Artikelen Laatste wijziging: 28 december 2009
Artikelen uit dit dossier: 1. Is het leuk om oud te zijn? 2. Kappen met dat gezeik over die ‘Oudjes’ 3. Gods zaad over Gods akker… 4. De Zilveren Economie 5. De criticasters 6. Generatieconflict? 7. Sun City 8. Sterven de Duitsers uit?
24/12/2009 22/12/2009 22/12/2009 22/12/2009 28/12/2009 28/12/2009 03/12/2009 03/12/2009
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © APS Pensioenteam / Joop van Beek
Is het leuk om oud te zijn? ‘Het uitgeven van geld blijft een kwestie van morele keuzes maken: het opkopen van een grote bank mag wat kosten. Een JSF ook. Ouderenzorg niet.’ (Beschaafde ouderenzorg, Volkskrant 2009)
Een van de grote leugens van deze tijd is dat mensen niet oud worden. Dat ouderdom niets te maken heeft met leeftijd maar alleen met hoe je je voelt. Dat als je maar met je neus richting jeugd gaat staan, dat het dan ook daadwerkelijk die kant uitgaat. Het woord bejaard kan al lang niet meer. Maar de afkeer van het begrip oud is al bijna net zo groot. Meer of minder krasse knarren willen absoluut niet horen dat ze oud zijn. Ook niet dat ze tot de ouderen behoren. Het vrij nieuwe woord senior is inmiddels ook al besmet. Taalkundig is het behelpen. Het Nederlands heeft momenteel geen woord waar mensen van boven de vijftig zich happy bij voelen. In Amerika, waar ze voor alles iets weten te vinden, hebben ze het over de New Aging. Klinkt goed, alsof je aan iets heel nieuws begint, alsof je net bent geboren. Zeker, vergeleken met vroeger is het heerlijk om nu oud te worden. Toen gingen met zestig de luiken dicht, nu gaat vaak een heel nieuwe wereld open. Maar toch zit er ook iets verkrampts in die ontkenning van de leeftijd. Veroudering laat zich niet wegsporten, wegliften, wegreizen. Net zo min als een auto gaat een lichaam eeuwig mee. Veel van de New Aging zullen al snel merken dat ze ook tot de New Aching, de nieuwe lijders gaan horen. Dat was altijd al zo. Maar in alle drukte zijn we het vergeten. (Column Gerard Kessels, DDL 28 augustus 2007)
Oud en ziek zijn horen bij het leven en het is vreselijk als mensen zich een kostenpost voelen. Er is nu eenmaal meer ellende dan vreugde. Wij, in Nederland, kunnen er veel meer van maken. We hebben er alles voor in huis, hebben het verrekte goed en we zeiken over een half procent minder. Maar er gaat wel zestig miljard in de zorg om en dat bedrag moet op tafel komen. Het is paradoxaal dat in het rijke Westen de schaarste aan zorg meer wordt gevoeld dan in minder ontwikkelde landen. Anderzijds kunnen we de welvaart ook niet wegpoetsen. Door de welvaart is steeds meer mogelijk en daardoor moeten we de mogelijkheden afwegen: als we dát doen, kunnen we dít niet meer. Hoe welvarender we worden, hoe groter dat dilemma wordt, want alle medische technieken moeten kunnen. En dat in een samenleving die vergrijst en ontgroent. We kunnen eenvoudig geen nee zeggen tegen welvaart: tegen alles wat mogelijk en voorhanden is. Is het daarom, of misschien desondanks, leuk om oud te zijn? Voor al diegenen die in welstand en goede gezond leven uiteraard wel. Vijfenzestig-plus zijn heeft zo zijn voordelen: korting op het openbaar vervoer, korting in de dierentuin, het museum of het theater, als je in de gevangenis komt hoef je niet te werken en de politie mag geen pepperspray gebruiken tegen ‘personen die zichtbaar ouder zijn dan 65 jaar’. Voor een zeer grote groep is oud zijn echter niet leuk. Amokmakende senioren, bejaarde verslaafden met hiv, ‘multiprobleemdaklozen’ die geen huis maar wel een handicap, verslaving én psychische stoornis hebben. Ze bestaan en zijn van harte welkom in ‘drop-out-land’. Eenzaamheid, armoede en angst. Vele ouderen lijden eronder maar kunnen geen kant op. De problemen worden schromelijk onderschat en velen weten niet van het bestaan daarvan. Daarom onderstaand een impressie. Een groot aantal zaken die ik aanhaal zijn ronduit schokkend. Laat absoluut helder zijn dat ik daarmee geenszins de tienduizenden verplegers en verzorgers die dagelijks onder vaak beroerde omstandigheden en met belabberde middelen hun werk (moeten) verrichten wil Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
diskwalificeren. Verre van. Ik wil ze benoemen, hoewel het slechts een greep is uit een veel omvangrijker probleem, en onder de aandacht brengen om het beeld te nuanceren dat van ouderen en ‘hun wereld’ bestaat. Een beeld dat vooral onder jongere generaties en politici ronduit schokkend en misplaatst is. Effe boodschappen doen Voor velen is dat niet meer weggelegd. Beperkte mobiliteit maakt dat vaak onmogelijk. Een paar cijfers: - in 2008 hadden 530.000 mensen een stok, rollator, rolstoel of ander loophulpje nodig; - in Nederland zijn er 150.000 scootmobielen: jaarlijks komen eer 35.000 bij; - in 2030 zullen er naar verwachting 600.000 zijn; - 1.700 rollatorgebruikers komen jaarlijks als gevolg van ongelukjes met hun rollator in het ziekenhuis terecht.
By the way: de uitvinding van de rollator wordt toegedicht aan ene Bernt Leander uit het Zweedse Hjortsberga: hij monteerde in de jaren zeventig twee extra wieltjes aan een tweelierlooprek.
Zelfstandig oud worden? Circa 500.000 ouderen komen in problemen omdat ze niet in staat zijn tot zelfstandig leven. Ze verwaarlozen zichzelf, vergeten betalingen te doen en vereenzamen, aldus de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC) in 2007. Voorzieningen om deze mensen te helpen ontbreken. Dit staat haaks op de wens van velen om zo lang mogelijk zelfstandig voor zichzelf te zorgen. Het overheidsbeleid is geënt op een scheiding tussen wonen en werk in de ouderensector: steeds meer verzorgingshuizen zijn verdwenen en omgezet in woonzorgcentra voor ouderen die meer maar nog geen intensieve verpleegzorg nodig hebben. In woonzorgcentra moeten ze zelf nog huur betalen, verzekeringen regelen, woontoeslag aanvragen. Dat kunnen er steeds minder. Voorstel van het LOC: woonzorgcentra moeten beschermende woonomgeving bieden à la verzorgingstehuizen. Ouderen blijken zelf vaak hulp te weigeren: pas als iemand ‘een gevaar is voor zichzelf’ kan gedwongen opname volgen. Fraude
‘In mijn buurt lopen junks rond. Ik doe nooit open voor onbekenden. Nu dreigen ze mijn AOW in te trekken. Alsof ik een fraudeur ben.’ 75-jarige Amsterdamse die niet met haar naam in de krant wil…
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) mag ook AOW’ers die niet worden verdacht van fraude onder voorwaarden (weer) controleren door middel van huisbezoeken. In maart moest de uitvoerder van de AOW op last van de voorzieningenrechter in Den Haag nog stoppen met dit soort huisbezoeken aan AOW’ers die niet concreet ergens van worden verdacht. Die voorwaarden zijn (na uitspraken in juli 2007 van de rechtbank Den Haag en september 2007 van rechtbank Amsterdam): - er moet een verdenking zijn van fraude; - de uitkeringsgerechtigde moet toestemming geven om binnen te komen; - de controleur moet voor zijn binnenkomst duidelijk hebben gemaakt dat een weigering van de uitkeringsgerechtigde geen (directe) gevolgen heeft voor de uitkering. Kosten van fraudeonderzoeken: € 4,4 miljoen. Opbrengst: € 1,5 miljoen. Aantal boetes: 2.547 in 2005, 2.730 in 2004. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
In 2004 deed de SVB tegen 328 ouderen aangifte van uitkeringsfraude wegens samenwonen. Onder deze gevallen waren de meeste zó banaal dat ik ze bijna niet durf te vermelden. Een voorbeeldje. Hulp en vriendschap worden genadeloos afgestraft. Bijvoorbeeld in de situatie van, laten we ze Truus en Harrie noemen. Al jarenlang bevriend. Truus’ man was in 1996 overleden. Harrie’s partner in 1999. Truus bleef ’s nachts bij Harrie waken vanwege zijn ernstige hartklachten. Overdag woonde ze gewoon thuis of hielp ze in het huishouden van haar zoon. Als tegenprestatie voor haar hulp aan Harrie mocht ze twee avonden per week bij hem blijven eten. In 2003 stonden ’s morgens vroeg twee sociaal rechercheurs op de stoep. Harrie en Truus werden vijf uur verhoord op het politiebureau en uiteindelijk veroordeeld tot het terugbetalen van in totaal 41.000 AOW wegens ‘samenwonen’. Op 17 februari 2006 maakt toenmalig staatssecretaris Van Hoof van SZW, op aandringen van de Tweede Kamer, bekend dat AOW’ers die tijdelijk samenwonen om iemand te verzorgen of zorg te krijgen niet (meer) moeten worden gekort op hun uitkering. De wetswijziging die hiervoor nodig was is in augustus 2006 ingediend bij de Tweede Kamer: de wet krijgt terugwerkende kracht tot 4 april 2006. Amok Stichting Maatschappelijke Opvang Voorzieningen (MOV) in Limburg heeft aparte woonzorgcomplexen voor onhandelbare senioren die in reguliere seniorencomplexen en bij inwonende familieleden amok maken. Er is een toenemend aantal bejaarde, onhandelbare cliënten, dat bij daklozencentra aanklopt. Het gaat daarbij om zestigplussers met vaak psychiatrische of verslavingsproblemen. Zorgcentra hebben de kennis (en de mensen) niet om met deze agressieve ouderen om te gaan. In Rotterdam bestaat ook een bejaardentehuis voor verslaafden. Willige en makkelijke slachtoffers
‘Gouden tijden voor tasjesrovers, oplichters en inbrekers. Daar zit wel iets in. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Tasjesroof wordt vaak gepleegd door jongeren. Daar zijn er straks minder van. Tegelijkertijd lopen er meer oude, kwetsbare dametjes met hun handtas over straat. Het aanbod groeit. Het roven van tasjes wordt gemakkelijker.’ (Hoogleraar demografie Jan Latten UVA, DDL 11 mei 2006)
Criminoloog Frank Bovenkerk laat in februari 2007 weten: ouderen blijken opvallend vaak dupe van babbeltrucs (geld lenen); dit is opmerkelijk omdat zij minder dan alle andere bevolkingsgroepen het risico lopen slachtoffer te worden van criminaliteit. Volgens het Nationaal Fonds Ouderenhulp (NFO) zijn er jaarlijks 250.000 telefonische pogingen om zestigplussers op te lichten en nog eens 125.000 keer wordt dit ‘aan de deur’ geprobeerd. In 30.000 gevallen zijn de daders succesvol als medewerker van het Nutsbedrijf, bankpersoneel, nieuwe buren, zwangere vrouwen die moeten bellen, glaasje water of toiletbezoek. Ouderen durven daarna deur niet meer open doen en raken in isolement. Actie ‘Deurwacht’ (2007) moet ouderen weerbaarder maken. Ook Europol heeft laten weten dat politiekorpsen in de Europese Landen steeds vaker te maken hebben met geweld en criminaliteit tegen ouderen. Pesten Uit een representatief onderzoek (2009) blijkt dat één op de vijf ouderen in een verzorgingstehuis wel eens wordt gepest door medebewoners. Volgens het verzorgend Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
personeel is zelfs veertig procent daarvan het slachtoffer. Het pestgedrag uit zich in zeer uiteenlopende vormen: van het negeren tot het uitsluiten aan tafel. Ouderen bakenen hun ‘territorium’ af: in de besloten gemeenschap van een ‘tehuis’ ontstaat een nieuwe sociale wereld met eigen normen en regels. De naar hun ervaringen gevraagde ouderen waren gemiddeld 86 jaar oud: driekwart van hen was vrouw. Op het boevenpad
‘Het zijn niet alleen zielige oude mensen die een pak koekjes stelen. Het gaat ook om mishandeling, vernieling of drugshandel’ Onderzoekster Miranda van Turenhout van het OM (april 2009)
Nederlandse senioren kiezen steeds vaker het criminele pad. Het aantal 65-plussers dat voor het eerst met het strafrecht in aanraking kwam, steeg de afgelopen twaalf jaar met 85%. Aldus cijfers van het OM. In 2008 moesten 19.000 55-plussers zich voor de strafrechter verantwoorden voor onder andere winkeldiefstal, drugssmokkel en geweldpleging. Een stijging van 54 procent vergeleken met 2001. Het OM voorziet dat deze trend zich doorzet en sluit de komst van speciaal ouderenstrafrecht niet uit. Wat zijn de redenen? Hoogleraar forensische psychiatrie T. Oei noemt het ‘een roep om aandacht’: ‘veel ouderen
zitten eenzaam en gefrustreerd thuis en zoeken naar prikkels om de dagelijkse sleur te doorbreken’. Een andere reden is volgens hem het slechter functioneren van de hersenen:
zeker na hun 75e beseffen mensen niet altijd dat ze een delict gepleegd hebben. Criminoloog Henk Ferwerda: ‘ze gaan over de schreef uit pure onverschilligheid of ze denken ik ben oud, het zal wel meevallen als ze me pakken’. Wetenschappelijk bewijs dat de veroudering van de hersenen crimineel gedrag in de hand werkt is er niet. Hoogleraar demografie Latten pleitte eerder voor ‘seniorenhoekjes’ in gevangenissen, de broertjes Anker voor speciale ouderengevangenissen naar Engels en Duits voorbeeld. Ouderenorganisatie ANBO juicht het idee toe maar ziet speciaal ouderenstrafrecht niet zitten: wel moeten rechters rekening houden met de leef- en gezondheidssituatie van oudere delinquenten, net zoals in het jongerenstrafrecht. In het plaatsje Singen, gelegen aan de Bodensee ligt de enige seniorengevangenis die Duitsland rijk is. Daar is plaats voor 56 gevangenen die zijn veroordeeld tot straffen van minimaal vijftien maanden. De bekendste: drie bankroofopa’s (64, 73 en 74 jaar) die minstens veertien banken overvielen en daarbij meer dan een miljoen euro buit maakten. De gevangenen leven er in relatieve vrijheid. Tussen zeven uur ’s morgens en tien uur ’s avonds mogen zij zich vrij bewegen door het gehele gebouw. Een ontsnapping vindt zelden plaats en het personeel is speciaal opgeleid om met ouderen te ‘werken’. Velen zullen in de gevangenis sterven. Duur is deze speciale gevangenis niet; de kosten bedragen onder andere vanwege het geringe ontsnappingsgevaar slechts de helft van die van jongerengevangenissen. Onnodig arm
‘Armoede? Vroeger hadden we niet eens een kop koffie.’
