Architects’ Cribs
#03
Paul Diederen Jaargang 2006
Inhoud Inleiding 9 Interview 2 Portret 7 Project: Villa Van der Spank in Mijdrecht 8 Artikel: Het mysterie van de ruimte Paul Diederen over wonen 12 Project: Villa Vermeulen in Valkenswaard 32
Artikel: Zoektocht naar maximale beleving De eigen woning als onderdeel 20 Project: Wonen op de grens Eigen stadsvilla van Paul Diederen in Eindhoven 24
Artikel: Grenzen en spanning Recent werk belicht 29 Biografie
32
Colofon 33
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Redactioneel Wie is Paul Diederen
Paul Jacques Raymond Diederen is op 23 januari 1959 geboren te Didam. In 1986 is hij cum laude afgestudeerd aan de TU Eindhoven, afstudeerrichting Architectonisch en stedenbouwkundig ontwerpen. Zijn afstudeerwerk bestaat uit een vijftal projecten, waaronder twee gerealiseerde verbouwingen van een badkamer en een woonhuis. Daarnaast heeft hij drie ontwerpen gemaakt; een plan voor wijziging entree en kantine van het Maerlant Lyceum (i.s.m. Peter van Kempen), nieuw ontwerp voor ‘Ponte dell Accademia’ in Venetië (i.s.m. Michel Schutgens) en een nieuw ontwerp voor het Henri Dunant Park in Eindhoven. Hij heeft zijn eerste publiciteit gekregen door het winnen van de eerste prijs van de prijsvraag ‘Geef andere woonvormen de ruimte’ in 1987, uitgeschreven door de gemeente Eindhoven. Het ontwerp voor een woongebouw op de hoek van de Julianastraat en Vonderweg is gemaakt door Michel Schutgens, maar is verder uitgewerkt samen met Paul Diederen. Uiteindelijk is het project gebouwd en is er een samenwerkingsverband tussen de twee ontstaan. Na het overlijden van Michel Schutgens in 1998, is hij in 1999 compagnon geworden van het bureau Diederen Dirrix van Wylick architecten, die in 2005 weer in Diederen Dirrix is overgegaan. Paul Diederen is als architect weinig theoretisch ingesteld. Zijn gebouwen moeten worden ervaren en beleefd. Het is moeilijk zijn ideeën in woorden om te zetten.
Patricia van den Eertwegh 0569339 Nicole Splinter 0570332 Leah Wiederholdt 0576596
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
1
Interview met Interview Paul Diederen
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Paul Diederen is een architect die zich weinig bezighoudt met theoretische onderbouwingen. Hij is dan ook geen schrijver, maar een bouwer. De beleving van het gebouw als geheel en de indeling van de ruimten onderling, vind hij heel belangrijk. Hierin probeert hij graag nieuwe dingen uit. Ook probeert hij een spanning in het gebouw te verwerken. Waarom bent u architectuur gaan studeren?
de gehele ruimte hebt, maar dat er altijd iets meer is.
Ik ben niet zo’n architect die dat al wist toen hij zes was.
Bijvoorbeeld dat je ergens om een hoekje moeten kijken,
Mijn interesse is op de middelbare school ontstaan. Ik ben
om te zien wat daarachter is. Niet meteen alles blootge-
ermee geconfronteerd doordat een oom architect was.
ven. Het mysterie en het op die manier vormgeven van een
Daardoor leek me architectuur wel aardig, bij de keuze wat
gebouw, daar ben ik heel duidelijk mee in aanraking geko-
ik moest gaan studeren.
men, dat is iets wat ik voor een deel heb meegenomen van
Ik vind het wel een heel mooi vak, hoewel het vak ook veel
Jo. Dat soort dingen gebruik ik nu nog steeds. Ik vind wel
nadelen heeft. Ik vind ook dat het te weinig gewaardeerd
dat ik, met name de laatste jaren, een heel andere soort
wordt in de maatschappij. En het kost heel veel energie
architectuur maak dan Jo. Veel directer en zonder veel toe-
als je iets goeds wilt maken, daar moet je mee om kunnen
standen.
gaan. Je moet met die stress om kunnen gaan.
Wat ik vooral van Jo geleerd heb is dat hij een waanzinnige kwaliteit heeft voor, het gerealiseerd krijgen van zijn plan-
Voor en tijdens het afstuderen heeft u gewerkt bij Jo
nen. Hij is heel goed in het communiceren met mensen en
Coenen, wat heeft u daar geleerd? Wat heeft u daarvan
met opdrachtgevers en krijgt de dingen die hij graag gere-
in uw eigen werk meegenomen?
aliseerd ziet voor elkaar. Een soort van strategie. Als je iets
Tijdens het studeren heb ik vakantiewerk gedaan bij een
wilt bereiken in een ontwerp moet je de opdrachtgever wel
oom, hij had een architectenbureau. Dat was destijds een
kunnen overtuigen van je eigen kwaliteiten en van datgene
redelijk standaard bureau waar gewoon projecten gedraaid
wat je wil. Dat kan Jo Coenen als geen ander.
werden. Op deze manier vond ik het vak niet zo heel boeiend. Vervolgens heb ik stage gelopen bij Jo Coenen.
U heeft met verschillende architecten samengewerkt.
Tijdens het afstuderen heb ik er een paar dagen in de week
U bent begonnen met Michel Schutgens en vervolgens
als vaste kracht gewerkt, voor ongeveer een half jaar.
gaan samenwerken met Bert Dirrix. Wat is de invloed
Wat ik ervan geleerd heb?
van uw mede-architecten op uw ontwerpen geweest?
Vooral een waanzinnige drive hadden ze daar. Als je iets
Na het afstuderen ben ik samen gaan werken met Michel
wilt bereiken, dan kost het je heel veel energie en dan moet
Schutgens. Het huis in Mijdrecht is mijn eigen ontwerp,
je er ook echt voor gaan. Dat was heel mooi om te erva-
dat is dus mijn ding. Maar we hebben het wel samen uitge-
ren.
werkt. Het huis in Valkenswaard hebben we in zijn geheel
Wat ik er vooral van geleerd heb is hoe je ruimtelijk moet
samen ontworpen. Vanaf de studie zijn we altijd samen
vormgeven, hoe je een ruimte opbouwt uit zijn ruimtelijk-
rond de tafel gaan zitten om gebouwen te maken die van
heid. Hij maakt veel gebouwen waarbij de ruimte aan het
ons samen waren. We maakten een ontwerp dat van ons
einde wegloopt. Dus waar je niet het totaaloverzicht over
allebei was. Dat ging heel goed en heel leuk. Dat heeft op
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
3
‘Ik vind dat het vak architectuur te weinig wordt gewaardeerd’.
een gegeven moment als nadeel dat je een soort 1-2tjes krijgt. Dan krijg je een soort machientje, waarbij je van te voren al weet wat de ander gaat zeggen. En er komt dan ook een soort van ingesleten patroon. Michel Schutgens is in 1998 overleden, nadat we vanaf 1986 samengewerkt hadden. Ik ben toen 1,5 jaar zelfstandig verder gegaan. Vervolgens ben ik met Dirrix en Wylick samen gegaan als één bureau, Diederen Dirrix en v. Wylick architecten. Met het verschil dat we op dit bureau met drie groepen werkten, waar ieder zijn eigen ding deed. Nu is het Diederen Dirrix. We doen nu iets meer projecten samen, maar we doen ook nog steeds heel veel afzonderlijk van elkaar. Dat is ook echt het grote verschil als met Schutgens, toen we echt samen één potlood vasthielden. Aan het ontwerp van de stadsvilla’s bent u met Schutgens begonnen. Na zijn overlijden bent u er zelf mee verder gegaan, hoeveel invloed heeft Dirrix gehad op het uiteindelijke ontwerp? Dirrix heeft weinig invloed gehad op het ontwerp van mijn woonhuis. Wel kijken we naar elkaars werken. Bijvoorbeeld met het Patronaat en Dynamo. Dynamo, hier in Eindhoven, is door Bert Dirrix ontworpen en het Patronaat door mij. Daar zie je dat de processen gelijk op gaan en dat we elkaar wel beïnvloeden in dingen, door naar elkaars projecten te kijken. Er zijn ook verschillen in hoe wij ontwerpen en naar de dingen kijken. Door discussie en samenwerking proberen we profijt van elkaar te hebben. Hoe kijkt u terug op oudere projecten, zoals de villa’s in Mijdrecht en Valkenswaard? De huizen van vroeger zijn nog prima huizen. Al zou ik nu misschien wel dingen anders doen, als ik het nog een keer mocht doen. Maar er mankeert verder helemaal niks aan de huizen. De huizen zijn kort na het afstuderen gemaakt, misschien zijn er wel wat dingentjes mislukt of fout gegaan, maar dat vind ik niet zo erg. 4
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Het ontwerpproces van het huis in Mijdrecht heeft an-
prent wordt gemaakt. Maar echt het wonen en leven als
derhalf jaar geduurd. Hoe is het ontwerpproces bij het
uitgangspunt te nemen, en dat vertalen in een gebouw. Dat
huis in Valkenswaard gegaan?
is heel belangrijk. Je mag best wel weer maatschappelijke
We hebben het ontwerp voor de villa in
Valkenswaard
verbondenheid tonen in je werk.
redelijk snel gemaakt. Maar het heeft ook wel een tijdje geduurd, er is heel veel aan getekend, gedetailleerd en ge-
Wat vind u van uzelf als architect?
werkt. Maar niet zoveel en niet zo lang als in Mijdrecht.
