middelloon pensioenregeling
BASISPENSIOENREGELING
Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel
Een voorwaardelijk geïndexeerde
Inhoudsopgave Pagina
Inleiding
•
De basispensioenregeling: wie zijn verantwoordelijk?
•
Wie is deelnemer?
•
Waar heeft u als deelnemer aan de basispensioenregeling recht op?
•
Het ouderdomspensioen
•
Het nabestaandenpensioen
•
Premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid
•
Het voorwaardelijk indexatiebeleid
•
Gebeurtenissen die uw pensioen kunnen beïnvloeden
•
Beëindiging van het dienstverband
•
Echtscheiding
•
Parttime werken
•
Oude aanspraken en overgangsregelingen
•
Aanspraken prepensioen
•
Aanspraken vaste bedragenregeling
........................ ...................................................
14
•
Overgangsregeling voor 55-plussers
........................ ...................................................
14
•
Overgangsregeling voor 55-minners
...........................................................................
14
•
Pensioenopgave en jaaropgave
................................ ...................................................
16
•
Aanvullende regelingen bij Bpf AVH
•
Samenvatting basispensioenregeling AGF-groothandel
•
Rekenvoorbeelden basispensioenregeling AGF-groothandel
•
Samenvatting basispensioenregeling Partikulier Kaaspakhuisbedrijf
•
Rekenvoorbeelden basispensioenregeling Partikulier Kaaspakhuisbedrijf
•
Samenvatting basispensioenregeling Groothandel in Eieren
•
Rekenvoorbeelden basispensioenregeling Groothandel in Eieren
•
Belangrijke adressen
2
•
.................................................................... .....................................................
3
.................................................
4
.................................................... .....................................................
6
.........................
7
.......................................... .....................................................
7
...................................... .....................................................
9
. ...................................................
10
.............................................................................
10
..............................................
11
.............................................................................
11
............................................................ ...................................................
13
....................................................... ...................................................
13
............. ...................................................
14
.......................................... ...................................................
14
........................................................................... ............................................. ..................................... .........................
17 18 19 22
.................
23
.....................................
26
.............................
27
....................................................................................................
30
Inleiding Voor u ligt de brochure ‘Basispensioenregeling’ van de Stichting Bedrijfspensioenfonds Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Met ingang van 1 januari 2006 is de basispensioenregeling fundamenteel gewijzigd in een voorwaardelijk geïndexeerde middelloon pensioenregeling.
Deze basispensioenregeling vervangt de vaste bedragenregeling en stelt u in de gelegenheid om pensioen op te bouwen, dat is gebaseerd op het door u verdiende gemiddelde loon. Dit middelloon pensioen wordt uitgekeerd aan uzelf als u 65 jaar wordt, of aan uw nabestaanden als u onverhoopt mocht komen te overlijden. Omdat Bpf AVH een Stichting is, die werkt zonder winstoogmerk, kan de basispensioenregeling tegen gunstige voorwaarden en tarieven worden aangeboden. In deze brochure vindt u een samenvatting van de belangrijkste onderdelen van de basispensioenregeling. Voor de officiële tekst verwijzen wij u naar het pensioenreglement van Bpf AVH.
Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, dan kunt u schrijven of bellen naar Bpf AVH. Ook de website kan u van actuele informatie voorzien.
Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Postbus 84330 2508 AH ’s-Gravenhage Telefoon (070) 338 10 20 Fax (070) 350 35 31 Internet www.bpfavh.nl E-mail
[email protected]
Aan de teksten van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.
3
Inhoudsopgave
De basispensioenregeling: wie zijn verantwoordelijk? Natuurlijk is de inhoud van de basispensioenregeling sinds 1963 een aantal malen gewijzigd. Alleen al de veranderende overheidswetgeving heeft ertoe geleid dat de regeling zo nu en dan aangepast moest worden. De wens van vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers om een pensioen aan te bieden dat passend is voor de tijd waarin werknemers leven, is een andere reden geweest voor het wijzigen van de pensioenregeling in de afgelopen jaren.
4
Met ingang van 1 januari 2006 is de basispensioenregeling drastisch gewijzigd. Aanleiding hiervoor was ondermeer de Wet VUT, Prepensioen en Levensloop, welke wet de fiscale stimulering van vut en prepensioen (gefaseerd) heeft afgeschaft, maar ook extra opbouw van ouderdomspensioen mogelijk maakt. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers reageerden hierop met een aangepaste basispensioenregeling, die is gebaseerd op het principe van middelloon. In de middelloonregeling wordt het opgebouwde pensioen berekend over het gemiddelde verdiende loon van de werknemer. Het pensioen is beter afgestemd op het inkomen van de werknemer, dan ingeval van de vaste bedragenregeling. Bovendien is het mogelijk om het ouderdomspensioen op een eerdere leeftijd dan 65 jaar in te laten gaan. Deze basispensioenregeling is verplichtgesteld voor nagenoeg alle werknemers in de bedrijfstak. Beslissingen over de inhoud van de basispensioenregeling, maar ook de uitvoering daarvan, worden nog steeds genomen door de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Tezamen worden zij aangeduid als het bestuur van Bpf AVH.
De vertegenwoordigers die zitting hebben in het bestuur zijn: van werkgeverszijde:
Frugi Venta, gevestigd te Den Haag; De Nederlandse Aardappel Organisatie, gevestigd te Den Haag; • De Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren, gevestigd te Zoetermeer; • De Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren, gevestigd te Rijswijk. • •
van werknemerszijde:
FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht; CNV Dienstenbond, gevestigd te Hoofddorp; • De Unie, gevestigd te Culemborg. • •
Het bestuur van Bpf AVH wordt gevraagd en ongevraagd geadviseerd door de deelnemersraad. Deze raad komt op voor de rechten en belangen van alle deelnemers en gepensioneerden. De raad bestaat uit vijf (plv.) leden, waarvan vier deelnemers en 1 gepensioneerde. Deze leden zijn benoemd door: CNV Dienstenbond, CSO en FNV Bondgenoten.
5
Bpf AVH verzorgt het basispensioen nu al meer dan 40 jaar voor de Bedrijfstak Groothandel in Aardappelen, Groenten, Fruit, Kaas en Eieren. Begin jaren zestig kwamen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers van deze Bedrijfstak bij een om afspraken te maken over een pensioenregeling. In 1963 kwamen zij tot overeenstemming. De afspraken die zij hadden gemaakt werden vastgelegd in een reglement basispensioen, welk pensioen toen werd gebaseerd op het principe van vaste bedragen. In deze pensioenregeling bouwt iedere werknemer, ongeacht het salaris dat hij verdient en bij 40 dienstjaren, hetzelfde pensioen op. Zie rekenvoorbeeld 1 op pagina 19 voor de AGF-groothandel, op pagina 23 voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en pagina 27 voor de Groothandel in Eieren.
Wie is deelnemer?
Waar heeft u als deelnemer aan de basispensioenregeling recht op?
Deelname aan de basispensioenregeling van Bpf AVH is verplicht voor alle werknemers in de leeftijd van 25 tot 65 jaar, die in dienst zijn bij een onderneming in één van de volgende bedrijfstakken:
Als deelnemer aan de basispensioenregeling bij Bpf AVH heeft u recht op drie voorzieningen. Deze zijn: het ouderdomspensioen, het nabestaandenpensioen en de premievrije voortzetting tijdens arbeidsongeschiktheid. Daarnaast voorziet Bpf AVH ook nog in een voorwaardelijk indexatiebeleid.
• Het ouderdomspensioen groothandel in aardappelen, groenten en fruit en groentesnijbedrijven (AGF-groothandel); • groothandel in eieren en de eiproduktenfabricage (Groothandel in Eieren); • groothandel in kaas en het bedrijf waarin smeltkaas, smeltkaasprodukten of poederkaas worden bereid en/of verhandeld (Partikulier Kaaspakhuisbedrijf); • fustcentrales en transportploegen. •
De deelname aan de basispensioenregeling wordt beëindigd, als u:
buiten de genoemde bedrijfstakken gaat werken. In dat geval dient uw werkgever binnen één maand nadat u uit dienst bent gegaan Bpf AVH hierover te informeren. • de 65-jarige leeftijd bereikt. • komt te overlijden.
6
•
Deze basispensioenregeling is voor alle werknemers werkzaam in één van de genoemde bedrijfstakken op hoofdlijnen hetzelfde. De hoogte van de pensioenopbouw verschilt wel per bedrijfstak. Dit verschil is ondermeer terug te voeren op het bestaan van een prepensioenregeling in de bedrijfstak. Deze prepensioenregelingen zijn per 1 januari 2006 beëindigd en daarmee ook de plicht tot betaling van de premie voor deze regelingen. Deze vervallen premie is voor de werknemers werkzaam in die betreffende bedrijfstak ingezet voor extra pensioenopbouw in de basispensioenregeling. Op pagina 18 treft u een samenvatting aan van de basispensioenregeling voor de AGF-groothandel. Een samenvatting van de basispensioenregeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en de Groothandel in Eieren treft u aan op pagina 22 respectievelijk pagina 26.
Ingang ouderdomspensioen: op 65 jaar of eerder?
Het ouderdomspensioen gaat standaard in op de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. Bpf AVH biedt u echter de mogelijkheid om eerder met pensioen te gaan. Omdat het pensioenfonds in dat geval het ouderdomspensioen waarschijnlijk langer aan u gaat uitkeren, wordt de hoogte van het ouderdomspensioen lager. Des te eerder u met ouderdomspensioen wilt gaan, des te lager de uitkering zal zijn. U kunt niet eerder dan 55 jaar, maar ook niet later dan 65 jaar met ouderdomspensioen gaan. Zie rekenvoorbeeld 3 op pagina 19 van deze brochure voor de AGF-groothandel, op pagina 24 voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en op pagina 28 voor de Groothandel in Eieren. Naast het ouderdomspensioen van Bpf AVH ontvangt u vanaf 65 jaar van de overheid een AOW-uitkering. De hoogte van de AOW-uitkering is afhankelijk van uw
burgerlijke staat. Als u samenwoont, dan is de AOW-uitkering voor u lager, dan in het geval dat u alleenstaande zou zijn. De AOW-uitkering kan niet eerder of later dan 65-jarige leeftijd ingaan. Voor meer informatie over de hoogte van de AOWuitkering kunt u contact opnemen met Bpf AVH.