(Minister Zalm in 2006 die de armoede onder ouderen bagatelliseert)
In augustus 2005 publiceert het Verwey-Jonker Instituut haar rapport ’65-plusser in de min’. De belangrijkste conclusies:
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
-
er is een groeiend aantal 65-plussers met een inkomen onder het sociaal minimum, met name mensen met een onvolledige AOW; dit leidt tot beperkte bestedingsmogelijkheden (in jargon: ‘relatieve armoede’) met als gevolg eenzaamheid, een slechte gezondheid en sociaal isolement.
Mensen met een onvolledige AOW (bron SVB) 2004 2006 2007 2020
345.000 380.000 425.000 925.000
Volgens het CBS leefden in 2003 123.000 alleenstaande bejaarden (meest vrouwen) van alleen de AOW. Daarnaast waren er in dat jaar 60.000 gehuwden die alleen van een AOW-uitkering leefden. 369.000 Mensen hadden in dat jaar een aanvullend pensioen van niet meer dan € 250 in de maand. Veel migranten, vluchtelingen en mensen die voor een aantal jaren in het buitenland hebben gewoond, krijgen te maken met een onvolledige AOW. Per jaar wordt twee procent gekort. De gevolgen hiervan zijn groot volgens het Verwey-Jonker Instituut: gemiddeld bedraagt het kortingspercentage 51 procent. Dit betekent dat een alleenstaande 65-plusser zónder aanvullend pensioen of eigen vermogen een bruto maandinkomen ‘geniet’ van ongeveer € 450. Neem bijvoorbeeld een 72-jarige Turkse vrouw die op haar 47e in het kader van gezinshereniging in 1982 naar Nederland kwam. Zij mist maar liefst 32 opbouwjaren en ontvangt sinds de dood van haar man maandelijks zeshonderd euro aan AOW en pensioen. Wat zij niet wist is dat zij recht heeft op aanvullende bijstand: met die aanvullende bijstand stijgt haar bruto maandinkomen naar € 840. Nog steeds geen vetpot maar met steun van familie kan ze het net redden. Deze vrouw heeft het geluk in een gemeente te wonen die actief oudere inwoners opspoort die op hun AOW worden gekort en hierdoor onnodig onder de armoedegrens leven. Het is ronduit verbijsterend dat in 2007 slechts 35 gemeenten (dat is één op de vijf gemeenten in Nederland), actief was op dit terrein. En dat ondanks het feit dat gemeenten sinds 2004 verantwoordelijk zijn voor armoedebeleid. In 2006 ontvingen 27.000 mensen een aanvullende bijstand op hun onvolledige AOW omdat ze anders onder de armoedegrens terechtkwamen: in 2020 zullen dat er naar verwachting 60.000 zijn. Gemeenten die hun (sociale) taak serieus nemen en deze mensen actief opsporen kunnen hun gegevens simpel koppelen aan die van de SVB die op haar beurt de AOW én de aanvullende bijstand kan uitkeren. Door deze taak niet uit te voeren blijft er jaarlijks € 20 miljoen aan bijstand ‘op de plank liggen’. Het is algemeen bekend dat ouderen, vaak uit onwetendheid maar meer nog uit (valse) schaamte, hun hand niet willen ophouden. De gevolgen hiervan zijn desastreus: schulden, relatieproblemen, stille armoede en sociale uitsluiting. Slecht eten, omdat op gezond eten en drinken moet worden bezuinigd, leidt vervolgens tot gezondheidsproblemen. In juli 2008 wordt het voorstel van staatssecretaris Aboutaleb van SZW aangenomen: de SVB gaat voor 65-plussers die daarvoor in aanmerking komen de aanvullende bijstand regelen en uitkeren samen met hun AOW. Tenminste, dat dachten we in 2008. Op 16 maart 2009 laat SZW (persbericht 09/019) weten dat staatssecretaris Klijnsma het gaat regelen en dat zij er naar streeft om de nieuwe regels op 1 januari 2010 in te laten gaan.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Bijkomstigheid: mevrouw Klijnsma gaat het ook ‘financieel interessanter’ maken voor bijverdienende AOW’ers die naast hun AOW een aanvullende bijstandsuitkering krijgen: ze mogen maximaal € 184 per maand gaan bijverdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor hun uitkering(en). Mevrouw Klijnsma ‘hoopt dat het doorwerken na de leeftijd 65 jaar financieel interessanter wordt’. Hoe dom kun je zijn vroeg ik mij af toen ik het las: je bent 65-plus, ontvangt een gekorte AOW en een bijstandsuitkering (je hebt dus géén aanvullend pensioen opgebouwd) en je zou overwegen om dan maar weer te gaan werken? Bizar. Beoogde ingangsdatum: 1 juli 2009... Mishandeling Jaarlijks worden 160.000 ouderen, al dan niet doelbewust, mishandeld door familie, hulpverlenende buren en mantelzorgers. Door lichamelijke en/of geestelijke achteruitgang en een gebrek aan contact met de buitenwereld raken veel ouderen in een isolement waarbinnen mishandeling ongehinderd kan plaatsvinden. Het gaat daarbij om psychische (46 procent) en/of lichamelijke mishandeling (45 procent), financiële uitbuiting en het schenden van persoonlijke rechten (22 procent), verwaarlozing (17 procent) en seksueel misbruik (2 procent). De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers is 79,2 jaar: vrouwen zijn drie keer zo vaak slachtoffer als mannen. De daders handelen uit hebzucht, machtswellust of wraak. In de helft van alle bij hulpinstanties bekende gevallen was de dader een kind of een kleinkind. Ten onrechte werd altijd aangenomen dat de meeste vormen van ouderenmishandeling voortkwamen uit onmacht, bijvoorbeeld bij overbelaste mantelzorgers. Daarvan was echter ‘slechts’ in 24 procent sprake. Als vanouds: dit is het topje van de ijsberg. Seksueel misbruik Jaarlijks worden er in Nederland circa 2.500 bejaarde vrouwen betast, aangerand of getast volgens socioloog Theo Royers van het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling. Klinisch psycholoog Hendriks moet bekennen dat over het fenomeen in de wetenschap weinig bekend is. Uit zijn behandelpraktijk weet hij dat het veelal jonge mannen betreft die geen speciale seksuele voorkeur hebben voor ouderen maar ‘Ze verkrachten uit frustratie omdat ze via de normale weg geen meisje krijgen’. Het gaat om jongemannen tussen de zestien en dertig jaar, afstandelijk, emotioneel kil en totaal ongevoelig voor het leed van anderen. Mensen met een antisociale en soms ook schizoïde persoonlijkheidsstoornis. Royers is er niet zo zeker van dat seksuele voorkeur geen rol speelt: op het internet zijn er steeds meer pornosites die zich richten op seks met ouderen… Drank
Tussen een veelheid van berichten over de Limburgse druivenoogst, lees ik dat steeds meer 55plussers een alcoholprobleem hebben. Hulpverleners zijn bezorgd. Nu zijn hulpverleners snel bezorgd. Want hoe meer hulp zij kunnen verlenen, hoe minder bezorgd zij over hun toekomst hoeven te zijn. Maar goed, alcohol is inderdaad een probleem. Ouderen hebben veel tijd en vaak ook veel geld. Bovendien denken ze, niet geheel ten onrechte, dat ze een goed glas hebben verdiend. Kinderen de deur uit, altijd hard gewerkt, de eindstreep van het arbeidzame leven bereikt, kortom: daar moet op gedronken worden.Nu kan het nog. Wie weet wat de dag van morgen brengt. Ook de dokter drinkt. Je kunt geen krant openslaan of je leest dat een paar glazen wijn goed is tegen ongeveer alles wat je op latere leeftijd kunt krijgen. Vooral rode wijn helpt. Twee à drie glazen per dag kan geen kwaad. Neem er dus veiligheidshalve maar vier. Gezondheid! Tja, zo begint het. Tot het op een gegeven moment niet meer de moeite waard is dat bodempje weg te zetten en je de fles maar leegmaakt. En voor je het weet hoor je tot de Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
categorie waar hulpverleners zich zorgen over maken. Die zijn nu in Parkstad gestart met een ‘proefproject’. Maar ik vrees dat een proefproject de situatie alleen maar verergert. Met dat proeven is de ellende juist begonnen. (Column Gerard Kessels 12-10-2007)
Ouderen drinken (te) veel. Gegevens 2007: - in tien jaar tijd is het aantal 55-plussers met een alcoholprobleem met 68 procent gestegen; - één op de drie is een vrouw; - rapport NIGZ en GGZ: het aantal mensen tussen 60-65 jaar met drankprobleem dat hulp zoekt, is gestegen met tien procent sinds 2006; - tien jaar geleden was dertien procent van de ‘alcoholcliënten’ ouder dan 55 jaar: nu twintig procent; - wordt rekening gehouden met de ‘vergrijzing’ dan zal het aantal 55-plussers met een alcoholprobleem in 2017 gestegen zijn met 91 procent…; - de verklaring: naijleffect van de jaren zeventig: toename vrijheid, massaal vakantie, Frankrijk, wijn leren drinken… Met vallen en opstaan… Ongeveer 100.000 ouderen wonen in een verzorgingshuis, 50.000 in een verpleeghuis. Driekwart van de bewoners is vrouw. Er zijn in Nederland ongeveer 1.700 verzorgings- en verpleeghuizen. De autonomie van de bewoners is in politiek jargon ‘relatief gering’. Eén op de vijf bewoners moet voor toiletbezoek of verschoning wachten op ‘vaste tijden’: in psychogeriatrische verpleeghuizen bedraagt dit aandeel bijna de helft. Op 25 september 2007 kopt DDL met ‘Fixatie normaal in zorg’. 43 Procent van alle patiënten en bewoners in verpleeg- en verzorgingshuizen wordt regelmatig ‘gefixeerd’: vastgebonden met polsbanden of zo stevig ingestopt dat ze zichzelf niet kunnen bevrijden. Om te voorkomen dat ze vallen en vanwege de werkdruk. Alsof mensen ‘zomaar’ uit bed vallen… Twee weken eerder had de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) laten weten te gaan controleren of verpleeghuizen ouderen onrechtmatig laten vastbinden of drogeren: deze maatregelen zijn alleen onder strikte voorwaarden toegestaan. Uit diverse onderzoeken blijkt echter dat ze al jaren (..) gemeengoed zijn binnen de verpleeghuissector om ‘de rust op de afdelingen te bewaren’: één op de drie verzorgenden zegt noodgedwongen zo te handelen omdat ze door personeelsgebrek geen toezicht kunnen houden. Begin 2007 constateerde hoogleraar Verpleeghuiskunde Raymond Koopmans van het Universitair Medisch Centrum dat: - bijna drie op de vier ouderen in verpleeghuizen rustig makende medicatie krijgt; - een op de drie soms langdurig een anti-psychoticum krijgt met niet meer terug te draaien bijwerkingen. In het voorjaar van 2007 maakte de vakorganisatie Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland bekend dat ruim tachtig procent van het personeel in verpleeghuizen wekelijks ouderen in hun vrijheid beperkt. Het meest gebruikte middel daarbij is een bedhek of het vastbinden aan een stoel en stiekeme medicatie. Vastbinden en drogeren van ouderen is alleen toegestaan in verpleeghuizen en op speciale psychogeriatrische afdelingen. In september 2009 wordt een wetsvoorstel gepubliceerd dat de huidige ‘Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz)’ gaat vervangen. De nieuwe wet moet de Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
thuiszorgmedewerkers, evenals personeel in de verpleeghuiszorg de wettelijke mogelijkheid bieden, zij het onder strenge(re) voorwaarden, om dementerende ouderen vast te binden of te drogeren. In Nederland overlijden elk jaar ongeveer 1.700 mensen van 55 jaar en ouder na een val. Heup- en bekkenfracturen zijn de meest voorkomende letsels. Door botontkalking zijn de gevolgen doorgaans ernstiger dan bij jongere mensen. Bij 40 tot 60 procent van de ouderen resulteert een valincident in een fysiek letsel. In de categorie 55-plus melden zich jaarlijks 88.000 personen op de afdeling spoedeisende hulp om zich te laten behandelen aan de gevolgen van een valpartij. Dat komt neer op 240 slachtoffers per dag. De medische kosten van valongevallen bedragen 470 miljoen euro per jaar. Oorzaken van het vallen: het gebruik van medicatie kan problemen met het evenwichtsorgaan veroorzaken. Ook vallen velen na het nuttigen van een maaltijd. Dan blijkt namelijk een scherpe daling van de bloeddruk op te treden. Andere redenen: strammer lijf, afnemend zicht, slecht schoeisel en bewegingsarmoede (zet ze in een stoel en dan kan er niks gebeuren). Eenzaamheid
