Archeologische rijksmonumenten Informatie voor eigenaren, beheerders en gebruikers
2 —
3 —
SWALMEN (LIMBURG): Groep van tien grafheuvels bij Swalmen in de gemeente Roermond. De heuvels dateren uit de bronstijd. Foto: Cees van Rooijen.
Bent u eigenaar, beheerder of gebruiker van een archeologisch rijksmonument? En wilt u daar werkzaamheden uitvoeren? 8Ub\YYəikUUfgW\]^b`]^_YYbjYf[ibb]b[bcX]["AUUfXUh[Y`Xh b]Yhjccfz``Y]b[fYdYb"9ba]ggW\]Yb_cahi]bUUbaYf_]b[jccf giVg]X]Y"
Overal in ons land liggen zichtbare getuigen van menselijk gebruik i]h\YhjYf`YXYb"9`_Yd`UUhgcZghUX\YYə\]ghcf]gW\YVYVcik]b[" 8Uh_UbYYb_Uh\YXfUU`n]^b ncU`gXYGh">Ub]b8Yb6cgW\ aUUf ook een dorpskerk, een rijk grachtenpand, een boerderij of een ac`Yb"Cc_UUb\Yh`UbXgW\Ud]gXY[YgW\]YXYb]gjUU_[cYXUZhY `YnYb"8Yb_UUbcbnYdc`XYfgYbX]^_YbcZ\Yh8fYbhgY YggYb`UbXgW\Ud" AUUf\Yh[fcchghYXYY`jUbXY[YgW\]YXYb]g`][hcbXYfXY[fcbX" De oudste resten van menselijke activiteit in Nederland dateren jUb&)$"$$$^UUfhYfi["I]hUfW\Yc`c[]gW\cbXYfncY_V`]^_hhY`_Ybg weer dat de geschiedenis van eeuwen in de bodem opgeslagen `][h aYYghU`ncbXYfXUhkYXUUfVcjYb[fcbXg]YhgjUbn]Yb"
< UTRECHT (UTRECHT): Onder het Domplein in Utrecht ligt een dik pakket geschiedenis opgestapeld die met de komst van de Romeinen begon. Zij bouwden hier omstreeks 50 na Chr. een fort . Rond 700 gebruikte de Angelsaksische missionaris Willibrord het fort om van daaruit de Friezen te bekeren. Uit de kerk die Willibrord stichtte, ontwikkelde zich het bisdom Utrecht. Om de geschiedenis beleefbaar te maken is in 2013 gestart met de bouw van een ondergronds bezoekerscentrum. Hierin zijn de pijlerfunderingen van het in 1674 verwoeste Domschip, resten van eerdere bouwfases van de kerk en Romeins muurwerk te zien. Foto: Jos Stöver.
B]YhU``YUfW\Yc`c[]gW\YfYghYbn]^bcbn]W\hVUUf"8Y\ibYVYXXYb]b Drenthe zijn duidelijk herkenbare archeologische monumenten, YjYbU`gXYjY`Y[fUɔYijY`g]bcbg`UbX"=b:f]Yg`UbXYb;fcb]b[Yb zijn de terpen en wierden karakteristieke elementen in het vlakke, cdYb`UbXgW\Ud"5bXYfYjU``Yba]bXYfcd"8YU__YfkU``YbjUb 7Y`h]W:]Y`Xg U__YfWcad`YlYbi]hXY]^nYfh]^X n]^baYYghU`U``YYb XccfYYb[YcYZYbXcc[hYcbXYfgW\Y]XYb"
4 —
SCHOKLAND (FLEVOLAND): Het eiland Schokland in de voormalige Zuiderzee werd in 1859 op last van koning Willem III ontruimd, omdat zware stormen delen van het eiland wegsloegen en de bewoners gevaar liepen. De bevolking woonde destijds op een viertal terpen. Tegenwoordig ligt het eiland als een lichte verheffing in de Noordoostpolder. Schokland werd in 1995 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst. Op de terp Zuidbuurt is een traditioneel Schokker huisje gereconstrueerd . Foto: Jos Stöver.