7
Zodra u een dienstverband aangaat bij een werkgever uit één van bovenstaande bedrijfstakken, dan is uw werkgever verplicht om u binnen één maand als deelnemer aan de basispensioenregeling bij Bpf AVH aan te melden. Bent u bij aanvang van uw dienstverband jonger dan 25 jaar, dan meldt uw werkgever u binnen één maand nadat u 25 jaar bent geworden als deelnemer aan.
Bent u deelnemer aan de basispensioenregeling bij Bpf AVH, dan bouwt u een ouderdomspensioen op, dat in principe tot uitkering komt vanaf uw 65-jarige leeftijd. De hoogte van het ouderdomspensioen is afhankelijk van uw gemiddelde verdiende loon met een maximum van € 30.000,- bruto per jaar (2006). Een volledig ouderdomspensioen wordt opgebouwd vanaf uw 25ste tot uw 65ste jaar, ofwel in veertig jaar. Het ouderdomspensioen is dus lager wanneer u minder jaren ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Wilt u precies weten hoe het zit met uw ouderdomspensioen, kijkt u dan naar rekenvoorbeeld 2 op pagina 19 van deze brochure voor de AGF-groothandel, op pagina 23 voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en op pagina 27 voor de Groothandel in Eieren.
Bent u op of na 1 januari 2002 deelnemer (geweest) aan de basispensioenregeling, dan biedt Bpf AVH u de mogelijkheid om op 65-jarige leeftijd uw opgebouwde nabestaandenpensioen (deels) uit te ruilen tegen een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen. Kiest u hiervoor, dan wordt uw opgebouwde ouderdomspensioen verhoogd. Voor het uitruilen van uw pensioen heeft u toestemming nodig van uw (huwelijks- of geregistreerde) partner. Samen kunt u ervoor kiezen om de aanspraak op nabestaandenpensioen niet of wel uit te ruilen. Wanneer u ervoor kiest om niet uit te ruilen dan wordt aan u een ouderdomspensioen uitgekeerd met een verzekerd nabestaandenpensioen. Wanneer u ervoor kiest om wel het nabestaandenpensioen uit te ruilen dan heeft u twee mogelijkheden, namelijk een uitruil van 50% of 100%. Bij een uitruil van 50% van het nabestaandenpensioen wordt het ouderdomspensioen deels verhoogd en blijft er een deel van het nabestaandenpensioen verzekerd. Wanneer u de aanspraak op nabestaandenpensioen volledig uitruilt in extra of eerder ingaand ouderdomspensioen, dan vervalt het verzekerde nabestaandenpensioen.
Het wezenpensioen komt niet in aanmerking voor uitruil. Bent u voor 1 januari 2002 deelnemer geweest aan de basispensioenregeling en heeft u uw deelname ook voor deze datum beëindigd, dan komt u niet in aanmerking voor het uitruilen van uw pensioen. Meer informatie over deze pensioenuitruil treft u aan in rekenvoorbeeld 5 op pagina 20 van deze brochure voor de AGF-groothandel, op pagina 24 voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en op pagina 28 voor de Groothandel in Eieren. Aanvraag en uitkering ouderdomspensioen
Ongeveer zes maanden voor uw 65ste verjaardag ontvangt u van Bpf AVH een aanvraagformulier ouderdomspensioen. Om uw ouderdomspensioen uitgekeerd te krijgen moet u dit aanvraagformulier invullen en nog vóór uw 65ste verjaardag aan Bpf AVH terugsturen. Wanneer u ervoor kiest om uw ouderdomspensioen eerder in te laten gaan, dan moet u hiervan tijdig melding maken bij Bpf AVH. Het ouderdomspensioen wordt maandelijks achteraf uitbetaald. Het ouderdomspensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin de gepensioneerde deelnemer komt te overlijden.
• Het nabestaandenpensioen Naast het ouderdomspensioen voorziet de basispensioenregeling ook in een nabestaandenpensioen. Als u gehuwd bent of u bent een (geregistreerd) partnerschap aangegaan dan kan uw partner, na uw overlijden, in aanmerking komen voor een nabestaandenpensioen.
Ingang nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin u komt te overlijden en wordt levenslang aan uw partner uitbetaald. Hoogte van het nabestaandenpensioen
De hoogte van het nabestaandenpensioen is afhankelijk van het moment dat u komt te overlijden. Er zijn drie situaties mogelijk: • U komt te overlijden tijdens deelname aan de basispensioenregeling:
Het nabestaandenpensioen bedraagt dan 50% van het ouderdomspensioen dat u had kunnen opbouwen als u de 65-jarige leeftijd had bereikt; • U komt te overlijden na beëindiging van de deelname aan de basispensioenregeling:
Het nabestaandenpensioen bedraagt dan 50% van het tot beëindiging opgebouwde ouderdomspensioen. Wat u tot 65-jarige leeftijd had kunnen opbouwen, wordt in dit geval niet meegenomen.
8
• U komt te overlijden nadat u met ouderdomspensioen bent gegaan:
Het nabestaandenpensioen bedraagt dan 50% van het jaarlijks uitgekeerde ouderdomspensioen. De hoogte van het nabestaandenpensioen wordt ook bepaald door de keuze die u en uw partner maken voor wat betreft de pensioenuitruil (zie pagina 8). Hoe een nabestaandenpensioen wordt berekend kunt u zien in rekenvoorbeeld
4 op pagina 20 van deze brochure voor de AGF-groothandel, op pagina 24 voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en op pagina 28 voor de Groothandel in Eieren. Partnerpensioen
Wat nu als u en uw partner samenwonen, zonder een geregistreerd partnerschap te zijn aangegaan? In dat geval kan uw partner onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een partnerpensioen. De belangrijkste voorwaarde is dat u tenminste zes maanden voor uw overlijden een notarieel samenlevingscontract heeft opgesteld. De hoogte van het partnerpensioen komt overeen met het nabestaandenpensioen. Wezenpensioen
Wanneer u onverhoopt komt te overlijden dan hebben uw kinderen recht op wezenpensioen. De hoogte van het wezenpensioen bedraagt voor elk kind 10% van het ouderdomspensioen. Als beide ouders komen te overlijden, dan hebben de kinderen recht op een uitkering van 20% van het ouderdomspensioen. Het recht op wezenpensioen eindigt op de 18 jarige leeftijd van de wees of eerder bij overlijden.
9
Keuzemogelijkheid pensioenuitruil
Jonger dan 25 jaar
Aanvragen nabestaandenpensioen
Bent u jonger dan 25 jaar en werkzaam bij een onderneming in de genoemde bedrijfstakken, dan bent u officieel nog geen deelnemer in de basispensioenregeling bij Bpf AVH. Komt u echter voor uw 25ste jaar te overlijden, dan kan uw (huwelijks- of geregistreerde) partner toch in aanmerking komen voor een nabestaandenpensioen. De hoogte van het nabestaandenpensioen is in dat geval 50% van het ouderdomspensioen, dat u vanaf 25 jaar had kunnen opbouwen tot 65 jaar, als u deze leeftijd zou hebben bereikt.
Komt u te overlijden, dan moet(en) uw werkgever(s) en/of uw nabestaande(n) zo spoedig mogelijk hiervan melding maken bij Bpf AVH. Zodra de overlijdensmelding door Bpf AVH is ontvangen, wordt aan de nabestaanden een aanvraagformulier toegezonden voor het uitkeren van een nabestaandenpensioen. Uw nabestaanden moeten dit formulier ingevuld terugsturen aan Bpf AVH. Het nabestaandenpensioen wordt maandelijks achteraf uitbetaald. Het nabestaandenpensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin de nabestaande komt te overlijden.
• Premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid Bent u deelnemer aan de basispensioenregeling en duurzaam en volledig arbeidsongeschikt in de zin van de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA), dan kunt u in aanmerking komen voor premievrijstelling bij Bpf AVH. Een premievrijstelling houdt in dat
Bpf AVH de pensioenopbouw voor zowel het ouderdoms- als het nabestaandenpensioen voor haar rekening neemt. De premievrijstelling gaat op de ingangsdatum van de IVA-uitkering in. Een aanvraagformulier voor deze premievrijstelling kunt u opvragen bij Bpf AVH.
Gebeurtenissen die uw pensioen kunnen beïnvloeden In het voorgaande heeft u alles kunnen lezen over de opbouw, de hoogte en de uitkering van het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen. Daarbij is niet ingegaan op gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op uw pensioen. In het onderstaande wordt een aantal van deze gebeurtenissen behandeld.
• Beëindiging van het dienstverband
Het bestuur van Bpf AVH voert een voorwaardelijk indexatiebeleid. Dat wil zeggen dat er geen recht is op indexatie en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre indexatie zal plaatsvinden. Daarbij geldt, dat: • geen indexatie wordt verleend ingeval Bpf AVH een dekkingsgraad van 105% of lager heeft; • indexatie wordt verleend voor zover deze het bedrag in de kostendekkende premie niet overschrijdt en het eventuele plan van aanpak reservetekort niet doorkruist, ingeval de dekkingsgraad hoger ligt dan 105% maar lager dan de vereiste dekkingsgraad;
•
volledige indexatie wordt verleend bij een dekkingsgraad hoger en gelijk aan de vereiste dekkingsgraad.
De indexatie van de pensioenaanspraak van actieve deelnemers wordt berekend op basis van het indexcijfer voor de CAOlonen inclusief bijzondere beloning voor volwassen werknemers voor alle economische activiteiten De indexatie van de premievrije pensioenaanspraak van de gewezen deelnemers en van de uitkering van de pensioengerechtigden wordt berekend op basis van consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens.
Beëindigt u voordat u met ouderdomspensioen gaat uw dienstverband, dan kan dat gevolgen hebben voor uw pensioenopbouw. De volgende situaties zijn mogelijk:
U verandert van baan en laat uw pensioenaanspraken staan.
