gemeente Eindhoven
Raadsnummer Inboeknummer 12BST02184 Beslisdatum B&W Dossiernummer
RaadsvoorstelMeerjaren Investeringsprogramma 2013 na MKBA
Inleiding De gemeente Eindhoven wil blijvend investeren in de stad, ook in tijden van financiële krapte. Investeren is noodzakelijk om de stad in een goede staat te houden en is goed voor de werkgelegenheid in Eindhoven. Met het vaststellen van het MIP wordt een besluit genomen over het al dan niet doorgaan van een aantal investeringsprojecten 2013. Bij de behandeling van de begroting 2013-2016 heeft de Gemeenteraad gesproken over de 1e versie van het Meerjaren Investeringsprogramma 2013-2016 (MIP 20132016). Daarbij is aangegeven dat het huidige investeringsvolume de beschikbare kasmiddelen overstijgt. Er is aangegeven dat het duidelijk is dat de eerder geplande uitgaven in tijdvak 2012 / 2013 en volgende jaren te hoog zijn ten opzichte van de geplande inkomsten. De netto kasstroom is niet in evenwicht. Dit komt onder andere omdat uitgaven vaak vooraf gaan aan de inkomsten zoals bijvoorbeeld bij de grondexploitaties. Om investeringen mogelijk te maken is het noodzakelijk om geld te lenen. Het lenen van geld gaat gepaard met extra rentelasten. Er is besloten om in de begroting vanaf 2013 een extra rentelast op te nemen, zodat de gemeente de komende jaren kan blijven investeren in de stad. Ook met het aantrekken van extra geld is het niet mogelijk om alle voorgenomen investeringen die nu in de planning zitten voor 2013 te betalen. Deze constatering heeft er toe geleid dat er een scherpere prioritering moet plaatsvinden. Deze extra opgave is onderkend bij de voorbereiding en bespreking van het Meerjaren Investeringsprogramma en hierop is actie uitgezet.
Bestuurlijk kader a Wettelijke taak a Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college
b
Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.
Raadsnummer
Doelstelling Het MIP is een document waar de integrale afweging van investeringen voor een periode van 4 jaar (2013 – 2016) wordt gepresenteerd. Bij de integrale afweging spelen inhoudelijke en financiële criteria een rol. Inhoudelijk belangrijke thema’s zijn identiek aan het MIP 2012, te weten: onderwijs, kennisinfrastructuur, Openbaar Vervoer en wijkaanpak. Daarnaast spelen bij de keuze om een investeringen door te laten gaan de maatschappelijke belangen een rol.
Voorstel Het gewijzigde MIP 2013-2016 vaststellen en daarmee: 1. In te stemmen met het doorzetten van de investeringen 2013 uit de categorieën ‘niet te beïnvloeden’ en ‘voort te zetten’. 2. Kennis te nemen van het voorgestelde vervolgproces om te komen tot een continue afweging van beschikbare liquide middelen en op te starten investeringen inclusief de bijbehorende maatregelen om dit mogelijk te maken Argumenten 1. In te stemmen met het doorzetten van de investeringen 2013 uit de categorieën ‘niet te beïnvloeden’ en ‘voort te zetten’. Er is een nieuw analysekader opgesteld waarlangs de investeringen zijn gelegd. Het is een kader waarmee de investeringen kunnen worden beoordeeld op maatschappelijke effecten; een vorm van Quickscan Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse (MKBA). In het analysekader staan vier hoofdcriteria centraal: Legitimiteit: moet de gemeente het doen en in welke mate? Effectiviteit: in hoeverre draagt het bij aan de ontwikkelingen en doelen die de gemeente heeft gesteld? Efficiency: doen we het zo doelmatig mogelijk? Risico’s: zijn alle risico’s in beeld? Aan de hand van de uitkomsten op deze hoofdvragen is het mogelijk om een nadere categorisering op de projecten aan te geven, - Voort te zetten; - Niet te beïnvloeden; - Te optimaliseren; - Te herijken; - Te stoppen; - Niet te beoordelen doordat er onvoldoende informatie beschikbaar is.
