ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK EMMIKHOVENSEWEG (ONG.) TE ALMKERK GEMEENTE WOUDRICHEM
DIT RAPPORT BESTAAT UIT TWEE DELEN: ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK, UITGEVOERD DOOR ECONSULTANCY BV INVENTARISEREND VELDONDERZOEK IN DE VORM VAN EEN VERKENNEND BOORONDERZOEK, UITGEVOERD DOOR ARC BV
ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EMMIKHOVENSEWEG (ONG.) TE ALMKERK GEMEENTE WOUDRICHEM
Project:
WOU.PAT.ARC
Rapportnummer:
09113707
Status:
definitieve rapportage
Datum:
4 mei 2010
Opdrachtgever:
Patres Nachtegaal 32 4284 XD Rijswijk Tel. 06 - 27495193
Contactpersoon:
Dhr. J. van den Berg Msc.
Uitvoerder:
Econsultancy bv Rapenstraat 2 5831 GJ Boxmeer Tel. 0485 - 581818 Fax 0485 - 581810 Mail
[email protected]
Opsteller:
Dr. J.J.A. Wijnen Paraaf:
Kwaliteitscontroleur:
Drs. M. Stiekema Paraaf:
COLOFON archeologisch bureauonderzoek Emmikhovenseweg (ong.) te Almkerk in de gemeente Woudrichem Auteur: Dr. J.J.A. Wijnen In opdracht van: Patres Autorisatie: Drs. M. Stiekema © Econsultancy , Boxmeer, 4 mei 2010 Foto’s en tekeningen: Econsultancy , tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancyaanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Administratieve gegevens onderzoeksgebied
Projectcode en nummer Toponiem Opdrachtgever Gemeente Plaats Kadastrale gegevens Kaartblad Coördinaten
Bevoegde overheid Deskundige namens de bevoegde overheid ARCHIS onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code) Beheer en plaats documentatie Uitvoerders Datum
09113707 WOU.PAT.ARC Emmikhovenseweg (ong.) Patres Woudrichem Almkerk Gemeente Woudrichem, Sectie E, nr. 2078 44 E (1:25.000) 125272, 419936 125301, 419922 125270, 419906 125244, 419920 Gemeente Woudrichem drs. G.J.A. Sophie, Regiobureau Breda 38.266 Econsultancy, Boxmeer Econsultancy, Dr. J.J.A. Wijnen en Drs. M. Stiekema 4 mei 2010
09113707 WOU.PAT.ARC
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING .................................................................................................................................. 1
2.
DOELSTELLING EN METHODIEK ............................................................................................ 1 2.1 2.2
3.
Onderzoeksvragen ........................................................................................................... 1 Methoden.......................................................................................................................... 1
RESULTATEN ............................................................................................................................ 2 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Afbakening van het plangebied ........................................................................................ 2 Beschrijving van het huidige gebruik ................................................................................ 2 Beschrijving van het historische gebruik .......................................................................... 3 Aardwetenschappelijke gegevens .................................................................................... 4 Archeologische waarden .................................................................................................. 6 Gespecificeerde archeologische verwachting .................................................................. 7
4.
CONCLUSIES............................................................................................................................. 9
5.
ADVIES ....................................................................................................................................... 9
LITERATUUR...................................................................................................................................... 10 BIJLAGE 1: BIJLAGE 2:
Archeologische en geologische perioden Archeologische monumenten
LIJST VAN AFBEELDINGEN Afbeelding 1 Afbeelding 2 Afbeelding 3 Afbeelding 4 Afbeelding 5 Afbeelding 6 Afbeelding 7
- Locatie van het onderzoeksgebied - Situering van het plangebied - Situering van het plangebied binnen de kadastrale kaart uit 1811-1832 - Situering van het plangebied binnen het AHN - Geomorfologische kaart - Bodemkaart - IKAW, monumenten en waarnemingen
LIJST VAN TABELLEN Tabel I. Tabel II. Tabel III. Tabel IV.
- Geraadpleegd historisch kaartmateriaal - Aardwetenschappelijke gegevens plangebied - Archeologische (indicatieve) waarden - Gespecificeerde archeologische verwachting 09113707 WOU.PAT.ARC
1.
INLEIDING
Econsultancy heeft in opdracht van Patres een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied, gelegen aan de Emmikhovenseweg (ong.) te Almkerk in de gemeente Woudrichem. In het plangebied zal een woning en een berging worden gebouwd. Het archeologisch onderzoek dient ten behoeve van de bestemmingsplanwijzing te worden uitgevoerd. Het archeologisch onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 2.
DOELSTELLING EN METHODIEK
2.1
Onderzoeksvragen
Het doel van het bureauonderzoek is om inzicht te verkrijgen in de specifieke archeologische waarden van het plangebied. Hierbij wordt de beschikbare informatie op het vlak van historische geografie, cultuurhistorie, geologie en archeologie bestudeerd. Op basis van deze informatie wordt een gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied opgesteld. Op basis van deze gespecificeerde verwachting wordt een advies gegeven welk is afgestemd op de verwachte bodemverstoring. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:
Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied?
Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 1 december 2009. Meegewerkt hebben: dr. J.J.A. Wijnen (prospector) en drs. M. Stiekema (senior prospector). 2.2
Methoden
Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.1, augustus 2006), vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie, ondergebracht bij de SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. De 1 resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS06. Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: 1
afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01); beschrijving van de huidige situatie (LS02); beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03); beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04); opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS05).
Beschikbaar via www.sikb.nl
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 1 van 19
3.
RESULTATEN
3.1
Afbakening van het plangebied
Het plangebied gelegen ter plaatse van het perceel tussen de Emmikhovenseweg 8 en 10 en heeft 2 een oppervlakte van circa 2.000 m . Het wordt begrensd door een watergang/sloot gelegen aan de Emmikhovenseweg in het oosten, het perceel met bebouwing aan de Emmikhovenseweg 8 ten noorden, grasland ten westen en ten zuiden behorend tot hetzelfde graslandperceel. Het onderzochte gebied bevindt zich binnen een straal van circa 1.500 m rondom het plangebied. In het plangebied is de bouw van een drielaagse woning en een berging gepland. In het ontwerp van de woning is geen kelder opgenomen. Het aanlegniveau van de funderingsbalken wordt het huidige maaiveld. Het maaiveld zal worden opgehoogd met circa 1 m. De constructie wordt gefundeerd met 2 prefab betonpalen met een paalpuntniveau van 14,5 m -mv. De oppervlakte van de woning wordt 2 2 circa 196 m en de oppervlakte van de berging wordt circa 58 m . De consequentie van de voorgenomen ingreep is dat eventuele waardevolle archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Binnen het plangebied is milieuhygiënische bodemonderzoek uitgevoerd door Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau te Sliedrecht (rapportnummer: MA-3637 d.d. 14 september 2009). In de bovengrond zijn licht verhoogde gehalten aan lood, kwik en zink aangetoond. Plaatselijk werd een lichte verontreiniging met cadmium, koper, molybdeen, zink en PAK aangetroffen. In het grondwater is een lichte verontreiniging met xylenen en barium aangetoond. De aangetoonde lichte verontreinigingen vormen 3 geen belemmering voor de Bouwverordening, alsmede de bestemmingsplanwijziging. Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 44 E, 2004 (schaal 1:25.000), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 0 m +NAP. Volgens de isohypsenkaart van de Dienst Grondwaterverkenning van TNO, kaartblad 44 West, 1976 (schaal 1:50.000) bedraagt het freatisch grondwater ± 1 m -NAP, waardoor het grondwater zich naar verwachting bevindt op ± 1 m -mv. 3.2
Beschrijving van het huidige gebruik
Het plangebied is momenteel in gebruik als grasland.
2 3
Tapsi, 2009 Praagman, 2009
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 2 van 19
3.3
Beschrijving van het historische gebruik
De historische situatie is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I.
Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Bron
Periode
Kaartblad
Schaal
Omschrijving plangebied
Kadastrale minuut
1811-1832
Gemeente Emmikhoven, Sectie C, blad 01
1 : 25.000
Gelegen binnen ongelijkvormige niet bebouwde percelen aan een weg, gelegen in het boezemland van rivier de Alm.
Grote Historische Atlas van Nederland, deel 4, Zuid-Nederland
1837-1840
44-II
1 : 50.000
Gelegen aan een zandweg en in gebruik als bos.
5
1874
566
1 : 25.000
Gelegen aan een zandweg en in gebruik als grasland en bos.
6
1894
566
1 : 25.000
Gelegen aan een zandweg en in gebruik als grasland.
7
1900
566
1 : 25.000
Gelegen aan een zandweg en in gebruik als grasland.
Militaire topografische kaart (veldminuut)
8
1907
566
1 : 25.000
Gelegen aan een verharde weg en in gebruik als grasland.
9
1936
44E
1 : 25.000
Gelegen aan een verharde weg en in gebruik als grasland.
10
1969
44E
1 : 25.000
Gelegen aan een verharde weg en in gebruik als grasland.
11
1981
44E
1 : 25.000
Gelegen aan een verharde weg en in gebruik als grasland. Op de noordelijk en zuidelijk aangrenzende staat bebouwing met tuinen.
4
Militaire topografische kaart (veldminuut)
Militaire topografische kaart (veldminuut)
Militaire topografische kaart (veldminuut)
Topografische kaart
Topografische kaart
Topografische kaart
e
In het land van Heusden en Altena werden begin 12 eeuw delen van het veengebied en de kom12 gronden ontgonnen. De verkaveling vanaf de Emmikhovenseweg is langgerekt naar het oosten en het zuiden en is typerend voor een polderverkaveling. Na de St. Elisabethvloed in 1421 werd het plangebied en zijn omgeving overstroomt en werden er zoetwater-getijdenafzettingen afgezet. Na 13 1461 werd de Kornsche Dijk aangelegd die het land ten oosten afsloot voor het vloedwater. De huidige Provincialeweg Zuid op circa 100 m ten westen van het plangebied volgt de vroegere Emmikhoe vense Dijk, die onderdeel uitmaakt van de Korsche Dijk. Begin 19 eeuw was het plangebied in gebruik als bos en was gelegen aan “De Kromme Steeg”, de huidige Emmikhovenseweg. Het plangebied lag binnen “Het Boezem Land”. Het boezemland lag tegen de Alm rivier aan. Boezemland is land dat tijdelijk onder water kan worden gezet, met een waterbergende functie. Als boezemland werden 14 laaggelegen stukken weiland gebruikt. De huidige Emmikhovenseweg liep vanaf de “De Emmikho4
http://watwaswaar.nl http://watwaswaar.nl 6 http://watwaswaar.nl 7 http://watwaswaar.nl 8 http://watwaswaar.nl 9 http://watwaswaar.nl 10 http://watwaswaar.nl 11 http://watwaswaar.nl 12 Stichting voor Bodemkartering 1990 13 Stichting voor Bodemkartering 1990 14 http://www.chbeheer.nl 5
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 3 van 19
vense Dijk”, waarlangs lintbebouwing was gelegen, naar het oosten en in een boog naar het noorden naar “Den Alm Rivier” en vervolgens naar het gehucht Emmikhoven. Op circa 100 m ten westen van het plangebied ligt aan de Provicialeweg Zuid 15, de vroegere Emmikhovense Dijk, een rijksmonu15 ment bestaande uit een dijkboerderij uit 1782. Aan de huidige Emmikhovenseweg bevond zich in de directe omgeving van het plangebied geen bebouwing. In de periode 1837-1874 veranderd het landgebruik van bos, naar deels grasland. In de periode 1874-1894 veranderd het landgebruik binnen het plangebied van deels grasland en bos naar grasland. Tussen 1900-1907 werd de Emmikhovenseweg verhard. In de periode 1969-1981 worden in de directe omgeving van het plangebied een aantal woningen gebouwd, waaronder de Emmikhovenseweg 8 en 10. Omdat het plangebied in de afgelopen 200 jaar niet bebouwd is geweest, zijn het gemeentearchief en de KLIC niet geraadpleegd op bouwhistorische gegevens. Bij het in september 2009 voor het plangebied uitgevoerde milieuhygiënisch bodemonderzoek is het gemeente archief wel geraadpleegd. Hierbij zijn geen aanwijzingen voor voormalige bebouwing of ontgronding in het plangebied aangetroffen. Wel bleek dat er mogelijk een 16 voormalige sloot in het plangebied is gedempt. 3.4
Aardwetenschappelijke gegevens
De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel II.
Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Type gegevens
Geologie
17
Formatie van Echteld/Formatie van Nieuwkoop; rivierklei en –zand met inschakelingen van veen
Geomorfologie Bodemkunde
Gegevensomschrijving
18
Rivieroeverwal (3K25)
19
Berendsen en Stouthamer 2001
Bebouwd. 20
Alm meandergordel uit 2.340 tot 890 BP.
Geologie Het plangebied ligt in het Land van Heusden en Altena en behoort geografisch tot het Nederlandse rivierengebied. Gedurende de laatste ijstijd bevonden zich in het Nederlandse rivierengebied rivieren met een vlechtend karakter met een brede riviervlakte en een ophoping van sedimenten. De grofzandige en grindige afzettingen behoren tot de formatie van Kreftenheye. Gedurende de overgang van een koude periode concentreerde de stroming zich in enkele geulen en begonnen de rivieren te meanderen waarbij verschillende sedimenten in de bedding, op de oever en in de naastgelegen kom21 gronden werden afgezet. De afzettingen van deze rivieren behoren tot de Formatie van Echteld. In het westelijk rivierengebied stond de sedimentatie onder invloed van getijdenbewegingen. De stroomgordels zijn smal, de kommen groot en bevatten vaak dikke veenpakketten (Formatie van Nieuwkoop). Het plangebied bevindt zich binnen een gebied met Formatie van Echteld/Formatie van Nieuwkoop bestaande uit rivierklei en -zand met inschakelingen van veen en bevindt zich binnen de Alm meandergordel die actief was in de periode 2.340 tot 890 BP. Volgens zowel de toelichting bij kaartblad 44, Oost Oosterhout als Berendsen (2004) begon de veengroei in de omgeving van het 15
brabant.esrinl.com/chw/ Praagman, 2009 De Mulder et al. 2003 18 Alterra 2003 19 Stichting voor Bodemkartering 1990 20 Berendsen & Stouthamer 2001 21 Berendsen, 2005, 2008 16 17
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 4 van 19
plangebied rond 1.800 v. Chr. (Vroege Bronstijd) en heeft de stroomgordel ter hoogte van Almkerk 22,23 een ouderdom IJzertijd-Romeinse tijd. De dikte van de klei- en veenpakketten kunnen variëren binnen korte afstand. Na de inbraak van de St. Elisabethvloed in 1421 zijn er in de omgeving het plangebied zoetwatergetijdenafzettingen afgezet. Het zijn overwegend zeer kalkrijke, uiterst fijnzandige, siltige zware zavel en lichte kleiafzettingen. Binnen het plangebied is de dikte van deze afzettingen < 40 cm. Aan de sedimentatie van de zoetwater-getijdenafzettingen kwam een einde na de aanleg van de binnen 100 24 m ten westen van het plangebied gelegen Kornsche dijk (Emmikhovense Dijk) in 1461. Geomorfologie Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied binnen een rivieroeverwal (3K25), ten oosten grenzend aan een rivierkomvlakte (1M23). De dikte van de klei- en veenpakketten kan variëren binnen korte afstand. Op de rivieroeverwal kunnen oeverafzettingen worden verwacht met beddingafzettingen dicht aan de oppervlakte, terwijl de dikte van de klei- en veenafzettingen kan toenemen op grotere afstand van de rivieroeverwal. Verder kunnen er binnen het kleien veenpakket op verschillende niveaus beddingafzettingen worden aangetroffen. De geomorfologische kaart staat afgebeeld in afbeelding 5. Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied binnen de bebouwing van Almkerk. Direct ten zuiden liggen kalkhoudende poldervaaggronden bestaande uit zavel en lichte klei (eRn66A). De toplaag uit bestaat uit kalkrijke zoete-getijdenafzettingen. Binnen het plangebied is de grondwatertrap VI (de gemiddeld hoogste grondwaterstand op 40 à 60 cm -mv en de gemiddeld laagste grondwaterstand 90 à 120 cm -mv). De bodemkaart staat afgebeeld in afbeelding 6. Bodemopbouw op geotechnisch -en milieuhygiënisch onderzoek Het plangebied en zijn directe omgeving kent een heterogene bodemopbouw. Bij geotechnisch onderzoek werden met 2 sonderingen tot circa 10 m - mv weinig vaste, samendrukbare lagen aange25 toond, bestaande uit klei- en veenafzettingen en mogelijk kleiige zanden. Terwijl bij het milieuhygiënische bodemonderzoek in een boring vanaf 150 cm -mv tot de maximaal verkende diepte van 270 26 cm -mv een matig grove zandlaag werd aangetroffen onder de klei- en veenafzettingen. Algemeen is er in de bovenste 90 cm tot 200 cm klei met daaronder veen aangetroffen in de bij het geotechnische -en milieuhygiënische bodemonderzoek uitgevoerde boringen. Het dikke pakket van de weinig vaste, samendrukbare lagen van circa 10 m dikte lijken op afzettingen van de rivierkomvlakte. De matig grove zandlaag die werd aangetroffen in een boring op korte afstand van de sonderingen is mogelijk een inschakeling van beddingafzettingen behorend bij de oeverwal. Mogelijk kunnen er zich onder deze zandlaag dezelfde weinig vaste, samendrukbare lagen bevinden.
