PLAN Amsterdam 03 | 2011
Sociaal Ruimtelijke Ambitie Verankering sociaal met fysiek
Samen aan de slag Investeren in maatschappelijk vastgoed
Drie verkenningen Ruimtelijke en functionele impulsen
04
14
20
People make the metropolis Connection and encounter with English captions and summary
Mensen maken de metropool Verbinden en ontmoeten
infographic Vijf condities vormen de basis voor een robuuste sociaal ruimtelijke infrastructuur die in staat is om veranderende maatschappelijke opgaven goed op te vangen. Five conditions provide the basis for a sturdy socio-spatial infrastructure that is capable of coping well with social tasks as they evolve and change.
kaart De samengestelde Amsterdamse sociaal ruimtelijke infrastructuur zoals getekend door stadsdeelmedewerkers uit het sociale, fysieke en eco nomische domein. Kaart: Ronald Wiggers Amsterdam’s composite socio-spatial infrastructure as depicted by borough council staff from the social, physical and economic domains.
economische structuur economic fabric maatschappelijke structuur social fabric groen structuur green structure
1 Ouders en kinderen ontmoeten elkaar op een schoolplein in Amsterdam oost. Foto: Cécile Obertop Parents and children meet at a playground in Amsterdam-East.
Auteurs van dit nummer: Susan Bromm Errik Buursink Marc van Gemert Femke Haccoû Eric van der Kooij Elvira Vreeswijk Ronald Wiggers
Identiteit
Diversiteit
Flexibiliteit
Eigenaarschap
Bereikbaarheid en toegankelijkheid
Samenspel en interactie als basis voor een vitale metropool Colofon PLAN Amsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en geeft in acht themanummers per jaar informatie over ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio. DRO is een van de centrale diensten van de gemeente Amsterdam en zorgt voor een samenhangende ruimtelijke ontwikkeling van stad en regio. De Dienst Ruimtelijke Ordening is onderdeel van de OntwikkelingsAlliantie van de Gemeente Amsterdam en werkt daarin intensief samen met de diensten Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Economische Zaken, het Ontwikkelingsbedrijf, ProjectManagement Bureau en het Ingenieursbureau. (Eind)redactie en coördinatie Karin Borst Vormgeving Beukers Scholma, Haarlem Hoofdbeeld cover Edwin van Eis Fotografie binnenwerk zie bijschrift Kaarten en artist’s impressions Zie bijschrift Lithografie en druk Zwaan Printmedia, Wormerveer Vertaling Andrew May Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Mocht ons iets zijn ontgaan bij de vermelding van afbeeldingen of heeft u andere vragen, neem dan contact op met de redactie via planamsterdam@ dro.amsterdam.nl of 020 552 7765. Een gratis abonnement is aan te vragen via
[email protected]. Jaargang 17, nr 3, juni 2011 Ook te downloaden vanaf www.dro.amsterdam.nl/publicaties
1
Amsterdam is een veelzijdige, afwisselende tolerante en innovatieve stad die plaats biedt aan Amsterdammers uit alle windstreken en van alle gezindten. Een sociaal duurzame metropool waar inwoners en bezoekers zich thuis voelen, een stad waar ruimte is voor interactie en ontmoeting. Een goed samenspel tussen het sociale en het ruimtelijke domein is hiervoor een randvoorwaarde. Door de tijden heen hebben stedenbouwkundigen en planologen zich hier rekenschap van gegeven. Dit zien we bijvoorbeeld terug bij de plannen van Berlage voor Amsterdam. Hij was van mening dat sociale kwesties mede opgelost konden worden door goede huis vesting en door ruimte voor onderwijs, cultuur, sport en spel. Maar in de afgelopen decennia is de samenwerking tussen beide domeinen minder vanzelfsprekend geworden. Toenemende marktwerking in stads ontwikkeling heeft maatschappelijke opgaven minder leidend gemaakt. Daar liggen meerdere oorzaken aan ten grondslag. Zo kent de ontwikkeling van publieke voorzieningen een geheel eigen dynamiek. Door concentratie, samenvoegingen, afsplitsingen en veranderingen in het onderwijssysteem ontstaan bijvoorbeeld nieuwe ruimtelijke configuraties voor scholen. Daarnaast is de wereld van voorzieningen zich in de afgelopen decennia sterker naar binnen gaan richten met de
03 | 2011
huisvesting van meerdere functies in één gebouw en een centrale binnenruimte. De relatie tussen de voorziening en de openbare ruimte is onder druk komen te staan. Daar komt bij dat corporaties en marktpartijen in de fysieke wereld een andere focus hebben bij de ontwikkeling van woon- en werkmilieus. De inrichting van de openbare ruimte speelt hierin een belangrijke rol, toch is de relatie tussen het (intern) functioneren van de gebouwen die hieraan grenzen, vaak onder geschikt in stedenbouwkundige plannen. Ook dreigen sociaal maatschappelijke voorzieningen nog al eens een minder centrale plek in de buurt te krijgen omdat het idee bestaat dat commerciële voorzieningen daar (ook) beter renderen. In tijden van voorspoed is samenspel vaak eenvoudiger dan in tijden van bezuinigingen. De uitdaging voor de ruimtelijke en de sociale wereld is dan ook om elkaar op te blijven zoeken en samen te werken aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Binnen de gemeente Amsterdam wordt de samenwerking tussen sociaal en fysiek op verschillende manieren vormgegeven. Hierover kunt u meer lezen in deze Plan Amsterdam. De redactie
03
Sociaal Ruimtelijke Ambitie 1 Bij de entree van de nieuwe Openbare Bibliotheek op het Oosterdokseiland is een plek gecreëerd voor ontmoeting. Er is samenhang tussen de voorziening en de openbare ruimte. Foto: Edwin van Eis
A meeting-place has been created near the entrance to Amsterdam’s new Public Library on the Oosterdokseiland. There is cohesion between the facility and the public space.
door Susan Bromm, Elvira Vreeswijk en Ronald Wiggers
[email protected] [email protected] [email protected]
Verankering sociaal met fysiek Een stad kan schitteren door musea, openbare gebouwen, parken en pleinen en door de aanwezigheid van bijzondere woonplekken. Of juist door de afwezigheid van verpauperde en onveilige wijken. Samenhang tussen maatschappelijke voorzieningen en de openbare ruimte, tussen het sociale en fysieke domein, is essentieel voor een vitale metropool. Deze gedachte staat centraal in de Sociaal Ruimtelijke Ambitie. Hoe kunnen we vanuit het sociale en ruimtelijke domein maximaal bijdragen aan een dynamische metropool? Met de Sociaal Ruimtelijke Ambitie hebben de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de Dienst Ruimtelijke Ordening samen een antwoord geformuleerd op deze vraag. De totstandkoming van deze ambitie staat niet op zichzelf. Ook in de Structuurvisie, de Wijkaanpak met haar gebieds
04
PLANAmsterdam
gerichte arrangementen en het Programma Maatschappelijke Investeringen (PMI) wordt gepleit voor een sterke koppeling van sociale, economische en ruimtelijke opgaven in Amsterdam. (Maatschappelijke) voorzieningen vormen samen met de openbare ruimte de sociaal ruimtelijke infrastructuur, die buurten, wijken en de mensen die er wonen
1
03 | 2011
met elkaar verbindt. Door deze structuur te ontdekken, te benutten en te versterken kunnen we ontmoeting en interactie stimuleren. Dit draagt bij aan belangrijke sociaal maatschappelijke doelstellingen zoals emancipatie, integratie, betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid. Het gaat om vragen als: Hoe krijgen we voorzieningen op de juiste plek en op de juiste plek de juiste voorzieningen? Hoe vergroten we de betekenis van voorzieningen en openbare ruimten in hun onderlinge samenhang, nu en in de toekomst?
Maatschappelijke urgentie
Van oudsher is het lastig om de verbinding tussen opgaven uit de sociale en ruimtelijke sector te leggen. Vaak ontbreekt het aan een vertaalslag van de wederzijdse opgaven en ambities. Dit is begrijpelijk, want sociale opgaven zijn divers en niet altijd in een ruimtelijk programma te vatten. De aanwezigheid van voorzieningen staat niet garant voor een optimaal functioneren van de stad of haar inwoners. Daar komt nog bij dat de sociale werkelijkheid constant en veel sneller verandert terwijl de ontwikkelingstijd in de ruimtelijke sector veel trager is. Het is dus zaak om door onderlinge afstemming de beperkte middelen optimaal te benutten.
Vorig jaar is in de zogenaamde projectenschouw kritisch gekeken naar de verschillende projecten in Amsterdam. Het gedeeltelijk stopzetten en temporiseren van bouwprogramma in de stedelijke vernieuwingsgebieden heeft direct effect op de sociaal ruimtelijke infrastructuur en het sociaal ruimtelijke programma. Door de stagnatie op de woningmarkt is er minder geld en minder (programmatisch) draagvlak voor met name fysieke investeringen in maatschappelijke voorzieningen en openbare ruimte. Ook vanuit het Rijk is er minder geld beschikbaar. Tegelijkertijd is de sociaal maatschappelijke urgentie van de problematiek nog even groot. >
De huidige economische crisis vraagt om keuzes en geeft daardoor nieuwe actualiteit aan de sociaal ruimtelijke ambitie. In korte tijd zijn de middelen voor investeringen in en exploitatie van nieuw maatschappelijk vastgoed onder druk komen te staan en maakt een aanbodgerichte aanpak plaats voor een meer bescheiden, faciliterende en stimulerende rol van de overheid. De beperktere middelen worden meer en meer ingezet voor de optimalisatie van bestaand maatschappelijk vastgoed.