2
Raadsnummer
In eerste instantie zijn de investeringen uit het MIP betrokken in de MKBA. Gaande weg het proces is ervoor gekozen ook investeringen vanuit de exploitatie (die in de reguliere begroting zijn opgenomen) te betrekken bij het MKBA. Dit om het ‘besparingspotentieel’ te verhogen. Uit de resultaten van het MKBA blijkt dat het mogelijk is om voor afgerond € 40 mln projecten te faseren tot na 2016. Deze fasering wordt als zodanig verwerkt. Hiermee wordt het benodigde investeringsvolume en de daarmee samenhangende kasstromen voor 2013 tot en met 2016 verlaagd. Deze verlaging is nog onvoldoende om, rekening houdend met de mogelijkheid tot het aangaan van een lening, de geprognosticeerde uitgaven te kunnen doen dan wel ruimte te creëren om initiatieven die in 2013 ontstaan mogelijk te maken. Daarom wordt voorgesteld om nu alleen een besluit te nemen over de projecten die starten in 2013 en positief scoren in de MKBA. Dit betekent dat de gemeente Eindhoven voor een bedrag van € 78 miljoen in 2013 en een bedrag van € 48 miljoen in 2014 en verder blijft investeren. Voor alle andere projecten wordt vooralsnog geen besluit genomen. Voor een overzicht van de projecten verwijzen we naar de bijlage. 2. Kennis te nemen van het voorgestelde vervolgproces om te komen tot een continue afweging van beschikbare liquide middelen en op te starten investeringen inclusief de bijbehorende maatregelen om dit mogelijk te maken Uit het MKBA is een aantal maatregelen (onderzoeksvragen) geformuleerd die het liquiditeitssaldo (positief) kunnen beïnvloeden. Zo zal er gekeken worden naar alternatieve financieringsvormen van bestaande (en nieuwe) investeringen. Hierbij valt onder andere te denken aan DBFMO (zoals bij de internationale school is gehanteerd), lease en doordecentralisatie van onderwijshuisvesting. Ook wordt gekeken naar onder andere de onderhoudsystematiek en consequenties voor de investeringen van het eventueel afschaffen van het BTW compensatiefonds. Het kan financieel aantrekkelijk zijn om, ondanks een tekort aan liquiditeiten, investeringen uit 2014 en verder na voren te halen. Dit levert een voordeel op aangezien de BTW dan nog via het BTW compensatiefonds geclaimd kan worden. Dit voordeel moet opwegen tegen de hogere rentelast die betaald moet worden als voor deze investeringen een extra lening wordt aangegaan. In het eerste kwartaal 2013 worden deze voorstellen uitgewerkt. Ook wordt een andere betaalsystematiek voor onderwijshuisvesting voorgesteld. Vanaf heden zal de gemeentelijke bijdrage niet meer ineens vooraf worden betaald, maar op declaratiebasis. Hierdoor ontstaat een betere spreiding van de uitgaven over de totale investeringsperiode.
3
Raadsnummer
Op dit moment heeft elke investering een eigen post onvoorzien. Deze individuele posten worden van de projecten afgezonderd en zullen centraal worden beheerd. We verwachten dat er op deze manier beter op de projecten wordt gestuurd en hierdoor ook een besparing zal opleveren. In het eerste kwartaal van 2013 zal ook kritisch worden gekeken naar de planning van het onderhoud van en de vervangingsinvesteringen in panden die gemeentelijk eigendom zijn (sport, cultuur en maatschappelijk vastgoed). Uit de praktijk blijkt dat de cyclische planning niet altijd volledig wordt uitgevoerd. Voordat er wordt overgegaan tot uitvoeren van het onderhoud, wordt er gekeken of het nu daadwerkelijk nodig is. Is het niet noodzakelijk dan wordt er niet tot uitvoeren overgegaan. De kasstromen staan echter wel geprognosticeerd en leggen ongewenst een claim op de kasstromen. Er wordt nu onderzocht of er op basis van ervaringscijfers en inspecties niet eerder inzicht bestaat in de fasering zodat de kasstromen tijdig kunnen worden aangepast. Tegelijkertijd wordt ook inzichtelijk gemaakt of de structurele lasten verlaagd kunnen worden als er een trend in fasering te ontdekken is. Ondanks de moeilijke tijd blijft de gemeente in 2013 investeren. Dit betekent dat de projecten 2013 in de categorieën ‘niet te beïnvloeden’ en ‘voort te zetten’ door zullen gaan. De projecten 2013 uit de andere categorieën (‘te optimaliseren’ en ‘te herijken’) worden in het eerste kwartaal nader beoordeeld en geprioriteerd. Opdracht hierbij is nogmaals kritisch te kijken naar de fasering en de hoogte van de investering en de onlosmakelijke samenhang van deze projecten met de projecten in de categorieën ‘voort te zetten’ en ‘niet te beïnvloeden’. Er wordt niet alleen gekeken naar de investering zelf, maar naar de consequenties van de totale businesscase en naar liquiditeiten. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een investering met een negatieve kasstroom (meer uitgaven dan inkomsten) toch wordt gehonoreerd als dit een verlaging van de structurele lasten en kasstroom met zich mee brengt. In het eerste kwartaal van 2013 ontstaat er een actueler inzicht in de benodigde kasstromen en in de beschikbare liquiditeiten als gevolg van de voorgestelde maatregelen. Ook heeft dan herijking van het MPG plaats gevonden. Afhankelijk van de ruimte in de liquiditeiten zullen er in 2013 (geprioriteerde) projecten uit de categorieën ‘te optimaliseren’ en ‘te herijken’ gehonoreerd gaan worden. Hierover zal separate besluitvorming plaatsvinden. Het is een continu proces waarbij telkens afstemming plaats vindt tussen de benodigde en beschikbare liquiditeiten, met als doel, niet te hard remmen maar ook niet te laat bijsturen.
