Notitie
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
Boxmeer, 20 oktober 2015 Afdeling Sociale Zaken I-SZ/2015/1859 / RIS 2015-494
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 2.
Inleiding ........................................................................................................ 3 Inleiding ............................................................................................................. 3 Wat te doen? ....................................................................................................... 3 Instemming gemeenteraad ................................................................................... 3 Wat is het bestaand Rijksbeleid c.q. kader? ............................................................. 4 Vangnetregeling .................................................................................................. 4 Voorwaarden Vangnetregeling ............................................................................... 5 Overschrijding 2015 en oorzaken .................................................................. 6
2.1 Ontwikkeling inkomensdeel WWB/Participatiewet (BUIG) bestand en reintegratiebudget gemeente Boxmeer ........................................................................... 7 3.
Achtergrondinformatie: Arbeidsmarkt in beeld ............................................. 8
3.1 De vraagkant van de arbeidsmarkt ......................................................................... 8 3.1.1 Kanssectoren volgens de Arbeidsmarktmonitor ..................................................... 8 3.2 De aanbodkant: Afstand tot de arbeidsmarkt ........................................................... 8 3.2.1 Ontwikkelingen uitkeringsbestanden .................................................................... 8 4.
Beleid en uitvoering .................................................................................... 10
5.
Maatregelen ................................................................................................ 11
5.1 Instroombeperking ............................................................................................. 5.2 Uitstroombeleid ................................................................................................. 5.3 Overige aandachtspunten ................................................................................... 5.3.1. Optimalisering dienstverlening ......................................................................... 5.3.2. Signalering en fraudealertheid ......................................................................... 5.3.3. Daadwerkelijk sanctioneren ............................................................................. 5.3.4. Debiteurenbeheer/Terugvordering/Verhaal ........................................................ 5.3.5. Handhaving ...................................................................................................
11 12 15 15 15 15 15 16
6.
Risico’s ........................................................................................................ 17
7.
Samenvatting .............................................................................................. 18
8.
Afkortingen ................................................................................................. 19
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
2
1. Inleiding 1.1 Inleiding Per kalenderjaar ontvangt de gemeente een uitkering uit het Fonds Werk en Inkomen: het inkomensdeel of BUIG1-budget. Het inkomensdeel is een niet geoormerkt bedrag, waarvan de kosten van algemene bijstand en de loonkosten van de loonkostensubsidies op grond van artikel 10d Participatiewet (PW) betaald moeten worden. Gemeenten die tekorten hebben op hun inkomensdeel op grond van de Wet werk en bijstand (WWB)/Participatiewet moeten deze tekorten in beginsel opvangen uit eigen middelen. Sinds 2004 bestond de mogelijkheid dat tekortgemeenten onder voorwaarden in aanmerking kunnen komen voor een aanvullend budget, de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU). Indien een gemeente meerdere jaren op rij een IAU had aangevraagd, moest een beroep worden gedaan op een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). De MAU is een voorziening die gemeenten meerjarig financiële compensatie biedt voor een meerjarig tekort dat verklaarbaar is vanuit een aantoonbare verdeelstoornis in het objectief verdeelmodel. De gemeente Boxmeer heeft een MAU-uitkering ontvangen over de jaren 2011-2013. Over 2014 waren de inkomsten ‘in balans’ (minder dan 10% overschrijding van het Rijksbudget) met de uitgaven zodat geen IAU is aangevraagd. Per 1 januari 2015 is niet alleen de Participatiewet in werking getreden maar ook een nieuw verdeelmodel voor de gebundelde uitkering op grond van die wet en is er een vangnetuitkering in de plaats gekomen van de Incidentele Aanvullende Uitkering. Hoewel het nieuwe verdeelmodel moet zorgen voor een betere verdeling van middelen over gemeenten en een adequate prikkelwerking, kan niet worden uitgesloten dat er geen gemeenten meer in financiële problemen kunnen komen als gevolg van tekorten op het bijstandsbudget. Hiervoor is één integraal vangnet ingevoerd, waarbij 2015 geldt als invoeringsjaar. In dit invoeringsjaar wordt volstaan met een eenvoudig vangnet, waardoor gemeenten niet belemmerd worden in een goede invoering van de Participatiewet en tevens ruimte ontstaat om op zorgvuldige wijze te werken aan de meer definitieve vormgeving van het nieuwe vangnet vanaf 2016. 1.2 Wat te doen? Eind 2014 hebben gemeenten kennis kunnen nemen van het toegekende budget voor 2015, waarmee zij kunnen ramen of zij met het budget naar verwachting wel of niet gaan uitkomen. Van gemeenten die voorzien dat zij mogelijk niet gaan uitkomen, mag worden verwacht dat zij maatregelen treffen om het onvoorziene tekort te beperken of te voorkomen en dat de colleges van deze gemeenten hun raden informeren. Voor het in behandeling nemen van een verzoek met betrekking tot 2015 is voldoende dat de gemeente aantoont dat in 2015 een proces in gang is gezet dat gericht is op tekortreductie. De beoordeling van de behaalde resultaten wordt overgelaten aan de gemeenteraad en zal voor de toekenning van de vangnetuitkering geen rol spelen. Voor gemeenten is derhalve belangrijk te onderkennen dat zij in 2015 expliciet een proces van tekortreductie in gang gezet moeten hebben, om in 2016 succesvol een beroep te doen op een vangnetuitkering over 2015. Een eventuele onjuiste inschatting van de tekortontwikkeling en de gemeentelijke sturing daarop, hoort tot het risico van de gemeente. 1.3 Instemming gemeenteraad In deze notitie worden de mogelijke oorzaken en verwachte omvang van het financiële tekort gegeven. Bovendien wordt inzicht gegeven in de wijze waarop wordt geprobeerd 1
