André Gide en Jef Last 1936: Retour de l’U.R.S.S.
Sandra Oosterholt Kernvak Rusland en West-Europa Juni 2002
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Jef Last en André Gide Jef Last André Gide
5 6 7
Het verblijf in de Sovjetunie De teleurstelling
9 12
Terug in Frankrijk / Nederland
13
De gevolgen voor Gide en Last
18
Conclusie: Retour de L’U.R.S.S.
22
Literatuurlijst
24
2
Inleiding
…[I]l y a dans mon aventure soviétique quelque chose de tragique. En enthousiaste, en convaincu, j’étais venu pour admirer un nouveau monde, et l’on m’offrait, afin de me séduire, toutes les prérogatives que j’abominais dans l’ancien.
André Gide1
In de jaren 1930 bestond er onder een groep linkse intellectuelen in onder andere Nederland en Frankrijk een aversie tegen de eigen maatschappij. Het opkomende fascisme2 en de toenemende sociale tegenstellingen door de economische depressie zetten deze mensen aan tot het zoeken naar een ander, ideaal land. Dit hoopten ze onder andere te vinden in de Sovjetunie, een land waar net een, in hun ogen, succesvolle sociale omwenteling had plaats gevonden. Op uitnodiging van de Communistische Partij vertrokken de schrijvers in het interbellum naar de Sovjetunie om met eigen ogen het ‘paradijs’ te aanschouwen. Onder leiding van Russen gingen de intellectuelen op excursie langs kolchozen, fabrieken, modelsteden en heropvoedingskampen. Na hun reis schreven deze politieke toeristen over hun ervaringen en prezen de Sovjetunie aan. Er was sprake van een paradox: hoewel de Sovjetunie in hun ogen het paradijs was, wilden ze er toch om verschillende redenen niet wonen.3 Deze intellectuelen werden ‘fellow travellers’, ‘compagnons de route’ of ‘politieke toeristen’ genoemd. Het positieve beeld dat ze van de Sovjetsamenleving schetsten stond in schril contrast met hun eigen samenleving. De reisverslagen kunnen dan ook gezien worden als kritiek op hun eigen samenleving. Vaak stond naast de politiek en economie de vervreemding, de distantie tussen intellectuelen en de maatschappij en cultuur in het betoog centraal. De intellectuelen in de Sovjetunie zouden in veel beter aanzien staan dan degene in Europa. De Sovjetintellectuelen vervulden een rol in de maatschappij. Stalin zag hen als ‘ingenieurs van de ziel’. Ze moesten zich in dienst stellen van de staat en een bijdrage leveren aan de ‘ideële omvorming en opvoeding van de werkers in de geest van het socialisme’. De communistische partij schreef de intellectuelen voor wat zij wel en niet moesten zeggen of schrijven.4
1 Gide, André, Retouches à mon retour de l’U.R.S.S. (Parijs 1937) 59-60. ‘Mijn Sovjetavontuur heeft iets tragisch. Enthousiast en overtuigd was ik gekomen om de nieuwe wereld te aanschouwen, maar men bood mij, ten einde mij te verleiden, alle prerogatieven die ik in de oude wereld verafschuwde’. Alle vertalingen zijn, indien anders vermeld, mijn eigen, vrije vertalingen. 2 Hier verwijst fascisme naar de opkomst en ideeën van Hitler en Mussolini. 3 A. Aarsbergen, Verre paradijzen. Linkse intellectuelen op excursie naar de Sovjet-Unie, Cuba en China (Utrecht 1988). 4 J.W. Bezemer, Een geschiedenis van Rusland. Van Rurik tot Gorbatsjov (5e druk, Amsterdam 2001) 267-268.
3
In Parijs bestond een grote groep linkse intellectuelen die propaganda maakten voor de Sovjetunie. Tot deze groep, strijdend tegen het fascisme, behoorde André Gide (1869-1951). Ook hij stelde zijn eigen maatschappij indirect aan de kaak door voortdurend de Sovjetunie, het land met het ‘ideale’ systeem, op te hemelen. Hoewel hij geen lid werd van een communistische partij, stelde hij zijn diensten wel beschikbaar voor de partij. Op een internationale vergadering van schrijvers in Salle Payel (Parijs 1934), wat een voorbereiding was voor het al-Russische schrijverscongres in Moskou, ontmoette voorzitter Gide de Nederlander Jef Last (1898-1972). Last was als lid van de Communistische Partij Holland (C.P.H.) al meerdere malen naar de Sovjetunie geweest en vertelde hier uitgebreid over tijdens zijn latere bezoeken aan Parijs. Gide en Last werden vrienden. Ze hadden een verschillende achtergrond, een heel verschillend leven, maar hadden één ding gemeen: hun liefde voor de Sovjetunie.5 In 1936 werd Gide uitgenodigd om naar de Sovjetunie te gaan. Hij kreeg toestemming van de Sovjetunie om zelf zijn reisgezelschap samen te stellen. Last was één van de metgezellen. Na een verblijf van ruim twee maanden in de Sovjetunie schreef Gide over zijn ervaringen het veel besproken boek ‘Retour de L’U.R.S.S.’. Last schreef niet direct een boek, maar steunde Gide openlijk in de conflicten die ontstonden na de publicatie van diens boek. In dit essay zal worden gekeken in hoeverre de reis naar de Sovjetunie de denkbeelden van André Gide en Jef Last over het communisme en de Sovjetunie heeft veranderd en wat de gevolgen van deze veranderende denkbeelden waren voor henzelf. Over Gide en zijn mening over de Sovjetunie is veel geschreven. Hij heeft veel kritiek gekregen van collega-schrijvers, de communistische partij en de Sovjetunie op zijn boek ‘Retour de l’U.R.S.S.’ en het vervolg, ‘Retouches à mon Retour de l’U.R.S.S.’. Wetenschappers als Tom Conner en Rudolf Maurer hebben onderzoek gedaan naar zijn veranderende denkbeelden. 6 Zij baseren hun onderzoek op ‘Retour de l’U.R.S.S.’ en komen tot dezelfde conclusies; een opsomming die Gide zelf ook geeft. De opmerkelijkste punten zullen bij de bespreking van het boek genoemd worden. Over de internationaal vrij onbekende Jef Last en zijn denkbeelden is niet veel gepubliceerd. De bekendste publicatie over Last is een brochure die Nico Rost heeft geschreven in opdracht van de Communistische Partij Nederland (C.P.N.). Hierin werden de slechte ‘praktijken’ van Jef Last belicht, om hem in diskrediet te brengen. Over de vriendschap tussen Gide en Last kan alleen gelezen worden in hun eigen (dag)boeken, brieven die ze aan elkaar hebben geschreven
5 6
In 1935 veranderde de C.P.H. haar naam in C.P.N., Communisitische partij van Nederland. Tom Conner, André Gides politics (New York 2001) en Rudolf Maurer, André Gide et l’URSS (Berne 1983).
4
en in het dagboek van Maria van Rysselberghe, huisgenote en vertrouwelinge van Gide. Al deze boeken zullen gebruikt worden in dit essay. In de eerste paragraaf zullen de denkbeelden van Gide en Last over de Sovjetunie en hun vriendschap beschreven worden. Waarom waren beide heren geïnteresseerd in het land van Stalin? Vervolgens komt hun verblijf in de Sovjetunie aan bod. Hierbij zal aandacht worden geschonken aan het comfort tijdens de reis, het programma, het politieke aspect van de reis en er zullen een aantal punten genoemd worden die er uiteindelijk voor hebben gezorgd dat Gide en Last tot een ander oordeel over de Sovjetunie kwamen. In de derde paragraaf staan deze ‘nieuwe’ meningen centraal. Deze ideeën zullen weergeven worden aan de hand van het boek van Gide en het verblijf van Last in Spanje, waar in 1936 een burgeroorlog uitbrak. In de vierde paragraaf zal uiteengezet worden wat de gevolgen waren van het publiceren van deze denkbeelden. Hoe reageerde de omgeving?
Jef Last en André Gide In 1934 leerden Gide en Last elkaar kennen op een internationale vergadering van schrijvers in Salle Payel (Parijs 1934) waar beiden een toespraak hielden. Gide voerde het woord als voorzitter, Last namens de Communistische Partij Holland (C.P.H.). De Nederlander had, na het lezen van twee boeken van hem, een grote bewondering voor Gide, de grote Franse meester en communist. Gide was onder de indruk van Last en zijn toespraak over de Sovjetunie. Hij had belangstelling voor Last, omdat hij dacht dat Last tot de arbeidersklasse behoorde. Het was voor de communist Gide, behorend tot de bourgeoisie, belangrijk om contacten te onderhouden met mensen uit de arbeidersklasse. Bovendien was Last, net als hij, homoseksueel en had hij ook een vrouw en kinderen.7 Tussen de mannen ontstond een vriendschap. Hoe diep deze vriendschap was is onduidelijk. Last kwam vaak naar Gides huis, waar hij een eigen kamer had. Daar discussieerden zij over problemen rond hun homoseksualiteit en de politieke en economische situatie in Europa. Verder bekritiseerden ze werk van elkaar, vertaalde Last werken van Gide en zorgde Gide ervoor dat het werk van Last vertaald werd. Ook spraken en schreven ze uitvoerig over de Sovjetunie. Gide verwoordde zijn ideeën, Last zijn ervaringen. Last had voor hij Gide leerde kennen al drie reizen naar de Sovjetunie gemaakt.