‘Vooral ouderen met lichamelijke gebreken die alleen maar de thuiszorg zien zijn eenzaam.’ (Titia van de Ouderenhulplijn)
Uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam (2006) blijkt dat éénderde van de ruim drie miljoen 55-plussers eenzaam is: daarvan zijn er 200.000 extreem eenzaam. Volgens het Nationaal Fonds Ouderen (NFO) zelfs meer dan 300.000. Factoren die hierbij een rol spelen: veiligheid, armoede, het beleid van de regering om ouderen langer zelfstandig thuis te laten wonen en de individualisering van de maatschappij. Volgens het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut faalt de aanpak van eenzaamheid onder ouderen. Projecten die hiervoor zijn opgezet hebben zelden effect. De initiatiefnemers denken vaak te lichtvaardig over de aanpak van het probleem en kijken te weinig naar de effecten op langere termijn. Dat weerhield het NFO er niet van om in de nacht van maandag op dinsdag (23-24) januari 2006 in de binnenstad van Amsterdammers 10.000 magneetstickers op te plakken met leuzen die om aandacht voor ouderen vragen: - Bezoek?! 1 keer per jaar is meer dan zat OUWE; - Onveilig?! Blijf je toch lekker binnen OUWE; - Zorg?! Doe het lekker zelf OUWE; - AOW?! Werken zal je OUWE. Directe aanleiding voor de actie was de nieuwe welzijnswet WMO waarin ouderen zelf verantwoordelijk worden gemaakt voor hun zorg. ‘Die moeten ze zelf gaan regelen. Ouderen
moeten eerst aan vrienden, buren of familie vragen om hulp en kunnen pas bij de gemeente aankloppen als dat echt niet lukt’ aldus NFO-woordvoerster Van Wageningen.
Ziekenhuisopname voor ouderen riskant
‘Als iemand 82 is, wat wil je dan nog?’
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Van de anderhalfmiljoen ziekenhuispatiënten per jaar zijn er ruim 400.000 ouder dan zeventig, een aantal dat door de ‘vergrijzing’ verder zal toenemen. Slechts de helft van de Nederlandse ziekenhuizen beschikt over een afdeling klinische geriatrie, gericht op de behandeling van ouderen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg schatte in 2005 dat 40 tot 160.000 van deze 70-plussers een delirium oploopt in het ziekenhuis. ‘Ziekenhuizen kennen een hoge mate van technologie. Je wordt er voor één probleem opgenomen dat meestal snel wordt opgelost, maar de rest wordt niet gezien. Bij ouderen treden vaak complicaties op zoals ondervoeding, uitdroging, doorligwonden, infecties, een delirium, trombose of problemen met hart en longen. De complicaties leiden tot een langer verblijf in het ziekenhuis wat ook weer nieuwe complicaties tot gevolg kan hebben.’Aldus
mevrouw Marieke Schuurmans, lector ouderenzorg aan de Hogeschool Utrecht (2006).
Gezellig op één kamer… Anno 2007 bestaan er nog steeds meer dan 16.000 kamers in verpleeghuizen waar drie of meer personen slapen. Vijftien verpleeghuizen hebben zelfs nog vijf- en zespersoonskamers. Staatssecretaris Jet Bussemaker maakt in juni 2007 bekend dat alle bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen in 2010 zullen beschikken over een eigen slaapkamer. Iedereen heeft recht op privacy vindt ze. Zij herhaalt daarmee een belofte uit 1996 van toenmalig staatssecretaris Erica Terpstra die indertijd beloofde dat meerpersoonskamers in 2004 verleden tijd zouden zijn. De sector zelf? Die vindt ‘het een prachtig plan, maar dat haalt ze nooit.’ Saillant detail: een eigen slaapkamer is iets anders dan een eigen kamer. De staatssecretaris zet ook in op ‘kleinschalige woonvormen’ waarbij maximaal zes bewoners woonkamer, keuken, douche en toilet delen. Ze hebben dan wel een eigen slaapgedeelte.
-
Prinsjesdag 2009 er komt een ouderenprogramma om verlies van zelfredzaamheid en evenwichtsstoornissen zo vroeg mogelijk te behandelen; het kabinet trekt 50 miljoen uit om zestigplussers en chronisch zieken beter te beschermen tegen griep; er wordt 40 miljoen euro besteed aan het versterken van gehandicapten- en ouderenorganisaties; de ondersteunende en begeleidende hulp wordt scherp ingeperkt wat in 2010 een besparing op de AWBZ moet opleveren van 800 miljoen euro…
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Kappen met dat gezeik over die ‘Oudjes’ ‘De term ‘vergrijzend’ is misleidend, alsof het gaat om de gekkekoeienziekte’ Inleiding Er is een woord voor: gerontofobie. Angst voor oude mensen. En daar hebben steeds meer mensen steeds vaker last van. Synoniem aan gerontofobie is onverschilligheid. Verpleeghuisarts en filosoof Bert Keizer wist dit treffend neer te zetten in het blad Medisch Contact (2009):
‘Stel we zouden 250.000 dementiepatiënten hebben tussen de 15 en 25 jaar. Jongeren in diepe verwarring, incontinent en dwalend. Zouden we die in een soort terraria aan de rand van de samenleving zetten in afwachting van hun overlijden?’ Jeugdigheid is de norm. In elk geval in de westerse samenleving. En wie daar niet in past is een probleem. Een economische en medische kostenpost. We willen ons nog wel laten verleiden tot een indeling in twee stereotypen, rijk en vitaal, of zwak en ziek, maar verder dan deze twee vooroordelen willen we niet gaan. Elke nuance ontbreekt. Terwijl ouderen, en zeker oudere werknemers, nog steeds tot het human capital gerekend mogen en zelfs moéten worden. Ze steken de vrijgekomen uren in vrijwilligerswerk, mantelzorg, kinderopvang en bestuursfuncties. Onderzoek heeft zelfs al uitgewezen dat zinvol, en dat betekent meestal onbetaald, bezig zijn de sociaal-medische zorgvraag met maar liefst 25 procent doet afnemen. Nederlanders zijn (nog steeds) verdeeld over de beste manier om de AOW betaalbaar te houden. Uit onderzoeken blijkt dat ongeveer de helft het acceptabel vindt om 65-plussers naar draagkracht mee te laten betalen aan de AOW. Twintig procent vindt dat absoluut niet kunnen. Nou heeft mijn eerste leermeester mij bij herhaling gewaarschuwd voor ‘leugenaars, bedriegers… én statistici’. Anders gezegd: waaruit bestaat die vijftig procent die het acceptabel vindt? Van die twintig procent weet ik het wel. Ouderen zelf zijn het gezeur over ‘de ouderen’ inmiddels meer dan beu. Steeds opnieuw door het werkend deel der natie te worden weggezet als ‘…uitvreters, vakantievierders en potverteerders’. Als mensen die alleen maar geld kosten. Stemmingmakerij vinden ze. Alsof de kostenstijging in de zorg alleen maar hún schuld is. Er wordt een vermogen uitgegeven voor de aanleg van een Betuwelijn, de aanschaf van de JSF en de missie naar Uruzgan, maar in de thuiszorg worden wegens geldgebrek patiëntenstops afgekondigd. Wie doet er vrijwilligerswerk? Wie past op de kleinkinderen, zodat papa en mama centjes kunnen verdienen? Vergrijzing is ons aller toekomst Volgens Serge Daan, Nederlands beroemdste gedragsbioloog, wordt de mens, in tegenstelling tot andere dieren, veel ouder dan effectief nodig is voor zijn voortplanting. Zo hebben vrouwen altijd, ook in de prehistorie, nog vele jaren na hun menopauze geleefd. De gemiddelde leeftijdsverwachting lag toen uiteraard veel lager dan nu, maar dat kwam uiteraard door het gebrek aan voedsel, het hoge sterftecijfer bij geboorte en het baren van kinderen. Maar, biologisch uniek, hebben door het mensdom heen altijd oudjes geleefd. Die hadden dikwijls ook een belangrijke grootoudertaak. En ook bij bestuurlijke taken speelden ouderen een belangrijke Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
rol, waarbij de wijsheid van de ouderdom werd gebruikt als belangrijke kennisinbreng. In maatschappijen waar kennis nog niet in de vorm van geschriften kon worden opgeslagen was mondelinge overlevering belangrijk. Samen in het kangoeroehuis Een huis met een tussendeur naar een afzonderlijke leefruimte. In het huis woont het kind, in de afzonderlijke ruimte vader en/of moeder. In de jaren vijftig woonde een kwart van de 65plussers bij zijn kinderen. Dat aandeel daalde naar zeventien procent in 1976 en zes procent in 1998. Uit een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in 2007 blijkt er sprake te zijn van een revival: tenminste aan de kant van de kinderen. Ongeveer de helft van de volwassen bevolking bleek bereid te zijn ouder(s) in huis te nemen als ze zich niet mee zelf kunnen redden. De ouderen voelen daar om meer dan een reden zelf weinig voor: - men wil de kinderen niet tot last zijn (60 procent); - men vreest gebrek aan privacy (18 procent); - slechts 6 procent wil bij de kinderen wonen en door hen worden verzorgd. Grootouders kunnen veel betekenen voor hun (klein)kinderen Schrijfster Heleen Crul in haar boek ‘Tussen de generaties – De nieuwe grootouders’, ‘Hun
menselijk kapitaal wordt als weinig relevant, soms zelfs als irritant beschouwd. Door hun eigen verhaal te vertellen kunnen ze hun kleinkinderen historisch besef bijbrengen. Het is belangrijk een link te leggen tussen vroeger en nu. Dan kunnen kinderen en kleinkinderen de tijd waarin zij nu leven in perspectief plaatsen en weten ze waar ze staan. Het biedt houvast in deze maatschappij die enorm snel verandert. Het leert hoe het was, hoe het is en waar we naar toe gaan.’ De functie van grootouders is zelfs van evolutionair belang ontdekte ze in psychologisch en antropologisch onderzoek. Stamoudsten zijn belangrijk voor de overleving van de soort. Olifantenkuddes hebben meer kans op overleven als er veel oude wijfjes in de kudde zijn. Wetenschappers schrijven dit toe aan de stabiliserende functie die zij uitoefenen dankzij hun grote ervaring en geheugen. Ook bij mensen is het ‘grootmoedereffect’ vastgesteld door analyse van parochieregisters uit de achttiende en negentiende eeuw in Oost-Friesland. Kinderen onder de vijf bleken een grotere overlevingskans te hebben als de grootmoeder van moederskant nog in leven was.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Gods zaad over Gods akker… ‘Liefde is zo nutteloos als een blindedarm’ (maart 2005) Inleiding Kreeg gezinsminister André Rouvoet vorig jaar half Nederland over zich heen na zijn opmerking dat vrouwen als ‘baarmachines’ beter hun best moeten doen, in Japan schreeuwt de overheid van de daken dat er meer baby’s moeten worden geboren. Niet geheel zonder reden. Het voortbestaan van Japan is in gevaar. Zonder extra baby’s zullen er in het jaar 2105 nog maar 45 miljoen Japanners zijn: alleen baby’s kunnen de zaak nog redden, want immigratie is in Japan onbestaanbaar en onbespreekbaar. Rest de vraag in welk jaar de laatste Japanner de ogen sluit. In dit artikel een aantal bijzondere meningen en gedachtes over de zin en onzin van het krijgen van (meer) kinderen om de vergrijzing tegen te gaan door de krimp aan te pakken. Liefde is als een blindedarm Liefde is net als een blindedarm: een nutteloos overblijfsel uit een ver verleden. Voor je welbevinden en gezondheid kun je net zo goed een huisdier nemen. Aldus bijzonder hoogleraar klinische gezondheidspsychologie prof. dr. Vingerhoets van de Universiteit van Tilburg die samen met promovenda Van Tilburg het boek ‘De ondraaglijke lichtheid van liefde’ schreef. Volgens de professor had echte liefde alleen nut in een ver verleden toen het voor vrouwen belangrijk was dat een vaste partner hen beschermde tegen het onveilige leven op de savannes. Tegenwoordig kunnen vrouwen zich makkelijk alleen redden en heeft liefde dus geen zin meer.