22
Stichting voor Bodemkartering 1990 Berendsen, 2004 24 Stichting voor Bodemkartering 1990 25 Tapsi, 2009 26 Praagman, 2009 23
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 5 van 19
3.5
Archeologische waarden
In Tabel III zijn de archeologische (indicatieve) waarden die bekend zijn voor het plangebied en de directe omgeving weergegeven. Tabel III.
Archeologische (indicatieve) waarden Type gegevens
Gegevensomschrijving
Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW)
hoge indicatieve archeologische waarde
Cultuurhistorische waardenkaart provincie NoordBrabant
hoge indicatieve archeologische waarde
Archeologische Monumenten Kaart (AMK)
geen AMK-terreinen binnen een straal van 640 m rond het plangebied
waarnemingen ARCHISII (Archeologisch Informatie Systeem)
geen ARCHIS-waarnemingen binnen een straal van 570 m rond het plangebied
vondstmeldingen ARCHISII
geen vondstmeldingen binnen een straal van 560 à 570 m rond het plangebied
onderzoeksmeldingen ARCHISII
geen onderzoeksmeldingen binnen een straal van 370 m rond het plangebied
De ligging van de waarden is weergegeven in afbeelding 7. Indicatieve archeologische waarde Volgens de Cultuurhistorische waardenkaart provincie Noord-Brabant en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van Nederland (1:50.000) bevindt het plangebied zich in een gebied met een hoge indicatieve archeologische waarde. Monumenten rondom het plangebied Op circa 640 m ten zuiden van het plangebied is een AMK-terrein met een hoge archeologische waarde, bestaande uit een “Oude Woongrond” op basis van een kartering door STIBOKA in 1948 vastgesteld. Bij de bodemkartering zijn aardewerkfragmenten uit de 10e eeuw-15e eeuw. De Oude 8 Woongrond bleek te zijn opgehoogd. Op circa 1.100 m ten noordoosten van het plangebied is een beschermd AMK-terrein van zeer hoge archeologische waarde aanwezig met resten van een Laat-Middeleeuws kasteel (motte met omgrachting en restanten van gesloopte gebouwen). De prominent aanwezige ronde berg (diameter 44 m) direct liggend achter de boerderij Altena Hoeve is de enige zichtbare motte in het westelijk deel van Noord-Brabant. Het betreft de voorburcht van de burcht van Altena. Gegevens over het slot van de heren van Altena zijn nog vaag. Eerste vermelding van het slot dateert circa uit 1230. De berg werd omsloten door een ringmuur, daterend rond 1200. Rond 1400 is de burcht gemoderniseerd, maar in 1562 (en/of 1586) stond er nog slechts 1 toren. Het is onbekend wanneer dit laatste restant van de 27 bebouwing is verdwenen. Op circa 1.070 m ten noordoosten van het plangebied is een muurrest e van de voorburcht aangetroffen waarschijnlijk daterend uit de 14 eeuw, met er bovenop een pakket 28 estuariumafzettingen van de Elisabethsvloed uit 1421. Uitgebreide informatie over de AMK-terrreinen is gegeven in bijlage 2.
27 28
AMK-terrein 4898, ARCHIS-waarneming 253017, 37134, 52126, 19473, vondstmelding 406140 ARCHIS-waarneming 17828
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 6 van 19
Waarnemingen rondom het plangebied Op 560 à 570 m ten zuiden van plangebied is bij een archeologische veldkartering een fragment handgevormd aardewerk en fragmenten grijsbakkend aardewerk uit de Late Middeleeuwen en frag29 menten geglazuurd gedraaid aardewerk uit de Nieuwe tijd gevonden. Voor een locatie op circa 570 m ten noordwesten van het plangebied bestaat het vermoeden op 30 grond van archiefstukken dat er in de Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd een kasteel bestaan heeft. Op circa 710 m ten noordoosten van het plangebied is bij een kartering van STIBOKA een “Oude 31 Woongrond” uit de Middeleeuwen geconstateerd op een stroomruggrond. Op circa 930 m ten zuiden van het plangebied zijn bij een kartering van STIBOKA een kunstmatige ophoging uit de Late Middeleeuwen geconstateerd en zijn aardewerkfragmenten uit de Middeleeuwen 32 gevonden. Op circa 1.470 m ten zuidwesten van het plangebied is bij een kartering van STIBOKA een “Oude Woongrond” op een stroomruggrond uit de Late Middeleeuwen geconstateerd. Er is sprake van jon33 gere afzettingen op het terrein. Relatie aardwetenschappelijke informatie met (al dan niet indicatieve) archeologische waarden Alle hierboven beschreven waarnemingen, vondsten en AMK-terreinen bevinden zich op een rivieroeverwal en in een enkel geval tegen een rivieroeverwal. De stroomgordel ter hoogte van Almkerk 34 heeft een ouderdom IJzertijd-Romeinse tijd. 3.6
Gespecificeerde archeologische verwachting
Op grond van de verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Uit de landschappelijke ligging, (rivieroeverwal, behorende tot de Alm meandergordel, die actief was in de periode 2.340 tot 890 BP) blijkt dat (de top) van het plangebied vanaf de IJzertijd gunstig is geweest voor landbouwers. Binnen het plangebied is bij geotechnisch -en milieuhygiënisch bodemonderzoek een doorgaand pakket van klei- en veenafzettingen (rivierkomvlakteafzettingen) aangetroffen en plaatselijk een ingeschakelde zandlaag of mogelijk een opduiking van de rivieroeverwal. Aan de basis van dat pakket op circa 10 m diepte ligt een zandpakket dat vanaf de Vroege Bronstijd werd afgedekt door rivierafzettingen en veengroei. Voor de Vroege Bronstijd heeft het zandpakket aan de 35,36 De trefkans om arbasis van het klei -en veenpakket het (Pleistocene) landoppervlak gevormd. cheologische resten op die diepte aan te treffen is niet te specificeren, omdat de aard van het vroege37 re landschap niet bekend is. De oudste waarnemingen in een straal van 1.500 m rondom het plangebied dateren uit de Middeleeuwen. Na de inbraak van de St. Elisabethvloed in 1421 zijn er in de omgeving van het plangebied 29
vondstmelding 406303 ARCHIS-waarneming 414165 31 ARCHIS-waarneming 37132 32 ARCHIS-waarneming 37143 33 ARCHIS-waarneming 37147 34 Stichting voor Bodemkartering 1990 35 Stichting voor Bodemkartering 1990 36 Berendsen, 2004 37 telefonisch besproken met dhr. G.J.A. Sophie, regio-archeoloog Breda 30
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 7 van 19
estuariumafzettingen afgezet. In 1461 werd de Kornsche Dijk aangelegd die het gebied ten oosten daarvan, waarbinnen het plangebied valt, afsloot van het vloedwater. Het bodemtype dat zich waarschijnlijk binnen het plangebied bevindt zijn kalkhoudende poldervaaggronden bestaande uit zavel en lichte klei. Op circa 100 m ten westen van het plangebied lag lintbebouwing die begin 19e eeuw tot vrij recentelijk, langs de dijk op de rivieroeverwal was geconcentreerd. Pas in de periode 1969-1981 worden er buiten de lintbebouwing in de directe omgeving van het plangebied een aantal woningen gebouwd. In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit de IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd op of in de top van de oeverafzettingen van de Alm stroomgordel tussen het maaiveld en 200 cm beneden het maaiveld. De kans op het voorkomen van de resten is hoog. Daar waar de oeverafzettingen zijn ingeschakeld in het klei- en veenpakket kunnen archeologische resten op verschillende diepten voorkomen. Tevens bestaat de kans op archeologische resten op circa 10 meter diepte van voor de Vroege Bronstijd. De archeologische laag bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardwerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed 38 zijn geconserveerd. Ze zijn bovendien afgedekt door recentere kleiafzettingen en buiten het bereik van moderne landbouwactiviteiten gebleven. Tabel IV.
