Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien
Indeling presentatie • Basis “verkeersregels” (herhaling voor mensen met eerdere opleiding) • Suggesties tav gedrag en veiligheid - “Varen doe je samen” • Tips van de KNRM
Verkeersregels op het binnenwater • Voor gig-roeiers van direct belang: • Scheepvaartverkeerswet • Binnenvaartpolitiereglement (BPR)
• Voor specifieke wateren: • • • • • • •
Scheepvaartreglement territoriale zee (incl. aanloop Scheveningen) Rijnvaartpolitiereglement (RPR) Scheepvaartreglement kanaal van Gent naar Terneuzen (roeien af te raden) Scheepvaartreglement Westerschelde (roeien af te raden) Int. Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee Scheepvaartreglement Eemsmonding Scheepvaartreglement gemeenschappelijke Maas
Scheepvaartverkeerswet • Wettelijke basis verkeersregels in de verschillende reglementen • Art 27 – de uitzonderlijke regels mbt alcohol in het scheepvaartverkeer • 1ste & 2de lid: max 0,5 promille alcohol • 4de lid: “klein schip”: >0,5 promille alcohol èn (dreiging van) hinder voor overig verkeer -> verboden • 5de lid: definitie “klein schip” 4de lid: • een schip met een lengte van minder dan 20 meter dat uitsluitend door spierkracht wordt voortbewogen (waaronder dus roeisloepen); of • een schip met een lengte van minder dan 5 meter dat uitsluitend door middel van zijn zeilen wordt voortbewogen of dat ter voortbeweging gebruik maakt van een motor waarmee geen hogere snelheid bereikt kan worden dan zes kilometer per uur.
• Hoe veilig is beschonken roeien? -> Goed zeemanschap
Binnenvaartpolitiereglement (BPR) • Overal behalve in gebieden waarvoor afwijkende regels zijn vastgesteld • Hoofdregels en afwijkingen van deze hoofdregels • Prioriteit: aanwijzingen > verkeerstekens > verkeersregels • Een schipper moet volgens goede zeemanschap alle maatregelen en acties (onder)nemen die uit het de belangen van veiligheid (levensgevaar / schade / veiligheid & vlot verloop scheepvaart) voortvloeien; • Als in bijzondere omstandigheden de belangen ten aanzien van veiligheid en goede orde van de scheepvaart erom vragen moet ook worden afgeweken van de verkeersregels in het BPR.
Structuur BPR • Definities en algemene bepalingen (H1) • Kentekens (van schepen) (H2) • Optische tekens van schepen (H3) • Geluidsseinen/marifoon/radar (H4) • Verkeerstekens (H5) • Vaarregels (H6) • Regels voor het ligplaats nemen (H7) • Aanvullende bepalingen (H8-H13)
Definities • groot schip alles wat geen klein schip is (“schip niet zijnde een klein schip”) • klein schip: (alleen de bepaling over de lengte) schip waarvan de lengte minder dan 20 m bedraagt, waartoe als de lengte wordt aangemerkt de afstand van de voorkant van het voorste tot de achterkant van het achterste vaste deel van de romp, zonder de boegspriet, de papegaaistok en het trimvlak, … Sinds het Binnenvaartpolitiereglement het Vaarreglement heeft vervangen (1983) heeft “beroepsvaart” geen status meer in de voorrangsregels op het water: enkele – veelal beroepsmatig gebruikte – vaartuigen hebben dat wel (schip dat groot schip sleept, assisteert, duwt of meevoert; passagiersschip (>12 personen); vissersschip; duwbak) -> dit zijn “grote schepen” in de zin van het BPR ; de veerpont heeft een bijzondere status
Optische tekens – klein schip (1) • Klein door spierkracht voortbewogen schip (roeisloep)
Een wit gewoon rondom schijnend wit licht (een wit “gewoon licht” is zichtbaar op een afstand van 1 tot 2 zeemijl – EN14744)
Optische tekens – klein schip (2) • Klein motorschip
(<7m & <13 km/h)
Optische tekens – klein schip (3) • Klein zeilschip
(<7 m)
Optische tekens – algemeen en groot schip • Algemeen: de streken waarbinnen een licht kan worden waargenomen •
Voor een groot schip:
Vaarregels – begrippen • naderen op tegengestelde koersen: elkaar naderen van twee schepen op koersen die recht of vrijwel recht aan elkaar tegengesteld zijn; • oplopen: naderen door een schip van een ander schip uit een richting van meer dan 22°30´ achterlijker dan dwars van dat schip; • voorbijlopen: manoeuvre die het gevolg is van oplopen totdat de schepen geheel vrij van elkaar zijn; • kruisende koersen: elkaar naderen van twee schepen onder zodanige hoek, dat er geen sprake is van naderen op tegengestelde koers dan wel oplopen; in geval van twijfel wordt er geacht sprake te zijn van naderen op tegengestelde koersen dan wel oplopen;
Vaarregels – Hoofdregel 1: stuurboordswal • Indien twee schepen elkaar zodanig naderen op tegengestelde koersen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet het schip dat niet de stuurboordszijde van het vaarwater volgt voorrang verlenen aan het schip dat de stuurboordszijde van het vaarwater volgt; • Indien de koersen van twee schepen elkaar zodanig kruisen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet het schip dat niet de stuurboordszijde van het vaarwater volgt voorrang verlenen aan het schip dat de stuurboordszijde van het vaarwater volgt.
