Archeologisch bureauonderzoek Plangebied Vlasstraat te Utrecht gemeente Utrecht ArcheoLogic rapport AL161
ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK PLANGEBIED VLASSTRAAT TE UTRECHT GEMEENTE UTRECHT i.o.v.: MBB Ontwikkeling
ArcheoLogic Rapport ArcheoLogic Project Versie Datum Contactpersoon
AL161 1156 1.1 12-05-2010 C. van Eijk
ArcheoLogic Pelmolenlaan 12-14 3447 GW Woerden Telefoon Fax e-mail
+ 31 (0)348 – 437788 + 31 (0)348 – 437789
[email protected]
Actie
Versie 0.1
Actor D.G. Bedeaux
Datum 16-04-2010
1.0 concept
C. van Eijk R. Wittermans R. Huitink S. Hornikx C. van Eijk
28-04-2010 05-05-2010
Controle kwaliteit Opmerkingen OG 1.1
12-05-2010
Opmerkingen BO 1.2 Akkoord OG 1.3 Akoord BO 2.0 definitief
© 2010 MBB Ontwikkeling & ArcheoLogic. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van MBB Ontwikkeling en ArcheoLogic.
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
2
Inhoud 1 Inleiding ________________________________________________________ 4 2 Methode ________________________________________________________ 5 3 Resultaten _______________________________________________________ 7 3.1 Topografie ___________________________________________________ 7 3.2 Landschapsontwikkeling ________________________________________ 8 3.3 Archeologie _________________________________________________ 10 3.4 Bestaande bebouwing en geplande nieuwbouw ____________________ 11 3.5 Archeologische verwachting ____________________________________ 12 4 Conclusie & advies _______________________________________________ 13 5 Bronnen en literatuur _____________________________________________ 14 6 Bijlages ________________________________________________________ 15
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
3
1
Inleiding
In opdracht van MBB Ontwikkeling heeft ArcheoLogic een bureauonderzoek voor het plangebied Vlasstraat, Utrecht (gemeente Utrecht) uitgevoerd. Initiatiefnemer is voornemens deze locatie her te ontwikkelen tot woningbouw. In het kader van deze ontwikkeling zijn bodemverstorende activiteiten gepland die mogelijk aanwezige archeologische waarden kunnen verstoren. Het plangebied is gelegen in het woonblok tussen de Blauwkapelseweg, Bollenhofsestraat, Vlasstraat, Grasstraat en de Biltse Grift. Het plangebied heeft een oppervlakte van 1925 m². Het bureauonderzoek heeft als doel om een inschatting te geven van de mogelijk in het plangebied te verwachte archeologische waarden en de mate waarin deze bedreigd zullen worden door de toekomstige bouwwerkzaamheden. Op basis van het archeologische verwachtingsmodel van het bureauonderzoek wordt een advies uitgebracht met betrekking tot de aard en noodzaak van eventueel archeologisch vervolgonderzoek.
Figuur 1. Ligging Plangebied in gemeente Utrecht (plangebied weergeven met rode stip; bron: googlemaps).
