de JONGE
1
º
SPECIALIST
Jaargang 2 - maart/april 2015 Hét magazine voor medisch specialisten in opleiding
CREW RESOURCE MANAGEMENT | Interview Rudi Westendorp | Wie gaat wat doen in de gezondheidszorg? | GeneesKUNST: Mariëlle van Meel | Dokteren in België | Buiten dokter | Juridisch advies: ORT, fusies en harmonisatie | Tijd voor aandacht | De co-assistent |
• colofon •
• voorwoord •
Magazine De Jonge Specialist, voorheen tijdschrift AIOS
Redactie
Carina Bethlehem, hoofdredacteur Anna Roukens, hoofdredacteur Heidi Wals, eindredacteur Hanneke Verheijde Daniël Dresden Christina Fuller Tanca Minderhoud Berber Piet Eva Stortelder
Illustratie
Ilona Dekkers
Coverfoto
Audiovisuele dienst OLVG
Redactieadres
Postbus 20057, 3502 LB Utrecht
[email protected]
Centraal Bestuur De Jonge Specialist Gabie de Jong, voorzitter Chella van der Post, vicevoorzitter Richard Schol, secretaris Nurah Hammoud, penningmeester Laura van Geffen Jesse Habets Fleur van den Heijkant Alexej Kuiper Claire Nolte Thomas Schok Davy Sudiono Ben Tomlow
Voorwoord
Adreswijzigingen
Voor je ligt het eerste nummer van De Jonge Specialist van 2015. Het afgelopen jaar was een bewogen jaar voor ons als redactie, waarin er een hoop veranderd is en we met elkaar een enorme ontwikkeling hebben doorgemaakt. Dit was niet altijd eenvoudig, maar samen met het bestuur van De Jonge Specialist zijn we de uitdaging aangegaan en we zijn erg tevreden over het resultaat.
Adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven aan De Jonge Specialist.
Uitgever
De Jonge Specialist, Utrecht
DTP en drukwerk
Centrum Drukwerk, Maartensdijk
Basisontwerp
IJzersterk, Rotterdam
DE UITDAGING AANGAAN
Adverteren
Neem hiervoor contact op met De Jonge Specialist:
[email protected]
Magazine De Jonge Specialist
De Jonge Specialist is hét magazine voor medisch specialisten in opleiding. Het tijdschrift wordt vier keer per jaar uitgegeven door De Jonge Specialist. Oplage 3.500, ISSN: 2352-3670 Jaargang 2 © 2015 DJS. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van De Jonge Specialist. Niets uit dit magazine mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
Samenwerken Samenwerken is ook in de opleiding tot medisch specialist een belangrijke competentie. Dat geldt zeker voor mij als aankomend intensivist. Begrip van human factors is onmisbaar voor het veilig uitoefenen van ons vak. Een onderwerp wat mij na aan het hart ligt en wat geresulteerd heeft in het artikel 'Crew Resource Management; een uitstapje naar de luchtvaart'. Effectief samenwerken is niet mogelijk als je niet goed voor jezelf zorgt. Hierover vertelt ons nieuwe redactielid Berber Piet in dit nummer meer op pagina 22.
Jonge Klaren In de jaren dat ik betrokken ben geweest bij het magazine heb ik veel bijzondere mensen leren kennen. Één van de oudredactieleden waar ik met veel plezier mee heb samengewerkt, is Saskia Bulk, die in deze editie vertelt over haar ervaringen als jonge klare in het buitenland. Een carrièrestap waar steeds meer jonge klaren noodgedwongen over na moeten denken. Gelukkig brengt het bestuur van De Jonge Specialist dit probleem onder de aandacht en wordt er gezocht naar oplossingen.
Afscheid Mijn opleiding tot intensivist is bijna afgerond en dat houdt in dat er voor mij een einde komt aan mijn tijd als hoofdredacteur. Ik geef het stokje vol vertrouwen over aan Tanca Minderhoud. Tanca, ik weet zeker dat je met je kritische blik en enthousiasme de ontwikkeling van het magazine, samen met de rest van de redactie, verder op gaat pakken. Heel veel plezier en succes! Carina Bethlehem, hoofdredacteur De Jonge Specialist
2
• inhoudsopgave •
7
8
12
Interview Rudi Westendorp
European Junior Doctors
Laat de jonkies onze oudjes niet behandelen
Wie gaat wat doen in de gezondheidszorg
Crew Resource Management
WERkGRoEP ZoRG 2025 PRESEnTEERT: CoaChing - who CaReS? op Blue Monday, de donkerste dag van het jaar, lieten jonge zorgprofessionals hun licht schijnen op de toekomst van de zorgverlener-patiëntrelatie. De werkgroep Zorg 2025 presenteerde tijdens een avondsymposium op 19 januari haar visiedocument Coaching - who cares? Daarmee werd een vervolg gegeven aan het visiestuk Coach, Cure & Care 2025 dat zij in 2013 aan minister Schippers aanboden. De werkgroep Zorg 2025 bestaat uit verschillende jonge zorgprofessionals in opleiding: medisch specialisten, klinisch chemici, huisartsen, sportartsen, sociaal geneeskundigen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen verstandelijk gehandicapten en ziekenhuis- en openbare apothekers. In het visiedocument Coach, Cure & Care 2025 schetsten zij een toekomstbeeld waarin zorgverleners actief samenwerken om kwalitatief hoogwaardige zorg te bewerkstelligen waarin de patiënt centraal staat. In de nieuwe visie fungeert de zorgverlener als coach voor de patiënt. Beide documenten kun je vinden op onze website www.dejongespecialist.nl. Wil je contact met de werkgroep? Mail dan naar
[email protected]. De Jonge Specialist - maart/april 2015
3
• inhoudsopgave •
Inhoud
18 Gedichtenbundel Morgenstof
oogopslag
4
Laat de jonkies onze oudjes niet behandelen
6
Wie gaat wat doen in de gezondheidszorg?
8
Column Menno de Bree: over liefde en zelfzorg
10
Mariëlle van Meel
11
Crew Resource Management
12
Buiten dokter
14 ‘BEGIN NIET MET DE CHECKLIST, EEN ONDERZOEK START JE OOK NIET MET DE CONCLUSIE’
Moet ik naar de dokter app
15
Dokteren in België
16
Buiten dokter
18
Juridisch advies voor aios: oRT, fusies en harmonisatie
20
Tijd voor aandacht
22
Column: De co-assistent
24
Rubrieken legenda Oogopslag Opleiding Toekomst & Innovatie In consult Gezondheid Buitenland Vrije tijd Geneeskunst
4
• oogopslag •
oogopslag itjes
Kort nieuws en fe
01 European Junior Doctors unanimously agree we experience increased non-medical workload
5 tips om de werksfeer met je collega’s te verbeteren:
Tweet: @ejdpwg @jongespecialist @LADactueel
1. 2. 3. 4. 5.
02
Ga samen lunchen Drink na de vrijdagmiddag-overdracht met het hele team een borrel Samen sporten na het werk Check voor je naar huis gaat of je elkaar nog kunt helpen Regelmatig even met je collega’s naar de kroeg
Even voorstellen
Claire Nolte, bestuurslid macrobelangen met o.a. jonge klaren dossier en commissie kaljouw. Derdejaars aios Anesthesiologie, Academisch Medisch Centrum (AMC). “Een kwalitatief hoogstaande opleiding, met goede arbeidsvoorwaarden en een fatsoenlijk perspectief op de arbeidsmarkt.”
Thomas Schok, eerstejaars aios Chirurgie, VieCuri Medisch Centrum. “Als nooit tevoren is de zorg onderhevig aan veranderingen. De visie van de huidige generatie aios - en daarmee toekomstig medisch specialisten - is daarbij onontbeerlijk. Daarom is mijn portefeuille toekomst & innovatie. De grote uitdagingen die ons te wachten staan, ga ik graag aan en daarbij heeft de stem van de aios mijn hoogste prioriteit.”
Davy Sudiono, vierdejaars aios Radiologie, MCHaaglanden. “Mijn portefeuille is communicatie en PR. Met doeltreffende PR hoop ik jullie te interesseren, te activeren en te informeren. Als groep zijn wij niet te negeren!”
De Jonge Specialist - maart/april 2015
Fleur van den Heijkant, tweedejaars aios Urologie, Catharina ziekenhuis Eindhoven. “Ik ben gedreven om problemen te signaleren en oplossingen aan te dragen bij de juiste personen. op die manier kunnen we zowel onze opleiding, als onze toekomst als medisch specialist verbeteren. Mijn portefeuille is macrobelangen en ik ga me met name bezig houden met onze CAo’s.”
5
• oogopslag •
03 Afscheid De afgelopen maanden hebben vier bestuursleden afscheid genomen van De Jonge Specialist. Bas Hammer, radioloog in opleiding, was eerst actief in het bestuur van De Jonge orde en later bij De Jonge Specialist. De afgelopen jaren heeft Bas zich als secretaris van het bestuur onder andere ingezet voor de jonge klaren problematiek, CAo's en professionalisering van de Raad Juniorverenigingen als voorzitter van de RJV. Jenneke Kramer, uroloog in opleiding, startte in 2012 als bestuurslid van De Jonge orde. De portefeuille kwaliteit was in handen van Jenneke, waar ook de organisatie van de Aiosdagen deel van uitmaakten. Zij was hoofdverantwoordelijk voor de organisatie van de succesvolle AIoS Upgrade in 2014.