‘Als iemand tegen je zegt ‘ik hou van jou’ is de kans statistisch gezien behoorlijk groot dat je door hem zult worden mishandeld. Daarom is een huisdier nemen wellicht beter. Liefde biedt in elk geval geen enkele garantie op levensgeluk en het zou met niet verbazen als liefde in de verre toekomst helemaal verdwijnt. Maar de lust zal wel altijd blijven: we moeten ons immers voortplanten. Polygamie kan het dilemma kind of carrière voor vrouwen oplossen. De moderne vrouw rent op en neer tussen baan, kind, huishouden en partner. Als er meer vrouwen in een huwelijk zijn kunnen ze die problemen gezamenlijk opvangen. Dat bespaart de overheid veel geld aan kinderopvang.’ Dromen over de grijze toekomst Onder deze titel schreef hoogleraar economie Luc Soete, Universiteit Maastricht, op 9 februari 2008 een column in Dagblad De Limburger. Onderstaand een aantal passages uit dit artikel.
De snelste manier om op de sociale ladder te klimmen voor jongeren wordt trouwens senior dating. De eenzaamheid van ouderen vertaalt zich immers in een heel concrete invulling van de stelling ‘ouder worden doe je niet alleen’. Ik herinnerde mij plots hoe ik eind jaren ’70, toen nog als jonge econoom, een artikel over alternatieve huwelijksvormen wilde schrijven, samen met de toen al bejaarde Marie Jahoda, een leerlinge van Sigmund Freud en emeritus hoogleraar sociale psychologie in Engeland.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
In dat artikel stelden we een nieuwe vorm van huwelijk voor: niet met twee maar met drie partners, maar wel elk van een verschillende generatie. Daarbij zou steeds weer een nieuwe jonge partner worden toegevoegd aan het huwelijk wanneer de oudere partner zou sterven. Zo had je in één klap een blijvende, dynamische huwelijksstructuur met steeds twee alternatieve vormen. Twee vrouwen en één man: met een jonge vrouw, een man op middelbare leeftijd en een oudere vrouw. Of omgekeerd: twee mannen en één vrouw: met een jonge man, een vrouw op middelbare leeftijd en een oudere man. Economisch heel interessant, want dankzij de min of meer continue reproductie van kinderen in zo’n huwelijk, een efficiëntere gezinshuishouding zonder behoefte aan steeds weer nieuw speelgoed en kinderkleding, een beter woongebruik en geen conflicten tussen de generaties. Maar niet alles klopte. Terwijl de middenpersoon de jongere steeds weer, ook seksueel, zou integreren in het huwelijk bleef het moeilijk te verklaren waarom de jongere dat na verloop van tijd nog steeds zou willen doen met de oudere partner en niet liever met partners van zijn eigen, jongere leeftijd… We geraakten er niet echt uit. Maar nu, met de toenemende vergrijzing klopt het plots allemaal perfect. Binnenkort meer.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
De Zilveren Economie ‘Het bedrijfsleven heeft vijftien jaar zitten slapen. Iedereen kon zien aankomen dat de groep grijze consumenten explosief groeit, een groep die het goed heeft. Maar de seniorenmarketing staat nog in de kinderschoenen.’ Alexander van de Kerkhof, directeur 50-Plus beurs, tijdens de 15e editie van zijn beurs in 2007
Waar of niet waar? De jongere generaties zien tandenknarsend toe hoe de ‘babyboomers’ nog steeds aan de touwtjes trekken en zichzelf het grootste deel van de taart hebben toegeëigend. Met dit soort stereotiepe kwalificaties doen ze zichzelf onrecht volgens ‘babyboom-marketeer’ (jawel, die bestaan) Brent Green: ‘Ze hebben geld dus laten we aan hen verdienen. En ze zullen
het ouder worden in Nederland leuker maken. Daar profiteren jullie straks ook van.’
Bedrijven zijn doodsbang om oudjes te laten zien, om een rimpelig imago te krijgen. Dus zie je allemaal advertenties met strakke 50-plussers op de golfbaan in de Algarve. Daar herkent deze doelgroep zich helemaal niet in. De meesten gaan helemaal niet golfen in Portugal. Reclameman Chuck Nyren: ‘In de reclame zijn ouderen óf blij lachende debielen óf ouwe
hippies. Dat komt omdat tegenwoordig alleen nog creatieve ‘kids’ werken op de reclamebureaus. De enige campagne waar ik echt tevreden over ben is die voor de crèmes van Dove, niet toevallig gemaakt door twee vrouwen van in de vijftig.’
De nieuwe generatie ouderen heeft geld. De Postbank liet in 2007 weten dat uit haar onderzoek is gebleken dat zeventig procent van alle 65-plussers een eigen woning heeft met één ton overwaarde. Landelijk komt dat neer op een vermogen van 75 miljard euro dat in stenen zit. Volgens onderzoek van Aegon gaat het zelfs om 240 miljard euro. Wie er gelijk heeft maakt niet uit. Het gaat om heel veel geld. Geld waar ze liever zelf goed van leven dan dat ze het aan hun kinderen geven. Volgens onderzoek van het bedrijf Vijftig & Vijftig, dat zich richt op financiële begeleiding van ouderen ziet de bestedingstop 8 er als volgt uit: - veiligheid; - aandacht; - onafhankelijkheid; - voorkomen eenzaamheid; - gemak; - genieten van het leven; - de (klein)kinderen; - zorg. Binnenkort meer.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
De criticasters ‘Politiek is de kunst om problemen op te zoeken, ze overal te vinden, ze onjuist te beoordelen en er de verkeerde remedies tegen in te zetten’ (Groucho Marx, 1890-1977)
Zolang er al plannen gelanceerd worden over de aanpassing van de AOW-leeftijd zijn er mensen die deze kritisch lezen en (gefundeerd) bekritiseren. In deze bijdrage komen die mensen aan bod.
Met de dood wordt geen rekening gehouden Prof. Dr. G.P.A. Braam, emeritus hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Twente en redacteur van het tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie. In het artikel ‘Werken tot je erbij neervalt’ (2004) spreekt hij zijn afschuw en verontwaardiging uit over de eenzijdige benadering en de plannen om de pensioenleeftijd te verhogen. Ik citeer: ‘Van degenen die 65 jaar of ouder zijn sterven er jaarlijks 120.000. Dat is zo’n 330 personen
per dag. De levensverwachting is weliswaar toegenomen en er is een enorme groep die momenteel tussen de 65 en 70 jaar is, maar van de mannen die nú met pensioen gaan is over tien jaar naar schatting 28% al overleden. Die mensen hebben hun leven lang voor niets pensioenpremie betaald. In Engeland zijn de verwachtingen nog dramatischer: één op de drie mannen zal vóór zijn zeventigste overleden zijn. Het is deze realiteit die in de huidige discussie rondom VUT, prepensioen en (een hogere) pensioenleeftijd totaal genegeerd wordt door overheden.’
In maart 2009 herhaalt heer Braam in een opinieartikel in de Volkskrant zijn kritiek. De voorstellen van Donner pakken voor een deel van de mensen aanzienlijk slechter uit dan ze wordt voorgespiegeld. De suggestie dat naast, al dan niet gefaseerd, het verhogen van de AOW-leeftijd ook de pensioenrichtleeftijden in de tweede en derde pijler moeten worden aangepast omdat de lagere inkomensgroepen minder financiële en fiscale mogelijkheden hebben om vóór de ingang van de verhoogde AOW-leeftijd te stoppen met werken, klopt niet. Puur getalsmatig, de levensverwachting stijgt en de potentiële beroepsbevolking daalt als gevolg van de dalende geboortecijfers, heeft men gelijk. Men stelt dat 14 procent van de mannen vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd komt te overlijden: een percentage dat oploopt als dit wordt gerelateerd aan de 67-jarige leeftijd. Braam stelt: van mannen tussen de 65 en 70 jaar is het percentage dat overlijdt 12,5 procent, bij laagopgeleiden is het echter het dubbele, namelijk 25 procent. Een verhoging van én de AOW-leeftijd én de pensioenleeftijd in aanvullende pensioenregelingen heeft dus helemaal geen positief effect!
‘Vergrijzingsstudies’ zijn veel te somber
In september 2006 stuurt de Raad van Economisch Adviseurs (REA) een advies aan de Tweede Kamer. In dat advies stelt zij dat de huidige ‘vergrijzingsscenario’s ’ die de Nederlandse beleidsmakers hanteren veel te pessimistisch zijn. ‘Ze houden onvoldoende rekening met de voordelen die kleven aan een ouder wordende bevolking.’
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Met name de studies van het CPB en de Studiegroep Begrotingsruimte gaan volgens de REA
‘aan zwaarmoedigheid ten onder.’ De nadruk ligt zoveel op de onbetaalbaarheid van de
vergrijzing dat beleidsmakers en politici niet meer nadenken over wat nou werkelijk het probleem is. De zegeningen van de vergrijzing en een krimpende bevolking blijven verborgen terwijl die er wel degelijk zijn. De vergrijzing, die rond 2035 op zijn hoogtepunt zal zijn, is volgens de REA een successtory: ze is het resultaat van vooruitgang: meer innovatie, emancipatie en keuzevrijheid en dwingt tot actie: - tot flexibilisering van de AOW: een geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar; - het moet eenvoudiger worden voor ouderen om langer door te werken: dat kan door belastingen en AOW te vereenvoudigen; - er moet meer worden geïnvesteerd in kennis en gezondheid: daardoor wordt zowel jong als oud meer waard op de arbeidsmarkt; - er moet een selectiever immigratiebeleid komen: bijvoorbeeld door een puntensysteem te introduceren en door het actief werven van hoogopgeleiden. De vergrijzing kan volgens de REA in elk geval niet worden gestopt ‘…door immigratie en
maatregelen om het geboortecijfer te verhogen..’
