverlof en het wijzigen van de werktijdenregeling. Dat laatste brengt onder andere met zich mee dat voor het grootste deel van de medewerkers geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag meer van toepassing is. Voor het deel dat nog wel recht heeft op overwerktoeslag, geldt dat het eerste half uur niet voor toeslag in aanmerking komt. Deze besluiten zijn genomen onder voorbehoud van instemming van GO/OR. Overleg hierover is vertraagd als gevolg van het CAO conflict. In de periode van april tot en met half juli 2014 is alle overleg in GO-verband opgeschort geweest als gevolg van dit CAO conflict.
11
2. SAMENWERKING BEHEER EN ONDERHOUD Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Door samenwerking met andere gemeenten op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare ruimte en elkaars materialen en personeel gericht te gebruiken zijn besparingen te behalen. Op 12 september hebt u in uw vergadering duidelijkheid verschaft over deze opdracht. Uitkomst hiervan is dat er een onderzoek naar de effecten van algehele uitbesteding van de buitendienst plaats moet vinden. Uitwerking Om invulling te geven aan uw opdracht gaan wij de komende periode de volgende activiteiten ontplooien: 1. de mogelijkheden op het gebied van uitbesteding van de taken van de buitendienst in beeld brengen; 2. de financiële effecten hiervan in kaart brengen, inclusief de verschillen met de huidige kosten; 3. in beeld brengen personele consequenties; 4. de mogelijke effecten van uitbesteding voor het maatschappelijk veld in beeld brengen.
Stand van zaken In het derde kwartaal 2014 hebben wij een keuze gemaakt welk bureau gaat onderzoeken welke efficiëntieslagen er te behalen zijn. In het eerste kwartaal van 2015 zullen de resultaten hiervan bekend zijn.
3. INFORMATIEVOORZIENING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en kritische beoordeling van de beschikbare kredieten zijn wellicht besparingen mogelijk. Uitwerking Wij hebben als colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Buren, Neder-Betuwe en West Maas en Waal (BNW) de intentie uitgesproken om met elkaar samen te werken op het gebied van bedrijfsvoering. Informatievoorziening is een van de taakgebieden behorende bij bedrijfsvoering. Het is het geheel van mensen, middelen en maatregelen, gericht op de informatiebehoefte van die organisatie. Bij onze gemeente betreft het informatiemanagement, gegevensbeheer, DIV (post en archief) en automatisering. Wij hebben afgesproken om op de bestaande budgetten op het terrein van de bedrijfsvoering, vooruitlopend op de samenwerking, niet te bezuinigen. De begrotingen 2014 zijn vooralsnog leidend (definitieve afspraken moeten nog worden gemaakt). Wel krijgt de nieuwe samenwerkings-entiteit de opdracht om kosten te reduceren. Gezien het feit dat er op dit moment geen formele besluiten door de verschillende gemeenteraden zijn genomen over samenwerking in BNW-verband is het prematuur om bezuinigingen in te boeken. Daarnaast merken wij op dat medewerkers opgeleid moeten worden en automatiseringssystemen op elkaar afgestemd moeten worden (de kost gaat voor de baat), met als gevolg dat bezuiniging op het terrein van de informatievoorziening op korte termijn waarschijnlijk niet haalbaar zal zijn.
Stand van zaken Doordat de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe zich nog in de onderzoeksfase bevind kunnen wij nog geen uitspraken doen over mogelijke bezuinigingen. Wij stellen u dan ook voor de planning van de uitwerking van deze zoekrichting door te schuiven naar eind 2014 begin 2015 als er meer duidelijk moet zijn over de samenwerking.
12
4. HUISVESTING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Huisvesting van de gemeentelijke organisatie beoordelen en mogelijke alternatieven (verhuur, clustering) in beeld brengen. Uitwerking In afwachting van de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe is deze zoekrichting nog niet verder uitgewerkt. Begin 2014 moet duidelijk worden hoe de verschillende PIJOFACH-taken van het samenwerkingsverband gehuisvest gaan worden. Medio 2014 wordt op basis hiervan deze zoekrichting verder uitgewerkt.
Stand van zaken Doordat de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe zich nog in de onderzoekssfase bevind kunnen wij nog geen uitspraken doen over mogelijke bezuinigingen. Wij stellen dan ook voor de planning van de uitwerking van deze zoekrichting door te schuiven naar eind 2014 begin 2015 als er meer duidelijk moet zijn over de samenwerking.
5. VERKOOP GEMEENTELIJKE EIGENDOMMEN Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Een potentiële bezuiniging betreft de verkoop van gemeentelijke eigendommen, die niet noodzakelijk zijn voor een goede dienstverlening of de leefbaarheid in de kernen.
Uitwerking De verkoop van gemeentelijke eigendom is al enkele jaren een aandachtspunt in onze gemeente. Zo zijn in 2012 de autoboxen in Maasbommel en Alphen verkocht en in 2013 het Drieluik in Wamel. Gemeentelijke eigendommen die nog voor verkoop in aanmerking komen zijn: 1. Woningen Onze gemeente heeft nog twee woningen in haar bezit, te weten Stationsstraat 5 in Wamel en Kerkstraat 17 in Altforst. De woning Stationstraat 5 te Wamel is vrijgekomen en staat sinds oktober 2013 in de verkoop. De boekwaarde van de woning Stationstraat 5 bedraagt € 262.503. De WOZ-waarde van de deze woning is € 266.000. Als de woning aan de Kerkstraat vrij komt kan deze ook worden verkocht. De WOZ-waarde hiervan bedraagt € 276.000 (2013). De andere woning maakt onderdeel uit van de grondexploitaties. 2. Stellingmolen in Beneden-Leeuwen Verkoop van de Stellingmolen is niet reëel, de molen zou eventueel wel aan de plaatselijke ondernemersvereniging overgedragen kunnen worden. 3. M.S.C.C. in Beneden-Leeuwen De verkoop van het M.S.C.C.-gebouw is eind oktober 2014 afgerond. 4. Souterrain te Appeltern Verkocht per oktober 2013 voor een bedrag van € 40.000. 5. Verenigingsgebouw in Beneden-Leeuwen Als de gebruikers elders ondergebracht worden kan het Verenigingsgebouw worden verkocht. De WOZwaarde is € 233.000. De boekwaarde die nog op het pand rust bedraagt € 45.423. 6. Voetbalaccommodaties Betreffende de voetbalverenigingen voeren wij gesprekken om tot privatisering over te gaan. 7. Brandweer Met betrekking tot de gebouwen voor de brandweer loopt een discussie met de Veiligheidsregio. Eind 2013 moet hierover meer duidelijk worden. 13
De boekwaarden van de brandweergebouwen per 1 januari 2014 zijn: - Brandweerkazerne Beneden-Leeuwen € 1.023.324 - Brandweerpost Dreumel € 614.074 - Brandweerpost Maasbommel € 500.122 Aandachtspunt De overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de bedrijfsvoering of het gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed is onderdeel van de “Stille reserves” in het kader van onze weerstandscapaciteit. Verkoop van bezittingen heeft dus consequenties voor ons weerstandsvermogen.