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
3
dit tekort te beperken of te voorkomen. De gemeenteraad wordt gevraagd om in te stemmen met de notitie en daarmee met de acties die worden ondernomen om het tekort te verminderen. 1.4 Wat is het bestaand Rijksbeleid c.q. kader? Jaarlijks worden begin oktober door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (MIN SZW) per beschikking de (voorlopige) budgetten bekend gemaakt die gemeenten ontvangen op grond van de Wet Participatiebudget en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (BBZ 2004) voor het komende jaar. De definitieve vaststelling van de budgetten vindt in het daaropvolgende najaar plaats. Voor het vaststellen van het (voorlopig) budget 2015 is voor gemeenten met meer dan 15.000 inwoners vanaf 2015 gebruik gemaakt van een nieuw objectief verdeelmodel. Met het verdeelmodel wordt op basis van objectieve factoren en een statistische analyse geschat wat gemeenten zullen uitgeven aan uitkeringen. Het nieuwe verdeelmodel is ontwikkeld door SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau). De basis voor de verdeling is een statistische analyse dat uitgaat van de kans dat een huishouden bijstand ontvangt. Om de herverdeeleffecten die gepaard gaan met de overgang naar het nieuwe model te beperken en de financiële gevolgen voor gemeenten beheersbaar te houden is een overgangsregime vastgesteld. Voor 2015 en 2016 worden de gemeentelijke budgetten voor 50% op basis van het model vastgesteld en voor 50% op basis van de gemeentelijke lasten in het verleden (2013). Voor 2017 wordt 75% van het gemeentelijk budget op basis van het model berekend, en voor 25% op basis van de gemeentelijke lasten in het verleden. Voor 2018 en verder wordt het budget geheel op basis van het model berekend. 1.5 Vangnetregeling Ondanks de nieuwe systematiek is niet uitgesloten dat een gemeente geconfronteerd wordt met een overschrijding op het BUIG-budget. Als er sprake is van een tekort hoger dan het eigen risico (5%) op het BUIG- budget kan de gemeente een beroep doen op het Rijk voor een vangnetuitkering. Dit is geregeld in artikel 74 PW en het daarop gebaseerde Besluit PW (de artikelen 9, 10 en 10a). Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is ook een nieuw verdeelmodel voor de gebundelde uitkering in werking getreden. De vangnetuitkering is in de plaats gekomen van de IAU. Indien de gemeente aan de voorwaarden voldoet is een eigen risico van 10% van de overschrijding van toepassing. Aanspraak op deze uitkering kan slechts worden gedaan tot en met het uitvoeringsjaar 2014. Een IAU-uitkering kan voor het laatst in 2015 (over 2014) worden aangevraagd. Een MAU-uitkering kan vanaf 2015 niet meer worden aangevraagd. De nieuwe vangnetuitkering wordt trapsgewijs opgebouwd, met voor elke trede een afzonderlijk risico2: 1. De eerste trede heeft betrekking op het tekort dat 5% of minder bedraagt van het aan de individuele gemeente toegekende budget; dit deel van het tekort wordt niet gecompenseerd vanuit de vangnetuitkering en bedraagt het eigen risico 100%; 2. De tweede trede heeft betrekking op het tekort dat meer bedraagt dan 5% van het aan de individuele gemeente toegekende budget, met een maximum van 10%; voor dit deel van het tekort wordt de helft gecompenseerd vanuit de vangnetuitkering en bedraagt het eigen risico 50%.
2
Brief ministerie SZW d.d. 19 juni 2015 inzake stand van zaken verdeelmodel bijstandsbudgetten en informatie over handelswijze verplaatsing uitkeringslasten bijstand op de ZW, WW en WIA
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
4
3. De derde trede heeft betrekking op het tekort dat meer bedraagt dan 10% van het aan de individuele gemeente toegekende budget; dit deel van het tekort wordt volledig gecompenseerd vanuit de vangnetuitkering en bedraagt het eigen risico 0%. De financieringssystematiek sluit aan bij het uitgangspunt van de Participatiewet dat de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid bij gemeenten ligt. Dit geeft gemeenten een prikkel om zoveel mogelijk mensen uit de uitkering en aan het werk te helpen en te houden. Daarom kent de PW – evenals voorheen de WWB - een budgetteringssystematiek in plaats van een declaratiesystematiek. 1.6 Voorwaarden Vangnetregeling Om in aanmerking te komen voor een vangnetuitkering dient bij de aanvraag van een vangnetuitkering het college de volgende vier documenten te overleggen: 1. een globale analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort, mede in het kader van de inwerkingtreding van de Participatiewet en de eerdere financiële resultaten van de uitvoering van de WWB, en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; 2. een brief, of vergelijkbaar document, waarmee het College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad heeft geïnformeerd over de analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot tekortreductie te komen; 3. een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; 4. een overzicht wat de gemeente in 2015 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert. Het officiële verzoek moet uiterlijk 15 augustus 2016 zijn ontvangen door de Toetsingscommissie aanvullende uitkering Participatiewet (Taup).