Op de ladder van de architectuur zie ik me niet aan de top
Ik denk dat als ik nu een ontwerp maak, dat ik veel beter
net als Koolhaas maar wel net onder de top, in de buurt
kan luisteren naar wat de opdrachtgever wil. En dat ik het
van de top. Als bureau maken we zeker wel topproducten.
beter kan koppelen aan een budget. Nu ga ik veel sneller
Ik vind wel dat we goede architecten zijn.
naar mijn doel, het punt waar ik wezen wil. Vroeger was het nog echt een zoektocht.
Wat vind u belangrijker in een ontwerp vorm of functie en hoe staan deze in verhouding tot elkaar?
Hoe lastig is het om een eigen woonhuis te bouwen? Heel lastig omdat je heel veel in alternatieven denkt. Als je samen met een opdrachtgever werkt, dan stelt hij gewoon de randvoorwaarden. Dan moet je denken dat je dat gewoon gaat maken voor die persoon, met een bepaald oppervlak slaapruimte of werkruimte. In je eigen ontwerp kun je geen keuzes maken, er komen oneindig veel varianten voorbij. Eigenlijk moet je gewoon kiezen. Dat gebeurt dan uiteindelijk ook wel, en dan blijkt het nog mee te vallen ook. Ik heb nooit als ambitie gehad om mijn eigen woonhuis te gaan maken. Ik had er gewoon geen interesse in, om naar mijn eigen grapjes te moeten kijken. Maar toen deed de situatie zich voor, een locatie op een zeer interessante plaats in de stad. Daar wilde ik wel graag wonen. Je kunt ook duidelijk zien dat door het maken van je eigen huis het ontwerp veel soberder wordt in de detaillering, dit ging eigenlijk vanzelf. Dit was ook al een proces waar ik mee bezig was. Niet het uit elkaar trekken van de dingen, maar veel abstracter en sterker maken van de beelden. Bij mijn eigen huis ging ik dat ook steeds meer doen. Het huis is veel ingetogener en rustiger.
Functie is belangrijker dan vorm. Vorm is niet belangrijk in een ontwerp. Je ontwerpt vanuit de functie. Hoe ik een bepaalde ruimte beleef is dan wel belangrijk . Vorm is niet het uitgangspunt, is meer het resultaat. Esthetische vorm wil ik niet belangrijk vinden. Natuurlijk maak je vormen, daar boetseer je aan. De meeste interessante vormen hebben een bepaald percentage aan imperfectie in zich. Vergelijk het met mensen. Een model, is totaal perfect, maar is meestal niet interessant. Imperfectie maakt boeiend. Dit is ook zo met architectuur. Je kunt zeggen dat dit ook een esthetische opvatting is. Ik wil wel proberen dit een beetje te laten ontstaan en kijken wat er dan uit komt. Ik wil niet vanuit de modernistische traditie een gevel vormgeven. Of vanuit een historiserend principe. Iets dat ontstaat, mag ook best wel een beetje wringen. Dat is van een gebouw of gevel de esthetica. Is het nou mooi of niet? Een discussie maakt het vaak ook interessant en boeiend. Wat mooi of lelijk is boeit me steeds minder. Ik ben niet op zoek naar de schoonheid van de dingen, maar meer naar de meest krachtige manier om een programma te kunnen realiseren en in kunnen zetten.
Wat is de rol van de architect voor de samenleving? Dat is wel weer aan het veranderen, dat is wel goed. Na de jaren 60 is de architect geworden tot een pleaser van de opdrachtgever, en voor het pleasen van de maatschappij. Het ging hier met name om het verleiden. Niet zozeer neemt de architect meer een maatschappelijke positie in, zoals tijdens De Stijl. De architect mag nu best weer positie innemen in hoe hij de maatschappij wil vormgeven. Dus eigenlijk je idealen vormgeven in je beroepsuitoefening. Het gaat om een goed product te maken, een goed woonproduct waar mensen goed kunnen wonen. Dus niet alleen maar een pro-
‘Ik ben niet op zoek naar de schoonheid van de dingen, maar meer naar de meest krachtige manier om een programma te kunnen realiseren en in te kunnen zetten’.
duct maken waarbij het geveltje ‘pleast’ en als een mooie Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
5
We hebben begrepen dat u in veel projecten grenzen
Wat moet het gebouw met zijn bezoeker doen?
opzoekt of probeert te verkennen, wat vindt u hier zo
Dat ligt aan wat voor soort gebouw het is.
interessant aan?
Een woning moet gewoon heel functioneel zijn.
Als je jezelf wilt ontwikkelen dan moet je dat doen. Wat
De beleving van het wonen, van hoe je leeft. Je kunt het
is er leuker dan op reis gaan en andere culturen te ont-
leven niet dwingend opleggen. Je moet er vrijheden in
moeten, daar leer je van. Je ziet zelfs het verschil met Ha-
maken, zodat mensen daar zelf in kunnen kiezen. In mijn
verleij daar wonen mensen in een monocultuur, in Baeke-
eigen woonhuis kon ik bijvoorbeeld de verblijven heel ge-
landplein, daar ontmoeten verschillende groepen elkaar.
makkelijk nog wisselen.
Daarom vind ik het ook zo leuk om in de stad te wonen,
Bij een gebouw is het wel belangrijk dat je de kwaliteiten of
waar van alles gebeurt. Als je verschillende mensen ziet,
randvoorwaarden, als zon, natuur, optimaal laat ervaren.
ontmoet. Dan stap je uit je eigen kader.
De beleving van de dag en de seizoenen dat kun je heel goed het huis in laten komen. Heel veel verschillende plekken in een woning worden gekoppeld aan de locatie. Woonkamer wordt vaak geplaatst bij een terras en waar de zon op komt. Zo probeer ik de woning zoveel mogelijk kwaliteit te geven.
‘Door verschillende bevolkingsgroepen samen te brengen kan je een bijdrage leveren in differentiatie in het woonmilieu en van de mensen die er wonen’.
Ik vind het mooi, net als bij een oude Limburgse boerderij, dat een woning verschillende plekken heeft. De ene plek is heel anders dan de andere. Met een geheel andere opvatting als je een ding maakt dat naar binnen en buiten altijd dezelfde beleving heeft. En dat ook als het in een keer te beleven is. Het patronaat kun je niet in één keer snappen, dat maakt het spannend en leuk. Net als bij de werken van Piranesi. Hoe belangrijk is de inrichting in een interieur van bijvoorbeeld een woonhuis of het patronaat? Liefst zou ik zelf ook nog de inrichting ontwerpen, maar
We hebben begrepen dat het bij ontwerpen gaat om
het hoeft niet. Bij mijn eigen woning heb ik het in grote
mensen die bewust worden van elkaar. Ziet u dit als
lijnen zelf gedaan, maar bepaalde meubels heb ik ook sa-
een mogelijke oplossing voor maatschappelijke proble-
men met Bob Copray gedaan. Daardoor ontstaat er een
men? Je kunt het niet zien als een oplossing voor een maatschappelijk probleem. Maar als je een positie inneemt kun je door het programmeren van het programma, daar een bijdrage aan leveren. Bijvoorbeeld bij de Egelstraat, daarin staan verschillende typen woningen door elkaar en komen verschillende werelden bij elkaar. Stadvilla’s, drive-in woningen, patiowoningen, woon- werkwoningen en starterswoningen. Hier wonen dus senioren, jongeren en nog andere groepen bij elkaar. Hierdoor kan je een bijdrage leveren in differentiatie in het woonmilieu en de mensen die er wonen. Het is leuk als architect om je daarmee te bemoeien. Door verschillende types aan elkaar schakelen, ontstaat er iets nieuws. We proberen hierbij in een opdracht differentiatie aan te brengen. De ontwikkelaar moet hier natuurlijk mee instemmen. Het differentiëren binnen een project maakt het interessant, en het verkoopt makkelijker.