Erfenissen dekken ‘vergrijzingskosten’ Een deel van de aanbevolen miljardenbesparingen om de kosten van de vergrijzing op te vangen zijn onnodig. De welvarende babyboomers zullen de komende decennia grote erfenissen achterlaten: de successierechten die daarover verschuldigd zijn zullen een groot deel van die vergrijzingslast dekken. In het economenvakblad ESB wordt in oktober 2006 een artikel van de hand van econoom Misha van Denderen geplaatst. Deze stelt dat als de extra inkomsten uit successierechten gebruikt worden voor het aflossen van de staatsschuld, deze in 2040 en daarna lager uitvalt dan het CPB berekend heeft. Het advies van het CPB om in 2007 elf miljard op de begroting te besparen is daardoor achterhaald. Een besparing van 2,3 miljard blijkt voldoende om de staatsschuld onder het niveau te houden van de bepalingen van het Verdrag van Maastricht: de schuld mag op grond van de daarin opgenomen bepalingen maximaal zestig procent van het BNP bedragen. De successierechten nemen de komende decennia volgens Van Denderen om de volgende redenen: - het totaal aantal sterfgevallen (lees: erflaters) groeit van jaarlijks 143.000 naar 226.000 in het jaar 2040; - de omvang van de erfenissen neemt toe; - er zullen meer erflaters zonder kinderen zijn waardoor de erfgenamen een hoger tarief aan successierecht moeten betalen. Bijdrage aan de samenleving van ouderen wordt onderschat
‘Er wordt teveel gekeken naar ouderen als probleem. Maar ze hebben juist heel veel te bieden. Ze begeleiden inburgeraars, zetten zich in voor de veiligheid in de buurt en starten eigen bedrijven. In Schiedam is ooit berekend hoeveel geld het de samenleving zou kosten als senioren niet vrijwillig maar betaald hun diensten zouden aanbieden. Alleen al in die stad ging het om honderden miljoenen euro’s. De vergrijzing zou juist wel eens een zegen kunnen zijn.’ Daan de Bruijn, adviseur van het Zilveren Kracht project.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Verkeerde parameters in prognoses Het ABP laat in een zogenoemde ‘position paper’ in augustus 2006 weten dat het Nederlandse
pensioenstelsel wel degelijk bestand is tegen de vergrijzing: de pensioenvoorziening (toen 625 miljard euro) is groot genoeg om de toezeggingen gestand te doen zonder dat belastingen of premies omhoog moeten. Er zijn dan ook geen grootscheepse hervormingen van het pensioenstelsel nodig. Het grootste pensioenfonds keert zich daarmee tegen de voorstellen om de pensioenleeftijd te verhogen of de hoogte van de pensioenen af te toppen. Ook het Centraal Plan Bureau (CPB) krijgt er van langs. Dat stelt dat het komende kabinet 2,6 procent van het BBP moet bezuinigen om in 2011 de inkomsten en uitgaven van de overheid met elkaar in evenwicht te brengen. De noodzaak om 15 miljard te bezuinigen wordt vooral veroorzaakt door de stijgende kosten van de zorg en de uitputting van aardgasbronnen: ‘de druk ligt derhalve niet zozeer bij het Nederlandse pensioenstelsel’. Bovendien plaatst het ABP ernstige kanttekeningen bij de in de berekening gehanteerde parameters: de verwachte beleggingsopbrengsten van de pensioenfondsen van drie procent. Zou zijn vastgehouden aan de disconteringsvoet van vier procent die in een eerdere studie over de vergrijzing is gebruikt dan hoeft de bezuiniging niet uit te komen op 2,6 procent, maar op 0,9 procent. De benodigde hervormingen om de vergrijzing op te vangen hoeven niet persé in een klap te worden verwezenlijkt: ‘Evenwichtige overheidsfinanciën kunnen ook worden bereikt
door tot 2040 elke kabinetsperiode 0,5 procent van het BBP, ongeveer 2,5 miljard euro, te bezuinigen.’ Rijke en arme ouderen
In september 2007 schrijven Hans Kasper, hoogleraar Universiteit Maastricht, en Wim Nelissen, onderzoeksdirecteur bij RNM Matrix, over het verschil tussen ‘rijke’ en ‘arme’ ouderen. Onderstaand een verkorte weergave van hun visie. In de verschillende onderzoeken die zijn gedaan naar senioren wordt erkend dat individuele senioren sterk van elkaar kunnen verschillen qua levensstijl, inkomen, opleiding, interesses en gezondheid. Dat leidt er toe dat verschillende segmenten van senioren worden onderscheiden. Uit onderzoeken die wij hebben uitgevoerd komt naar voren dat een ander onderscheid minstens zo belangrijk is: dat tussen kansarme en kansrijke mensen. Welgestelde ouderen kunnen wél in een goede woning wonen, reizen en van cultuur genieten. Degenen die kansarm zijn, hebben een lager inkomen en een lagere opleiding. Omdat zij vaak in huurwoningen wonen hebben ze ook geen vermogen kunnen opbouwen. Ook blijkt hun gezondheid vaak slechter, mogelijk als gevolg van het feit dat er na het pensioen moet worden doorgewerkt om het inkomen op peil te houden. Van kansrijke ouderen kan daarom eerder een bijdrage aan allerlei sociale premies, kosten en voorzieningen worden gevraagd dan van kansarme ouderen. Ook kansrijke ouderen blijven niet per definitie vitaal. Een snelle en dramatische achteruitgang van de gezondheid (veelal na het 70e of 75e jaar) kan leiden tot omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van kansarmen. Dan helpt het niet meer dat je behoort tot de welgestelde babyboomers die alles zelf willen bepalen. Kansarme ouderen worden niet per definitie door hun zwakke gezondheid tot een verblijf achter de geraniums veroordeeld. Hoewel ze niet over ruime financiële middelen beschikken zijn ze vaak als vrijwilliger actief in buurt- en verenigingswerk. Kansrijke ouderen doen dat nog wel eens in mindere mate, omdat ze zoveel weg zijn en eerder aan zichzelf dan aan anderen denken. Uit maatschappelijk oogpunt is dat jammer, want ze hebben wel veel tijd, kennis en ervaring waar de maatschappij van kan profiteren.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Optrekken van AOW-leeftijd minder effectief dan het lijkt Door de vergrijzing moeten steeds minder werkenden het salaris van niet-werkenden betalen: de makkelijkste oplossing is dus het vergroten van de groep werkenden door de 65-plussers te laten doorwerken. Deze gedachtegang komt voort uit een nauwe visie op de economie. Die suggereert dat vrije tijd niet meetelt in wat de bevolking ‘welvaart’ vindt. Als het volk bereid is inkomen in te leveren in ruil voor vrije tijd op hogere leeftijd, dan is dat inkomensverlies een bewuste keuze en geen verlies van welvaart. Verhogen van de AOW-leeftijd zorgt er voor dat het aantal beschikbare arbeidskrachten groter wordt: werkgevers kunnen putten uit een groter arsenaal aan (vakbekwame) mensen. De vraag is gerechtvaardigd of een groter arbeidspotentieel onze welvaart in de toekomst stimuleert. Veel economen, en de groep groeit, vinden dat de ontwikkelingen ons dwingen te investeren in innovatie en een stijging van de arbeidsproductiviteit. Voor westerse landen is dat de enige mogelijkheid om de economie verder te laten groeien.
Hoogleraar pleit voor verlaging AOW-leeftijd Op 20 maart 2009 hield Harrie Verbon, hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg, in Trouw een pleidooi voor een verlaging van de AOW-leeftijd naar 63 jaar. Onderstaand de volledige tekst.
‘Midden in de jaren tachtig opperde de commissie Drees, die de toekomst van de AOW moest veilig stellen, het idee de AOW-leeftijd te verhogen tot 67 jaar. Dit voorstel redde het niet, maar stel dat het was aangenomen, hoe zou de situatie voor vele ouderen op dit moment dan zijn? In weerwil van alle gepraat dat we oudere werknemers zo nodig hebben blijken ouderen ook in de huidige ontslaggolf niet gespaard te worden voor afvloeiing. Omdat in de afgelopen jaren ook de werkloosheidsregelingen flink zijn afgeslankt zouden een groot deel van hen in de bijstand terechtkomen en daar tot hun 67e moeten blijven. We zouden nu bezig zijn veel ouderen naar de armoedegrens van een kale AOW te sturen. Waarom willen bekende economen als Van Wijnbergen (PvdA) en Bovenberg (CDA) zo graag de AOW-leeftijd verhogen? Vooral om de gevolgen van de vergrijzing te bestrijden. Door de vergrijzing moeten we een groot beroep op jongeren doen om de voorzieningen voor ouderen te kunnen blijven betalen. Dat is waar, alleen is de AOW helemaal niet zo duur. Door jarenlange bezuinigingen op de AOW-uitkering gaan de kosten daarvan helemaal niet dramatisch stijgen. De kosten van de gezondheidszorg stijgen wel maar daar helpt een verhoging van de AOWleeftijd niet tegen. Misschien zelfs wel integendeel: als mensen gedwongen langer blijven werken terwijl ze door hun werkgever niet als productief worden beschouwd kan dat tot meer psychologische problemen en onvrede bij ouderen leiden. Maar vergrijzing leidt toch tot tekorten op de arbeidsmarkt waardoor er vanzelf meer vraag naar ouderen komt als de vergrijzing toeslaat? Dat eerste klopt maar of het tweede ook klopt is de vraag. In onze kennismaatschappij raakt de kennis van oudere werknemers steeds sneller versleten. Door de AOW-leeftijd te verhogen wordt dat probleem alleen maar groter. De oudere werknemers blijven langer werken met achterhaalde kennis. Ouderen worden zo voor werkgevers nóg onaantrekkelijker en zij zullen nóg eerder dan nu ouderen ontslaan.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
De verhoging van de AOW-leeftijd lost dus geen enkel probleem op. We kunnen daarom ook beter de AOW-leeftijd verlagen. Dat maakt de positie van oudere werknemers sterker en lost bovendien een probleem van pensioenfondsen op. Momenteel betalen pensioenfondsen veel vervroegde pensioeninkomens aan mensen jonger dan 65 jaar. Twee op de drie mannen tussen de 60 en 65 jaar werken niet meer. Een groot deel daarvan krijgt een pensioen dat gefinancierd wordt door de pensioenfondsen. Die fondsen moeten ook het AOW-deel van die pensioenen betalen. Door de AOW-leeftijd te verlagen worden de fondsen in ieder geval van die last verlost. Om de pensioenfondsen niet extra te belasten moeten de pensioenrechten bij een lagere AOWleeftijd navenant naar beneden aangepast worden. Mensen kunnen hun oude pensioenrechten weer terug krijgen als ze toch tot hun 65e blijven doorwerken. Daarom moet tegelijk met het verlagen van de AOW-leeftijd het gedwongen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd worden afgeschaft. Mensen die dat willen kunnen langer blijven doorwerken. Daarmee houden we de best gemotiveerde en best toegeruste ouderen op de arbeidsmarkt over. Dit is heel wat zinniger dan het ondoordacht voor iedereen verhogen van de AOW-leeftijd.’ Donner rekent zich ten onrechte rijk Om op termijn 4 miljard euro te besparen op de collectieve uitgaven is het vereist dat minstens een kwart van de werknemers tot zijn 67e jaar doorwerkt. Dat scenario is niet waarschijnlijk: slechts 13 procent van de 64-jarigen heeft op dit ogenblik een betaalde baan. De weinige ouderen die na hun 62e willen doorwerken zijn meestal welgestelde, hoogopgeleide werknemers met een dito partner. Financiële overwegingen spelen bij hen geen enkele rol om te blijven werken. Doorwerken na je 65e is voor velen onmogelijk Dorly Deeg, hoogleraar epidemiologie van de veroudering, in 2009 winnares van de Federaprijs voor biomedisch onderzoek ergert zich dood aan het gemak waarmee sommigen oordelen over de verhoging van de AOW-leeftijd. Zij volgt al sinds 1992 de 55-plussers: ze leven wel langer maar kampen ook langere tijd met gebreken. Enkele citaten uit een interview met haar dat op donderdag 18 juni 2009 in de Volkskrant is gepubliceerd.