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
4
2
Methode
Doel van dit document is het formuleren van een specifieke archeologische verwachting, waaruit een advies voortvloeit over de noodzaak en aard van eventuele vervolgstappen. Om tot een dergelijke archeologische verwachting van aan te treffen vindplaatstypen of vondsten te komen, zijn archeologische, landschappelijke en historische bronnen geraadpleegd. Voor het bureauonderzoek is het van belang om onderscheid te maken tussen de termen plangebied en onderzoeksgebied. Het plangebied Vlasstraat te Utrecht, gemeente Utrecht, is het gebied waarin bodemingrepen zijn voorzien die het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek als gevolg hebben. Het onderzoeksgebied is het gebied dat in het bureauonderzoek wordt onderzocht. Dit is een gebied met een straal van 500 m rondom het plangebied, omdat een verwachting wordt opgesteld aan de hand van lokale en regionale informatie en kennis over topografie, geo(morfo)logie, bodemkunde en bekende archeologische waarden en waarnemingen. Om te komen tot een archeologische verwachting is allereerst de vroege landschapsgeschiedenis gereconstrueerd aan de hand van de Geomorfologische kaart van Nederland en de Bodemkaart van Nederland. Gegevens over het landschap geven nuttige informatie over de gebruiksmogelijkheden van dat landschap door de mens in het verleden en dus over de kansen op het aantreffen van archeologische resten. Voor de jongere geschiedenis van het gebied is de Kadastrale Minuut 1811-1832 en de Topografische Militaire Kaart 1877 gebruikt. Voor de meest recente situatie is de Topografische Kaart van Nederland gebruikt. Op basis van de vroege en recente landschapsgeschiedenis van het gebied is een archeologische verwachting opgesteld. Aan de hand van reeds bekende archeologische gegevens (bekende archeologische waarnemingen en vondstmeldingen, de archeologische trefkans en de aanwezige archeologische monumenten) is deze verwachting gesterkt dan wel bijgesteld. De bekende archeologische gegevens zijn onttrokken uit de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, de Cultuurhistorische Waardenkaart van Utrecht, de nationale database van archeologische waarnemingen en de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Een archeologische vondstmelding bestaat uit één of meerdere aangetroffen vondsten op een bepaalde locatie. Een archeologische waarneming bestaat uit één of meerdere vondsten, grondsporen en/of woonlagen op een bepaalde locatie. De archeologische monumenten zijn te raadplegen middels de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Deze kaart biedt een overzicht van behoudenswaardige archeologische terreinen waarvan een deel van rijkswege is beschermd. De archeologische trefkans is gebaseerd op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) en de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de 1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
5
provincie Utrecht het verwachtingsmodel waarop de IKAW is gebaseerd is afhankelijk van de relatie tussen bodemkundige eenheden, de grondwatertrappen in het gebied en archeologische vondsten binnen gebieden die een zelfde landschapsgenese hebben. Verder zal er ook gekeken worden naar reeds uitgevoerd archeologisch onderzoek rondom het plangebied, in zoverre deze onderzoeken aangemeld zijn bij Archis 21 met een onderzoeksmelding en/of de rapportage van deze onderzoeken beschikbaar is. Op basis van het aldus verkregen verwachtingsmodel is vervolgens aangegeven welke vervolgstappen nodig zijn om deze eventueel aanwezige verwachtingen en waarden op te sporen en veilig te stellen.
1
Database; www.archis2.nl 1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
6
3
TOPOGRAFIE
456950
Het plangebied aan de Vlasstraat in Utrecht is gelegen in het woonblok tussen de Blauwkapelseweg, Bollenhofsestraat, Vlasstraat, Grasstraat en de Biltse Grift en maakt deel uit van de buurt Wittevrouwen. Op dit moment bestaat het plangebied uit twee afzonderlijke percelen. Het oostelijke perceel (Vlasstraat 28-32) is een voormalig houtbewerkingsbedrijf. Op het perceel zijn enkele loodsen aanwezig. Op het westelijke perceel (Bollenhofsestraat 26 en 26a) bevindt zich een voormalige boerderij met enkele bijgebouwen. Het overige deel van het perceel bestaat uit groenopbouw en verharding.
ANDE
ADE MANK R NU
BILTS
C HE
T GRIF
BLAUWKAPELSEWEG
BOLLENHOF
50m
GRA
137350
T RAA SST VLA
0
AAT STR
HENNEPSTRAAT
SE HOF LEN BOL
plangebied topo v01.wor
456900
kape
lbrug
AL EX
456850
3.1
Resultaten
137400
KLAV
137450
Legenda Plangebied Topografie
Figuur 2: Locatie plangebied Vlasstraat, Utrecht (gemeente Utrecht).