7
André Gide, Correspondance, 1934-1950 (Lyon 1985) 12-13.
5
Jef Last Gide had zich deels in Last vergist: Last behoorde wel degelijk tot de bourgeoisie. Omdat hij zich in 1918 aansloot bij de S.D.A.P., kreeg hij geen studietoelage meer van zijn vader. Het was schandelijk om als gegoede burger lid te zijn van een revolutionaire partij als de S.D.A.P.. Last werd hierdoor gedwongen om tijdens en na zijn studie (tolk-vertaler Chinees) te gaan werken als matroos. Zo nam hij als arbeider deel aan de klassenstrijd. Deze ervaringen markeerden de rest van zijn leven: hij heeft zich zijn hele leven sterk bij de arbeidersklasse betrokken gevoeld. In 1931 brak Last met de S.D.A.P., omdat hij het niet eens was met het in zijn ogen imperialistische beleid van de partij. Socialisme, imperialisme en kolonialisme gingen volgens hem niet samen. Bovendien had zijn familie als oud Indiëgangers nauwe banden met Indië. In zijn poëzie leverde hij steeds meer kritiek op de partij, waardoor een breuk met de S.D.A.P. onvermijdelijk was.8 Na een kort lidmaatschap van de Revolutionaire Socialistische Partij (R.S.P.) werd hij lid van de C.P.H.. Niet alleen interne conflicten (hij was het niet eens met R.S.P.-leider Sneevliet) zorgden ervoor dat hij snel van partij veranderde: in 1931 had hij voor het weekblad ‘Het Leven’ een reportagereis naar de Sovjetunie gemaakt waar hij de socialistische opbouw had bekeken. Hij was hier zo van onder de indruk dat hij besloot zich aan te sluiten bij de C.P.H..9 In 1932 verbleef hij voor deze partij enkele maanden in Moskou als referent voor Nederlandse literatuur bij de ‘Internationale van Revolutionaire Schrijvers’. Het boek ‘Het stalen fundament’ is een lofzang van zijn ervaringen van zijn eerste twee reizen naar de Sovjetunie, waar hij meende een onbeschrijfelijk arm volk had gezien, dat bouwde aan de toekomst. Na zijn terugkeer sprak hij op talloze vergaderingen in binnen- en buitenland over zijn positieve ervaringen in de Sovjetunie. Ook hield hij zich intensief bezig met de bestrijding van het nationaal-socialisme in Nederland. Last heeft zich overigens nooit thuis gevoeld bij de vrienden van Gide. Niet alleen omdat hij zich niet thuis voelde in het milieu, maar ook omdat hij veel dieper en meer betrokken was bij de politiek dan Gide en zijn vrienden die de literatuur boven de politiek stelden. Last was geen ‘compagnon de route’, was geen belangrijk persoon en geen grote intellectueel. Het is opvallend dat Last in zijn boek ‘Mijn vriend André Gide’ (1966) heeft geschreven dat het contact met Gide ontstond in een periode van groeiende twijfel over de partij en de Sovjetunie. Hij zou zeer teleurgesteld zijn na zijn reis naar Moskou in 1934. 8 9,
J.W. Stutje, ‘De communistische jaren van Jef Last’, Maatstaf 10 (1994) 58-71, aldaar 60. Ibidem.
6
Zozeer dat hij er zelfs ziek van geworden was, schreef hij in 1966. Wat hij met ziek bedoelde, heeft hij niet vermeld. Hij had kinderen op straat zien slapen, terwijl hij dacht dat er genoeg opvanghuizen waren voor deze kinderen. Ook had hij gemerkt dat er een verburgerlijking intrad. Een groep arbeiders kreeg het steeds beter. Naast de tegenvallende reis speelde de zaak Van der Lubbe ook een rol bij zijn vervreemding van de partij. Hij had zich binnen de C.P.H., tevergeefs, voor de man ingezet. Dat hij toen de partij niet verlaten heeft verklaarde hij in 1966 als volgt: wanneer de kapitalistische maatschappij geen enkel ideaal meer schijnt te bieden dat waard is om er voor te strijden, en dat was in die periode van massale werkloosheid, emigrantenvervolging en oorlogsvoorbereiding zeker het geval, klampt men zich vast aan het enige geloof dat de weg uit de eenzaamheid naar een nieuw communisme lijkt te wijzen.10 Als hij twijfelde, zoals hij in 1966 beweerde, liet hij dit niet publiekelijk merken. Op partij bijeenkomsten sprak hij voortdurend lovend over de partij en het experiment van de socialistische opbouw in de Sovjetunie. Hoewel hij Gide af en toe over zijn twijfels schreef, was hij ook tegen hem overwegend positief. In 1935 schreef hij zelfs aan Gide dat als hij in staat zou zijn om incognito door de Sovjetunie te reizen, dan zou hij iets van de toekomstige mensheid zien, die zich al ontwikkelde in de Sovjetunie: Si tu pouvais voyager en URSS pour ainsi dire incognito […] tu rentrerais en France ayant vu quelque chose de l’avenir de l’humanité.11
André Gide Last stond in dienst van de partij en kwam openlijk uit voor zijn bewondering voor de Sovjetunie. Ook Gide maakte zijn denkbeelden openbaar. De eerste publieke verering van de Sovjetunie van Gide was een publicatie van een passage uit zijn dagboek (13 mei 1931) in ‘La Nouvelle Revue Française’ in 1932: Je voudrais crier très haut ma sympathie pour l’U.R.S.S., et que mon cri soit entendu, ait de l’importance. Je voudrais vivre assez pour voir la réussite de cet énorme effort; son succès que je souhaite de toute mon âme, auquel je voudrais pouvoir travailler.12 Gide wilde zich inzetten voor het slagen van het experiment in de Sovjetunie, en beweerde bereid te zijn om er zelfs zijn leven voor te geven: ...s’il faillait ma vie pour assurer le succès de l’U.R.S.S., je la donnerais aussitôt….13 Gide hoopte dat een
Jef Last, Mijn vriend André Gide (Amsterdam 1966) 52-56 André Gide, Correspondance 26. 12 André Gide, Journal 1889-1939 (Parijs 1948) 1066. ‘Ik zou mijn sympathie voor de Sovjetunie luid willen schreeuwen, in de hoop dat mijn geschreeuw gehoord zal worden en waarde zal hebben. Ik hoop lang genoeg te leven om deze enorme inspanning te zien slagen. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat dit zal lukken en dat ik hier aan mee zou kunnen werken’. 13 Ibidem, 1126. ‘Ik zou mijn leven opofferen als dit nodig zou zijn om het succes van de Sovjetunie te garanderen’. 10 11
7
radicale politieke transformatie de mensheid zou verbeteren, dat de corruptie, irrationaliteit en het kwaad om hem heen plaats zouden maken voor een betere, sociale samenleving, zoals na de revolutie in de Sovjetunie zou zijn gebeurd.14 In dit land zag hij een veelbelovend alternatief voor de westerse kapitalistische samenleving in het interbellum. De Sovjetunie had een nieuwe start gemaakt, een nieuwe manier gevonden om een samenleving te organiseren en de mens te verbeteren. Daarnaast zag hij, en met hem vele linkse intellectuelen, in de Sovjetunie een tegenhanger van het fascistische Italië en later ook van Nazi-Duitsland.15 Hoewel hij een groot bewonderaar van de Sovjetunie en het communisme werd, wilde hij geen lid worden van de communistische partij. Hierdoor zou hij in zijn uitingen worden beperkt door dogma’s van de partij.16 Hij werd een ‘compagnon de route’ zonder lidmaatschap. Wel stelde hij zijn diensten beschikbaar voor de partij. Om het communisme en de Sovjetunie te promoten, schreef en ondertekende hij (partij)petities, hield toespraken op bijeenkomsten, schreef artikelen en boeken over het communisme, enzovoort. Er ontstond een link tussen de Franse communistische partij en Gide door het netwerk van ‘compagnons de route’ en Ilya Ehrenburg, een schrijver en de Russische correspondent in Parijs. Het was de Rus Ilya Ehrenburg die er uiteindelijk voor zorgde dat Gide naar de Sovjetunie vertrok. Hij maakte duidelijk dat het belangrijk was om goede contacten te onderhouden met de Sovjetunie, omdat Frankrijk in 