Waardevol bodemarchief Archeologische resten zijn een belangrijke informatiebron over het verleden. Voor veel perioden zelfs de enige. Alleen de bodem kan ons vertellen hoe de mensen voor de komst van de Romeinen leefden en werkten. Maar ook later, als er wel historische bronnen beschikbaar zijn, kunnen archeologische resten ons veel duidelijk maken. In die zin is ook de bodem een archief. Zo kunnen we door archeologisch onderzoek verbluffend veel te weten komen over het dagelijks leven in de middeleeuwen. Archeologische monumenten Vanwege de informatiewaarde zijn archeologische resten in Nederland veelal beschermd. Dat is nodig aangezien het bodemarchief meestal onzichtbaar is en dus kwetsbaar. Bij graafwerkzaamheden kunnen archeologische resten onbedoeld worden vernield. Veel terreinen waar naar verwachting archeologische resten liggen, worden beschermd via het gemeentelijke bestemmingsplan. Van sommige terreinen is de cultuurhistorische waarde zo groot dat ze onder de bescherming van de monumentenwet vallen. Dit zijn de archeologische rijksmonumenten.
Wat betekent dat voor u? In deze brochure leest u over het gebruik van een archeologisch rijksmonument en hoe u eventueel in aanmerking komt voor subsidie. En wat u moet doen als u bepaalde werkzaamheden wilt (laten) uitvoeren die het monument kunnen verstoren. Vaak is vergunning nodig, niet alles is toegestaan – dat is een logisch gevolg van de wettelijke bescherming. Maar zolang het monument geen gevaar loopt, kan er meer dan u misschien denkt. Vaak zijn er alternatieve oplossingen. Bescherming en gebruik hoeven elkaar niet in de weg te zitten.
DOKKUM (FRIESLAND): Enkele jaren geleden wilde de gemeente > Dongeradeel een aantal huizen bouwen aan de Markt in Dokkum. De vergunning werd verleend met als voorwaarde dat voorafgaand aan de bouw archeologisch onderzoek werd gedaan. Daarbij kwamen resten van het Sint-Bonifatiusklooster tevoorschijn. Door aanpassing van de fundering van de nieuwbouw konden de resten worden gespaard. Een fraai fragment van een mozaïekvloer is zelfs in het zicht gebleven. Foto: Jos Stöver.
5 —
Bescherming en beheer Intact laten Archeologische vindplaatsen worden beschermd om de daarin besloten informatie te bewaren voor toekomstige generaties. De archeoloog van nu haalt veel meer informatie uit de bodem dan zijn vakgenoot van vijftig jaar terug. Daarom laten overheden en archeologen het bodemarchief het liefst intact, zodat ook de generaties na ons kennis kunnen nemen van de originele bronnen van onze geschiedenis. Alleen als daarvoor goede redenen bestaan, wordt besloten tot opgraven. Opgraven betekent namelijk tegelijk het vernietigen van alle in de bodem opgeslagen informatie. Je kunt het bodemarchief maar één keer lezen. Beheren Om te zorgen dat de kwaliteit van de archeologische resten niet achteruitgaat, moeten ze niet alleen op hun plaats blijven, maar mogen de bewaarcondities ook niet verslechteren. Graafwerkzaamheden, bebouwing, lage grondwaterstanden of sterke beworteling van riet, planten en bomen kunnen een
monument aantasten. De Rijksdienst heeft voor veel beschermde monumenten een richtlijn Aanbevelingen voor goed beheer opgesteld. In de richtlijn staan adviezen hoe het beschermde monument op eenvoudige wijze te onderhouden is.
Tips • De richtlijn Aanbevelingen voor goed beheer die bij de toekenning van de beschermde monumentenstatus of op een later moment voor uw monument is opgesteld, kunt u opvragen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via
[email protected]. • Bekijk voor het beheer van zichtbare archeologische monumenten ook het Handboek cultuurhistorisch beheer op de website van Landschapsbeheer Nederland: www.chbeheer.nl.