05
2 De brede school De Kikker in Osdorp is een multifunctioneel gebouw waarin meerdere maatschappelijke functies zijn ondergebracht: twee basisscholen, een kinderdagverblijf en een GG&GD gevestigd. De Kikker community school in Osdorp is a multifunctional building in which several social functions are housed: two primary schools, a day-care facility and
a GG&GD public health service centre are based there.
2
3
Trendbreuk Het volstaat niet om de sociale opgaven van nu te voorzien van een ruimtelijke vertaling. Gebouwen en structuren staan er immers niet voor slechts vijf jaar, terwijl dit meestal wel de tijdspanne van een sociale opgave is. Een voorbeeld is de trend om allerlei maatschappelijke activiteiten samen te brengen in multifunctionele accommodaties. Grote nieuwe multifunctionele gebouwen waarin de oplossingen voor maatschappelijke problematiek vaak met geldstromen worden samengebracht: brede schoolgebouwen, community centers, vrijetijdscentra en huizen van de buurt. De crisis zorgt voor een trendbreuk. De nieuwe multifunctionele gebouwen zijn vaak veel complexer en duurder in zowel projectontwikkeling, investeringen als in beheer en exploitatie. De gezamenlijke huis vesting in hetzelfde gebouw leidt bovendien niet automatisch tot een betere samenwerking.
Samenwerking Om de verschillende effecten van de crisis op te vangen is samenwerking tussen het ruimtelijk en sociaal domein onontbeerlijk. Dit leidt tot nieuwe vormen van (samen)werken; lopende vastgoedprojecten worden opnieuw tegen het licht gehouden en de mogelijkheid ontstaat om maatschappelijk vastgoed los te maken van andere bouwopgaven. De bezuinigingen leiden tevens tot een grotere focus op zelfredzaamheid van bewoners en organi saties. Ook dit vraagt om een andere rol van de overheid: meer maatwerk en een vraaggerichte
06
PLANAmsterdam
benadering. Daarnaast kunnen we de potentie van investeringen in maatschappelijk vastgoed samen met kwaliteitsimpulsen in de openbare ruimte als vliegwiel nader uitwerken. Ook kan de mogelijkheid tot het onderbrengen van maatschappelijk vastgoed in leegkomende gebouwen en op braakliggende terreinen worden gestimuleerd. De sociaal ruimtelijke ambitie biedt handvatten in deze gezamenlijke zoektocht naar kansen en mogelijkheden. Het is geen beleidskader, maar het levert een bijdrage in de discussie over de ontwikkeling van een vitale metropool.
Diversiteit als kracht Kinderen, ouderen, gezinnen, alleenstaanden, gelukzoekers, expats, miljonairs, mensen met een uitkering, zzp-ers, studenten, toeristen, homo’s, mensen met een beperking, meer dan 170 nationaliteiten. Al deze groepen hebben hun eigen cultuur, gebruiken en gewoonten. Amsterdam prijst zich gelukkig dat dit niet of nauwelijks heeft geleid tot segregatie, zoals dat in sommige wereldsteden wel het geval is. Natuurlijk zorgen het woon- en voorzieningenaanbod in Amsterdam en de wens van bevolkingsgroepen om dichtbij elkaar te wonen wel voor een verschillende samen stelling van buurten en wijken, maar dit leidt niet tot uitsluiting van groepen. Deze groepen brengen allen iets van hun eigen cultuur, gebruiken en gewoonten mee. Hierdoor is niet alleen de diversiteit van de bevolking maar ook
3 Drag Queen contest op de Westermarkt tijdens de Gay Pride. Foto: Edwin van Eis A drag queen contest at the Westermarkt during Gay Pride.
5 Drukte op de Pure Markt met biologische - en boeren producten in het Oosterpark. Foto: Cécile Obertop Lots of visitors at the Pure Markt for organic and farm products in the Oosterpark.
4 Jong gezin in het Westerpark. Foto: Edwin van Eis A young family in the Westerpark.
6 Podium op de Dam tijdens uitvoering van ‘Van Jordaan tot Opera’ tijdens de Uitmarkt. Foto: Edwin van Eis
The stage on the Dam during the performance of ‘From the Jordaan to Opera’ at the Uitmarkt, the launch of the city’s cultural season. 7 A space to take place: 100m lange rode zitbank aan de Bert Haanstrakade op IJburg. Foto: Edwin van Eis A space to take place: a 100-metre red bench along-
de diversiteit aan activiteiten en voorzieningen toe genomen. Binnen een straal van 200 meter kan in de Pijp van 20 verschillende keukens worden genoten. De komst van immigranten met diverse geloofsovertuigingen zorgt voor nieuwe vormen van geloofs belijdenis in de stad. In de garages van Zuidoost en in gloednieuwe multifunctionele gebouwen vinden gebedsdiensten plaats. Toeristen zorgen voor draagvlak voor nieuwe investeringen in de Amsterdamse horeca en de komst van expats vraagt om woningbouw in het topsegment. Diversiteit is een kracht en maakt Amsterdam tot een wereldstad in pocket formaat.
4
5
6
7
03 | 2011
side the Bert Haanstrakade on IJburg.
Plaatsen van ontmoeting, ontplooiing en uitwisseling Het samenspel tussen voorzieningen en openbare ruimte kan resulteren in zogenaamde interactiemilieus: plaatsen van ontmoeting, ontplooiing en uitwisseling. Dit zijn plekken met veel voordeuren aan de openbare ruimte en een grote diversiteit aan voorzieningen. In en rond maatschappelijke en culturele voorzieningen vindt volop interactie plaats. Interactiemilieus zijn ook van cruciaal belang voor de creatieve kenniseconomie. De creatieve kenniswerker strijkt hier neer voor overleg, leest documenten via smartphones of belt met potentiële klanten. Steeds vaker lopen werk en vrije>
07
8
9
08
11
PLANAmsterdam
Twee plekken in de stad die ruimte bieden voor allerlei vormen van ontmoeting en interactie. Two places in the city that provide space for all kinds of encounter and inter action.
The market on Saturday morning at the foot of the Noorderkerk. 9 Vrijmarkt op Koninginnedag. Foto: Edwin van Eis The free-for-all street market on Queen’s Day.
8 Markt op zaterdagochtend aan de voet van de Noorderkerk. Foto: Edwin van Eis
tijdsbesteding hier in elkaar over, dit soort plekken staat ook wel bekend als ‘third places’. Ook vanuit meer sociale overwegingen zijn deze plekken van belang. Hier worden verbindingen gelegd en bruggen geslagen tussen de verschillende werelden van de mensen die in de metropool verblijven. Hier komen mensen met elkaar in contact, krijgen ze een helpende hand geboden en kunnen ze gebruik maken van de mogelijkheden die Amsterdam biedt. De sociaal ruimtelijke ambitie wil bijdragen aan het ontstaan en versterken van interactiemilieus.
Vijf condities De sociaal ruimtelijke opgave richt zich op het ontwikkelen van een sociaal ruimtelijke infrastructuur die zodanig robuust is dat het veranderende sociale opgaven goed kan opvangen. De ruimtelijke, economische en sociale opgaven verschillen immers per buurt. De opgaven in Oost zien er heel anders uit dan die in Nieuw West. De extra school die nu nodig is in Geuzenveld, zal over 15 jaar wellicht dienst moeten doen als ouderencentrum. Spelende kinderen maken plaats voor hangouderen. De vraag is dan of het schoolgebouw en het speelterreintje nu op de juiste plek liggen om deze toekomstige veranderingen goed op te kunnen vangen. Een goede, robuuste sociaal ruimtelijke infrastructuur voldoet aan een aantal condities: – identiteit – diversiteit – flexibiliteit – eigenaarschap – bereikbaarheid en toegankelijkheid. Op het moment dat maatschappelijke voorzieningen in bestaande gebouwen of in een nieuw te bouwen omgeving worden gerealiseerd komt de vraag naar boven of ze bijdragen aan deze condities. Met andere woorden: draagt de voorziening op die plek bij aan de identiteit van een buurt, zorgt het voor afwisseling? Kan het gebouw in de toekomst ook voor nieuwe functies worden gebruikt? Kan de buurt zich met de voorziening identificeren? Vaak is het al dan niet positief kunnen beantwoorden van deze vragen afhankelijk van de plek van de voorziening in de stad en van de aard van de voorziening.