Gespecificeerde archeologische verwachting Archeologische periode
38
Gespecificeerde verwachting
Relatieve diepte t.o.v. het maaiveld
(Laat) Paleolithicum
Niet specificeerbaar
op circa 10 m diepte aan de basis van een klei -en veenpakket
Mesolithicum
Niet specificeerbaar
op circa 10 m diepte aan de basis van een klei -en veenpakket
Neolithicum
Niet specificeerbaar
op circa 10 m diepte aan de basis van een klei -en veenpakket
Bronstijd
Niet specificeerbaar
op circa 10 m diepte aan de basis van een klei -en veenpakket
IJzertijd
hoog
direct onder de bouwvoor en tot circa 2 m bij de rivieroeverwal en inschakelingen van beddingafzettingen van de rivieroeverwal binnen de rivierkomvlakte.
Romeinse tijd
hoog
direct onder de bouwvoor en tot circa 2 m bij de rivieroeverwal en inschakelingen van beddingafzettingen van de rivieroeverwal binnen de rivierkomvlakte.
Middeleeuwen
hoog
direct onder de bouwvoor en tot circa 2 m bij de rivieroeverwal en inschakelingen van beddingafzettingen van de rivieroeverwal binnen de rivierkomvlakte.
Nieuwe tijd
hoog
direct onder de bouwvoor en tot circa 2 m bij de rivieroeverwal en inschakelingen van beddingafzettingen van de rivieroeverwal binnen de rivierkomvlakte.
Kars & Smit 2003
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 8 van 19
4.
CONCLUSIES
Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:
Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Afgezien van de grondbewerking ten behoeve van het agrarische gebruik die mogelijk binnen het plangebied heeft plaatsgehad, wordt niet verwacht dat er bodemverstorende ingrepen zijn uitgevoerd binnen het plangebied.
Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of – rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Het plangebied ligt binnen een rivieroeverwal, behorende tot Alm meandergordel actief in de periode 2.340 tot 890 BP of ligt op de overgang tot een rivierkomvlakte.
Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Er kan een hoge specifieke archeologische verwachting vanaf de IJzertijd-Romeinse tijd worden afgegeven voor de rivieroeverwal en overgang tot de rivierkomvlakte. Er kan voor vroegere periodes geen specifieke verwachting worden afgegeven, omdat eventuele archeologische resten van voor de IJzertijd op een aanzienlijke diepte zullen liggen.
5.
ADVIES
Econsultancy adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen. Vervolgens worden er op basis van dat onderzoek kansarme zones uitgesloten van- en kansrijke zones geselcteerd voor (eventuele) volgende fasen van onderzoek. Vanwege een bij het milieuhygiënisch bodemonderzoek aangetroffen een inschakeling of opduiking van zandafzettingen, behorend tot oeverwalafzettingen, wordt geadviseerd de boringen tot tenminste 3 m -mv door te zetten.
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 9 van 19
LITERATUUR Alterra, 2003: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:25.000 Berendsen, H.J.A. 2004: Fysische Geografie van Nederland, deel 1: De vorming van het land. Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Van Gorcum, Assen. Berendsen, H.J.A. 2005: Fysische Geografie van Nederland, deel 4: Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio's. Van Gorcum, Assen. Berendsen, H.J.A., Stouthamer, E. 2001: Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Van Gorcum, Assen. Deeben, J.H.C. (red.) 2008: De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, derde generatie, Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155, Amersfoort. Groenewoudt, B.J. 1994: Prospectie, waardering en selectie van archeologische vindplaatsen: een beleidsgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden. Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten, 17)p.109-146 & p.175-188. Kars, H. & Smit, A. (red.) 2003: Handleiding Fysiek Behoud Archeologisch Erfgoed. Degradatiemechanismen in sporen en materialen. Monitoring van de conditie van het bodemarchief. Amsterdam (Geoarchaeological and Bioarchaeological Studies, 1). Mulder, E.F.J. de, Geluk, M.C., Ritsema, I.L., Westerhoff, W.E., Wong, T.E. 2004: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen. Praagman, E., 2009: Emmikhovenseweg tussen 8 en 10 te Almkerk Verkennend NENbodemonderzoek. MA-3637, Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau, Sliedrecht. Stichting voor Bodemkartering, 1990: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 44 Oost/Oosterhout Tapsi, D.A.D, 2009: Nieuwbouw woning aan de Emmikhovenseweg te Almkerk. Rapportnummer VB8211, Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau, Sliedrecht. Uitgeverij Nieuwland 2008: Grote Historische topografische Atlas Noord-Brabant, 1836-1843, schaal 1:25.000. Tilburg. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties 1990: Grote Historische Atlas van Nederland, deel 4 ZuidNederland 1838-1857. Groningen.