1935 een bijstandsverdrag (gericht tegen Duitsland) met de Sovjetunie had gesloten. Bovendien vond hij dat Gide als belangrijk intellectueel het verplicht was aan zijn partij.17 Gide was al meerdere malen gevraagd om naar de Sovjetunie te komen. Daar waren ze geïnteresseerd in de Fransman wiens boeken in de Russische winkels lagen. Elke keer kwam hij met een excuus: te koud, te warm, te moe. Hij ging dan ook niet met zijn vriend Pierre Herbart mee naar een internationaal schrijverscongres in Moskou in 1935, waarop gesproken werd over de ontwikkeling van de Sovjetunie. Met zijn huisgenote Maria van Rysselberghe sprak hij vaak over zijn angst dat zijn woorden door het vertalen verloren zouden gaan: Je serai obligé de prendre souvent la parole [...] mes paroles traduites en russe et retraduites en français me feront sûrement dire des choses que je ne pense pas, je ne pourrai pas rectifier et tout l’effort que je fais pour maintenir dans le communisme mon point de vue personnelle sera perdu.18 Toen bekend werd dat Herbart voor langere tijd in de Sovjetunie zou blijven als directeur van de Franse sectie van het Tom Conner, André Gides politics 163. Ibidem, 162-163. 16 Rudolf Maurer, André Gide et l’URSS 58 en A. Koestler, e.a., De god die faalde. Ervaringen met het communisme (Amsterdam 1950) 185. 17 Herbert R. Lottman, The left bank. Writers, artists and politics from the popularfront tot the Cold War (Londen 1982) 109. 18 Maria van Rysselberghe, Les cahiers de la Petite dame. Notes pour l’histoire authentique d’André Gide. 1929-1937 Cahiers André Gide 5 (Parijs 1974) 475. ‘Ik zal vaak het woord moeten voeren […] De vertalingen in het Russisch en in het Frans zullen andere dingen zeggen dan ik bedoel. Ik zou ze niet kunnen verbeteren. Al mijn inspanningen om mijn eigen visie op het communisme te behouden zullen verloren gaan’. 14 15
8
internationale tijdschrift over het buitenlandbeleid van de partij in de Sovjetunie, besloot Gide toch te gaan. Zijn angst om overal toespraken te moeten houden legde hij naast zich neer. Ook het feit dat door de vertaling veel van zijn eigen woorden verloren kon gaan werd blijkbaar minder belangrijk voor hem. Toen begin 1936 de voorbereidingen voor zijn reis begonnen had hij, net als Last, al een genuanceerder beeld van de Sovjetunie. Hij ging er niet alleen heen om al het mooie te zien, maar ook om bevestigd te zien dat de Sovjetunie toch (nog) niet het beloofde land was. Het veranderde beeld was langzaam ontstaan en berustte op een aantal gebeurtenissen en aspecten. De trotskist Victor Serge had in een open brief aan Gide geschreven over de verschrikkingen die hij had gezien en had ondergaan als gedeporteerde in de Sovjetunie. Samen met collegae zorgde Gide ervoor dat Stalin Serge toestemming gaf om naar het buitenland te emigreren. Ook Herbart had Gide op een aantal negatieve aspecten gewezen: de meningsvrijheid voor de schrijvers bleek zeer beperkt te zijn. Zelf had hij, Herbart, bij zijn werk in de Sovjetunie voortdurend last van censuur. Bovendien had hij in Moskou inzicht gehad in de praktijken van de Komintern, was hij getuige geweest van een klopjacht en was hij erachter gekomen dat sommigen niet aan de griep waren overleden, maar gefusilleerd waren. Daarnaast had Gide kritiek op de partijleden, die te dogmatisch en a-moreel waren. Een ander punt was zijn angst voor het verburgerlijken van de samenleving waarover Last hem had verteld.19 Er was alweer een nieuwe groep ontstaan die het financieel beter had dan de meeste arbeiders. Een zeer gevoelig onderwerp, waar hij tijdens zijn reis aandacht voor wilde vragen, was de omgang van de partij met homoseksualiteit. Als homoseksueel had hij kritiek op de nieuwe, strenge wetten tegen homoseksuelen. Het was bijvoorbeeld niet meer toegestaan voor homoseksuelen om na tien uur ‘s avonds nog over straat te lopen.20 Hij hoopte dat hij tijdens de reis zijn aandacht kon blijven richten op de einddoelen van het Sovjetexperiment, zodat hij zich niet van de Sovjetunie zou afkeren. Gide wilde blijkbaar het zelfbedrog voortzetten.
Het verblijf in de Sovjetunie Gide had zijn hele leven in gezelschap van anderen gereisd. Hij wilde dan ook niet alleen naar de Sovjetunie. Hij zocht, met toestemming van de Russen, zijn eigen reisgenoten uit, die samen een goed oordeel over de Sovjetunie moesten kunnen vormen. Jacques Schiffrin (189419 20
Ibidem, 446. Ibidem, 413 en 492.
9
1949) was Rus van geboorte en had nog in de tsarentijd op het gymnasium in St. Petersburg gezeten. De intellectueel kon dus vergelijkingen maken met de toestanden van vroeger. Bovendien was hij geen communist en keek dus niet door een roze bril naar de Sovjetunie. Een andere reden waarom Schiffrin mee mocht, lijkt mij zijn kennis van het Russisch. Hij was in staat teksten te vertalen en gespreken te volgen. Dit was niet alleen handig, maar ook een goede manier om te controleren wat er werd geschreven en hoe de woorden van Gide werden vertaald. Louis Guilloux (1899-1980) mocht met Gide mee, omdat hij een boek had geschreven in de stijl van Dostojewski, een schrijver waar Gide een grote bewondering voor had. Zijn vriend en huisgenoot Pierre Herbart (1903-1976) was lid van de Franse communistische partij en had geruime tijd in Moskou gewerkt. Eugène Dabit (1898-1936) was een Parijse volksjongen en de Brusselse ingenieur Huismans, die stage liep in Moskou, mocht mee om de fabrieken en technische installaties te bekijken en beoordelen. Waarom Last met Gide mee mocht is niet duidelijk. Last dacht zelf dat hij mee mocht, omdat hij kritiek op Gide had geleverd over zijn slechte economische en politieke kennis.21 De negen weken durende reis die Gide en zijn gezelschap door de Sovjetunie maakten (17 juni tot en met 20 augustus 1936), was een reis voorzien van alle mogelijke comfort, luxe eten en ging gepaard met veel eerbetoon. Het was duidelijk dat Gide de belangrijkste van het gezelschap was. Hij had een eigen auto en beschikte voortdurend over de meest luxe kamer. Zo had Stalin hem via een telegram zijn kamers in een vakantieoord aan de Zwarte Zee ter beschikking gesteld. Aangezien Gide hier niet wilde slapen, kreeg Last de kans om in het bed van ‘naamgenoot, ome Jozef’ te slapen.22 Overal werd het gezelschap enthousiast door de bevolking ontvangen. Er hingen spandoeken en de Marseillaise werd gespeeld. Herbart ontdekte dat op de spandoeken voortdurend dezelfde spelfout was gemaakt, waaruit het gezelschap afleidde dat de doeken met hun mee reisden. Zowel Gide als Last herinnerden zich deze ontdekking later nog. Gide schrijft erover in zijn boek ‘Ainsi soit-il’ (1952) en Last schrijft in ‘Mijn vriend André Gide’: Herbart had opgemerkt dat in een van die (in het Frans gestelde) leuzen altijd weer dezelfde spelfout voorkwam. Toen onze aandacht hier eenmaal op was gevallen, konden wij gemakkelijk aan andere details, een vlek of een scheurtje, constateren dat het inderdaad ook telkens hetzelfde doek was. Het moet dan wel iedere keer achter ons afgehaakt, en ons dan in de rustpauze weer vooruit zijn gereden. Niets bijzonders overigens in dit land van vorst Potemkin! 23 Het gezelschap ergerde zich aan de overvloedige maaltijden, de overdreven luxueuze ontvangsten en de geënsceneerde hartelijkheid van de 21 22
Jef Last, Mijn vriend 76-79 en Rudolf Maurer, André Gide 92-95. Jef Last, Mijn vriend 114.
