DYNAMO aan de SMALLE HAVEN.
Bedoeld wordt het huidige gebouw en directe omgeving aan de Smalle Haven 1 te Eindhoven. Een aantal relevante beoordelingen zullen behandeld worden.
3.1.
ALGEMEEN. Het huidige gebouw is gevestigd op de hoek Ten Hagestraat-Smalle I-laven in de binnenstad van de gemeente Eindhoven. Kadastraal bekend onder sectie C nummer 1712. Het adres luidt Smalle Haven 1. De grond is eigendom van de gemeente Eindhoven. Het pand is formeel nog in handen van de Hervormde kerk.
Het perceel valt niet onder een specifiek bestemmingsplan. Een nieuw bestemmingsplan voor het gebied Smalle Haven is in de maak. Op dit moment geldt voor het hele Smalle Haven gebied een leefmilieuverordening, die direct samenhangt met het Stratumseind. Een aantal randvoorwaarden zijn vervat in het stedebouwkundig plan van Jo Coenen voor het gehele Smalle Haven terrein, waarin de functie Dynamo en het gebouw expliciet zijn meegenomen. De geldigheid van dit stedebouwkundig plan wordt op dit moment bezien. Het bestaande gebouw is in 1962 ontworpen in opdracht van de Hervormde kerk te Eindhoven voor huisvesting van een Hervormd centrum, waarin opgenomen kantoorruimten en een gebedsruimte. De architecten waren C. Valstar en R. Tybout. Medio jaren zestig vestigde zich het jongerencentrum MetroNlucht, later Dynamo geheten, in dit pand. Vanaf 1980 wordt het gehele pand gebruikt als mutifunctioneel centrum door de instelling Dynamo. 3.2.
DIMENSIONERING HUIDIGE GEBOUW.
Het totale bruto vloeroppervlak van het gebouw is ongeveer 2090 m2 als volgt onderverdeeld: bruto
kelder 425
opp. (m2)
bruto hoogte(m)
3,27 3,25 3,25 3,25 3,52 Het functioneel netto oppervlak is 1340 m2. De constructieve opzet volgt een stramienmaat van 1930 mm. h.o.h, De constructieve vloerdiktes bedragen hoofdzakelijk 100 mm.
begane grond 463 1ste verdieping verdieping 395 2de 395 3de verdieping+lift 410
19
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
3.3.
STAAT van ONDERHOUD huidige gebouw. Achtereenvolgens zullen de bouwkundige staat van onderhoud en de installatietechnische staat van onderhoud besproken worden.
3.3.1
BOUWKUNDIGE STAAT van ONDERHOUD huidige gebouw. Om de bouwkundige staat van onderhoud van het huidige gebouw te bepalen heeft een kwalitatieve inspectie en inventarisatie plaatsgevonden, GEBOUW ALGEMEEN. Het gebouw is een product van de architectonische opvatting uit de begin jaren ’60. Onder de invalshoek van functionalisme en zakelijkheid, als voorloper van de ’drager-inbouw’-gedachte is een gebouw ontworpen, bestaande uit een op palen gefundeerd duidelijk zichtbaar kasko met niet-dragende paneelinvulling, zowel in de buitengevel als in de binnenruimten. Bouwkosten en nut waren de belangrijkste ontwerpoverwegingen. Energetische consequenties bijvoorbeeld in de zin van thermische isolatie speelden nog geen rol bij het ontwerpen. Het skelet vormt aan het geveloppervlak continue koudebruggen. De keldervloer, de gevels en het dak zijn ongeisoleerd. De puien bestaan tussen het grenen en hardhouten stijl- en regelwerk uit enkel glas, waarachter op borstweringshoogte aan de binnenzijde een beplating is aangebracht. Naast voornoemde glaspuien is op veel plaatsen metselwerk als gevelinvulling toegepast. Het skelet zelf bestaat uit een kolommen-ribben structuur met enkele stabiliteitsschijven. Kolommen en ribben lijken zwaar uitgevoerd, terwijl een constructieve dikte van 100 mm. voor de meeste vloervelden opmerkelijk klein is. Bedacht moet worden dat indertijd gedimensioneerd is voor het gebruik als kantoor en dat op dit moment het gebruik tendeert naar horeca/sport/scholing met zwaardere dimensioneringseisen,
Laurey Architecturai Enterprise
Dynamo
STAAT VAN ONDERHOUD inspectie Opdrachtgever Opdracht
Datum: Dynamo
Bouwfaag en/of bouwdeel: Al g eh e el
Onderdeel Gebrek
Aard
GjRiM S
Intensiteit
te klein voor
Buitenrioienng
int ensit eit
Betonwerk
betonskel et
opvulling gevel
Metseiwerk
x’
binnenwanden
Syst vloer./dakplaten
Houten draagconstr. Metalen draagconstr.