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 10 van 19
Afbeelding 1
GORINCHEM GORINCHEM GORINCHEM GORINCHEM GORINCHEM GORINCHEM
DALEM DALEM DALEM DALEM DALEM DALEM
Brakel Brakel Brakel Brakel Brakel Brakel VUREN VUREN VUREN VUREN VUREN VUREN
SLEEUWIJK SLEEUWIJK SLEEUWIJK SLEEUWIJK SLEEUWIJK
425000
HERWIJNEN HERWIJNEN HERWIJNEN HERWIJNEN
BRAKEL BRAKEL BRAKEL BRAKEL BRAKEL BRAKEL WOUDRICHEM WOUDRICHEM WOUDRICHEM WOUDRICHEM WOUDRICHEM
WERKENDAM WERKENDAM WERKENDAM WERKENDAM WERKENDAM WERKENDAM
RIJSWIJK RIJSWIJK RIJSWIJK NB NB RIJSWIJK RIJSWIJK RIJSWIJKNB NB NB NB GIESSEN GIESSEN GIESSEN GIESSEN GIESSEN
POEDEROIJEN POEDEROIJEN POEDEROIJEN POEDEROIJEN POEDEROIJEN POEDEROIJEN
UITWIJK UITWIJK UITWIJK UITWIJK UITWIJK UITWIJK ANDEL ANDEL ANDEL ANDEL ANDEL ANDEL
AALST AALST AALSTGLD GLD GLD GLD AALST AALST AALST GLD GLD
420000
NIEUWENDIJK NB NIEUWENDIJK NIEUWENDIJKNB NB NIEUWENDIJK NB ALMKERK ALMKERK ALMKERK ALMKERK ALMKERK ALMKERK
VEEN VEEN VEEN VEEN VEEN VEEN
WAARDHUIZEN WAARDHUIZEN WAARDHUIZEN WAARDHUIZEN WAARDHUIZEN
BABIJLONIENBROEK BABIJLONIENBROEK BABIJLONIENBROEK BABIJLONIENBROEK BABIJLONIENBROEK HANK HANK HANK HANK HANK HANK
GENDEREN GENDEREN GENDEREN GENDEREN GENDEREN GENDEREN
DUSSEN DUSSEN DUSSEN DUSSEN DUSSEN DUSSEN
415000
MEEUWEN MEEUWEN MEEUWEN MEEUWEN MEEUWEN MEEUWEN
N N N N N N
EETHEN EETHEN EETHEN EETHEN EETHEN EETHEN
DRONGELEN DRONGELEN DRONGELEN DRONGELEN DRONGELEN
Raamsdonkv Raamsdonkveer eer Raamsdonkv eer 0
10000m RAAMSDONK RAAMSDONK RAAMSDONK RAAMSDONK RAAMSDONK RAAMSDONK
120000
WASPIK WASPIK WASPIK WASPIK WASPIK WASPIK 125000
WAALWIJK WAALWIJK WAALWIJK WAALWIJK WAALWIJK 130000
135000
Almkerk (gemeente Woudrichem) - Emmikhovenseweg (ong.) Locatie van het onderzoeksgebied bron: Geodan
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 11 van 19
420000
Afbeelding 2
419900
le cia v in Pro
Emmikhovensewe g
8
gZ we
10
uid
13
N N N
12 419800
15 0
50m
17 125100
125200
125300
125400
Almkerk (gemeente Woudrichem) - Emmikhovenseweg (ong.) Situering van het plangebied Legenda Plangebied
Nieuw e bebouw ing
Bebouw ing
09113707 WOU.PAT.ARC
Bron: Geodan
Pagina 12 van 19
Afbeelding 3
Almkerk (gemeente Woudrichem) - Emmikhovenseweg (ong.) Situering van het plangebied binnen de kadastrale kaart uit 1811-1832 Legenda Plangebied
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 13 van 19
Afbeelding 4
Almkerk (gemeente Woudrichem) - Emmikhovenseweg (ong.) Situering van het plangebied binnen het AHN Legenda Plangebied Hoog Laag
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 14 van 19
Afbeelding 5
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 15 van 19
Afbeelding 6
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 16 van 19
Afbeelding 7
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 17 van 19
Bijlage 1 Archeologische en geologische perioden
09113707 WOU.PAT.ARC
Pagina 18 van 19
Bijlage 2
09113707 WOU.PAT.ARC
Archeologische monumenten
Pagina 19 van 19
Uitgebreide Rapportage Monumenten Monumentnr: CMA-nr: Status: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Coördinaten: Terreinbeheerder:
4893 44E - 007 Terrein van hoge archeologische waarde Ganswijkse polder Almkerk Woudrichem Noord-Brabant 125432 / 419214 Niet van toepassing
Oppervlakte:
11.564 m2
Complexen Complextype
Begindatering
Einddatering
Nederzetting, onbepaald
Middeleeuwen laat
Middeleeuwen laat
Beschrijving Terrein met sporen van bewoning uit de middeleeuwen. Monument n.a.v. de resultaten (Oude Woongrond) van een kartering door STIBOKA in 1948 (Modderman 1953:14). Datering Modderman: 10e eeuw-15e eeuw. Modderman trof 2 vindplaatsen aan (totaal 14 scherven), waarvan alleen de meest noordelijke is beschermd, de zuidelijke niet (zie waarn. 37143). De reden is onduidelijk, of het zou moeten zijn omdat vooral de noordelijke duidelijk blijkt zijn opgehoogd (ibid.), dan wel dat het aantal vondsten geringer was. Opm.: aantekening op CAA-fiche bij waarn. 37141 (vermoedelijk door W. Verwers) -> twijfelt aan de juistheid van beide opgegeven coordinaten (waarn. 37141 en 37143). Reden: "op genoemde akkers vrijwel niets te vinden. Wel op 125.49 / 419.32" [dus een stuk noordelijker].
Documentatie Type: Beheerder: Toelichting:
Kaart Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Top.kaartje 1:25000 met begrenzing mon.
Type: Beheerder: Toelichting:
Verslag Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Kopie uit Hendriks 1990.
Literatuur HENDRIKS, J.P. 1990 , in: Archeologie en bewoningsgeschiedenis van het land van Heusden en Altena, p.92. Modderman, P.J.R. 1953 Oudheidkundige vindplaatsen in het land van Heusden en Altena. Pp. 13-17, in: Brabantia 2
1 van 3
Uitgebreide Rapportage Monumenten Monumentnr: CMA-nr: Status: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Coördinaten: Terreinbeheerder: Rijksmonumentennr: Gemeentenr: Datum aanwijzing:
4898 Oppervlakte: 19.777 m2 44E - 012 Terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd Altena hoeve; Altena's Hoef Almkerk Woudrichem Noord-Brabant 126136 / 420757 Onbekend 529171 Kadasterregistratienr: 14-07-2006 1 Kadasterdeel_nr: 5 02-11-2005
Onderzoek:
Onderzoeksnr 16675, Archeologisch: proefputten/proefsleuven, gereedgemeld op 2003
Complexen Complextype
Begindatering
Einddatering
Motte/kasteelheuvel/vliedberg
Middeleeuwen laat
Nieuwe tijd A
Beschrijving Terrein met resten van een laat-middeleeuws kasteel (motte met omgrachting en restanten van de gesloopte gebouwen). Monument n.a.v. in eerste instantie de resultaten (Oude Woongrond) van een kartering door STIBOKA in 1948 (Modderman 1953:1314). Datering Modderman: 10e-15e eeuw. Zie ook Hendriks 1990:75, e.v. Het kasteeltje lag langs een meander van de Alm, een strategische plaats met voldoende water om de grachten gevuld te houden. Prominent aanwezige ronde berg (diameter 44 m) direct achter de boerderij Altena Hoeve; enige zichtbare motte in het westelijk deel van Noord-Brabant. Het betreft de voorburcht van de burcht van Altena. Gegevens over het slot van de heren van Altena zijn nog vaag. Eerste vermelding van het slot in ca 1230. De berg werd omsloten door een ringmuur, gedateerd rond 1200. Rond 1400 is de burcht gemoderniseerd, maar in 1562 (en/of 1586) stond er nog slechts 1 toren. Onbekend wanneer dit laatste restant van de bebouwing is verdwenen. De voorburcht is d.m.v. boringen gelocaliseerd als baksteenpuinlaag, die naar men veronderstelde de historisch bekende zware ringmuur markeerde (onderzoek door dhr. Voogd, 1958). De grachten zijn gedicht met de grond van het ten dele afgevlakte terrein van de voorburcht (idem onderzoek Voogd 1958). De vondst van veel tufsteen (veldverkenning J. Hendriks 1984/1985) zou moeten wijzen op een bouw van de burcht voor 1200. De voorburcht werd in 1393 ontmanteld; volgens Renaud (1953:27) werd het kasteel rond 1400 weer gemoderniseerd (zie boven). Bij het lichten van brandstoftanks in november 1989 kon door J. Hendriks een muur worden gedocumenteerd (desbetreffende brief in het CMA), waarschijnlijk behorend tot de voorburcht. In 2003 heeft de ROB een waardestellend onderzoek uitgevoerd (proefsleuven, onder meer ter bepaling van de begrenzing) dat aanleiding gaf tot een opwaardering van de status (ZHAWB). De motte is uitstekend bewaard gebleven, van de gebouwen daarentegen rest weinig (de voormalige meander is volgestort met puin van de afbraak). De aangetroffen omgrachting en de hoge grondwaterstand scheppen goed conserveringsomstandigheden voor zoologisch en botanisch materiaal (grachtvulling). De archeologische begeleiding (ADC) in februari 2007 van de sloop van een gebouw in het zuidwestdeel van het monument, de zone van de voorburcht, leverde geen archeologisch relevante sporen op (Claeys 2007).