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
5
1. Overschrijding 2015 en oorzaken De rijksbijdrage voor 2015 in onze begroting bedraagt € 3.704.799,-. Op basis van de cijfers van 1 juli 2015 overschrijden we naar verwachting het Rijksbudget met ruim 12%. Dit is een bedrag van € 469.822. Oorzaken voor de overschrijding: a) de na-effecten van de economische crisis; b) de nieuwe doelgroepen die onder de Participatiewet vallen; c) de verhoogde taakstelling voor de huisvesting van statushouders; d) de aanpassingen in de Wet Werk en Zekerheid (WWZ); e) omvang van het aantal 50+érs. Ad a: De na-effecten van de economische crises. Door toepassing van het Aanvullend Verbeterplan MAU 2011-2013 (door de Raad vastgesteld op 29 maart 2012) nam de instroom vanwege de economische crises pas eind 2013 toe. Er waren voor onze doelgroep (laag opgeleiden) minder banen beschikbaar en daardoor bleef de uitstroom achter in vergelijking met voorgaande jaren. Ondanks een krappe arbeidsmarkt in 2012 is nog een hoge uitstroom gerealiseerd. Klanten waren al in een vergevorderd stadium van hun traject en waren hierdoor relatief gezien makkelijker bemiddelbaar naar de reguliere arbeidsmarkt. In 2013 kon niet meer van dit voordeel geprofiteerd worden. In 2014 is het bestand toegenomen (van 250 naar 285). In 2015 zien we een stabilisatie van het bestand. Ad b: De nieuwe doelgroepen die onder de Participatiewet vallen. Met ingang van 2015 krijgen jonggehandicapten die nog wel arbeidscapaciteit hebben geen Wajong (Wet werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten) meer. Deze jongeren zullen zich melden bij de gemeente voor het aanvragen van een bijstandsuitkering. Weliswaar kunnen deze mensen aan het werk, maar daar is vaak een voorziening voor nodig (bijvoorbeeld loonkostensubsidie of intensieve begeleiding). De nieuwe doelgroep is in hoge mate afhankelijk van de voorzieningen die de Participatiewet biedt om aan het werk te gaan en is daarmee een ‘zwaardere’ groep om te bemiddelen. Daarnaast is er geen instroom meer in de Wsw (Wet Sociale Werkvoorziening) vanaf 2015. Ook mensen met een gemeentelijke uitkering konden als zij tot de doelgroep hoorden en er plaats was in dienst komen bij het Wsw-bedrijf (uitvoeringsorganisatie IBN). Dit is nu niet meer mogelijk. Deze mensen behouden dus hun recht op een gemeentelijke uitkering. Ad c: De verhoogde taakstelling voor de huisvesting van statushouders De taakstelling is vanaf 2012 fors toegenomen (zie tabel) en vraagt veel inzet van alle betrokken partijen om huisvesting te regelen. In de bijstand is dit een groep waarbij de weg naar werk meestal langer duurt vanwege taalachterstand, fysieke en psychische beperkingen door traumatische ervaringen.
Taakstelling
2012 8
2013 17
2014 27
2015 493
Ad d: Aanpassingen in de Wet werk en zekerheid. Door deze wet ontvangt men minder lang WW en doet men eerder een beroep op de PW.
3
Taakstelling geheel 2015. Stand voor zover bekend op 1 juli 2015. Gelet op ontwikkelingen is het mogelijk dat taakstelling 2015 wordt opgehoogd.
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
6
Ad e: Omvang van het aantal 50+érs Boxmeer heeft een fors bestand 50+’ers. Van de 318 uitkeringen die er worden verstrekt, zijn er 91uitkeringen aan de groep 50 t/m 59 jaar en 61 aan de groep 60+. Totaal is dit is 41,5% van het gehele bestand. Deze doelgroep heeft ook in de landelijke politiek de aandacht, omdat de kansen op uitstroom beperkt zijn. 2.1 Ontwikkeling inkomensdeel WWB/Participatiewet (BUIG) bestand en reintegratiebudget gemeente Boxmeer 2011
2012
2013
2014
2015
3.390.999
3.379.314
3.506.758
4.063.394
4.174.6214
2.698.783
3.172.804
3.700.920
3.700.920
3.704.799
692.216
206.510
194.162
331.412
469.822
-25.6%
-6,5%
-5,2%
-8,8%
-12,7%
422.338
0
0
0
191.962 (naar schatting)
257
257
268
296
3147
13.195
13.149
13.085
13.728
13.295
592.011
297.151
292.110
285.014
273.942 (en 100.000 opplussing)
2303
1156
1090
963
872 en 1191(incl. 100.000 opplussing)
Uitgaven Rijksbijdrage Overschrijding
Af: 10% t.o.v. rijksbijdrage voor rekening van gemeente5 IAU/MAU6 TAUP 2015 Gemiddeld aantal klanten op jaarbasis Gemiddelde uitgave per klant op jaarbasis Ontwikkeling reintegratiebudget8 Gemiddeld per klant te besteden aan re-integratie op jaarbasis
4
Betreft raming uitgaven 2015. Op basis van deze raming is de overschrijding, het percentage en eventuele vangnetuitkering berekend. 5
Voor 2015 is het percentage gewijzigd ( zie tekst notitie). In de vangnetregeling tot 01 januari 2015 was sprake van 10% eigen risico. 6
IAU= Individuele aanvullende uitkering ( vangnetsysteem tot 2015). In de periode 2011-2013 heeft de gemeente Boxmeer een Meerjarige Aanvullende Uitkering ontvangen. In 2014 kan geen aanspraak worden gemaakt op een IAU omdat het tekort minder dan 10% bedroeg ondanks dat werd voldaan aan het criterium dat er sprake was van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. 7
Gemiddeld op jaarbasis 2015 stand tot en met augustus 2015
8
Betreft werkdeel
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
7