Stand van zaken Betreffende de verschillende onderdelen kunnen wij u het volgende melden: 1. Woningen De woning Stationsstraat 5 in Wamel is verkocht. 2. Stellingmolen in Beneden-Leeuwen Geen ontwikkelingen te melden. 3. M.S.C.C. in Beneden-Leeuwen Het M.S.C.C.-gebouw staat op de nominatie om afgestoten te worden. 4. Souterrain te Appeltern Verkocht per oktober 2013 voor een bedrag van € 40.000. 5. Verenigingsgebouw in Beneden-Leeuwen Na het gereedkomen van de nieuwe Rosmolen zullen wij bezien of de gebruikers elders ondergebracht kunnen worden en het pand verkocht kan worden. 6. Voetbalaccommodaties De voetbalterreinen zijn inmiddels geprivatiseerd. 7. Brandweer De brandweerkazernes zijn eind 2013 aan de Veiligheidsregio overgedragen.
6. OPTIMALISEREN BELASTINGOPBRENGSTEN Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting De werkelijke opbrengsten komen veelal niet overeen met de raming in de gemeentebegroting. Onderzoeken waar de oorzaak ligt van deze afwijkingen. Hierin nemen we alle belastingsoorten mee die door BSR worden opgelegd. Doel is om de werkelijke opbrengst op hetzelfde niveau te brengen als de raming. Uitwerking Uit het artikel 213a onderzoek naar de relatie en interactie tussen gemeente en BSR (Belasting Samenwerking Rivierenland) van eind 2012, is een aantal aandachtspunten c.q. verbeterpunten naar voren gekomen. Een van die punten is het optimaliseren van de belastingopbrengsten, omdat de opbrengsten in de afgelopen jaren minder waren dan aanvankelijk geraamd. In overleg en samenwerking met de BSR zijn inmiddels stappen ondernomen om de basis voor de op te leggen aanslagen af te stemmen en te verbeteren. Andere in het rapport genoemde zaken zijn in de afgelopen maanden eveneens opgepakt en hebben geleid tot een gedeeltelijk of gehele oplossing. De eerste ervaringen en resultaten hebben wij in de vergadering van de RTG (Ronde Tafel Gesprek) op 19 september gedeeld.
Stand van zaken De verwachting is dat de SLA eind 2014 definitief door het Algemeen Bestuur bekrachtigd zal worden. In de afgelopen periode is er echter al wel in de geest van deze SLA gewerkt. Daarnaast is er door ons inmiddels onderzoek gedaan naar de aansluiting van de bestanden bij de BSR en de door ons geraamde opbrengsten. Naar alle waarschijnlijkheid bestaat hier in het 4e kwartaal 2014 duidelijkheid over en kunnen eventuele vervolgstappen worden ondernomen. Wij houden uw raad van de ontwikkelingen op de hoogte. 14
7. OPENBAAR GROEN Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Onderdeel van deze zoekrichting zijn het: 1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen. 2. Opstellen protocol duurzame Openbare Ruimte. 3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen. 4. Privatiseren onderhoud rotondes Uitwerking 1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen Groen in de woonwijk heeft belangrijke functies zoals verhoging van de leefbaarheid en de gezondheid, de mogelijkheid om te spelen en een verkeer geleidende functie. Naast deze functies kan het voorkomen dat de gebieden noodzakelijk zijn voor toekomstige ontwikkelingen, zoals uitbreiding parkeerplaatsen en waterberging. Het huidige groenbeleid en het daarbij behorende pilotproject in Dreumel betreft hoofdzakelijk al in gebruik genomen/gegeven gronden door en aan inwoners. De huidige werkwijze is een passieve manier van werken. Er wordt alleen grond verkocht als er een aanvraag wordt ingediend. Bij iedere aanvraag moeten er diverse disciplines bekijken of de betreffende percelen verkocht kunnen worden. Dit kan als deze percelen als plantsoen die geen waarde of functie hebben voor de openbare ruimte. Het voorstel is om de percelen die geen waarde of functie hebben voor de openbare ruimte voor de hele gemeente te inventariseren en op een kaart te plaatsen. Deze werkwijze is efficiënter en effectiever dan de huidige ad hoc werkwijze. Bovendien biedt deze inventarisatie de mogelijkheid deze betreffende gronden actief te koop aan te bieden. De voor deze inventarisatie benodigde disciplines zijn Openbare ruimte (verkeer, weg-, groen- en waterbeheer en riolering) en Wonen en milieu (ruimtelijke ordening en recreatie). Voor de uitvoering van het werk is de inzet van Juridische zaken noodzakelijk. De werkzaamheden betreffen: Vervaardigen kaart. Inventarisatie van de mogelijk te verkopen stukken. Gegevens aanliggende eigenaren koppelen. Opmerking: Het onderhoud van deze gronden wordt niet bekostigd uit de gemeentelijke budgetten en het afstoten van deze percelen zorgt niet voor een vermindering van het areaal plantsoenen. 2. Opstellen protocol duurzame Openbare Ruimte Het gaat hierbij om een protocol voor de inrichting van de openbare ruimte om zo het toekomstig onderhoud beheersbaar (en betaalbaar) te houden. Het is belangrijk goede kaders te stellen, waar bij de inrichting van de wijken al rekening wordt gehouden. Nu worden er soms keuzes gemaakt waarbij onvoldoende aandacht is voor het toekomstige beheer en onderhoud. Een mooie inrichting van een nieuwe wijk of weg kan hoge onderhoudskosten voor de toekomst tot gevolg hebben. Hierbij kunt u denken aan de plaatsing van palen, de vorm van parkeervakken, de toe te passen materialen, de grote van de groenvakken en een goede ondergrondse groeiruimte voor bomen. Voor het opstellen van het protocol is een integraal advies van alle betrokken partijen noodzakelijk. De betrokken disciplines zijn Openbare ruimte (verkeer, weg-, groen- en waterbeheer) en Wonen en milieu (ruimtelijke ordening en grondbeleid). Opmerking: Dit protocol levert alleen voordeel op bij toekomstige bouwprojecten en reconstructies van wegen. 3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen In het door u op 26 juni 2013 vastgestelde amendement heeft u bepaald dat onderzocht moet worden of er een voordeel in de uitgaven behaald kan worden door samenwerking in het beheer van openbaar groen, waarbij de huidige uitgangspunten van beleid gehandhaafd blijven.