Als u van baan verandert, dan hoeft dat niet altijd te betekenen dat uw pensioenopbouw automatisch stopt. Heeft u een nieuwe baan, maar blijft u werkzaam in de genoemde berijfstakken dan is de kans groot dat uw nieuwe werkgever ook bij Bpf AVH is aangesloten. Is dat het geval, dan blijft u gewoon pensioen opbouwen bij Bpf AVH. Gaat u buiten de bedrijfstak werken of is uw werkgever niet aangesloten bij Bpf AVH, dan stopt bij de beëindiging van uw dienstverband ook uw pensioenopbouw bij Bpf AVH. U kunt er dan voor kiezen om uw pensioenaan-
spraken bij Bpf AVH te laten staan. Omdat u dan geen premie meer betaalt, worden deze aanspraken ook wel premievrij genoemd. In rekenvoorbeeld 7 op pagina 21 voor de AGF-groothandel, rekenvoorbeeld 6 op pagina 25 voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en rekenvoorbeeld 6 op pagina 29 voor de Groothandel in Eieren kunt u informatie vinden over het berekenen van een premievrije aanspraak. Het bestuur van Bpf AVH streeft ernaar om de premievrije aanspraken zoveel mogelijk aan te passen aan de stijging van de prijsindex. Zie pagina 10 voor het voorwaardelijk indexatiebeleid.
11
10
• Het voorwaardelijk indexatiebeleid
Bij verandering van werkgever buiten de genoemde bedrijfstakken kunt u er ook voor kiezen om de waarde van het op-
gebouwde pensioen bij Bpf AVH over te laten dragen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. Een voordeel van waardeoverdracht kan zijn dat u al het opbouwde pensioen bij pensionering door de laatste pensioenuitvoerder krijgt uitgekeerd. Uw dienstverband wordt beëindigd en u wilt uw deelname vrijwillig voortzetten
12
Bent u van werkgever veranderd en biedt uw nieuwe werkgever geen mogelijkheid voor u om pensioen op te bouwen, dan kunt u, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking komen voor vrijwillige deelname aan de basispensioenregeling bij Bpf AVH voor de duur van drie jaren. U kunt uw verzoek tot vrijwillige deelname indienen bij het bestuur van Bpf AVH. Bij het vrijwillig voortzetten van uw pensioenverzekering wordt de gehele premie, zowel het werkgevers- als werknemersdeel, bij u in rekening gebracht. U wordt werkloos
Bent u door de beëindiging van uw dienstverband werkloos geworden, dan wordt uw deelname aan de basispensioenregeling bij Bpf AVH beëindigd. De door u
opgebouwde pensioenaanspraken blijven bij Bpf AVH en komen op 65-jarige leeftijd of bij overlijden tot uitkering. Wilt u een volledig pensioen opbouwen, dan zult u zelf iets moeten regelen. U kunt ook een aanvraag indienen bij Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP). Bij het FVP kunt u in aanmerking komen voor voortzetting van uw pensioenopbouw als u voldoet aan de volgende voorwaarden: • u bent op de dag dat u werkloos wordt 40 jaar of ouder; • u was direct voorafgaand aan de dag dat u werkloos werd actief deelnemer bij Bpf AVH; • u ontvangt in het kader van de WW een uitkering die is gebaseerd op uw laatste loon, de zogenoemde loongerelateerde uitkering. Werknemers die op of na 1 januari 2008 WW-gerechtigd worden, komen echter niet meer in aanmerking voor een FVPbijdrage. FVP heeft de intentie om het recht op FVP-bijdrage van werknemers die nu WW-gerechtigd zijn én voor 1 januari 2008 werkloos worden zoveel mogelijk ongemoeid te laten. FVP geeft voor deze groep werknemers echter geen harde garanties af. Een aanvraagformulier Voortzettingsbijdrage FVP krijgt u na toekenning van een WW-uitkering automatisch thuisgestuurd. Heeft u drie maanden na toekenning van uw WW-uitkering nog geen formulier ontvangen, dan kunt u contact opnemen met de uitvoeringsinstelling (het UWV) waarvan u de WW-uitkering ontvangt. Voor meer informatie over het FVP kunt u contact opnemen met Bpf AVH of surfen naar: www.fvp.nl Uw dienstverband wordt beëindigd en u wilt uw opgebouwde pensioen afkopen Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk dat u uw opgebouwde pensioen afkoopt. U ontvangt dan in plaats van een
periodieke pensioenuitkering, een bedrag ineens. Door afkoop vervalt de aanspraak op zowel ouderdoms- als nabestaandenpensioen. Afkoop is mogelijk in de volgende gevallen: • op de pensioendatum is het uit te keren bedrag lager dan het wettelijk vastgestelde grensbedrag.
u emigreert en uw opgebouwde pensioen is op dat moment lager dan tweemaal het wettelijk vastgestelde grensbedrag. • Voor meer informatie over de hoogte van het wettelijk grensbedrag kunt u contact opnemen met Bpf AVH of surfen naar: www.bpfavh.nl •
• Echtscheiding Een echtscheiding of beëindiging van een geregistreerd partnerschap kan niet alleen een verdeling van uw inkomen of vermogen tot gevolg hebben, maar ook van uw pensioen. Volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding heeft uw ex-partner na de scheiding recht op de helft van het tijdens het geregistreerde partnerschap of het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen.
Bij het postkantoor of uw advocaat kunt u een zogenoemd vereveningsformulier aanvragen. Dit formulier moet door tenminste één van beide partners worden ingevuld en uiterlijk binnen twee jaar na de scheidingsdatum aan het pensioenfonds worden geretourneerd. Is dat niet het geval dan hoeft het pensioenfonds geen medewerking meer te verlenen aan het opsplitsen van het ouderdomspensioen. In dat geval zult u zelf voor de wettelijk afdwingbare verdeling moeten zorgdragen.
Uw ex-partner heeft eveneens recht op het tot de scheidingsdatum opgebouwde nabestaandenpensioen, dat tot uitkering komt als u komt te overlijden. Trouwt u opnieuw of gaat u weer een geregistreerd partnerschap aan, dan is het bij Bpf AVH niet meer mogelijk om voor uw nieuwe partner een volledig nabestaandenpensioen op te bouwen. Verdeling van het opgebouwde pensioen is een wettelijk recht. Het staat u en uw ex-partner vrij om het pensioen op een andere manier of in het geheel niet te verdelen. Als u beiden instemt met een andere verdeling, dan dient u dit vast te leggen in een echtscheidingsconvenant dat door u beiden is ondertekend. U kunt de verdeling ook vastleggen in uw huwelijkse voorwaarden.
• Parttime werken Werkt u parttime, dan wordt uw pensioenopbouw gerelateerd aan het aantal uren dat u werkzaam bent. Werkt u bijvoorbeeld voor 50%, dan is uw pensioenopbouw de helft van de pensioenopbouw bij een volledig dienstverband. Ook als u in dienstverband op wisselende uren parttime werkzaam bent, wordt het aantal door u gewerkte uren gerelateerd aan het aantal uren bij een volledig dienstverband.
13
U verandert van baan en laat uw pensioenaanspraken overdragen
Oude aanspraken en overgangsregelingen Zoals al eerder in deze brochure is vermeld heeft de overheid de fiscale stimulering van de VUT- en prepensioenregelingen gefaseerd afgeschaft. Onverkort voortzetten van deze regelingen zou een onaanvaarbare lastenverzwaring en koopkrachtdaling voor de werkgever respectievelijk de werknemer teweeg brengen. Sociale partners hebben daarom besloten om de deelneming in deze regelingen stop te zetten. Het is dus vanaf 2006 niet meer mogelijk voor werknemers, die bijvoorbeeld op 63 jarige leeftijd willen stoppen met werken, om een beroep te doen op deze regelingen voor een uitkering. De werknemers behouden hun opgebouwde prepensioenaanspraken maar kunnen niet nog meer prepensioen opbouwen. Ook voor deze aanspraken geldt het op pagina 10 vermelde voorwaardelijk indexatiebeleid. Deze prepensioenaanspraken zullen samen met het (eerder ingaand) ouderdomspensioen worden uitgekeerd.