2. Achtergrondinformatie: Arbeidsmarkt in beeld 3.1 De vraagkant van de arbeidsmarkt Boxmeer maakt onderdeel uit van de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant. Het UWV stelt periodiek een arbeidsmarktanalyse op. Uit de laatste rapportage blijkt dat zorg & welzijn, zakelijke diensten, industrie en detailhandel in de arbeidsmarktregio belangrijke sectoren zijn (59% van alle banen). Ten opzichte van Nederland valt het op dat het aandeel banen in de industrie, de bouw, onderwijs en zorg & welzijn hoog is. Dit maakt de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant een conjunctuurgevoelige regio. Vooral de bouw en industrie hebben een hoog aandeel in de banen in de regio. Als er sprake is van een economische recessie wordt dat in onze arbeidsmarktregio gevoeld. Gaat het economisch beter, dan merkt de regio dit ook bij de sectoren als bouw en industrie. 3.1.1 Kanssectoren volgens de Arbeidsmarktmonitor In Noordoost-Brabant laten de meeste sectoren een stabilisatie of lichte groei van het aantal vacatures zien. Alleen in de financiële dienstverlening en horeca daalt het aantal ontstane vacatures. De grootste toename is te zien bij openbaar bestuur. Dit is opvallend gezien de krimp van de werkgelegenheid in het openbaar bestuur. Dat is echter een relatief kleine sector in de regio. De combinatie van bezuinigingen en onzekerheid over toekomstige budgetten zorgt voor de sterke krimp in zorg & welzijn. Hoewel licht ondervertegenwoordigd in de regio is de sector zorg & welzijn met een groot volume aan banen en vacatures belangrijk voor onze regio. Verder is het belang van de industrie opvallend. De industrie is zowel groot in omvang als sterk oververtegenwoordigd in de regio. Het aantal banen in de industrie krimpt nog steeds, maar het aantal vacatures blijft min of meer stabiel. Ook in een krimpende sector zijn er dus nog steeds vacatures. 3.2 De aanbodkant: Afstand tot de arbeidsmarkt Over het algemeen geldt dat de afstand tot de arbeidsmarkt van het grootste deel van de Participatiewetpopulatie groter is dan die van WW-uitkeringsgerechtigden. De PWwerkzoekende beschikt over het algemeen over een lager opleidingsniveau, heeft een korter arbeidsverleden en oefent een beroep uit waarvoor de kansen op de arbeidsmarkt kleiner zijn. Daarnaast is er bij deze doelgroep steeds vaker sprake van meerdere belemmeringen op het persoonlijke vlak (zoals schuldenproblematiek, echtscheiding, psychische en lichamelijke beperkingen e.d.). 3.2.1 Ontwikkelingen uitkeringsbestanden 3.2.1.1. UWV/WW-uitkering Het aantal WW-uitkeringen in Noordoost-Brabant is in het afgelopen jaar toegenomen. In de periode juni 2013 tot en met juni 2014 steeg het aantal WW-rechten in NoordoostBrabant met 12%. Deze stijging is nagenoeg gelijk aan de landelijke toename van 13%. Eind juni 2014 telde Noordoost-Brabant 16.000 WW-uitkeringen. Het regionale WWpercentage (dit is het aandeel WW-uitkeringen ten opzichte van de beroepsbevolking) van 5,5% lag daarmee een fractie hoger dan het landelijke WW-percentage van 5,4% Het percentage WW-uitkeringen per 1 juli 2015 is 4,4% van de beroepsbevolking. Dit is 0,5% lager dan het gemiddelde in onze arbeidsmarktregio. 3.2.1.2. Gemeente/Participatie-uitkering Het aantal WWB-uitkeringen in Noordoost-Brabant is in de periode van december 2012 tot en met december 2013 met 800 (+11%) toegenomen tot 8.000 WWB-uitkeringen. Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
8
Landelijk bedroeg de toename 9%. De toename van het aantal WWB-uitkeringen is minder groot dan de toename van het aantal WW-uitkeringen (+26%) in dezelfde periode. Het groeitempo van de WWB neemt echter toe, terwijl dat van de WW afvlakt. Naarmate de recessie langer duurt, groeit het aantal werkzoekenden waarvan de WWuitkering eindigt zonder dat er werk is gevonden. Toch is er geen sprake van een massale doorstroom naar de WWB. Bron: Regio in Beeld 2014 Noordoost-Brabant. Het aantal WWB/Participatie-uitkeringen dat verstrekt werd, is als volgt: 1-1-2014: 249 personen 1-7-2014: 263 personen 1-1-2015: 287 personen 1-7-2015: 280 personen Aantal IOAW/Z-uitkeringen dat is verstrekt: 1-1-2014: 24 personen 1-7-2014: 27 personen 1-1-2015: 29 personen 1-7-2015: 32 personen
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
9
3. Beleid en uitvoering In het beleid Participatiewet is de focus gelegd op werk. Samenvattend is onze visie op werk: • • • • • •
Werk leidt tot economische zelfstandigheid Werkloosheid beïnvloedt de gezondheid, het welzijn, de financiële situatie en de woonomgeving van betrokkene en gezin Werk leidt tot integratie, zowel in de eigen directe leefomgeving als in maatschappelijk verband Werk structureert het leven Werk bevordert de persoonlijke ontwikkeling Werk, tenzij…… dat is de kern bij het verstrekken van bijstand.
Mensen die geen betaald werk hebben en geen eigen mogelijkheden hebben om in hun eigen levensonderhoud te voorzien worden door de gemeente bijgestaan met (aanvullend) inkomen tot het moment dat zij aan het werk zijn. Bij elke aanspraak op bijstand staat de kortste weg naar werk voorop. Ontheffing van de arbeidsplicht gebeurt op individuele gronden en niet omdat de werkzoekende tot een bepaalde groep behoort. Ontheffing is altijd tijdelijk. Het aanvaarden van werk is voor iedere werkzoekende, die nog niet de pensioengerechtigde-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, een verplichting. Er is geen sprake van vrijblijvendheid. Natuurlijk kunnen er omstandigheden zijn waardoor iemand de arbeidsmarkt (nog) niet kan betreden. De gemeente kan gerichte ondersteuning (op basis van maatwerk) bieden om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Waarbij we uitgaan van eigen verantwoordelijkheid (zelfregie), eigen netwerk en eigen mogelijkheden.
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
10
4. Maatregelen 5.1 Instroombeperking De werkwijze voor het beperken van instroom in de uitkering in de gemeente Boxmeer is voortgekomen uit het project ‘Heroriëntering op Rechtmatigheid’. Met dit project is de dienstverlening aan de klant verbeterd waardoor er ruimte vrij is gekomen om de klant op maat te ondersteunen op zijn weg naar onafhankelijkheid. De hoofdlijnen van het hoogwaardig handhaven, te weten preventie en repressie, vormden hiervoor de uitgangspunten. Enerzijds is het doel om klanten vroegtijdig voor te lichten over rechten en plichten en de dienstverlening richting klanten te optimaliseren (preventie). Anderzijds wordt er gekeken naar het vroegtijdig constateren van oneigenlijk gebruik en het daadwerkelijk sanctioneren indien er sprak is van misbruik (repressie). Het eerder vastgestelde beleid is in de loop van de jaren herijkt aan de hand van ervaringen uit de praktijk. Uit onderstaande tabel blijkt dat er aan de poort wel degelijk instroom wordt voorkomen.