Documentatie Type: Beheerder: Toelichting:
Kaart Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Top.kaartjes 1:25000 met begrenzing mon.
2 van 3
Uitgebreide Rapportage Monumenten Type: Beheerder: Toelichting:
Memo Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Uitdraai kastelen-database Noord-Brabant.
Type: Beheerder: Toelichting:
Brief Particulier Waarneming muurwerk bij werkzaamheden nov. 1989.
Type: Beheerder: Toelichting:
Verslag Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Kopieen Hendriks 1990.
Literatuur HENDRIKS, J.P.C.A. 1990 , in: Archeologie en bewoningsgeschiedenis van het Land van Heusden en Altena. Besteman, J.C. 1981 Mottes in the Netherlands. p. 55., in: T.J. Hoekstra e.a. Liber Castellorum Modderman, P.J.R. 1953 Oudheidkundige vindplaatsen in het land van Heusden en Altena. Pp. 13-17, in: Brabantia 2 Haan, M.J.A. de 2003 , in: AMR, Formulier veldwerkregistratie CMA-nr 44E-012. Typescript ROB februari 2003
3 van 3
-Rapporten
Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Emmikhovenseweg te Almkerk, gemeente Woudrichem (NB)
A.J. Wullink & J.J.A. Wijnen
ARC-Rapporten 2010-15 Geldermalsen 2010 ISSN 1574-6887
Colofon Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Emmikhovenseweg te Almkerk, gemeente Woudrichem (NB) ARC-Rapporten 2010-15 ARC-Projectcode 2010/027 Tekst A.J. Wullink & J.J.A. Wijnen Afbeeldingen A.J. Wullink & J.J.A. Wijnen Redactie A.J. Wullink Versie 2.1, 29 april 2010
Autorisatie — A. Ufkes Uitgegeven door ARC bv Postbus 41018 9701 CA Groningen ISSN 1574-6887 Geldermalsen, 2010 Een recente lijst van de ARC-Rapporten is te vinden op www.arcbv.nl
Rapport 2010-15
ARC bv
Projectgegevens Projectnaam Projectcode Cis-code
Almkerk - Emmikhovenseweg 2010/027 38997
Projectleider Contact
drs. A.J. Wullink 0345-620101,
[email protected]
Opdrachtgever Contact
Econsultancy Boxmeer, dr. J.J.A. Wijnen 0485-581818,
[email protected]
Bevoegd gezag Contact
Gemeente Woudrichem, dhr. T.J.A. Tilborg 0183-308100,
[email protected]
Toetsing Contact
Regiobureau Breda, drs. G. Sophie 076-5294183,
[email protected]
Locatiegegevens Toponiem Plaats Gemeente Provincie
Emmikhovenseweg Almkerk Woudrichem Noord-Brabant
Kaartblad RD-co¨ordinaten
44 E N: 125272/419936 O: 125301/419922 Z: 125270/419906 W: 125244/419920
Oppervlakte
Ca. 0,2 ha
Beschrijving onderzoekslocatie Geologie
Formatie van Echteld/Formatie van Nieuwkoop; rivierklei en –zand met inschakelingen van veen
Geomorfologie
Rivieroeverwal (3K25)
Bodem
Bebouwd, maar grenzend aan kalkhoudende poldervaaggronden bestaande uit zavel en lichte klei (eRn66A)
Historische situatie
Begin 19e eeuw was het plangebied gelegen aan een weg en in gebruik als bos. Het was gelegen in of tegen het boezemgebied van de Alm.
Archeologische verwachting
Volgens de Cultuurhistorische waardenkaart provincie Noord-Brabant en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van Nederland (1:50.000) bevindt het plangebied zich in een gebied met een hoge indicatieve archeologische waarde
1
• Almkerk
Legenda Onderzoekslocatie 421
420
419
124
125
126
127
418
Afbeelding 1 Topografische kaart van de onderzoekslocatie en omgeving, voorzien van RD-co¨ordinaten. Bron: Topografische Dienst Nederland.
Rapport 2010-15
1
ARC bv
Inleiding
1.1
Aanleiding tot het onderzoek
In opdracht van Econsultancy uit Boxmeer heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd aan de Emmikhovenseweg te Almkerk in de gemeente Woudrichem. (afb. 1). Aanleiding van dit onderzoek vormt de geplande nieuwbouw van een drielaagse woning en een berging. In het ontwerp van de woning is geen kelder opgenomen. Het aanlegniveau van de funderingsbalken wordt het huidige maaiveld. Het maaiveld zal worden opgehoogd met circa 1 m. De constructie wordt gefundeerd met prefab betonpalen met een paalpuntniveau van 14,5 m –mv. De oppervlakte van de woning wordt circa 196 m2 en de berging wordt circa 58 m2 . Het archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd ten behoeve van de bestemmingsplanwijzing. Conform de Wet op de archeologische monumentenzorg dient het plangebied eerst te worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden.1 Het veldwerk is uitgevoerd op 10 december 2009 dr. J.J.A. Wijnen van Econsultancy, onder leiding van drs. A.J. Wullink van ARC bv. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen die gesteld worden in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.1).2
1.2
Onderzoeksgeschiedenis
In december 2009 is een bureau-onderzoek verricht door Econsultancy.3 Het archeologisch verwachtingsmodel uit het bureau-onderzoek vormt het uitgangspunt voor dit inventariserend veldonderzoek en is hieronder weergegeven. Op grond van de verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Op grond van de verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Uit de landschappelijke ligging, (rivieroeverwal, behorende tot de Alm meandergordel, die actief was in de periode 2.340 tot 890 BP) blijkt dat (de top) van het plangebied vanaf de IJzertijd gunstig is geweest voor landbouwers. Binnen het plangebied is bij geotechnisch -en milieuhygi¨enisch bodemonderzoek een doorgaand pakket van klei- en veenafzettingen (rivierkomvlakteafzettingen) aangetroffen en plaatselijk een ingeschakelde zandlaag of mogelijk een opduiking van de rivieroeverwal. Aan de basis van dat pakket op circa 10 m diepte ligt een zandpakket dat vanaf de Vroege Bronstijd werd afgedekt door rivierafzettingen en veengroei. Voor de Vroege Bronstijd heeft het zandpakket aan de basis van het klei -en veenpakket het (Pleistocene) landoppervlak gevormd. De trefkans om archeologische resten op die diepte aan te treffen is niet te specificeren, omdat de aard van het vroegere landschap niet bekend is. De oudste waarnemingen in een straal van 1.500 m rondom het plangebied dateren uit 1
In werking getreden op 1 september 2007. De inhoud van de KNA kan worden geraadpleegd op www.sikb.nl. 3 Wijnen, J.J.A., december 2009: Archeologisch bureauonderzoek Emmikhovenseweg (ong.) te Almkerk in de gemeente Woudrichem, Econsultancy Rapport 09113707 (conceptversie). 2
3
Rapport 2010-15
ARC bv
de Middeleeuwen. Na de inbraak van de St. Elisabethvloed in 1421 zijn er in de omgeving van het plangebied estuariumafzettingen afgezet. In 1461 werd de Kornsche Dijk aangelegd die het gebied ten oosten daarvan, waarbinnen het plangebied valt, afsloot van het vloedwater. Het bodemtype dat zich waarschijnlijk binnen het plangebied bevindt zijn kalkhoudende poldervaaggronden bestaande uit zavel en lichte klei. Op circa 100 m ten westen van het plangebied lag lintbebouwing die begin 19e eeuw tot vrij recentelijk, langs de dijk op de rivieroeverwal was geconcentreerd. Pas in de periode 1969-1981 worden er buiten de lintbebouwing in de directe omgeving van het plangebied een aantal woningen gebouwd. In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit de IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd op of in de top van de oeverafzettingen van de Alm stroomgordel tussen het maaiveld en 200 cm beneden het maaiveld. De kans op het voorkomen van de resten is hoog. Daar waar de oeverafzettingen zijn ingeschakeld in het kleien veenpakket kunnen archeologische resten op verschillende diepten voorkomen. Tevens bestaat de kans op archeologische resten op circa 10 meter diepte van voor de Vroege Bronstijd. De archeologische laag bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardwerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd. Ze zijn bovendien afgedekt door recentere kleiafzettingen en buiten het bereik van moderne landbouwactiviteiten gebleven.