14
Aanspraken vaste bedragenregeling
Een andere belangrijke wijziging is het beëindigen van de vaste bedragenregeling en de invoering van een middelloon pensioenregeling. Bij de invoering van de middelloon pensioenregeling blijven de aanspraken opgebouwd volgens de vaste bedragenregeling bestaan. Zolang de werknemer aansluitend blijft deelnemen in de middelloonregeling, worden deze aanspraken behandeld volgens het indexatiebeleid voor actieve deelnemers. Zie het op pagina 10 vermelde voorwaardelijk indexatiebeleid. Deze “oude” aanspraken vormen samen met de ‘nieuwe’ aanspraken verkregen volgens de middelloonregeling het ouderdomspensioen dat de werknemer op 65 jarige leeftijd zal ontvangen. Wilt u meer weten over
de vaste bedragenregeling raadpleeg dan de betreffende brochure. Deze brochure kunt u aanvragen bij Bpf AVH. De adresgegevens vindt u voor in deze brochure. Overgangsregeling voor 55-plussers
De oudere werknemers zijn echter niet meer in staat om een goed ouderdomspensioen op te bouwen, waarmee zij eventueel eerder kunnen stoppen met werken. Voor de zogenoemde 55-plussers (werknemers die op 1 januari 2005 55 jaar en ouder zijn) is nog op aantrekkelijke fiscale voorwaarden een vervroegde uittredingsregeling vervaardigd. Dit is de zogenoemde 55-plusregeling. De 55-plusser kan op grond van deze regeling eerder dan 65 jaar uittreden (bijvoorbeeld 63 jaar) met een aanvullende uitkering tot bijvoorbeeld 75% van zijn loon. Het is een aanvulling op het vervroegde ouderdomspensioen en/of op het reeds opgebouwde prepensioen. De werknemer kan er ook voor kiezen om niet eerder dan 65 jaar te stoppen met werken. Hij ontvangt dan de aanvullende uitkering ineens. Deze regeling wordt per sector op een verschillende wijze qua voorwaarden en uitvoering vormgegeven in een VUTfonds of een overbruggingsfonds. De 55plusregeling wordt in een aparte brochure nader toegelicht. Op pagina 30 treft u de adressen aan van de uitvoerders van deze 55-plusregeling. De overgangsregeling voor 55-minners
Ook voor de werknemers die op 1 januari 2005 jonger dan 55-jaar zijn is het niet altijd een gegeven om een volwaardig of eerder ingaand ouderdomspensioen op te bouwen. Voor deze werknemers, de zogenoemde 55-minners, is een 55-minregeling ingevoerd. Zo’n regeling voorziet in een voorwaardelijke aanspraak op extra
ouderdomspensioen, dat toegekend wordt op bijvoorbeeld de 62-jarige leeftijd, doch uiterlijk op 1 januari 2021, door middel van een inkoop van niet benutte fiscale ruimte over de verstreken deelnemingsjaren bij Bpf AVH tot 2006. Als voorwaarde geldt dat de werknemer tot de datum van pensionering in de sector blijft werken. Wanneer de werknemer voor die datum de sector verlaat vervalt zijn aanspraak op dit extra ouderdomspensioen. De 55-min regeling de AGF-groothandel
Voor de medewerkers in de bestaande overgangsregeling bij de vroegpensioenregeling, die geboren zijn in periode 1950 t/m 1959 (45 tot 55-jarigen) is een overgangsmaatregel getroffen. De wetgever biedt hiertoe de mogelijkheid op basis van niet benutte fiscale ruimte, betreffende oudedagspensioen en nabestaandenpensioen. Voor deze groep werknemers wordt over de deelnemingsjaren bij Bpf AVH tot 1 januari 2006 extra pensioenaanspraak ingekocht, gelijk aan 0,5% van de pensioengrondslag per 1 januari 2005 per deelnemingsjaar. De werknemer dient dan tot de uittreeddatum in de sector AGF-groothandel werkzaam te blijven. Bij vertrek uit de sector vervalt de aanspraak (conform VUT). De extra pensioenaanspraak wordt
onvoorwaardelijk toegekend op uittreedleeftijd, doch uiterlijk op 1 januari 2021. Zie rekenvoorbeeld 7 op pagina 21. De 55-min regeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf
Voor werknemers die op 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar zijn en die vanaf 31 december 2002 in dienstverband werkzaam zijn in het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf is een overgangsmaatregel getroffen. De wetgever biedt hiertoe de mogelijkheid op basis van niet benutte fiscale ruimte, betreffende oudedagspensioen en nabestaandenpensioen. Voor deze groep werknemers wordt over de deelnemingsjaren bij Bpf AVH tot 1 januari 2006 extra pensioenaanspraak ingekocht, gelijk aan 0,5% van de pensioengrondslag per 1 januari 2005 per deelnemingsjaar. De werknemer dient dan tot de uittreeddatum in de sector Partikulier Kaaspakhuisbedrijf werkzaam te blijven. Bij vertrek uit de sector vervalt de aanspraak (conform VUT). De extra pensioenaanspraak wordt onvoorwaardelijk toe-gekend op uittreedleeftijd, doch uiterlijk op 1 januari 2021. Zie rekenvoorbeeld 7 op pagina 25.
15
Aanspraken prepensioen
Pensioenopgave en Jaaropgave Pensioenopgave
In het eerste kwartaal van elk jaar ontvangen alle actieve deelnemers van Bpf AVH een pensioenopgave. Op deze pensioenopgave wordt de hoogte van het door u opgebouwde pensioen aangegeven. Ook de hoogte van het maximaal te bereiken pensioen op de pensioendatum wordt op de opgave vermeld. Op uw pensioenopgave wordt ook de pensioenaangroei genoemd, de zogenoemde ‘factor A’. Met de factor A kunt u het bedrag berekenen dat
u nog belastingvrij kunt investeren in privé pensioenvoorzieningen, zoals bijvoorbeeld een lijfrente. Gewezen deelnemers ontvangen één keer in de vijf jaar een pensioenopgave. Jaaropgave loonbelasting
Bent u gepensioneerd, dan ontvangt u jaarlijks in de maand februari een jaaropgave loonbelasting. Op basis van deze jaaropgave kunt u uw aangifte voor de inkomstenbelasting verzorgen.
Aanvullende regelingen bij Bpf AVH
16
De aanvullende pensioenregeling
Het ouderdomspensioen uit de basispensioenregeling kan voor de werknemer met een hoog salaris als te laag worden ervaren. Ondernemingen kunnen voor deze werknemers tot een bepaalde inkomensgrens collectief een aanvullende pensioenregeling treffen bij Bpf AVH. Daarbij kan gekozen worden tussen een aanvullende middelloonregeling en een aanvullende eindloonregeling.
Tijdelijk nabestaandenpensioen
De regeling tijdelijk nabestaandenpensioen maakt het mogelijk om uw nabestaanden te verzekeren van extra inkomen wanneer geen aanspraak bestaat op een Anw-uitkering van de overheid. U kunt hiervoor kiezen als u verwacht dat het nabestaandenpensioen uit de basispensioenregeling niet toereikend is. De aanvullende regelingen worden in aparte brochures toegelicht. Deze brochures kunt u aanvragen bij Bpf AVH. De adresgegevens vindt u voor in deze brochure.
17
Naast de basispensioenregeling kent Bpf AVH nog een aantal aanvullende pensioenvoorzieningen. Deze zijn:
Middelloon pensioen
Beschrijving
Pensioenleeftijd • Opname in regeling • Pensioengevend salaris
65 jaar. 25 jaar. 12 maal het vaste maandsalaris of 13 maal vierweken salaris verhoogd met de vakantietoeslag, en evt. de ploegentoeslag. Bij de chauffeurs (vrachtwagens boven de 3.500 kg) wordt naast het vaste salaris (een deel van) de vaste toeslag in de pensioenberekening meegenomen. Het pensioengevend salaris bedraagt maximaal € 30.000,- (2006). Jaarlijkse aanpassing door bestuur. Per 1 januari 2006 gelijk aan € 14.000,-. Jaarlijkse aanpassing franchise door bestuur. Het pensioengevend salaris minus de franchise. 1,9% van de pensioengrondslag per pensioenjaar. Er is sprake van opgebouwd nabestaandenpensioen dat 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen (OP) is. 10% resp. 20% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. Indexatie op basis van het indexcijfer voor de CAO-lonen inclusief bijzondere beloning voor volwassen werknemers voor alle economische activiteiten, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Indexatie op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. De toekenning van de indexatie vindt in principe plaats op basis van de genoemde index die voor de verschillende groepen geldt en naar rato van de beschikbare middelen. Daarbij geldt als beleid. - Dekkingsgraad 105% of lager geen indexatie. - 105% < Dekkingsgraad < vereiste dekkingsgraad: alleen indexatie voorzover deze het bedrag in de kostendekkende premie niet overschrijdt en ingeval het de planning herstel reservetekort niet doorkruist. - Dekkingsgraad hoger of gelijk aan vereiste dekkingsgraad: volledige indexatie. Vast te stellen door CAO-partijen. Alleen ingeval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van IVA (nieuwe WAO). Keuze uit: - Geen uitruil. Er is sprake van OP met NP. - 50% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP met een verlaagd NP. - 100% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP (geen NP).
•
•
Franchise
Pensioengrondslag Opbouwpercentage • Nabestaandenpensioen (NP) • •
• •
•
•
Indexatie gewezen deelnemers en gepensioneerden Toekenning indexatie
•
Deelnemersbijdrage Premievrije voortzetting IVA
•
Pensioenuitruil
•
18
Wezenpensioen Indexatie actieve deelnemers
Rekenvoorbeelden basispensioenregeling AGF-groothandel Rekenvoorbeeld 1 Pensioen volgens de vaste bedragenregeling
Leon verdient € 20.000,- bruto per jaar en Harrie verdient € 30.000,- bruto per jaar. Beiden zijn al 20 jaar werkzaam in de AGFgroothandel en nemen deel in de vaste bedragenregeling van Bpf AVH. Op de in maart 2005 ontvangen pensioenopgave, leest Leon dat hij tot nu toe € 1.650,- aan ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Op de opgave staat ook zijn maximaal te bereiken ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, namelijk € 3.300,- bruto per jaar als aanvulling op de AOW. Leon vraagt aan zijn collega Harrie of deze opgave juist is. Harrie stelt hem gerust en vertelt dat hij ook € 1.650,- aan pensioen heeft opgebouwd. Hij heeft zich al een tijdje in het pensioenreglement verdiept. Hij legt aan Leon uit dat het bestuur van Bpf AVH ieder jaar de hoogte van het bedrag vaststelt voor het maximaal te bereiken ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, het zogenoemde normpensioen. Dit bedrag is voor iedereen gelijk en is dit jaar € 3.300,-. Het bestuur van Bpf AVH kan het bedrag jaarlijks verhogen, maar zij is daartoe niet verplicht. Aangezien zowel Leon als Harrie 20 jaar heeft deelgenomen bedraagt de opbouw een evenredig deel van het normpensioen, namelijk 20/40 maal € 3.300,- is € 1.650,-.
Rekenvoorbeeld 2 Pensioenberekening volgens de middelloonregeling (met vaste bedragen verleden)
Sonja is 35 jaar en is sinds haar 21ste werkzaam in de sector AGF Groothandel. Haar salaris is € 25.000,- bruto per jaar incl. vakantietoeslag. Zij heeft in het AVH
Magazine gelezen dat haar pensioenregeling per 1-1-2006 zal wijzigen. De vaste bedragenregeling verdwijnt en daarvoor komt in de plaats een middelloon pensioenregeling. Sonja wil hier meer over weten en besluit om Bpf AVH te bellen. Eén van de medewerkers vertelt haar dat zij tot 1 januari 2006 10/40 maal € 3.300,- = € 825,- aan ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Vanaf 2006 bouwt zij pensioen volgens de middelloonregeling op. Haar maximaal te behalen ouderdomspensioen volgens deze regeling bedraagt bij ongewijzigd salaris: 30 x 1,9% x € 11.000,- (€ 25.000 € 14.000,-) = € 6.270,-. In totaal kan Sonja dus € 7.095,- ouderdomspensioen opbouwen. Samen met een AOW-uitkering (dubbel) van € 16.300,- ontvangt zij een oudedagsvoorziening van € 23.395,-. Dit is 94% van haar salaris.