Kanalen
hoo g
x
vloer en
x
x
b e.perkt
ixi
beperkt electra/r iol ering
Ramen/deureivsozijn.
buit enkozijn en
BeKledingen
behoeft e
Hout./met. hekk./trapp.
hoofdtr ap
Dakbedekk. & -ramen
dakb e d ekking
Goten & hwa’s
hoog
hal drockruimte hoog
rot/enkel glas
;x
koudebrug
ixi treden te licht r ec ent eli jk
ernieuwd verouderd
,x!
hoog
x
fxj
Kunststeen
binn enwand en
Stucadooiwerk
Oekvt. en vtcerbedekk. linol eum
verouder d
Metaalwerken
cementdekvloer
Beglazing
lambr izering
enkel glas deur en kantoren
x
aangepast aan behoefte
’ ,x I x
koudebruggen
verouderd
Behangwerk
x j, x xf
te beperkte
Binnenriotering
x
omvan
Wat ennstall. & sanitair
sanitair
Gas- & cv-installatie
v er ouder d
r e delijk
Overige installatie
fx
J x’
Archit. kwaliteit
G = goed
,x xI
heraklith vernieuwd isolatie lat en redel. akoestiek slecht
binn enkozijn en/
Schilderwerk
ixi
sl echt
b ep erkt
Plafond- & wandcor,str. Binnentimm. & -indctit
aangepast aan behoerte
x
Tegetwerk
1 = redelijk M = matig S = slecht
Laurey Architectural Enterprise
aangepast aan behoefte aangepast aan hoog
In kwalitatieve zin kan globaal met betrekking tot het gebouw het volgende ge steld worden (zie ook afbeelding 2): aan de binnenzijde oogt het gebouw qua belevingswaarde redelijk, dit komt doordat de respectieve ruimten op esthetisch vlak aangepast worden aan de op een moment geldende behoefte; de gevels zijn te beoordelen naar twee delen. - de opvulling door metselwerk is goed; - de opvulling door puien met bijbehorende kozijnen is slecht: kozijnen zijn rot, ramen van enkel glas, aansluitingen op beton geeft koudebruggen; de vloeren zijn te licht voor het gebruik, vooral bij de fitness- en bewegingsruimte; in het algemeen is de toelaatbare vloerbelasting te laag voor het gebruik; warmte-isolatietechnisch is het gebouw slecht te noemen: - in de zomer te heet: geen zonwering/enkel glas, - in de winter te koud: koudebrug/enkel glas; geluid-isolatietechnisch is het gebouw als matig te beoordelen; de gevelopvulling kent grote geluidlekken, vanwege de detaillering en samenstelling, deze voldoen niet aan de eisen van de gebruiker; aan gehandicapten is niet gedacht; deze mensen kunnen alleen op de begane grond komen; de lift is te klein en te smal; sanitaire voorzieningen voor gehandicapten ontbreken; het trappenhuis is onveilig, vanwege; - mogelijke doorval door trappenhuispui, - geen balustrade aan muurzijde, - houten treden zijn te dun voor gebruiksintensiteit, de treden buigen door (Is hoofddraagconstructie van de trap voldoende uitgerekend?) het gebouw voldoet qua brandveiligheidseisen aan de voorschriften van de plaatselijke brandweer, toch zijn er bijvoorbeeld zeer brandgevoelige materialen toegepast en ontbreken er sluizen e.d.; de riolering is onvoldoende; de intensiteit is veel te hoog en de riolering is qua doorsnede te klein voor het gebruik; het sanitair voldoet op de meeste plaatsen, maar is sterk verouderd; de cementdekvloeren zijn verpulverd (vergruisd), d.w.z. de onderlaag is niet meer hard en stootvast en daarom niet meer functioneel en vormt als zodanig een gevaar; de dakplaat van de lift ligt gevaarlijk los; het gebouw oogt alsof er een behoorlijk ruimtegebrek heerst; op allerlei manieren worden ruimten geschapen. er hoofdbouwdeel wordt nu op een aantal aspecten dieper ingegaan,
21
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
DAK.