10
bevolking, die Gide herkenden van een van de foto’s die waren verspreid of afgedrukt in de kranten voor de komst van het gezelschap. Gide had tijdens de voorbereidingen bedongen dat hij zich vrij en ongedwongen zou mogen bewegen. Hier kwam in de praktijk niets van terecht.24 Het gezelschap reisde geïsoleerd, ieder contact met de bevolking werd door de begeleiders voorkomen. Hoewel het volk wel betrokken werd bij de ontvangsten, werden ze ver uit de buurt van Gide gehouden. Ze mochten zwaaien naar Gide en voor hem zingen tijdens officiële ontvangsten, maar niet met hem praten. Tijdens een treinreis had het gezelschap de beschikking over een luxe treinwagon, gescheiden van de lokale bevolking. Toch slaagden ze erin om met een groep kinderen te praten door op het station stiekem in een andere wagon in te stappen. Ook hadden ze eigen auto’s ter beschikking met een privé-chauffeur. De Russen hadden zelfs rekening gehouden met de voorkeur van Gide voor jonge, gespierde mannen. Bij hotels waren voortdurend jongens te vinden die ‘geïnteresseerd’ waren in Gide. In het zwembad in Tiflis werd iedereen weggestuurd toen Gide hier wilde baden, behalve de soldaten die ‘toevallig’ aanwezig waren. In de Russische kranten werden de komst en de werken van Gide beschreven. Ook werd er in de grote kranten verslag gedaan van de reis. Voor Gide hadden de Russen, net als voor al zijn voorgangers, een standaard programma opgesteld. De reis voerde van Moskou naar Leningrad, de Kaukasus en de Zwarte Zee. Onderweg werden modelkolchozen, modelfabrieken, musea en concerten bezocht. De jeugd, de ‘toekomst van de Sovjetunie’, werden uitgebreid geshowd: op de crèche, in een opvoedingskamp, op de universiteit en in een parade op het Rode plein. Overal werden gezonde, vrolijke kinderen getoond. Alleen tijdens de stiekeme ontdekkingstochten van Herbart en Last kwamen de heren in contact met verwaarloosde, ondervoede kinderen. Gide, als belangrijke staatsgast, werd overal in de gaten gehouden. Hij slaagde er dan ook nauwelijks in om dingen te zien die de Russen niet van plan waren om te laten zien. Herbart en Last konden dit wel, en berichtten Gide over hun bezoeken aan dorpen en markten in de omgeving. Gide speelde verstoppertje met de bewaking, hij glipte er af en toe stiekem vandoor om met eigen ogen te aanschouwen waar zijn reisgenoten over vertelden. De officiële vertaalster, Bola Boleslavskaia, was altijd in de buurt. Tijdens de treinreis ontdekte Last dat Boleslavskaia hun persoonlijke spullen en de prullenbakken controleerde. Om deze reden heeft niemand van het gezelschap tijdens de reis een dagboek bijgehouden.
23 24
Ibidem, 112-114. Ibidem, 88.
11
Gide had last van de censuur, waar Herbart hem voor gewaarschuwd had. Toen hij onderweg een telegram naar Stalin wilde sturen om hem te bedanken voor de ‘gastvrijheid’, wilde de postbeambte het telegram niet versturen, omdat Gide Stalin niet met de juiste woorden aansprak en de tekst niet wilde veranderen.25 Last en Schiffrin, die beiden het Russisch beheersten, merkten dat Boleslavskaia de toespraken van Gide niet letterlijk vertaalde. De politieke uitspraken van Gide werden op een manier vertaald waar de partij achterstond, wat de partij wilde dat het volk zou horen. Gide kreeg de kans om met vele intellectuelen te spreken over de politiek en de Sovjetunie. Gide had graag met Nikolaj Boecharin willen praten, maar dit was onmogelijk omdat dit ‘niet op het programma stond’. Er kon niet afgeweken worden van het officiële programma van de Russische begeleiders. Bovendien wilde de partij niet dat de Gide met Boecharin in contact zou komen. Het was dus niet mogelijk om een ontmoeting in het programma in te gelasten. Een geheime afspraak was ook niet mogelijk, omdat Boecharin opgepakt werd toen hij aandacht vroeg van Gide. Gide heeft Stalin niet ontmoet. Hij had hier ook geen behoefte aan.26
De teleurstelling Gide en Herbart waren eerder met het vliegtuig vertrokken naar de Sovjetunie in de hoop de grote proletarische schrijver Maxim Gorki nog te kunnen spreken. Ze waren ondanks het vervroegde vertrek te laat: Gide kon slechts nog zijn eer betonen in een toespraak tijdens Gorkis begrafenisplechtigheid op het Rode plein. De toespraak werd zelfs in de ‘Pravda’ gepubliceerd. Opvallend is dat Gide in zijn toespraak niets heeft gezegd over de antihomoseksuele uitspraken die Gorki tijdens zijn leven veelvuldig had gedaan. Gide sprak niet alleen enthousiast over Gorki, maar ook over de Sovjetunie: … c’est aux grandes forces internationales révolutionnaires qu’incombent le soin, le devoir de défendre, de protéger et d’illustrer à neuf la culture. Le sort de la culture est lié dans nos esprits au destin même de l’U.R.S.S.. Nous la défendrons.27 Halverwege de reis, tijdens hun bezoek aan Tiflis, veranderde de positieve kijk van het reisgezelschap op de Sovjetunie. Tijdens een boottocht kregen ze de kans om met de overige passagiers te praten die een zwaar leven hadden. Ook ontmoette Last daar een dronken schrijver die vertelde over de meningsvrijheid die was verdwenen. Schrijvers stonden in dienst van de staat. Wie een andere mening wilde verkondigen of kritiek leverde op het 25 26
Jef Last, Mijn vriend 95-111. Rudolf Maurer, André Gide 108.
12
Sovjetsysteem werd gedeporteerd. Toen de auto’s halt hielden in de buurt van een kolchoz konden Gide en Last met eigen ogen een resultaat van Stalins agrarische politiek aanschouwen: een uitgehongerde jongen kwam naar hen toe. Op 18 juli, tijdens hun verblijf in de Kaukasus, brak de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) uit. Gide, Guilloux, Herbart en Last wilden graag weten wat de Sovjetburgers hiervan vonden, maar deze zwegen. De mensen hadden pas een mening toen de mening van de partij in de krant had gestaan. Guilloux was meteen na het uitbreken van de oorlog naar Spanje gegaan. Hij was teleurgesteld in wat hij in de Sovjetunie had gezien. Schiffrin ging met hem mee. Ook Huismans verliet voortijdig het gezelschap, teleurgesteld door wat hij (niet) in de fabrieken had gezien. Herbart, Gide en Last bleven in de Sovjetunie en reisden verder. De zieke Dabit lieten ze achter in de Kaukakus, in de handen van een overgevlogen Russische dokter. Dabit stierf een paar dagen later. Volgens de C.P.S.U., de communistische partij van de Sovjetunie, was hij gestorven aan tyfus.28 Zwaar aangeslagen door de dood van Dabit, teleurgesteld over wat ze hadden gezien en onder de indruk van een showproces tegen communisten, keerden Gide en Last terug naar huis. Last en Gide waren de dag voor hun vertrek getuigen van het eerste Trotskistenproces. Zij hoorden hoe communisten als Kamenev en Zinovjev hun ‘schuld’ bekenden. De voormalige partijkopstukken (ten tijde van Lenin) werden beschuldigd van partijverraad en bestempeld als trotskisten. Aangezien Moskou in de ban van het proces was, was er geen groot afscheid. Zonder nagezwaaid te worden door ‘de bevolking’ verlieten ze Moskou. Bij aankomst in Parijs werden Last en Gide op de hoogte gebracht van een tragisch feit: Kamenev en Zinovjev waren omgebracht. 29
Terug in Frankrijk / Nederland Zowel Last als Gide vroegen zich na hun reis af wat ze met hun ervaringen moesten doen. Moesten ze deze openbaar maken zoals hun voorgangers hadden gedaan of niet? Moesten ze alleen de mooie dingen die ze hadden gezien vertellen, of moesten ze de realiteit weergeven? Het dilemma was voor Last groot. Aan de ene kant wilde hij over zijn ervaringen en indrukken schrijven, aan de andere kant was hij de partij trouw en kon hij dus niet zeggen dat het socialisme, volgens hem, geen kans meer had in de Sovjetunie en ook niets meer van de
27 André Gide, Retour 97 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland (Amersfoort 1937) 60. ‘Het is de taak der grote internationale revolutionaire krachten, het is hun dure plicht de beschaving te verdedigen, te beschermen, ja, haar opnieuw te bezielen. Het lot der cultuur is in onze gedachten nauw verbonden met dat der Sowjet-Unie zelve. Wij zullen haar verdedigen’. 28 Rudolf Maurer, André Gide 104-117. 29
Ibidem.