6
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
nieuwe laag, met zijn oplossingen en ideeën. Als je in je eigen woning naar alleen maar dingen moet kijken die je zelf hebt bedacht, wordt je daar ook wel moe van. Het geeft dus een vorm van vrijheid. Bij het patronaat ik zelf de barren ontworpen. De stoelen zijn gekozen. Maar het gebouw moet daarna heel veel kunnen hebben, het moet rauw gebruikt kunnen worden. U doet veel woningbouw, is dit een bewuste keuze? Het ontstaat zo, als je er eenmaal in zit dan doe je dat gewoon. Woningbouw is interessant, maar popcentra als het Patronaat in ook een heel leuke opgave, waarvan ik er wel meer wil hebben. In schaal heb ik niet echt een voorkeur, maar wel in complexiteit, dat vind ik wel heel interessant.
Portret
Wilde als kind worden:
Hekel aan:
Geen echte voorkeur
burgerlijkheid
Favoriete kleur:
Definitie van succes:
Ik ben kleurenblind
Als je je lekker voelt
Favoriete boek:
Definitie van architectuur:
Heb ik niet. Als kind Pim Pandoer.
Intense beleving
Favoriete schrijver:
Toekomst:
Heb ik niet
Zal nog lang architect blijven
Favoriete tijdschrift/designmagazine:
Motto:
Ook geen
Grenzen aftasten
Favoriete muziek:
Mijn beste project:
Prince
Ze zijn allemaal goed
Favoriete vakantiebestemming:
Advies aan jonge architecten:
Niet
Proberen de breedte van het vak snel te overzien. De consequenties snappen. Het totale.
Favoriete gerecht:
En ervan te genieten.
Ossobuko Ik bewonder: Leukste aan mijn werk:
Johan Cruijff
Het scheppen van dingen. Uiteindelijk bouwen.
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
7
Villa Van der Spank in Mijdrecht Een huis tussen hemel en aarde De beleving van een plek is volgens Paul Diederen belangrijk in een woning. De verschillende plekken moeten worden gekoppeld aan de locatie. De kwaliteit van de woning wordt op deze manier zoveel mogelijk gewaarborgd. Villa van der Spank, Gooskens, is het eerste ontwerp van Diederen. Hij wilde bij dit project bewijzen dat hij het vak daadwerkelijk beheerst. Daarom heeft hij de constructie in het zicht gelaten en is er een zorgvuldige detaillering aanwezig.
8
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Kavel: 5300 m2 Inhoud: 800 m3 Bouwkosten: f 500.000,Kozijnen: Meranti hout Constructie: grenen Oplevering: december 1991
Villa van der Spank, is van opzet een open villa met veel glaspartijen en staat geheel in de natuur. De villa staat midden in een fruitboomgaard. Aan de noordkant wordt de woning omarmd door een zware zwarte gemetselde muur die tot halverwege de eerste verdieping loopt. De eerste verdieping lijkt er hierdoor bovenuit te steken. De ruimten in het huis zijn gesitueerd naar de beleving van de dag. De zon komt op in het oosten, daar is dan ook de hoofdslaapkamer geplaatst zodat als je wakker wordt je de zon kunt zien opkomen. In de middag staat de zon op het zuiden, de woonkamer en de tuinkamer zijn hier
Begane grond
gelegen. En de keuken staat op het westen, daar waar de zon ondergaat. De kwaliteiten van de natuur worden zo optimaal benut. Omdat de slaapkamers en badkamers daglicht nodig hebben dan
andere
minder
vertrekken,
bevinden deze zich allemaal achter de stenen noordwand. De ingang van de woning ligt op het westen onder een zeer brede trap, welke van de eerste verdieping naar de tuin loopt. Aan
de
structuur.
zuidzijde kent de villa een hele open Er kan hier een vergelijking
worden
getrokken met een luchtige houten schuur. De vijf
Verdieping
houten spanten zijn duidelijk zichtbaar door de glazen gevel. Door de grote dakoverstekken wordt de zomerzon geweerd, maar kan het zonlicht in de winter tot ver in het huis binnenvallen. Tekeningen schaal 1:200
1 Entree
7 Badkamer
2 Bergruimte
8 Slaapkamer
3 Tuinkamer
9 Woonkamer
4 Gang
10 Keuken
5 Slaapkamer
11 Slaapkamer
6 Slaapkamer
12 Badkamer
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
9
Doorsnede A-A
Doorsnede B-B
Bijna over de hele breedte van het huis is een balkon aan-
Eerste pagina: Rechtsboven:
wezig. Deze zorgt ervoor dat ook op de begane grond de
Exploded view
zon in de zomer wordt geweerd.
Tweede pagina: Linksboven: Perspectief tekening
De hoofddraagconstructie bestaat uit hout. De houten
Rechtsboven: Interieurfoto
staanders klemmen de balken in. Het dak heeft een houten
woning, Woonkamer Links
midden:
Isometrisch
spantenconstructie, welke goed zichtbaar is in het huis. De
detail 1; aansluiting kolom -
eerste verdiepingsvloer bestaat uit een houten balklaag,
muur - kozijn.
met als afwerking een blond tropisch hardhouten vloer.
Isometrisch detail 2;
Er zijn alleen steenachtige materialen gebruikt voor de be-
Aansluiting kolom - spant. Rechtsonder:
Interieurfoto
woning, slaapkamer op dieping
Oostgevel
ver-
gane grond en de buitenmuur. De begane grondvloer is van beton, en de buitenmuur bestaat uit baksteen.
De afwerking van het huis is sober en komt in overeenstemming met de elementaire constructies die het huis omringt. Vooral het licht dat aan alle kanten het huis doorboort en de zorgvuldige detaillering maken dat het huis tot leven komt. 10
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Westgevel
Zuidgevel
Noordgevel
Tekeningen schaal 1:200
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
11
Het mysterie van de ruimte Paul Diederen over wonen
De meeste opdrachten van Paul Diederen vallen onder de woningbouw. Vaak wordt hij gevraagd voor de meest onmogelijke bouwlocaties waar opdrachtgevers nauwelijks raad mee weten. Hier vind hij de complexiteit die als basis ligt voor zijn werk. Zijn aandacht voor het programma, zijn oog voor detail en de gegeven context weet hij samen te smelten tot een krachtige en prettige woonomgeving. Bewustwording
12
Het ontwerpen van woningen staat voor Paul Diede-
voor het onbekende. Mensen zoeken vertrouwen en
ren gelijk aan zijn algemene visie over de architec-
individuele herkenning. Makelaars en projectont-
tuur of het bouwen. Het belangrijkste is het goed
wikkelaars blijven hier steeds op inspelen.
organiseren van het programma op de locatie. Het
Hij geeft aan dat er ook nog zoiets is als de collec-
creëren van een intimiteit, waar men zich als mens
tiviteit van de maatschappij. Iets wat de gezamen-
maximaal op zijn gemak voelt. Maar waar de be-
lijke cultuur vormt. Dit moet je volgens hem ook
zoeker ook uitgedaagd wordt en over een grens
vormgeven en een betekenis geven.
getrokken wordt. Een gebouw of woning moet niet
Zijn opvattingen over het wonen zijn in de loop van
alleen aan de vragen van de consument voldoen,
de tijd niet veranderd. In zijn woningbouwprojec-
maar ook ‘de andere dingen’ laten zien. Het is de
ten heeft hij een gelaagdheid aangebracht, welke
rol van de architect om deze andere mogelijkheden
begint bij de openbare ruimte en uiteindelijk uit-
vorm te geven.
komt bij de privé ruimten. Het is een natuurlijke
Veel architecten lijken ten aanzien van het wonen
opbouw, welke afloopt van groot naar klein; stad,
een pleasende houding aan te nemen. Ze proberen
plein, ruimte voor het wooncomplex, privé-ruim-
de consumentenvraag te beantwoorden door een
ten, buitenruimten en tot slot de plek in de woning
ogenschijnlijke individualistische architectuur.
zelf. Het is een uitgangspunt om die plekken, waar
Diederen, net als vele andere architecten, vind deze
openbaar en privé invloed hebben op elkaar, tegen
verbeeldingen van individualisme erg mager en
elkaar uit te spelen. Het één neemt kennis van het
arm, slechts een tweedimensionaal antwoord. Vol-
ander waardoor er een bepaalde spanning ontstaat.
gens hem heeft het te maken met een soort angst
Het mengen van het programma, zodat je ervan
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
bewust wordt dat bepaalde dingen bestaan. Dat
Op de onderstaande afbeelding is het werk ‘The
is volgens Diederen ook de betekenis die de stad
Drawbridge’ van Piranesi te zien.
heeft: over eigen grenzen gaan en andere culturen
verbeelden een continuïteit die in de oneindigheid
ervaren.
door lijken te gaan. De prenten zijn spannend en
De
bruggen
mysterieus, een beeld dat Diederen duidelijk voor De ontdekking van de ruimte
ogen heeft in zijn gebouwen.