Het laatst gepleegde groot onderttoud van het dak is niet aangewend om een gewenste thermische isolatie op het dak aan te brengen. Op het dak aan de zijde van de noordwestgevel is een lichtinstallatie aangebracht om de voornoemde gevel op te lichten. De prefab betonnen afdekplaat van de schoorsteen ligt totaal los op het bestaande buitengevelmetselwerk en moet dus zo spoedig mogelijk vernieuwd worden. In de machinekamer van de lift, die moeilijk bereikbaar is, heeft het metselwerk van het binnenblad zijn aanhechting met de prefab betonnen dakplaten verloren. NOORDG EVEL.
Het betonnen skelet is ingevuld met metselwerk als ware het prefab metselwerk geveldelen. De kwaliteit van het betonnen skelet en het metselwerk is zeer redelijk te noemen, m.n. ook de gesteldheid van het voegwerk. De hemelwaterafvoeren zijn sterk verouderd. NOORDOOST-GEVEL. De gevel bestaat uit een betonnen skelet, metselwerk en puien. Het betonnen skelet is kwalitatief in orde. Zowel de stenen als het voegwerk verkeren in een goede staat. De puien van enkelglas en grenen stijl- en regelwerk zijn in redelijke staat. Het onderhoud is matig geweest. Sommige regels zijn aan vervanging toe. De aansluiting van het skelet met zijn respectieve invullingen is voor alle gevels matig te noemen. Zeker de detaillering rond de stalen kozijnen bij het trappenhuis en de activiteitenruimten, is van betwistbare kwaliteit. Ter plaatse van de houten puien is ook de borstwering van enkel glas, zonder achterliggende thermische isolatie. De hemelwaterafvoeren zijn verouderd en aan vervanging toe. ZUIDOOST-GEVEL.. Het skelet is ingevuld met metselwerk dat bij de bovenaansluiting met een betonnen rib is losgelaten. Ter plekke zijn de voegen uitgespoeld. Het metselwerk is op sommige plaatsen onnauwkeurig uitgevoerd en komt naar buiten. Het betonnen skelet is niet geheel in orde en komt op sommige plaatsen eveneens naar buiten. Waarschijnlijke oorzaken hiervan zijn trillingen en temperatuurverschillen door de zon. De totale gevelkwaliteit is matig.
22
uaurey Architectural Enterprise
Dynamo
Afb. 3 : bestaande 3de verdieping.
ZUIDWEST- en NOORDWESTGEVEL. De gevel is opgebouwd uit een skelet, ten dele hard- ten dele zachthouten puien met enkelglas en metselwerk. De kwaliteit van het skelet en het metselwerk is goed. De houten puien zijn in zeer slechte staat. De zuidwestgevel kent buitenzonwering in de vorm van screens. De hemelwaterafvoeren kunnen het best vervangen worden. INTERN NOODTRAPPENHUIS. De prefab betonnen trap van het noodtrappenhuis is qua materialisatie uitstekend in orde, door een aanwezige spleet tussen trap en wand schort het aan optimale veiligheid. Door een andere constructieve opzet ter plaatse van het vluchttrappenhuis, in vergelijking met het skelet van het hoofdgebouw, is het metselwerk van het trappenhuis losgekomen van het metselwerk van het hoofdgebouw. De oorzaak is de verscheidenheid in materialen en oplegging en de daarbij behorende verscheidenheid in zettingen, Met name ter plekke van de verticale voegen tussen het binnenbladmetselwerk en het betonnen skelet zijn scheuren ontstaan. De binnenspouwbladen staan op de fundering, die is gaan zetten, en de binnenwanden staan op het casco. Ter hoogte van de onderlinge aansluiting zijn verticale scheuren ontstaan.