13
Sovjetunie moest verwachten.30 Hij schreef Gide uitvoerig over zijn twijfels: J’ai eu un très bon voyage et j’étais reçu à la gare par tous les enfants de la groupe et les camarades d’Anvers. [...] Pour le soir même, ma femme avait organisé une petite réunion où il me fallut répondre à toutes sortes de questions. J’avais le cœur très lourd mais, comme je ne sais pas mentir [...] Déjà, ici tous ceux que je rencontre commencent tout de suite de demander mon opinion sur le procès. Comme chaque mot peut être plein de conséquences, je ne sais vraiment pas quoi répondre.31 Uit die tweestrijd probeerde hij te ontsnappen door naar Spanje te gaan en daar te vechten in de burgeroorlog: Je ne tiens pas du tout à une vie qui m’oblige à vivre constamment dans le mensonge et l’inactivité. Le doute affreux qui me possède m’empêche d’écrire, et c’est là-bas que je retrouverai mon élan.32 Het besluit om in Spanje te gaan vechten was niet alleen een vlucht. Hij zag zichzelf nog steeds als communist en een overtuigd antifascist.33 Toen Last in Spanje arriveerde was hij een van de eersten van de bijna vierhonderd Nederlandse vrijwilligers die aan Republikeinse zijde zouden vechten in een drie jaar durende strijd. Terwijl Last publiekelijk over zijn ervaringen zweeg (hij gaf pas in 1966 in het boek ‘Mijn vriend André Gide’ zijn beschrijving van de reis), wilde Gide deze openbaar maken. Hij wilde mensen op de hoogte brengen van de gang van zaken in de Sovjetunie. Hij was in tegenstelling tot andere Sovjetsympathisanten bereid om publiekelijk van mening te veranderen. Vele sympathisanten namen als intellectuelen hun mening serieus en wilden dat anderen dit ook deden. Toegeven dat ze zich in de Sovjetunie hadden vergist kon volgens hen dus niet. Bovendien dachten ze dat ze door de Sovjetunie af te wijzen een dienst zouden bewijzen aan anticommunistische bewegingen als het fascisme. En dat wilden ze als tegenstanders van anticommunistische bewegingen niet.34 Gide zag het weergeven van de feiten als een missie: …la vérité, fût–elle douloureuse, ne peut blesser que pour quérir. 35 Het niet zeggen van de waarheid kon voordelig schijnen, maar alleen de waarheid was de heelmeesteres der wonden. Hij wilde in het boek laten zien wat de Sovjetunie in zijn ogen goed had gedaan, maar ook een aantal opmerkingen maken. C’est en raison même de mon admiration pour l’U.R.S.S. et pour les prodiges accomplis par elle déjà, que vont s’élever mes J. W. Stutje, ‘De communistische jaren van Jef Last’ 61. André Gide, Correspondance 30. ‘Ik heb een hele goede reis gehad en werd op het station door alle kinderen van de groep en de kameraden uit Antwerpen onthaald. Over de avond gesproken, mijn vrouw had een bijeenkomst georganiseerd waarop ik allerlei vragen moest beantwoorden. Het viel me zwaar, maar ik kan niet liegen […] Iedereen vraagt meteen naar mijn mening over het proces. Ik weet niet wat ik moet antwoorden, het is alsof elk woord gevolgen kan hebben.’ 32 Ibidem. ‘Ik wil geen leven waarin ik voortdurend in leugens en werkeloosheid verkeer. De afschuwelijke twijfel die mij belet te schrijven. Daarginds zal ik mijn geestdrift terugvinden.’ 33 J. W. Stutje, ‘De communistische jaren van Jef Last’ 61 en Jef Last, Mijn vriend 136-137. 34 Tom Conner, André Gides politics 163. 35 André Gide, Retour 11 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland 12. ‘Alleen de waarheid, al is zij pijnlijk in haar gestrengheid, kan de heelmeesteres der wonden zijn.’ 30
31
14
critiques, en raison aussi de ce que nous attendons encore d’elle. En raison surtout de ce qu’elle nous permettrait d’espérer.36 Gide was er van overtuigd dat de Sovjetunie de fouten die hij aan wilde stippen zou overwinnen. De Sovjetunie was meer dan een gekozen land: een gids, een land waar de heilstaat zich ontwikkelde. Aangezien niemand van zijn gezelschap een (reis)dagboek had bijgehouden, moest eerst een reconstructie van de reis worden gemaakt, waar Herbart en Last hem mee hielpen. Daarna zette Gide in vijftien dagen zijn ideeën over de Sovjetunie uiteen. Het boek is sterk gekleurd door het overlijden van vriend Dabit en de grote teleurstelling. Hoewel er in het begin van het boek positief wordt gesproken over de Sovjetunie is de kern van het verhaal zeer negatief. Het is opvallend dat Gide het boek weer positief eindigt door het afdrukken van zijn speech die hij tijdens de begrafenisplechtigheid van Gorki had gehouden. Zo werd het boek een mix van lof en kritiek. In zijn boek begint Gide met een exposé van de positieve aspecten van het Sovjetsysteem. In zijn ogen maakte het systeem de mensen beter. Dit zag hij in de cultuuroorden, waar hij heel enthousiast over was: Partout le sérieux, la decénce […] partout une sorte de ferveur joyeuse […] Tout cela [...] sans moindre vulgarité; et toute cette foule immense, d’une tenue parfaite, respire l’honnête, la dignité, le decénce; sans doute contrainte aucune d’ailleurs et tout naturellement.37 Hij benadrukte de innerlijke vreugde die hij had leren kennen door het zien van de vrolijke, gezonde kinderen in parades, in cultuuroorden en in ontspanningshuizen. Dit klinkt vreemd, omdat Gide in Frankrijk ook vrolijke en gezonde kinderen kon zien. Ook de hartelijkheid van de arbeiders in de fabrieken deed hem plezier. Hij voelde zelfs een nieuwe broederschap groeien, te meer omdat hij overal werd aangekondigd als een vriend.38 Volgens hem waren de relaties tussen de mensen zeer warm en was er sprake van een gemeenschapsgevoel, in tegenstelling tot relaties in kapitalistische samenlevingen waar vriendschap altijd ‘berekend’ was. Dit zijn opmerkelijke constateringen, omdat Gide nauwelijks met de bevolking in contact is geweest. De Russische begeleiders hielden hem altijd ver van de burgers vandaan. Het is vreemd dat er een goede band zou zijn. Ook scheen hij te vergeten dat het er in Nazi-Duitsland net zo aan toe ging. Ook daar werden parades gehouden met lachende kinderen. Tim Connor merkte in zijn boek terecht op dat Gide zeer
36 André Gide, Retour 15 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland 11. ‘Juist op grond van mijn bewondering voor Sowjet-Rusland en van alle wonderbaarlijks, dat reeds heeft gewrocht, zal ik mijn stem verheffen tot een woord van kritiek; niet slechts op grond van wat wij nu nog van dit land verwachten, neen, bovenal op grond van wat wij er eenmaal van mochten hopen.’ 37 André Gide, Retour 22-23 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland 14-15. ‘Overal heerst ernst en ingetogenheid … overal een vreugdevol enthousiasme … en heel deze massa, die er keurig uit ziet, is een toonbeeld van eerlijkheid, waardigheid en fatsoen; zonder de minste gedwongenheid trouwens en volkomen vanzelfsprekend.’ 38 André Gide, Retour 19.