04 Selectie aan de poort van de studie geneeskunde: efficiënt of niet? In een recente studie in Medical Education (2014;48:1201-10) doen nienke Schripsema en coauteurs verslag van de verschillen in prestaties van 1.055 geneeskundestudenten (69% vrouw) op basis van de toelatingsmethode tot de Groningse geneeskundestudie. Zij concluderen dat decentrale selectie een goede methode is om studenten te selecteren met goede niet-academische vaardigheden, bijvoorbeeld professionaliteit, vanwege de grote nadruk op ethische en interpersoonlijke screening in de procedure.
Charlotte de Bruin, internist in opleiding, kwam in 2011 bij de LVAG. naast vertegenwoordiging van de aios binnen de RGS, heeft Charlotte het magazine AIoS onder haar hoede gehad, dat inmiddels omgedoopt is tot De Jonge Specialist.
In de studie worden drie groepen studenten vergeleken: 1) direct toegelaten studenten op basis van een eindexamencijfer van 8 of hoger; 2) studenten die via decentrale selectie zijn toegelaten; en 3) studenten die via de loting zijn toegelaten, al dan niet na mee te hebben gedaan aan de decentrale selectie.
Marjolein Kremers, internist in opleiding, is in 2012 lid geworden van het bestuur van De Jonge orde. Als penningmeester heeft zij de financiën van de vereniging nauwlettend in de gaten gehouden. Daarnaast heeft ze de portefeuille communicatie en PR geleid en heeft zij samen met Bas het jonge klaren dossier opgepakt.
De groep studenten met het hoogste eindexamencijfer scoorde in de eerste twee jaar hoger op de kennistoetsen en het aantal studiepunten. Deze verschillen tussen de groepen waren in het derde studiejaar verdwenen.
We willen hen hartelijk bedanken voor hun inzet bij de LVAG en De Jonge orde en hun inspanningen in het eerste jaar van De Jonge Specialist.
Uitkomstmaten waren de scores op kennistoetsen, het aantal studiepunten, scores op professionaliteit en drop-out in de eerste drie jaren van de studie.
ook op professionaliteit is de excellente middelbare scholier degene met de hoogste score, gevolgd door de decentrale selectie-groep. opvallend was dat de decentrale selectie-groep hoger scoorde op professionaliteit dan de lotinggroep. Drop-out verschilde niet tussen de drie groepen. De auteurs concluderen dat een hoger eindexamencijfer de beste voorspeller is voor studieresultaten, maar dat de decentrale selectie een goede graadmeter is voor het identificeren van niet-academische vaardigheden. Christina Fuller
6
• toekomst & innovatie •
Laat de jonkies onze oudjes niet behandelen! Hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp pleit voor de terugkeer van het generalisme in de geneeskunde. Laat alle aios minimaal één stagejaar interne geneeskunde en één stagejaar chirurgie lopen. Dan kunnen specialisten veelvoorkomende co-morbiditeit zelf behandelen in plaats van door te verwijzen. Ook zouden artsen pas na jarenlange ervaring geschikt zijn om de multimorbiditeit van de oudere patiënt het hoofd te kunnen bieden.
Auteur Anouck Visscher, tot aan de zomer van 2014 redacteur van De Jonge Specialist
Rudi Westendorp is hoogleraar ouderengeneeskunde in Leiden en directeur van de Leyden academy on Vitality and ageing. Hij is auteur van het succesvolle boek oud worden zonder het te zijn, wat zowel de aandacht trok van het algemene publiek als van collega medici. De visie van Westendorp op de oudere mens is verfrissend: we worden steeds gezonder ouder, maar benutten onze ‘derde helft’ in sociaal-maatschappelijk opzicht minimaal. Westendorp: “Is het nog denkbaar dat er in nederland een 68-jarige premier op zal staan? Welnee! ouderen hebben hun plaats in onze maatschappij afgestaan. Ze zijn gemarginaliseerd geraakt toen ze en masse op hun 58ste met prepensioen gingen en al rentenierend hun laatste jaren sleten. Daardoor kon de heersende jeugdcultuur zich nog steviger vestigen.” Westendorp verwerpt de verheerlijking van de jeugd, van een rimpelloze huid, blinkend witte tanden en strakke lijven. “Eronder zit angst voor de dood en de angst voor aftakeling”, zegt hij, “oude, uitgezakte lijven herinneren ons aan het naderende einde en dat willen we liever niet zien.”
onderlinge kleur omdat oestrogeen en testosteron iedereen naar een partner drijven, de kinderwens aanwakkeren en de voortplanting tot het voornaamste doel stellen. Het is een voorprogrammering van ons brein. Het wordt pas interessant als dit programma zo tegen je 45e op zijn einde loopt. Je wordt dan niet meer gestuurd door de voortplantingsdrang, er is geen vooraf gesteld doel meer. Personen rijpen uit, met grote individuele verschillen. En omdat we nu 80, 90 of 100 jaar oud worden, hebben we nog tientallen jaren om een sociaal-maatschappelijke bijdrage te leveren, passend bij die gevonden identiteit.”
Identiteit komt met de jaren
Overgewicht geen risico meer
Als personen worden we pas echt interessant na ons veertigste levensjaar, als we verlost zijn van onze hormonaal gestuurde keuzevoering. Westendorp: “De periode tussen ons twintigste en veertigste jaar wordt bepaald door wat Darwin selection of the fittest noemde. In die levensfase ontbreekt het aan
nog een les van Westendorp: diagnostische wetmatigheden die voor volwassenen opgaan, gelden over het algemeen niet meer voor 70plussers. Ten gevolge van het verouderingsproces vindt rond de zeventig jaar een omslagpunt plaats in het interpreteren van symptomen: ”overgewicht is dan geen risico
De Jonge Specialist - maart/april 2015
‘DE JONGSTE BEDIENDE VOOR DE MEEST COMPLEXE PROBLEMATIEK IS ONETHISCH’
7
FOTO: DORINDE MAAS
• toekomst & innovatie •
‘WESTENDORP, 55 JAAR, IS PAS NET AAN ZIJN TWEEDE CARRIÈRE BEGONNEN’ meer, laag cholesterol is juist een risicofactor en de bloeddruk kun je beter aan de hoge kant houden.” naast interpretatie van symptomatologie verschillen bij ouderen ook de fenotypes van ziekten ten opzichte van de volwassenenpopulatie. Er dreigt dus behandeling op onjuiste gronden, maar ook onderbehandeling.
Jongste bediende Een passende behandeling voor ouderen heeft volgens Westendorp ook veel te maken met de leeftijd van de dokter die aan het bed van deze patiënt staat: “Het feit dat we nu op de SEH of op zaal de jongste bediende op de meest complexe problematiek afsturen is onethisch. De ruimte om te manoeuvreren is minimaal, de tolerantiegrens bij ouderen met multiproblematiek is klein en de impact van kleine fouten groot. Zet a(n)ios en jonge klaren daarom op jongere patiënten, dan is de kans op fatale complicaties het kleinst.” Westendorp beseft dat een dergelijk beleid vraagt om het omgooien van de huidige
opleidingsstructuur. “Er zal een algemene, brede vooropleiding moeten komen van minimaal drie jaar, inclusief een stagejaar interne geneeskunde, stagejaar chirurgie en een jaar algemeen medisch professionele vorming. Daarna begin je met je specialisatie. Een lange opleiding? We worden toch ook allemaal 100 deze dagen? nou dan, tijd zat!”
Eigen puin ruimen Als iedere specialist in enige mate internistisch en chirurgisch onderlegd zou zijn, hoeven ze hun patiënten ook niet meer te verwijzen naar collega’s. Westendorp vindt het van de zotte dat specialisten patiënten doorsturen die co-morbiditeit oplopen door de medicijnen die door henzelf voorgeschreven worden: “Als je als specialist pillen durft voor te schrijven die bijvoorbeeld de bloeddruk verhogen, ruim dan ook je eigen puin op.” Daarbij zou het financieel ook schelen, als pa-
tiënten niet bij vier of vijf verschillende specialisten lopen die langs elkaar heen werken en mogelijke dubbeldiagnostiek doen.
Tweede carrière Intussen is Westendorp met zijn 55 jaar het werken nog lang niet moe: “ik ben pas net aan mijn tweede carrière begonnen. Ik ben nu volwassen, heb een idee van het instrumentarium van het leven, ik raak over mijn autisme heen en de scherpe kantjes zijn er wat afgevijld door de levenswandel.” Hij is voornemens nog een jaar of dertig door te werken: “Je moet wel een reden hebben om ’s morgens je bed uit te komen, want als je dat niet doet, word je somber en zit je zo bij de psychiater...” En dat moet je niet willen natuurlijk. Dit artikel werd eerder en in uitgebreidere vorm online gepubliceerd op de website van ‘De Jonge Psychiater’.
‘OUDE, UITGEZAKTE LIJVEN HERINNEREN ONS AAN HET NADERENDE EINDE’
8
• toekomst & innovatie •
Wie gaat wat doen in de gezond Op 17 en 18 januari verwelkomde het bestuur van De Jonge Specialist de European Junior Doctors (EJD) in Amsterdam. In het kader van elkaars perspectieven exploreren, werd gezamenlijk een workshop georganiseerd over taakherschikking. Sprekers uit binnen- en buitenland legden de basis voor een debat over de vermeende voordelen en gevreesde risico’s. Hier volgt een overzicht van deze discussie met een internationale melange.