Aantal aanvragen (Bbz 2004, IOAW/IOAZ, WWB/Participatiewet Aantal intrekkingen Aantal afwijzingen Aantal niet in behandeling genomen aanvragen Aantal toekenningen (instroom)
2013
2014
2015
177
183
859
20 12 26
9 14 22
7 13 10
119
138
55
Om instroom te beperken is in de gemeente Boxmeer het volgende georganiseerd: Poortwachtersfunctie van de klantmanager Participatiewet Sinds april 2012 wordt de uitkeringsintake weer door de afdeling Sociale Zaken uitgevoerd. Direct bij de ‘deur’ worden instrumenten (o.a. zoekperiode) ingezet om de instroom te beperken. In het kader van de poortwachtersfunctie bepalen de klantmanagers Participatiewet het recht op bijstand met onder andere de DPS-matrix waarmee de kansen en risico’s van de klant in beeld worden gebracht. Daarnaast is de poortwachtersfunctie versterkt met de komst van een handhaver. Door het overbrengen van kennis, ervaring en vaardigheden, draagt de handhaver ook bij aan de verdere professionalisering van de klantmanager. Een strenge invulling van de poortwachtersfunctie teneinde onterechte instroom van nieuwe klanten te voorkomen blijft speerpunt van beleid. Daarom investeert de gemeente in de kwaliteit en effectiviteit van de poortwachtersfunctie en zal dit de komende jaren blijven doen. Jongeren tot 27 jaar gaan terug naar school Jongeren die nog onderwijs kunnen volgen, hebben in principe geen recht op bijstand maar studiefinanciering. Dat geldt vooral voor jongeren die geen startkwalificatie hebben. (Startkwalificatie is minimaal mbo-niveau 2 opleiding of een havodiploma). Van jongeren die al wel een startkwalificatie hebben behaald, wordt verwacht dat ze 9
Aantallen per 1 augustus 2015
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
11
via een opleiding de kans op werk vergroten. Zoekperiode <27 (verplicht) en 27> Jongeren moeten in de Participatiewet (en voorheen WWB) actief op zoek naar werk of naar een opleiding. In de eerste vier weken na de melding, de zoekperiode, mag nog geen uitkering worden aangevraagd10. Dit sluit aan bij de visie die de gemeente onderschrijft: a. Stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid. De jongere zoekt eerst zelf vier weken naar werk of scholing, voordat er aanspraak gemaakt wordt op een uitkering. b. Het activerende karakter staat voorop. c. Ondersteuning naar werk en een uitkering is er alleen voor de doelgroep die het echt nodig heeft. Door het College is in 2012 besloten om de zoektijd ook op te leggen aan personen van 27 jaar en ouder. Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is het genomen besluit gehandhaafd mede vanwege de positieve resultaten in de periode van de MAU-uitkering. Informatievoorziening Het vroegtijdig informeren van onze klanten is het eerste preventieve risico-element als het gaat om handhaving. Als klanten weten wat hun rechten en plichten zijn, kunnen zij deze ook makkelijker naleven. Het resultaat dat bereikt moet worden is dat de klanten geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten en over de wijze van controle en dat de klantmanagers op een eenduidige wijze informeren, begeleiden en controleren. Om dit te bereiken wordt een digitale informatiemap beschikbaar gesteld via de gemeentelijke website. Deze klantenmap bevatte gegevens over de uitkering en over de minimaregelingen. Voor klanten (die niet over internet beschikken of hier onvoldoende mee overweg kunnen) bestaat de mogelijkheid om een geprinte versie van de informatiemap te ontvangen. Klanten worden geattendeerd op de vindplaats welke goed bereikbaar is. 5.2 Uitstroombeleid In het participatiebeleid van de gemeente Boxmeer ligt de focus op werk. Werk…… tenzij, dat is de kern bij het verstrekken van bijstand. Mensen die geen betaald werk hebben en geen eigen mogelijkheden om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, worden door de gemeente bijgestaan met (aanvullend) inkomen tot het moment dat ze aan het werk zijn. Bij elke aanspraak op bijstand staat de weg naar (gedeeltelijk) werk voorop. Het aanvaarden van werk is voor iedere werkzoekende, die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, een verplichting. Er is geen sprake van vrijblijvendheid. Natuurlijk kunnen er omstandigheden zijn waardoor iemand de arbeidsmarkt (nog) niet kan betreden. De gemeente kan dan ondersteuning bieden om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Dat wordt gedaan op basis van maatwerk. Om dit zoveel mogelijk te bewerkstelligen en te stimuleren zijn er diverse instrumenten. In deze notitie wordt de actuele situatie kort beschreven. Het spreekt voor zich dat dit een dynamisch proces is. Nieuwe instrumenten kunnen worden toegevoegd en van bestaande instrumenten die onvoldoende resultaat opleveren wordt afscheid genomen.
10
Projectdeelname Actief. Vanaf 1 juli 2014 is Stichting Actief de re-integratiepartner (hoofdaannemer) van de gemeente Boxmeer. Deze partij is in staat om de ‘nieuwe’ doelgroep (hun core-business) te bedienen en kan de gemaakte afspraken zonder problemen
Dit is niet van toepassing voor personen die vanuit een WW-uitkering aan aanvraag indienen.
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
12
nakomen. Stichting Actief denkt oplossingsgericht mee met de betreffende doelgroep/klant en durft risico’s te nemen.