Rekenvoorbeeld 3 Vervroeging van het ouderdomspensioen
Van de AVH-medewerker hoort Sonja dat het ook mogelijk is om haar ouderdomspensioen eerder in te laten gaan. Sonja wil weten wat zij aan pensioen zal ontvangen op 63 jaar. De medewerker rekent haar voor dat zij nog een prepensioenaanspraak, opgebouwd van 2002 t/m 2005, heeft van € 1.875,- (4 maal 1,875% van € 25.000,-). Daarnaast bedraagt haar op te bouwen ouderdomspensioen volgens de middelloonregeling op 63 jaar € 5.852,- (28 x 1,9% x € 11.000,-). Sonja heeft op grond van de vaste bedragenregeling € 825,- aan ouderdomspensioen opgebouwd.
19
Samenvatting basispensioenregeling AGF-groothandel
Rekenvoorbeeld 4
20
Berekening van het nabestaandenpensioen
Tim is 40 jaar. Hij is getrouwd met Hanneke en heeft twee kinderen. Een vriend van hem is op zeer jonge leeftijd overleden. Dat zet Tim aan het denken. Wat gebeurt er eigenlijk als hijzelf komt te overlijden. Waarop kunnen Hanneke en de kinderen dan rekenen? Over zijn zoon van 19 jaar maakt Peter zich niet zo heel erg druk. Hij is net als zijn vader werkzaam in de sector AGF-groothandel en al een jaar getrouwd. Zijn dochter is echter nog maar 11 jaar. Zou zij in aanmerking komen voor een nabestaandenpensioen? Ook Tim belt met Bpf AVH. Daar wordt aan hem verteld dat het nabestaandenpensioen voor Hanneke tot 1 januari 2006 70% van het ouderdomspensioen en daarna 50% van het ouderdomspensioen bedraagt. Voor de berekening van het ouderdomspensioen maakt het niet zoveel uit op welke leeftijd Tim komt te overlijden. Bij overlijden wordt altijd uitgegaan van een opbouw van het ouderdomspensioen tot het 65ste jaar. Tim moet dan wel op het moment van overlijden actief deelnemer zijn bij Bpf AVH. Ervan uitgaande dat Tim vanaf zijn 25ste heeft deelgenomen aan de basispensioenregeling, dat het normpensioen van de vaste bedragenregeling € 3.300,- en zijn gemiddelde salaris tot overlijden zo’n € 25.000,- bedraagt, dan ontvangt Hanneke bij het overlijden van Tim bruto per jaar € 3.479,- { € 866,(15/40 maal 70% van € 3.300,-vaste bedragen) + € 2.613,- (50% van 25 x 1,9% x € 11.000,-middelloon)} aan nabestaan-
denpensioen in aanvulling op haar evt. ANW- uitkering. Tim zijn dochtertje van 11 jaar heeft recht op een wezenpensioen. De hoogte daarvan bedraagt bruto per jaar € 696,- {€ 173,- (14% van 15/40 van € 3.300,- vaste bedragen) + € 523,(10% van 25 x 1,9% x € 11.000,- middelloon)} . De zoon van Tim weet dat hij vanaf zijn 25ste verjaardag gaat deelnemen in de basispensioenregeling bij Bpf AVH. Hij is nu echter nog maar 19 jaar en vraagt zich af of hij zijn huwelijkspartner niet moet verzekeren voor een nabestaandenpensioen. Zou Bpf AVH hem iets kunnen bieden? Inmiddels kan Tim zijn zoon het antwoord op zijn vraag geven. Een medewerker van Bpf AVH heeft hem verteld dat werknemers die werkzaam zijn in de sector AGF-groothandel en jonger zijn dan 25 jaar wel verzekerd zijn voor een nabestaandenpensioen. De hoogte van het nabestaandenpensioen bedraagt 50% van het ouderdomspensioen dat is vastgesteld op basis van 40 deelnemingsjaren.
Rekenvoorbeeld 5 Pensioenuitruil (uitruil nabestaandenpensioen in extra ouderdomspensioen)
Chris is gehuwd met Trees. Hij wordt op 26 december 2008 65 jaar. Vanaf 1 januari 2006 ontvangt hij van VUGaard een 55-plusuitkering in aanvulling op zijn opgebouwde prepensioenaanspraken. Zij zijn benieuwd wat Chris aan ouderdomspensioen zal ontvangen op 65 jarige leeftijd. Bij Bpf AVH informeren zij wat Chris aan ouderdomspensioen kan verwachten. Een medewerker legt uit dat Chris tot 2006 32 jaar in de vaste bedragenregeling heeft deelgenomen. Zijn opgebouwde ouderdomspensioen volgens die regeling bedraagt 32/40 x € 3.300,- = € 2.640,-. Chris kan nog 2 jaar en 11 maanden in de middelloonregeling pensioen opbouwen.Uitgaande van zijn gemiddelde salaris van € 30.000,per jaar bedraagt de pensioenopbouw
volgens deze regeling € 887,- {2 11/12 x 1,9% x € 16.000,- (€ 30.000 - € 14.000)}. In totaal zal het ouderdomspensioen van Chris € 3.527,- bruto per jaar bedragen.
nu met haar opgebouwde pensioen zal gebeuren bij Bpf AVH wanneer zij bijvoorbeeld na vijf jaar weer besluit om in de detailhandel te gaan werken.
De AVH-medewerker heeft hen een brochure meegegeven. In deze brochure lezen zij dat zij samen kunnen kiezen voor geen of wel pensioenuitruil (voor 50% of 100%).
Annette krijgt van Bpf AVH te horen dat zij dan 5 jaar pensioen heeft opgebouwd. Uitgaande van een gemiddeld jaarsalaris van € 20.000,- heeft Annette dan 5 x 1,9% x € 6.000,- = € 570,- opgebouwd. Deze aanspraken blijven bij Bpf AVH staan. Omdat Annette dan geen pensioenpremie meer betaalt, worden deze aanspraken ook wel premievrij genoemd. Annette zou dan kunnen overwegen om haar aanspraken te laten overdragen aan het pensioenfonds in de Detailhandel. Doet zij dat niet, dan krijgt Annette op 65-jarige leeftijd van Bpf AVH een ouderdomspensioen van € 570,- bruto per jaar. Het bestuur van Bpf AVH streeft ernaar, onder de voorwaarde dat de financiële middelen dit toelaten, om de premievrije aanspraken zoveel mogelijk aan de stijging van het prijsindexcijfer aan te passen. Daarvoor heeft het bestuur een voorwaardelijk indexatiebeleid vastgesteld dat Annette kan nalezen in de brochure die zij bij Bpf AVH krijgt overhandigd.
Aan de hand van het rekenvoorbeeld uit de brochure, stellen zij vast, dat: wanneer zij kiezen voor het ouderdomspensioen met het meeverzekerde nabestaandenpensioen dat dan het ouderdomspensioen van € 3.527- per jaar in aanvulling op de AOW aan Chris tot zijn overlijden zal worden uitbetaald. Bij zijn overlijden wordt aan Trees tot haar overlijden een nabestaandenpensioen uitbetaald van € 2.292,- per jaar { (70% van € 2.640,= € 1.848,-)+ (50% van €.887,- = € 444,-) in aanvulling op een eventuele uitkering volgens de Algemene Nabestaandenwet. Wanneer zij kiezen voor 50% uitruil van het nabestaandenpensioen, dan zal het ouderdomspensioen € 3.699,- per jaar bedragen. Bij zijn overlijden wordt aan Trees een levenslang nabestaandenpensioen uitbetaald van € 1.146,- Wanneer zij kiezen voor 100% uitruil van het nabestaandenpensioen, dan zal het ouderdomspensioen € 3.871,- per jaar bedragen. Bij zijn overlijden wordt aan Trees geen nabestaandenpensioen uitbetaald. Chris en Trees spreken af dat zij voor het ouderdomspensioen met het meeverzekerde nabestaandenpensioen zullen kiezen.
Rekenvoorbeeld 6: Berekening van de premievrije aanspraak
Annette (30 jaar) gaat met ingang van 1 januari 2006 in de AGF-groothandel werken. Daarvoor heeft zij in de sector detailhandel gewerkt. Ze vraagt zich af wat er
Rekenvoorbeeld 7 Overgangsregeling voor 55-minners
Anita (46 jaar) heeft op 1 januari 2006 10 deelnemingsjaren bij Bpf AVH. Haar gemiddeld salaris is € 25.000,. Wanneer zij tot pensionering in de sector AGF-groothandel werkzaam blijft dan ontvangt zij jaarlijks een extra opgebouwd ouderdomspensioen van bruto € 550,- (10 x 0,5% x € 11.000,-) . Haar totale ouderdomsvoorziening zal dan € 21.096,- + € 550,- = € 21.646,-. Wanneer zij de sector voor 65 jaar verlaat dan vervalt de 55-min pensioenaanspraak van € 550,-. Anita heeft dan recht op een premievrije pensioenaanspraak voor wat betreft de reguliere pensioenopbouw.
21
De maximaal te behalen aanspraak op ouderdomspensioen bedraagt € 6.677,-. Wanneer Sonja dit ouderdomspensioen op 63 jaar laat ingaan dan ontvangt zij samen met haar prepensioenaanspraak tot 65 jaar € 22.760,- bruto per jaar en vanaf 65 jaar levenslang € 19.990,- bruto per jaar (inclusief de dubbele AOW).