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
7
3.2
LANDSCHAPSONTWIKKELING Het onderzoeksgebied ligt landschappelijk gezien in een overgangszone tussen het westelijke veengebied en het rivierengebied. De ontstaanswijze van het westelijke veengebied hangt nauw samen met de snelle zeespiegelstijging in het Holoceen. Het westelijk veengebied maakte tot in de vroege Middeleeuwen deel uit van een veel groter veengebied dat zich achter een reeks strandwallen uitstrekte van Vlaanderen tot in Noordwest-Duitsland. Het veengebied werd slechts op enkele plaatsen doorsneden door rivieren. In WestNederland is het hoogveen afgegraven. In de Middeleeuwen liepen de Maas, de Waal, de Lek, de Oude Rijn, de Linge, de Hollandse IJssel en de Vecht dwars door het veengebied naar zee. Deze rivieren zijn jonger dan 3800 BP, met uitzondering van de Oude Rijn die al omstreeks 5500 BP ontstond. De oeverwallen van deze rivieren in het veenlandschap waren hogere, droge en bewoonbare locaties gedurende de prehistorie in het verdere natte veenlandschap. De lopen van de rivieren verlegden zich na verloop van tijd, waardoor de oude stroomruggen droog werden. Door het in ongelijke mate inklinken van de riverafzettingen binnen de stroomrug (klei/zand) en de afzettingen in het gebied buiten deze stroomrug (veen/klei), kwamen de stroomruggen hoger te liggen dan het omringende veengebied. Deze locaties (reliëfinversieruggen) waren dan op hun beurt aantrekkelijke en veilige plaatsen om op te wonen in de prehistorie door hun hoge en droge ligging (net als de oeverwallen)2. Het rivierengebied bestaat uit fluviatiele afzettingen van de Rijn en de Maas uit het LaatWeichselien en het Holoceen. Het reliëf in het rivierengebied is gering. De hoogteverschillen tussen oeverwallen en kommen bedragen hoogstens enkele meters. In het westelijk rivierengebied, ook wel aangeduid als het perimariene gebied, vond er sedimentatie plaats onder invloed van de zeespiegelbewegingen. De stroomgordels zijn er smal, de kommen daarentegen zijn groot en bevatten vaak dikke (bos)veenpakketten. Op de geomorfologische kaart valt het plangebied binnen een grijze zone, dat wil zeggen in een zone met bebouwing waar de geomorfologie niet gekarteerd is. In de nabije omgeving van het plangebied echter, vinden we ontgonnen veenvlakten en een rivieroeverwal of stroomrug (2M47: veenontginning met pet- gaten, 3k25: rivieroeverwal of stroomrug). Ook op de bodemkaart (figuur 3) valt het plangebied in een grijze, ongekarteerde zone. In de nabije omgeving zijn vaaggronden en drechtvaaggronden (RvO1c), evenals leek- en woudeerdgronden (pRn86) gesitueerd. Volgens de kaart van Berendsen en Stouthamer ligt het plangebied op stroomgordelafzettingen van de Vecht. Deze meanderende rivier heeft een sedimentatieperiode gehad vanaf 807 v. Chr. tot aan de indamming van de Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede in 1122 na Chr.3 De oeverafzettingen van de Vecht zijn archeologisch interessant voor de Romeinse tijd en de Late Middeleeuwen. De diepte van het vaste zand is ca. 0,5 m – NAP.
2
Berensen 1997.
3
Berendsen & Stouthamer 2001. 1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
8
Figuur 3: Bodemkaart van het onderzoeksgebied. Het plangebied is weergegeven met zwarte ster. (bron: Archis2).
Reeds in de prehistorie vond kleinschalige bewoning in de stad Utrecht plaats. De Romeinen bouwden rond 50 n. Chr. in het kader van een zeer omvangrijk militair bouwproject langs de toenmalige Rijnloop in Utrecht het fort Traiectum ter hoogte van het Domplein. Hierdoor werd de grondslag voor de stad gelegd. Na het vertrek van de Romeinen rond 270, vestigden in het midden van de 5de eeuw Franken zich in de regio. Vanaf de 7e eeuw tot het begin van de 8e eeuw zou dat tot conflicten met Friezen leiden. Rond het jaar 700 arriveerden Angelsaksische missionarissen om het gebied te kerstenen en vestigden in het oude Romeinse fort daarvoor hun basis onder Frankische bescherming. Het groeide uit tot de burcht Trecht en het kerkelijk centrum. Hiernaast ontstond in de 10e eeuw met Stathe een bloeiend handelscentrum waar koop- en ambachtslieden zich vestigden. Het verkrijgen van het stadsrecht in 1122 luidde het ontstaan van de huidige historische binnenstad in doordat om en in de stad een stadsomwalling en waterbouwkundige werken werden aangelegd. Er zijn een aantal historische kaarten bekend van de stad Utrecht. Op deze kaarten is duidelijk te zien dat het plangebied aan de Vlasstraat buiten de stadsomwalling van de historische stad Utrecht valt. Op de stadsplattegrond van Jacob van Deventer (1557-1573) ligt het plangebied buiten de stad Utrecht in een nog onbebouwde zone. De historische plattegrond van Joan Blaeu uit 1649, genaamd Traiectum Wttrecht, geeft eenzelfde beeld weer. Ook op de Kadastrale Minuut 1811-1832 en op de Topografische Militaire Kaart van 1877 (zie figuur 4) ligt het plangebied ten noorden van de stad Utrecht in een zone die nog onbebouwd was. In de negentiende eeuw worden de middeleeuwse stadsgrenzen te nauw. In de overvolle stad, met haar slechte hygiënische omstandigheden, breekt vanaf 1832 regelmatig de 1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
9
cholera uit. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden nieuwe wijken in het oosten van de stad gebouwd, zoals ook de Wittevrouwen, waar onderhavig plangebied in gelegen is. In de twintigste eeuw zal de uitbreiding van de stad verdergaan met de bouw van nieuwe wijken in alle windrichtingen.