Nadat een klant voor een uitkering in aanmerking is gekomen en ondersteuning nodig heeft om een plek op de reguliere arbeidsmarkt te verkrijgen, vindt direct doorverwijzing plaats naar Stichting Actief. Aan de hand van een intakegesprek wordt beoordeeld of de klant geplaatst kan worden op één van de projecten. Dit kan zijn één van de Groenprojecten van de gemeente Boxmeer, textielproject, fietsenproject, project wood-product voor het maken van kistjes en het project aquaponics (een methode om voedsel te verbouwen, waarbij het kweken van waterdieren, wordt gecombineerd wordt met het kweken van planten in water). Op deze projecten kunnen de deelnemers/klanten werkervaring (door middel van werkervaringsplaatsen) opdoen voor een periode van 3 (maximaal 6) maanden. Op deze manier bouwen de deelnemers ervaring op en onderhouden ze die, wat de kans op een betaalde baan vergroot. Dit betekent onder andere dat deelnemers: • structuur en ondersteuning krijgen bij activiteiten; • vaardigheden aanleren bij het zoeken naar werk. Tijdens het traject bij Stichting Actief kunnen de deelnemers extra hulp krijgen in de vorm van wekelijkse groepsbijeenkomsten, jobcoaching en aanvullende cursussen (bijvoorbeeld taal en rekenen). De wekelijkse groepsbijeenkomsten vinden plaats in het gemeentehuis van Boxmeer. De bijeenkomsten worden verzorgd door een jobcoach van de gemeente waarbij de deelnemers hulp krijgen bij het vinden van passende vacatures, een stageplaats of een proefplaatsing. De cursussen taal en rekenen worden verzorgd door ROC de Leijgraaf. Maatwerk Wordt door onze eigen klantmanagers Participatiewet verzorgd. De klantmanager houdt zich naast rechtmatigheid ook bezig met doelmatigheid. Dit zorgt ervoor dat de focus van de klantmanager onder andere is gericht op het vinden van betaald werk of het zetten van stappen om dichterbij betaald te werk te komen. De klantmanagers verzorgen zelf de ‘match’ tussen de klant en de werkgever. Samenwerking accountmanager Economische Zaken Meer dan ooit moeten we als gemeente een beroep doen op ondernemers om binnen hun bedrijven arbeidsplaatsen te creëren voor werkzoekenden met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt. De accountmanager economische zaken is, sinds 2012 als gevolg van de Meerjarige Aanvullende Uitkering het aanspreekpunt voor de Boxmeerse werkgevers en benadert vanuit deze rol actief werkgevers. Er wordt niet alleen aanbodgericht maar ook vraaggericht gewerkt. Door de korte lijnen kunnen bijstandsgerechtigden sneller geplaatst worden op een werkervaringsplaats of een reguliere arbeidsplaats. Samenwerking met uitzendbureaus. Ingezet wordt op een match tussen vacatures van werkgevers en klanten van de gemeente. Periodiek worden door de gemeente speeddates georganiseerd om op een snelle wijze matches tot stand te brengen. De effectiviteit van het instrument is hoog waardoor het instrument gehandhaafd blijft. Informatie-uitwisseling met het UWV. Het doel informatie te delen tussen het UWV en gemeente over beschikbare vacatures en beschikbare kandidaten in de arbeidsmarktregio. Hierdoor kunnen er snelle “matches” worden gemaakt en kan de uitstroom naar werk bespoedigd worden. Pilot IBN In de regio Noordoost-Brabant loopt vanaf oktober 2014 tussen de 11 gemeenten en IBN een pilot om de vacatures die bij IBN door de uitstroom uit de Wsw, ontstaan in te vullen met uitkeringsgerechtigden. In de pilot worden mensen uit ons bestand ‘met een afstand tot de arbeidsmarkt’ aan een baan geholpen. Voor
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
13
2015 is de taakstelling voor de gemeente Boxmeer: 8,6 FTE. De taakstelling voor 2016 bedraagt: 16,7 FTE. De re-integratie instrumenten (dynamisch) In verband met de inwerkingtreding van de Participatiewet is in samenwerking met de regiogemeenten uit de arbeidsmarktregio een re-integratieverordening, inclusief beleidsregels, opgesteld. Dit is in groter verband opgesteld om te voorkomen dat er ongelijkheid ontstaat binnen de arbeidsmarktregio tussen uitkeringsgerechtigden uit de verschillende gemeenten. De instrumenten die in deze verordening zijn opgenomen kunnen worden ingezet om (gedeeltelijke) uitstroom naar (betaald) werk te bewerkstelligen. Dit wordt gedaan op basis van maatwerk. Loonkostensubsidie Met de komst van de Participatiewet kan loonkostensubsidie ingezet worden voor personen met een beperkte loonwaarde. Deze personen zijn niet in staat om zelf het wettelijk minimumloon te verdienen. De betalingen worden vanuit het inkomensdeel gedaan. Parttime werk Parttime werk wordt gezien als eerste stap richting volledige uitstroom uit de uitkering door betaald werk of is soms het hoogst haalbare. Om dit te stimuleren en te belonen kan een inkomstenvrijlating worden toegepast. Social return on investment (SROI) Social return staat midden in de belangstelling als instrument om baankansen te creëren voor de doelgroep Participatiewet en arbeidsgehandicapten en wordt als item meer en meer opgenomen in aanbestedingen vanuit gemeenten. Hiermee worden partijen aan wie de opdracht wordt gegund ‘verplicht’ bij de uitvoering van de aanbesteedde werkzaamheden kandidaten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten of op een andere manier invulling te geven aan deze ‘verplichting’. Natuurlijk geldt hetzelfde voor de gemeente als werkgever en aanbieder van leer-/werkplekken. De gemeente Boxmeer heeft Social Return in haar aanbestedingsbeleid opgenomen en past dit toe bij haar aanbestedingen. Hierbij is het van belang dat de contracten waarin dit is opgenomen ook worden nageleefd en dat hier actief mee aan de slag wordt gegaan. De komende jaren zal door de gemeente verder invulling worden gegeven aan Social return. Inzet om extra uitstroom te realiseren voor statushouders In hoofdstuk 2 is geschreven over de forse toename van het aantal statushouders. Dit is een groep waarbij de weg naar werk, door omstandigheden (taalachterstand, fysieke en/of psychische beperkingen) meestal langer duurt. Om de integratie van de toegenomen groep op te vangen statushouders voorspoedig te laten verlopen zijn bij ROC de Leijgraaf extra (maatwerk) cursussen ingekocht. Gemeente als werkgever Vanuit het landelijk sociaal akkoord 2013 komt naar voren dat niet alleen van het bedrijfsleven wordt verwacht dat zij garantiebanen creëert voor werkzoekenden met een arbeidshandicap/grote afstand tot de arbeidsmarkt, maar dat ook de overheid garant staat voor het creëren van banen voor deze doelgroep. Ter stimulering van de werkgelegenheid en als uitvloeisel van de afspraken in het Sociaal Akkoord 2013 over de Participatiewet is in de cao gemeenten 2013-2015 opgenomen dat in de sector gemeenten per 1 januari 2016 630 banen gerealiseerd zullen zijn voor mensen met een arbeidsbeperking. Hierna worden jaarlijks 525 banen voor deze groep gerealiseerd. Dit zijn extra banen: het genoemde aantal komt dus bovenop dat van de mensen met een beperking die al in dienst zijn bij gemeenten. Werkloze jongeren met een Wajong-uitkering en mensen op de wachtlijst voor een plaats binnen een SW-bedrijf krijgen hierbij prioriteit. Bij de gemeente Boxmeer werken momenteel 211 medewerkers (incl. Griffie en excl. College). Voor de gemeente Boxmeer betekent dit bij ontstane formatie in