Middelloon pensioen
Beschrijving
Pensioenleeftijd • Opname in regeling • Pensioengevend salaris
65 jaar. 25 jaar. 12 maal het vaste maandsalaris of 13 maal vierweken salaris verhoogd met de vakantietoeslag, uitbetaald overwerk en evt. de ploegentoeslag. Het pensioengevend salaris bedraagt maximaal € 30.000,- (2006). Jaarlijkse aanpassing door bestuur. Per 1 januari 2006 gelijk aan € 14.000,-. Jaarlijkse aanpassing franchise door bestuur. Het pensioengevend salaris minus de franchise. 1,75% van de pensioengrondslag per pensioenjaar. Er is sprake van opgebouwd nabestaandenpensioen dat 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen (OP) is. 10% resp. 20% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. Indexatie op basis van het indexcijfer voor de CAO-lonen inclusief bijzondere beloning voor volwassen werknemers voor alle economische activiteiten, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Indexatie op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. De toekenning van de indexatie vindt in principe plaats op basis van de genoemde index die voor de verschillende groepen geldt en naar rato van de beschikbare middelen. Daarbij geldt als beleid. - Dekkingsgraad 105% of lager geen indexatie. - 105% < Dekkingsgraad < vereiste dekkingsgraad: alleen indexatie voorzover deze het bedrag in de kostendekkende premie niet overschrijdt en ingeval het de planning herstel reservetekort niet doorkruist. - Dekkingsgraad hoger of gelijk aan vereiste dekkingsgraad: volledige indexatie. Vast te stellen door CAO-partijen. Alleen ingeval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van IVA (nieuwe WAO). Keuze uit: - Geen uitruil. Er is sprake van OP met NP. - 50% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP met een verlaagd NP. - 100% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP (geen NP).
•
•
Franchise
Pensioengrondslag Opbouwpercentage • Nabestaandenpensioen (NP) • •
•
22
•
Wezenpensioen Indexatie actieve deelnemers
•
Indexatie gewezen deelnemers en gepensioneerden
•
Toekenning indexatie
• •
Deelnemersbijdrage Premievrije voortzetting IVA
•
Pensioenuitruil
Rekenvoorbeelden basispensioenregeling Partikulier Kaaspakhuisbedrijf Rekenvoorbeeld 1 Pensioen volgens de vaste bedragenregeling
Els verdient € 20.000,- bruto per jaar en Klaas verdient € 30.000,- bruto per jaar. Els is al 10 jaar werkzaam in het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf en Klaas 20 jaar. Beiden nemen deel in de vaste bedragenregeling van Bpf AVH. Op de in maart 2005 ontvangen pensioenopgave, leest Els dat zij tot nu toe € 825,- aan ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Op de opgave staat ook haar maximaal te bereiken ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, namelijk € 3.300,- bruto per jaar als aanvulling op de AOW. Els vraagt aan haar collega Klaas of deze opgave juist is. Klaas stelt haar gerust en zegt dat de opgave juist is. Hij vertelt dat hij € 1.650,- aan pensioen heeft opgebouwd. En dat is precies twee keer de pensioenopbouw van Els. Hij heeft namelijk 20 en Els 10 deelnemingsjaren. Klaas heeft zich al een tijdje in het pensioenreglement verdiept. Hij legt aan Els uit dat het bestuur van Bpf AVH ieder jaar de hoogte van het bedrag vaststelt voor het maximaal te bereiken ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, het zogenoemde normpensioen. Dit bedrag is voor iedereen gelijk en is dit jaar € 3.300,-. Het bestuur van Bpf AVH kan het bedrag jaarlijks verhogen, maar zij is daartoe niet verplicht. Aangezien zowel Els als Klaas nog geen 40 jaar heeft deelgenomen bedraagt de opbouw een evenredig deel van het normpensioen, namelijk voor Klaas 20/40 maal € 3.300,- = € 1.650,- en voor Els 10/40 maal € 3.300,- = € 825,-.
Rekenvoorbeeld 2 Pensioenberekening volgens de middelloonregeling (met vaste bedragen verleden)
Johan is 45 jaar en is sinds zijn 30ste werkzaam in het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf. Zijn salaris is € 35.000,- bruto per jaar incl. vakantietoeslag. Hij heeft op een voorlichtingsbijeenkomst gehoord dat zijn pensioenregeling per 1-1-2006 zal wijzigen. De vaste bedragenregeling verdwijnt en daarvoor komt in de plaats een middelloon pensioenregeling. Johan wil hierover meer weten en belt Bpf AVH. Eén van de medewerkers vertelt hem dat hij tot 1 januari 2006 15/40 maal € 3.300,- = € 1.238,- aan ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Vanaf 2006 bouwt hij pensioen volgens de middelloonregeling op. Zijn maximaal te behalen ouderdomspensioen volgens deze regeling bedraagt bij ongewijzigd salaris: 20 x 1,75% x € 16.000,(€ 30.000,- - € 14.000,-) = € 5.600,-. In totaal kan Johan dus € 6.838,- ouderdomspensioen opbouwen. Samen met een AOW-uitkering (dubbel) van € 16.300,ontvangt hij op 65 jaar een oudedagsvoorziening van € 23.138,- bruto per jaar. Dit is 66% van zijn salaris.
23
Samenvatting basispensioenregeling Partikulier Kaaspakhuisbedrijf
Vervroeging van het ouderdomspensioen
Piet heeft in het AVH Magazine gelezen dat het mogelijk is om zijn ouderdomspensioen eerder in te laten gaan. Hij vraagt aan één van de medewerkers van Bpf AVH wat hij aan pensioen zal ontvangen op 63 jaar. Piet is 30 jaar en is vanaf 21 jarige leeftijd in het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf werkzaam. Zijn salaris is gemiddeld € 25.000,- bruto per jaar incl. vakantietoeslag. De AVH-medewerker rekent hem eerst voor dat hij nog een prepensioenaanspraak, opgebouwd van 2003 t/m 2005, heeft van € 1.442,- (3 maal 1,923% van € 25.000,-). Daarnaast bedraagt zijn maximaal te behalen ouderdomspensioen op 63 jaar € 6.766,- {€ 6.353,- (33 x 1,75% x € 11.000,-volgens de middelloonregeling)+ € 413,-(5/40 maal € 3.300,- volgens de vaste bedragenregeling)}. Wanneer Piet dit ouderdomspensioen op 63 jaar laat ingaan dan ontvangt hij tot 65 jaar € 6.260,bruto per jaar en vanaf 65 jaar levenslang € 3.711,-bruto per jaar. Samen met tweemaal de enkelvoudige AOW ontvangt hij tot 65 jaar € 22.560,- bruto per jaar en vanaf 65 jaar levenslang € 20.011,- bruto per jaar (inclusief de dubbele AOW).
Rekenvoorbeeld 4
24
Berekening van het nabestaandenpensioen
Piet is getrouwd met Mieke. Zij hebben één zoon (16 jaar). Piet wil graag weten waarop Mieke en zijn zoon kunnen rekenen ingeval hij komt te overlijden. Piet brengt hiervoor een bezoek aan Bpf AVH. Daar wordt aan hem verteld dat het nabestaandenpensioen voor zijn partner tot 1 januari 2006 70% bedraagt van het ouderdomspensioen en daarna 50% van het ouderdomspensioen. Voor de berekening van het ouderdomspensioen maakt het niet zoveel uit op welke leeftijd Piet komt te overlijden. Bij overlijden wordt
altijd uitgegaan van een opbouw van het ouderdomspensioen tot het 65ste jaar. Piet moet dan wel op het moment van overlijden actief deelnemer zijn bij Bpf AVH. Ervan uitgaande dat zijn gemiddelde salaris tot overlijden zo’n € 25.000,- bedraagt, dan ontvangt Mieke bij het overlijden van Piet een nabestaandenpensioen van € 3.658,- bruto per jaar { € 289,- (70% van € 413,- volgens de vaste bedragenregeling) + € 3.369,- (50% van € 6.738,- (35 x 1,75% x € 11.000,- volgens de middelloonregeling)} in aanvulling op haar evt. ANW-uitkering. Piet zijn zoon heeft recht op een wezenpensioen. De hoogte daarvan bedraagt bruto per jaar € 732,{ € 58,- (14% van € 413,- volgens de vaste bedragenregeling) + € 674- (10% van € 6.738,- volgens de middelloonregeling)}.
Rekenvoorbeeld 5 Pensioenuitruil (uitruil nabestaandenpensioen in extra ouderdomspensioen)
Paul is gehuwd met Dora. Hij wordt op 26 december 2008 65 jaar. Paul heeft er niet voor gekozen om gebruik te maken van de 55-plusregeling. Op grond van deze regeling kan hij aanspraak maken op een uitkering ineens. Paul weet dat, maar hij is benieuwd wat hij aan ouderdomspensioen zal ontvangen op 65 jarige leeftijd. Bij Bpf AVH informeren zij wat Paul aan ouderdomspensioen kan verwachten. Een medewerker legt uit dat Paul tot 2006 32 jaar in de vaste bedragenregeling heeft deelgenomen. Zijn opgebouwde ouderdomspensioen volgens die regeling bedraagt 32/40 x € 3.300,- = € 2.640,-. Paul kan nog 2 jaar en 11 maanden in de middelloonregeling pensioen opbouwen. Uitgaande van zijn gemiddelde salaris van € 30.000,- per jaar bedraagt de pensioenopbouw volgens deze regeling € 817,{2 11/12 x 1,75% x € 16.000,- (€ 30.000,- € 14.000)}. In totaal zal het ouderdomspensioen van Paul € 3.457,- bruto per jaar bedragen.
De AVH-medewerker heeft hen een brochure meegegeven. In deze brochure lezen zij dat zij samen kunnen kiezen voor geen of wel pensioenuitruil (50% of 100%). Aan de hand van het rekenvoorbeeld uit de brochure, stellen zij vast, dat: wanneer zij kiezen voor het ouderdomspensioen met het meeverzekerde nabestaandenpensioen dat dan het ouderdomspensioen van € 3.457,- per jaar in aanvulling op de AOW aan Paul tot zijn overlijden zal worden uitbetaald. Bij zijn overlijden wordt aan Dora tot haar overlijden een nabestaandenpensioen uitbetaald van € 2.257,- per jaar { (70% van € 2.640,- = € 1.848,- volgens de vaste bedragenregeling) + (50% van € 817,- = € 409,- volgens de middelloonregeling) in aanvulling op een eventuele uitkering volgens de Algemene Nabestaandenwet. Wanneer zij kiezen voor 50% uitruil van het nabestaandenpensioen, dat dan het ouderdomspensioen € 3.626,- per jaar bedraagt. Bij zijn overlijden wordt aan Dora een levenslang nabestaandenpensioen uitbetaald van € 1.129,-. Wanneer zij kiezen voor 100% uitruil van het nabestaandenpensioen, dat dan het ouderdomspensioen € 3.796,- per jaar bedraagt. Bij zijn overlijden wordt aan Dora geen nabestaandenpensioen uitbetaald. Paul en Dora spreken af dat zij voor het ouderdomspensioen met het meeverzekerde nabestaandenpensioen zullen kiezen.