DERDE VERDIEPING. Op de derde verdieping (afbeelding 3) valt op dat de verschillende wand- en pui-invullingen binnen het betonnen skelet problemen in de vorm van scheuren veroorzaken. De afbouw, zoals zachtboardplafonds, de linoleum vloer, de binnenzonwering, keukentjes, etc. maken een verouderde indruk. In algemene zin geldt dat de binnenkozijnen gedateerd zijn. De bouwkundige afbouw in totaliteit bezien is redelijk. De trap in het hoofdtrappenhuis is op te knappen. De vloeren lijken qua dikte aan de magere kant. Een vergaderruimte is in betamelijke staat. Het sanitair is hard aan vervanging toe. De toegangen van de lift en de toiletten zijn te smal, te weten respectievelijk 780 mm. en 730
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
Afb. 0: bestaande 1ste verdieping.
TWEEDE VERDIEPING. Ten dele is deze tweede verdieping (afbeelding 5) qua linoleum vloer, de verlichting, de plintgoot, de zachtboard plafonds, het schilderwerk, etc. zwaar verouderd. De kleed- en sanitaire ruimten zijn toe aan een opknapbeurt. Voor de fitnessruimte is de aanwezige constructieve vloerdikte van 100 mm. discutabel. De stalen kozijnen in de fitnessruimte zijn aan een fikse onderhoudsbeurt toe. In de meidengroepruimte is de afbouw redelijk. Ook in zijn geheel bezien is de bouwkundige afbouw acceptabel.
EERSTE VERDIEPING. De eerste verdieping (afbeelding 4) heeft gedeeltelijk een nieuwe linoleum vloer. Ook hier is op het aanbrengen van de puien het een en ander aan te merken, Op sommige plaatsen is een binnenkozijn geheel versleten. In de schijf, die op elke verdieping terugkomt als stabiliteitsschijf voor het gehele gebouw, zitten herhaaldelijk horizontale scheuren op ongeveer 2500 mm. boven bovenkant vloer. De ruimte rond de concertzaal is hoogwaardig ingevuld door een uitgetimmerd plafond en parket in de aangrenzende ruimten. Echter geluidtechnisch zijn plafond en wanden van de concertruimte onvoldoende isolerend uitgevoerd. De niet opgeknapte ruimten zijn sterk verouderd, zoals een kleine keuken met een sterk verwaarloosd keukenblok. De Marokkaanse ruimte is visueel gezien goed aanvaardbaar en heeft een nieuwe dekvloer. Concluderend kan gesteld worden dat de bouwkundige afbouw matig is. BEGANE GROND. Op de begane grond (afbeelding 7) is de entree opgeknapt. In het verleden is een drankopslag als bijgebouwtje in elkaar gedraaid. De kleedruimte bij de concertzaal is uitgeleefd. De concertzaal zelf wordt gekarakteriseerd door de ruwe afbouw. De keuken in de hiphop-ruimte is verouderd. De hiphop-ruimte kent een redelijke afbouw. Het sanitair in de vorm van de urinoirs is discutabel. Samenvattend kan gezegd worden dat de bouwkundige afbouw matig is. Wat betreft buiten op het perceel kan vermeld worden dat de terreininventaris en bestrating niet best zijn.
24
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
Afb. 5: bestaande kelder.
QJ QJ
Cll I/)
O
0 P4
KELDER. De kelder (afbeelding 6) bevat gebruiksruimten en complementaire ruimten. De repititieruimte is gerenoveerd. De kleedruimte is niet functioneel en totaal uitgeleefd. Het plafond en de vloer van de opslag- en koelruimte is ronduit slecht. Het herentoilet moet nodig vervangen worden. De droge opslagruimte is redelijk, ook gezien de vereiste hygiene. De trap naar de begane grond is totaal versleten. In de hardrockruimte bevindt zich een lekkende binnenriolering in het zicht. De hardrockruimte is zwaar geisoleerd om geluidoverlast tegen te gaan. Echter een continue geluidlek is de vluchtdeur, direct grenzend aan de buitenruimte, die veelal tijdens concerten open en dicht gaat. In totaal bezien scoort de bouwkundige afbouw onvoldoende. SAMENVATTEND.