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
14
de bedrijfsvoering trachten één arbeidsgehandicapte in dienst nemen in 2015 en opnieuw telkens één in de jaren er opvolgend. Om op de juiste wijze vorm te geven aan de afspraak die de LOGA partners hebben afgesproken in de cao gemeenten heeft de gemeente Boxmeer de samenwerking opgezocht met het Werkgeversservicepunt Noordoost-Brabant. Dit om bij het wervingsproces voor het invullen van vrijgevallen formatie te kunnen toetsen aan het doelgroepenregister met het doel een mogelijke match tot stand te brengen en zo actief bij te kunnen dragen aan de afspraken vanuit het Landelijk sociaal akkoord 2013. 5.3 Overige aandachtspunten Naast aandacht voor instroom en uitstroom wordt ingezet op: 5.3.1. Optimalisering dienstverlening Voor optimalisatie van de dienstverlening en de vorming van klantvriendelijker beleid is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de positieve en negatieve ervaringen van klanten met de dienstverlening van de gemeente. Het periodiek overleg met de Burgerparticipatieraad en het houden van klanttevredenheidsonderzoeken vormen mede de voedingsbodem om verbeteringen aan te brengen in het dienstverleningsconcept. Van belang hierbij is het vergroten van het gemak voor de klant en het wegnemen van organisatorische drempels die tot irritaties leiden. Zo kunnen bijvoorbeeld gegevens waarover de afdeling Sociale Zaken reeds beschikt periodiek op voorbedrukte formulieren ter verificatie aan de klant worden voorgelegd. Dit neemt onnodige irritaties weg en zal mogelijk bijdragen aan een spontanere naleving van regels (rechtmatigheid) en het geen beroep meer doen op een uitkering (doelmatigheid). Voorts werkt de afdeling sinds 2010 met de DPS-matrix (instrument waarmee de kansen en risico’s van de klant worden bepaald). Aan de hand van het vastgestelde klantprofiel kan gerichte dienstverlening worden aangeboden. De diversiteit binnen het klantenbestand maakt individueel maatwerk noodzakelijk. 5.3.2. Signalering en fraudealertheid Fraudealertheid is onderdeel van alle werkprocessen van de afdeling Sociale Zaken. De gemeente werkt voortdurend aan deskundigheidsbevordering van de klantmanagers om op deze wijze de handhavingstaken in de eigen uitvoeringspraktijk te borgen. De uitwerking hiervan wordt bereikt door coaching op de werkvloer door de handhaver. Op deze wijze worden kennis en vaardigheden ‘on the job’ eigen gemaakt. Bij de onlangs gehouden aanbesteding Handhaving 2015-2017 nam het coachen van de klantmanagers in de opdracht een belangrijke plaats in. 5.3.3. Daadwerkelijk sanctioneren Beleidsuitgangspunt is dat bij het niet nakomen van de verplichtingen consequent, zakelijk en snel wordt opgetreden. De gemeente Boxmeer voert een ‘lik-op-stuk-beleid’ dat inhoudt dat bij verwijtbaar gedrag een maatregel wordt opgelegd, snel wordt teruggevorderd en geïncasseerd. Evenals in de WWB is in de Participatiewet dit onderdeel nadrukkelijk een punt van aandacht (‘streng maar rechtvaardig’). Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is de Afstemmingsverordening aangepast. Toepassing van de verordening vindt consequent plaats waarbij aandacht is voor de individuele situatie van de klant. 5.3.4. Debiteurenbeheer/Terugvordering/Verhaal In het gemeentelijk beleid is geregeld of en wanneer het college gebruik maakt van haar bevoegdheid tot terugvordering. Uitgangspunt binnen de gemeente Boxmeer is dat ten onrechte ontvangen bijstand altijd wordt teruggevorderd, immers ‘fraude mag niet lonen’. Het sluitstuk van handhaving is namelijk dat alle besluiten over het opleggen van Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
15
een maatregel en/of terugvordering van de uitkering ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. De vorderingen maken deel uit van het debiteurenbeheer. Dit beleid wordt conform de vastgestelde beleidsregels uitgevoerd. Middels een zogenaamde ‘veegronde’ worden een aantal beleidsregels (waaronder de beleidsregels Terug- en invordering) opnieuw aangepast en vastgesteld als gevolg van wijzigingen in de Participatiewet. In 2012/2013 is het project ‘Terugvordering op maat (TOM)’ uitgevoerd. Doelstelling was om meer betalende debiteuren te creëren. Op deze wijze is de dienstverlening verbeterd door het duidelijk en tijdig informeren van de klant. Hierdoor is gezorgd voor ‘blije’ betalers. De destijds ontwikkelde werkwijze wordt tot op heden, met gedane bijstellingen, nog steeds toegepast. Voordeel is dat de vorderingen volledig in beeld blijven en dat de deskundigheid van de medewerkers voortdurend wordt aangescherpt. 5.3.5. Handhaving De gemeente Boxmeer heeft medio 2015 een 2-jarige overeenkomst afgesloten met HNG (Handhaving Nederlandse Gemeenten) voor het uitvoeren van handhavingstaken op locatie. De handhaver zal d.m.v. ‘coaching on the job’ kennis en vaardigheden overbrengen aan de klantmanagers. Naast het afhandelen van signaleringsonderzoeken ligt de focus op het versterken van de poortwachtersfunctie en het uitvoeren van huisbezoeken. Zoals eerder gezegd blijft een strenge invulling van de poortwachtersfunctie, teneinde onterechte instroom van nieuwe klanten te voorkomen, speerpunt van beleid. Daarom investeert de gemeente voortdurend in de kwaliteit en effectiviteit van de poortwachtersfunctie en zal dit in de komende jaren blijven doen. Met de inwerkingtreding van de Participatiewet wordt het protocol Huisbezoek opnieuw vastgesteld. Ook de werkinstructies worden aan de nieuwe regelgeving aangepast. Voor het afleggen van huisbezoeken vindt voortdurend coaching door de handhavingsmedewerker plaats.