03 | 2011
Identiteit Beeldbepalende gebouwen hebben een belangrijke identificatie- en oriëntatiefunctie. Vraag waar iemand woont en niet zelden zal hij een markant gebouw of openbare ruimte (park, plein) als referentie geven. In het bewegen door de stad hoef je niet alle straat namen of routes te kennen. Steeds duiken er identificatiepunten op die herkenning over plaats en richting geven. De ‘mental map’ van veel stadsbewoners is samengesteld uit voorzieningen, pleinen en parken. Mensen identificeren zich met deze plekken en dus met ‘hun’ stad, buurt, wijkcentrum, werk of sportclub. Een positieve identificatie met de eigen wijk zorgt voor een positieve betrokkenheid met zorg voor de eigen leefomgeving. Identiteit kan worden versterkt door architectuur en inrichting en kan relaties leggen met bestaande identiteiten in de buurt of wijk. De identiteit van gebouwen, de architectuur, de plek in de stedenbouwkundige structuur en de relatie met de openbare ruimte geven mede vorm aan de stad. Daarvan kan meer gebruik worden gemaakt. Identiteit wordt gecreëerd door zichtbaarheid en uitstraling. Nietszeggende gebouwen met weinig uitstraling interacteren minder met hun omgeving. Gebouwen die zich afsluiten van de openbare ruimte zijn al snel identiteitsloze hulzen. Diversiteit De buurten met een fijnmazige en diverse structuur zijn de meest succesvolle en aantrekkelijke buurten van Amsterdam. Functiemenging stimuleert kennisuitwisseling, ontmoeting en ontplooiing. Verschillende belangrijke sociale beleidsdoelstellingen kunnen zo worden gerealiseerd. Functiemenging is niet vanzelfsprekend. Grootschalige functies als ziekenhuizen en sportvelden worden in de praktijk vaak naar de randen van de stad verdreven. Hier is de druk op de ruimte minder groot. Door deze functies juist wel binnen de ring te plaatsen ontstaan kansen voor medegebruik en interactie. De keuze voor diversiteit vraagt om functiemenging op verschillende schaalniveaus. Op gebouwniveau kent het combineren van voorzieningen ook nadelen. Naast problemen in beheer en exploitatie verdwijnt door de integratie van voorzieningen in één gebouw >
09
De vijf condities voor een robuuste social ruimtelijke infrastructuur in beeld gebracht. The five conditions for a robust social-spatial infrastructure in pictures.
11 Podium Mozaïek in stadsdeel West. Foto: Edwin van Eis Podium Mozaïek international cultural stage in the borough of Amsterdam-West.
Identiteit Identity 10 De Hermitage aan de Amstel. Foto: Edwin van Eis The Hermitage on the banks of the River Amstel.
Diversiteit Diversity 12 Opening van het Kwakoefestival in Zuidoost. Foto: Edwin van Eis Opening of the Kwakoe
Festival in AmsterdamSoutheast. Flexibiliteit Flexibility 13/14 Op het Museumplein kun je rustig genieten van een mooie dag, maar ook een concert bijwonen. Foto: Edwin van Eis At the Museumplein you can enjoy the fine weather in peace or you can listen to a concert.
15 Pakhuys De Zwijger was oorspronkelijk een koelpakhuis en is tegenwoordig een creatieve hotspot. Foto: Edwin van Eis Pakhuys De Zwijger was originally a refrigerated warehouse but it is now a creative hotspot.
10
12
11 14
15
13
10
PLANAmsterdam
Eigenaarschap Stakeholder ship 16 Buurtbewoners treden op in de Jordaan. Foto: Edwin van Eis Locals perform in the Jordaan neighbourhood. 17 Buurtevenement op het Zimmerterrein in Bos en Lommer. Foto: Janus van de Eijnden A neighbourhood event at the
Zimmerterrein recreational area in Bos en Lommer. Bereikbaarheid en toe gankelijkheid Accessibility and openness 18 Nesciobrug naar IJburg over het Amsterdam Rijnkanaal. Foto: Edwin van Eis The Nescio Bridge across the Amsterdam-Rhine Canal to IJburg.
19 De skatebaan op het Zaandammerplein is makkelijk bereikbaar voor alle bezoekers van het plein. Foto: Edwin van Eis The skatepark at the Zaandammerplein is easily accessible for all the square’s visitors. 20 Het Brederocollege in Amsterdam Noord legt geen directe relatie met de openbare
ruimte, en is daardoor nogal ontoegankelijk. Foto: Edwin van Eis The Bredero College in Amsterdam-North lacks any direct relationship with the public space and is therefore fairly inaccessible.
17
16
19
20
18
03 | 2011
21 Het Timorplein is een voorbeeld van een plek waar een lokale voorziening met stedelijke uitstraling een upgrade kan betekenen voor de buurt. Het succes van de nieuwe functies in dit gebouw (jeugdherberg, concertlocatie, filmhuis, café en kantoren) komt mede voort uit de verbinding van het gebouw met de openbare ruimte. Foto: Edwin van Eis
21
de oriëntatie van de voorzieningen op de openbare ruimte. Juist deze oriëntatie draagt van oudsher bij aan interactie en toevallige ontmoetingen Te ver doorgedreven menging op gebouwniveau is dus niet wenselijk. Flexibiliteit De gebouwde omgeving moet constant inspelen op de dynamiek die zich in de maatschappij voordoet. Dit pleit voor flexibiliteit in inrichting en gebruik. Er is ruimte nodig om veranderende sociale en ruimtelijke behoeftes op te vangen. Collectieve ruimtes in de stad, zoals pleinen, parken en waterpartijen, maar ook het speelplekje om de hoek vragen niet alleen om een hoogwaardige en robuuste inrichting maar ook om ruimte voor veranderend gebruik. Voor stedenbouwkundige plannen geldt dat een robuuste structuur ontwikkelingen in de tijd kan opvangen. De ervaring in het Oostelijk Havengebied en IJburg leert dat het compleet benutten van de beschikbare ruimte letterlijk geen ruimte laat om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Of het nu een extra jongerencentrum betreft of behoefte aan een school, in een totaal voorbestemde locaties passen geen nieuwe functies met een specifieke ruimtevraag of initiatieven van bewoners en organisaties.
12
PLANAmsterdam
Dit beperkt ook de mogelijkheid van de bewoners van nieuwe wijken om het eigenaarschap in hun nieuwe woonomgeving te vorm te geven. Het gebruik van de grachtenpanden over de jaren toont aan dat je in één gebouw uitstekend verschillende functies kunt huisvesten. Ook in andere delen van de stad is behoefte aan gebouwen die veranderend gebruik kunnen faciliteren. Een manier om deze flexibiliteit te garanderen is het ontwikkelen van flexibele bouwconcepten die demontabel zijn, tijdelijke functies kunnen huisvesten en zonder hoge sloopkosten plaats kunnen maken voor nieuwe functies. Eigenaarschap Eigenaarschap met betrekking tot de buurt, straat, voorziening of zelfs stad creëert een positieve relatie tussen de mens en zijn leefomgeving. Vanuit een betrokkenheid met de plek en de activiteiten op en rondom de plek wordt eigenaarschap gevormd. Eigenaarschap kan interactie initiëren en vormgeven. In verschillende studies is betoogd dat aantrekkingskracht van plekken in de stad bestaat bij de gratie van de aantrekkingskracht voor haar eigen bewoners. Vanuit een positieve betrokkenheid met de buurt
The Timorplein is an example of a place where a local amenity with urban allure can mean an upgrade for the neighbourhood. The success of the new functions in this building (youth hostel, concert venue, cinema, café and offices) stems in part from the building’s relationship to the public space.
‘De sociaal ruimtelijke ambitie biedt zowel argumenten als handvatten om de sociale aspecten prominenter te verankeren in de ruimtelijke ontwikkeling van onze stad.‘
ontstaan succesvolle buurten met de eigen bewoners als gastheer. Het gemis aan betrokkenheid met de eigen leefomgeving daarentegen gaat vaak gepaard met sociale onveiligheid, een verwaarloosde openbare ruimte en vijandigheid jegens bezoekers. Een garantie voor een positieve relatie met de omgeving bestaat uit de mogelijkheid die leefomgeving mede vorm te geven. Betrokkenheid bij de inrichting van de openbare ruimte en de vormgeving en het gebruik van voorzieningen kan deze relatie versterken. En waar buurten of wijken al identiteit hebben, bijvoorbeeld door relatief grote etnische, maar nog steeds Amsterdamse groepen, biedt dit kansen voor het creëren van nieuw eigenaarschap en initiatieven. Bereikbaarheid en toegankelijkheid In termen van fysieke bereikbaarheid moeten (maatschappelijke) voorzieningen op bepalende plaatsen in het stedelijk netwerk liggen en verbindingen leggen met de openbare ruimte. Ze hebben een duidelijke identiteit en nodigen uit tot gebruik en interactie. Dit wordt bevorderd door het situeren van voorzieningen langs doorgaande routes in markante gebouwen, op hoeken en aan pleinen. Gebouwen die een relatie aangaan met de openbare ruimte dragen bij aan de levendigheid op straat. Ontmoeting en interactie vinden niet alleen plaats in het gebouw maar ook in de aangrenzende openbare ruimte.
stad en kennis van plekken in de stad. Die kennis verkrijgen we door ter plekke te praten met deskundigen, gebiedsmanagers, bewoners, schooldirecteuren, ondernemers en andere betrokkenen. Gezamenlijk, op straat, in de wijk, in de buurt, de potentie van plekken ontdekken en benoemen is uiteindelijk onontbeerlijk.