1.3
Doel van het inventariserend veldonderzoek
Het inventariserend veldonderzoek (IVO) dient ertoe het in het bureau-onderzoek voorgestelde verwachtingsmodel te verifi¨eren en met veldwaarnemingen te completeren. Het IVO bestaat uit drie stappen: verkennend, karterend en waarderend. Het verkennend onderzoek richt zich op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen be¨ınvloeden. Hiermee kunnen archeologisch kansarme zones worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor eventuele volgende fasen van onderzoek.
1.4
Werkwijze
Het IVO is uitgevoerd als een verkennend booronderzoek. Hiertoe zijn met behulp van een edelmanboor met een diameter van 7 cm en een guts van 3 cm diameter op het onderzoeksterrein 5 boringen geplaatst tot maximaal 320 cm –mv. De boringen zijn tenminste tot 3 m –mv doorgezet, vanwege een bij het milieuhygi¨enisch bodemonderzoek aangetroffen inschakeling of opduiking van zandafzettingen, behorend tot oeverwalafzettingen. De boringen zijn, rekening houdend met de toekomstige nieuwbouw, verspreid over het terrein gezet om een juiste, algehele indruk van de bodemopbouw te kunnen krijgen. De boorkernen zijn zorgvuldig uitgelegd, waarbij de opeenvolgende bodemlagen precies konden worden beschreven en opgemeten. Het opgeboorde materiaal is doorzocht op de aanwezigheid van archeologische resten. Vervolgens is de bodemopbouw per boring beschreven en is er gelet op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkfragmenten, houtskool, fosfaatvlekken, vuursteen, natuursteen, verbrand leem en bot. 4
Rapport 2010-15
ARC bv
De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaardbeschrijvingsmethode (ASB).
2
Resultaten inventariserend veldonderzoek
De locatie van de boringen is weergegeven in afbeelding 2. De resultaten van het verkennend booronderzoek zijn opgenomen in bijlage 1. In boring 5 werd aan het maaiveld een pakket zwak zandige klei aangetroffen. Vanaf 40 cm –mv ging dit pakket over in zeer fijn, sterk siltig zand. Vanaf 80 tot 320 cm –mv werd vervolgens een pakket matig fijn, zwak siltig zand aangetroffen. In boring 2 werd tot 130 cm –mv matig fijn tot matig grof, zwak siltig zand aangetroffen. Vervolgens werd tot 260 cm –mv een zwak siltig kleipakket aangetroffen, waarin ook enkele zandlagen voorkomen. Vam 260 tot 300 cm –mv werd tot slot weer zwak siltig zand aangetroffen. In boring 3 werd vanaf het maaiveld tot 20 cm –mv een pakket matig siltige klei aangetroffen. Hieronder was tot 80 cm –mv een pakket sterk sitige klei aanwezig. Vanaf 80 cm –mv ging de sterk siltige klei over in zwaksiltige, sterk humeuze klei, die rond 180 cm –mv over ging in zwak siltige klei met humeuze bandjes. In boringen 1 en 4 werd onder een 30 cm dikke laag matig siltig zand, dat in boring 1 schelpresten bevatte, tot respectievelijk 170 en 150 cm –mv zwak siltige klei aangetroffen, die daaronder over ging in sterk kleiig veen. Het plangebied ligt op de overgang van de stroomgordel van de Alm naar het oostelijk hiervan gelegen komgebied. Het zwak siltige zand aan de basis van boring 5 betreft beddingafzettingen van de stroomgordel. Het sterk siltige zand en de zwak zandige klei hierboven betreft oeverafzettingen van de Alm. De oeverafzetiingen worden ook in boringen 2 (zand tussen 0 en 130 cm –mv) en 3 (sterk siltige klei tussen 20 en 80 cm –mv) aangetroffen waar ze op zwak siltige, al dan niet humeuze komklei liggen. Binnen het pakket komkleien in boring 2 worden een drietal zandlagen waargenomen. Dit zijn oudere oeverafzettingen van de Alm of mogelijk crevasse-afzettingen. De kleien in boringen 1 en 4 zijn komkleien die naar onder toe over gaan in kleiig veen. Het matig siltige zand dat in boringen 1, 3 en 4 is aangetroffen aan het maaiveld, betreft waarschijnlijk, gezien de aanwezigheid van schelpen, mariene sedimenten die zijn afgezet in het komgebied tijdens/na de St. Elizabetsvloed van 1421. De fluviatiele sedimenten worden gerekend tot de Formatie van Echteld, het veen tot de Formatie van Nieuwkoop en de mariene afzettingen tot het Laagpakket van Walcheren van de Formatie van Naaldwijk.
3
Samenvatting en conclusie
Volgens het bureau-onderzoek door Econsultancy ligt het plangebied waarschijnlijk op de overgang van een oeverwal van de Alm-stroomgordel naar het komgebied. Deze stroomgordel is actief geweest van 2340 tot 890 jaar geleden. Op de locatie zijn tijdens de St. Elizabethsvloed van 1421 mogelijk mariene sedimenten afgezet. De oeverafzettingen van de Alm hebben een hoge archeologische trefkans voor archeologische resten uit de Late Middeleeuwen. Ook kunnen er resten uit de Romeinse Tijd aanwezig zijn. Op de zuidelijker gelegen stroomgordel van 5
Rapport 2010-15
ARC bv
Almkerk, een vertakking van de Alm, zijn oude woongronden uit de Late Middeleeuwen aangetroffen. Tenminste vanaf begin 19e eeuw was het plangebied in gebruik als boezemland (land dat tijdelijk onder water kan worden gezet bij hoge rivierwaterstanden). Op circa 100 m ten westen van het plangebied lag lintbebouwing die begin 19e eeuw tot vrij recentelijk, langs de dijk op de rivieroeverwal was geconcentreerd. Pas in de periode 1969-1981 worden er in de directe omgeving van het plangebied een aantal woningen gebouwd aan de Emmikhovenseweg, buiten de lintbebouwing. Het verkennend inventariserend booronderzoek heeft aangetoond dat het plangebied inderderdaad op de overgang van de stroomgordel van de Alm naar het komgebied ligt. Op het westelijke deel van het terrein (boringen 2, 3, 5) zijn oeverafzettingen van de Alm aangetroffen en in boring 5 ook nog beddingafzettingen van de rivier. Op het oostelijke terreindeel zijn komafzettingen aangetroffen. Aan het maaiveld van boringen 1, 3 en 4 zijn mariene sedimenten van de St. Elizabethsvloed aangetroffen. Geconcludeerd kan worden dat de archeologische trefkans voor het westelijke deel van het terrein, waar oeverafzettingen zijn gevonden nog steeds hoog is, waarbij resten uit met name de Late Middeleeuwen kunnen worden verwacht. Voor het oostelijk gelegen komgebied is sprake van een lage archeologische trefkans.