Resumerend maakt het gebouw een redelijk uitgeleefde indruk. Het gebouw is niet direct ontworpen voor de gebruikers. Het gebouw is betrekkelijk geschikt voor de gebruiker. De gebruiker is matig geschikt voor het gebouw. De optelsom van wijzigingen en verbouwingen, die in de loop der tijd gepleegd zijn, heeft duidelijk haar sporen nagelaten. Wil de gemeente Eindhoven een representatief jongerencentrum, dan voldoet het huidige pand niet. Een rigoreuze verbetering valt nauwelijks te verwachten: - het betonskelet is constructief goed, bouwfysisch niet (koudebruggen); - de gevelinvulling is slecht (kozijnen rot, slechte geluids- en warrnteisolatie) ;
- de riolering is onvoldoende; - de vloeren zijn qua toelaatbare vloerbelasting te licht; - het trappenhuis is onveilig; - het sanitair en de lift zijn verouderd; - de cementdekvloeren zijn verpulverd; - het gebouw is te klein (ruimtegebrek); - het gebouw is niet toegankelijk voor gehandicapten.
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
3.3.2
INSTALLATIETECHNISCHE STAAT van ONDERHOUD.
Een inspectie naar de staat van de installaties heeft plaatsgevonden. ELECTROTECHNISCHE INSTALLATIE. Een doormeting heeft niet plaatsgevonden, echter naar alle waarschijnlijkheid voldoet de veiligheidsaarding niet aan de huidige eisen/normen. Een hoofdaardrail met bijbehorende vereffeningsleidingen t.b.v. gas, water, c.v., constructie, droge brandleiding e.d. is niet waargenomen. Door middel van metingen dient vastgesteld te worden, of de aard- en beschermingsleidingen niet onderbroken zijn. Tevens dienen de diverse weerstanden gemeten te worden, e.e.a. zoals bepaald in NEN 3140. In de doucheruimtes op de 2de en 3de verdieping ontbreken aardingsvoorzieningen. De gehele noodverlichtingsinstallatie, die gedeeltelijk uit centrale en gedeeltelijk uit decentrale voorzieningen bestaat, is onlangs op aanwijzing van de brandweer aangepast.
Het gebouw is voorzien van een inbraak detectiesysteem met passieve infraroodmelders, deurcontacten en een centrale met telefonische doormelding. De verlichting bestaat in hoofdzaak uit opbouw TL-armaturen zonder reflector. ln sommige voor het publiek toegankelijke ruimten is de verlichting aangepast aan de inrichting. Een aantal ruimten kennen specifieke armaturen met bijbehorende krachtstroom. De verlichting in de concertzaal bestaat uit armaturen voorzien van gloeilampen. Op het dak en boven de toegangspartij is reclameverlichting aangebracht. Het is aan te bevelen de armaturen te vervangen op die plaatsen waar met beeldschermen wordt gewerkt om hinderlijke reflectie op de schermen te voorkomen. De schakelingen van de verlichting dienen te worden aangepast aan de huidige normen, dat wil zeggen, schakelaars in publieke ruimten (cafe, fitness, ontmoetingsruimten, etc.) mogen niet door het publiek bedienbaar zijn. Defect, beschadigd en vervuild schakelmateriaal moet worden vervangen.
De aanwezige houten plintgoten voor wandcontactdozen en telefoonaansluitingen moeten vervangen worden.
26
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
Een totale revisie van de energie laagspanning 380V/220V wordt voorgesteld. In principe zijn alle verdeelinrichtingen bruikbaar. De voor het publiek toegankelijke ruimten zijn niet voorzien van aardlekbeveiligingen. Op diverse plaatsen zijn 230V wandcontactdozen bijgemaakt voor apparatuur van uiteenlopende aard. De electrische installatie zit qua capaciteit aan haar plafond. De groepenindeling moet opnieuw vastgesteld en op correctheid gecontroleerd worden om waar nodig nieuwe groepen bij te maken en deze aan te brengen in de groepenkasten. Een verouderde tractielift is aanwezig, die regelmatig buiten gebruik is in verband met storingen o.a. aan het geleidingssysteem. Bovendien is deze moeilijk toegankelijk voor minder-validen. Het is aan te bevelen de gehele transportinstallatie te vervangen. De gehele electrotechnische installatie moet getoetst worden aan de NEN 3140 en alle niet meer in gebruik zijnde delen moeten verwijderd worden. Een minder-valide toilet dient voorzien te worden aan de hand van de voorschriften in het handboek ’Toegankelijkheid’.
WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES.