15
Een letterlijke vertaling van uw amendement betekent dat deze zoekrichting niet uitgewerkt hoeft te worden. In het huidige beleid is de onderhoudskwaliteit vastgelegd op basisniveau en hier wilt u blijkbaar aan vast houden. De zoekrichting was bedoeld om te onderzoeken welke besparingen het aanbrengen van een zonering in de onderhoudsniveaus op zou kunnen leveren. Gelet op uw besluit hebben wij deze zoekrichting (nog) niet verder uitgewerkt. 4. Privatiseren onderhoud rotondes De rotondes worden door onze buitendienst onderhouden. Het adopteren of privatiseren van het onderhoud bespaart dus alleen indirecte kosten (=uren van de buitendienst). Op basis hiervan kunnen andere werkzaamheden worden verricht of kan de formatie worden verminderd. Het gaat hierbij om een beoogde bezuiniging van € 3.000, hetgeen ongeveer neer komt op 50 uur op jaarbasis. Opmerking: Het adopteren van de rotondes is in strijd met het huidige reclamebeleid.
Stand van zaken De stand van zaken betreffende verschillende onderdelen van de zoekrichting is als volgt: 1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen De activiteit hebben wij in deze Perspectiefnota opgenomen in de planning voor 2015. 2. Protocol duurzame openbare ruimte Deze activiteit hebben wij in de Perspectiefnota opgenomen in de planning voor 2015. 3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen Conform het door u bij de programmabegroting 2014 overgenomen advies doen wij geen onderzoek naar het invoeren van zonering. 4. Privatiseren onderhoud rotondes De zoekrichting is uitgewerkt in een concreet voorstel. De beoogde directe bezuiniging van € 3.000 kan niet gerealiseerd worden. Dit omdat het onderhoud volledig door ons eigen personeel wordt uitgevoerd en de vrijkomende tijd wordt ingezet ten behoeve van het extra onderhoud dat is ontstaan door het opleveren van nieuwe woonwijken. Indirect is er echter wel sprake van een besparing. Wij hebben een contract afgesloten waarbij het onderhoud de komende 10 jaar door een derde wordt verricht en wij bovendien jaarlijks € 2.500 aan reclame-inkomsten genereren. Verder hoeven wij de resterende rotondes niet in te richten, hetgeen een incidentele besparing van € 15.000 oplevert. Deze was echter nog niet geraamd, omdat de rotondes pas eind 2013 aan ons zijn overgedragen, en is dus niet als echte bezuiniging in te boeken. Voorstel Wij stellen u voor om de zoekrichting zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen af te voeren. Onderdeel 4 van de zoekrichting is inmiddels afgewerkt en kan worden afgevoerd.
8. OPENBARE VERLICHTING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Het nader uitwerken effecten van vermindering van het aantal lichtmasten en/of aantal branduren. Uitwerking 1. Vermindering aantal lichtmasten De meeste kosten (energie, onderhoud en vervanging) zijn te besparen door de verlichting te verwijderen, maar dit is niet overal mogelijk. Binnen de bebouwde kom is de verlichting en het aantal masten afgestemd op de Richtlijn Openbare Verlichting 2011. In onze regio gaan wij uit van een lichtsterkte van 75%. Dit percentage wordt toegepast bij nieuwe woningbouw- en vervangingsprojecten. Verlichting binnen de bebouwde kom speelt een grote rol voor de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Verwijdering van verlichting binnen de bebouwde kom is mede uit juridisch oogpunt niet gewenst. 16
Het verwijderen van verlichting in het buitengebied is eventueel wel mogelijk. Deze verlichting heeft een oriëntatie-/geleidingsfunctie. De weggebruiker dient afwijkende situaties van de weg goed te kunnen onderscheiden. Dit betekent dat niet het gehele buitengebied voorzien dient te worden van verlichting. Indien de verlichting slechts tot doel heeft om het navigeren te vergemakkelijken, kan men zich afvragen of functionele verlichting noodzakelijk is of dat alternatieve vormen van verlichten kunnen volstaan. Hierbij valt te denken aan retroreflecterende materialen of oriëntatieverlichting. Bij het verwijderen van lichtpunten in het buitengebied dient per lichtpunt rekening gehouden met de volgende verwijderingskosten: Loskoppeling aansluiting van de lichtpunten door netbeheerder € 375 Verwijderen lichtmast door aannemer € 100 Totale kosten per lichtpunt € 475 Het verwijderen van lichtpunten levert ook voordelen op. Kosten die vervallen zijn onderhoudskosten (€ 40), energiekosten (€ 15) en netwerkkosten (€ 16,44). In totaal wordt jaarlijks per vervallen lichtpunt € 70 bespaard. Onze eigen interne kosten zijn hierin niet meegenomen. Dit betekent dat de kosten van verwijdering ongeveer in 6 jaar worden terugverdiend. Buiten de bebouwde kom staan 522 lichtmasten. Wij hebben in afwachting van uw besluitvorming nog niet op straatniveau gekeken waar in het buitengebied de lichtpunten geminimaliseerd kunnen worden. Hierbij speelt natuurlijk de sociale en verkeersveiligheid en daarmee de maatschappelijke acceptatie wel een rol. 2. Vermindering aantal branduren De schakeling van de verlichting wordt centraal geregeld om een gelijkmatigheid in het landelijke verlichtingsnetwerk te realiseren. Er loopt een proefproject in Drenthe en Overijssel, waarbij nieuwe schakeltijden zijn ingevoerd. Dit kan gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid en mogelijk in de sociale beleving. Aan de hand van de resultaten van dat onderzoek (1 jaar) wordt gekeken of dit op grotere schaal kan worden doorgevoerd. Binnen het IGOV (intergemeentelijk overleg Openbare Verlichting) wordt dit onderwerp voortdurend gevolgd.
Stand van zaken Betreffende de openbare verlichting zijn wij in 2013 gestart met de voorbereiding van het vervangen van de armaturen voor LED-verlichting. Op basis van de besparingen die wij hierbij realiseren wordt dekking gegeven aan de hiervoor benodigde investeringen. Daarnaast hebben wij in de bezuinigingsoperatie voor de programmabegroting 2014 al een structurele besparing van € 3.600 vanaf 2017 opgenomen. Inzake deze zoekrichting kunnen wij u het volgende mededelen: 1. Vermindering aantal lichtmasten Bij de vaststelling van de programmabegroting 2014-2017 heeft u betreffende deze optie nog geen keuze gemaakt. Rekening houdend met de sociale en verkeersveiligheid en daarmee de maatschappelijke acceptatie en mede gelet op het feit dat wij binnen het product Openbare verlichting door de toepassing van LEDverlichting al aanzienlijke besparingen zullen realiseren, adviseren wij u het aantal lichtmasten in stand te houden. Wel bekijken wij de verlichting in de straten op mogelijke overdaad. Een voorbeeld hiervan is de Viaductstraat in Wamel, waar wij in overleg met de bewoners een vermindering van het aantal masten realiseren. 2. Verminderen aantal branduren De resultaten van het proefproject zijn nog niet bekend, wij verwachten deze medio 2015 te ontvangen. Bij bekendwording van de uitkomsten zullen wij u nader informeren.