Leidraad De sociaal ruimtelijke ambitie biedt zowel argumenten als handvatten om de sociale aspecten prominenter te verankeren in de ruimtelijke ontwikkeling van onze stad. De sociaal ruimtelijke infrastructuur vormt in een constant veranderende stad, nu en in de toekomst, het raamwerk voor interactie en ontmoeting, voor participatie en burgerschap. Met de identificatie van een aantal condities reiken we geen pasklare oplossing aan, maar een leidraad die kan bijdragen aan de uitwerking van een plan, het realiseren van een voorziening, of de aanpak van sociale problematiek in een wijk. Daarbij gaat het niet zozeer om de aanwezigheid van voorzieningen en openbare ruimten, als om het vergroten van hun betekenis voor de ambities die we met elkaar in onze stad hebben en de manier waarop we in Amsterdam met elkaar samenleven.
Toegankelijkheid heeft zowel een fysieke als een sociale component. Fysiek gaat het erom of je er kan komen, sociaal gaat het er om dat de uitstraling van een gebouw of een plek geen mentale barrières opwerpt. Alleen voorzieningen en openbare ruimten die toegankelijk zijn voor een divers publiek zullen er in slagen verschillende bevolkingsgroepen en belevingswerelden aan elkaar te koppelen.
Ter plekke kennis verkrijgen Door het gebiedsgericht verbinden van de opgaven uit de verschillende domeinen en het toepassen van de hier beschreven sociaal ruimtelijke condities hopen we een impuls te geven aan de ontwikkeling van een duurzame stad. Dit valt of staat met de kennis van de
03 | 2011
13
1 Door de combinatie van buurthuis De Havelaar met openbare ruimte aan de Kostverlorenvaart ontstaat een sociaal brandpunt in de wijk, waar de hele zomer door activiteiten worden georganiseerd. Foto: Ronald Wiggers
Samen aan de slag door Ronald Wiggers en Marc van Gemert
[email protected] [email protected]
Investeren in maatschappelijk vastgoed Het is evident dat een stad toereikende maatschappelijke voorzieningen moet bieden aan de mensen die er wonen, werken en verblijven. Voor die voor zieningen moet tijdig ruimte en geld worden gevonden. Vooral dat laatste is geen sinecure in een tijd waarin de budgetten onder druk staan. Meer dan ooit is een scherpe afweging essentieel. Om samenhang en continuïteit van voorzieningen te waarborgen, staan kwaliteit en integraliteit voorop. Deze criteria vormen het uitgangspunt voor de workshop Sociaal Ruimtelijke Infrastructuur.
14
PLANAmsterdam
Zonder systematiek en strategie worden afwegingen voor maatschappelijke voorzieningen per afzonderlijk project gemaakt, met als resultaat dat kleine successen en versnippering het beeld bepalen ten koste van samenhang en continuïteit. Daarom koos Amsterdam al in 2006 voor een programmatische aanpak voor de realisatie van maatschappelijk vastgoed: het Programma Maatschappelijke Investeringen (PMI). Het PMI was vooral bedoeld om het aantal en de spreiding van maatschappelijke voorzieningen kwantitatief op orde te krijgen. Hierbij lag de focus vooral op de voorzieningen zelf: buurt- en wijkcentra, brede scholen, voorzieningen voor sport en kunst en cultuur. In de vorige bestuursperiode heeft het PMI de reali satie van nieuwe maatschappelijke voorzieningen versneld. In de huidige bestuursperiode (2011-2014) wordt meer ingezet op een kwalitatieve benadering. Niet alleen voldoende aanbod van voorzieningen staat centraal, maar ook de relatie tot de lokale problematiek en de inbedding van de voorzieningen in bestaande structuren en netwerken. Deze kwalitatieve focus vergt een andere werkwijze, berekeningen van achter het bureau zijn niet langer voldoende. Het ophalen van de maatschappelijke opgave in buurten en wijken en de vertaling daarvan in beleid dat concrete oplossingen biedt, vergt inventiviteit en denkkracht. Hiervoor heeft de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling eind 2009 de workshop Sociaal Ruimtelijke Infrastructuur ontworpen, een workshop waarin sociale opgaven samen met het fysieke en economische domein gebiedsgericht worden uitgewerkt. Zo kan sociaal beleid worden voorzien van een ruimtelijke vertaling.
The combination of De Havelaar community centre with a public waterfront overlooking the Kostverlorenvaart establishes a social hub in the neighbourhood, a place where activities are organized throughout the summer.
‘Niet alleen voldoende aanbod van voorzieningen staat centraal, maar ook de relatie tot de lokale problematiek en de inbedding van de voorzieningen in bestaande structuren en netwerken.‘
1
Deze werkwijze was een voorloper voor de nieuwe manier van werken in de ruimtelijke sector en sluit naadloos aan op het nieuwe verdienmodel, waarin kwalitatief hoogwaardige maatschappelijke voor zieningen er mede voor zorgen dat de waarde van stedelijk vastgoed stijgt. Het werken op een decentrale schaal zorgt er tevens voor dat de lokale opgaven en daarmee de eindgebruiker meer in beeld komen.
Workshop als startpunt Stadsdelen kunnen uit het Programma Maatschappelijke Investeringen (PMI) een subsidie krijgen voor de investeringskosten van maatschappelijk vastgoed. Deze subsidie houdt de huren van maatschappelijk vastgoed betaalbaar. Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt aan stadsdelen gevraagd een Meerjaren Investeringsprogramma Maatschappelijke Accommodaties (MIPSA) op te stellen. De workshop Sociaal Ruimtelijke Infrastructuur (SRI) dient als startpunt voor het opstellen van een MIPSA. In de
03 | 2011
workshop koppelen de deelnemers de opgaven en behoeften vanuit de buurten aan de aanwezige voorzieningen in het stadsdeel. Met de gedachte 1+1+1=5 worden de verschillende opgaven, plannen en projecten van het sociale, economische en fysieke domein daar waar mogelijk aan elkaar gerelateerd. Het doel van de workshop is vooral kwalitatief van aard en gaat in op vragen als ‘hoe kunnen we verbinden‘ en ‘hoe benutten we de aanwezige voorzieningen optimaal‘. Alleen zo kan het rendement van maatschappelijke voorzieningen worden vergroot. In de workshop kijken de deelnemers niet alleen naar de voorzieningen zelf, maar beschouwen ze deze in het licht van de aanwezige voorzieningenstructuur (zowel economisch als maatschappelijk), de openbare ruimte en het groen. Daarom is de aanwezigheid van stadsdeelmedewerkers van ruimte en economie naast de collega’s uit het sociaal domein onontbeerlijk voor het slagen van de workshop. >
15
door Femke Haccoû
[email protected]
Gebiedsarrangementen en de Amsterdamse Wijkaanpak De Amsterdamse Wijkaanpak werkt aan gebieds gerichte arrangementen waarin de afstemming tussen sociale programma’s, economische impulsen en fysieke ingrepen voorop staan. Het doel van de wijkaanpak is wijken die niet goed scoren qua leefbaarheid er weer bovenop te helpen. Deze integrale aanpak richt zich op wijken die (te) laag scoren in de leefbaarheidsmonitor, het sociaal Normaal Amsterdams Peil (NAP). Verschillende diensten uit het fysieke en sociale domein werken samen om de leefbaarheid in de buurten te verbeteren. Deze samen werking komt tot uiting in het opstellen van gebiedsarrangementen, pakketten waarin per stadsdeel alle sectoren samenwerken aan een verbetering van de buurt. In de gebiedsarrange menten geven de stadsdelen aan in welke buur ten combinaties van slechte condities leiden tot een (te) lage kwaliteit van de leefomgeving. Dit zijn de plekken waar de gemeente op korte termijn integraal wil optreden. Binnen de Amsterdamse Wijkaanpak zijn thema’s opgesteld waar stadsdelen een aanvraag voor kunnen doen. Deze thema‘s zijn sociaal georiën teerd net als de problemen in de wijken. Krachtige mensen, krachtige buurten De wijkaanpak staat voor krachtige mensen, krachtige buurten. Het gaat hierbij om verbetering van de buurt op de volgende thema’s: wonen & leven, werken & economie, leren & opgroeien, integratie & participatie en veiligheid. Deze thema’s worden ondersteund door twee andere beleidslijnen: Maatschappelijk Vastgoed en Bewonersparticipatie. In de gebiedsarrangementen wordt per thema gekeken naar de manier waarop de diensten samen kennis en kunde kunnen inzetten om de buurt te verbeteren. De ene keer gebeurt dit met een sociaal programma op school, gekoppeld aan schuldhulpverlening en werkgelegenheidsteams. Daarbij speelt ook de fysieke ruimte een rol. De thema’s wonen & leven en veiligheid hebben bijvoorbeeld betrekking op openbare, groene ruimte.