Achtergrond Als medisch specialist heb je regelmatig taken die voorspelbaar en routinematig zijn. Door taakherschikking worden deze taken verschoven naar hiervoor speciaal opgeleide andere beroepsbeoefenaren. De voornaamste redenen voor de invoering van taakherschikking zijn het tekort aan gekwalificeerd personeel en de behoefte aan kostenbesparing, zoals de verschuiving van de
tweede naar de eerste lijn. De drie meest voorkomende beroepsgroepen waar taken vanuit de medisch specialist naar toe worden geschoven zijn physician assistants, verpleegkundig specialisten en andere artsen. Het standpunt van de knMG is dat taakherschikking belangrijke voordelen voor de patiënt heeft, maar ook dat het de verantDe Jonge Specialist - maart/april 2015
woordelijkheid van artsen is eventuele risico’s door taakherschikking te beperken. Taakherschikking klinkt voor sommigen als een geschenk uit de hemel, maar voor anderen als een paard van Troje. De arena voor een debat is dan ook snel geopend.
Kwaliteit van zorg De workshop werd geopend door oud DJSbestuurslid niene Peek. Zij presenteerde de resultaten van een enquête over taakherschikking uitgevoerd in 2013 onder Europese Landen. De resultaten laten zien dat in landen waar taakherschikking plaatsvindt, de werklast van artsen overwegend afneemt en de kwaliteit van zorg stijgt. Dit past bij bevindingen in de Verenigde Staten waar physician assistants zich tot een zeer gerespecteerd beroep hebben gevormd en een nijpend tekort aan artsen opvullen. Deze nieuwe beroepsgroep kan meer tijd aan de patiënt besteden, waardoor de patiënt meer zorg krijgt voor minder kosten. In nederland is er op dit moment bij verschillende specialismen juist een overschot aan artsen, zodat het risico bestaat dat taakherschikking leidt tot een dalende behoefte aan specialisten. Hierbij blijft het uitgangspunt dat taakherschikking doorgezet moet worden als het de zorg goedkoper maakt en de kwaliteit behouden blijft of stijgt.
9
• toekomst & innovatie •
Auteurs Alexej Kuiper en Chella van der Post, bestuursleden De Jonge Specialist
heidszorg? ‘DE PHYSICIAN ASSISTANT KAN MEER TIJD AAN DE PATIËNT BESTEDEN, WAARDOOR DE PATIËNT MEER ZORG KRIJGT VOOR MINDER KOSTEN’ Financieel Vanuit het publiek werd gevraagd of taakherschikking in nederland echt tot kostenreductie leidt. De cijfers zijn daar verdeeld over. Belinda van de Lagemaat van de Federatie Medisch Specialisten, lichtte in haar presentatie toe dat, om het tot een financieel succes te maken, de nederlandse regering per januari 2015 een verandering heeft doorgevoerd in de financieringsstructuur. Tot voor kort moest een patiënt eerst contact hebben met een arts voordat een behandeling gestart kon worden. Sinds januari 2015 is het wettelijk mogelijk dat een aantal andere zorgprofessionals het eerste behandelcontact heeft met een patiënt. Dit scheelt in de kosten. kostenefficiënte ziekenhuizen die hierop insteken, zullen voor zorgverzekeraars aantrekkelijker zijn om zorg van in te kopen. Dit is onderdeel van het overheidsbeleid om zorgverzekeraars meer invloed te geven in een poging de stijgende zorgkosten te reduceren.
van het UEMS (European Union of Medical Specialists). Enerzijds omdat taken niet of nauwelijks meer aangeleerd worden, anderzijds omdat vaardigheden niet onderhouden worden. De term ‘taakherschikking’ zou daarom gebruikt moeten worden voor taken die volledig herschikt zijn, waarbij de zorg bij
een andere beroepsgroep terecht is gekomen die daar ook (eind-)verantwoordelijk voor is. Indien taken zowel door artsen als door bijvoorbeeld physician assistants worden uitgevoerd gaat het niet om taakherschikking, maar om taken delen, waarbij in het laatste geval bij meer complexe situaties of complicaties een arts kan worden geraadpleegd voor supervisie. Wanneer een taak volledig herschikt is, is de arts niet meer opgeleid de taak zelf uit te voeren. De vraag is dan of de arts nog wel verantwoordelijk kan dragen, omdat hij bijvoorbeeld niet kan ingrijpen als het mis gaat.
‘TAAKHERSCHIKKING VRAAGT OM HERDEFINIËRING VAN DE VAARDIGHEDEN EN COMPETENTIES VAN DE MEDISCH SPECIALIST’
Het debat werd gevoerd over wat taakherschikking precies is. Taakherschikking is het anders toebedelen van taken en het inzetten van een nieuw type zorgprofessional (bijvoorbeeld een niet-arts die medische taken mag uitvoeren). Door taakherschikking worden vaardigheden uit handen gegeven en raken artsen expertise van deze vaardigheden kwijt legde Reinhard Griebenow uit, vicevoorzitter van de sectie cardiologie
FOTO: DAVY SUDIONO
Verlies van vaardigheden
10
• toekomst & innovatie •
• gezondheid •
column
Over liefde
en zelfzorg
‘PHYSICIAN ASSISTANTS EN VERPLEEGKUNDIG SPECIALISTEN WERKEN NIET ONDER SUPERVISIE EN EINDVERANTWOORDELIJKHEID VAN EEN MEDISCH SPECIALIST IN NEDERLAND’ Dr. Antoinette de Bont, onderzoeker van de Erasmus Universiteit Rotterdam, liet zien dat verschillende overheden de vragen rondom verantwoordelijkheid en supervisie proberen te tackelen. In nederland vertelt het juridisch kader dat nieuwe beroepen als physician assistants en verpleegkundig specialisten, niet werken onder supervisie en eindverantwoordelijkheid van een medisch specialist. Zij hebben namelijk een onafhankelijke positie en eigen verantwoordelijkheid tot handelen gekregen. Voorschrijven van medicatie door een verpleegkundig specialist is daarvan een voorbeeld.
Consensus Het publiek was het eens over het feit dat taakherschikking resulteert in meer personen die zorg verlenen aan de patiënt, wat kan leiden tot meer fouten en kosten. Casemanagers die de zorgcoördinatie c.q. regie overnemen van de medisch specialist lijken hierin een goede rol te kunnen spelen. Succesvolle taakherschikking vergt goede samenwerking en meer coördinatie van zorg. Alleen dan kan het verschuiven van taken leiden tot meer tijd voor de medisch specialist om complexe procedures uit te voeren en meer aandacht voor de patiënt waarmee de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg wordt bevordert. Elk specialisme dient een afweging te maken wat haar basisvaardigheden zijn en welke taken herschikt kunnen worden
zonder dat het de basis van het specialisme aantast. Enkele vragen bleven onbeantwoord: wie draagt de eindverantwoordelijkheid? Is het mogelijk om evrantwoordelijkheid voor een taak te dragen die jij zelf niet kunt uitvoeren? Het is ook niet duidelijk of taakherschikking leidt tot kostenreductie of dat het leidt tot meer zorg voor de dezelfde kosten. om antwoord te geven op deze vragen lijken vier thema’s belangrijk: opleiding, samenwerkende beroepsgroepen, onderzoek en georganiseerde zorg in een netwerk rondom de patiënt. Echter als effect uitblijft, hoeveel zal het dan kosten om de herschikking van taken terug te draaien? Er ligt een uitdaging voor ons allen om de herinrichting van taken te gebruiken voor een grote schoonmaak en herdefiniëring van de vaardigheden en competenties van de medisch specialist.
Hoewel de liefde voor je lief van een andere aard is dan de liefde voor je vak, zijn er interessante parallellen. Zo is liefde tegelijkertijd voorwaarde en gevolg: doordat je van je partner of je werk houdt, gaan de dingen ook goed – en als de dingen goed gaan, verdiept dat weer de liefde. Een andere parallel: zowel in werk als in liefde geldt dat veel relaties geen stand houden. In de zorg lijkt dit samen te hangen met structurele cultuur- en systeemkwesties. De burn-out cijfers liegen er niet om. Voorkomen is beter dan genezen, zei mijn huisdokter altijd. Als werken in de zorg niet per definitie gezond is, dan moet dat aanleiding zijn voor preventieve zorg – zelfzorg, wel te verstaan. En dan moet je als aios die zelfzorgstrategieën niet zelf uitdokteren (want dat kun je niet – de problematiek is te complex), maar expliciet aangeleerd krijgen. Zelfzorg voor dokters – een nieuw vak, dat, zo voorspel ik, binnen tien jaar onderdeel zal zijn van jullie opleiding. Ingrediënten zijn zingeving, reflectie en technieken om in vorm te blijven. Interessante paradox: een aios die langer gezond blijft, kan nog efficiënter worden uitgebuit.
Menno de Bree Menno de Bree is filosoof en doceert ethiek aan het UMCg. hij schrijft op persoonlijke titel.