4
Aanbeveling
Voor een deel van de onderzoekslocatie geldt een hoge archeologische trefkans, waardoor vervolgonderzoek noodzakelijk is, indien er bodemverstorende werkzaamheden zullen plaatsvinden. In de huidige plannen wordt uitgegaan van ophoging van het terrein met circa 1 m, waarbij de basis van de fundering (op staal) op het huidige maaiveld zal komen te liggen. Het geheel wordt wel onderheid, maar volgens het Regiobureau Breda (drs. G. Sophie) staat de mate van verstoring bij heien niet in verhouding tot de verstoring die plaatsvind bij het aanleggen van proefsleuven. ARC bv onderschrijft deze mening en doet dan ook de aanbeveling dat vervolgonderzoek op basis van de huidige plannen niet noodzakelijk is. Mochten er in de toekomst bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden beneden het huidige maaiveld van het westelijke terreindeel (zie afb. 3), dan dient alsnog vervolgonderzoek te worden uitgevoerd. Het is aan het bevoegd gezag, de gemeente Woudrichem, om op basis van dit selectieadvies een selectiebesluit te nemen. Te allen tijde blijft de archeologische meldingsplicht bestaan; mochten er tijdens grondwerkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen, dan dient dit onverwijld aan het bevoegd gezag te worden gemeld.
6
Rapport 2010-15
ARC bv
Literatuur Berendsen, H.J.A., 2004. De vorming van het land. Assen (Fysische geografie van Nederland). Vierde, geheel herziene druk. Brandt, R.W. et al. (red.), 1992. ARCHIS. Archeologisch Basis Register, versie 1.0. Amersfoort. Mulder, E.F.J. de et al., 2003. De ondergrond van Nederland. Groningen/Houten.
7
419950
Emmikhovenseweg
1
2
3
4
5
419900
N N N N N
0
25m
125250
125300
Almkerk (gemeente Woudrichem) - Emmikhovenseweg (ong.) Situering van het plangebied Legenda Plangebied
Nieuwe bebouwing
Bebouwing
Boorpunt
Afbeelding 2 Boorpuntenkaart. Door: J.J.A. Wijnen
Emmikhovenseweg
1
2
3
4
5
419900
N N N N
0
25m
125250
125300
Almkerk (gemeente Woudrichem) - Emmikhovenseweg (ong.) Resultaten van het booronderzoek Legenda Plangebied
Nieuw e bebouw ing
Oever- en/of beddingafzettingen; vervolgonderzoek noodzakelijk
Bebouw ing
Boorpunt
Komafzettingen; geen vervolgonderzoek noodzakelijk
Afbeelding 3
Resultaten van het booronderzoek met aanbeveling voor vervolgonderzoek. Door: M. Stiekema
Bijlage 1
Boring: X: Y:
1
Boring:
125294 419930
X: Y:
0 m +NAP
0
Boorprofielen
0 5
Klei, zwak zandig, zwak humeus 30
50
50
2
125254 419930
0 m +NAP
0
0 5
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, donker bruingrijs, kalkrijk, schelpfragmenten Klei, zwak siltig, bruingrijs, kalkrijk, egaal verdeelde roestvlekken
Zand, matig fijn, sterk siltig, bruingrijs, kalkrijk, roestvlekken 50 70
Klei, zwak siltig, donkergrijs, kalkrijk
Zand, matig grof, zwak siltig, beigegrijs, kalkrijk, roestvlekken
90 100
100
Klei, zwak siltig, donkergrijs, kalkrijk, egaal verdeelde roestvlekken Klei, zwak siltig, donkergrijs, kalkrijk, plantenresten, egaal verdeelde roestvlekken
150
100
130
Klei, zwak siltig, grijs, kalkrijk 150
160 165
170
180
Veen, sterk kleiïg, bruin, kalkarm, plantenresten, o.a riet 200
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, kalkrijk Klei, zwak siltig, grijs, kalkrijk
200
200
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, kalkrijk Klei, zwak siltig, grijs, kalkrijk
250
250
260
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, kalkrijk 300
300
300 320
Boring: X: Y: 0
3
Boring:
125274 419920
0 m +NAP
X: Y: 0 5
Klei, sterk zandig, zwak humeus 20
Zand, matig fijn, matig siltig, bruingrijs, kalkrijk Klei, sterk siltig, bruingrijs, kalkrijk, egaal verdeelde roestvlekken, schelp, grindsteentje, houtrest op 70 cm -mv
50
0
4
125297 419910
0 m +NAP
0 5
Klei, sterk zandig, zwak humeus, donker bruingrijs 30
50
50
100
150
Klei, zwak siltig, bruingrijs, kalkrijk, egaal verdeelde roest Klei, zwak siltig, donkergrijs, kalkrijk
80
Klei, zwak siltig, sterk humeus, donkergrijs, kalkarm, veenlaagje op 80 cm, plantenresten
Zand, matig fijn, matig siltig, grijs, kalkrijk
100
150
150
Veen, sterk kleiïg, bruin, plantenresten, riet
180
Klei, zwak siltig, grijs, kalkarm, dunne humeuze kleilaagjes
200
250
200
250
300
300 320
320
getekend volgens NEN 5104
Bijlage 1
Bijlage 1
Boring: X: Y: 0
Boorprofielen
5
125253 419910
0 m +NAP
0 5
Klei, sterk zandig, zwak humeus Klei, zwak zandig, grijs, kalkrijk 40
Zand, zeer fijn, sterk siltig, grijs, kalkrijk
50
80
Zand, matig fijn, zwak siltig, donkergrijs, kalkrijk
100
150
200
250
300 320
getekend volgens NEN 5104
Vervolg bijlage 1
Laat-Pleistoceen
Pleistoceen
Elsterien
Holsteinien
Saalien-complex
Eemien
Vroeg-Weichselien (Vroeg-Glaciaal)
Midden-Weichselien (Pleniglaciaal)
Laat-Weichselien (Laat-Glaciaal)
Holoceen
Weichselien (Glaciaal)
475.000
410.000
370.000
130.000
115.000
73.000
13.000
10.000
0
Jaren geleden
Vroeg-Pleniglaciaal
Midden-Pleniglaciaal
Laat-Pleniglaciaal
Bølling-interstadiaal
Vroege Dryas
Allerød-interstadiaal
Late Dryas
Preboreaal
Boreaal
Atlanticum
Subboreaal
Subatlanticum
Chronostratigrafische eenheden
48.000
26.000
13.000
12.000
11.800
11.000
10.000
9000
8000
5000
3000
0
C-jaren geleden
14
Laat-Paleolithicum
Mesolithicum
Neolithicum
Bronstijd
IJzertijd
Romeinse Tijd
Vroege Middeleeuwen
Late Middeleeuwen
Nieuwe Tijd
Archeologische periode
Bijlage 2 Een overzicht van geologische (chronostratigrafische) en archeologische periodes. Door: A.J. Wullink. Gebaseerd op: Brandt et al. 1992; De Mulder et al. 2003; Berendsen 2004.
Midden-Pleistoceen
Chronostratigrafische eenheden
Holoceen Glaciaal
LaatHoloceen MiddenHoloceen VroegHoloceen Laat-Glaciaal Pleniglaciaal
Ca. 40.000 jaar geleden
9000 v. Chr.
5325 v. Chr.
4900 v. Chr.
1900 v. Chr.
800 v. Chr.
12 v. Chr.
450 n. Chr.
1050 n. Chr.
1500 n. Chr.
Tijd