‘Als je alleen kijkt naar de levensverwachting vanaf de geboorte klopt het dat we met z’n allen langer leven. Maar door bijvoorbeeld een lagere babysterfte krijg je een vertekend beeld. De levensverwachting voor 65-plussers is veel minder snel gestegen. Bij mannen is deze tot de eeuwwisseling nauwelijks gestegen, vrouwen worden gestaag ouder sinds 1950. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan betere medische zorg. Chronisch zieken leven langer met hun beperkingen. Tot voor kort waren hier in Nederland geen data over. Veel deskundigen baseren hun mening op Amerikaans onderzoek. Daar zie je dat de afgelopen jaren mensen ouder zijn geworden én dat ze langer gezond blijven. Dat kun je echter niet een-op-een vertalen naar Nederland. Nederlanders hebben al jaren minder beperkingen dan Amerikanen dus hier is minder winst te behalen. Bovendien stabiliseert ook in de VS de daling van het aantal beperkingen.’ ‘Wat uit ons onderzoek blijkt is dat vooral laagopgeleiden een slechte gezondheid hebben, ook op latere leeftijd. Deze groep kampt twee keer zo vaak met ziekte en beperkingen dan hoogopgeleiden. Het gemiddelde opleidingsniveau is de afgelopen jaren gestegen, en zal verder stijgen. Dus de groep die veel last heeft van de gebreken wordt wel kleiner.’ Verhoging AOW-leeftijd is asociaal In de Volkskrant van 26 september 2009 laat actuaris AG de heer Laurens Roodbol zijn licht schijnen op de problematiek. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
‘Verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 57 jaar is een asociale maatregel. Het is bekend dat mensen met een lagere opleiding (vaak gelijk aan een lager inkomen) minder lang leven dan mensen met een hogere opleiding (vaak gelijk aan een hoger inkomen). Recente cijfers van het CBS laten grote verschillen in levensverwachting op de 65-jarige leeftijd zien, niet alleen tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen opleidingsniveau. Om niet nader omschreven redenen wordt verwacht dat mannen solidair zijn met vrouwen en lager opgeleiden met hoger opgeleiden. Een hoog opgeleide vrouw leeft na haar 65-jarige leeftijd ongeveer twee keer zo lang in goed ervaren gezondheid dan een laag opgeleide man. Verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar betekent voor een laag opgeleide man dat hij van de 7,2 gezonde jaren twee jaar moet inleveren, dat is ongeveer 30 procent. Voor een hoog opgeleide vrouw is dat slechts 15 procent. Mede gezien het gegeven dat laag opgeleiden veelal fysiek zwaarder werk verrichten en daarom sneller zijn opgebrand, mede gezien de minder goede kansen op de arbeidsmarkt voor laagopgeleiden, mede gezien het feit dat de AOW juist voor lager opgeleiden van groot belang is, komt mij de voorgestelde verhoging voor als behoorlijk asociaal. We zijn langer gaan leven en dus kunnen we wel wat later met pensioen. Dat klopt voor de levensverwachting bij de geboorte. Echter de stijging van de levensverwachting op de 65-jarige leeftijd is in de periode 1983-2003 voor mannen gestegen met ruim anderhalf jaar en voor vrouwen met slechts ruim een half jaar. Kijken we naar de stijging van de gezonde levensverwachting op de 65-jarige leeftijd, dan is die voor mannen ruim een jaar en voor vrouwen verwaarloosbaar. Een stijging van de AOW-leeftijd met twee jaar lijkt in dit licht nogal extreem. Discussie AOW-leeftijd niet koppelen aan financieringsvraag Hoogleraar Pensioenrecht Erik Lutjens in PensioenAdvies van augustus 2009:
‘Ik vind het een verkeerde invalshoek als je nu zegt: we hebben een financieringsprobleem dus de AOW moet naar 67. Dan maak je als overheid je verantwoordelijkheid niet waar. De AOW is een vorm van sociale zekerheid voor de ouderen die hun bijdrage aan de samenleving hebben gegeven. Op de datum die daarvoor maatschappelijk is aangegeven hebben ze gewoon recht op een uitkering. Die mag niet afhankelijk zijn van al dan niet toevallig conjunctureel gedreven financiële omstandigheden.’ Geknutsel! Nico Schouten, medewerker van het wetenschappelijk bureau van de SP op 29 september 2009:
Het motief voor het geknutsel aan de AOW is de veronderstelling dat de uitgaven onbetaalbaar worden. Dat is gewoon onzin want de AOW-premie is gemaximeerd. De groei wordt betaald uit de inkomsten van het Rijk. Hieraan betalen de 65-plussers zelf mee. Volgens het Centraal Planbureau houdt deze groei zelfs gelijke tred met de groei van de AOW-uitgaven. Het is daarom onzin de AOW-leeftijd te verhogen voor iedereen of voor bepaalde groepen. De 4 miljard ‘besparing’ die minister Donner beoogt is voor de houdbaarheid van de AOW niet nodig. Het is een slag in de lucht. De berekening waar Donner van uitgaat berust op drijfzand. Zo wordt ten onrechte verondersteld dat er maar weinig extra kosten zullen komen aan uitkeringen en vertrekregelingen voor 65- en 66-jarigen. Een verhoging van de AOW-leeftijd voor alleen mensen boven een bepaald inkomensniveau leidt tot veel complicaties in de uitvoering. Wie de gemiddelde levensverwachting als maatstaf neemt, miskent de grote spreiding in levensjaren. Bovendien betalen mensen die langer leven ook langer aan de AOW en andere voorzieningen. Mensen met een hoger inkomen betalen al meer belastingen dus waarom hen een recht ontnemen? Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Bijzonder vreemd is het idee van de FNV-jongeren om het genoten onderwijs als criterium te nemen voor de AOW-leeftijd. Het zal lastig zijn om hiervoor een grens te trekken. Miskend wordt verder dat ook hoger opgeleiden gezondheidsproblemen kunnen krijgen. Gemiddeld wel minder dan anderen maar wie afgaat op gemiddelden, veronachtzaamt de spreiding en doet daarmee de ongelukkigen onrecht. Niet leven om te werken Onder deze titel schrijft Pierre Brosius, researcher-redacteur DDL op 30 september 2009 een artikel in het AOW-dossier van die krant.
Om te beginnen: een mens leeft helemaal nergens voor. Er is geen doel, geen missie en geen opdracht van welke god dan ook. Het is een moeilijk te verdragen inzicht maar het bestaan heeft geen zin en de enige bestemming is de dood. Toch zijn er tal van mensen die werken heel belangrijk vinden. Waarschijnlijk bijbels geïnspireerd of geënt op het denkbeeld dat je je tijdens het leven vooral moet bezighouden met op zichzelf onaangename en ongemakkelijke zaken. Ongerief dat de samenleving als geheel tot voordeel moet strekken waarbij samenleven in die visie de deugd als zodanig is. Premier Balkenende stelt dat werken bij het leven hoort en de mens gevoel van eigenwaarde geeft. Werk helpt ons te worden wie we zijn en ons karakter groeit op de werkvloer. Daar valt het nodige tegen in te brengen. Zo hij bedoelt dat leven zonder werken onmogelijk is, spreekt hij baarlijke nonsens. De mens is het enige levende wezen dat zichzelf tot werken dwingt. En wat is eigenwaarde eigenlijk en hoezo zou een mens daarover moeten beschikken en op welke wijze wordt die door arbeid verleend? Worden wie je bent klinkt nogal diepzinnig filosofisch, maar is volkomen paradoxaal. Hier is een prediker aan het woord. Alleen de door de mensen verzonnen god wist te doen geloven dat wij onvolkomen zijn en onwaardig om in zijn buurt te vertoeven. Ons hele leven moeten wij daarom werken aan onze vervolmaking. Zonder wroeging op kosten van anderen leven is enkel weggelegd voor een selecte groep. De kansrijke mensen, begiftigd met talenten en creativiteit weten ervoor te zorgen dat ze de hoogste opleidingen krijgen en slepen de interessantste banen in de wacht. Voor hen valt er wat te kiezen. Ruim voor het bereiken van de AOW-leeftijd kunnen ze uit het arbeidsproces stappen omdat ze hebben kunnen zorgen voor een extra appeltje voor de dorst. Vaak is hun werk tevens hun hobby en werken ze, zonder noodzaak tot op hoge leeftijd door. De minder getalenteerden zien zich gedwongen hun vrijheid in hun beste jaren in te leveren. Om in hun levensonderhoud te voorzien verhuren ze zich. De baas bepaalt wat ze binnen werktijd hebben te doen en te willen. Nu de nood kennelijk aan de man is, omdat de AOW onbetaalbaar heet te worden, is opeens ook van belang dat de ouderen niet achter de geraniums verpieteren. Ze moeten participeren. Dat is goed voor henzelf en de maatschappij. Geïntegreerd blijven, meedoen, niet aan de kant staan. Inhaken bij de nationale polonaise. Kunnen de 65-jarigen alstublieft met rust worden gelaten? De meesten hebben na veertig jaar herendienst schoon genoeg van werken en hebben eindelijk, al dan niet strompelend, de leeftijd bereikt waar ze reikhalzend naar uit zagen. Eindelijk vrij van vervelend, geestdodend of zwaar werk. Bevrijd van de nukken van collega’s, chef of directeur. Eindelijk komt er een einde aan het gedwongen samenzijn, is het afgelopen met de dwang, het gezeur, de pesterijen. Maar nee, van de elf redelijk gezonde jaren die de meesten nog te leven hebben worden er doodleuk twee afgehaald. Schande! Merkwaardige redeneringen Minister Bos verdedigt het ontzien van de werknemers die op 1 januari 2010 55 jaar of ouder zijn met de redenering dat zij zich minder goed kunnen voorbereiden op de nieuwe situatie en dat zij nu door de kredietcrisis meer last hebben van het niet-indexeren van hun pensioen.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Vraag: weten de jongere generaties dan wel wat hen aan politiek en economisch onheil nog boven het hoofd hangt? Vraag: hoezo voorbereiden? Het is toch niet de bedoeling dat je een spaarpotje aanlegt om straks (tóch) eerder met pensioen te gaan? Bovendien, heeft Donner met zijn voornemen om per 1 januari 2011 de partnertoeslag voor AOW’ers met een partner dan 55 jaar volledig te stoppen ook nagedacht over hoe déze mensen zich moeten voorbereiden? Speculatie Ingezonden brief.
Het AOW-debat is gebaseerd op pure speculatie waarbij de wonderboys van het CPB haarscherp in de toekomst kunnen kijken. Door de AOW-leeftijd met twee jaar te verhogen levert dit 4 miljard euro op in 2035. Chapeau! Heeft het CPB in 1980 enige melding gemaakt van omzetten die zouden worden behaald door internetaansluitingen, mobieltjes, I-Pods, genetisch gemanipuleerd zaaigoed die nu worden gerealiseerd? Begin 2008 stond de AEX-index op 700. De beste analisten deden een prognose voor eind 2008. Ze zaten er gemiddeld 300 procent naast. Geen noodzaak voor AOW naar 67 jaar Aan het woord is ‘pensioenprofessor’ Gerry Dietvorst van de Universiteit van Tilburg. Interview in DDL op 16 oktober 2009. Enkele citaten.
‘Het lijkt een gelopen race, want het zit bij iedereen tussen de oren. Het kabinet doet alsof er door de vergrijzing een tsunami van rampspoed op ons afkomt, maar zo erg is dat echt niet. Ik ben dan ook niet overtuigd van de financiële noodzaak de AOW naar 67 te verhogen. Bovendien kunnen de maatschappelijke kosten wel eens hoger uitvallen dan nu is voorzien. Het is gewoon een bezuinigingsmaatregel. Ik vrees dat er heel veel neveneffecten zijn die we nu niet eens kunnen voorzien. We hebben in 2005 het prepensioen op 62-jarige leeftijd afgeschaft maar de effecten van die maatregel zijn helemaal nog niet tot wasdom gekomen. Ik zou dus zeggen, begin ermee dat iedereen tot 65 blijft werken. Als dat onvoldoende soelaas biedt, verhoog dan de leeftijd naar 66. Over een jaar of acht bekijken we of we de laatste stap naar 67 überhaupt moeten zetten. Dan kan alles er weer anders uitzien. We worden allemaal wel ouder maar dat zijn niet allemaal gezonde jaren. En vergeet niet wat opschuiving betekent voor mensen in de bijstand en de grote groep kleinverdienende zelfstandigen zonder personeel. Die hebben ook al geen aanvullend pensioen. Zij zijn de armen van de toekomst die zullen moeten worden ondersteund met huur- en zorgtoeslag. De sleutel ligt bij werkgevers. Die zeggen wel dat ze een ouderenbeleid hebben, maar ze doen niets. Als je 45 of ouder bent ben je oud. Er moet bij werkgevers dus echt een omslag plaatsvinden. Overigens ook bij werknemers, die moeten openstaan voor omscholing. Het schuiven met pensioendatum en –uitkering of de combinatie van drie dagen werken met twee dagen pensioen is vooral weggelegd voor de mensen met een goed pensioen. Voor Jan Modaal is dat toch echt een ander verhaal. Het gemiddelde aanvullende pensioen in Nederland ligt nu tussen de 8.000 en 9.000 euro. Dat is voor veel huishoudens te weinig om eerder te stoppen en de periode tot de AOW-uitkering te overbruggen.’