De eigen woning van Paul Diederen is te beschou-
In de woningen is deze filosofie vormgegeven door
wen als onderdeel van een zoektocht. Al zijn ge-
middel van een hybride betonnen constructie. Hier-
bouwen worden ontworpen met eenzelfde mentali-
door is er in iedere woning slechts één extra dra-
teit. De beleving van ruimten, het betrekken van de
gende wand noodzakelijk. Leidingschachten, vaste
context in het gebouw en een zorgvuldige detail-
kasten en trappen zijn zoveel mogelijk geclusterd
lering spelen een prominente rol.
rond deze vrijstaande betonnen wanden. Dit losse
De stadsvilla’s zijn een heldere vertaling van de uit-
element verdeelt de verdiepingen in verschillende
gangspunten van Diederen. De woningen zijn sober
ruimten, zonder ze geheel te omkaderen.
in vorm en materiaal en zijn vanaf buiten moeilijk van elkaar te onderscheiden. De detaillering is zeer verfijnd, waardoor de aandacht wordt gevestigd op de vorm. De gesloten monoliet opent zich naar de bezoeker zodra je de woning betreedt. De plafonds zijn hoog en de ruimten licht. Hij tracht ernaar ruimten te maken die niet af zijn. De bezoeker dwaalt door het gebouw en ontdekt zelf de ruimte. De ruimten zijn niet eenduidig afleesbaar. Het mysterie is niet in één keer te overzien. Hij noemt het zelf een ‘Piranesi – achtige ruimte’.
Giovanni Battista Piranesi was een Italiaanse graficus en architect wie leefde van 1720 tot 1778. In zijn serie prenten genaamd ‘Carceri d’Invenzione’ (Imaginaire Kerkers) verbeeld hij kerkers met een wirwar van grootse arcades, trappen die tot ongelofelijke
hoogten
rijzen
en
galerijen die
nergens heen lijken te gaan.
Drawbridge Piranesi
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
13
De stadsvilla’s op het Don Boscoplein in Eindhoven
Hierdoor blijven de ruimten een bepaalde continuïteit waarborgen en vloeien de verdie-
Context naar binnen
pingen, welk verbonden worden door open trappen,
Diederen heeft nooit de ambitie gehad om zijn ei-
vides en vloeren van gelaagd glas, samen. Vooral in
gen woning te bouwen. In zijn plan voor het Don
zijn eigen woning heeft Diederen gekozen voor het
Boscoplein bleef echter een moeilijk hoekig kavel
gebruik van vides en hoge open ruimten. De ver-
over, waar uiteindelijk de situatie voordeed om er
diepingen zijn visueel sterk met elkaar verbonden.
zelf een woning op te bouwen. De stedelijke situatie
De trappen leiden je steeds verder de woning in en
van de stadsvilla’s vraagt om een specifieke oplos-
je wordt steeds weer verrast door de verschillende
sing met betrekking tot daglichttoetreding en uit-
karakters van de verdiepingen.
Vooral als je de
zicht. Dit omdat het kavel vrij smal is en is gelegen
grote hoektrap volgt welke vertrekt vanuit de eetka-
tussen hoge bebouwing. Daarom zijn van beide wo-
mer en eindigt op de slaapverdieping, wordt je erg
ningen alle verblijfsruimten geconcentreerd aan het
verrast. De trap lijkt nergens te eindigen, maar als
Don Boscoplein. Dit was mogelijk door de woningen
je boven aankomt sta je plots op een glazen vloer,
op dat punt met elkaar te verweven. Hierdoor zijn
vanwaar je twee verdiepingen naar beneden kijkt.
de woningen plaatsgebonden. Op een aantal plaat-
Het gevoel van spanning dat de ogenschijnlijk
sen, zoals op het terras aan de woonkamer van de
kwetsbare glazen vloer geeft, lijkt aan te geven dat
woning van Diederen, is bewust gekozen om een
men zich op een privaat gebied begeeft. Misschien
streepje oostenlicht de woning te laten betreden.
zou je hier niet moeten komen.
Je wordt je in de woning dus bewust van wat er om je heen gebeurd. De terrassen zijn op verschillende
In de woningen zijn een aantal punten waar je de
plaatsen georiënteerd, zodat je op elk moment van
maximale maat van de woning kunt ervaren, van
de dag buiten in de zon kunt zitten.
gevel tot gevel. Even ervaart de bewoner een ge-
Het is een thema in alle projecten om zoveel mo-
voel van rijkdom. Niet alleen in de stadsvilla’s heeft
gelijk context naar binnen te halen. Volgens hem
hij dit principe toegepast, ook in de twee andere
draagt het naar binnen halen van de context niet
villa’s (Villa Van der Spank en Villa Vermeulen)
alleen bij aan de kwaliteit van de ruimten, maar
heeft hij deze spannende doorkijken gerealiseerd.
maakt het ze ook allemaal verschillend.
Naast deze doorkijken zijn er ook kleinere plekken
Grenzen aftasten
waar de bewoner zich kan terugtrekken. Zoals een
Bij het ontwerp van het Don Boscohof in Eindho-
plaats bij de open haard of een beschermde
ven is er gezocht naar grenzen tussen openbaar
buitenruimte.
en privé. Het plein is ontworpen als “een hybride ruimte die noch privé, noch openbaar is.”
14
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
De entrees van de stadsvilla’s liggen aan het plein. Ze zijn gelegen onder een overstek waardoor er een semi-openbaar gebied is ontstaan. Een vergelijkbare vervlechting
van binnen
en
buiten, van openbaar en privé, speelt zich ook af binnen de woning. De badkamer en het toilet op de derde verdieping van de eigen woning van Paul diederen zijn slechts door middel van een glazen wand afgesloten van de buitenwereld. Overdag zijn de natte ruimtes door de spiegeling van het glas nauwelijks zichtbaar voor het achterterrein, maar ’s avonds is het beeld vanuit buiten des te span-
De badkamer en toilet op de derde verdieping in het woonhuis van Paul Diederen.
nender. Ook in de andere stadsvilla is er een spannende glasplaat, waar voorbijgangers een kijkje in de douche kunnen nemen. Diederen vindt het interessant om deze grenzen op te zoeken en te verleggen. Het werkt inderdaad oogopenend: Kan dit wel? Bij ieder mens ligt deze grens op een andere plaats. De een zal de spanning uitdagend vinden, terwijl een ander de grenzen zal willen vervagen.
Diederen heeft misschien geen definitie voor een goed woonprogramma, maar is duidelijk bezig met de vraag wat nu eigenlijk een goed gebouw maakt. Hij zoekt de oplossing in een combinatie van spanning, zorgvuldigheid en imperfectie. Maar heeft niet de illusie dat er uiteindelijk een eenduidig antwoord is. ‘Er is geen waarheid tegenwoordig’. Het is een uitdaging steeds verder te gaan en nieuwe dingen te blijven ontdekken. Het is belangrijk om bewust te worden en blijven van de dingen om je
Douchecabine in de tweede woning van de stadsvilla’s.
heen en hierop als architect te articiperen. Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
15
Villa Vermeulen in Valkenswaard Een ontwerp met veel licht, lucht en ruimte.
De woning is acht jaar na het afstuderen ontworpen door Paul Diederen samen met zijn compagnon Michel Schutgens. Het huis oogt aan de voorzijde gesloten en aan de tuinzijde open en zeer luchtig. De gehele constructie in het zicht is gelaten waardoor het een huis is vol met details. Over elk punt is goed na gedacht, zelfs over de vijver aan de voorzijde van het huis.