[email protected]
De Jonge Specialist - maart/april 2015
11
• genees.kunst •
Mariëlle van Meel (1969)
Mariëlle van Meel liep op haar 22ste in Turkije een hepatitis B infectie op met als gevolg acuut leverfalen. Wat volgde was een dubbele levertransplantatie, omdat de eerste lever te groot bleek. De ene week kerngezond, de andere week getransplanteerd: een heel nieuw leven. Na de transplantatie is haar leven in het teken van orgaandonatie komen te staan; ze volgde een opleiding aan de kunstacademie en als vanzelf kwam haar kunst in het teken van orgaandonatie en de kwetsbaarheid van het leven te staan. Dit is onder andere te zien in haar werk ‘levenstekens’, waarin zij honderd mensen die een orgaantransplantatie hebben ondergaan op de huid in alle intimiteit heeft gefotografeerd (www.donorkunst.nl). Haar werk is een eerbetoon aan het leven, de wetenschap en de donor. Naast haar kunstwerken geeft Van Meel voorlichting over transplantatie en zet zij zich in voor een bewuste keuze voor het Donorregister.
Auteur Christina Fuller, redactielid De Jonge Specialist en aios KNO in het Medisch Centrum Leeuwarden
www.donorkunst.nl
12
• opleiding • Waar mensen werken worden fouten gemaakt. Dit gezegde kennen we allemaal, maar is het maken van fouten als er mensenlevens mee gemoeid gaan wel acceptabel? In 1999 verscheen het Amerikaanse rapport To err is human: building a safer health system, waarin aandacht is voor afwendbare medische fouten. Het begrip human factors kreeg door de casus van Elaine Bromiley pas echt een gezicht.
Crew Resource Management; een uitstapje naar de luchtvaart ‘PILOTEN DACHTEN IN 1977 DAT EEN CULTUUROMSLAG ONMOGELIJK WAS’
Auteur Carina Bethlehem, hoofdredacteur De Jonge Specialist en aios interne geneeskunde, intensive care, OLVG
De 37-jarige Elaine Bromily overlijdt in 2005 ten gevolge van een complicatie bij een electieve kno-ingreep. na de inleiding lukt het niet een larynxmasker te plaatsen, waarna meerdere onsuccesvolle pogingen gedaan worden tot intubatie met diverse technieken. Uiteindelijk wordt na 35 minuten besloten Elaine wakker te laten worden, ze heeft dan een periode van ruim 20 minuten diepe hypoxie doorgemaakt. Elaine wordt helaas nooit meer wakker, ze overlijdt aan de gevolgen hiervan. Hoe is het mogelijk dat ervaren medisch specialisten in een situatie als deze de controle verliezen en afwijken van het protocol? Waarom raken ze hun besef van tijd en ernst kwijt en horen zij niet wat de verpleegkundigen vanaf de zijlijn aangeven? Martin Bromiley, weduwnaar van Elaine en piloot in de burgerluchtvaart, is op zoek gegaan naar het antwoord. Samengevat is zijn vrouw niet overleden door een gebrek aan vaardigheden,
maar door het disfunctioneren van het team. Artsen worden in hun opleiding nog onvoldoende getraind in Crew Resource Management (CRM). CRM is essentieel om in dergelijke crisissituaties als team te kunnen functioneren. Een team van experts gaat niet vanzelf samenwerken, dit moet getraind worden. In de luchtvaart is hier, naar aanleiding van de vliegramp op Tenerife in 1977, jarenlange ervaring mee. De Jonge Specialist sprak hierover met AnneChristine Dreue, directeur Business Development bij Fokker en jarenlang betrokken geweest bij de opleiding van piloten. “In de luchtvaart blijkt 75% van de ongevallen het gevolg van human factors”, vertelt Anne-Christine. “Direct na de vliegramp op Tenerife, die ook terug was te voeren op human factors, werd de luchtvaart van overheidswege gedwongen om actie te ondernemen. Aanvankelijk leverde
Praktijkvoorbeeld: Reanimatiecompetitie Hoe krijg je mensen zo ver dat ze, naast hun drukke werkzaamheden in de kliniek, multidisciplinair gaan trainen? De reanimatiecompetitie die in het onze Lieve Vrouwe Gasthuis voor de tweede keer werd gehouden is een mooi voorbeeld hoe je mensen samen aan de slag krijgt. De Jonge Specialist sprak hierover met Steven Winkel, IC-verpleegkundige en reanimatiecoördinator.
Tijdens de competie kregen alle teams een scenario voorgeschoteld waarin alle belangrijke aspecten van een reanimatie verwerkt waren. De verrichtingen werden beoordeeld door een vakkundige jury, waarna de beste twee teams het tegen elkaar opnamen in een spannende finale.
De Jonge Specialist - maart/april 2015
13
• opleiding • Benieuwd naar het verhaal van Martin Bromiley? Zoek op youtube.com naar 'Just a Routine operation'.
dit de nodige weerstand op, maar inmiddels is de cultuur omgeslagen en is samenwerken een tweede natuur geworden voor de piloten en hun bemanning.”
Opstartfase In de luchtvaart is de scholing in het beginstadium opgestart door middel van cursussen vanuit de luchtvaartmaatschappijen. Al snel werd de materie ingebed in het curriculum, waardoor piloten vanaf de eerste dag van hun opleiding met human factors te maken krijgen. Dit behelst zowel theoretische vakken als praktische training. Anne-Christine legt uit: “In de hele wereld volgen piloten in opleiding de theoretische vakken 'human performance & Limitations' en 'Communicatie'. Het eerste vak omvat, naast psychologische achtergrond over persoonlijkheden, onder andere de onderdelen Crew Resource Management en Crew coordination.” Gedurende de hele opleiding wordt er naast theorieles ook praktijktraining gegeven. Eerst in het leslokaal, daarna in de vliegsimulator. ook tijdens de vluchten blijft er altijd aandacht voor de basisprincipes veiligheid en samenwerken. Hierdoor ontstaat er bewustwording en wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van de werkethiek. “Een piloot blijft altijd piloot, ook tijdens de afwas en het boodschappen doen.”
Simulatietrainingen De kracht van het oefenen in de simulator is dat er eindeloos herhaald kan worden. Trainen van de in theorie geleerde kennis is en blijft het allerbelangrijkste. Het voordeel van een simulator is dat je noodgevallen veilig kunt trainen, daarnaast kan de instructeur de simulatie stoppen als een piloot in de valkuil stapt om 'solo te gaan vliegen'. “Samen ben je beter”, zegt Anne-Christine, “de processen in een vliegtuig zijn veel te ingewikkeld om alleen te overzien. De kracht van onze aandacht voor human factors zit in de standaardisatie van processen, waarbij iedereen ter wereld de dingen hetzelfde doet, en de nadruk voornamelijk op de communicatie ligt. Door hier in de opleiding het accent op te leggen en te blijven evalueren wordt de luchtvaart nog steeds veiliger.” Zoals iedere arts-assistent weet is elkaar aanspreken op (dreigende) fouten een kunst op zich.
Steven vertelt: “De reanimatiecompetitie is opgericht om het reanimeren en de reanimatiecommissie op de kaart te zetten. De afgelopen jaren zijn er een aantal dingen veranderd binnen de commissie, zo zijn er bijvoorbeeld twee nieuwe reanimatiecoördinatoren, mijn collega Sanne Blom en ik.”
ook piloten moeten dit leren. Anne-Christine: “Het allerbelangrijkste is dat er een cultuur heerst waarin het normaal is elkaar aan te spreken. Je doet dit niet om elkaar te beschuldigen, je probeert elkaar juist te helpen. Dit is niet alleen in het belang van je eigen veiligheid, maar ook voor die van de 400 passagiers achterin het vliegtuig. ook dit aspect van het werk wordt getraind, waarbij teruggegrepen wordt op de gestandaardiseerde communicatie. op deze manier kun je leren overwicht te krijgen in een dergelijke situatie.”
Het grote succes van de reanimatiecompetitie is te verklaren door meerdere factoren. “Het leeft enorm in het ziekenhuis. Dit jaar deden maar liefst negen teams mee aan de competitie, zij hebben hiervoor maanden fanatiek getraind onder leiding van enthousiaste instructeurs. Alle teams waren ontzettend gedreven om de beste te worden! Dit jaar hebben we het publiek ook meer
14
• opleiding •
Misschien herken je het wel: een collega is naar een cursus geweest over CRM en begint na haar terugkomst enthousiast met het opstellen van allerlei (onhandige) checklists. Waar onze focus op checklists vandaan komt is onduidelijk voor Anne-Christine. “Dit is een bekend misverstand, maar hier gaat het helemaal niet om! Het belangrijkste is het grondig onder de loep nemen van je werkprocessen: als je dit in beeld hebt, kun je de risico's analyseren en een procedure manual schrijven. Deze procedure wordt multidisciplinair besproken en getraind. Pas als dit hele proces is afgerond volgt de checklist, als een samenvatting van het proces ervoor. Beginnen bij het schrijven van een checklist doet de achterliggende gedachte teniet, bij het doen van wetenschappelijk onderzoek begin je toch ook niet met de conclusie?” Hoewel het misschien vanzelfsprekend lijkt, moeten checklists regelmatig geëvalueerd worden. “Processen veranderen en maken daardoor nieuwe analyses noodzakelijk. Inclusief de bijbehorende aanpassing van de procedure, multidisciplinaire bespreking en training en uiteindelijk het aanpassen van de checklist”, aldus Anne-Christine.
Foto: Audiovisuele dienst OLVG
Checklists...