16
Samen schouwen Om in beeld te krijgen welke projecten en buurten geschikt in aanmerking komen is er in de verschillende stadsdelen geschouwd. Vertegenwoordigers van stadsdelen en diensten, uit zowel de sociale, fysieke als economische hoek, hebben samen door de buurt gefietst of gewandeld. We hebben samen in de buurten gekeken, gevoeld, gepraat en gedacht over een integrale aanpak voor aanwezige problemen. Juist door te schouwen kunnen ook de fysieke factoren in beeld worden gebracht die samen hangen met achterstand. Wat zich achter de voordeur afspeelt, heeft namelijk impact op de beleving van de openbare ruimte. De vraag is dan hoe de ruimtelijke sector hier een toegevoegde waarde kan leveren. Zodat de beleving van deze openbare ruimte fijner en veiliger wordt en mensen aan elkaar verbindt. Het gaat hier om maatwerk waarbij de ruimtelijke sector goed moet inspelen op en samen werken met het sociale domein. Mooi is om te zien hoe elke sector, elke persoon werkt aan het verbeteren van de buurt en dus van de stad. Het uiteindelijke doel is dus voor iedereen hetzelfde. De gebiedsarrangementen zijn als het ware een podium om de verschillende vak gebieden en investeringen op elkaar af te stemmen en gezamenlijk maatwerk te leveren. Sociaal verbinden door groen Sectorale geldstromen worden integraal ingezet binnen de gebiedsarrangementen. De gedachte is dat ook de groene openbare ruimte kan bijdragen aan het beter en gezonder maken van de buurten die onder het NAP liggen. Een deel van de groengelden wordt in 2011 gekoppeld aan de Amsterdamse Wijkaanpak. Zo wordt ‘sociaal verbonden door groen’. Deze aanpak wordt gestaafd door onderzoek, zoals ‘Niet bij rood alleen, buurtgroen en sociale cohesie’ (Alterra, 2010). Hiermee wordt het beeld bevestigd dat groen mensen verbindt met als credo ‘Groen is het cement voor de buurt‘. Daarbij gaat het in de stad niet alleen om de
PLANAmsterdam
kwantiteit, maar vooral over de kwaliteit en de organisatie van het groen. Alleen een boom planten heeft geen zin. Maar als deze boom appels geeft en naast een school staat waar kinderen leren voor deze boom te zorgen, heeft het wel zin. De boom heeft dan meerwaarde voor de buurt; tijdens het oogst seizoen zorgt de boom voor ontmoetingen en interactie als de kinderen de appels plukken. Daarnaast heeft de boom ook een educatieve en gezondheidswaarde. Behalve het verbinden van ruimtelijke en sociale projecten kan ook het opschalen van buurtprojecten effect hebben. Zo wordt gekeken welk effect groenprojecten in de buurt op grotere schaal kunnen hebben. Hierin speelt het verbinden van fysiek met sociaal ook een belangrijke rol, bijvoorbeeld door het verbinden van een wijk met recreatieve gebieden of werkgebieden. Zo kan een veilige, groene verbinding tussen een wijk en een recreatiegebied, waar mensen zich betrokken bij voelen en voor zorgen, een buurt weer openen naar zijn omgeving. Gemeenschappelijk doel Integraal werken is een zoektocht. Niet alleen de vocabulaire van elk domein is anders. Neem bijvoorbeeld het NAP (waterpeil) in de fysieke wereld of het NAP van de sociale wereld (leefbaarheidsmonitor). Ook processen en planningen lopen anders. Om de verschillen te overbruggen moeten we onderling afstemmen, goed luisteren en bereid zijn samen de schouders er onder te zetten met het gemeenschappelijk doel voor ogen. Alleen door deze samenwerking kunnen we de wijken waar het minder goed mee gaat, stimuleren zich op te trekken naar een beter leefklimaat.
‘Behalve het verbinden van ruimtelijke en sociale projecten kan ook het opschalen van buurtprojecten effect hebben. ‘
2 De Bos en Lommerschool is een van de projecten die onderdeel uitmaken van het Meerjarig Investeringsprogramma Maatschappelijke Voorzieningen in stadsdeel West. Foto: Edwin van Eis The Bos en Lommer School is one of the projects within the Long-term Social Amenities Investment Programme in Amsterdam-West.
2
Gezamenlijke mental map Niet alleen hebben medewerkers uit de verschillende domeinen vaak alleen kennis van hun eigen opgaven, ook de perceptie van het hier en nu is dikwijls heel verschillend. De eerste stap is daarom om in gemengde groepen een gezamenlijke mental map van het stadsdeel te maken. Met als onderlegger de functiekaart van DRO worden de economische structuur, de maatschappelijke clusters en het groen ingetekend. De rollen worden omgekeerd: de ‘socialen’ en ‘economen’ die niet gewend zijn met kaartmateriaal te werken moeten tekenen en de ‘fysieken’ die tijdens de inleiding al bezit hebben genomen van de stiften, moeten deze weer inleveren en via woord en gebaar de anderen zien te overtuigen. Het resultaat is niet alleen een gezamenlijk kaartbeeld met de sociaal ruimtelijke infrastructuur die als basis dient voor verdere uitwerking, maar tijdens het tekenen is ook een schat aan informatie over tafel gegaan. ’Wat zit er eigenlijk in dat gebouw?’ ’Volgend jaar pakken we dat plantsoen aan.’
03 | 2011
’Hier komt een parkeergarage.’ ’Daar hangt altijd een groepje jongeren rond.’ ’Maar die winkels staan al heel lang leeg.’
Van beleid naar opgaven Sociaal beleid is weerbarstig. Vaak wordt er meer beleid gemaakt dan de werkelijkheid aan kan. Voordat beleid ten uitvoering wordt gebracht, vindt alweer een herijking plaats. Daarom is in de workshop een prominente rol weg gelegd voor het gezamenlijk concreet maken van de maatschappelijke opgaven met als voornaamste vragen wat, waar en hoe? Ook dit gebeurt in samenspraak met de collega’s uit het sociaal, economische en fysieke domein. Welzijnsactiviteiten hoeven niet alleen plaats te vinden in welzijnsgebouwen, dat kan ook in het lokale café of in het park. Een brede school betekent niet per definitie dat alles ruimtelijk moet worden samengevoegd in één gebouw, de school kan ook relaties aangaan met voorzieningen in de buurt en een plantsoentje adopteren voor buitenactiviteiten. >
17
3 De sociaal ruimtelijke infrastructuur van stadsdeel West met een overzicht van de projecten die de uitkomst vormen van de workshop. The socio-spatial infrastructure of the borough of AmsterdamWest with an overview of the projects, that was a result of the workshop. economische structuur economic fabric
maatschappelijke structuur social fabric groen structuur green structure nieuwbouwproject newbuild project Jeugd en onderwijs Youth and education 1 Brede school Tijl Uilenspiegel Tijl Uilenspiegel Community School
8 Rosa Boekdrukker Rosa Boekdrukker Primary School 9 Speeltuingebouw Bilderdijkpark Bilderdijkpark playground building
2 Basisschool Multatuli Multatuli Primary School 3 Paulusschool en Bos en Lommerschool Paulus School and Bos en Lommer School 4 Karel Doormanplein Karel Doormanplein 5 Van Beuningenplein Van Beuningenplein 6 Basisscholen Houthaven Houthaven Primary Schools 7 Chassékerk Chassé Church
Kunst en cultuur Art and culture 10 Leeuwendalersweg, Piggelmeewoningen Leeuwendalersweg, Piggelmee cottages 11 Activiteitencentrum Hen-
25
19
18 12 3
11
2
5
3 10 24
4
1 26
8
9
23
26
7 21
13 22
14
15
17
16
18
PLANAmsterdam
6
20
drick de Keyser Hendrick de Keyser Activity Centre 12 Scholendriehoek (Radiaal West) The Schools Triangle (Western Radian) 13 Witte de Withstraat Witte de Withstraat 14 Buurthuis De Havelaar De Havelaar Community Centre 15 De Hallen De Hallen 16 Vondelparkpaviljoen Vondelpark Pavilion
17 WG-terrein WG precincts Sport, openbare ruimte en groen Sport, public space and greenery 18 Speeltuin(gebouw) Gibraltar Gibraltar playground (and building) 19 Radiaal West The Western Radian 20 Sport- en spelvoorzieningen Houthaven en Spahout Hout
haven and Spahout sport and recreation facilities 21 Chassékerk Chassé Church 22 Routes in openbare ruimte Routes through public space 23 Bilderdijkpark Bilderdijkpark
25 Zorgvoorzieningen Houthavens Houthaven care services 26 Diverse plekken in West Various locations in AmsterdamWest
Wonen, zorg en dienstverlening Housing, care and community services 24 Karel Doormanplein Karel Doormanplein
Naar een slim investeringsprogramma
3
Met de concrete beleidsopgaven van sociaal, fysiek en economie op een rij keren de deelnemers vervolgens terug naar de eerder getekende de sociaal ruimtelijke infrastructuur. Doel is deze structuur te versterken. Dit kan door te investeren in maatschappelijke en economische voorzieningen, en door investeringen in de openbare ruimte die de samenhang van de structuur versterkt. De sociaal ruimtelijke condities identiteit, flexibiliteit, diversiteit, eigenaarschap en bereikbaarheid/toegankelijkheid zijn daarbij de belangrijkste leidraad. Maar wat is slim investeren? Dat is bijvoorbeeld niet de vestiging van het nieuw te stichten participatiecentrum in een toevallig leegkomende identiteitsloze ruimte buiten de voorzieningenstructuur. En welk gebied zou dit centrum moeten bedienen. Het hele stadsdeel? Dan is het wellicht beter het nieuwe centrum te vestigen in de economische structuur die een groter bereik heeft dan het meer buurtgerichte welzijnscluster. De analyse van de sociaal ruimtelijke infrastructuur biedt aanknopingspunten voor de vestiging van maatschappelijk vastgoed of het herschikken van maatschappelijke functies. Deze structuur is vaak al door de oorspronkelijke stedenbouwers bedacht, heeft zich gedurende de jaren organisch ontwikkeld en biedt dus de beste aanknopingspunten voor de vestiging van functies en voorzieningen. Maar de sociaal ruimtelijke infrastructuur zelf biedt ook voldoende aanleiding voor verbetering en optimalisatie. Het ongebruikte plantsoentje krijgt een nieuw leven door een functionele koppeling met een naastgelegen school of buurtcentrum. De koppeling tussen winkelstraat en park gaat niet langer uit van de tegenstelling tussen levendigheid en rust, maar van elkaar versterkende functies en verblijfsruimten waar interactie en ontmoeting plaatsvinden. Aan het eind van de dag presenteren de deelnemers de workshopresultaten aan de bestuurders van het stadsdeel. Sommige projecten zijn aangescherpt, andere weggestreept en sommigen moeten opnieuw tegen het licht worden gehouden omdat niet duidelijk
03 | 2011
is of zij in deze vorm en op deze locatie wel beantwoorden aan de opgave. Er liggen ook nieuwe ideeën, over invulling van de openbare ruimte, over het vergroten van eigenaarschap in de winkelstraat, over het benutten van de in het stadsdeel aanwezige diversiteit op sommige plekken als identiteitsdragers van de buurt. Dit zijn nog ideeën, maar nu de verschillende domeinen met elkaar aan de slag zijn geweest, weten zij elkaar voor de verdere uitwerking ook te vinden.