9. SUBSIDIËRING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Gelet op de hoogte van de noodzakelijke bezuinigingen en de principiële keuzes die te maken zijn, deze bezuiniging in de integrale afweging meenemen. Vraag hierbij is welke subsidies bijdragen bij aan de beleidsdoelen. 17
In het door u op 26 juni aangenomen amendement heeft u in aanvulling hier op het volgende opgenomen: "Verenigingen en organisaties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, het begeleiden van bepaalde doelgroepen en die een wezenlijke bijdrage leveren aan het beleid van de gemeente, worden ontzien in het subsidiebeleid c.q. zij kunnen voor meer subsidie in aanmerking komen". Uitwerking De door u benoemde pijlers (bijdrage leveren aan leefbaarheid, begeleiden van doelgroepen en bijdrage aan beleid van de gemeente) worden verkend en werken wij uit als uitgangspunten voor het vast te stellen beleid. Aansluitend vertalen wij deze in de beleidsregels. Binnen het proces van kaderstelling (vaststellen uitgangspunten door uw raad voor de verkiezingen in 2014) en uitvoering (vaststellen beleidsregels door ons college) houden wij rekening met de rol die u als raad daarbinnen heeft. Binnen het implementatietraject houden wij verder rekening met de administratieve procedures (onder andere aanvraagtermijnen, e overgangsregels, etc.). Wij streven er naar om de implementatie van het nieuwe beleid in de 1 helft van 2014 te hebben afgerond.
Stand van zaken Wij hebben de nieuwe beleidsregels vastgesteld op 13 mei 2014 en deze ter kennisname aan uw raad verzonden. De vastgestelde beleidsregels hebben betrekking op de subsidieaanvragen 2015. De beleidsregels hebben geen financiële effecten voor de begroting, er vinden alleen verschuivingen tussen de budgetten plaats. Wij beschouwen hiermede de uitwerking van deze zoekrichting als afgerond.
10. LEERLINGENVERVOER Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Gemeenten mogen autonoom een km grens vaststellen voor het leerlingenvervoer, waarbij wettelijk een maximum is vastgesteld van 6 km. Voor de gemeente West Maas en Waal is de km grens vastgesteld op 4 km. De gemeente heeft daardoor de ruimte de km grens op te hogen met maximaal 2 km. Daarnaast hanteert de gemeente een eigen bijdrage, het drempelbedrag. De hoogte van dit bedrag is gebaseerd op de km grens. Dat betekent dat de eigen bijdrage automatisch verhoogd zal worden bij het invoeren van een 6 km grens. Uitwerking Leerlingenvervoer is voor kinderen die niet zelfstandig of niet onder begeleiding van ouders/verzorgers van en naar een basisschool, speciale school voor basisonderwijs, of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs kunnen reizen. Daarnaast wordt leerlingenvervoer toegekend aan leerlingen waarvan ouders een school hebben gekozen die past bij hun levensovertuiging of levensbeschouwing. Het vervoer wordt dan echter alleen toegekend tot aan de dichtstbijzijnde school die past bij de godsdienst of levensbeschouwing. De gemeente heeft de wettelijke taak om te zorgen voor een vergoeding voor "passend vervoer" naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dat wil zeggen, dat rekening gehouden moet worden met de eisen die bijvoorbeeld de functiebeperking van de leerling stelt aan het vervoer. Bijvoorbeeld rolstoelgebruik, gedragsprobleem als gevolg van een functiebeperking, blindheid etc. In onze verordening is opgenomen aan welke criteria voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor deze vergoeding voor passend vervoer. Wij hebben voor leerlingen die niet zelfstandig dan wel niet onder begeleiding van ouders/verzorgers kunnen reizen geregeld dat het vervoer wordt uitgevoerd door Personenvervoer Maas en Waal. In 2013 is na een aanbestedingstraject de opdracht voor de uitvoering van leerlingenvervoer voor een jaar gegund met een verlengmogelijkheid van tweemaal één jaar. Niet altijd blijkt het georganiseerde vervoer het goedkoopst. Omdat de gemeente uitgaat van de goedkoopste vorm van vergoeding, zijn er mogelijkheden een andere (goedkopere) vorm van vergoeding te verstrekken. Denk daarbij aan een fietsvergoeding, km-vergoeding of vergoeding van het openbaar vervoer.
18
Een van de voorwaarde om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer is dat de school minimaal een bepaalde afstand van de woning is gelegen: de kilometergrens. Leerlingen in het reguliere onderwijs die vanwege een handicap niet of niet zelfstandig gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer kunnen wel binnen de kilometergrens aanspraak maken op leerlingenvervoer. Gemeenten mogen een drempelbedrag vragen, maar wettelijk gezien zijn ze hiertoe niet verplicht. De hoogte van het drempelbedrag is gebaseerd op de kosten voor het openbaar vervoer tot de kilometergrens. Voor onze gemeente betekent dat de eerste 4 kilometers voor eigen rekening van de ouders komen. Niet alle ouders betalen het drempelbedrag. Vrijgesteld zijn: - ouders met een laag inkomen (minder dan € 24.300 voor het schooljaar 2013/2014) - ouders van kinderen die een speciale school voor verstandelijk, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapten bezoeken - ouders van kinderen met een handicap die naar het regulier basisonderwijs en naar het speciaal basisonderwijs gaan. Voor het schooljaar 2013-2014 is een nieuw drempelbedrag vastgesteld. Door ons werd voorheen altijd het drempelbedrag gehanteerd op basis van de prijs van een jeugdjaarkaart voor openbaar vervoer op grond van de zone-indeling van één ster. Doordat het landelijk sterabonnement niet meer te koop is heeft onze gemeente zelfstandig de wijze van berekening van het drempelbedrag vast moeten stellen. De berekening van de eigen bijdrage is gebaseerd op de kosten van het huidige openbaar vervoer. Daardoor is het drempelbedrag 50% hoger uitgevallen dan voorgaande schooljaren. De verhoging van het drempelbedrag mag niet worden meegerekend als bezuiniging. Uiteraard is het een gunstig bijkomstig effect, omdat daarmee onze inkomsten met betrekking tot het leerlingenvervoer zullen verdubbelen (mits iedereen gebruik blijft maken). Een ander neveneffect van de verhoging van het drempelbedrag, is dat het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer verminderd. In hoeverre daar nu al sprake van is, is nog niet vast te stellen. In de huidige situatie zouden 13 kinderen buiten het leerlingenvervoer worden gesteld op het moment dat de km grens wordt opgehoogd naar 6 km. Daarvan gaan 3 leerlingen naar de Dijk in Druten. 9 leerlingen naar de Kom in Druten en 1 leerling naar De Gravin van Rechterenschool in Appeltern. Leerlingenvervoer naar Druten wordt nu door middel van een touringcar georganiseerd. Wanneer 12 kinderen minder gebruik maken van het leerlingenvervoer, kan klein materieel worden ingezet. Inzetten van klein materieel kan als nadeel hebben dat wanneer er meer aanmeldingen zijn, extra materieel ingezet moet worden dat duurder kan zijn dan wanneer een touringcar zou zijn ingezet. Het voordeel van een touringcar is momenteel dat deze voldoende ruimte heeft een aantal extra leerlingen te vervoeren zonder veel extra kosten. Per schooljaar wordt voor het vervoer naar de Kom en de Dijk in Druten vastgelegd of er dat schooljaar een touringcar wordt ingezet of klein materieel. De eigen bijdrage wordt momenteel voor 13 leerlingen doorgerekend (van de 133 leerlingen die in totaal gebruik maken van het leerlingenvervoer). Wanneer wordt uitgegaan van het zelfde aantal voor het nieuwe schooljaar en gebaseerd op de invoering van de 6 km grens levert dit een financieel voordeel van € 1.424,80 op. Dit is echter een inschatting. Aangezien het leerlingenvervoer er morgen weer anders uit kan zien wanneer er meer of minder aanmeldingen zijn, is het niet mogelijk hierop een garantie te geven. Vanaf 01-08-2014 gaat de wet op Passend Onderwijs van kracht. De invoering van deze wet kan mogelijke consequenties hebben voor het leerlingenvervoer. De verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer zal voorlopig ook nog in handen liggen van de gemeenten. Het is nu niet inzichtelijk welke consequenties het Passend Onderwijs zal hebben. Daarover zal in de loop van 2014 meer duidelijkheid over moeten komen. In februari 2014 staat gepland dat de schoolbesturen het concept zorgplan moeten bespreken met de gemeenten. Dan kan waarschijnlijk meer inzicht gegeven worden.