‘EEN PILOOT BLIJFT ALTIJD EEN PILOOT, OOK TIJDENS HET BOODSCHAPPEN DOEN’
Waar te beginnen? Mentaliteitsverandering en cultuuromslag, het lijkt een enorm karwei. Toch liep het opleidingssysteem in de luchtvaart binnen tien jaar vloeiend. Resultaat is er dan ook: in een tijdsbestek van minder dan twintig jaar is het aantal ongevallen van 1,9 naar 0,7 per miljoen vluchten gedaald. “Het belangrijkste is dat de scholing vanaf de eerste dag in de opleiding wordt geïmplementeerd. Het is zonde van tijd en geld als iedereen in zijn eigen ziekenhuis het wiel opnieuw uit gaat vinden. Hier ligt een belangrijke taak voor de overheid en de medische faculteiten. human performance moet in het curriculum net zo'n
belangrijke plaats krijgen als het vak communicatie,” besluit Anne-Christine. Toch hoeven wij, als aios, geen verloren generatie te zijn. Hoewel we onze kennis zullen moeten vergaren door middel van cursussen, maakt openstaan voor veranderingen in onze werkprocessen al het begin van een verschil. En voor de sceptici onder ons, in 1977 dachten de piloten ook dat deze maatregelen en cultuuromslag in hun werk niet mogelijk waren...
bij de wedstrijd betrokken. Ieder team kreeg na afloop van het scenario een tip en een top, zodat het publiek ook van de scenario's leerde. Daarnaast werd er regelmatig een vraag aan het publiek gesteld waarop geantwoord kon worden met een stemkastje. Aansluitend werd hierop een korte toelichting gegeven.”
Meer weten over onderstaand praktijkvoorbeeld? Stuur een mail naar
[email protected].
verbeteren. “Een goede kwaliteit van de Basic Life Support en werkplekmanagement zijn ontzettend belangrijk voor het slagen van een reanimatie. Dit zijn onderdelen waarmee tijdens de competitie veel punten kunnen worden verdiend,” legt Steven uit. “ook leren verpleegkundigen wat ze kunnen doen op het moment dat het reanimatieteam ter plaatse komt.”
Door middel van de competitie wil de reanimatiecommissie reanimeren in het hele ziekenhuis onder de aandacht brengen en hopen ze de opstart van reanimaties op de verpleegafdelingen te
De Jonge Specialist - maart/april 2015
15
• gezondheid •
Hardnekkige huiduitslag of een kind met koorts. Iedereen twijfelt wel eens of een bezoek aan de huisarts nodig is. Vaak neemt men dan het zekere voor het onzekere en belt of gaat toch. Met de app ‘Moet ik naar de dokter?’ kunnen mensen zelf beoordelen óf en zo ja, wanneer het nodig is een huisarts te raadplegen.
Komt een patiënt bij de app-dokter
Beste medische app Twee jaar geleden won ‘Moet ik naar de dokter?’ de Health app award 2013 voor de beste app in de zorg. De Huisartsenpost
Auteur Daniël Dresden, redacteur De Jonge Specialist, arts, medisch bioloog en wetenschapsjournalist
Publieksprijs ‘Moet ik naar de dokter?’ wist ook de publieksprijs in de wacht te slepen. Gert-Jo van Doornik, directeur van Huisartsenpost Apeldoorn, is blij met de erkenning, zo is te lezen op de site: “We hebben alles op alles gezet om een app te ontwikkelen die mensen op verantwoorde wijze helpt bij het maken van de juiste afweging en op die manier de weg vrijmaakt voor een betere beheersing van de zorgkosten. Het is geweldig om te zien dat dit nu in de praktijk ook zo wordt ervaren.” bron: http://www.moetiknaardedokter.nl/
© ILONA DEKKERS
De app geeft aan wat men zelf kan doen om de klachten te verlichten en in welke gevallen men alsnog de dokter moet bellen. Men krijgt een deskundig en eerlijk advies en is zo verzekerd van de beste zorg, op het juiste moment door de juiste zorgverlener.
Apeldoorn is de bedenker van deze ‘zelfhulp-app’. De Health app award is voor het eerst uitgereikt in 2012 en is een initiatief van Artsennet en MedicalPHIT. Vorig jaar kreeg de app ‘Constamed Pro’ de health app award 2014 voor beste medische app voor zorgverleners. Voor patiënten werd de EHBo-app beloond met een award. Met de app ‘Moet ik naar de dokter?’ kunnen mensen zelf beoordelen of het nodig is om de huisarts te raadplegen. Mensen krijgen tips om klachten te verlichten en advies over wanneer ze alsnog de dokter moeten bellen. De app speelt hiermee in op het maatschappelijke vraagstuk rondom de stijgende zorgkosten en de hang naar meer transparantie in de zorg. Dit is volgens de bedenkers van de app een uitkomst, zeker omdat veel patiënten de doktersadviezen niet opvolgen vanwege geldgebrek.
16
• buitenland •
Dokteren in België: hoe anders zo dichtbij AIOS in het buitenland
Saskia Bulk, voormalig redacteur en columnist van De Jonge Specialist en klinisch geneticus, werkt sinds december 2012 als specialist in Luik, België. Ze draait haar spreekuren voornamelijk in het Frans en krijgt veel vrijheid om initiatieven te ontplooien. Met haar enthousiasme zet Saskia de klinische genetica in Luik op de kaart.
Saskia vertelt hoe ze in Luik terecht is gekomen: “Toen ik twee en een half jaar geleden de einddatum van mijn specialisatie zag naderen, bleek er in nederland geen enkele vacature voor jonge klinisch genetici te zijn. Via een collega hoorde ik dat ze in het universitair ziekenhuis in Luik op zoek waren naar een klinisch geneticus, waarop ik een mailtje heb gestuurd om kennis te maken. Voor ik het wist was ik aangenomen en inmiddels heb ik een vast contract. Vreemd genoeg is België het enige land in Europa waar de klinische genetica geen afzonderlijk specialisme is, dus ik heb wel een wat vreemde positie daar. Mijn directe collega’s zijn voornamelijk internisten, kinderartsen en gynaecologen die zich in de genetica hebben gespecialiseerd.” “Het klinische werk is daar toch wel anders dan ik gewend was van mijn opleiding in Utrecht. In eerste instantie komt dat natuurlijk door de taal. ongeveer tachtig procent van mijn consulten gaat in het Frans, tien procent in het Duits en de rest in allerlei verschillende
talen, maar bijna nooit in het nederlands. natuurlijk is dat vermoeiend en als ik een hele dag poli heb, ben ik aan het eind wel gaar, maar het went snel en patiënten vinden het geen probleem als ik af en toe een grammaticaal foutje maak. Toch is het grootste verschil de cultuur. Waar ik in nederland gewend was samen met de patiënt een plan te maken, krijg ik hier vooral een glazige blik als ik een 'meerkeuzen-plan' voorleg. Daarnaast zijn ze hier medisch inhoudelijk minder restrictief dan ik gewend ben. Er wordt veel meer diagnostiek gedaan en de patiënt is echt koning.” over het antwoord op de vraag hoe Luik is als stad is Saskia kort: "Ik woon net over de grens in nederland, omdat mijn man in Utrecht werkt, dus eerlijk gezegd heb ik Luik nog niet ontdekt. Er schijnt wel een mooi klein historisch centrum te zijn. naast het leuke werk met veel meer zelfstandigheid zitten er ook andere voordelen aan werken in België. Zo is het eten er veel en veel beter dan in nederland en
‘WAAR WIJ GEWEND ZIJN DINGEN OPENLIJK TE Auteur Anna Roukens, hoofdredacteur De Jonge Specialist en aios interne geneeskunde, infectieziekten in het LUMC
BESPREKEN LATEN DE BELGEN EEN CONFLICT LIEVER EEN TIJDJE SUDDEREN’ De Jonge Specialist - maart/april 2015
17
• buitenland •
kan zijn IK WORD WEL EENS AANGESPROKEN MET ‘DOKTERES’
bestaat de lunch standaard uit een driegangenmenu in plaats van het Hollandse slappe witte bolletje met het bekertje melk.” “ook de omgang onder collega’s is heel anders dan in nederland. In nederland zijn we gewend dingen openlijk met elkaar te bespreken, hier doen ze dat meer 'via via' en laten ze het conflict sudderen tot het vanzelf een keer aan de oppervlakte komt. Dat is niet echt mijn stijl, maar gelukkig zien ze dat als verfrissend en kunnen ze lachen om mijn directe nederlandse opmerkingen.” op de vraag of Saskia al jonge klaren uit nederland aan het ronselen is, antwoordt ze: “Dat is lastig. Mensen zijn vooral huiverig voor de taal, hoewel dat echt niet de grootste verandering is. Daarnaast is voor mijn collega’s België een lastige keuze, omdat klinische genetica hier geen apart specialisme is. Afgezien daarvan kan ik het zeker aanbevelen, vanwege de vrijheid en zelfstandigheid die je hier krijgt.”