16
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Kavel: 900m2 Inhoud: 650m3 Bouwkosten: f325.000,Netto vloeroppervlak: 220 m2 Merbau vloer op de begane grond Tretford op de verdieping Oplevering: juli 1993 Vanaf de straat heeft de voorzijde van het huis een besloten privé-karakter. Maar het accent van het ontwerp is vooral gericht op het uitzicht aan de achterzijde naar de tuin. Ook in het interieur is alles open. Vanuit de atelier, ook wel cockpit genoemd (op de eerste verdieping), kan alles worden overzien. Voor de opdrachtgever Ad Vermeulen was uitzicht op de tuin ook een belangrijke wens voor zijn toekomstige huis met atelier. Een huis met een besloten voorzijde en een beschutte achterzijde die zouden zorgen voor privacy en rust.
Verdieping
Een tuinkamer zou hij graag zien, een huis met veel licht en waar werk en prive worden tot één geheel worden gebracht. Vermeulen is binnenhuisarchitect en eigenaar van een interieurzaak in Valkenswaard. Via klanten van zijn winkel was hij in contact gekomen met twee net Cum laude afgestudeerde architecten.
Het
waren twee jonge onbevangen ontwerpers die met nieuwe frisse dingen kwamen die hem wel aanspraken. Deze twee architecten; Michel Schutgens en Paul Diederen, hebben het huis samen ontworpen door veel rond de tafel te gaan zitten. In het ontwerp wordt gebruikt van allerlei basisprincipes die ook herkenbaar zijn in het andere woonhuis; het onderscheid tussen voor- en 1 Entree
7 Slaapkamer
2 Woonkamer
8 Slaapkamer
3 Keuken
9 Slaapkamer
tenruimte en de verhouding tussen constructie en
4 Bergruimte
10 Badkamer
huid spelen meerdere malen een belangrijke rol.
5 Kast
11 Atelier
6 Overloop
12 Kast
achterkant, de inpassing in de stedenbouwkundige context, de overgang tussen binnen en bui-
Begane grond
Tekeningen schaal 1:200
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
17
Doorsnede B-B De keuzes die de architecten hierin maakten zijn meer dan vanzelfsprekend. Hun werk is door en door gemaakt en tot op elk detail doordacht. Ook een zekere vindingrijkheid van deze architecten is in het ontwerp zichtbaar geworden.
Westgevel
In dit gebouw wordt de gehele constructie uit elkaar getrokken en alles in het zicht gelaten. De constructie van het woonhuis bestaat uit zes stalen spantelementen met een zware middenkolom en een lichte pendelkolom aan de langsgevels. Deze kolommen markeren gedeeltelijk de overgang tussen openbaar en privé in deze gevel. De betonvloer van ruw houten bekisting gemaakt,
Oostgevel 18
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
ligt op stalen liggers. En het dak wordt gedragen
Doorsnede A-A
door gelamineerde houten liggers. In het interieur Eerste pagina:
ontstaat een optisch lage ruimte door de donkere
Linksboven: Perspectief
en zwaar uitgevoerde vloer en plafond. Hierdoor
Linksmidden:
wordt het uitzicht op de tuin perspectivisch bena-
woning, Woonkamer Rechtsboven: Isometrisch de-
drukt. Ook het schuin aflopende dak benadrukt dit
tail 1; Hoekdetail, aansluiting
uitzicht naar de achterzijde. Onder het dak zijn de ruimten als losse dozen onder het dak geplaatst.
Interieurfoto
kolom - kozijnen.
Zuidgevel
De architecten hebben enige vindingrijkheid ge-
Tweede pagina: Linksboven: Interieurfoto woning, Woonkamer
bruikt om dit woonhuis uiteindelijk te kunnen gaan
Linksmidden: Isometrisch
bouwen. Ze hebben bijvoorbeeld de goot van het
detail 2 Dakaansluiting,
dak op maaiveldniveau aangebracht, waarbij nu
kozijn - gelammineerde lig-
tijdens regenbuien een mooie waterval ontstaat.
ger - dakbalken. Rechtsmidden: Foto dakaansluiting. Rechtsmidden:
Noordgevel
Interieurfoto
overloop verdieping
Tekeningen schaal 1:200
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
19
Zoektocht naar maximale beleving De eigen woning als onderdeel
Als men de gerealiseerde projecten van Paul Diederen, vanaf 1991 tot nu, naast elkaar legt, ziet men in eerste opzicht een grote verandering in zijn werk. Er wordt een zoektocht zichtbaar waarvan het eindpunt nog niet bekend is. Veranderingen worden voor een groot deel geleid door de dingen die hem op dat moment interesseren. Hoewel zijn vormentaal in de loop der jaren is veranderd, blijft hij op zoek naar manieren om een goed werkend gebouw te maken. Zijn eigen woning neemt geen prominente rol in in dit proces, meent hij.
Het maken centraal Het eerste woonhuis dat Diederen na zijn afstuderen heeft ontworpen is het woonhuis voor de Familie Van der Spank - Gooskens in Mijdrecht. In die tijd ging hij net een samenwerkingsverband aan met Michel Schutgens, waardoor ze uiteindelijk de woning samen hebben uitgewerkt. Tijdens dit lange ontwerpproces, hebben ze samen het ontwerp voor Villa Vermeulen in Valkenswaard gemaakt. De beide woningen vertonen veel overeenkomsten; een gelaagde dakconstructie, de ritmiek van de kolommen en een tuinkamer op de zuidwesthoek, zodat de middagzon optimaal wordt benut. De filosofie achter de woonhuizen is om het detail af te kunnen lezen in het gebouw. De constructie wordt uiteen getrokken en zichtbaar gemaakt. Ze geven hiermee blijk van een fascinatie voor het 20
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
traditionele vakmanschap. In de architect van februari 1994 doen Diederen en Schutgens één uitspraak: ‘Wij zijn bouwers, geen theoretici’. Ze willen als jonge architecten bewijzen dat ze niet alleen mooie plannen kunnen maken, maar dat ze ook in staat zijn te bouwen. Dat ze hun ideeën waar kunnen maken. Er is in het werk van Diederen en Schutgens een ‘down to earth’ mentaliteit af te lezen, die zichtbaar wordt in de eerlijke en elementaire manier waarop is gedetailleerd. Het is gemaakt met liefde voor het materiaal. Hoewel ze weinig theoretische uitspraken doen hebben ze wel een uitgesproken architectonische opvatting ten aanzien van de stedelijke context, routing, ruimtegebruik, materiaalkeuze etc. Zo hebben ze in Villa Mijdrecht getracht de bewoners de natuur maximaal te laten ervaren.
De slaapkamers liggen op het oosten, zodat ze met
Complexiteit
de ochtendzon wakker kunnen worden, en de keu-
Na het overlijden van Schutgens vond Diederen dat
ken ligt op het westen. Er is duidelijk een verbin-
hij duidelijk moest gaan kiezen voor wat hij goed
ding gezocht met de plek. Door een grote glaspui
vond. De stadsvilla’s is het eerste project waarin
aan de achterzijde is er een weids uitzicht over de
hij dit tot uitdrukking heeft gebracht. Bij het
polders. Ook loopt er een brede trap welke de tuin
ontwerpen van zijn eigen woning wordt hij ge-
met de woonkamer, die zich op de eerste verdie-
dwongen om strikte keuzes te maken. Daardoor is
ping bevindt, fysiek met elkaar verbind.
het gebouw veel soberder, zowel in detaillering als in materiaalgebruik. Omdat hij de nadruk probeert
Het eerst volgende grote project van het architec-
te leggen op het programma, staan constructie en
tenduo is het Don Boscoplein in Eindhoven. Aan dit
detaillering meer in dienst van. Het maken speelt
plein hebben ze twee woningbouwblokken en een
een ondergeschikte rol. Stalen kolommen en hou-
blok met atelierwoningen gerealiseerd. Er is duide-
ten kozijnen worden met precisie weggewerkt.
lijk een ontwikkeling te zien in de gebouwen. Bij
Eenzelfde precisie waarmee in de twee eerdere vil-
de eerst gebouwde woningbouwblokken is nog dui-
la’s het maken juist zichtbaar werd gemaakt. Een-
delijk dezelfde vormentaal te herkennen als in de
duidige vormen vragen doorgaans om
twee villa’s. De atelierwoningen zijn al iets anders
complexere oplossingen. Complexiteit is een
van karakter. Het aantal materialen wordt beperkt,
terugkerend thema in zijn laatste projecten.
waardoor ze een stuk strakker ogen.
Ingewikkelde ruimtestructuren, complexe bouwlo-
De stadsvilla’s vormen het sluitstuk van het plein
caties en een diversiteit aan functies en doelgroe-
en zijn een aantal jaren later alleen door Diederen
pen maken zijn projecten interessanter.
afgerond. Ze vallen op door hun sobere, donkere
De complexiteit zoekt hij op door bijvoorbeeld de
verschijning. Volgens Diederen zijn ze een logisch
indeling van de plattegronden sterk aan de locatie
gevolg uit de voorgaande projecten. Het programma
te verbinden of door ontmoeting en confrontatie
krijgt steeds meer de aandacht en hij vindt het niet
tussen verschillende functies te organiseren.
langer meer noodzakelijk om zich te bewijzen.