6 —
Subsidie voor instandhouding Om te zorgen dat rijksmonumenten op langere termijn behouden blijven, heeft de overheid een subsidieregeling in het leven geroepen, het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim). Deze is bedoeld voor eigenaren die planmatig onderhoud willen plegen, of daarvoor eenmalig maatregelen willen treffen. De regeling geldt ook voor archeologische rijksmonumenten. Subsidievoorwaarden Om in aanmerking te komen voor een Brimsubsidie moet de aanvraag aan een aantal voorwaarden voldoen. • De voorgestelde maatregelen moeten gericht zijn op het behoud van het monument. Ze moeten voorkomen dat er archeologische informatie verloren gaat. De Brimregeling is bijvoorbeeld niet bestemd om de publieksbeleving van het monument te verhogen. • De onderhoudsmaatregelen zijn vervat in een zesjarenplan. • Bij elke aanvraag hoort een inspectierapport waarin de actuele conditie van het monument is omschreven. • De maatregelen moeten sober, doelmatig en technisch noodzakelijk zijn. • De werkzaamheden moeten op vakkundige wijzen worden uitgevoerd. De indieningsperiode voor een aanvraag loopt elk jaar van 1 februari tot en met 31 maart. Subsidie aanvragen U kunt een aanvraag voor Brimsubsidie indienen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (https://subidie.monumenten.nl/login).
Tip • Volledige en actuele informatie over de Brim is te vinden op www.cultureelerfgoed.nl/brim en www.monumenten.nl/brim.
Gebruik van een archeologisch rijksmonument Vergunningplicht Voor werkzaamheden die een beschermd archeologisch monument wijzigen of verstoren, is een vergunning nodig van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze vergunning wordt namens de minister verleend door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Vergunningplichtige ingrepen zijn bijvoorbeeld de (ver)bouw van schuren, woningen of bedrijfspanden, de aanleg van verhardingen, het graven van sleuven, (opnieuw) uitgraven of dempen van sloten en grachten, diepploegen, de aanleg van drainagebuizen, verlaging van het grondwaterpeil en omzetting van grasland in akkerland, (glas)tuinbouw, bollenteelt of fruitteelt. Ook voor herstel- en onderhoudswerkzaamheden om het monument in stand te houden, heeft u soms een vergunning nodig.
7 —
LOON (DRENTHE): Hunebedden zijn een icoon van de provincie Drenthe. Het zijn grafmonumenten uit de late steentijd (3450 tot circa 3250 v.Chr). De stenen werden zo gelegd dat er een stenen kamer ontstond. Hierin werden doden bijgezet. Vroeger waren de stenen met aarde overdekt. Drenthe telt zo’n vijftig hunebedden. Ook in de provincie Groningen ligt er een. Bijna allemaal zijn het rijksmonumenten. Foto: Jos Stöver.
Vergunningvrij Oppervlakkige bodemingrepen, zoals tuinwerkzaamheden en het jaarlijks bewerken van de bouwvoor, zijn vergunningvrij omdat ze de archeologische waarden niet wijzigen of verstoren. Om onnodige vergunningprocedures te voorkomen is door de Rijksdienst voor veel monumenten een Richtlijn vrijstelling vergunningplicht opgesteld. Daarin staat tot welke diepte (in centimeters onder maaiveld) grondwerkzaamheden zonder vergunning zijn toegestaan. Voor zichtbare monumenten waarbij de archeologische resten direct onder of op het maaiveld liggen zoals bij grafheuvels is het niet altijd mogelijk een vrijstellingsdiepte te geven.