Rekenvoorbeeld 6: Berekening van de premievrije aanspraak
Yvonne (30 jaar) gaat met ingang van 1 januari 2006 in het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf werken. Daarvoor heeft zij in de zuivelsector gewerkt. Ze vraagt zich af wat er nu met haar opgebouwde pensioen zal gebeuren bij Bpf AVH wanneer zij bijvoorbeeld na vijf jaar weer besluit om in de zuivel te gaan werken.
Yvonne krijgt van Bpf AVH te horen dat zij dan 5 jaar pensioen heeft opgebouwd. Uitgaande van een gemiddeld jaarsalaris van € 20.000,- heeft Yvonne dan 5 x 1,75% x € 6.000,- = € 525,- opgebouwd. Deze aanspraken blijven bij Bpf AVH staan. Omdat Yvonne dan geen pensioenpremie meer betaalt, worden deze aanspraken ook wel premievrij genoemd. Yvonne zou dan kunnen overwegen om haar aanspraken te laten overdragen aan het pensioenfonds in de Zuivel. Doet zij dat niet, dan krijgt Yvonne op 65-jarige leeftijd van Bpf AVH een ouderdomspensioen van € 525,bruto per jaar. Het bestuur van Bpf AVH streeft ernaar, onder de voorwaarde dat de financiële middelen dit toelaten, om de premievrije aanspraken zoveel mogelijk aan de stijging van het prijsindexcijfer aan te passen. Daarvoor heeft het bestuur een voorwaardelijk indexatiebeleid vastgesteld dat Yvonne kan nalezen in de brochure die zij bij Bpf AVH krijgt overhandigd.
Rekenvoorbeeld 7 Overgangsregeling voor 55-minners
Johan (zie rekenvoorbeeld 2) heeft op 1 januari 2006 15 deelnemingsjaren bij Bpf AVH. Wanneer hij tot pensionering in het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf werkzaam blijft dan ontvangt hij jaarlijks een extra opgebouwd ouderdomspensioen van bruto € 1.200,- (15 x 0,5% x € 16.000,-). Zijn totale ouderdomsvoorziening zal dan € 23.138,- + € 1.200,- = € 24.338,-. Wanneer hij de sector voor 65 jaar verlaat dan vervalt de 55-min pensioenaanspraak van € 1.200,-. Johan heeft dan recht op een premievrije pensioenaanspraak voor wat betreft de reguliere pensioenopbouw.
25
Rekenvoorbeeld 3
Middelloon pensioen
Beschrijving
Pensioenleeftijd • Opname in regeling • Pensioengevend salaris
65 jaar. 25 jaar. 12 maal het vaste maandsalaris of 13 maal vierweken salaris verhoogd met de vakantietoeslag, uitbetaald overwerk en evt. de ploegentoeslag. Het pensioengevend salaris bedraagt maximaal € 30.000,- (2006). Jaarlijkse aanpassing door bestuur. Per 1 januari 2006 gelijk aan € 14.000,-. Jaarlijkse aanpassing franchise door bestuur. Het pensioengevend salaris minus de franchise. 1,6% van de pensioengrondslag per pensioenjaar. Er is sprake van opgebouwd nabestaandenpensioen dat 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen (OP) is. 10% resp. 20% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. Indexatie op basis van het indexcijfer voor de CAO-lonen inclusief bijzondere beloning voor volwassen werknemers voor alle economische activiteiten, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Indexatie op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. De toekenning van de indexatie vindt in principe plaats op basis van de genoemde index die voor de verschillende groepen geldt en naar rato van de beschikbare middelen. Daarbij geldt als beleid. - Dekkingsgraad 105% of lager geen indexatie. - 105% < Dekkingsgraad < vereiste dekkingsgraad: alleen indexatie voorzover deze het bedrag in de kostendekkende premie niet overschrijdt en ingeval het de planning herstel reservetekort niet doorkruist. - Dekkingsgraad hoger of gelijk aan vereiste dekkingsgraad: volledige indexatie. Vast te stellen door CAO-partijen. Alleen ingeval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van IVA (nieuwe WAO). Keuze uit: - Geen uitruil. Er is sprake van OP met NP. - 50% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP met een verlaagd NP. - 100% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP (geen NP).
•
•
Franchise
Pensioengrondslag Opbouwpercentage • Nabestaandenpensioen (NP) • •
•
26
•
Wezenpensioen Indexatie actieve deelnemers
•
Indexatie gewezen deelnemers en gepensioneerden
•
Toekenning indexatie
• •
Deelnemersbijdrage Premievrije voortzetting IVA
•
Pensioenuitruil
Rekenvoorbeelden basispensioenregeling Groothandel in Eieren Rekenvoorbeeld 1 Pensioen volgens de vaste bedragenregeling
Ans verdient € 20.000,- bruto per jaar en Kees verdient € 30.000,- bruto per jaar. Ans is al 10 jaar werkzaam in de sector Groothandel in Eieren en Kees 20 jaar. Beiden nemen deel in de vaste bedragenregeling van Bpf AVH. Op de in maart 2005 ontvangen pensioenopgave, leest Ans dat zij tot nu toe € 825,- aan ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Op de opgave staat ook haar maximaal te bereiken ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, namelijk € 3.300,- bruto per jaar als aanvulling op de AOW. Ans vraagt aan haar collega Kees of deze opgave juist is. Kees stelt haar gerust en zegt dat de opgave juist is. Hij vertelt dat hij € 1.650,- aan pensioen heeft opgebouwd. En dat is precies twee keer de pensioenopbouw van Ans. Hij heeft namelijk al 20 deelnemingsjaren en Ans pas 10. Kees heeft zich al een tijdje in het pensioenreglement verdiept. Hij legt aan Ans uit dat het bestuur van Bpf AVH ieder jaar de hoogte van het bedrag vaststelt voor het maximaal te bereiken ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, het zogenoemde normpensioen. Dit bedrag is voor iedereen gelijk en is dit jaar € 3.300,-. Het bestuur van Bpf AVH kan het bedrag jaarlijks verhogen, maar zij is daartoe niet verplicht. Aangezien zowel Ans als Kees nog geen 40 jaar heeft deelgenomen bedraagt de opbouw een evenredig deel van het normpensioen, namelijk voor Kees 20/40 maal € 3.300,- € 1.650,- en voor Ans 10/40 maal € 3.300,- = € 825,-.
Rekenvoorbeeld 2 Pensioenberekening volgens de middelloonregeling (met vaste bedragen verleden)
Peter is 40 jaar en is sinds zijn 25ste werkzaam in de sector Groothandel Eieren. Zijn salaris is € 22.000,- bruto per jaar incl. vakantietoeslag. Hij heeft in het AVH Magazine gelezen dat zijn pensioenregeling per 1-1-2006 zal wijzigen. De vaste bedragenregeling verdwijnt en daarvoor komt in de plaats een middelloon pensioenregeling. Peter wil hiervan meer weten en besluit om Bpf AVH te bellen. Eén van de medewerkers vertelt hem dat hij tot 1 januari 2006 volgens deze regeling 15/40 maal € 3.300,- = € 1.238,- aan ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Vanaf 2006 bouwt hij pensioen volgens de middelloonregeling op. Zijn maximaal te behalen ouderdomspensioen bedraagt volgens deze regeling bij ongewijzigd salaris: 25 x 1,6% x € 8.000,- (€ 22.000,- – € 14.000,-) = € 3.200,-. In totaal kan Peter dus € 4.438,- ouderdomspensioen opbouwen. Samen met een AOW-uitkering (dubbel) van € 16.300,- ontvangt zij een oudedagsvoorziening van € 20.738,-. Dit is 94% van zijn salaris.
27
Samenvatting basispensioenregeling Groothandel in Eieren
Vervroeging van het ouderdomspensioen
Marcella (35 jaar) heeft in het AVH Magazine gelezen dat het ook mogelijk is om haar ouderdomspensioen eerder in te laten gaan. Haar gemiddelde salaris is € 21.000,- bruto per incl. vakantietoeslag. Zij vraagt aan één van de medewerkers van Bpf AVH wat zij aan pensioen zal ontvangen op 63 jaar. Deze medewerker rekent haar voor dat haar maximaal te behalen ouderdomspensioen op 63 jaar € 3.136,bedraagt (28 x 1,6% x € 7.000,- volgens de middelloonregeling)+ € 825,- (10/40 maal € 3.300,- volgens de vast bedragenregeling) = € 3.961,-. Wanneer Marcella dit ouderdomspensioen op 63 jaar laat ingaan dan ontvangt zij tot 65 jaar € 16.816,- bruto per jaar en vanaf 65 jaar levenslang € 17.641,- bruto per jaar (incl. de dubbele AOW).