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Generatieconflict? ‘Een natie die haar oudere werknemers uit gewoonte of bedrijfseconomische redenen aan de kant schuift heeft een probleem. Een natie zonder jeugdige aanwas verliest haar vitaliteit en haar toekomst.’ Het ergste wat ons kan gebeuren is dat er een tweespalt komt tussen ‘ouderen’ en ‘jongeren’. Helaas, en triest genoeg, is die ontwikkeling al sinds 2003 steeds sterker aanwezig. Polarisering is aan de orde van de dag. Lekker als je als jongere moet lezen dat je een ‘tijdbom’ bent onder het sociale bestel in Nederland. Lekker als je moet lezen dat je tot de generatie der ‘rimpelratten’ behoort. Wat is er over van ons streven naar een maatschappij voor alle leeftijden? Wat is er over van de intergenerationele solidariteit? In dit artikel komen de ‘ouderen’ en de ‘jongeren’ aan bod. Ongecensureerd. Ongenuanceerd. Misschien worden we dan wakker. Tijdens een toespraak ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Sociale Verzekeringsbank in augustus 2001 ging de toenmalige staatssecretaris Hoogervorst van SZW onder meer in op de ontwikkeling van de AOW. Hij benadrukte de noodzaak om ouderen langer te laten werken om het draagvlak voor de AOW te verbreden. ‘Dat bredere draagvlak zal alleen tot een betaalbare
AOW leiden als we de komende decennia vastberaden ook de staatsschuld aflossen. Het is een morele plicht van de huidige generatie die deze schuld heeft gemaakt om haar ook af te lossen. Hevelt ze die schuld over naar de volgende generaties, dan zou het beroep op solidariteit tussen de generaties wel eens zwaar onder druk kunnen komen te staan. Gelukkig ontstaat hier steeds meer politieke consensus over,’ aldus de bewindsman. Troonrede 2009: ‘De vergrijzing maakt structurele hervormingen onvermijdelijk. Jongeren
dreigen straks tijdens hun werkzame leven ook de lasten van een vergrijsde bevolking te moeten dragen en daarna niet meer te kunnen rekenen op goede collectieve voorzieningen. Dit mogen wij niet laten gebeuren!’ Mooie woorden maar de vraag is hoe?
Zomaar een mening van een geïrriteerde ‘oudere’ Weet u wat? Die discussie over de vergrijzing is langzamerhand weinig meer dan oeverloos gezeur. Wie er belang bij heeft dat ‘we’ met z’n allen lekker blijven doorwerken, bestuurders, beleidsmakers en sommige grijsaards zelf, houdt krampachtig vol dat er helemaal geen probleem is. Wie er geen enkel belang bij heeft, de meeste werkgevers en sommige grijsaards zelf, kan roepen wat-ie-wil, maar wordt niet gehoord. Als je iets negatiefs over de oudere werknemer zegt, krijg je het verwijt over je heen dat je bevooroordeeld bent. Je moet echoën dat de 55-plusser heus niet vaker ziek is dan een jongere collega. Dat de senior heus nog wel ambitieus genoeg is om een goede bijdrage te leveren aan het werk. Dat wie de halve eeuw is gepasseerd, nog best een prestatie kan leveren en beslist niet vaker dan een ander aan stress ten onder gaat. Kul, dames en heren. Wat wil de samenleving in vredesnaam nog van mensen die zich al zo’n veertig jaar uit de naad hebben gewerkt en dienovereenkomstig aan diezelfde samenleving hebben gedokt? Wat verbeeldt zo’n snotneus van nog geen veertig zich eigenlijk als hij zich oppompt over ‘het probleem van de vergrijzing’? Je komt die uit hun Dick Holthauspakken barstende betwetertjes vooral tegen in Den Haag, carrièrejagers met een academische titel, nog een beetje misselijk sinds de laatste corpsfuif. Vlotgesnalvelde jongemannen en af en toe loopt er ook een stel hanenknieën tussendoor. Kereltjes en vrouwtjes zonder enig zicht op de werkelijkheid. Wat ze Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
trouwens ook niet nastreven. Een drs. Of dra. Verliest zich het liefst in abstracties. Anders krijgt hij/zij vuile vingers. Natuurlijk vormt de ouder wordende werknemer een probleem. Neem alleen al de generatiekloof. Die hef je niet op met regeltjes. Het interesseert de senior geen hol welke nieuwe Hollywoodfilm eraan staat te komen of wie Hollands Next Top Model zou kunnen zijn. Het is hem ook worst welke collega zwanger is en hoeveel bloed de puberende zoon van een andere collega nu weer onder diens nagels vandaan heeft gepeuterd. Collega’s zijn jonger dan je kinderen. Je chef ook en straks geldt dat ook voor je baas. De oudere werknemer wordt doodmoe van al die ondoordachte, zogenaamd ambitieuze plannen van de managers om zich heen. De zoveelste variatie op de zoveelste variatie, verzonnen door zo’n broekje met iPod-dopjes in de oren dat graag de wereld wil veroveren. Hoe langer je aan de slag blijft, des te eenzamer voel je je op je werkplek. Want de collega’s interesseren zich natuurlijk geen hol voor jouw leven. Dat je bijvoorbeeld hier een pijnscheut krijgt als je daar op drukt. Dat je ’s middags bent opgebrand en het liefst een dutje zou doen. Dat je, na veertig jaar je plichten te hebben vervuld, zo zoetjesaan het tempo van de dagen zou willen afremmen. Dat je steeds vaker beseft hoe kort je toekomst nog is. Degene die graag wil doorwerken verdient een lintje. Een gemêleerde werkvloer kan alleen maar goed zijn. Maar degene die het ondertussen wel heeft gehad verdient eenieders achting. En wie in zijn onnozelheid de vorige generatie schoffeert verdient een ouderwets pak voor z’n broek. (Huub Hovens, hoofdredacteur Kamerkrant Zuid-Limburg, 25 mei 2007) Een ander geluid
De structurele problemen in onze verzorgingsstaat worden mede veroorzaakt door de steeds markanter wordende klassenstrijd, dit keer niet tussen kapitalisten en werknemers maar tussen jongere en oudere generaties. Je kunt ook zeggen: tussen insiders en outsiders op de arbeidsmarkt. Oudere werknemers zijn gewend geraakt aan en verwend geraakt door tamelijk riante vroegtijdige afvloeiingsregimes. De werkelijke kosten worden gemaskeerd door onder de vlag van WAO en VUT een beroep te doen op collectieve middelen of opgelegde solidariteit tussen ouderen en jongeren. De oudere insiders legden de onbetaalde rekening graag neer bij de jongere outsiders. Nieuwe maatregelen vanuit de overheden, zoals een beetje langer doorwerken, fiscalisering van pensioenen en dergelijke ontmoeten keer op keer protest en stakingen van de zijde van oudere werknemers die zich in hun ‘verworven’ rechten zien beknot. Solidariteit is asymmetrisch en eindig, zo lijkt het. Generaties voelen zich gemangeld en gemankeerd. Eigenbelang speelt op, collectieve belangen dreigen uit het oog te worden verloren. Het kan nog een warme zomer worden…. (G.H.M. Evers, delen van zijn column ‘Gemankeerde generaties’ in Gids voor Personeelsmanagement, nummer 5 2006) De verloren generatie Zomaar twee visies die bottom line haaks op elkaar staan. Natuurlijk is de discussie of de ‘jongeren’ moeten opdraaien voor de ‘ouderen’ een non-discussie. De ‘ouderen’ van nu, en zeker de gepensioneerden en hoogbejaarden, waren ooit een ‘jongere’ die tientallen jaren AOW-premies zonder morren heeft betaald. Zelf behoor ik tot wat met een mooi woord ‘de verloren generatie’ wordt genoemd. De generatie van de harde werkers. Toen ik na mijn eindexamen op de arbeidsmarkt kwam was de jeugdwerkloosheid torenhoog. Toen ik op de Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
woningmarkt kwam was de hypotheekrente 13%. Ik heb vijf recessies meegemaakt, even zovaak een beurskrach. Ik bedoel maar. Ik heb jarenlang VUT-premies betaald voor de ‘ouderen’. Op basis van het solidariteitsprincipe was mijn eigen bijdrage aan de pensioenregeling procentueel even hoog, maar in absolute zin veel hoger dan die van een 56jarige. Toch heb ik, en velen met mij, mijzelf nooit ‘verloren’ gevoeld. Het gevaar van deze discussie is, zoals bij zoveel discussies, dat er overdreven wordt gepolariseerd. Dat er zoiets als een ‘wij’ en ‘zij’ gevoel ontstaat. Dat is dodelijk voor het systeem, dodelijk voor de solidariteit. Het is daarom des te triester dat deze discussie, en je zou bijna denken bewust, door de overheid en velen die haar braaf dienen aangewakkerd wordt. Het wordt tijd dat we wakker worden. Tijd dat we écht iets gaan doen aan het enorme leger dat we anno 2009 wegzetten als ‘kansloos’. We hebben onze mond vol van verhoging van de arbeidsparticipatie, Nederland kennisland, we moeten dit, we moeten dat, en toch hebben we het aantal jongeren tussen de 20 en 24 jaar dat ‘geen kans op goed betaald werk’ heeft laten oplopen tot meer dan 300.000. In verhullend jargon heten het ‘jongeren zonder startkwalificatie’. Als dit zo doorgaat hebben we er over twintig jaar meer dan één miljoen van. De werkloosheid onder jongeren (15-25 jaar) beliep volgens het CBS in het tweede kwartaal 2009 maar liefst 11,8% (tegenover 3,7% in 2008). Dat is ruim tweemaal het landelijk gemiddelde. Dus kappen met rolbevestigend geneuzel en ouwehoeren met sociaal wenselijke antwoorden. Aan de slag. We hebben het namelijk wel over degenen die in 2040 (en velen nog lang daarna) belastingen en premies moeten opbrengen om onze welvaartsstaat in stand te houden. Volgens de Unesco heeft Nederland de gelukkigste kinderen van de westerse wereld. Laten we zorgen dat dit zo blijft. Want zonder jongeren geen toekomst. (JVB 2009) De blanke man die van alles profiteert… Op zaterdag 14 januari 2006 wist ik even niet of ik moest lachen of boos moest worden. Ik las tijdens het ontbijt dat de ‘jonge werkenden’, althans een deel daarvan dan toch, zich in 2005 hebben verenigd in het ‘Alternatief voor Vakbond’, kortweg AVV. Tijd voor hun coming out. Het AVV ‘eist’, jawel ‘eist’, dat de overheid snel begint met het afschaffen van privileges zoals hypotheekrenteaftrek voor goedverdienende kostwinners (whatever that may be), gezinnen en welgestelde ouderen. Omdat het volgens voorzitter Mei Li Vos, jawel, dat PvdA-meisje dat tegenwoordig in de Tweede Kamer zit, altijd dezelfde groep is die profiteert: ‘De blanke man die zijn hele leven bij dezelfde werkgever heeft gewerkt.’ Een herverdeling van privileges is volgens haar dan ook hard nodig. Mevrouw Vos ontkent dat de nieuwe vakbond verschillende generaties tegen elkaar opzet: de solidariteit is volgens haar in Nederland alleen te handhaven als ouderen inleveren voor jongeren. En dat is haar menens: zij waarschuwt ouderen hieraan vrijwillig mee te werken,want anders zwaait er wat. Nog in 2006 wil het AVV een plaats in de SER afdwingen want de huidige arbeidsverhoudingen ‘deugen voor geen meter’. De miskende jongeren… Een paar maanden eerder, om precies te zijn tijdens het vijftigjarig jubileum van de CNVjongeren, riep Antoon Blokland, de voorzitter van die jongerenorganisatie van het CNV, de jongerenorganisaties op om zo snel mogelijk te gaan samenwerken in één groot jongerenplatform. Reden: het is de enige manier om ‘hun’ geluid goed te laten klinken en dat is hard nodig in een vergrijzende samenleving waarin zij, de babyboomers, alles goed voor zichzelf hebben geregeld.
‘De stem van jongeren wordt op dit moment niet gehoord, terwijl er wel over hun belangen wordt gesproken en besloten’. Ook hij wil zo snel mogelijk een jongerenzetel opeisen in de SER. Volgens hem een praatcollege, maar ‘…wel de kortste weg naar een plek waar belangrijke beslissingen worden genomen.’
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Het is volgens Antoon ‘…ook in het belang van ouderen om ervoor te zorgen dat jongeren goed
aan bod komen. Er dreigt een generatieconflict in de samenleving. En dat moeten we zien te voorkomen.’