De ketel en de regeling van de verwarmingsinstallatie zijn in 1988 vervangen bij de overschakeling van een olie- naar gasgestookte installatie. Aanbevolen wordt een bodemonderzoek in de omgeving van de olietank uit te voeren. De installatie is voorzien van een open expansievat, opgesteld in de liftmachinekamer. De verwarming van de diverse vertrekken vindt plaats door middel van radiatoren die onlangs voorzien zijn van nieuwe afsluiters en thermostatische radiatorventielen. Het leidingnet is verdeeld in 4 groepen, 1 ten behoeve van de hardrockruimte, de overige zijn gevel georienteerde groepen. De groepen hebben elk hun eigen circulatiepomp en afsluiter. De temperatuurregeling vindt plaats door middel van een weersafhankelijke regelaar die de aanvoerwatertemperatuur naar de ketel regelt. De verbrandingsluchttoevoer moet in overeenstemming gebracht worden met de geldende voorschriften. De indruk bestaat dat de thermostatische radiatorkranen niet goed gebruikt worden. Dit kan een van de oorzaken zijn van de temperatuurklachten in het gebouw. Een andere klacht betreft het regelmatig moeten bijvullen van de installatie met water. Dit kan verband houden met het open expansievat. Het verdient aanbeveling de installatie te onderzoeken op lekkages en om separate regelingen aan te brengen op de diverse groepen zodat per gevel de temperatuur geregeld kan worden.
)7
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
De mechanische ventilatie blijft in grote lijnen zwaar in gebreke. Een totale herziening is noodzakelijk, ook in samenhang met de ketelcapaciteit, om lucht te verwarmen. Gezien de grote hoeveelheden te verversen lucht is het onverantwoord de suppletie hiervan op natuurlijke wijze te laten plaatsvinden. Het is dan ook raadzaam de buitenlucht te filteren en te verwarmen alvorens toe te voeren. Er zal dan ook onderzocht moeten worden of de keteicapaciteit nog toereikend is. Bovendien zal bij capaciteitsvergroting de stookruimte waarschijnlijk te klein zijn, zodat gezocht moet worden naar vergroting of verplaatsing van deze ruimte.
De koud- en warmwatervoorziening is overwegend in orde. De voorzieningen in het gebouw betreffen in hoofdzaak toiletgroepen alsmede brandblusvoorzieningen, enkele eenvoudige keukenblokken en spoelbakken in de horecaruimtes. De aansluiting van de boilers op de tweede en derde verdieping ten behoeve van de douches is niet volgens de voorschriften. Het benodigde sanitair moet vervangen worden en daar waar kans is op vandalisme kunnen de toestellen hieraan aangepast worden. Bijvoorbeeld roestvrijstalen urinoirs en toiletpotten. Een vrijwel volledige herziening van het rioleringsstelsel is noodzakelijk. Alle sanitaire toestellen zijn aangesloten op de faecalienput in de kelder. In deze put is een faecalienpomp geplaatst, die met de hand in- en uitgeschakeld moet worden. Bovendien is de put niet lucht- en waterdicht wat veel stankoverlast veroorzaakt en in strijd is met de voorschriften. In de hardrockruimte is een afvoerleiding van PVC op een zodanige wijze aangelegd dat er grote kans op beschadiging bestaat tijdens het gebruik van deze ruimte, vooral tijdens het zgn. "stage-diven". Nabij de boiler op de tweede verdieping moet een afvoerpunt aangebracht worden ten behoeve van de inlaatcombinatie. De beluchting van de leiding in de doucheruimte zal rechtstreeks naar buiten aangebracht moeten worden.
De brandblusvoorzieningen zijn recent op aanwijzing van de brandweer afgestemd op de huidige eisen.
Ten behoeve van verwarming is het gebouw aangesloten op het openbare aardgasnet.
28
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
3.3.3
WET MILIEUBEHEER.
Naast zaken zoals afvalstoffenverwerking, bodembescherming, beperking water- en luchtverontreiniging, brandpreventie, gebruik allerhande installaties, hygiene en chemische middelen, zijn de richtlijnen rond voorkoming van geluidhinder zeer ingrijpend. Het equivalente geluidsniveau, dat als gevolg van de inrichting in de directe omgeving aanwezig is, mag onder voorwaarden niet meer zijn dan het referentieniveau in die omgeving. Voor het huidige gebouw van Dynamo betekent deze regel, in samenhang met allerlei ventilatie-eisen voor verschillende ruimten, dat er aanzienlijke bouwkundige ingrepen moeten plaatsvinden om aan de milieuwetgeving te voldoen. Alle ruimten waar als gevolg van muziek een grote geluidsbelasting ontstaat moeten onderworpen worden aan strenge regels. Bij een eventuele renovatie moeten de eisen neergelegd in de wet milieubeheer, gehonoreerd worden. 3.3.4
BOUWBESLUIT.