15
ver van de samenleving af stond. Hij doelde hier onder andere op de opmerking van Gide dat de mensen met plezier in een rij voor de winkels stonden te wachten.39 Na positieve opmerkingen over de bezoeken aan de kolchozen en het heropvoedingskamp Bolsjevo, sloeg de toon van het boek om. Gide schilderde in de rest van het boek een vernietigend beeld van het leven in de Sovjetunie. Hij had kritiek op de slechte kwaliteit en kwantiteit van de consumptiegoederen, de lange rijen voor de winkels en de armoede van grote delen van de bevolking.40 Daarnaast had hij kritiek op de sloomheid van de bevolking en maakte het stachanovisme belachelijk41: je reviens au peuple de Moscou. Ce qui frappe d’abord c’est son extraordinaire indolence. Paresse serait sans doute trop dire... Mais le «Stakhanovisme» a été merveilleusement inventé pour sécouer le nonchaloir (on avait le knout autrefois). Le stakhanovisme serait inutile dans un pays où tous les ouvriers travaillent. Mais là-bas, dès qu’on les abandonne à eux-mêmes, les gens, pour la plupart, se relâchent.42 Ook hekelde hij de maatschappelijke gelijkheid, het algehele verlies van persoonlijkheid. Iedereen droeg dezelfde kleding en alle huizen waren hetzelfde ingericht.43 Deze afbraak van het individu was een teer punt voor Gide. Hij stootte zijn hoofd aan conformisme van de maatschappij. Er bestond slechts één mening en één held: Stalin. Elke dag instrueerde de ‘Pravda’ wat de mensen moesten weten, denken en geloven. De mensen dachten niet meer kritisch na. Ze namen in de ogen van Gide alles over wat de leiders hun wilden laten geloven. Tenminste, ze zeiden tegen Gide wat ook in de krant had gestaan. Wat ze er echt van vonden werd verzwegen. Hierdoor kon je met elke Rus dezelfde conversatie houden: De sorte que, chaque fois que l’on converse avec un Russe, c’est comme si l’on conversait avec tous.44 Omdat er geen mogelijkheid tot vergelijking werd gegeven, konden de mensen makkelijk overtuigd worden dat zij de gelukkigsten op de wereld waren en dat het alleen maar beter kon worden. De partij praatte de mensen een superioriteitscomplex aan, terwijl de mensen geen kans kregen om hun land met andere te vergelijken.45 Ook de artistieke vrijheid was verdwenen: En U.R.S.S., pour belle que puisse une oeuvre, si elle n’est
Tom Conner, André Gides politics 166. André Gide, Retour 37-39. 41 De Duitser Lion Feuchtwanger, die in 1937 een bezoek bracht aan Moskou, heeft in zijn boek kritiek op Gide. De bevolking zou helemaal niet lui zijn. Hij had zich juist verbaasd over de bedrijvigheid en hard werkende mensen. Lion Feuchtwanger, Moskau 1937: Ein Reisebericht für meine Freunde (Amsterdam 1937). 42 André Gide, Retour, 43-44 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland 25. ‘Ik kom terug op de bevolking van Moskou. Wat het eerst opvalt is hun buitengewone sloomheid. Luiheid ware ongetwijfeld teveel gezegd… Maar het <Stachanovisme> is wel een prachtige uitvinding geweest om er de lauwheid uit te krijgen (vroeger had men daarvoor de knoet). Het Stachanovisme zou overbodig zijn in een land waar iedereen werkt, maar zodra je daarginds de mensen aan zichzelf overlaat, verslappen zij.’ 43 André Gide, Retour 47. 44 Ibidem, 49 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland 29. ‘Daarom krijgt gij iedere maal, wanneer ge met een Rus spreekt, de indruk, alsof gij met allen spraakt.’ 45 André Gide, Retour 53. 39
40
16
pas dans la ligne, elle est honnie. [...] ce que l’on demande à l’artiste, à l’écrivain, c’est d’être conforme; et tout le reste lui sera donné par-dessus.46 Ook op het verloop van de revolutie en haar doelen had Gide commentaar. Er was geen dictatuur van het proletariaat ontstaan, maar een dictatuur van één man, Stalin. De gelijkheid van het volk was alweer verdwenen: naast de zeer vele armen was een nieuwe groep ontstaan, de burgerij. De bevolkingslagen waren met de revolutie afgebroken, maar Gide zag dat alweer een nieuwe aristocratische laag, gebaseerd op kennis, ontstond.47 Voor de revolutie in 1917 had er een burgerij bestaan, maar dan in een andere samenstelling. Gides oordeel over de staat was hard: Et je doute qu’en aucun autre pays aujourd’hui, fût-ce dans l’Allemagne de Hitler, l’esprit soit moins libre, plus courbé, plus craintif (terrorisé), plus vassalisé.48 Voordat Gide het boek liet publiceren, liet hij het eerst aan een aantal vrienden lezen. De reacties waren verschillend. Schiffrin en Guilloux vonden de tekst te hard, waarna Gide de tekst aanpaste door er positieve aspecten aan toe te voegen zoals de vrolijke kinderen die hij had gezien. Daarnaast maakte hij het verhaal minder persoonlijk. Herbart was van mening dat Gide moest wachten met de publicatie van zijn boek tot na de burgeroorlog in Spanje, maar Trotskisten als Victor Serge vonden dit juist weer niet.49 Er ontstond een discussie of Gide het boek wel moest publiceren en of de waarheid wel gezegd moest worden. Belangrijker was de vraag wat de gevolgen van de publicatie zouden zijn. Ook Last vond dat Gide moest wachten met de publicatie. Voordat hij naar Spanje ging had hij nog een ontmoeting met Gide gehad. Last reageerde geschokt op het manuscript: Daar ik hem zelf een groot deel van zijn materiaal verschaft had, kon ik de juistheid der beschreven feiten onmogelijk ontkennen. Desondanks schrok ik ontzettend. Ik was immers nog altijd lid van de partij, en op weg naar Spanje om daar tegen de klassevijand te strijden.50 Last vertrok naar Spanje en werd officier. Op 15 oktober 1936 zond Stalin een telegram aan de Spaanse communistische partij waarin hij concrete steun toezegde bij de strijd tegen het fascisme en waarin hij verklaarde zich het recht voor te behouden om voortaan wapens te leveren aan Madrid. Dit was een radicale ommezwaai in de gedragslijn van Moskou dat tot dan toe de afspraken van het non-interventiecomité gerespecteerd had.51 Last 46 Ibidem, Retour 84-85 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland 50. ‘In Sowjet-Rusland mag een kunstwerk nog zo schoon zijn, als het niet in de lijn is, wordt het met schande overladen [...] Wat men van den kunstenaar, den schrijver verlangt, is dat hij zich laat gelijkschakelen, en al de rest krijgt hij dan op de koop toe.’ 47 André Gide, Retour 64-74. 48 Ibidem, Retour 67 en André Gide, Terug uit Sowjet-Rusland 40. ‘en ik betwijfel het, of heden ten dage in enig ander land, ja zelfs in HitlerDuitsland, de geest minder vrij is, dieper gebukt gaat, vreesachtiger (‘geterroriseerd’ is niet te sterk), kortom erger geknecht is.’ 49 Pierre Lepape, André Gide. Le messager (Parijs 1997) 401. 50 Jef Last, Mijn vriend 136. 51 J.W. Stutje, ‘De communistische jaren van Jef Last’ 63.
17
was zeer ingenomen met dit besluit. Hierdoor plaatste de Sovjetunie zich opnieuw aan het hoofd van de revolutionaire beweging. Hij vroeg dan ook aan Gide om te wachten met het publiceren van zijn boek. De Sovjetunie was de enige mogendheid die volgens de communisten ‘een dam tegen het oprukkende fascisme kon en wilde opwerpen’. Kritiek op de Sovjetunie betekende in die optiek dus een dolkstoot in de rug van de Spaanse Republikeinen.52 Gide overtuigde hem echter van het belang en liet het boek toch drukken. Het is de vraag of Gide het boek ook had laten drukken als Last had volgehouden dat het niet gepubliceerd moest worden.53 Op 13 november werd het boek ‘Retour de l’U.R.S.S.’ gepubliceerd.
De gevolgen voor Gide en Last Er kwam geen reactie van de communisten op het boek waarvan Gides vrienden dachten dat het in zou slaan als een bom. Er was geen enkel commentaar in de belangrijke Franse tijdschriften te vinden over de inhoud van het boek. De Franse Sovjetaanhangers dachten dat het boek en zijn inhoud snel weer naar de achtergrond zou verdwijnen en worden vergeten door geen aandacht aan het boek te schenken. Het boek en Gide negeren was in hun ogen de beste optie. De politieke situatie was te gespannen. In Moskou vonden de showprocessen plaats, in Frankrijk werd de strijd tussen socialisten en communisten steeds heviger (in het voordeel van de communisten) en in Spanje woedde de burgeroorlog. Negatieve publiciteit konden de communistische bewegingen nooit gebruiken. Wel verschenen een aantal reacties over het tijdstip van publicatie. De inhoud werd onaangeroerd, maar over het moment van publicatie waren de critici het eens: te vroeg. Gide kwam in actie tegen het in zijn ogen gevormde ‘complot van stilte’. Hij wilde een reactie op de inhoud en schreef daarom een nieuw boek over zijn ervaringen in de Sovjetunie: ‘Retouches à mon Retour de l’U.R.S.S.’. ‘Retour de l’U.R.S.S.’ had niet goed genoeg zijn ideeën weergegeven. Gide vond het boek teveel een getuigenis van een intellectueel die gefocust was op de vooruitgang van de ziel, ‘Retouches’ was een aanklacht tegen de leugen van de sovjetpropaganda die op alle terreinen toegepast werd: wetenschap, economie, industrie, rechtspraak, cultuur, armoede, enzovoort. Terwijl in ‘Retour de l’U.R.S.S.’ nog enige hoop te bespeuren viel, maakte Gide in ‘Retouches’ duidelijk dat de Sovjetunie niet aan de verwachtingen had voldaan en het vertrouwen had beschaamd. Bij het schrijven van dit boek had Gide gebruik gemaakt van 52