Tips • De Richtlijn vrijstelling vergunningplicht die bij de aanwijzing tot rijksmonument of op een later moment voor uw monument is opgesteld, kunt u opvragen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via
[email protected]. • Twijfelt u of een ingreep al dan niet vergunningplichtig is, of bent u niet bekend bent met de exacte ligging en begrenzing van het beschermde monument, neem dan contact op met de Rijksdienst.
8 —
De vergunningprocedure De vergunningprocedure bestaat uit vijf stappen. • U overlegt bij voorkeur met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed over de voorgenomen ingrepen voordat een vergunningaanvraag wordt ingediend. In dit stadium kan een plan immers nog worden aangepast. Dit vooroverleg is weliswaar niet verplicht, maar leidt meestal tot een snellere vergunningverlening. • U dient een vergunningaanvraag in bij de gemeente waarin het monument ligt. De gemeente registreert de aanvraag en stuurt deze meteen door naar de Rijksdienst. • De Rijksdienst toetst de aanvraag op volledigheid. De aanvraag moet voldoen aan een aantal eisen (‘indieningsvereisten’). Als er gegevens ontbreken, zal de Rijksdienst u schriftelijk vragen deze alsnog aan te leveren. Als dat niet binnen de gestelde termijn gebeurt, kan de Rijksdienst besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen. • De beoordeling van de volledige aanvraag mondt uit in een ontwerpbesluit (beschikking). De gemeente maakt dit openbaar en geeft iedereen zes weken gelegenheid te geven een zienswijze in te dienen. • Daarna neemt de Rijksdienst een definitief besluit en stuurt dat naar de aanvrager, de gemeente en andere betrokken partijen. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken beroep aantekenen tegen het definitieve besluit.
Maximale duur procedure De Rijksdienst is wettelijk verplicht binnen zes maanden na het indienen van een aanvraag een definitief besluit te nemen over een vergunningaanvraag. Bij eenvoudige aanvragen of als vooroverleg is gevoerd kan zo’n besluit meestal veel sneller worden genomen.
Tips • Vooroverleg met de Rijksdienst kan u veel tijd en kosten besparen en leidt veelal tot een kortere vergunningprocedure. • Kijk op de website van de Rijksdienst voor een volledig overzicht van de vergunningprocedure, de eisen waaraan een vergunningaanvraag voor een archeologisch rijksmonument moet voldoen en hoe de Rijkdienst uw aanvraag behandelt (http://www.cultureelerfgoed.nl/archeologie/ archeologie/vergunningen/monumentenvergunning/). Informeer bij uw gemeente hoe de vergunningaanvraag moet worden ingediend.
9 —
RENKUM (GELDERLAND): Dit verlaten stuk hei bevat resten van de verdwenen nederzetting Wolfhees, niet te verwarren met het huidige Wolfheze, dat aan de overzijde van de A50 ligt. De nederzetting bestond uit een kerk en enkele boerderijen, en lag aan een belangrijke weg tussen Arnhem en Wageningen. Na de middeleeuwen is het dorp gaandeweg verlaten. Resten van het gehucht zoals de kerkplaats , boerderijen en akkers zijn in de bodem bewaard gebleven. Sommige elementen zijn nog zichtbaar in het landschap. Het pad op de foto geeft het tracé van een weg aan. Foto: Natuurmonumenten, Herman Verbeek.
Beoordelingscriteria De Rijksdienst houdt bij de beoordeling van een aanvraag rekening met het gebruik van het monument, maar zal uiteraard het monumentenzorgbelang laten meewegen. Behoud van de ‘archeologische waarden’ is het uitgangspunt. De Rijksdienst hanteert daarbij drie criteria. • Zijn de ingrepen schadelijk? Als de archeologische resten in de bodem of op het maaiveld niet worden aangetast, het monument niet wordt ontsierd of in gevaar gebracht, zal de Rijksdienst een vergunning verlenen. Zijn de ingrepen schadelijk, dan zijn de volgende twee beoordelingscriteria van belang. • Zijn de ingrepen noodzakelijk? Bijzondere persoonlijke omstandigheden, bedrijfseconomische belangen die verband houden met het gebruik van het monument of zwaarwegende maatschappelijke belangen kunnen aanleiding zijn om schadelijke ingrepen op het monument onder voorwaarden toe te staan. • Is planaanpassing mogelijk? De Rijksdienst zal in overleg met u als aanvrager nagaan of er mogelijkheden zijn de voorgenomen ingrepen aan te passen.