In termen van het bouwbesluit is het gebouw van Dynamo te benoemen als bijeenkomstgebouw. Aangezien net een gebruiksvergunning door de brandweer is afgegeven, mag worden aangenomen dat de brandveiligheid behandeld is conform de normen gesteld in het bouwbesluit. Bij eventuele renovatie van het huidige gebouw moet natuurlijk aan de richtlijnen gesteld in het bouwbesluit voldaan worden. De volgende aspecten zulien een belangrijke rol spelen: constructiedikte vloeren ; veiligheid trappen ; installatietechnische ingrepen op alle niveau’s; geluidproductie, geluidwering; ventilatie alle typen ruimten; gehele herziening riolering; toegankelijkheid minder-validen; ruimtenormen gehele organisatie; energiezuinigheid - thermische isolatie; milieuvriendelijkheid - verbruik/efficiency.
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
3.3.5
BESLUIT inrichtingseisen Drank- en Horecawet. Wat betrefttehet inrichtingenbesluit drank- en horecawet zijn de volgende conclusies trekken:
de hoogte van het hardrockcafe bedraagt over 2/3 van de vloeroppervlakte nagenoeg 2,60 m.; dit is niet volgens de richtlijnen (5/6); 1 m. boven de vloer moet 50 lux horizontale vertichtingssterkte aanwezig zijn, hieraan kan voldaan worden; mechanische ventilatie is minimaal aanwezig; de mogelijkheid van een of meer ventilatieopeningen, die permanent open zijn met een vrije doorlaat van 1/500 van de vloeroppervlakte, bestaat grotendeels; op een aantal plaatsen moeten toiletportalen gemaakt worden. 3.3.6
TOEGANKELlJKHElD. Het handboek ’Toegankelijkheid’ geeft richtlijnen voor het toegankelijk en bruikbaar ontwerpen en bouwen voor gehandicapte mensen, Bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid zijn de hoofditems. De hellingbaan als toegang naar de hoofdentree voldoet niet. In enkele invalidenparkeerplaatsen is voorzien. De dagmaten van de meeste doorgangen zijn te klein (min. 850 mm.). De liftdoorgang en -diepte zijn onvoldoende. Er is geen invalidentoilet aanwezig. Douche- en kleedruimte zijn niet aangepast voor invaliden (zitjes), Bij eventuele (ver)nieuwbouw valt Dynamo wat betreft het handboek ’Toegankelijkheid’ vanwege haar multifunctionele karakter onder de categorieen cafe’s, theater/concertzalen, kantoren/werkplaatsen, vergaderruimten, scholen en spoitgebouwen. Voorzieningen moeten worden getroffen op het gebied van parkeren, toilet, kleedruimte, douche, wachtruimte, toeschouwersplaats, balie/kassa/loket/bar, telefoon, tafel/werkbladhoogte en ringleiding/geluidsversterking.