Vaarregels – Hoofdregel 2: klein wijkt voor groot • Indien een groot schip en een klein schip elkaar zodanig naderen op tegengestelde koersen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet, ingeval geen der schepen de stuurboordszijde van het vaarwater volgt, het kleine schip voorrang verlenen aan het grote schip; • Indien de koersen van een groot schip en een klein schip elkaar zodanig kruisen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet, ingeval geen der schepen de stuurboordszijde van het vaarwater volgt, het kleine schip voorrang verlenen aan het grote schip.
Vaarregels – Hoofdregel 3: zeil > spier > motor • Indien een klein motorschip, een klein zeilschip of een klein door spierkracht voortbewogen schip elkaar zodanig naderen op tegengestelde koersen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet, ingeval geen der schepen de stuurboordszijde van het vaarwater volgt, het motorschip voorrang verlenen aan het andere schip en moet het door spierkracht voortbewogen schip voorrang verlenen aan het zeilschip; • Indien de koersen van een klein motorschip, een klein zeilschip of een klein door spierkracht voortbewogen schip elkaar zodanig kruisen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet, ingeval geen der schepen de stuurboordszijde van het vaarwater volgt, het motorschip voorrang verlenen aan het andere schip en moet het door spierkracht voortbewogen schip voorrang verlenen aan het zeilschip.
Vaarregels – Hoofdregel 4: “rechts heeft voorrang” • Indien de koersen van twee door spierkracht voortbewogen schepen elkaar zodanig kruisen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet, ingeval geen der schepen de stuurboordszijde van het vaarwater volgt, het schip dat van bakboord nadert voorrang verlenen aan het schip dat van stuurboord nadert.
Vaarregels – Hoofdregel 5: “rechts houden” • Indien twee door spierkracht voortbewogen schepen elkaar zodanig naderen op tegengestelde koersen, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet, ingeval geen der schepen de stuurboordszijde van het vaarwater volgt, elk van beide naar stuurboord uitwijken, zodat zij elkaar bakboord op bakboord voorbijvaren.
Vaarregels – Hoofdregel 6: “links inhalen” • In beginsel moet de oploper aan bakboord van de opgelopene voorbijlopen. Indien daartoe ruimte is, mag echter de oploper aan stuurboord van de opgelopene voorbijlopen.
Bijzondere situatie: veerpont • Veerpont: schip dat een veerdienst onderhoudt, waarbij de vaarweg wordt overgestoken, en dat door de bevoegde autoriteit als veerpont is aangemerkt (verkeerstekens & optische kentekens pont) • Een veerpont mag slechts vertrekken, keren of het vaarwater oversteken, nadat hij zich er van heeft vergewist dat dit zonder gevaar kan geschieden. • Een veerpont mag bij vertrek, keren of oversteken van het vaarwater medewerking verlangen van een groot schip. • Een klein schip moet voorrang verlenen aan een vertrekkende, kerende of overstekende veerpont.
Plaatselijke regels, voorbeeld: Scheveningen • Scheepvaartreglement territoriale zee / Verordening Scheveningen haven 2008 • Meldingsplicht voor in- of uitvaren haven op kanaal 21 • Uitvaarverbod bij zicht <500 m
Lichten van bruggen (en sluizen etc) 1 • verboden doorvaartopening • hetzij rode vaste lichten
hetzij rood-wit-rode rechthoekige borden
Lichten van bruggen (en sluizen etc) 2 • doorvaart uit de tegengestelde richting verboden
Lichten van bruggen (en sluizen etc) 3 • doorvaart uit de tegengestelde richting toegestaan
Veiligheid – Varen doe je samen • Zorg dat je gezien wordt – draag het liefst oranje of geel • Kijk voldoende achterom (op de vaarwegen – tip voor roeiers zonder stuur) • Geef elkaar de ruimte (let op zuiging) • Denk aan de dode hoek van binnenvaartschepen • Vaar een duidelijke koers
Veiligheid – Varen doe je samen (2) • Laat schepen snel passeren • Hoornstoot bij gevaar (die kan voor u bedoeld zijn) • Haven uit, vaarweg in (met name bij lage boten – gig – kan het gebeuren dat u pas gezien wordt als u op de vaarweg bent) • Ga alleen een vaarweg op bij >500m zicht (of neem zichtbaarheid-verhogende maatregelen) • Leer de vaarregels
De regels – wie moet wat weten? • Minimaal één persoon aan boord die goed op de hoogte is van de geldende regels (CWO niveau 3 / klein vaarbewijs) • Iedereen die stuurt kennis van de regels op niveau CWO 2 • http://www.cwo.nl/ >> “Eisen CWO diploma’s” >> roeien CWO roeien is m.n. gericht op scouting, maar de inhoud is breder toepasbaar
Veiligheid – Tips van de KNRM • KNRM: “een zwemvest werkt alleen als je ‘m draagt” • Laat het thuisfront weten waar je bent (en in de donkere dagen bijvoorbeeld wanneer je de haven weer invaart) • Ga alleen het water op als je bent opgewassen tegen de (verwachte) omstandigheden • Zorg dat je veiligheidsuitrusting op orde is (checklist)
In elkaars vaarwater – verdere informatie • Rijkswaterstaat heeft met partners de film “In elkaars vaarwater” gemaakt – te vinden op http://www.varendoejesamen.nl/ • Op de website van “Varen doe je samen” zijn ook knooppuntenboekjes te vinden met tips voor lastige punten in het (hoofd-)vaarwegennet • (Bijna) alle informatie is ook te vinden in de “Varen doe je samen” app voor Android en iOS (in de appstores) • Tips van de KNRM op http://www.knrm.nl/downloads/ • Materiaal voor het clubblad: http://www.knrm.nl/downloads/knrmpreventie/artikelen/