Rekenvoorbeeld 4
28
Berekening van het nabestaandenpensioen
Peter (zie rekenvoorbeeld 2) is getrouwd met Anja en heeft twee kinderen (12 en 10 jaar). Een vriend van hem is op zeer jonge leeftijd overleden. Dat zet Peter aan het denken. Wat gebeurt er eigenlijk als hijzelf komt te overlijden. Waarop kunnen Anja en de kinderen dan rekenen? Peter belt weer met Bpf AVH. Daar wordt aan hem verteld dat het nabestaandenpensioen voor zijn partner tot 1 januari 2006 70% bedraagt van het ouderdomspensioen en daarna 50% van het ouderdomspensioen. Voor de berekening van het ouderdomspensioen maakt het niet zoveel uit op welke leeftijd Peter komt te overlijden. Bij overlijden wordt altijd uitgegaan van een opbouw van het ouderdomspensioen tot het 65ste jaar. Peter moet dan wel op het moment van overlijden actief deelnemer zijn bij Bpf AVH. Ervan uitgaande dat het normpensioen van
de vaste bedragenregeling € 3.300,- en zijn gemiddelde salaris tot overlijden zo’n € 22.000,- bedraagt, dan ontvangt Anja bij het overlijden van Peter bruto per jaar € 2.467,- { € 867,- (70% van € 1.238,volgens de vaste bedragenregeling) + € 1.600,- (50% van € 3.200,- volgens de middelloonregeling)} aan nabestaandenpensioen in aanvulling op haar evt. ANWuitkering. Peter zijn kinderen hebben ieder recht op een wezenpensioen. De hoogte daarvan bedraagt bruto per jaar € 493,{€ 173,- (14% van € 1.238,- volgens de vaste bedragenregeling) + € 320,- (10% van € 3.200,- volgens de middelloonregeling)} .
Rekenvoorbeeld 5 Pensioenuitruil (uitruil nabestaandenpensioen in extra ouderdomspensioen)
Jan is gehuwd met Marlies. Hij wordt op 26 december 2008 65 jaar. Jan heeft er niet voor gekozen om gebruik te maken van de 55-plusregeling. Op grond van deze regeling kan hij aanspraak maken op een uitkering ineens. Jan weet dat, maar hij is benieuwd wat hij aan ouderdomspensioen zal ontvangen op 65 jarige leeftijd. Bij Bpf AVH informeren zij wat Jan aan ouderdomspensioen kan verwachten. Een medewerker legt uit dat Jan tot 2006 32 jaar in de vaste bedragenregeling heeft deelgenomen. Zijn opgebouwde ouderdomspensioen volgens die regeling bedraagt 32/40 x € 3.300,- = € 2.640,-. Jan kan nog 2 jaar en 11 maanden in de middelloonregeling pensioen opbouwen. Uitgaande van zijn gemiddelde salaris van € 28.000,- per jaar bedraagt de pensioenopbouw volgens deze regeling € 653,{2 11/12 x 1,6% x € 14.000,- (€ 28.000 - € 14.000)}. In totaal zal het ouderdomspensioen van Paul € 3.293,- bruto per jaar bedragen. De AVH-medewerker heeft hen een brochure meegegeven. In deze brochure lezen
zij dat zij samen kunnen kiezen voor geen of wel pensioenuitruil. Daarnaast kan gekozen worden voor (50% of 100%). Aan de hand van het rekenvoorbeeld uit de brochure, stellen zij vast, dat: wanneer zij kiezen voor het ouderdomspensioen met het meeverzekerde nabestaandenpensioen dat dan het ouderdomspensioen van € 3.293,- per jaar in aanvulling op de AOW aan Jan tot zijn overlijden zal worden uitbetaald. Bij zijn overlijden wordt aan Marlies tot haar overlijden een nabestaandenpensioen uitbetaald van € 2.175,- per jaar { (70% van € 2.640,- = € 1.848,- volgens de vaste bedragenregeling) + (50% van € 653,- = € 327,- volgens de middelloonregeling) in aanvulling op een eventuele uitkering volgens de Algemene Nabestaandenwet. Wanneer zij kiezen voor 50% uitruil van het nabestaandenpensioen, dan zal het ouderdomspensioen € 3.456,- per jaar bedragen. Bij zijn overlijden wordt aan Marlies een levenslang nabestaandenpensioen uitbetaald van € 1.088,-. Wanneer zij kiezen voor 100% uitruil van het nabestaandenpensioen, dat dan het ouderdomspensioen € 3.619,- per jaar bedraagt. Bij zijn overlijden wordt aan Marlies geen nabestaandenpensioen uitbetaald. Jan en Marlies spreken af dat zij voor het ouderdomspensioen met het meeverzekerde nabestaandenpensioen. zullen kiezen.
Rekenvoorbeeld 6 Berekening van de premievrije aanspraak
Leonie (30 jaar) gaat met ingang van 1 januari 2006 in de sector Groothandel in Eieren werken. Daarvoor heeft zij in de vleessector gewerkt. Ze vraagt zich af wat er nu met haar opgebouwde pensioen zal gebeuren bij Bpf AVH wanneer zij bijvoorbeeld na vijf jaar weer besluit om in de vleessector te gaan werken.
Leonie krijgt van Bpf AVH te horen dat zij dan 5 jaar pensioen heeft opgebouwd. Uitgaande van een gemiddeld jaarsalaris van € 20.000,- heeft Leonie dan 5 x 1,6% x € 6.000,- = € 480,- opgebouwd. Deze aanspraken blijven bij Bpf AVH staan. Omdat Leonie dan geen pensioenpremie meer betaalt, worden deze aanspraken ook wel premievrij genoemd. Leonie zou dan kunnen overwegen om haar aanspraken te laten overdragen aan het pensioenfonds in de vleessector. Doet zij dat niet, dan krijgt Leonie op 65-jarige leeftijd van Bpf AVH een ouderdomspensioen van € 480,bruto per jaar. Het bestuur van Bpf AVH streeft ernaar, onder de voorwaarde dat de financiële middelen dit toelaten, om de premievrije aanspraken zoveel mogelijk aan de stijging van het prijsindexcijfer aan te passen. Daarvoor heeft het bestuur een voorwaardelijk indexatiebeleid vastgesteld dat Leonie kan nalezen in de brochure die zij bij Bpf AVH krijgt overhandigd.
29
Rekenvoorbeeld 3
Belangrijke adressen
De Nederlandse Aardappel Organisatie Postbus 84102 2508 AC Den Haag Telefoon (070) 358 93 31 Website www.nao.nl
Frugi Venta Postbus 90410 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 335 50 10 Website www.frugiventa.nl
GemZu (VNK) Patrijsweg 58 2289 EX Rijswijk Telefoon (070) 413 19 10 Website www.gemzu.nl
CNV Dienstenbond Postbus 3135 2130 KC Hoofddorp Telefoon (023) 565 10 52 Website www.cnvdibo.nl
CNV Bedrijvenbond Postbus 327 3990 GC Houten Telefoon 0900 77 00 770 Website www.cnvbedrijvenbond.nl
De Unie Postbus 400 4100 AK Culemborg Telefoon (0345) 851 851 Website www.deunie.nl
FNV Bondgenoten Postbus 9208 3506 GE Utrecht Telefoon (030) 585 60 00 Website www.fnvbondgenoten.nl
VPGaard en VUGaard VPGaard is de vroegpensioenregeling voor de AGF-groothandel. Deze regeling is beëindigd per 1 januari 2006. VUGaard is de uitvoerder van de zogenoemde 55-plusregeling voor de AGF-groothandel. Volgens deze regeling kunnen werknemers die op 1 januari 2005 55 jaar en ouder zijn onder bepaalde voorwaarden eerder stoppen met werken. Voor informatie over deze regelingen kunt u terecht bij Bpf AVH en bij:
30
PVF Achmea Postbus 9251 1006 AG Amsterdam Telefoon (020) 607 26 26 E-mail
[email protected]
VUT-EI VUT-Ei is de uitvoerder van de zogenoemde 55-plusregeling voor de sector Groothandel in Eieren. Volgens deze regeling kunnen werknemers die op 1 januari 2005 55 jaar en ouder zijn onder bepaalde voorwaarden eerder stoppen met werken. Voor informatie over deze regeling kunt u terecht bij: Prins Mauritsplein 29 2582 ND Den Haag Telefoon (070) 338 10 20
Stichting FVP De Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) levert onder voorwaarden kosteloos een bijdrage aan de beperking van de pensioenbreuk bij werkloosheid. Als u werkloos wordt en u bent 40 jaar of ouder, dan kunt u mogelijk gebruik maken van deze regeling. Postbus 22667 1100 DD Amsterdam Zuidoost Telefoon (020) 656 91 51 Fax (020) 656 91 00 E-mail
[email protected] Website www.fvp.nl
Sociale Verzekeringsbank De Sociale Verzekeringsbank voert de AOW en de Anw namens de overheid uit. De AOW (Algemene Ouderdomswet) is een basispensioen voor mensen die 65 jaar of ouder zijn. Daarnaast kent de AOW een toeslag voor partners jonger dan 65 jaar, die lage eigen inkomsten of helemaal geen inkomsten hebben. De nabestaandenuitkering Anw is een financiële ondersteuning van de overheid na het overlijden van een partner of ouders. Als nabestaande komt u in aanmerking voor een uitkering als u jonger
bent dan 65 jaar en uw partner op de datum van overlijden verzekerd was voor de Anw. Daarnaast moet u ook aan één van de volgende voorwaarden voldoen: u bent geboren voor 1950, of u heeft een kind onder de 18 jaar, of u bent voor tenminste 45% arbeidsongeschikt. Hoofdkantoor Amstelveen Postbus 1100, 1180 BH Amstelveen Telefoon (020) 656 56 56 Fax (020) 656 50 00 Website www.svb.nl
Beroepscommissie Bpf AVH Een (gewezen) deelnemer, gepensioneerde en nabestaande die van oordeel zijn dat hun belangen zijn geschonden door een beslissing van BpfAVH, die kunnen hiertegen binnen 1 maand na dagtekening van de beslissing beroep instellen bij de commissie. De commissie is samengesteld uit onafhankelijke leden. Prins Mauritsplein 29 2582 ND Den Haag Telefoon (070) 338 10 20
Ombudsman Pensioenen De Ombudsman Pensioenen is een onafhankelijke instelling die klachten en geschillen behandeld over de uitvoering van een pensioenreglement. Postbus 93560 2509 AN Den Haag Telefoon (070) 333 89 65 Internet www.ombudsmanpensioenen.nl
31
De Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren Postbus 389 2700 AJ Zoetermeer Telefoon (079) 363 43 34 Website www.anevei.nl
Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Postbus 84330 2508 AH ’s-Gravenhage Telefoon (070) 338 10 20 Fax (070) 350 35 31 Internet www.bpfavh.nl E-mail
[email protected]