Villa vermeulen waar een gelaagede dakconstructie is toegepast.
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
21
Baekelandplein
In alle gebouwen van Diederen zijn wel degelijk
totaalbeeld vormen. In het project Baekelandplein
overeenkomsten te herkennen. De beleving van
wordt er bijvoorbeeld een nadrukkelijke plaats in-
de gebouwen staat centraal. De manier waarop hij
genomen door het prostitutieplein naast het com-
ruimten maakt en de manier waarop ze worden be-
plex. Toch blijft het bij een visuele verbinding, er
leefd zijn nagenoeg gelijk. Hij probeert altijd een
is een zekere afstand. Het is een ingekaderd beeld
relatie met de omgeving te zoeken. Er wordt inge-
geworden, waarvan men zich af kan vragen of het
speeld op behoeftes ten aanzien van bezonning,
werkelijk daar is.
uitzicht en een fysiek contact met de natuur. De
Materiaal blijft een belangrijke rol spelen in zijn
ruimten in de woning zijn niet in één oogopslag
gebouwen. Hij maakt veel gebruik van staal, beton
te overzien. Aan het einde van de ruimte is er nog
en hout. Materialen met sterke tektonische eigen-
vaak een plaats waar men de hoek om kan lopen.
schappen. De imperfectie van het materiaal zorgt
Het bezoeken van het gebouw is als een ontdek-
ervoor dat de gebouwen losser worden. De rauw-
kingsreis die niet snel zal vervelen.
heid veroorzaakt een heel plezierig en ontspannen gevoel.
Imperfectie
Per project wordt een keuze in materiaal gemaakt.
In zijn projecten na de stadsvilla’s, zoals de Waal-
Zo heeft hij voor het plan in de Egelstraat geko-
sprong, het Baekelandplein en het Patronaat, zie
zen voor enkel groene betonstenen. Hierdoor kan
je duidelijk een voortzetting van zijn ideeën over
het gehele blok gezien worden als een grote mo-
ruimten en ruimtegebruik. Hij lijkt steeds beter
noliet binnen de rest van de wijk. Door de keuze
te worden in het krachtig neerzetten van het pro-
van slechts een, toch wel opvallend materiaal gaat
gramma. Details worden steeds minimalistischer en
de aandacht uit naar wat er zich achter de gevel
de aandacht gaat uit naar het confronteren van te-
afspeelt.
gengestelde werelden. Door deze aanpak ontstaan
22
er spannende, soms ook cartoonachtige situaties.
We kunnen met bewondering kijken naar hoe Die-
De gebouwen geven de bezoeker een diversiteit
deren omgaat met de complexiteit van ruimten.
aan fragmenten, welke de hersenen samen als een
Toch blijft er de vraag of de vroegere eerlijke
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
De Egelstraat
manier van detailleren niet interessanter is. Hoewel
is in de afgelopen jaren niet veel veranderd. Aan
hij weerlegt dat hij geen vormgerichte monolieten
architectonische principes zoals context, beleving
maakt, maar juist door minimaliseren van de
en maakbaarheid hecht hij nog steeds veel waarde.
detaillering aandacht wil leggen op het programma,
Wel lijkt er bij de stadsvilla’s een omslagpunt te
is dit wel een beeld dat op de aanschouwer wordt
liggen. Hij heeft op dat moment bewuste keuzes
overgebracht. Hij wil wel bekennen dat het uit-
moeten maken, wat een radicaler beeld opbracht
eindelijk natuurlijk wel om een esthetische vorm
van zijn uitgangspunten. In zijn recent gerealiseerd
gaat, maar dat hij dit niet belangrijk wíl laten zijn.
werk onderzoekt hij verder de mogelijkheden van
Vorm is geen uitgangspunt bij het maken van een
deze nieuwe beeldentaal.
gebouw, maar een resultaat. In zijn gebouwen wil
Het meest recente werk, het werk dat nog niet ge-
hij dingen spontaan laten ontstaan, in afwachting
realiseerd is, is volgens hem weer wat losser. Mis-
op een goed resultaat. Zo denkt hij ook over het
schien dat we over tien jaar weer een beter beeld
gebruik van zijn gebouwen. Het gebouw moet de
kunnen scheppen van wat de eigen woning in zijn
creatieve ideeën van zijn gebruiker aan kunnen.
oeuvre betekent.
Veranderingen en aanpassingen zijn een toegevoegde waarde die het geheel interessanter maken. Toch lijkt hij hier bewust of onbewust een bepaalde controle op uit te willen oefenen. Wat kun je als architect immers wel en niet toelaten? Het is in ieder geval duidelijk dat hij met veel liefde en passie zijn gebouwen maakt en hij ook graag ziet dat de gebruikers er met net zoveel liefde mee omgaan.
Nu we een duidelijk beeld hebben van het gerealiseerde werk, kunnen we een aantal conclusies trekken. De ontwerpmentaliteit van Diederen Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
23
Wonen op de grens Eigen stadsvilla van Paul Diederen in Eindhoven
De eigen woning van Paul Diederen is de helft van een mysterieus gesloten volume, waarbinnen twee woningen ingenieus met elkaar zijn verweven. Het gebouw vormt het sluitstuk van het Don Boscoplein in Eindhoven. In de woning is geprobeerd, om binnen de ruimtelijke vrijheid van de plattegronden, grenzen op te zoeken tussen private en openbare ruimten.
24
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
In 1997 ontwierp het bureau, toen nog Diederen &
de woningen pas duidelijk. De woning van Diede-
Schutgens, een woningbouwcomplex aan het Don
ren is vormgegeven als een verticale structuur van
Boscoplein in Eindhoven. Dit was de eerste fase in
open ruimtes die alleen op de bovenste verdieping
het ontwikkelingsplan voor het plein. De essentie
afwijkt, de slaapkamers liggen daar verscholen
van het plan was het maken van een stedelijk tus-
achter een rode wand. De verdiepingen zijn visu-
sengebied, welke is vormgeven als een wandel-
eel met elkaar verbonden door middel van vides
route vanuit het centrum naar het achterliggende
en glazen vloerdelen.
plantsoen. Het plan bestaat uit een drietal volu-
De tweede woning heeft meer een horizontaal ka-
mes aan de rand van het plein, met daarin sociale
rakter door zijn diepe en smalle ruimtes.
woningbouw en atelierwoningen. In het plan bleef
Wel zijn beide woningen ontworpen met eenzelfde
één haakvormig kavel over, waarvoor Diederen &
basisprincipe. Rond een constructieve kern liggen
Schutgens uiteindelijk een voorstel maakten. Het
de trappen en natte ruimtes, waardoor de vloeren
voorstel voor de bouw van de stadsvilla’s werd ge-
worden verdeeld in verschillende neutrale ruimten
accepteerd, maar door het overlijden van Michel
zonder verlies van continuïteit.
Bruto inhoud: 2100 m3 Bouwkosten: € 700.000,Bouwperiode: augustus 2001 – december 2002 Locatie: Luciferstraat Eindhoven Aannemer: Gebr. Relou BV Son Ontwerp meubels interieur, badkamer, toiletten: Bob Copray Eindhoven Ontwerp vuren buitenmeubilair: Dave Keunen Eindhoven
Schutgens ,eind 1998, werd het plan pas in 2002 afgerond. Het was de bedoeling dat Diederen en Schutgens beiden in de villa zouden gaan wonen. Ieder een eigen woning, maar wel met gezamenlijk opgestelde eisen en wensen. Zo ontstond het idee van twee gelijkwaardige woningen die in elkaar verweven waren, met ieder evenveel zonlicht en uitzicht door oriëntering van de voornaamste ruimtes op het zuiden, in het midden van de haak. Daar is het gebouw het hoogst. De woningen moesten vanaf de buitenzijde niet te onderscheiden zijn, maar beide bewoners moesten ook geen last van elkaar hebben met betrekking tot geluid en inkijk.Diederen heeft het plan later alleen verder uitgewerkt. Binnen het volume wordt het onderscheid tussen Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
25
Een ander thema is de grens die wordt opgezocht tussen de private ruimtes en de stad. Vanaf het toilet heb je bijvoorbeeld door een aangebrachte glazen wand een direct uitzicht op de twee spitsen van de Catharinakerk. Achter deze spannende elementen zit de filosofie om mensen bewust te maken van de dingen om hen heen. Verbondenheid met de plaats geeft een extra dimensie aan het wonen.