Integraal werken De workshopmethodiek blijkt te voorzien in een duidelijke behoefte en wordt daarom samen met de stadsdelen verder ontwikkeld. In de meeste stads delen zijn reeds meerdere rondes gehouden, niet alleen in dit kader, maar ook om het integraal werken in het algemeen te bevorderen en verschillende (beleids)afdelingen beter te laten samenwerken. Zo bleek de workshop in een project als Laan van Spartaan een nuttig instrument om samenhang in programma en uitwerking te realiseren. Ook buiten Amsterdam is er behoefte aan een gezamenlijke aanpak: de gemeente Maastricht heeft de workshop gebruikt voor de kruisbestuiving van sociaal, economie en fysiek in haar aanpak om te komen tot een structuurvisie.
Van reageren naar regisseren Integraal werken is meer dan ooit noodzakelijk. Veel corporaties trekken zich terug uit maatschappelijk vastgoedprojecten. De beleidsbudgetten van de stad en stadsdelen staan onder druk. De PMI middelen zijn beperkt tot 20 miljoen euro, minder dan de helft van het budget uit de vorige bestuursperiode. Samen optrekken is een must om adequate oplossingen te bieden voor maatschappelijke vraagstukken. Hierin kan het Programma Maatschappelijke Investeringen een nieuwe rol gaan spelen: van reactief instrument gericht op nieuwe voorzieningen, naar een meer regisserend instrument die de integrale benadering van de lokale sociaal ruimtelijke infrastructuur stimuleert.
19
Drie verkenningen door Eric van der Kooij en Errik Buursink
[email protected] [email protected]
Ruimtelijke en functionele impulsen Sociaal maatschappelijke voorzieningen zijn onderdeel van het publieke domein. Met de juiste voorzieningen op de juiste plek wordt het mogelijk om interactie tussen verschillende groepen mensen in de openbare ruimten van de stad beter te verankeren in de stadsplattegrond van de stad. Dit artikel beschrijft drie verkenningen naar plekken in Amsterdam waar de interactie en kwaliteit sterk kunnen worden verbeterd door relatief kleine ruimtelijke of functionele impulsen.
Samen met het plein vormden kerk, school, buurthuis, kinderopvang en detailhandel sociale brandpunten in wijken en buurten. In de uitleg van de stad zijn ze opgenomen in de ruimtelijke structuur. Of het nu om de voor- of na-oorlogse stad gaat, voorzieningen hebben altijd deel uitgemaakt van het ontwerp van de stadsplattegrond.
Fysieke en functionele impulsen De uitdaging is ervoor te zorgen dat de juiste voor zieningen op de juiste plekken komen en vice versa. Om dit te illustreren is voor een drietal plekken uitgewerkt hoe een aantal fysieke en functionele impulsen de sociaal ruimtelijke infrastructuur en interactie kan versterken. Daarbij is ingespeeld op actuele ruimtelijke en/of sociaal maatschappelijke vraagstukken en gebruik gemaakt van bevindingen uit de stadsbrede verkenningen van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling naar de sociaal maatschappelijke kansen en opgaven voor buurten en wijken. Verder is gekeken naar ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving en in hoeverre programmering van de openbare ruimte aansluit bij de aard van de voorzieningen. De aan sluiting op het stedelijk netwerk van voorzieningen en openbare ruimte vormt daarbij een belangrijk uitgangspunt.
Kop Rembrandtpark Het Rembrandtpark is net zo groot als het Vondelpark maar neemt door zijn ligging een totaal andere plek in in de stad. Dwarsverbindingen op het park zorgen voor de verbinding tussen de buurten ten oosten en westen en vormen daarmee ook de overgang tussen de voor- en na-oorlogse stad. De breuk tussen OudWest en Nieuw West wordt versterkt door de barrière van de A10-West. >
20
PLANAmsterdam
1 Lijn 13 rijdt langs het Rembrandtpark richting het centrum van de stad. Vanaf de Jan Evertsenstraat kun je het park niet betreden, en je kunt niet zien wat er in het park gebeurt. Foto: Edwin van Eis Tram 13 rides via the Rembrandtpark to the city centre. From the Jan Evertsenstraat you cannot enter the park or see what is happening there.
Studie naar aanpassingen aan de Kop van het Rembrandt park om de verbinding tussen het park en de Jan Evertsen straat te verbeteren. Beeld: Karla Gutierrez Study into modifications at the north end of the Rembrandt park to improve the connec tion between the park and the Jan Evertsenstraat.
2 Kop Rembrandtpark huidige situatie. Current situation at the north end of the Rembrandtpark. 3 Kop Rembrandtpark nieuwe situatie. New situation at the north end of the Rembrandtpark ‘Superstoep’, een verhoogde en brede stoep die dienst doet als ontmoetings ruimte (tussen de Jan Evertsen-
straat en het Rembrandtpark) ‘Super-pavement’, a raised sidewalk that serves as a meeting place (between the Jan Evertsenstraat and the Rembrandtpark). sportvelden langs de stoep sports fields alongside the footpath speeltuin recreation area schoolplein playground nieuwe bebouwing met
voordeuren aan het water voor continueren stadsstraat new construction with front doors opening onto the water for the continuation of the urban thoroughfare nieuwe verbinding met het zwembad new connection with the swimming pool
1
2
03 | 2011
3
21
4 Studie naar mogelijke invulling van Sportpark Drieburg met het voorstel om de clubgebouwen van twee voetbalverenigingen aan elkaar te verbinden en daar collectief programma aan toe te voegen. Doel is meerwaarde creëren zodat de voorziening beter wordt verankerd in de wijk. Beeld: Eric van der Kooij Study into a possible infill of the Drieburg Sports Park with the
proposal to interlink the clubhouses of two football clubs and introduce a communal programme. The goal is to create added value so that the facility is properly embedded in the neighbourhood. 5 Schets van de ingreep bovenaan met lichtgroene velden, daaronder met donkergroene velden analyse van de ingreep.
Beeld: Eric van der Kooij Outline of the intervention indicated by pale green fields (top right), with an analysis of the intervention in dark green fields (bottom left).
7 Clubgebouw van voetbal vereniging DVVA. Foto: Edwin van Eis DVVA football clubhouse.
6 Clubgebouw van voetbalvereniging JOS en leeg voetbalveld. Foto: Edwin van Eis JOS football clubhouse and an empty football pitch.