Emigratiebeurs Ben je bijna klaar met je opleiding en op zoek naar een baan als medisch specialist in het buitenland? op 7 en 8 februari vond de ‘Emigratiebeurs’ plaats in Houten, waar ziekenhuizen uit de hele wereld, maar vooral Scandinavië, banen aanboden aan medisch specialisten, verpleegkundigen en andere zorgverleners. kijk voor meer informatie op www.emigratiebeurs.nl. Steeds meer jonge klaren tonen interesse in de Emigratiebeurs, omdat ze in nederland geen werk als medisch specialist kunnen vinden. Marjolein kremers, oudbestuurslid van De Jonge Specialist was hierover te zien op het noS journaal van 7 februari j.l.
zie ook: www.dejongespecialist.nl
18
• vrije tijd •
Buiten dokter Illu
str
ati
es:
Ma
rlo
es
Bo
me
rs
Een baan als aios gaat je niet in de koude kleren zitten. Het kost een bak energie, tijd en inzet, en gaat hiermee voor velen ten koste van vrijetijdsbesteding en sociale activiteiten. Grote verantwoordelijkheden en hoge verwachtingen zijn dagelijkse kost voor een specialist in opleiding. Om bevlogen en energiek je vak uit te oefenen is het, naast voldoende rust nemen, belangrijk om op te kunnen gaan in iets anders dan het medische werk.
Een mooi voornemen; schrijven over mijn passie buiten het aios-zijn. Maar is er eigenlijk wel ruimte voor iets naast je opleiding? Je bent bevoorrecht als het gelukt is om überhaupt in opleiding te komen en het is bekend dat veel van je vrije tijd en sociale leven zal worden opgeslokt door die begeerde aiosbaan.
Gelukkig of onverschillig Toch is het gezond om bezigheden te hebben buiten je werk in het ziekenhuis. Hobby’s en vrijetijdsbestedingen geven nieuwe energie en maken dat je meer in balans bent als persoon en hiermee ook weerbaarder bent in je dagelijkse werk. Daarbij denk ik dat je een gelukkiger mens bent als je passievol leeft. Ik las laatst een indrukwekkend interview¹ met René Gude, filosoof en ‘denker des vaderlands’, dat hij gaf vanaf zijn ernstig ziekbed. Hij stelt dat onverschilligheid een grote vijand is van de mens. “Als je daar eenmaal in belandt en het niet meer kunt opbrengen om oprecht geïnteresseerd te zijn, ben je verloren”, zegt hij.
kenheid te behouden. De maatschappij is weliswaar vol van Mindfulness, zweverige yoga en balanstrainingen, waarin je wordt geleerd vooral ‘je eigen grenzen te bewaken’, zaken uit het verleden ‘een plekje te geven’ en goed op je gevoel af te gaan. klinkt allemaal prachtig, maar ook een tikkeltje hoogdravend en abstract. Daarbij is de realiteit in het ziekenhuis anders en moeten die polipatiënten gewoon gezien worden. (over stress gesproken: bij ons op de poli hangen tegenwoordig borden in de wachtkamer met daarop de eventuele uitlooptijd per spreekuur. Persoonlijk krijg ik daar een beetje een nS-gevoel van met de bijbehorende onrust; ‘Dr. Stortelder heeft vandaag 20 minuten vertraging’, en dat er dan géén bussen ingezet worden.)
Volle poli’s Ik zie dat ook in het ziekenhuis. In een sfeer van jachtigheid waarin het (ook) gaat om productie draaien, ligt het gevaar van vervlakking op de loer en is het moeilijk interesse en echte betrok-
Tropisch avontuur Terug naar de passie. Toen ik in mijn vijfde studiejaar nog altijd niet wist welke specialisatie bij me paste, besloot ik net als veel anderen een co-
‘VEEL VAN JE VRIJE TIJD EN SOCIALE LEVEN Auteur Eva Stortelder, redactie De Jonge Specialist en aios heelkunde in het Rijnstate Ziekenhuis Arnhem
ZAL WORDEN OPGESLOKT DOOR DIE BEGEERDE AIOS-BAAN’ De Jonge Specialist - maart/april 2015
19
• vrije tijd •
schap in het buitenland te doen. Het werd Tanzania. Ik werkte een paar weken samen met een nederlandse tropenarts, die zelfstandig en met boerenverstand veel goed werk verrichtte. Ik vond dat zo mooi en concreet dat ik besloot tropenarts te worden. Een paar jaar later vertrok ik opnieuw naar Afrika, nu voor twee jaar in plaats van zes weken. Ik werd letterlijk een buitendokter, aangezien een groot deel van het ziekenhuis in Malawi geen buitenmuren had, maar alleen een golfplaten dak. De gangen tussen de afdelingen waren helemaal open en ook de polikliniek zag er zo uit. Elke ochtend voor de overdracht werd eerst gezongen door het medisch personeel. Dan kwam van alles voorbij lopen: kippen, geiten, mensen met bossen hout op hun hoofd, zakken rijst op hun fiets of een kind op hun rug. Zo ga je toch heel anders je overdracht in dan hier in nederland, waar ik ‘s ochtends in het donker met een ontbijtje in de auto spring en drie kwartier later balend van de verkeersdrukte het ziekenhuis in hol om me om te kleden. Een dag op de ok hier kan aanvoelen als een dag in een ruimteschip. na een operatie in Malawi was het fijn om meteen weer buiten te staan en te kunnen kijken naar apen in de bomen vol met bloemen, die rond het ziekenhuis stonden. De ziekenhuishygiëniste zal het er vast niet mee eens zijn, maar het werkt fantastisch.
Van buitendokter naar buitendichter Ik vond dat buiten werken zo inspirerend dat ik gedichten ging schrijven. Meestal ’s ochtends voor het werk in het tuinhuis bij mijn artsenwoning. Zo had ik opeens een passie geïntegreerd in mijn dagelijkse werkzaamheden. Eenmaal terug in nederland, waar ik mijn opleiding tot chirurg (ook een wondermooi beroep) ben begonnen, staat het dichten weer op een laag pitje. Ik heb de Malawi-gedichten wel recent kunnen bundelen en een kunstenaar die destijds op visite kwam, heeft schilderijen bij de gedichten gemaakt. Zo is het iets tastbaars geworden waar ik blij mee ben. ‘En hoe combineer je de buitendokter met de nederlandse jachtigheid?’, zul je nu misschien denken. Ik moet bekennen dat ik heb ontdekt dat de weekenddiensten beter te doen zijn als ik halverwege even tien minuten op mijn hoofd sta in de assistentenkamer. In het weekend weet ik zeker dat ik niemand tegenkom en zo is die zweverige yoga ook nog eens geïntegreerd in het ziekenhuisbestaan. ¹ Volkskrant Magazine; ‘interview’; nr. 717; 20 dec. 2014
‘EEN DAG OP DE OPERATIEKAMER HIER KAN AANVOELEN ALS EEN DAG IN EEN RUIMTESCHIP’
MORGENSTOF De groene koortsboom Buigt zich naar me toe Als in het boek Lispelt door z’n mosbaard Dat dromen zijn wat blijft En alle blaadjes ruisen Als de oceaan Van morgenstof Waar ’s nachts nog Vuren strepen trokken Op de berg Als sterren vallen Kan ik wensen wat ik droom
20
• in consult •
Individuele
dienstverlening
Juridisch advies voor aios:
ORT, fusies en harmonisatie In deze rubriek bespreken we een geanonimiseerde casus individuele dienstverlening waarvoor De Jonge Specialist (DJS) juridische bijstand heeft verleend. We bespreken de vragen die aios kunnen hebben over de betaling van de onregelmatigheidstoeslag (ORT), met name als de aios geconfronteerd wordt met een fusie van ziekenhuizen. Hierdoor worden vaak de bestaande arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd. Leden van DJS kunnen gebruik maken van individuele dienstverlening door contact op te nemen met de helpdesk.
Casus
Auteurs Dino Jongsma, jurist arbeidsrecht voor De Jonge Specialist Chella van der Post, vicevoorzitter De Jonge Specialist en aios pathologie, Radboudumc Nijmegen
Aios E. kreeg, net zoals alle andere aios, een vergoedingsregeling onregelmatige dienst. Door haar opleider en de raad van bestuur van het ziekenhuis, werd de aios op de hoogte gebracht van een (bestuurlijke en vervolgens juridische) fusie met een ander ziekenhuis. In het andere ziekenhuis kregen de aios ook een oRT, echter was deze qua vorm en inhoud anders. De oRT werd aangepast conform dit tweede ziekenhuis, nadat dit werd goedgekeurd door de ondernemingsraad (oR). Voor aios E. werd de nieuwe regeling minder aantrekkelijk. Zij vraagt zich af welke regeling geldt en of de werkgever gerechtigd is de oRT aan te passen en te harmoniseren. In deze fase vraagt E. juridisch advies aan De Jonge Specialist en wordt in contact gebracht met één van de arbeidsjuristen, die de aios hierin kunnen bijstaan. De Jonge Specialist - maart/april 2015
21
• in consult •
Achtergrond In een onregelmatige dienst wordt arbeid verricht op onregelmatige tijden conform de geldende arbeids- en rusttijden. In de CAo Ziekenhuizen, waar dit ziekenhuis onder valt, is de oRT geregeld in hoofdstuk 10. In de CAo UMC wordt de toelage onregelmatige dienst in art. 13.5 vermeld. In de CAo GGZ is dit vastgelegd in hoofdstuk 10 B.