Dit kan ertoe leiden dat het monument veel minder verstoord wordt en de dienst toch een vergunning kan verlenen. Denk bij aanpassing aan een alternatieve locatie voor de geplande ingrepen of technische maatregelen. Voorbeelden daarvan zijn het aanbrengen van een ophogingslaag, het toepassen van een archeologiesparende fundering en het vermijden van kelders of diepe kruipruimtes. Als planaanpassing niet of onvoldoende mogelijk blijkt te zijn, maar de ingrepen wel noodzakelijk zijn, rest er weinig anders dan het archeologische bodemarchief vóór de ingrepen veilig te stellen door een opgraving. Als de verstoring beperkt is, worden de werkzaamheden ‘archeologisch begeleid’. Er is dan een archeoloog aanwezig om eventuele vondsten en sporen te documenteren. Na afweging van alle belangen kan de Rijksdienst ook weigeren een vergunning te verlenen. Bijvoorbeeld als de aanvrager niet bereid is de plannen aan te aanpassen terwijl dat wel mogelijk is, of wanneer de schadelijke ingrepen niet noodzakelijk zijn. Het belang van de archeologische waarden weegt in dat geval zwaarder dan het belang van de aanvrager.
< HEGEBEINTUM (FRIESLAND): De terp Hegebeintum is met 8,8 meter de hoogste in Nederland. In de negentiende eeuw ontdekte men dat terpaarde prima mest was. Veel terpen en wierden (zoals ze in Groningen worden genoemd) zijn toen commercieel afgegraven. Vanaf 1904 ook Hegebeintum. Alleen de bebouwde delen bleven ongemoeid. De sporen van de afgraving zijn goed zichtbaar door de hoge steilkanten. Ook dit karakteristieke aanzicht maakt deel uit van de bescherming. Foto: Jos Stöver.
10 —
Het besluit Na beoordeling van de aanvraag en afweging van belangen wordt een (ontwerp)besluit over de aanvraag genomen: het al dan niet verlenen van een vergunning. In de meeste gevallen wordt een vergunning onder voorschriften verleend: u mag de ingreep uitvoeren, mits u voldoet aan een aantal voorwaarden. De Rijksdienst kan echter ook besluiten een vergunning te weigeren. Dat gebeurt als de benodigde informatie niet tijdig beschikbaar is, of als het belang van de archeologie zwaarder weegt dan het belang van de aanvrager. Het besluit wordt door de Rijkdienst altijd gemotiveerd als een vergunning onder het voorschrift van een opgraving wordt verleend, als een vergunning wordt geweigerd of als er zienswijzen op het ontwerpbesluit zijn ingediend.
Tip • Dien een zienswijze in als u het niet eens bent met het ontwerpbesluit. Een belanghebbende kan alleen in beroep gaan tegen het definitieve besluit als een zienswijze op het ontwerpbesluit is ingediend of als het definitieve besluit afwijkt van het ontwerpbesluit. Neem contact op met de Rijksdienst voor meer informatie over een mogelijk verzoek om schadevergoeding.