Figuur 4: Uitsnede van de Topografische en Militaire Kaart van Nederland 1849. Het plangebied is indicatief aangegeven met de rode lijn (bron: www.watwaswaar.nl).
Samenvattend kan aan de hand van de landschapsontwikkeling het volgende worden gezegd. Het plangebied is gelegen op een overgangszone tussen het westelijk veengebied en het rivierengebied. Het plangebied zelf is niet gekarteerd, maar ligt tegen een gebied aan dat respectievelijk op de bodemkaart en de geomorfologische kaart wordt aangeduid met veengronden en een rivieroeverwal of stroomrug. Op basis van deze landschappelijke gegevens geldt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd.
3.3
ARCHEOLOGIE Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen geregistreerd in Archis2. In de nabijheid van het plangebied zijn verschillende waarnemingen geregistreerd in de oude binnenstad van 1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
10
Utrecht. Het betreft onder andere resten van bewoning uit de Romeinse tijd, een huisplaats, resten van begravingen, resten van bewoning, een pottenbakkerij uit de Middeleeuwen en de resten van een kasteel en een klooster uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Er zijn geen onderzoeksmeldingen bekend in het onderzoeksgebied. Uit de omgeving van het plangebied staan een aantal monumenten geregistreerd in ARCHIS 2 (zie figuur 5). Ten zuidwesten van het plangebied (ca. 1000 m) bevindt zich de oude stadskern van Utrecht (terrein van zeer hoge archeologische waarde; monumentnummer: 12314). Ten zuiden van het plangebied (ca. 700 m) bevindt zich een terrein van hoge archeologische waarde, het betreft een Benedictinesseklooster bestaande uit oa. een kerk, een kloosterhof, een begraafplaats, een poort en bijgebouwen uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd (monumentnummer 12318). Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden geldt voor het gebied een middelhoge archeologische verwachting (zie bijlage 2).
3.4
BESTAANDE BEBOUWING EN GEPLANDE NIEUWBOUW Op dit moment bestaat het plangebied uit twee afzonderlijke percelen. Het oostelijke perceel (Vlasstraat 28-32) is een voormalig houtbewerkingsbedrijf. Op het perceel zijn enkele loodsen aanwezig. Op het westelijke perceel (Bollenhofsestraat 26 en 26a) bevindt zich een voormalige boerderij met enkele bijgebouwen. Het overige deel van het perceel bestaat uit groenopbouw en verharding. De toekomstige hoofdfunctie van het gebied is wonen in de vorm van grondgebonden woningen. Binnen het plangebied kunnen zes woningen worden gebouwd. In de Structuurvisie Utrecht 2015 - 2030 wordt het ruimtelijk kader van de stad vastgelegd. Het plangebied valt binnen de “binnentuin” en maakt onderdeel uit van de buurt Wittevrouwen. De buurt Wittevrouwen heeft een structuur van woonblokken met grondgebonden woningen en smalle straten en weinig openbaar groen. In het noorden grenst de buurt aan de Biltse Grift, een waterloop met grotendeels groene oevers. De bebouwing langs de Blauwkapelseweg en Bollenhofsestraat voegt zich in de structuur van gesloten bouwblokken van Wittevrouwen, met aaneengesloten bebouwing langs de straat. Langs de Biltse Grift heeft het woonblok een meer open structuur, waarbij de oriëntatie van de bebouwing en plaats op de kavel steeds wisselend is.