Stand van zaken De nieuwe wet op Passend Onderwijs is definitief in werking getreden op 1 augustus 2014. De wetswijzigingen die direct het leerlingenvervoer betreffen zijn in aantal beperkt. Het gaat om de volgende belangrijke punten: - De regeling (bedoeld wordt de verordening) dient rekening te houden met de van ouders redelijkerwijs te vergen inzet; 19
- Leerlingen die voortgezet speciaal onderwijs volgen kunnen slechts aanspraak maken op een vervoersvoorziening als zij wegens hun handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege hun handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken. Aanpassing verordening In de raadvergadering van 19 juni 2014 is uw raad gevraagd een besluit te nemen over de aangepaste verordening voor het leerlingenvervoer. In deze verordening zijn alleen de wijzigingen met betrekking tot het Passend Onderwijs meegenomen. Vervolg Conform voorstel en planning.
20
MEERJAREN INVESTERINGSPLAN
21
In de laatste kolom is aangegeven of er sprake is van een oude (O), gewijzigde (G) of nieuwe (N) investering ten opzichte van het bij de Programmabegroting 2014 vastgestelde meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Alleen de nieuwe en gewijzigde investeringen hebben een budgettair effect. Daarnaast presenteren wij de vervallen (V) investeringen. Deze hebben een positief financieel effect.
22
BIJLAGE 3 - OVERZICHT VASTE ACTIVA Bedragen x € 1.000
Activaklasse
Boekwrd Aflos- Afschrij Rente Boekwrd Kapitaallasten 01-01-2015 sing 31-12-2015 2015 2016 2017 ving
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Gronden en terreinen 258 0 Woonruimten 99 0 Bedrijfsgebouwen 295 0 Grond, weg en water werk 66 0 Ov. lang lopende leningen 2.602 204 Aandeel in gem. R&D 19 0 Onderh. werken GrEx’en 8.557 0 Totaal programma 1 11.896 204
15 5 15 3 0 0 0 38
11 4 12 3 176 1 299 506
243 95 280 63 2.398 19 8.557 11.655
0 0 0 0 89 0 89
12 365 15 135 0 5 532
29 430 7 13 334 2 815
716 41 39 38 38 9.724 795 751 733 722 150 22 21 19 16 196 148 100 65 36 7.378 334 330 326 321 34 6 6 6 6 18.198 1.346 1.247 1.187 1.139
0 0 0 0 0 0 0 0 0
7 1 47 42 29 519 3 0 648
5 1 34 11 10 677 1 1 740
68 13 13 12 12 21 2 2 2 2 798 81 86 84 82 234 53 51 43 39 213 39 38 37 35 15.494 1.196 1.187 1.182 1.179 27 5 4 4 4 6 0 0 0 0 16.861 1.389 1.381 1.364 1.353
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Bedrijfsgebouwen 3.923 0 Grond, weg en water werk 2 0 Machines, app. en install. 833 0 Ov. materiële VA econ. 91 0 Totaal programma 4 4.849 0
64 1 298 13 376
245 0 33 4 282
3.859 1 534 78 4.472
309 1 331 16 657
309 1 256 16 582
308 1 141 15 465
308 0 136 15 459
64 13 77
245 4 249
3.859 80 3.939
309 17 326
309 16 325
308 16 324
308 15 323
Programma 2 - Maatschappelijke zaken Gronden en terreinen 728 Bedrijfsgebouwen 10.089 Machines, app. en install. 166 Ov. materiële VA econ. 331 Ov. lang lopende leningen 7.467 Bijdrage aan activa 39 Totaal programma 2 18.820 Programma 3 - Fysieke leefomgeving Gronden en terreinen 75 Bedrijfsgebouwen 22 Grond, weg en water werk 845 Vervoermiddelen 275 Machines, app. en install. 242 Ov. materiële VA econ. 16.013 Ov materiële VA maat 31 Aandeel in gem. R&D 6 Totaal programma 3 17.509
Algemene dekkingsmiddelen Bedrijfsgebouwen Ov. materiële VA econ. Totaal Alg. dekkingsm. TOTAAL
3.923 93 4.016
0 0 0
57.090
293
1.671 2.592
27 8 27 6 176 1 299 544
27 8 27 6 161 1 299 529
10 8 26 5 145 1 299 494
2018 10 8 26 5 128 1 299 477
55.125 4.262 4.064 3.834 3.751
23
BIJLAGE 4 - OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Reserves
Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
Saldo 2017
Saldo 2018
Programma 1 Bovenwijkse voorzieningen Recreatie en toerisme Sociale woningbouw Startersleningen Totaal Programma 1
366 66 165 499 1.095
392 71 382 499 1.344
635 73 237 486 1.431
961 75 257 473 1.766
1.287 78 277 459 2.101
1.613 81 297 444 2.435
Programma 2 Afkoopsommen erfpacht Leefbaarheid kernen Lokaal onderwijsbeleid Onderhoud voetbalvelden Onderwijshuisvesting Totaal Programma 2
235 606 135 0 674 1.649
233 437 135 0 658 1.462
466 338 135 61 643 1.642
461 313 135 0 643 1.551
455 288 135 0 643 1.520
449 263 135 0 643 1.489
618 618
585 585
406 406
184 184
0 0
0 0
4.560 781 2.093 109 160 7.703
5.511 940 1.501 55 120 8.126
5.525 909 1.443 0 80 7.957
5.810 717 1.430 0 40 7.998
6.686 14 1.417 0 0 8.117
7.012 0 1.404 0 0 8.416
11.066
11.517
11.436
11.499
11.738
12.341
Programma 3 Egalisatie Rioolheffing Totaal Programma 3 Algemene dekkingsmiddelen Algemene reserve Informatisering Investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Personeel en organisatie Totaal Algemene dekkingsmiddelen Totaal reserves
24
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorzieningen Programma 1 Beheer en onderhoud ontzanding Totaal Programma 1
Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