Derde verdieping
Tweede verdieping
Eerste verdieping
Begane grond
Kelderverdieping 26
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Tekeningen schaal 1:300
Doorsnede A-A
Doorsnede B-B
Eerste pagina: Linksboven:
Interieurfoto
tweede woonhuis Rechtsonder:
Interieurfoto
Woonhuis Paul Diederen. Tweede pagina: Midden: Perspectief Onder: Exploded view Volgende pagina: Interieurfoto badkamer ontworpen door Bob Copray.
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
27
Bob Copray De inrichting van de stadsvilla’s, waaronder de vaste kasten, de trappen en de sanitaire ruimten, is ontworpen door designer Bob Copray in nauwe samenwerking met Paul Diederen. Copray (1968) studeerde aan de kunstacademie in Arnhem. Hij vormde in mei 1996 Copray & Scholten samen met Stefan Scholten. Ze zijn doorgebroken in Milaan en hebben grote opdrachten gehad voor fabrikanten zoals Artifor, Marko en MDF Italia. Het duo ging in 2000 uit elkaar. Copray ontwierp recentelijk nog het interieur voor poppodium de Effenaar in Eindhoven, in samenwerking met Anthony Kleinepier.
Westgevel
Zuidgevel 28
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Noordgevel
Oostgevel
Tekeningen schaal 1:400
Grenzen en spanning Recent werk belicht
Grenzen opzoeken is jezelf verkennen. Je kunt het vergelijken met reizen. Het leuke aan reizen is, andere culturen ontmoeten. Van die culturen kun je leren. Dit principe is ook te vertalen in een gebouw. Een plek waar culturen elkaar ontmoeten. Dat is ook zo interessant aan de stad. Als je verschillende mensen ziet en ontmoet, kun je daar van leren en dus jezelf verbreden. Je stapt als het ware uit je eigen kader. Door in de projecten van Paul Diederen bepaalde werelden met elkaar in aanraking te laten komen, wordt je eigen wereld verbreed. Dit vindt hij een interessant fenomeen, en probeert dat zoveel mogelijk in zijn projecten te gebruiken. Monoculturen en Multiculturen zijn twee
totaal
tegenovergestelden van elkaar. Een monocultuur kun je vergelijken met een dorp daar vind je weinig verschillende culturen bij elkaar. Een multicultuur kun je vergelijken met een grote stad. Veel verschillende culturen leven daar met elkaar. Het plan De Haverleij in ’s-Hertogenbosch is een gated-community, en dus een echte Mono-cultuur. Je komt niet in aanraking met andere culturen en blijft beperkt met je eigen leefomgeving. Het eigen kader blijft beperkt en wordt niet verbreed. Het Baekelandplein en de Egelstraat daarentegen zijn echte multi-culturen. Hier worden verschillende culturen, woonmilieus en leefomgevingen met
Het Baekelandplein is een bijzonder multifunctioneel project in Woensel West, Eindhoven. Met als doel de zittende bewoners uit de wijk te behouden. Het complex bestaat uit 48 woningen, 6 maisonnettes, wijkkantoren, politiepost, atelierruimtes, een kantoorgebouw, een overdekte markthal en een omsloten semi-openbare ruimte.
Het gehele
complex is niet voor iedereen toegankelijk. Aan de wijkzijde bevindt zich een grote overdekte markthal. Het beloopbare dak geeft toegang tot de multifunctionele bebouwing van ateliers, kantoorunits voor starters, zes maisonnettes en een gecombineerde wijkpost voor politie en welzijnswerkers.
elkaar gemengd.
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
29
Het meest opmerkelijke van dit project is het auto-
Paul Diederen omschrijft dit project als een poging
vrije plein achter de markthal. Hier zijn de bestaan-
om verschillende aspecten van onze samenleving
de rijtjeshuizen omgebouwd tot bedrijfsruimten
niet voor elkaar verborgen te houden.
voor raamprostitutie. Omdat de pleinen zijn afgesloten voor de buitenwe-
In zijn eigen huis probeert Diederen ook de
reld wordt er zelfs een vergelijking gelegd met een
grenzen af te tasten en spanning te creëren. De ver-
gated-community, wat niet op alle punten terecht
schillende vertrekken (werelden) worden met elkaar
is. Het project brengt mensen met verschillende
in aanraking gebracht door middel van vides, hoog-
activiteiten juist bij elkaar. Op de semi-openba-
teverschillen, doorkijkjes, glazen vloeren en glazen
re ruimte die zich boven het maaiveld bevindt en
wanden.
boven de parkeergarage, komen alle werelden bij
Het toilet op de bovenste verdieping, wordt
elkaar. Vanuit hier heb je zicht op de maisonnet-
afgeschermd door een glazen wand en een glazen
tes, de ateliers, de kantoren, de raamprostitutie,
vloer. Je kunt dus vanuit het toilet naar beneden en
de parkeergarage en de markthal. Alle werelden
naar buiten kijken. Je komt met andere werelden in
komen zo met elkaar in aanraking.
aanraking. Dit is dan ook geen toilet voor de bezoekers maar echt voor het eigen gebruik. Diederen omschrijft dit als de sensatie van ‘het naar het toilet gaan’.
Deze toepassingen zijn moeilijker te realiseren in sociale woningbouw. Maar ook hier zoekt Diederen de grenzen en spanning op, en verwerkt dat op een kleinere schaal. Bijvoorbeeld bij het project op de Zwembadweg in Eindhoven. Daar is boven de inrit van de parkeergarage een groot raam geplaatst met daarachter het keukenblok. Vanuit buiten kijk je naar een soort schilderij van wat er binnen afBaekelandplein
speelt. Vanuit de keuken kan je naar de andere wereld kijken en zien of er een auto aankomt en naar binnen rijdt. Het openbare domein wordt als
De smalle openingen tussen de louvres van de ra-
het ware naar binnen gehaald.
men gunnen de bewoners een stiekeme blik op het prostitutieplein en zijn bezoekers. Ook de bewoners van de appartemen ten kijken vanuit de uitkragende serres uit op de prostituees. In deze context krijgen de serres een extra betekenis. ‘Achter het raam zitten’ en ‘aangenaam verblijven in de serre’ zijn twee totaal verschillende bezigheden die toch dezelfde verschijningsvorm hebben. Vanuit de maisonnettes heb je weer zicht op het plein en de andere werelden. De maisonnettes zijn voorzien van vides, waardoor je binnen de woning ook in aanraking komt met andere vertrekken in het huis. 30
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
Paul Diederen past dit niet alleen toe bij de woningbouw, ook in zijn andere projecten probeert hij verschillende werelden met elkaar in contact te laten komen. Het poppodium het Patronaat is hier een goed voorbeeld van. Het patronaat is een bewegingsmachine waarvan het zien en gezien worden centraal staat. Ruwheid en verfijning in de materialen verhogen de spanning in het poppodium. Door de keuze van ruwe materialen, beton, hout en glas, is het niet de bedoeling om van het gebouw af te blijven. Het gebouw stort niet in als je een muur een andere kleur geeft.
Het gebouw is voor de gebruikers, en zo moet het
Diederen gedwongen tot het doen van bijzondere
ook gebruikt worden.
ingrepen. De zalen zijn asymmetrisch van vorm.
Overdag biedt het poppodium een bescheiden,
De toepassing van niveauverschillen en balkons be-
bijna ongetogen aanblik. Maar bij het vallen van de
werkstelligen een gevoel van intimiteit en contact
avond komt het complex tot leven. Die levendig-
met de optredende artiesten.
heid is af te lezen aan de gevel van het gebouw.
Het gebouw is open, en dat komt niet alleen door
De transparante gevel gunt de voorbijgangers een
de transparante voorgevel, maar ook doordat het
blik op wat er binnen gebeurd, zonder alles prijs
van binnen overal doorkijkjes biedt. Als je vanuit
te geven. Naarmate de avond valt en het gebouw
het café naar de foyer loopt, vang je een glimp op
begint op te lichten, nemen die bewegingen toe.
van de kleedkamers. Diederen speelt graag met
Vanaf de straat zie je overal beweging: foyer, café-
mysterie. Hij vindt het boeiend als een pand steeds
restaurant, trappenhuis en in het speciaal de toilet-
weer de vraag oproept wat er om de hoek gebeurt.
ten, die in de voorgevel in een houten omlijsting
Een inspiratiebron is Piranesi. De Italiaanse archi-
zijn gezet.
tect en etser die bekend stond om zijn onmogelijke bouwkundige doolhoven. Anderzijds zijn de doorkijkjes en mysteries ook aangebracht om visuele ruimte te scheppen. De schijnbaar eenvoudige indeling die het complex van buiten uitstraalt, blijkt binnen een labyrintisch karakter te verbergen. Het is een spel tussen beweging en strakke lijnen, tussen introvert en extravert. Het gebouw geeft een heleboel bloot tot het sanitair toe, maar wat zich werkelijk afspeelt blijft verborgen in de beslotenheid van de zalen. Daardoor is dit gebouw ook niet in één keer te begrijpen.