A. Aarsbergen, ‘De afvallige met het slechte geweten’, De Groene Amsterdammer 3 september 1986, 18-19, aldaar 18.
18
literatuur van intellectuelen die niet door een roze bril naar de Sovjetunie keken. Zo vestigde hij zijn aandacht op het opvangsysteem voor kinderen, wat helemaal niet goed bleek te functioneren. Er was slechts plaats voor één op de acht kinderen. In ‘Retour de l’U.R.S.S.’ had hij wel gewezen op de overvloedige maaltijden voor de delegatie, in ‘Retouches’ vergeleek Gide de kosten van zo’n maaltijd à 300 roebel per persoon met het salaris van een arbeider à 5 roebel per dag.54 Hierbij wees hij ook nog op de salarissen die steeds lager werden. Ook het feit dat de verkiezingen niets voorstelden kon hij niet ongemoeid laten. Het proletariaat kreeg volgens hem niet de gelegenheid om op iemand te stemmen die het proletariaat ook daadwerkelijk zou vertegenwoordigen. De politici stonden te ver van de arbeiders af.55 Hij waarschuwde voor een verandering binnen het communisme, het stalinisme dat ontstond. Deze keer reageerden alle Europese, communistische partijen wel en schaarden zich samen tegen Gide. Terwijl de communistische partij in Frankrijk eerder had geprofiteerd van zijn bekendheid door zijn naam onder publicaties te zetten, werd Gides naam nu geweerd uit linkse bladen. Polemici werden ingezet om Gide openlijk te veroordelen.56 In Frankrijk werden beledigende brieven gepubliceerd, in Zwitserland werd hij Gestapo-agent genoemd en ook zijn Russische vriend Ilya Ehrenburg schreef beledigende teksten in een Russisch blad. Gide kreeg geen gelegenheid om een antwoord te schrijven op de beledigingen van Ehrenburg in ‘Vendredi’, het linkse blad in Frankrijk. In plaats van de brief publiceerde de hoofdredacteur Guéhenno een lange open brief over zijn haat voor een schrijver met wie hij vier jaar de Sovjetunie had gesteund. De Duitser Lion Feuchtwanger schreef een artikel in de ‘Pravda’. Hij vond het onwaardig om Gide een socialistische schrijver te noemen. Daarnaast schreef hij een pro-sovjet boek, ‘Moskau 1937’, om het boek van Gide te weerleggen. Hierin haalde hij stellingen van Gide aan om deze te weerleggen, om aan te tonen dat Gide het helemaal verkeerd had gezien. Gides vrienden Pasternak en Eisenstein noemden Gide een fascist en trotskist.57 Pierre Lepape, Gides biograaf, vergeleek alles wat er om Gide gebeurde met de showprocessen in de Sovjetunie. Gide werd van alle kanten belaagd en min of meer gedwongen om zijn fouten te erkennen, iets wat hij niet wilde.58 Omdat het hem onmogelijk
De communisten wilden Last dwingen tot het houden van een negatief betoog over Gide. (zie ‘De gevolgen voor Gide en Last’) Blijkbaar was, volgens hen, de invloed van Last op Gide groot. In hoeverre Last en Gide zelf deze invloed zagen, blijkt niet uit de bronnen. 54 André Gide, Retouches 13-14. 55 Ibidem, 45-49. 56 Herbert R. Lottman, The left bank 116. 57 Lion Feuchtwanger, Moskau 1937: Ein Reisebericht für meine Freunde (Amsterdam 1937) en David Caute, The Fellow-travellers. A postscript to the
53
Enleightenment (Londen 1973) 122. 58
Pierre Lepape, André Gide 407.
19
werd gemaakt een antwoord op welke brief dan ook te publiceren in ‘Vendredi’, zocht Gide naar een ander blad om zijn verhaal te kunnen openbaren. Zijn publicatie in ‘La Flèche’, een tijdschrift van leden van de bourgeoisie, maakte het alleen maar erger voor Gide. Nu werd hij ook van collaboratie met de andere klasse beschuldigd. Ondanks de beledigingen van de communisten die hem steeds meer naar rechts duwden, bleef hij de Spaanse Republiek verdedigen. Rechtse schrijvers probeerden tevergeefs Gide over te halen om zich bij hen aan te sluiten. Gide ging zich steeds minder bezighouden met de politiek. Hij richtte zich weer op de taal en de letterkunde. Het boek van Gide was reeds verschenen toen Last in december het Spaanse front verliet voor een propagandareis naar Frankrijk, België en Nederland. Last nam Gide in bescherming tegen de smaadschriften die over het boek werden uitgestort. Dit betekende niet dat hij het met de inhoud van het boek eens was. Hij vond het boek eenzijdig, oppervlakkig en te weinig aandacht schenkend aan de positieve kanten aan de ontwikkeling van de Sovjetunie. Hij vond echter op dat moment zijn kritiek op het boek minder belangrijk dan dat op de persoon Gide: ce qui importe, c’est que nous, les intellectuels et la jeunesse révolutionnaire du monde, avons besoin de toi et que, par suite de ton livre, la bureaucratie idiote du Parti, par ordre de Moscou, tâche de t’éliminer de notre lutte et des masses qui ont tant commencé à t’aimer.59 Er ontstond een conflict tussen Last en de partij, maar Last bleef zijn Franse vriend steunen. De spanning tussen de partij en Last bereikte een climax in juli 1937. In Madrid en Valencia vond het tweede internationale schrijverscongres plaats, waar intellectuelen hun standpunt over de oorlog in Spanje duidelijk zouden maken. Dit bleek slechts een façade: de Russen wilden dat Last, aanwezig als gast, een vernietigend betoog tegen Gide zou houden ‘volgens het bekende recept, dat men steeds aan een vroegere vriend opdracht gaf de ezelstrap aan de gevallen leeuw te geven’.60 Weer stond Last voor een dilemma: Gide of partijtrouw? Last wilde Gide niet zwart maken en slaagde erin zich te verschuilen achter het feit dat hij het tweede boek van Gide over de Sovjetunie niet had gelezen en zo geen gedocumenteerd betoog kon houden. Hij kreeg gelijk en hoefde geen rede tegen Gide te houden. In Nederlandse kranten werd geschreven over Last. Het communistische ‘Volksdagblad’ berichtte zeer negatief hem. Dit in tegenstelling tot ‘Het Volk’, waarin Last
59 André Gide, Correspondance 38-39. ‘Wat belangrijk is, is dat wij, intellectuelen en jonge revolutionairen, jou nodig hebben. En wat betreft jouw boek: de idiote bureaucratie van de partij, probeert jou, in opdracht van Moskou, bij onze strijd en de mensen die van jou zijn gaan houden weg te houden’. 60 Jef Last, Mijn vriend 148-149.
20
werd geprezen om zijn gedrag tijdens het congres.61 Last kwam onder verdenking te staan. In 1938 verscheen zelfs een rapport van de Nederlandse communistische partij over zijn politieke
betrouwbaarheid.