6
7 4 5
22
PLANAmsterdam
‘De uitdaging is ervoor te zorgen dat de juiste voorzieningen op de juiste plekken komen.‘
Als je vanuit de stad aan komt rijden over de Jan Evertsenstraat ligt het park verscholen achter bosschages en heb je er vanaf de hoger geleden straat geen zicht op. Er is geen directe toegang tot de open ruimten in het park en de daar aanwezige schoolwerktuinen en de speeltuin, terwijl er toch een aantal belangrijke voorzieningen aanwezig is zoals het reuma-instituut en het Mercatorbad. Door gebruik te maken van aanwezige functies en kwaliteiten en door toevoeging van nieuwe typen openbare ruimten en programma’s kan het gebied aantrekkelijker worden. ‘Superstoep‘ en continueren stadsstraat Door het maken van een ‘superstoep’ – een brede en verhoogde stoep tussen de Jan Evertsenstraat en het Rembrandtpark – op de plek van de bosschages wordt een nieuwe verblijfsruimte met een duidelijke identiteit geïntroduceerd die tot informeel gebruik en ontmoeting uitnodigt (flexibiliteit). Sportvelden aan de parkzijde, die ook gebruikt kunnen worden door de scholen in de buurt, zorgen ervoor dat je vanaf de verhoogde stoep naar de sportactiviteiten kunt kijken. De toevoeging van bebouwing (bijvoorbeeld studentenhuisvesting) aan de noordzijde zorgt ervoor dat de continuïteit van de stadsstraat wordt doorgezet. Invulling van het kantoorpand langs de A10 voor een MBO of HBO zal ervoor zorgen dat er extra toestroom is van mensen waardoor de levendigheid wordt vergroot.
Sportpark Drieburg Sportpark Drieburg ligt in de Watergraafsmeer en is ingeklemd tussen de Ringdijk, de Gooiseweg en Amsteldorp, een jaren 30-50 woonbuurt die aansluit op het Amstelstation. Het sportpark wordt zeer intensief gebruikt door een zestal voetbalclubs en verder is er een kinderspeeltuin, schoolwerktuinen, een tennisclub, een korfbal- en frisbeeclub, een volkstuinvereniging en een schaakclub. Deze verenigingen werken nu al intensief samen en de velden worden voor verschillende sporten gebruikt. Het Drieburgerpad vormt de belangrijkste ontsluitingsroute die tevens dient als parkeerterrein. De gebouwen zijn vaak met de achterkant naar de weg georiënteerd
03 | 2011
en stammen nog uit de tijd dat een clubgebouw niet veel meer was dan een aantal sobere kleedkamers en een kleine kantine. De vraag is hoe het gebruik van de voorzieningen van de sportverenigingen gedurende het gehele jaar een meerwaarde creëert in het gebied en daarmee de voorzieningen beter verankert in het sportpark en de buurt. Nieuwe collectieve ruimtes voor eigen identiteit Door de twee clubgebouwen van de voetbalverenigingen DVVA en JOS in een sportverzamelgebouw te integreren worden de krachten gebundeld. Op deze wijze kan effectiever gebruik worden gemaakt van gemeenschappelijke voorzieningen (zoals fitness, vergaderruimtes, kinderopvang) en wordt de ontsluiting en entree vanaf het Drieburgerpad beter vorm gegeven. Door de collectieve ruimtes op te tillen krijgt iedere club een eigen identiteit op de kop met een verhoogd terras. De ruimtes eronder zijn naast kleedruimtes ook collectieve ruimtes die verhuurd kunnen worden. Deze ruimtes grenzen aan de poort in het midden die de toegang van het complex markeert. Het voorplein wordt direct aan het Drieburgerpad ontsloten waardoor een herkenbare entree ontstaat met een voorkant aan de straat. In het verlengde van de smalle strook waar het gebouw staat, is tussen de sportvelden en het Drieburgerpad ruimte om smallere oefenvelden aan te leggen die ook door de buurt als speelruimte gebruikt kunnen worden. Hierdoor ontstaan flexibele ruimten en duidelijke entrees naar het Drieburgerpad die daardoor veel meer als een centrale ontmoetingsruimte gaat functioneren waar ook verschillende sportvoorzieningen gelegen zijn.
Makassarplein Het Makassarplein vormt het hart van het noordoostkwadrant van de Indische Buurt. Dit deel van de wijk kent een opeenstapeling van sociale problemen, die deels voortvloeien uit de aanwezigheid voorzieningen gericht op verslavingszorg, daklozen en psychische zorg. Daarnaast is er in de omgeving van het plein >
23
8
10
9
11
24
PLANAmsterdam
8 Makassarplein biedt veel mogelijkheden voor herinrichting zodat meerdere groepen bewoners uit de buurt er gebruik van kunnen maken. Foto: Edwin van Eis Makassarplein offers many possibilities for reorganization so that several groups of local residents can take advantage of it.
Makassarplein in de toekomst. Makassarplein in the future. Beeld: Karla Gutierrez 9 Ontwerp voor Makassarplein als plein voor de buurt. Design for the Makassarplein as a plaza for the neighbourhood. 10 Speelplein voor de jeugd uit de Indische Buurt. A playground for youngsters
from the Indische Buurt neighbourhood. 11 Principezonering met plein in het midden en zone met speelfuncties aan de randen. Provisional zoning with the square in the middle and a zone with recreational functions around the edges.
een concentratie van multiprobleemgezinnen, alcoholisten, verslaafden, dealers en mensen met een psychiatrische aandoening. Fysieke ingrepen op het plein kunnen bijdragen aan het aantrekkelijker maken van de buurt en mits gekoppeld aan participatie door bewonersgroepen, ook bijdragen aan het versterken van het zwak ontwikkelde maatschappelijk middenveld. Het noordoostkwadrant vormt een rustige tegen hanger van de meer centrumstedelijke noordwestelijke Indische Buurt. Het Makassarplein ligt buiten de belangrijke doorgaande routes in de Indische Buurt, maar is het logische middelpunt van een in de luwte gelegen woonbuurt. Het grote plein opent zich op drie hoeken naar de omliggende buurt, maar is door een gesloten wand afgeschermd van de drukte rond het Javaplein. Het plein heeft hierdoor in de eerste plaats een functie voor de woonbuurt en in mindere mate voor de Indische Buurt als geheel. De blokken rondom het plein zijn opgetrokken in een sobere variant van de Amsterdamse School. Het plein heeft hierdoor een zeer herkenbaar karakter, dat verschilt van de meer schilderachtig ontworpen straaten pleinwanden in het westelijk deel van de wijk. De uitstraling van de meeste blokken laat wel te wensen over. Kunststof kozijnen, laagwaardige functies en deels gesloten plinten dragen niet bij aan een hoge ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde. Het plein functioneert voornamelijk als speelplek voor de jeugd, als zodanig is het ook ontworpen.
jeugd een moestuin te exploiteren. Gedacht kan ook worden aan het heroprichten van de oude speeltuinvereniging. Flexibiliteit Het vooroorlogs stedelijk weefsel waarin het Makassarplein ligt heeft elders in de stad haar aanpassings vermogen al bewezen. De hoge bevolkingsdichtheid en aanwezigheid van multifunctionele ruimten in de plinten van de blokken geeft de mogelijkheid tot het ontstaan van een interessant voorzieningenaanbod. Te denken valt dan aan kinderopvang, lichte horeca en kleinschalige detailhandel. Het succes daarvan hangt wel af van de aantrekkingskracht van het plein op een diverse groep gebruikers. Ook de schaal van het Makassarplein biedt qua inrichting mogelijkheden genoeg voor veranderende behoeften van gebruikers.
Bijdragen aan vitale en ongedeelde stad Interactie en ontmoeting in de stad vindt plaats op veel manieren en op veel verschillende plekken. De inpassing en positionering van sociaal maat schappelijke voorzieningen, inclusief de daarvoor geëigende buitenruimten maken onderdeel uit van het ruimtelijk ontwerp van de stadsplattegrond. Aan de hand van vaak kleine ruimtelijke of functionele impulsen is het mogelijk het stedelijk netwerk te activeren en te betrekken bij het systeem van publieke ruimten. Hierdoor wordt segregatie en afsluiting voorkomen en kan het maken van verbindingen en betekenisvolle plekken bijdragen aan een vitale en ongedeelde stad.
Vergroten betrokkenheid jong en oud Het Makassarplein kan voor de hele noordelijke Indische Buurt een vanzelfsprekende speelplek worden. Dat zou ook een meer gemengd publiek naar het plein trekken en de woonaantrekkelijkheid van de Indische Buurt als geheel verbeteren. Bepaalde groepen kunnen nadrukkelijker worden gekoppeld aan functies op het plein. Vanuit de buurt zijn al initiatieven om de betrokkenheid bij het plein te vergroten, onder andere door het gezamenlijk vormgeven van de openbare ruimte. Maar er is ook een initiatief van ouderen in de wijk om samen met de
03 | 2011
25
Summary
People make the metropolis Connection and encounter A city can shine thanks to its museums, public buildings, parks and squares, and because of the presence of exceptional places to live. Or, indeed, because of the absence of run-down and unsafe neigh bourhoods. Residents and visitors judge the city or neighbourhood based on live ability. A cohesive relationship between social amenities and public space, between the social and physical domains, is essen tial for a vital and thriving metropolis. With the Socio-Spatial Ambition (Sociaal Ruimtelijke Ambitie), the City of Amsterdam’s Social Development Department (DMO) and Department of Physical Planning (DRO) have formulated a joint response to the question of how the social and spatial domain can make the maximum contribution to a dynamic and undivided metropolis. Places where people can meet each other and interact are of great importance in this respect, and the combination of amenities and public space can make an important contribution.