De toiletten in het Patronaat
Door verschillende culturen en werelden in één project samen te voegen worden mensen bewust van elkaar en daardoor ook van hun zelf.
De toiletten zijn een belangrijk fenomeen in
Op deze manier wil Paul Diederen een bijdrage le-
popcentra. Je kunt zeggen dat het toilet van een
veren aan de maatschappij. Zo kan er differentiatie
poppodium, de foyér van de schouwburg is. Daar
worden aangebracht in het leefmilieu. Het is leuk
ontmoeten mensen elkaar en worden er dingen
om je als architect daarmee te bemoeien. Daarmee
uitgewisseld. Daarom mogen de toiletten best een
wordt een bepaalde soort woonomgeving. En tege-
prominente plek krijgen, en mogen dus ook een
lijkertijd heb je daardoor makkelijker de middelen
relatie aangaan met de straat volgens Diederen.
om architectuur te maken. Als je verschillende ty-
De mannen staan met hun rug naar het raam te
pes moet combineren, worden de oplossingen in-
plassen. En wie zijn haar wil kammen, gebruikt de
teressanter.
reflecterende glaswanden. Dit is allemaal vanaf de straat goed te volgen. De gevel is dus opgebouwd met de gedachte hoe je belangrijke functies kunt laten zien. Door de beperkte oppervlakte van de kavel, werd Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
31
Biografie 1986 1986 2000 2004-heden Projectlijst: 1990 1991 1992
1992
1994 1997 1998
1998 1999 - 2001
1999-2002
1996-2002
32
Paul Diederen afgestudeerd aan de TU Eindhoven Diederen & Schutgens Oktober 1998 overlijden Michel Schutgens Diederen Dirrix en van Wylick Diederen & Dirrix
1999-2003
2004 Verbouwing van watermolen tot woonhuis in Schinveld. Door Diederen & Schutgens Villa Van der Spank, Gooskens in Mijdrecht. Door Diederen & Schutgens Zevij, logistiek centrum Bedrijfshal met kantoren in Oosterhout. Door Diederen & Schutgens Woningbouw Vonderweg in Eindhoven. Ontwerp door M. Schutgens winnaar architectuurprijsvraag 1987. Verdere ontwikkeling i.s.m. P.Diederen Villa Vermeulen Woonhuis Valkenswaard Door Diederen & Schutgens Don Boscoplein in Eindhoven. Door Diederen & Schutgens De Hooge Paaschberg Ede. Door Diederen & Schutgens Studie voor nieuwbouw van 22 appartementen. Bedrijfsverzamelgebouw Wageningen Door Diederen & Schutgens Waalsprong Lent 5 woningen in een bouwblok op prominente locatie. Blixembosch Eindhoven, 22 woningen in centrumplan van nieuwbouwlocatie in noord Eindhoven. 2 Stadsvilla’s Eindhoven (Luciferstraat aan
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
1998-2004
2000-2005
2002-2006 1999-2006 2000-2007
Don Boscoplein). Door Paul Diederen Nieuwbouw met atelierruimte in binnenstede lijk gebied. Woningbouw de Beukelaar, Egelstraat in Eindhoven). Door Paul Diederen 71 woningen en 6 typen op oude schoollocatie in binnenstedelijk gebied. Winnaar Prijsvraag Wilhelminaplein Eindhoven Door Paul Diederen en Bert Dirrix Marconilaan-Baekelandplein Eindhoven 56 woningen, 3600 m2 kantoorgebouw, 1200 m2 markthal, politiepost, 13 prostitutiepanden en parkeergarage ten behoeve van 200 plaatsen. Poppodium het Patronaat Haarlem Nieuwbouw poppodium met twee zalen voor (pop)concerten op binnenstedelijke locatie. Foyer, zaal1000 personen, 400 personen, (eet)cafe, studiofaciliteiten, fietsenkelder. 4500 m2 bvo. De Groote Wielen, 80 woningen, 5 eilanden vinexlocatie ’s-Hertogenbosch. Central, woningbouw in parkachtige omgeving Eindhoven. Meerrijk Zorgcluster centrumplan meerhoven Eindhoven.
Ontvangen prijzen: 1e prijs 1e prijs 1e prijs 1e prijs
Dirk Roosenburgprijs (Architectuurprijs Eindhoven) 2005 Baekelandplein Oss meervoudige opdracht “Hekje” prijsvraag Ede meervoudige opdracht
Opdrachten in portefeuille Paul Diederen 2006-2009 Waterrijk Eindhoven 100 woningen verdeeld over 2 separate woon gebouwen, bestaande uit 4 tot 7 verschillende typen 2005-2007 Omnisportterrein Apeldoorn 150 wooneenheden verdeeld over 3 woontorens 2005-2007 Woningbouw Dongen Nieuwbouw van 57 woningen te Dongen ; 30 sociale huurwoningen, 10 sociale koopwoningen en 17 middeldure woningen 2005-2007 Kantoren te Rotterdam 2 multitenante kantoorgebouwen te Rotterdam Airport; 1 gebouw van 3000 m2 en een gebouw van 2000 m2 2003-2007 Meerrijk Eindhoven Nieuwbouw van 135 appartementen en 19 stadswoningen, een commerciële ruimte, een fitnessruimte en een gezondheidscentrum in de Vinex-Iocatie Meerhoven, gemeente Eindhoven 2002-2006 De Groote Wielen Rosmalen Nieuwbouw van circa 70 woningen in de Watertuinen van uitbreidingsplan De Groote Wielen te Rosmalen, gemeente ‘s-Hertogenbosch. 1999-2006 Central/La Bastide/Zwembadweg Eindhoven 16 stadsvilla’s in compact bouwblok en 18 luxe appartementen in toren met parkeer garage onder infrastructuur op binnenstede lijke locatie. 9000 m2 bvo.
Colofon: Hoofdredactie: Patricia van den Eertwegh, Nicole Splinter, Leah Wiederholdt.
Omslag: De stadsvilla’s in Eindhoven.
Beeldmatriaal: Patricia van den Eertwegh, Nicole Splinter, Leah Wiederholdt.
Met dank aan: Paul Diederen, P. Gooskens, A. Vermeulen Begeleiders van de TU Eindhoven: John Swagten, Maarten Willems, collega student Sem Elders.
Architects’ Cribs; #3 Paul Diederen
33
Van alle woningontwerpen is die voor het eigen huis wellicht nog het moeilijkst. Wat en vooral hoe denkt een architect wanneer hij zijn eigen huis ontwerpt? De architect is plotseling ook opdrachtgever en komt daarmee in de spagaat tussen integriteit en pragmatisme, tussen professie en privé. Behalve de reflectie van de ziel van diens bewoners, is de eigen woning tevens visitekaartje, onderdeel van een oeuvre, statussymbool, soms een experiment of zelfs een statement, een gebouwd manifest.
In het kader van het seminaronderwijs van de leerstoelgroep Architectural Engineering hebben ruim vijftig studenten de zelfontworpen woonhuizen van achttien toonaangevende Nederlandse architecten bezocht. Daar waar mogelijk zijn de betrokkenen opgezocht, archieven afgezocht, er andere projecten bij gezocht en achtergronden onderzocht. De reeks Architects’ Cribs vormt de neerslag van deze intensieve en intrigerende zoektocht.
Theo Hauben Huub Smulders John Swagten Maarten Willems
TU Eindhoven - juni 2006
In deze reeks zijn verschenen:
#01
Abe Bonnema
#02
Mart van Schijndel
#03
Paul Diederen
#04
Gunnar Daan
#05
John Körmeling
#06
René van Zuuk
#07
Jan Pesman
#08
Leen van der Vlugt
#09
Johannes van den Broek
#10
Herman Haan
#11
Francine Houben
#12
Wiel Arets
#13
Sabien de Kleijn / Arne van Herk
#14
Ton Venhoeven
#15
Christian Rapp
#16
Mels Crouwel
#17
Jan Hoogstad
#18
Frits Peutz