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
16
5. Risico’s De vangnetuitkering biedt gemeenten financiële compensatie voor grote tekorten op het BUIG-budget. Als het tekort op het BUIG-budget in 2015 hoger is dan 5% kan een verzoek worden ingediend om in aanmerking te komen voor een vangnetuitkering. Het verzoek dient uiterlijk op 15 augustus 2016 ingediend te worden. Om aanspraak te kunnen maken op de vangnetuitkering 2015 moet de gemeente aan een aantal voorwaarden voldoen. Als de gemeente voorziet dat zij mogelijk niet uitkomt met het budget verwacht het Min SZW dat de gemeente maatregelen neemt om het voorziene tekort te beperken of te voorkomen en dat het college de raad informeert. Voor het in behandeling nemen van een verzoek met betrekking tot 2015 is het voldoende dat de gemeente aantoont dat in 2015 een proces is ingezet dat gericht is op tekortreductie. De beoordeling van de behaalde resultaten wordt niet inhoudelijk getoetst door het Min SZW maar wordt overgelaten aan de gemeenteraad en zal voor de toekenning van de vangnetuitkering geen rol spelen. Het Min SZW toetst procedureel. Daarom moet het college bij de indiening van het verzoek 2016 een aantal documenten toevoegen (zie hoofdstuk: 1.6) Als niet wordt ingestemd met de analyse en voorgestelde maatregelen, dan bestaat er geen recht op een tijdelijke vangnetuitkering en komt het tekort volledig ten laste van de gemeente. Daarnaast bestaat altijd de mogelijkheid dat de toetsingscommissie, ondanks de genomen maatregelen, kan besluiten niet (volledig) mee te gaan met het voorstel. Op basis van de cijfers van 1 juli 2015 zal het beroep op de vangnetuitkering € 312.861,bedragen. Factoren die van invloed kunnen zijn op het uiteindelijke resultaat zijn: 1. Definitieve toekenning van het Rijksbudget in oktober 2015; 2. De instroom van nieuwe klanten tot 1 januari 2016; 3. De uitstroom van bestaande klanten tot 1 januari 2016; 4. De instroom van de verhoogde taakstelling statushouders tot 1 januari 2016.
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
17
6. Samenvatting Om op basis van de nieuwe regels in aanmerking te kunnen komen voor aanvulling op het tekort van de gebundelde uitkering 2015 moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: 1. een globale analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort, mede in het kader van de inwerkingtreding van de Participatiewet en de eerdere financiële resultaten van de uitvoering van de WWB, en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; 2. een brief, of vergelijkbaar document, waarmee het College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad heeft geïnformeerd over de analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot tekortreductie te komen; 3. een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; 4. een overzicht wat de gemeente in 2015 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert. Met dit document is aan de eis om een analyse te maken voldaan. De inzet/wijzigingen die sinds medio 2012 (als gevolg van de MAU) zijn doorgevoerd hebben er voor gezorgd dat ondanks de economische crisis de overschrijding op het inkomensdeel beperkt is gebleven (binnen het eigen risico van 10%) en er geen beroep behoefde te worden gedaan op de IAU. De maatregelen die getroffen zijn om dit te bereiken willen we continueren en daar waar nodig bijstellen als gevolg van wijzigingen van de Participatiewet. In de raadsvergadering van 26 maart 2015 zijn alle noodzakelijke verordeningen vastgesteld. Aansluitend zijn de hierbij behorende beleidsregels vastgesteld. In de uitvoering is men hiermee aan de slag gegaan. Geconstateerd is dat er omissies zijn die vragen om nieuwe besluitvorming. Dit leidt tot een zogenaamde ‘veegronde’ waarin diverse beleidsregels opnieuw worden vastgesteld. Ook zijn afspraken gemaakt over de samenwerking in het Werkbedrijf. Aan de hand van nieuwe ontwikkelingen zijn deze ook nog aan verandering onderhevig. Met deze analyse bepalen wij de huidige stand van zaken. Indien de gemeenteraad instemt met deze notitie zijn wij van mening dat wij voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden om in 2016 een beroep te kunnen doen op een vangnet- uitkering over het uitkeringsjaar 2015.
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
18
7. Afkortingen BBZ 2004 BUIG IAU MAU Min SZW PW SCP Taup UWV VNG Wajong Wsw WW WWB WWZ
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten Individuele aanvullende uitkering Meerjarige Aanvullende Uitkering Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Participatiewet Sociaal en Cultureel Planbureau Toetsingscommissie aanvullende uitkering Participatiewet Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen Vereniging Nederlandse Gemeenten Wet werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten Wet sociale werkvoorziening Werkloosheid Wet Wet werk en Bijstand Wet werk en zekerheid
Analyse oorzaken en maatregelen financieel tekort Participatiewet 2015
19