Five conditions The Socio-Spatial Ambition concentrates on the development of an infrastructure which is so robust that it is more than capable of accommodating social tasks that change over time. A solid, sturdy infrastructure should satisfy five conditions: 1 Identity: this is established by visibility and character and also serves an import ant function with regard to identification and orientation. 2 Diversity: requires a mix of functions on various scales. For example, situating large-scale functions such as sports fields within the city’s orbital motorway creates opportunities for joint use and interaction. 3 Flexibility: leeway within a layout and using it to accommodate changing social and spatial requirements. 4 Stakeholdership: creates a positive relationship between people and their everyday environment and can also initiate and shape interaction.
26
5 Accessibility and openness: in physical terms this is about whether you can get somewhere; in social terms it concerns the character of a building or a place and whether it throws up any mental barriers. By identifying several conditions we are not providing any ready-made solutions, but we are offering guidelines which can contribute to a plan’s elaboration, the realization of an amenity or the tackling of social issues in a neighbourhood.
Investing in social amenities The quality and integrality of social amenities must remain a priority if we want to safeguard cohesion and continuity. This forms the point of departure for the workshop on Socio-Spatial Infrastructure (Sociaal Ruimte lijke Infrastructuur or SRI), in which social tasks are elaborated by specific area with the physical and economic planning sectors, thus providing input for potential investments in ‘social real estatel’. Borough councils can apply for subsidies to cover the capital outlay for such social real estate. In order to be eligible for this, borough councils are asked to formulate a long-term investment programme, a so-called Social Investments Programme (Programma Maatschappelijke Investeringen or PMI). The SRI workshop serves as a starting point for devising such an investment programme. The workshop participants link up the tasks and requirements from the neighbourhoods with the amenities available across the borough. This method of working was a forerunner of the new methodology in the spatial sector, a modus operandi that dovetails seamlessly with the new business model, in which high-quality social amenities contribute to the value of urban real estate increasing. Working on a decentralized scale – i.e. that of the city boroughs – also ensures closer involvement in local tasks and thus greater engagement with the end users. The workshop methodology seems to meet
PLANAmsterdam
a clear-cut need. Moving forward together is a must in order to offer effective solutions for social issues. Investment programmes for social real estate can start to play a new role in this, shifting from serving as a reactive instrument focused on new facilities to a more supervisory instrument that encourages the integral approach to the local socio-spatial infrastructure.
The impact of spatial and functional impulses Social amenities are an integral part of the public domain. Having the right amenities in the right place makes it possible to more firmly embed the interaction between different groups of people into the city’s public spaces within the urban footprint, the city plan. This article describes three investigations into places in Amsterdam where the interaction and quality could be improved markedly by means of relatively small spatial or functional impulses. 1 North end of the Rembrandtpark: design for the raised ‘super-pavement’ and the extension of the urban thoroughfare to establish a better connection between the Jan Evertsenstraat and the park 2 Drieburg Sports Park: creation and promotion of a new shared identity for two sports clubs so that they also acquire significance for the city quarter 3 Makassarplein: further development of this square’s potential to transform it into a recreational space for youngsters from across the neighbourhood The insertion and positioning of social amenities, including the appropriate outdoor spaces, are part and parcel of the spatial design of the city plan. With the aid of spatial or functional stimuli, often small in scale, it is possible to activate the urban network and integrate it with the system of public spaces. This is a means of preventing segregation and exclusion, while fostering interrelationships and creating meaningful places can contribute to a vital and united city.
1 Terras op de Torensluis in het centrum van de stad. Foto: Edwin van Eis Terrace on the ‘Tower Sluice’ in the centre of the city. 2 Markt op het Anton de Komplein in Amsterdam Zuidoost. Foto: Edwin van Eis Market on the Anton de Komplein in Amsterdam-Southeast.
‘A cohesive relationship between social amenities and public space, between the social and physical domains, is essential for a thriving metropolis.‘
Auteurs van dit nummer – – – –
– – – – – – – –
Errik Buursink (Enschede, 1978) Werkt sinds 2007 bij de Dienst Ruimtelijke Ordening Op dit moment werkzaam als planoloog bij het team Openbare Ruimte en Verkeersontwerp (ORV) Houdt zich bezig met formuleren en uitvoeren van beleid rondom de stedelijke openbare ruimte Studeerde Geschiedenis en Cultureel Erfgoed aan de Universiteit van Amsterdam Marc van Gemert (Eindhoven, 1961) Werkt sinds 1995 voor de Gemeente Amsterdam (Milieudienst, Stadsdeel Zeeburg, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling / Project- en adviesbureau SPA) Op dit moment werkzaam als programmamanager Programma Maatschappelijke Investeringen en senior adviseur bij de Unit Maatschappelijk Vastgoed van SPA Houdt zich bezig met integrale projectontwikkeling en het verbinden van de sociale, economische en fysieke domeinen Studeerde Nederlands en Internationaal Recht aan de Universiteit van Amsterdam
–
Femke Haccoû (Doesburg, 1981) Werkt sinds 2008 als landschapsarchitect bij de Dienst Ruimtelijke Ordening. Houdt zich bezig met speeltuinen en ontwerpend onderzoek in de groene openbare ruimte, naast ontwerp ook betrokken bij beleid rondom groen in de Wijkaanpak. Social media fanaat en veel interesse in het samen brengen van online initiatieven in de fysieke omgeving. Studeerde Landschapsarchitectuur aan Wageningen Universiteit
– – – –
Eric van der Kooij (Leiden, 1966) Werkt sinds 1998 bij de Dienst Ruimtelijke Ordening Is mede initiator van de Sociaal Ruimtelijke Ambitie Op dit moment werkzaam als teamleider van het Team Metropoolregio Amsterdam (TMA) Studeerde stedenbouw aan de TU Delft
– – 1
Susan Bromm (Alkmaar, 1971) Werkt sinds 1998 voor de Gemeente Amsterdam (Dienst Welzijn Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Project- en adviesbureau SPA) Op dit moment werkzaam als senior adviseur/projectleider bij de Unit Maatschappelijk Vastgoed van SPA Houdt zich bezig met integrale plan- en projectontwikkeling in samenwerking met betrokken partners, veelal op het gebied van onderwijsvoorzieningen Studeerde naast Planologie & Demografie aan de Universiteit van Amsterdam, ook Communicatie&PR bij SRM.
–
– – – – – – – – –
Elvira Vreeswijk (Leimuiden, 1971) Sinds 1999 werkzaam bij de Dienst Ruimtelijke Ordening Werkte met de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling aan de Sociaal Ruimtelijke Ambitie Is momenteel projecttrekker Zuidwaarts en projecttrekker verkenningen naar economie werken, wonen en verkeer voor stadsdeel Oost Studie Metropool (NSOB) en master Metropool (Erasmus), 2008 Studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam Ronald Wiggers (Nibbixwoud, 1965) Werkt sinds 1992 voor de Gemeente Amsterdam (Dienst Stedelijk Beheer, Dienst Ruimtelijke Ordening, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling / Project- en adviesbureau SPA) Op dit moment werkzaam als senior adviseur sociaal ruimtelijke infrastructuur bij de Unit Maatschappelijk Vastgoed van SPA Houdt zich bezig met integrale projectontwikkeling, het ontwerpen van voorzieningen programma's en het verbinden van het sociale, economische en fysieke domein Studeerde sociale geografie / stadsgeografie aan de Universiteit van Amsterdam
PLANAmsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening gemeente Amsterdam en is te downloaden vanaf www.dro.amsterdam.nl/publicaties.
2
03 | 2011
27
Stadsbeeld 03/11 Leidraad Energetische Stedenbouw (LES)
Stap 1 Reductie
Stap 2 Reststromen
Stap 3 Duurzaam opwekken
Thermisch
Isolatie van de gebouwschil
Compactheid
Orientatie: zontoetreding
Programmatische afstemming
Stadswarmte
Zonne collectoren
40-70%
10-40%
15-20%
max 100%
40-100%
1,5
3900
max 35
GJ/m2
GJ/doublet
GJ/won.
Urban windmolens
Bio WKK
Optimale hoogte
Bruikbare dakvorm
Bio WKK
Stadskoude
10-30%
max 100%
max 50
40-100%
GJ/won.
van koudevraag
Op gebouwniveau: Warmteterugwinning
WKO
Warmte wisselaar
10-30%
Elektra
Energiezuinige Openbare ruimte
Elektrazuinig gebouw
Daglichttoetreding
Energieke functies
Zon PV
50-60%
40-50%
10-12%
2-5%
126
1.000
350
kWh/m2
kWh/jaar
kWh/won.
Op gebouwniveau: Zuinige verlichting Slimme meters Slimme schakeling
10-15% 10-15% 5-10%
Over het belang van klimaatneutraal bouwen en de manier waarop stedenbouwkundigen en planologen dat kunnen toe passen in bouwprojecten. Energie moet een van de uitgangspunten van gebiedsontwikkeling worden. Daar hebben we de Leidraad Energetische Stedenbouw voor ontwikkeld. Deze leidraad beschrijft een werkwijze voor klimaatneutrale bouwprojecten, met als resultaat andere energie-
concepten en hergebruik van energiestromen. LES is een groei document dat we willen aanvullen met ervaringen uit de praktijk: gebruik LES voor je project en deel nieuwe kennis! Juliane Kürschner, planoloog bij DRO
Voor meer informatie: www.nieuwamsterdamsklimaat.nl