Voorschriften bij een verleende vergunning Wordt de vergunning verleend, dan zijn daaraan altijd voorwaarden (voorschriften) verbonden. Enkele worden standaard bij een vergunning genoemd: de geldigheidsduur van de vergunning, en de verplichting de voorschriften kenbaar te maken aan degenen die de werkzaamheden gaan uitvoeren. Afhankelijk van de aard en omvang van de ingrepen kunnen er nog andere voorschriften gelden, bijvoorbeeld: • tijdige melding van de aanvang van de werkzaamheden bij de Rijksdienst, de gemeente of de Erfgoedinspectie; • uitvoering van de werkzaamheden conform definitieve bestek- of bouwtekeningen; • archeologische begeleiding tijdens de ingrepen, op basis van een door de Rijksdienst goedgekeurd programma van eisen; • opgraving van (een deel van) het monument voorafgaand aan de ingrepen, op basis van een door de Rijksdienst goedgekeurd programma van eisen. Als de aanvrager of uitvoerder(s) de voorschriften negeert, is dat een overtreding van de Monumentenwet 1988 en kan tot gevolg hebben dat de vergunning wordt ingetrokken. Schadevergoeding Het besluit dat de Rijksdienst neemt namens de minister kan in sommige gevallen leiden tot aanzienlijke kosten of beperkingen. In dat geval komt u als aanvrager mogelijk in aanmerking voor een schadevergoeding op grond van artikel 22 van de Monumentenwet 1988. U kunt een verzoek daartoe indienen bij de Rijksdienst. Een door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingestelde schadebeoordelingscommissie behandelt uw verzoek en adviseert daarover. Uiteindelijk beslist de minister.
BORSSELE (ZEELAND): Bij Borssele ligt een van de vele vliedbergen in Zeeland. Het is een restant van een mottekasteel, ooit het stamslot van de heren van Borsele. De motte dateert uit de elfde tot dertiende eeuw. Op de bult stond een woontoren, aanvankelijk van hout, vanaf 1200 van baksteen. Westelijk van de motte lag de voorburcht, waar enkele bijgebouwen stonden. Vermoedelijk viel het kasteel ten prooi aan de stormvloeden van 1530-1532. Zowel de motte als omgrachting is nog goed te onderscheiden. Het monument maakt deel uit van het beschermde dorpsgezicht van Borssele. Foto: Robert van Heeringen.
11 —
LEIDEN (ZUID-HOLLAND): In de Leidse wijk Roomburg liggen de resten van het militaire fort Matilo, een van de vele die de Romeinen in de eerste eeuw na Christus optrokken. Matilo lag op de strategische plek waar het Kanaal van Corbulo (een gegraven vaarroute die destijds de Rijn met de Maas verbond) in de Rijn uitmondde. De contouren van het fort zijn zichtbaar gemaakt met replica’s van wallen en wachttorens. Het fort vormt nu het hart van het gelijknamige park Matilo . Het onbebouwde binnenterrein kan gebruikt worden voor allerlei evenementen . Foto: Iepie Roorda.
Colofon Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Postbus 1600 | 3800 BP Amersfoort 033 - 421 7 421 (algemeen) | 033 - 421 7 456 (infodesk)
[email protected] www.cultureelerfgoed.nl Druk: OBT, Den Haag Opmaak: uNiek-Design, Almere Redactie: Eelco Beukers, Gemmeke van Kempen
Foto omslag ALMERE (FLEVOLAND): In het talud van de A27, ter hoogte van de Hoge Vaart, ligt een afgedekt scheepswrak. Het waterschip dateert uit het begin van de zestiende eeuw en werd gebruikt voor visvangst op de Zuiderzee . Het scheepswrak is ingepakt met plastic folie en afgedekt met aarde om te voorkomen dat het scheepshout door verdroging aangetast wordt. De plaats waar het schip vergaan is, wordt gemarkeerd door een kunstwerk. Foto: gemeente Almere.
Deze brochure beschrijft hoe we in Nederland omgaan met onze archeologische rijksmonumenten. Hoe beschermen en beheren we archeologisch erfgoed? Is bij het uitvoeren van werkzaamheden een vergunning nodig? Is er een mogelijkheid om subsidie voor instandhouding aan te vragen? Antwoorden op deze vragen en meer vindt u in deze brochure die bestemd is voor eigenaren, beheerders of gebruikers van archeologische rijksmonumenten. Met kennis en advies geeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de toekomst een verleden.