4
Raadsnummer
In het tweede kwartaal van 2013 zullen alle investeringen 2014 en verder op dezelfde wijze onder de loep zijn genomen. Ook hiervoor geldt dat er separate voorstellen worden gedaan. Alle maatregelen zijn gericht op het continu actualiseren en verbeteren van het inzicht in de liquiditeiten, zodat er niet onnodig ‘op de rem wordt getrapt’ maar ook niet te laat wordt ingegrepen. Ook worden alleen die investeringen meegenomen die opgenomen zijn of worden in het MIP en daarmee integraal worden afgewogen.
Kanttekeningen Het kasstroom saldo is continu in beweging Er moet strak worden gestuurd op de kasstromen. De consequenties van afwijkingen in de uitvoering moeten voor de kasstromen inzichtelijk worden gemaakt. De inkomsten op de grondexploitaties maken een groot deel uit van de kasstroom en worden bij het MPG herijkt. De consequenties van de actualisering zijn momenteel niet in te schatten, evenals de hardheid ervan. Het is daarom noodzakelijk om continu inzicht te hebben en te sturen op de kasstromen om ‘niet te hard op de rem te trappen’ maar ook tijdig bij te kunnen sturen. Motie PvdA Mobiliteitsfonds en toezegging aan D 66 Parkeeropbrengsten De uitwerking van de Motie PvdA over het Mobiliteitsfonds en toezegging aan D 66 omtrent de Parkeeropbrengsten zijn in het huidige MIP niet verwerkt. Voor de behandeling van het MIP in de raad zult u middels een nadere toelichting worden geïnformeerd over de uitwerking/oplossingsrichting. Kosten Er wordt voorgesteld om nu alleen een besluit te nemen over de projecten die starten in 2013 en positief scoren in de MKBA. Dit betekent dat de gemeente Eindhoven voor een bedrag van € 78 miljoen in 2013 en een bedrag van € 48 miljoen in 2014 en verder blijft investeren. De dekking voor deze investeringen is beschikbaar. Op de kasstromen wordt strak gestuurd. Communicatie De consequenties van deze besluitvorming zal met interne en externe betrokken worden gecommuniceerd. Planning en uitvoering Het is betreft een continu proces dat strak gevolgd wordt. Evaluatie Het proces MKBA wordt geëvalueerd en zal worden ingebed in de reguliere processen.
5
Raadsnummer
Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: b MIP boekwerk 2013-2016
b
De bijlagen worden meegestuurd a De bijlagen liggen ter inzage in de leeskamer Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
6
Raadsnummer
Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van ;
besluit: Het gewijzigde MIP 2013-2016 vaststellen en daarmee: 1. In te stemmen met het doorzetten van de investeringen 2013 uit de categorieën ‘niet te beïnvloeden’ en ‘voort te zetten’. 2. Kennis te nemen van het voorgestelde vervolgproces om te komen tot een continue afweging van beschikbare liquide middelen en op te starten investeringen inclusief de bijbehorende maatregelen om dit mogelijk te maken Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
, voorzitter.
, griffier. hvl/CF12031877
7