Laurey Architectural Enterprise
Dynamo
hlieuvvbouw Dynamo - Smalle Haven Bijlage 7
1. Nieuwbouw
raadsbillage Voorstel nieuwbouw Dynamo Smalle Haven
Middelen Beschikbaar krediet uit 1997 Voorlaarsnota 2000-2003 Totaal te besteden
investeringen Opvang Cultuur sport en recreatie Individuele hulpverlening Arbeid en educatie Interne bedriifsvoering,laad en losruimte Atnum Fietsenstalling Totaal
6.100 000 15 000.000 21 100.000
bouwkosten 3 827.000 6 910.000 252. 000
1 319 000 3.593 000 1.930 000 220 000 18 051.000
innchting
fl 313 000 1 072 000
fl 54.000
ft 331.000 8 519.000 fl 285 000
8 2 574 000 fl 20 625 000
minimale omvang
Grondaanschaf Grondpriis Sloopkosten
4 100 000 300 000 4. 400. 000
Schflsubsidie
1 000 000 3.400 000
fl 3 400 000
Tijdelijke huisvesting Kosten gedurende 3 jaren
2. 700. 000
2 700 000
fl 26.725.000
Totale kosten nieuwbouw
zie 2 Tildefllke huisvesting
aldus 5 625 000 bove n beschikbaar krediet
Additionele voorzieningen Fietsenstafling Sanering restant boekwaarde ( Aankoop 6 parkeerplaatsen
780. 000
170.000
240.000 )
additioneel max omvang
2. Tijdelijke huisvesfingl
K. B
Plaatsen units Bouwkundige aanpassingen Mechanische vsnldalis Geluidsvoorzieningen Opfrissen bestaand kantoor Slopen garage Aansluitkosten Verhuiskosten Weghalen units
Exploitatistttzatsa; Huuriaslen uniis
Onderhoudskosten Energiekosten Administratieve beheerskosten Onvoorzien Totale huisveslingslasten
Totaal kosten tijdslj iks huisvesting
Dekkingsmiddelen: Getemporiseerde kapilaallaslen " Vnj veilende huurpsnningen " Huidige huisvestingslastsn Dynamo
Totale dekkingsmiddelen Per saldo tekort
1 1 7. 500, 00
17.625,00
Sub-lotaal eenmalige kosten
Huur kantoor Huur grond vaar units Sub-totaal huurlasten Belasfngen/heffingen
218 550,00 223 250,00 199 150,00 88 125,00
218. 550, 00
223 250,00 199 750,00 88 125,00 117.500,00 235. 000, 00
58 750,00 242. 050, 00
242. 050,00
1. 158. 550, 00
fl 300. 800, 00
1 459 350,00
386. 378, 89
18 800,00 fl fl
ll fi fl ti
235 000,00 17 625,00 117.500,00
58. 750,00
772. 757, 78
772 757,78
386.378,89
37. 600,00
37. 600,00
18. 800,00
70. 500, 00
141.000,00
475 678, 89
951. 35 1, 78
4.275,83 41 741,88 23 292,03 1 468,15
8 551,65 83 483,75 46.584,05 2 937,50 57 522,13
141 000,00 951 357,78 8.551,65 83 483,75 46.584,05 2 937,50
70 500,00 475 678,89 4.215,83 41 741,88
28. 761,06
575. 218,43
2 318 273,33 112 800,00 423 000,00
2 854 073,33 25 654,95 250 451,25 139 752,15 8 812,50 172 566,38
57.522, 13
28 761,06
fl 1. 150. 436, 85 il 1. 150 436, 85
fl 575 218,43
3 451 310, 55
876 018,43
4.910.660,55
fl 1.150.436,85
1.150.436,85
306.491,80
302. 022, 13
297. 552, 46
41. 000, 00
332 000,00 154.000,00
332 000,00
1. 733. 768,43
23. 292, 03 1 468, 15
906 066,39
154. 000, 00
166 000,00 17 000,00
424. 491, 80
788.022,13
783. 552,46
243.000,00
2. 239. 066, 39
1.309.276,62
362.414,72
366. 884,39
633.018,43
2.611.594,16
77.000.00
871. 000, 00
462 000,00
3. Toekomstige exploitatie Exploitatiekosten Minimale versie Meerkosten atrium Meerkosten laad en los ruimte Subtolaal
Dekking Huidige huisvestingslasten Dynamo Vrijvallende huurpenningen Per saldo tekort
fl 905.970 89 056 40 875 1.035 901
Brink Groep excl. vervanging Iririchting
154 000 332 000
fl 549.901
Kantekeningen Krediet ad f 6 100.000 is in 1997 reeds beschikbaar gesteld, dus lasten zijn al in de begroting opgenomen Krediet ad f 15 000.000 is a fond perdu uit FSIW beschikbaar gesteld, dus hieruit vloeien geen exploitahelasten Exploitatie is berekend op iaarbasis (2004) Niet is voorzien in personele consequenties als gevolg van verdubbeling aantal vierkante meters accommodatie
De inrichtings-investenngen worden door de gemeente gedaan a fond perdu. Dit impliceert dat binnen de exploitatielasten rekening dient gehouden te worden met vervanging Deze vervanging kan geschieden middels een vervangingsinvestering van gelijke omvang (2,5 milj.) in het jaar 2007. Zou dynamo zelf zorg dienen te dragen voor de inrichting, dan zou dit een verhoging van het subsidie betekenen van f 620.000 ( 5 jarige annuiteit).