Arbeidsvoorwaarden Als twee ziekenhuizen met elkaar fuseren is er veelal een overgangsperiode waarin de bestaande arbeidsvoorwaarden worden gehandhaafd. Het is echter niet zo dat de werkgever twee arbeidsvoorwaardenpakketten lange tijd naast elkaar hanteert. Veelal gaan beide ziekenhuizen aan het werk om de arbeidsvoorwaarden in elkaar te vlechten en tot één geheel te maken. Het spreekt voor zich dat de vakorganisatie en/of ondernemingsraden hierbij betrokken worden.
Nieuwe regeling In deze casus kwam het ziekenhuis/de werkgever van de aios met het voorstel de oRT en de betaling van aanwezigheids- en bereikbaarheidsdiensten conform de CAo Ziekenhuizen te laten lopen. Dit voorstel lijkt redelijk, echter was de oude regeling van de aios ruimer. Het is de werkgever niet toegestaan eenzijdig de arbeidsvoorwaarden aan te passen. In deze casus is de aios geïnformeerd over de nieuwe regeling en zijn uiteindelijk de ruimere arbeidsvoorwaarden met gebruikmaking van een overgangsregeling langzaam afgebouwd. De nieuwe regeling voorziet er in dat binnen de normatieve werkweek van 48 uur, bestaande uit een normale werkweek van 38 uur en 10 uur vanwege opleidingsactiviteiten, de oRT tot uitbetaling komt bij werken op onregelmatige tijden. onder het begrip normatieve werkweek wordt mede verstaan alle opleidingsmomenten gericht op directe patiëntenzorg en alle organisatorische activiteiten die door de werkgever in het belang van de instelling worden geacht. Het aantal uren arbeid verricht tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten (AnW-diensten) telt mee bij het bepalen van de gemiddelde 48-urige werkweek.
‘JURISTEN VAN DE JONGE SPECIALIST KUNNEN JE BIJSTAAN EN ADVIES VERSTREKKEN BIJ VRAAGSTUKKEN OVER ORT, FUSIES EN HARMONISATIE VAN ARBEIDSVOORWAARDEN’
Vergoedingsregeling Voor de uren die de aios buiten de normatieve werkweek van 48 uur werken, wordt een vergoedingsregeling (met andere bedragen dan de oRT vergoeding) arbeid tijdens AnW-diensten uitbetaald. Voor aios E. betekent de nieuwe regeling in haar ziekenhuis, die conform de CAo is, echter een financiële aderlating die gezien de instemming van de oR moeilijk was te voorkomen. De oR is een raad in het ziekenhuis die een wettelijk vastgestelde vorm van medezeggenschap heeft, op tal van zaken invloed kan uitoefenen en die om advies en instemming wordt gevraagd. Een goede belangenbehartiging in de oR is daarom van belang en DJS raadt aios aan hierin lokaal plaats te nemen om op te komen voor hun beroepsbelangen.
Verdere informatie hierover is te vinden op de website www.dejongespecialist.nl. hier is binnenkort ook de folder te vinden over arbeidstijden en de vergoedingsregels voor diensten van aios.
Wil je een reactie geven op deze casus, mail dan naar
[email protected]
22
• gezondheid •
Tijd voor aandacht Hoe houd ik alle ballen in de lucht? Ik vind het een verschrikkelijke zin, maar het vat goed samen wat veel aios bezighoudt. Je wilt een goede dokter, maar ook een goede ouder, partner en vriend(in) zijn. En dan het liefst eentje die nog tijd overhoudt voor sport, hobby’s en ontspanning. Het is namelijk moeilijk een goede dokter te zijn als je zelf niet gezond en gelukkig bent. In de ontwerpversie voor de CanMeds-competenties van 2015 staat dit zelfs expliciet vermeld onder de competentie professionaliteit: niet alleen commitment to patients, society and profession, maar ook commitment to self. Er wordt van ons toewijding aan onszelf verwacht, zodat wij geestelijk en lichamelijk evenwichtig en gezond zijn en daardoor in staat zijn diezelfde toewijding op te brengen voor ons vak en in onze zorg voor anderen. Met die zorg voor vak en patiënten lijkt het op het eerste gezicht wel goed te zitten, maar de zorg voor onszelf is een heikel punt. Wie slaat er nooit een maaltijd over tijdens een hectische dienst? En wie neemt er wel eens vrij na een emotioneel belastende gebeurtenis privé of op het werk? Het hoge percentage aios met burn-out verschijnselen spreekt boekdelen.
‘HET IS MOEILIJK EEN GOEDE DOKTER TE ZIJN ALS JE ZELF NIET GEZOND EN GELUKKIG BENT’
Auteur Berber Piet, redacteur De Jonge Specialist en aios longgeneeskunde in het OLVG
Wees aardig voor jezelf en anderen Als wij proberen beter voor onszelf te zorgen, zoeken de meesten van ons de oplossing in timemanagement workshops of parttime werken. op die manier creëren we meer tijd voor ons privéleven of voor vakinhoudelijke verdieping, waardoor er een betere balans in ons dagelijks leven kan ontstaan. We zijn echter op geen enkel moment bezig onze innerlijke balans te verbeteren. Volgens arts en ervaringsdeskundige Robin Youngson kunnen wij allemaal betere en gelukkigere artsen worden door ons aan een aantal eenvoudige gedrags- en gedachteregels te houden. De kern hiervan is: wees aardig voor jezelf en voor anderen. Robin Youngson is een Britse anesthesist die zijn baan als arts heeft opgegeven om al zijn tijd te besteden aan het bevorderen van menselijkheid in de zorg. Hij heeft daartoe samen met zijn vrouw de organisatie Hearts in Healthcare opgericht. Youngson verwonderde zich tijdens zijn werk over het gebrek aan persoonlijke aandacht en compassie tegenover patiënten, waardoor zij eenzaam,
De Jonge Specialist - maart/april 2015
onzeker en somber werden. Het ziekenhuis herinnerde hem aan de liefdeloze omgeving van de kostschool waar hij als 10-jarige heen werd gestuurd. De meeste medici en verpleegkundigen vinden hun afstandelijke houding professioneel, velen gebruiken het als een copingmechanisme om ziekte en lijden om zich heen te kunnen verdragen. Zij realiseren zich niet wat voor negatieve uitwerking dit heeft op het welzijn van patiënten, maar ook op hun eigen emotionele welzijn. onderzoek toont aan dat juist de meest empatische artsen, die een sterke emotionele band met hun patiënten hebben, het minste risico lopen op een burn-out. Velen van ons willen wel tijd en aandacht aan patiënten schenken, maar vaak sneuvelen de goede intenties door de heersende cultuur en tijdsdruk. We haasten ons door
‘REALISEER JE DAT VRIENDELIJK EN ONVRIENDELIJK GEDRAG EVEN BESMETTELIJK ZIJN!’
23
• gezondheid • Robin Youngson
een aaneenschakeling van oppervlakkige contacten en voelen ons aan het einde van de dag leeg en op. Youngson laat zien dat het ook anders kan. In zijn boek ‘Time to care’ beschrijft hij hoe je een menselijker arts kan worden zonder hier extra tijd aan kwijt te zijn. Volgens hem verspil je door stress juist onbewust veel tijd aan nutteloze gedachten en handelingen.
Mindfulness De eerste stap is liefdevol zijn tegenover jezelf, iets dat artsen met name moeilijk vinden als er dingen fout gaan. In plaats van kritiek te hebben op het eigen handelen en woede of irritatie tegenover jezelf te voelen, kun je na een vervelende gebeurtenis ook jezelf steunen en troosten. Een belangrijke voorwaarde voor zelfcompassie is mindfulness, bewust aanwezig zijn in het hier en nu zónder te oordelen. Dit zorgt voor een bewuste en gebalanceerde kijk op het gebeurde en voorkomt dat we blijven hangen in negatieve gedachten en emoties. Mindfulness blijkt bovendien ons klinisch beoordelingsvermogen en onze technische vaardigheden te verbeteren. Een ander instrument is aangeleerd optimisme. In ons hoofd becommentariëren en interpreteren wij de gebeurtenissen in ons leven voortdurend. Als westerlingen blijken we hier een onrealistisch negatieve toon voor te gebruiken. De Amerikaanse psycholoog Seligman heeft aangetoond dat een optimistische interpretatiestijl een belangrijke voorspeller is voor succes. Door je bewust te worden van je interpretatiestijl en te proberen deze positief te beïnvloeden, word je vanzelf meer ontspannen en positiever, waardoor ook meer lukt. Een leuke illustratie van de kracht van positief en negatief denken is een artikel van Eichstaedt, waarin hij laat zien hoe uitingen van positieve en negatieve emoties op Twitter het vóórkomen van sterfte door hart- en vaatziekte kunnen voorspellen.
‘ONDERZOEK TOONT AAN DAT JUIST DE MEEST EMPATISCHE ARTSEN HET MINSTE RISICO LOPEN OP EEN BURN-OUT’
Karakter Een groot obstakel voor verandering in ons denken en ons doen is onze neiging om gedrag toe te schrijven aan karakter of persoonlijkheid in plaats van aan situationele factoren. Iedereen kent wel een collega die persoonlijke aandacht heeft voor iedereen en die zo vriendelijk en hartelijk is, dat niemand onaardig tegen hem of haar kan zijn. Aan de andere kant ken je vast ook de situatie waarin jij als redelijke en vriendelijke dokter aan het eind van een lange, drukke dienst, door vermoeidheid kortaf kan reageren tegen de zoveelste verpleegkun-
dige die je belt terwijl je met een zieke patiënt bezig bent. Realiseer je dat vriendelijk en onvriendelijk gedrag even besmettelijk zijn! Veel van de dingen die ik hier beschrijf lijken een open deur. Elke arts is bekend met de wisselwerking tussen lichaam en geest. Menigeen beseft echter niet de diepgaandheid hiervan en vrijwel niemand laat deze wetenschap zijn dagelijks doen en denken beïnvloeden. We kunnen onszelf een stuk gezonder en evenwichtiger, en ons leven en werk een stuk aangenamer maken als we ons hier meer bewust van zijn.