Saldo 2017
Saldo 2018
323 323
471 471
669 669
819 819
969 969
1.119 1.119
Programma 2 Gebouwen Onderwijsgebouwen Totaal Programma 2
1.331 582 1.913
904 416 1.320
924 458 1.383
806 458 1.264
871 458 1.330
742 458 1.200
Programma 3 Afkoop onderhoud grafrechten Openbare verlichting Wegen Totaal Programma 3
122 350 2.985 3.457
106 395 2.955 3.457
100 281 2.535 2.916
95 302 1.729 2.126
92 357 1.138 1.587
89 288 1.215 1.592
Programma 4 Pensioenen wethouders Voormalige wethouders Totaal Programma 4
1.722 124 1.847
1.799 79 1.879
1.882 169 2.051
1.958 138 2.096
2.034 103 2.137
2.110 70 2.180
148 148
220 220
101 101
100 100
100 100
100 100
7.688
7.346
7.120
6.404
6.122
6.190
Algemene dekkingsmiddelen Voormalig personeel Totaal Algemene dekkingsmiddelen Totaal Voorzieningen
25
BIJLAGE 5 - RISICOREGISTER Categorie Risico
Bedrag
Kans Klasse
Gevolg % Klasse Bedrag
x € 1.000
1. Aansprakelijkheid Bedrijfsongevallen
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
200
1
2%
1
4 S
Accepteren
Nalatigheid of onrechtmatig handelen
100
1
5%
1
5 S
Verminderen
Fraude, diefstal
500
1
5%
2
25 S
Verminderen
50
3
50%
2
25 S
Overdragen/ verminderen
200
2
25%
2
50 S
Verminderen (accepteren)
Achterstallig onderhoud gebouwen, wegen, riolering, groen a.g.v. mogelijke bezuinigingen kunnen leiden tot meer claims.
Verminderen
Verzekering: Clausule vergeten objecten. Hertaxatie geschiedt jaarlijks; Vandalisme niet verzekerd. € 1.000 max. per schadegeval, begroting € 9.400. Onderhoud is gebaseerd (actuele) meerjarige onderhoudsplannen. Het a.g.v. opstellen accommodatiebeleid ontstane achterstallig onderhoud gebouwen is/wordt ingelopen. Het is een risico of onze voorzieningen financieel toereikend zijn. Het risico schatten we in op € 150.000. De kosten van de uitvoering van het Integraal Onderwijshuisvestingsplan worden begin 2015 bekend. Dan kunnen wij ook bepalen wat de eventuele extra toevoeging aan de reserve moet zijn. Vooralsnog hebben wij hiervoor € 250.000 als risico opgenomen.
Planschade
Schadeclaims - Algemeen
Totaal 1. Aansprakelijkheid
1.050
109
2. Eigendommen Gemeentelijke eigendommen en accommodaties - eigen risico schadegevallen - onderhoud en beheer
10
5
90%
1
9 S
150
2
25%
3
38 S
- onderwijshuisvesting
250
3
50%
3
5
5
99%
- vervuiling openbare ruimte Totaal 2. Eigendommen 3. Bedrijfsvoering Doorbelasting personeel aan Grondexploitaties Afwezigheid personeel wegens ziekte of anderszins (zwangerschaps- en bevallingsverlof, zorgverlof)
Arbo-voorschriften worden nageleefd en werkprocedures gevolgd. WABMverzekering (bestuurders motorrijtuigen, onderweg met eigen vervoer). WA-verzekering, WA-bestuurders en rechtsbijstandsverzekering, procedures en mandaatregeling volgen. FOG-verzekering. Treffen fysieke en/of administratieve maatregelen (functiescheiding, procesbeschrijvingen). Planschade overeenkomsten ontwikkelaar. Risico binnen projecten gemeente.
415
Accepteren
125 I
Accepteren
4 s
Accepteren
Dumpen van afval: asbest, chemisch afval, drugsgerelateerd afval
176
445
3
50%
3
223 S
100
2
30%
2
30 S
Verminderen
Toerekening van structurele lasten aan grondexploitaties wordt in de komende jaren afgebouwd. Verminderen/ Ziektepercentage gemiddeld 4%. accepteren Uitgangspunt opvangen binnen eigen budgetten, bij calamiteiten risico € 100.000.
26
Categorie Risico
Bedrag
Kans Klasse
Gevolg % Klasse Bedrag
x € 1.000
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
Vertrek personeel
50
2
30%
1
15 S
Verminderen
Stijging kosten pensioenen
65
5
80%
2
52 S
Accepteren
Kwalitatief goed personeel
50
3
50%
2
25 S
Disfunctioneren medewerkers ICT
100
2
25%
2
25 S
Verminderen/ Ontwikkelingen op arbeidsmarkt na accepteren aantrekken economie zijn naar verwachting ongunstig voor de overheid. Van aantrekken is echter nog geen sprake. Verminderen Coaching en begeleiding.
29
2
25%
1
10 S
Verminderen
45
2
25%
1
11 S
Verminderen
ICT - software
Totaal 3. Bedrijfsvoering 4. Financieel a. Economische ontwikkelingen - Loon- en prijsontwikkelingen
857
Gemiddeld verloop 10 personen per jaar. Uitgangspunt opvangen binnen eigen budgetten, bij groter verloop is sprake van risico € 50.000. Gelet op vergrijzing is stijging lasten pensioenen te verwachten.
Training medewerkers, gegevensuitwijk, back up systemen. Computeruitval 95 medewerkers - 1/2 dag, gemiddeld uurtarief € 75. Een softwareleverancier heeft haar prijzen bij al haar gemeentelijke klanten aanzienlijk verhoogd. Hiertegen wordt, samen met een aantal andere gemeenten, (waarschijnlijk) een juridische procedure opgestart.
384
100
1
10%
1
10 S
Verminderen
Begrotingspost wordt geraamd op basis van meest recente gegevens.
- Toename uitkeringen WWB (inkomensdeel)
100
3
50%
2
50 I
Verminderen
Begrotingspost wordt geraamd op basis van meest recente gegevens en indien noodzakelijk gedurende jaar bijgesteld.