Het valse beeld dat wij onze ‘toekomst’ de afgelopen jaren hebben voorgeschoteld doet nog recht aan onze vergrijzende samenleving, nog aan de ‘toekomst’ zelf. Het beeld heeft postgevat dat ‘zij’, de jongeren, tot diep in de 21e eeuw moeten opdraaien voor de gevolgen van een uit de hand gelopen bevrijdingsfeestje in 1945. Onze ‘toekomst’ voelt zich uitgesloten en wordt rebels. Er zijn weblogs waar ‘onze toekomst’ ongegeneerd haar visie op de babyboomers ventileert. Voorbeeldje? Met tegenzin, maar vooruit dan, van weblog GeenStijl.nl:
‘…Absoluut dieptepunt is de koffiehoek bij Appie Hein, daar wil je niet zijn. Hele hordes rimpelratten verzamelen zich daar en voeren een heuse terreur…’ En ter afsluiting een van de website van het Nationaal Fonds Ouderenhulp:
‘…Ik erger me mateloos aan de bejaarden die mij continue in de weg lopen, rijden of hoe ze zich ook trachten voort te bewegen. Ze zijn traag, zeiken en blokkeren de economie….’ Een andere manier van denken. Maar wel een héél andere. Zomaar enige nuancering De huidige generatie 30’ers heeft 3,5 keer zoveel koopkracht als de mensen in 1957 die voor het eerst AOW-premie gingen betalen: een premie die moest worden betaald van een karig loon. De demografische druk is de afgelopen veertig jaar laag geweest en gaat weliswaar door de stijging van het aantal 65-plussers omhoog, maar wordt daarom niet hoger dan zestig jaar geleden. De aanstormende 65-plussers traden gemiddeld al vanaf hun 16e, 17e levensjaar in het arbeidsproces, terwijl de huidige generaties dat pas ergens tussen hun 25e en 30e levensjaar doen. Dat jongeren de rekening betalen als de AOW-leeftijd niet wordt verhoogd is onzin. Eerder is het tegenovergestelde waar: verhoging van de AOW-leeftijd gaat juist ten koste van jongeren. Degenen geboren ná circa 1975 krijgen de volle leeftijdsverhoging voor de kiezen. De ouderen worden geheel of gedeeltelijk gevrijwaard. Jongeren worden bovendien dubbel getroffen, omdat de AOW achterblijft bij de loonontwikkeling. De AOW-uitkering anno 2009 is ongeveer 25% van het gemiddeld verdiende inkomen. In 2035, als de 1975-generatie zestig jaar, is zal de AOW nog maar 22,5% van het gemiddeld verdiende inkomen bedragen. Intergenerationele solidariteit volgens de wetgever 27 augustus 2004: kabinet versoepelt plannen voor de wet Vpl, volgens minister De Geus van SZW: ‘…het kabinet heeft met de versoepeling een compromis gezocht tussen de belangen van
ouderen die jarenlang premies hebben betaald en jongeren die langer moeten doorwerken.’
26 mei 2004. Kamerdebat. Op enig moment komt het loslaten van het solidariteitsprincipe (om zeep geholpen door Balkende c.s.) ter sprake. Het kabinet stelt dit als keiharde voorwaarde. Reactie Bos: ‘Dit kabinet maakt willens en wetens de solidariteit tussen rijk en arm en jong en
oud in het pensioenstelsel kapot. Dit kabinet wilde er niet uit komen.’ Reactie De Geus: ‘Acht van de tien werknemers zal zeker vrijwillig mee willen doen aan het systeem zoals werkgevers en kabinet dat zijn overeengekomen. Dan kan je het heel goed in stand houden.’
Alle AOW’ers van nu waren ook ooit ‘jongeren’ die in het kader van ‘solidariteit’ AOW-premies betaalden.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Binnenkort meer.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© APS Pensioenteam / Joop van Beek
Sun City
(Alle ‘oudjes’ op een kluitje) Dagblad De Pers laat op vrijdag 8 juni 2007 weten dat ‘met een beetje geluk’ in 2008 in de Noordoostpolder een Seniorenstad met zo’n tweeduizend woningen voor 55-plussers zal verrijzen. Initiatiefnemer Alex Sievers van Inbo Adviseurs geeft toe dat niet iedereen zich in het idee voor een Seniorenstad kan vinden:
‘Sinds we dit idee lanceerden in 2004 krijg ik bijna dagelijks reacties op het plan. Ik krijg drie soorten reacties: - mensen vinden het vreselijk - mensen willen meer informatie - mensen zijn heel enthousiast Het is net als wonen in hartje Amsterdam: de één vindt het prachtig, de ander gruwelt ervan. Mensen onder de 55 hebben er niets te zoeken (qua wonen dan), maar voor iemand met een partner van nog nét geen 55 maken we vast een uitzondering. En je mag blijven wonen tot je 120e. Als je dat haalt.’
Seniorensteden. ‘Disneyland voor ouderen’. De een gruwelt ervan, de ander vindt het geweldig. In de VS groeien dergelijke steden als kool. Het vooruitzicht voor de bewoners? Zon, golf en géén jongeren… Sun City West ligt in Arizona. De eerste seniorenstad die in 1960 werd gebouwd. Er wonen inmiddels liefst 39.000 mensen. Allen ouder dan 55 jaar. Jongeren zijn niet welkom. Voor jongere echtgenotes (ja, alleen echtgenotés) wordt een uitzondering gemaakt. Sun City West, een van de vele plaatsjes in zonnige staten als Florida, Californië en Texas. De schattingen lopen uiteen, maar er zouden in totaal al zo’n vijf miljoen 55-plussers in deze seniorensteden wonen. Of liever gezegd: ‘active adult communities’. De markt is groot met de aanstaande pensionering van maar liefst zeventig miljoen ‘babyboomers’. De regels zijn strikt: - het gazon moet altijd kort geknipt zijn - garages moeten, als zij vanaf het trottoir zichtbaar zijn tenminste, opgeruimd zijn - huisdieren mogen ‘geen onredelijke hoeveelheid geluid maken’ - de was mag niet buiten opgehangen worden. De seniorensteden zijn bepaald niet onomstreden, vooral omdat ze, op een uitzondering na, volledig ‘blank’ zijn. De criticasters spreken van ‘Grijze Apartheid’, in de Amerikaanse wet is in een bijlage, die haaks staat op de gelijke behandelingswetgeving, opgenomen dat ze worden toegestaan, omdat er ‘speciale voorzieningen’ worden geboden. De Franse filosoof Bernard-Henri Levy spreekt over seniorensteden als ‘de eerste stap naar de Balkanisering van de VS’ en vraagt zich af wat de volgende stad zal zijn: jodenvrij of homovrij? Meer lezen? Binnenkort is het volledige artikel beschikbaar.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © APS Pensioenteam / Joop van Beek
Sterven de Duitsers uit? Als het aan de Duitse statistici ligt wel. In het jaar 2300 zal volgens hen onze laatstovergebleven oosterbuur de laatste adem uitblazen. De exacte datum is nog niet berekend, maar toch. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar bij het lezen van dergelijke berichten moet ik in elk geval altijd denken aan een van de wijze lessen van mijn eerste leermeester: hoedt je voor leugenaars, bedriegers en statistici!
“Alleen als we bereid zijn om ingrijpende veranderingen door te voeren kunnen we onze welvaart en ons sociale zekerheidsstelsel voor onszelf én de toekomstige generaties Duitsers in stand houden.” Met veel gevoel voor dramatiek vroeg ‘Die Kwien von Berlin’, zoals ze door de Duitse Edwin
Evers dagelijks wordt genoemd en gepersifleerd, begrip van het Duitse volk voor de meest dramatische belastingverhogingen die hen in 2007 en de jaren daarna in het vooruitzicht zijn gesteld. Trekt de conjunctuur na zes jaar eindelijk weer aan, is hen in de verkiezingst(r)ijd belastingverlichting beloofd, lijkt een belastingorgie die de staat jaarlijks vijftig miljard extra inkomsten moet opleveren een einde te maken aan het optimisme en de gerechtvaardigde verwachtingen. ‘Dies ist eine coalition von Betrüger’ schreeuwen de boulevardbladen. Een vergelijking met Nederland dringt zich op. Riep in 2003 onze eigen JPB als grote roerganger van een eveneens ondenkbaar geachte coalitie immers niet bijna hetzelfde als zijn collega Merkel nu? Heette het in Nederland dat na het zuur het zoet zou komen, in Duitsland spreekt men van Zuckerbrot und Peitsche. Criticasters, waaronder talloze wetenschappers, verwijten Merkel onder het mom van toekomstige welvaart geld op te halen dat er alleen toe moet dienen om het dramatisch georganiseerde en aan alle kanten falende staatsapparaat te kunnen blijven financieren en het begrotingstekort eindelijk weer eens binnen de bandbreedte van het stabiliteitspact te krijgen. Fiscale begrotingspolitiek dus met als belangrijkste inspiratiebronnen het Duitse Strategieverslag en de talloze rapporten van kille rekenmeesters. Rapporten waarmee vervolgens de vloer wordt aangeveegd door mensen als bijvoorbeeld Gerd Bosbach, laat ik hem maar de Duitse Bert de Vries noemen, die met mathematische precisie en een dosis gezond cynisme de kul waarvan Merkel cum suis zich bedient fileert. À propos, en dat maakt het zo bijzonder, Gerd Bosbach is…jawel…...statisticus. Duitsers krijgen te weinig kinderen. Het fertiliteitcijfer in Duitsland is inmiddels volgens de jongste cijfers gedaald tot beneden de 1,4: bekend mag zijn dat een cijfer van 2,1 kind per vrouw nodig is om een bevolking in stand te houden. Als je in langjarige prognoses uitgaat van dit cijfer en een verdere daling prognosticeert kun je er donder op zeggen dat er een moment komt dat er op een gegeven moment niemand meer is. Daar hoef je geen statisticus voor te zijn. In het geval van de Duitsers het jaar 2300 na Christus dus. Herr Bosbach merkt fijntjes op dat Duitsland in de afgelopen honderd jaar immense demografische veranderingen heeft doorstaan die óók niet waren voorspeld. Zelfs een visionair als Konrad Adenauer kon in 1950 niet bevroeden welke effecten de pil en de val van de Muur zouden hebben op de bevolkingssamenstelling van Duitsland. Herr Bosbach bedoelt maar! Wie kon voorzien dat de levensverwachting met meer dan dertig jaar zou stijgen en het aandeel van de ‘jeugdige Duitsers’ in de totale bevolking, afhankelijk van waar je de grens wenst te leggen, zou dalen van 44 naar 21 procent? Is dat erg? Volgens onze Gerd niet. Volgens hem is er tot 2050 geen énkele reden tot paniek. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © APS Pensioenteam / Joop van Beek
Behalve als Europabreed kille rekenmeesters zich uitsluitend en alleen focussen op het gegeven dat ceteris paribus in 2050 een actieve voor meer inactieven verantwoordelijk is dan nú het geval is. En ceteris paribus betekent dat in de berekeningen van Duitse statistici die tot deze conclusie leiden verondersteld is dat het huidige aantal werklozen (circa vijf miljoen) constant blijft. En ceteris paribus betekent eveneens dat geen rekening is gehouden met een inmiddels in Duitsland doorgevoerde verhoging van de pensioenleeftijd, technologische ontwikkelingen (want welke dan?) en een verhoging van de arbeidsproductiviteit (die de afgelopen honderd jaar wel het geval is geweest). Voorspellingen op de lange termijn gaan aan al deze zaken voorbij maar zijn wel handig om ordinaire begrotingspolitiek te rechtvaardigen en angst te zaaien. Herr Bosbach vraagt zich tot slot af hoe het toch mogelijk is dat de Duitse regering haar beleid (mede) baseert op de aanname dat er over vijftig jaar nog steeds vijf miljoen werklozen zullen zijn en tegelijkertijd roept dat er nú geen geld is om de generaties die de toekomstige beroepsbevolking moeten gaan vormen op te leiden. Daadkrachtig investeren in deze generaties is de simpelste en eenvoudigste oplossing voor het statistisch vastgestelde probleem. Daar is slechts een fractie voor nodig van de immense belastingverhoging. De parallel met Nederland, en zo u wilt met nog vele andere landen die lid zijn van de EU, is gauw gelegd. Niet alleen wat betreft het beleid dat de betreffende regeringen hebben ingezet, de grootste gemene deler is eerder de motivatie die ze allen hiervoor geven. Vergrijzing en ontgroening zijn uit de lucht komen vallen in 2002 en sedertdien een fantastische kapstok waaraan politici alles aan kunnen ophangen. Mensen als Herr Bosbach, en niet te vergeten De Vries, rekenen daar echter genuanceerd en genadeloos mee af in hun publicaties. Publicaties die de mensen die worden getroffen door het ‘beleid’ echter nooit zullen lezen. © Joop van Beek, 2006
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © APS Pensioenteam / Joop van Beek