24
• column •
Tanca Minderhoud, 4e jaars aios interne geneeskunde en kritische enthousiastelling, reflecteert in deze column op de dagelijkse praktijk.
column
De co-assistent Zondagochtend en ik heb net mijn referaat af. Een interessant artikel over diagnostische accuratesse van co-assistenten op de SEH. Zelf vond ik het bestaan als co-assistent vreselijk. Ik voelde me compleet overbodig, en goeddeels genegeerd. niemand zit op je te wachten; de patiënt niet, de verpleegkundige ziet liever je rug en de arts-assistenten en staf vinden je lastig. De chirurg die mij m’n eindcijfer gaf met de mededeling: “ik heb geen last van je gehad; hier heb je een acht”, heeft dat misschien ook wel wat bekrachtigd. ook nu is bij arts-assistenten en staf de mentaliteit uit house of god nog steeds geen verleden tijd. Samuel Shem schreef (in 1978!!): “Show me a BMS (= Best medical Student) that only triples my work and i will kiss his feet”. Ik zie nog steeds vaak vermoeide blikken bij co-assistenten die overdragen, co-assistenten die niet zo snel zijn en co-assistenten die ‘domme vragen’ stellen. En laat ik nou niet de heilige uithangen, ik maak me er zelf ook nog wel schuldig aan. Maar het voordeel van dat ik mijn eigen co-schappen vreselijk vond, is dat ik er wel een drijfveer bij heb gekregen
om iets te doen aan het onderwijs van de co-assistent. Het hoeft niet zo moeilijk te zijn; je bespreekt ’s ochtends één of twee leerdoelen met je co, en als je ’s middags naar de middagoverdracht loopt, bespreek je hoe het die dag ging. niet moeilijk, niet zwaar, niet per se één op één zweten in een feedback gesprek, maar gewoon casual bespreken wat we van elkaar verwachten. op dagen dat ik me goed voel, doe ik dit soort dingen dan ook wel. Maar helaas zijn er vele dagen dat je moe bent, gestrest, te druk of anderszins in je reservetijd zit. En wie wordt het eerste van je prioriteitenlijst gewipt? Juist, de co-assistent. Uit het artikel waar ik het net over had, bleek dat bij patiënten die door de co gezien waren (met daarna supervisie) in 90% de juiste werkdiagnose gesteld werd, in vergelijking met 78% van de patiënten die alleen door een SEH-arts waren gezien. De verklaring is niet per se eenvoudig; maar waarschijnlijk kwam het omdat de co meer tijd had, minder gestoord werd tijdens de anamnese en vervolgens de casus met zijn mede-co’s en supervisor besprak.
De Jonge Specialist - maart/april 2015
In het verleden dacht ik altijd dat je als patiënt ook moet balen; krijg je weer zo’n co-assistent. Het tegendeel blijkt waar: als patiënt wordt er beter naar je geluisterd en heb je meer kans op een juiste diagnose op de SEH. Laat ze maar komen die co-assistenten - niet omdat ik het altijd makkelijk vind, de begeleiding - maar omdat het misschien wel beter is voor de patiënten. Referentie: Herter DA, et al. Effect of Supervised Students’ Involvement on Diagnostic Accuracy in Hospitalized Medical Patients - A Prospective Controlled Study. PLoS onE, 2012: e44866.
De Jonge Specialist Beleidsplan 2015 De Jonge Specialist (DJS) is in 2014 opgericht en heeft het afgelopen jaar grote stappen gemaakt ten aanzien van profilering, positionering en professionalisering. In het komende jaar wil DJS, op een aantal inhoudelijke dossiers haar functie als belangenbehartiger verder bekrachtigen. Het beleidsplan 2015 van DJS is opgesteld aan de hand van een aantal speerpunten per portefeuille. De drie portefeuilles zijn: Opleidingen, Toekomst & Innovatie en Macrobelangen. Het beleidsplan zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Leden Vergadering op 21 mei, maar het bestuur deelt haar voornemens graag alvast met jullie!
Speerpunten Opleiding
Speerpunten Toekomst & Innovatie
• Zorgberoepen 2030 De Commissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen van Zorginstituut Nederland zal in april 2015 de uitkomsten van haar onderzoek naar de zorgbehoefte in 2030 presenteren. Dit zal naar verwachting het begin zijn van een uitgebreid project over het in kaart brengen van de benodigde zorgberoepen. De plannen voor verandering moeten in de komende jaren vertaald worden naar aanpassingen in de medisch specialistische en andere zorgopleidingen, waar DJS actief in gaat participeren.
• AIOS Upgrade 2015 In 2014 vond de eerste AIOS Upgrade plaats en dit was een groot succes. Daarom zal DJS in 2015 opnieuw een AIOS Upgrade organiseren op 4 december.
• Implementatie individualisering van de medische vervolgopleidingen De maatregelen ten behoeve van de individualisering van de medische vervolgopleidingen moeten in 2015 geïmplementeerd worden. DJS zal zich richten op de PR hiervan, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de opleidingsplannen, de Opleidingsetalage en het portfolio. • Actieve rol in de vervolgtrajecten van Modernisering Medische vervolgopleidingen (MMV)/CanBetter In 2015 zullen de eindproducten van het project MMV worden opgeleverd. Uiteraard behoort ook deelname aan het vervolgtraject tot één van de taken van DJS. • Platform Medisch Leiderschap (PML)/talentenklas. Omdat DJS veel waarde hecht aan leiderschapsontwikkeling en talentontplooiing onder aios, zullen we ons hiervoor blijven inzetten in 2015..
• Aios enquête 'Werkomstandigheden' In 2015 zal een landelijke enquête worden gehouden, gericht op de werkomstandigheden van aios. Deze enquête zal een belangrijk uitgangspunt zijn voor onder andere cao-onderhandelingen en bij gesprekken over andere macrobelangen voor aios met de partijen in de zorg. • European Junior Doctors (EJD) Een afvaardiging van de EJD werd in januari door DJS in Nederland ontvangen waarbij is gesproken over overeenkomstige dossiers en problemen.
Speerpunten Macrobelangen • Voorlichting macrobelangen DJS heeft een belangrijke taak in het voorlichten van aios met betrekking tot beroeps- en macrobelangen. Hieronder vallen onder meer het cao-proces, arbeidsvoorwaarden en pensioenen. • Jonge klaren problematiek De rol van DJS in de jonge klaren problematiek is met name gericht op een aantal lopende zaken:
a. Bijeenkomsten gezamenlijk met diverse zorgpartijen, waaronder de ziekenhuizen om tot een mogelijke oplossing voor de werkloosheid te komen. b. Ondersteunen van een nieuw initiatief 'Platform Generation Next': een platform gericht op specifieke problemen van jonge klaren/fellows/chefs-de-clinique. .
Speerpunten Raad Juniorverenigingen • Dubbel lidmaatschap DJS heeft een samenwerkingsovereenkomst met de LAD, waardoor leden van DJS ook lid zijn van de LAD en daarmee van de KNMG. Bij de toetreding van de klinisch chemici, klinisch fysici en ziekenhuisapothekers zullen regelingen getroffen worden om een lidmaatschap voor hen ook aantrekkelijk en betaalbaar te maken. • Positionering en inspraak van de Raad Juniorverenigingen (RJV) In 2015 zal een verdere uitwerking plaatsvinden van de ledenwerving via de RJV en de invloed van de RJV op het beleid van DJS. Hierbij zal opnieuw gekeken worden naar de positionering van de RJV binnen DJS en besluitvorming binnen de RJV. .
Heb je vragen of opmerkingen, mail naar
[email protected]
Start specialisatie
Huis kopen
Eerste kind
Afronden specialisatie
VAN EEN SPECIALIST
Dit is het moment om privézaken te regelen, zodat je specialisatie centraal staat. Wij begrijpen dat je je met een gerust hart wilt focussen op je s pecialisatie. Zorg er daarom voor dat je privézaken goed geregeld zijn. Met het Levensloop privé-assortiment van VvAA ben je op elk moment in je leven passend verzekerd.
Speciaal voor leden van De Jonge Specialist Als nieuw lid ontvang je de contributie van € 130,retour als je VvAA-lid bent en twee verzekeringen uit het Levensloop privé-assortiment hebt of alsnog afsluit. Het aanbod geldt tot 6 maanden nadat je lid bent geworden van De Jonge Specialist. Nog niet verzekerd bij VvAA? Ontvang 10% korting op de premie van de verzekeringen uit het Levensloop privé-assortiment. Nog geen VvAA-lid? Dan krijg je als kennismaking het eerste jaar VvAA-lidmaatschap ter waarde van € 35,- gratis. Wil je meer weten? Kijk op vvaa.nl/dejongespecialist.
CBS 2.199 1/1 advertentie VvAA kennismanagent_def.indd 1
12-03-15 17:01