- Toename aanvragen bijzondere bijstand - Toename aanvragen schuldhulpverlening - Vermindering legesopbrengsten bouwvergunningen
10
4
70%
1
7 I
Verminderen
Begrotingspost is bijgeraamd.
10
4
70%
1
7 I
Verminderen
50
2
25%
1
13 I
Verminderen /accepteren
p.m.
2
30%
1
p.m. I
Verminderen
p.m.
1
10%
2
p.m. I
Verminderen
p.m.
1
10%
2
p.m. I
Verminderen
100
2
25%
2
25 I
- Vertraging bouwprojecten renteverliezen - Daling grondprijzen GrEx - Terugtrekken partners GrEx - niet realiseren opbrengsten - Ontzandingen
Accepteren
Ramingen zijn bijgesteld conform bijgestelde woning-bouwprogramma. Opbrengsten bouwleges zijn deels afhankelijk van economische conjunctuur en daarmee risicovol. Rente verliezen worden binnen de GrEx opgevangen.
Kosten door organisatie gemaakt, worden op basis van gesloten overeenkomsten, op termijn voor 100% vergoed. Contractant verzorgt beheer en onderhoud. Bedragen zijn gekoppeld aan hoeveelheid tonnages zand door contractpartijen gewonnen. Hoeveelheid gewonnen zand is afhankelijk van ontwikkelingen in de markt. Fasering realisatie opbrengsten zijn voor een deel conjunctuur gevoelig. Het risico wordt geschat op € 100.000 incidenteel. 27
Categorie Risico
Bedrag
Kans Klasse
Gevolg % Klasse Bedrag
x € 1.000
- Lagere opbrengsten OZB door leegstand bedrijfsvastgoed - Toename bezwaar/kwijtschelding - kosten/ minder opbrengsten Totaal a. Economische ontwikkelingen b. Grondexploitatie - Grondexploitaties
Totaal b. Grondexploitatie c. Verbonden partijen en gesubsideerde instellingen Regio Rivierenland
I/S Beheersing
x € 1.000
25
3
50%
1
13 I
Verminderen
15
3
50%
1
8 I
Verminderen
410
1.250
Toelichting
132
2
25%
5
1.250
313 I
Verminderen
Activiteiten zijn conjunctuurgevoelig. Realisatie plannen ligt deels bij projectontwikkelaars. Verschillende risico´s gemeente (afzetmogelijkheden, rente, BTW, waardering gronden, subsidies derden). De exploitatieopzetten worden periodiek herzien. Voor de verliesgevende exploitaties zijn voorzieningen getroffen.
313
79
1
10%
1
8 S
126
1
10%
1
13 S
150
2
25%
2
50 S
61
1
10%
1
6 S
Verminderen/ idem accepteren
Belasting Samenwerking Rivierenland
273
1
10%
1
27 S
Verminderen/ idem accepteren
GGD Gelderland-Zuid
500
1
10%
2
50 S
Verminderen/ Vooralsnog leiden frictiekosten als accepteren gevolg van de uittreding van Mook & Middelaar niet tot hogere bijdragen. Met ingang van 2015 kan dit mogelijk wel het geval zijn.
Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Totaal c. Verbonden partijen
0
1
10%
2
0 S
GR Veiligheidsregio Gelderland-Zuid - algemeen - FLO-overgangsrecht Werkvoorzieningschap Breed Schoollogodische Dienst Maas en Waal
d. Open-einde regelingen Leerlingenvervoer
1.189
50
Verminderen/ Budgetoverschrijdingen t.l.v. gemeente. accepteren Budgetten bijgesteld o.b.v. actuele begrotingen. De mate van beïnvloeding en zeggenschap binnen de verbonden partijen is onderwerp van bestuurlijke discussie. Verminderen/ idem accepteren
Verminderen/ idem (transitiekosten) accepteren
Verminderen/ De MARN heeft haar risico´s afgedekt. accepteren De gemeente loopt geen extra risico´s
154
2
25%
1
13 S
Verminderen/ Begrotingspost wordt geraamd op basis accepteren van meest recente gegevens. Indien noodzakelijk vindt bijstelling bij bestuursrapportages plaats 28
Categorie Risico
Bedrag
Kans Klasse
Gevolg % Klasse Bedrag
x € 1.000
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
Wet maatschappelijke ondersteuning
50
2
25%
1
13 S
Verminderen/ Idem accepteren
Wet werk en bijstand (deels)
100
3
25%
3
25 S
Bijzondere bijstand Totaal d. Open-einde regelingen
10 210
3
50%
2
5 S 55
Verminderen/ Idem. Wij zijn volledig risicodrager voor accepteren de kosten van de bijstand inkomensdeel. Het maximale risico schatten wij in € 100.000. Een deel van dit risico presenteren wij bij de economische omstandigheden. Accepteren Idem
e. Grote projecten Totaal e. Grote projecte f. Overige financiële risico's Algemene uitkering
0
0
250
3
50%
3
Juridisch geschil heffing baatbelasting
100
5
1%
3
1 I
Accepteren
Renterisico
100
2
30%
3
30 S
Accepteren
Toerekening rente eigen vermogen (reserves)
200
3
50%
3
100 S
Accepteren/ verminderen
Beleggingen - dividend
56
2
25%
2
14 S
Accepteren
Decentralisatie Rijkstaken Opruiming explosieven Bodemsanering
p.m.
4
75%
2
p.m. S
Accepteren
100 300
1 1
10% 10%
3 3
10 S 30 S
Accepteren Accepteren
75
5
80%
2
60 S
Verminderen
p.m.
1
10%
2
p.m. S
Verminderen
Oninbare vorderingen
Belastingaangiften (onvolledige, niet tijdige of onjuiste opgave en aangifte belastingsdienst BTW, loonbelastingen) Belastingopbrengsten
p.m.
125 S
p.m.
Accepteren/ verminderen
Effecten van de rijksbezuinigingen, decentralisaties en nieuwe circulaires zijn nog onzeker. Als risico nemen we 2,5% accress mee Juridisch geschil over heffing baatbelasting. Risico: tot € 100.000 Rente fluctueert. Momenteel is rente relatief laag. In begroting wordt tevens structureel deel opbrengsten als dekking meegenomen. Fluctuaties in rentepercentage kunnen leiden tot risico. Het 'algemene' renterisico stellen we op € 100.000. Per 1 januari 2012 geldt de vastgestelde nota reserves en voorzieningen. Hierin is het nieuwe rentebeleid opgenomen. Over de geblokkeerde reserves wordt een bedrag van €. 200.000,00 toegerekend aan de exploitatie. Mochten deze reserves toch worden aangesproken leidt dat tot een risico in de begroting. Totale geraamde dividend Vitens NV € 56.000, Nazorg Bodem BV keert tot 2020 geen dividend uit om bedrijf op orde te brengen.