Hierin
werd
hij
beschuldigd
van
anti-Sovjetisme
en
homoseksualiteit. Ook deed de partij onderzoek naar de banden van Last met de POUM. Ze beschuldigden hem van sympathie en het steunen van de Mei-putsch in Barcelona, hoewel hij in die periode niet in Barcelona was.62 Last werd in zijn bewegingsvrijheid beperkt. Partijleden hielden hem overal in de gaten. Achter de schermen oefenden Gide en zijn vrienden druk uit op de communistische partijtop in Spanje en Nederland om te voorkomen dat Last het lot van vele dissidenten zou ondergaan door in Spanje onder verdachte omstandigheden te verdwijnen.63 Ze hadden succes. Last kreeg toestemming om Spanje te verlaten en naar Scandinavië te gaan voor een propagandareis. Voor zijn vertrek naar Scandinavië ging hij eerst naar Nederland om bij een notaris een verklaring op te laten stellen dat hij geen contacten onderhield/had onderhouden met Trotski. In een Belgisch tijdschrift werd hij hier door een typfout onterecht van beschuldigd. De auteur bedoelde J. Laste en niet J. Last. Dit kan ook gezien worden als een manier om zijn loyaliteit aan de partij te tonen. Omdat hij dacht dat de wereldrevolutie spoedig uit zou breken en dat de partij dan aan democratie zou kunnen werken, bleef hij lid van de partij. In Stockholm hoorde hij het ware verhaal van de POUM-opstand in Barcelona. Ook kwam hij erachter dat Teruel (een plaats aan de Ebro) was gevallen, omdat de Russen geen wapens hadden geleverd. Hij kwam tot het inzicht dat de Sovjetunie wel eens de overwinning van de ‘Spaanse revolutie’ tegen zou kunnen houden. De val van Teruel betekende het einde van zijn partijloyaliteit. Hij zegde zijn lidmaatschap op. Last was eindelijk in staat toe te geven dat de Sovjetunie niet het beloofde land was en dat ook niet zou worden en dat de wereldrevolutie niet zou uitbreken met behulp van de Sovjetunie. 64 J.W. Stutje heeft een andere (psychologische) verklaring gegeven voor het feit dat Last niet meteen na de reis met Gide zijn partijlidmaatschap op had gegeven: Last zou communist zijn gebleven omwille van Gide die graag een proletarische vriend wilde hebben. Last schreef hierover in zijn boek: Gide beeldde zich gaarne in, in mij tenminste één proletarische vriend te bezitten. Hoewel hij natuurlijk zeer goed op de hoogte was van mijn burgerlijke afkomst, probeerde hij deze enkele malen tegenover zijn vrienden koppig te ontkennen. Hij zag mij het
Jef Last, Mijn vriend 143-146. J.W. Stutje, ‘De communistische jaren van Jef Last’ 65 en Jef Last, Mijn vriend 151. 63 Jef Last, Mijn vriend 144. 64 J.W. Stutje, ‘De communistische jaren van Jef Last’ 66-67 en Jef Last, Mijn vriend 171. 61 62
21
liefst in zo eenvoudig mogelijke, schipperachtige kleren.65 Volgens Stutje wilde Last graag aan dit beeld voldoen. Hierdoor zou Gide de mogelijkheid krijgen om via hem in contact te komen met arbeiders. Het lidmaatschap van de partij paste aanvankelijk goed in de door beiden gekoesterde afkeer van de nette intellectuelen, de burgers en de arbeidersaristocratie. Stutje was van mening dat Last bang was om Gide teleur te stellen en dat pas een einde aan deze innerlijke noodzaak kwam toen Gide in conflict raakte met de communistische partij. Last zegde uiteindelijk zijn lidmaatschap op.66 Na zijn vertrek reageerde de partij woest. Nico Rost, een jeugdvriend van Last, mocht in 1938 de ezelstrap uitdelen aan de leeuw. Hij noemde Last een ‘geval’, een deserteur, een Trotskist en avonturier en beschuldigde hem onder andere van samenzwering met de vijand. Daarnaast merkte hij fijntjes op dat: de politiek van Gide, de kinderachtige, domme en oppervlakkige kritiek van Gide op de Sowjet-Unie, tenslotte de kritiek van Last op de SowjetUnie is.67 Last reageerde op de brochure van zijn jeugdvriend in ‘Een antwoord op Het geval Jef Last’ (1938). Hierin leverde hij kritiek op de partij en Nico Rost en eindigde met de volgende woorden: Ik voer den strijd tegen het fascisme, voor de arbeidersklasse verder. Ik doe dat niet als Trotzkist, niet als Sociaal-demokraat, maar als geestelijk vrij mens.68
Conclusie: Retour de L’U.R.S.S. In de zomer van 1936 vertrokken Jef Last en André Gide met hun reisgezelschap naar hun ideale land, de Sovjetunie. Hun ideaalbeeld was weliswaar aangetast door eerdere reizen of verhalen van bekenden, maar nog steeds geloofden ze in het land waar zich een compleet nieuwe, sociale samenleving zou hebben opgebouwd. Beiden zagen in de Sovjetsamenleving een goed alternatief voor hun eigen kapitalistische samenleving, waar economische en politieke problemen heersten. De rondreis stelde hen diep teleur: de Sovjetunie was verre van het ideale land. Er was geen dictatuur van het proletariaat, maar van slechts één man die bepaalde wat de mensen moesten doen en denken. Er was geen plaats meer voor persoonlijkheden, iets wat voor Gide zeer belangrijk was. De arbeiders hadden het zwaar. Zij leefden in bittere armoede. Gide en Last zagen in dat dit land (nog) niet het beloofde land was en namen een negatievere houding aan ten opzichte van de Sovjetunie.
Jef Last, Mijn vriend 13-14. J.W. Stutje, ‘De communistische jaren van Jef Last’ 69 67 N. Rost, Het geval Jef Last: over fascisme en trotzkisme (Amsterdam 1938) 26. 68 Jef Last, Een antwoord op ‘het geval Jef Last’ (Amsterdam 1938) 15.
65 66
22
Gide dacht dat de fouten die op dat moment in de Sovjetunie werden gemaakt onder de aandacht moesten worden gebracht. Van fouten kan men leren, dacht hij. Het land zou de fouten kunnen overwinnen, waarna alsnog de ideale samenleving kon worden bereikt. Met het schrijven van een reisboek volgde hij vele andere politieke toeristen. In het schrijven van een negatief betoog stond hij echter bijna alleen. Last stond voor een groot dilemma. Als hij de waarheid zou openbaren kwam zijn goede band met de communistische partij in gevaar. Over het falen van het communisme als leer wilden Gide en Last niets weten. Het was de Sovjetunie die faalde, niet de ideologie. Last vertrok naar Spanje. Na de publicatie van Gides boek koos hij uiteindelijk toch voor Gide. Het verloop van de burgeroorlog in Spanje zorgde er mede voor dat zijn negatievere houding ten opzichte van de Sovjetunie omsloeg in zeer negatief. De publicatie van de boeken van Gide en de openlijke steun van Last voor Gide had grote gevolgen voor beiden. Communisten in heel Europa schaarden zich samen tegen Gide en Last. De boeken van Gide werden uitvoerig bekritiseerd in tijdschriften en kranten. Ook Gide zelf ontkwam niet aan kritiek. Gide brak met het communisme, stelde zijn diensten niet meer beschikbaar voor de partij waar hij nooit lid van was geweest. Hij ging zich weer op de taal- en letterkunde richten in plaats van op de politiek en de problemen in de maatschappij. Last kwam door het steunen van zijn vriend in conflict met de partij. Deze wilden hem dwingen om een negatief betoog over Gide te houden. Door de beschuldigingen van zijn partij aan zijn adres en het uitblijven van steun van de Sovjetunie in de Spaanse burgeroorlog, brak Last met de partij en zegde de Sovjetunie vaarwel. Hij wilde op zijn eigen manier, ongebonden, de strijd tegen het fascisme en de strijd van de arbeidersklasse voortzetten. Hij bleef radicaal links en was er van overtuigd dat de wereldrevolutie uit zou breken. De veranderde denkbeelden na de reis en de kritiek vanuit de maatschappij zorgden er voor dat Gide en Last binnen twee jaar braken met de communistische partij en de Sovjetunie. De titel van het eerste boek van Gide over de Sovjetunie, ‘Retour de l’U.R.S.S.’ refereerde dus aan een letterlijk èn figuurlijk afscheid van de Sovjetunie.
23
Literatuurlijst
Primaire bronnen Gide, André, Retour de l’U.R.S.S. (Parijs1936). Gide, André, Terug uit Sowjet-Rusland (Amersfoort 1937). Gide, André, Retouches à mon retour de l’U.R.S.S. (Parijs 1937). Gide, André, Journal 1889-1939 (Parijs 1948). Gide, André, Correspondance, 1934-1950 (Lyon 1985). Last, Jef, Een antwoord op ‘het geval Jef Last’ (Amsterdam 1938). Last, Jef, Mijn vriend André Gide (Amsterdam 1966). Rysselberghe, Maria van, Les cahiers de la Petite dame. Notes pour l’histoire authentique d’André Gide. 1929-1937 Cahiers André Gide 5 (Parijs 1974). Rost, N., Het geval Jef Last: over fascisme en trotzkisme (Amsterdam 1938).
Secundaire bronnen Aarsbergen, A., ‘De afvallige met het slechte geweten’, De Groene Amsterdammer 3 september 1986, 18-19. Aarsbergen, A., Verre paradijzen. Linkse intellectuelen op excursie naar de Sovjet-Unie, Cuba en China (Utrecht 1988). Bezemer, J.W., Een geschiedenis van Rusland. Van Rurik tot Gorbatsjov (5e druk, Amsterdam 2001). Caute, David, The Fellow-travellers. A postscript to the Enlightenment (Londen 1973). Conner, Tom, André Gides politics (New York 2001). Feuchtwanger, Lion, Moskau 1937: Ein Reisebericht für meine Freunde (Amsterdam 1937). Koestler, A. e.a., De god die faalde. Ervaringen met het communisme (Amsterdam 1950). Lepape, Pierre, André Gide. Le messager (Parijs 1997). Lottman, Herbert R., The left bank. Writers, artists and politics from the popular front tot the Cold War (Londen 1982). Maurer, Rudolf, André Gide et l’URSS (Berne 1983). Stutje, J.W., ‘Tussen hoop en angst. De communistische jaren van Jef Last’, Maatstaf 10 (1994) 58-71.
24