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
11
Figuur 5: Luchtfoto plangebied Vlasstraat, Utrecht (gemeente Utrecht).
3.5
ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING Het plangebied heeft een middelhoge verwachting voor archeologische sporen daterend uit de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe Tijd. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging van het plangebied op een rivieroeverwal of stroomrug in een overgangszone tussen het westelijk veengebied en het rivierengebied en uiteraard de ligging nabij de historische kern van de stad Utrecht. Deze verwachting wordt ondersteund door de IKAW. Het gaat meer specifiek om nederzettingssporen op de hogere oeverafzettingen, vanaf de Romeinse tijd en vóór de aanleg van de Middeleeuwse stadsmuren. Uit historische gegevens blijkt dat de zone waar het plangebied binnen valt niet bebouwd was, vanaf de Middeleeuwen is de archeologische verwachting met name gericht op sporen van agrarisch landgebruik.
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
12
4
Conclusie & advies
Op basis van de landschapsontwikkeling geldt voor het plangebied Vlasstraat, Utrecht (gemeente Utrecht) een middelhoge verwachting voor de periodes Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging van het plangebied in een overgangszone tussen het westelijk veengebied en het rivierengebied en uiteraard de ligging nabij de historische kern van de stad Utrecht. De reeds bekende archeologische waarden en verwachtingen binnen het onderzoeksgebied ondersteunen de conclusie dat binnen het totale plangebied sprake is van een middelhoge archeologische verwachting – ook de IKAW geeft een middelhoge archeologische verwachting. ArcheoLogic adviseert voorafgaand aan de ontwikkelingen binnen het plangebied Vlasstraat, Utrecht (gemeente Utrecht) een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van een verkennend/karterend booronderzoek uit te laten voeren. Door middel van een verkennend booronderzoek kan de bodemopbouw in kaart te brengen. Hierbij zijn de volgende vragen relevant: Wat is het bodemtype en is het profiel intact? In hoeverre is de bodem in het plangebied verstoord door ontgravingen die in het verleden hebben plaatsgevonden? Met behulp van karterend booronderzoek kunnen archeologische sporen en structuren begrensd en opgespoord worden. Verder kan de aan- en afwezigheid van archeologische sites hiermee aangetoond worden. Wegens de beperkte omvang van het plangebied kunnen beide booronderzoeken gezamenlijk uitgevoerd worden.
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
13
5
Bronnen en literatuur
Berendsen, H.J.A. 1996. De vorming van het land. Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Assen. Berendsen, H.J.A. 1997. Het landschap in delen. Overzicht van de geofactoren. Assen. Berendsen, H.J.A. 2005. Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio’s. Assen. Berendsen, H.J.A. & Stouthamer, 2001. Paleogegraphic development of the RhineMeuse delta, The Netherlands, Assen. Blaeu, J., 1649. Traiectum Wttrecht, Utrecht. Kuiper, M., 2008. Topografische en Militaire Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden (TMK) 1864, Landsmeer. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2009. ARCHIS2. Amersfoort. Topografische dienst, Emmen 1990. Grote Historische Atlas van Nederland 1:50000. 3 Zuid-Nederland 1838-1857. Groningen. Websites http://www.watwaswaar.nl http://www.ahn.nl http://www.provincie-utrecht.nl/ http://www.hetutrechtsarchief.nl/ http://www.historischeplattegrond.nl/
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
14
6
Bijlages
Bijlage 1: Tabel met archeologische periode
Periode
Datering
Midden en laat Paleolithicum (oude steentijd) Mesolithicum (midden steentijd) Neolithicum (jonge steentijd) Bronstijd IJzertijd Romeinse tijd Vroege middeleeuwen Volle (Hoge) middeleeuwen Late middeleeuwen Nieuwe tijd
250.000 – 9.000 v. Chr. 9.000 – 4.500 v. Chr. 4.500 – 2.100 v. Chr. 2.000 – 800 v. Chr. 800 – 12 v. Chr. 12 v. Chr. – 500 n. Chr. 500 – 1.000 1.000 – 1.250 1.250 – 1.500 1.500 - heden
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
15
1156 - Archeologisch bureauonderzoek, Plangebied Vlasstraat Utrecht, gemeente Utrecht
16