Er zijn geen lokaties bekend met een risico van bodemsanering. Het 'algemene' risico van bodemsanering schatten we in op € 300.000. Voorziening voor dubieuze debiteuren gevormd van € 60.000 (jaarverslag 2012), . In overleg met belastingdienst over horizontaal toezicht. Dit betekent dat onze processen worden doorgelicht. Zijn deze akkoord vinden er nog beperkt controles plaats. Bovendien zijn wij dan vrijgesteld van boetes. Het risico betreft het niet volledig genereren van inkomsten. Verminderen van risico door het uitvoeren van volledigheidscontrole en bijhouden standenregisters 29
Categorie Risico
Bedrag
Kans Klasse
Gevolg % Klasse Bedrag
x € 1.000
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
Garanties en borgstellingen
5.000
1
1%
5
50 S
Wachtgeld bestuurders Totaal f. Overige financiële risico's
0 6.181
3
50%
3
0 S 420
Totaal 4. Financieel
9.240
1.073
Totaal Waarvan incidenteel structureel
11.562
1.741 560 1.181
Accepteren
Verminderen
Gemeentelijke garanstellingen voor verenigingen en gewaarborgde geldleningen e.d. Totaalbedrag ca. € 23 miljoen. Betreft vooral Woningstichting De Kernen (€ 19 miljoen), in dit kader is risico beperkt Voorzieningen beschikbaar
30
BIJLAGE 6 - SAMENSTELLING COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Burgemeester Th.A.M. Steenkamp Portefeuille Algemeen bestuur, Openbare orde en Veiligheid - Algemeen bestuur en bestuurlijke coördinatie - Bestuurlijke samenwerking (Regio Rivierenland) - Integriteitsbeleid - Personeelszaken - Communicatie - Burgerzaken - Openbare orde en veiligheid (politie, brandweer en ambulancezorg) - Integraal veiligheidsbeleid (incl. rampenbestrijding –GHOR-) - Algemeen plaatselijke verordening - Handhaving APV - Representatie Vervanging van portefeuille door wethouder van Swam
Wethouder A.P.M. van Swam Portefeuille Sociaal Domein - Participatiewet (inkomensvoorziening en –ondersteuning) - Gezondheidszorg - Wet Maatschappelijke Ondersteuning - Jeugdzorg - Transities sociaal domein - Welzijn (jeugd en jongerenwerk en ouderenbeleid, minderheden, vrijwilligers en subsidiebeleid) - Educatie (kinderopvang, peuterspeelzalen, lokaal (primair- en voortgezet) onderwijsbeleid (onderwijsvoorzieningen en –huisvesting) en bibliotheekwerk
- Leerplicht - Uitvoering Visie Leefbaarheid Kernen - Project nieuw-/verbouw De Rosmolen - 1e loco burgemeester Vervanging van portefeuille door wethouder Bos
Wethouder S.A.M. Bos Portefeuille Wonen, Werken, Economie, Recreatie en Toerisme - Ruimtelijke Ordening (structuur en bestemmingsplannen) - Grondexploitaties/woningbouw - Volkshuisvesting - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) - Handhaving WABO - Economische zaken (middenstand, bedrijven, markten en kermissen) - Grondzaken (pacht, huur en verhuur, aan- en verkoop gemeentelijke eigendommen) - Recreatie- en toerisme (structuurvisie Recreatieconcentratiegebieden; Gouden Ham/de Schans, Tuinen van Appeltern
- 2e loco burgemeester Vervanging van portefeuille door wethouder Hol
31
Wethouder A.H.M. de Vree Portefeuille Financiën, Milieu, Sport en Bedrijfsvoering - Planning en control (financiën, belastingen) - Milieu (incl. afvalverwijdering en –verwerking) - Welzijn (accommodaties -sportaccommodaties en dorpshuizen-, kunst en cultuur, sport) - Opdrachtnemersrol gemeenschappelijke uitvoeringsregelingen (BSR, ODR, AVRI) - Bedrijfsvoering (informatievoorziening, juridisch, organisatie, facilitair, automatisering) - Regiegemeente - Dienstverlening - 3e loco burgemeester Vervanging van portefeuille door burgemeester Steenkamp
Wethouder T.P.M. Hol Portefeuille Openbare voorzieningen, Wegen en Verkeer - Verkeer en Vervoer (wegenverkeerswetgeving, vervoersvoorzieningen (regio taxi, openbaar vervoer) en veerdiensten - Ontgrondingen (project Over de Maas) - Deltawerken - Beheer en onderhoud openbare buitenruimte (openbaar groen, openbare begraafplaatsen) gemeentelijke gebouwen (m.u.v. sportaccommodaties en dorpshuizen) en voorzieningen (w.o. speelterreinen) - Aanleg, beheer en onderhoud wegen straten en pleinen (incl. openbare verlichting) - Rioleringen, waterplan en waterbeheer e - 4 loco-burgemeester Vervanging van portefeuille door wethouder de Vree
32
BIJLAGE 7 - KERNGEGEVENS Gegevens 1 januari 2014
Geschatte gegevens 2015
Geschatte gegevens 2016
Sociale structuur Aantal inwoners - totaal - waarvan 0 - 20 jaar - waarvan 21 - 63 jaar - waarvan 64 jaar en ouder Aantal periodieke bijstandsgerechtigden - totaal - waarvan W.W.B. - waarvan I.O.A.W. - waarvan I.O.A.Z. Aantal tewerkgestelde in sociale werkvoorzieningsschappen Aantal leerlingen basisscholen Aantal leerlingen juniorcollege West Maas en Waal voortgezet onderwijs
18.427 4.298 10.477 3.652
18.530 4.427 10.569 3.534
18.650 4.477 10.619 3.554
210 192 17 1
216 192 23 1
203 180 22 1
79
74
69
1.419
1491
1465
313
348
340
8.584 ha. 777 ha.
8.515 ha. 777 ha.
8.515 ha. 777 ha.
7.765
7.840
7.915
1.486.900
1.494.350
1.502.700
15.182 stuks 7,5 ha 1,3 ha 16,7 ha 0,7 ha 126 ha 12,9 ha 11,3 ha 10 ha 23 km 116 km 38 ha 4 ha
15.231 stuks 7,5 ha 1,3 ha 17 ha 0,7 ha 126 ha 12,9 ha 11,5 ha 10 ha 23,6 km 116 km 38,2 ha 4 ha
15266 stuks 7,5 ha 1,3 ha 17,3 ha 0,7 ha 126,4 ha 12,9 ha 11,8 ha 10 ha 24,2 km 116 km 38,4 ha 4 ha
Fysieke structuur Oppervlakte gemeente - waarvan binnenwater Aantal woonruimten Oppervlakte van de wegen in m² Bomen Cultuurlijke beplanting Hagen Gazon Hondenuitlaatterrein Berm Kruidenrijk gras Natuurlijke beplanting Bos B-watergangen C-watergangen Onkruidbestrijding op verhardingen Algemene begraafplaatsen
33