TEKST: CASPAR VERHAAGEN
Caspar Verhaagen zal in vier afleveringen ingaan op een belangrijk onderdeel van je plank: de vin. De vin is het meest belangrijke onderdeel van je plank, maar wordt vaak onderschat. In deze eerste aflevering - over vinnen kun je wel een boek schrijven- zal Caspar je inzicht geven in de algemene werking en eigenschappen van vinnen. Het krachtenspel rondom je vin, board en zeil bepaald in hoge mate met welke snelheid je kunt varen en hoe lekker je vaart. In de volgende afleveringen komen de meer diepgaande items aan bod: in aflevering 2, welke factoren zijn van invloed op de lift van je vin, in aflevering 3, specifieke eigenschappen en keuze van slalom-, speed of formulavinnen. En in de laatste aflevering zal Caspar je laten zien hoe je het maximum uit je vin kunt halen door een betere afwerking.
VINFUNCTIE In het krachtenspel tussen wind, zeil, surfer en de plank-vin combinatie vervult de vin de functie om de plank in voorwaartse richting snelheid te geven. Als je een constante snelheid vaart is de kracht die de vin plus plank uitoefent ongeveer gelijk aan de voortstuwing die het zeil geeft. De kracht die de vin kan leveren wordt meestal “LIFT”genoemd. De lift is sterk afhankelijk van vaarsnelheid, vinvorm en de aanstroomhoek van het water tegen je vin. Het is goed om je te realiseren dat de plaats van je mastvoet, je voetbanden en je vin bepaalt of je balans goed is en je ontspannen kunt varen. Verandering van de plaats van de vin of het plaatsen van een ander vintype, b.v. een normale vin vervangen door een weedvin (voorkant van een dergelijke vin staat onder een hoek van 45 graden) betekent dat het drukpunt van de vin flink naar achteren verschuift.
Om de verschuiving van het drukpunt te compenseren moeten dan je voetbanden en mastpositie ook een flink eind naar achteren. We ervaren allemaal wel eens hoe lastig die balans tussen zeil, windsterkte, plank en vin te vinden is. Een goede afstemming tussen zeilgrootte, vintype en lengte, voetband en mastpositie is essentieel om bij de koers die je wilt varen zo snel mogelijk te gaan. Om het maximum uit je set te halen is het gebruiken van een goede bijpassende vin geen optie maar pure noodzaak. Dit klinkt eenvoudig maar het blijkt in de praktijk toch erg lastig om de optimale vin voor jouw board en vaarstijl onder wisselende water- en wind condities te vinden. Je zult bijvoorbeeld moeten accepteren dat je minimaal twee vinnen per plank nodig hebt. Maar ga er niet zomaar vanuit dat wat de snelste man op het water
CASPER VERHAAGEN FOTO: EDWIN BLAAUWBROEK
‘Een goede afstemming tussen zeilgrootte, vintype en lengte, voetband en mastpositie is essentieel om bij de koers die je wilt varen zo snel mogelijk te gaan.’
Alles over vinnen Aflevering 1 68
SURF MAGAZINE
FOTO: SELECT
69
‘Al decennia lang proberen knappe koppen de ideale vin te bedenken met een zo hoog mogelijk rendement.’
gebruikt ook voor jou het beste is. Je zult wat moeten experimenteren om je optimale combinatie te vinden. Er zijn duidelijke verschillen in vineisen voor slalom, speed- en formula racing. In een volgende aflevering wil ik daar graag dieper op in gaan. Het goede nieuws is dat veel vineigenschappen onafhankelijk zijn van de race discipline. Wat meer kennis van deze vineigenschappen kan hopelijk de optimale vinkeuze wat gemakkelijker maken. VINEIGENSCHAPPEN De belangrijkste vineigenschap is om voldoende lift te genereren om je plank in plane te brengen en te houden. Een vin genereert pas lift als het water onder een hoek tegen de vin aanstroomt. Hoe groter de hoek en de snelheid van de vin hoe meer lift er gegenereerd kan worden. Deze hoek is echter beperkt tot een paar graden, daarboven loopt de kracht die de vin kan leveren snel terug. Helaas geeft iedere vin ook weerstand. Je moet je realiseren dat de weerstand van je vin in hoge mate de eindsnelheid van je plank-zeil combinatie bepaalt. Natuurlijk spelen ook andere factoren mee, zoals de weerstand van je plank. De weerstand van je zeil speelt een veel kleinere rol. Denk maar hoe eenvoudig een ijszeiler boven de 100 Km/uur uitkomt met een normaal surfzeil. Dit soort snelheden zijn de droom van iedere speedsurfer. De verhouding tussen lift en weerstand geeft het vinrendement aan. Al decennia lang proberen knappe koppen de ideale vin te bedenken met een zo hoog mogelijk rendement. Veel kennis uit de vliegtuigen scheepswereld wordt daarbij gebruikt. Een goede vin geeft veel lift en weinig weerstand. Het vinprofiel, de vinvorm, de hoek waaronder je vaart de afwerking en de snelheid van de vin bepalen in hoge mate het vinrendement. Theoretisch is het mogelijk om de ideale vin op papier te bedenken. Maar heel veel prototypes en intensieve praktijktesten zijn nodig om een “betere” vin te ontwikkelen. Daarbij komt dat niet voor alle omstandigheden en type vaarstijlen die ideale vin de “beste” performance geeft. B.v. alleen al de verschillen in de racedisciplines slalom, speed en formula maken dat in iedere discipline de vin zijn eigen kenmerken heeft. Het beoordelen dan wel bepalen welk vintype en lengte je nodig hebt is niet eenvoudig. Afgezien van de vineigenschappen moet je bij de vinkeuze je realiseren voor welk soort vaargedrag en stijl je de vin nodig hebt. Over beide zaken hieronder meer. HOEVEEL “LIFT” HEB JE NODIG EN KUN JE AAN? Grondbeginsel is: Hoe groter het zeil hoe meer lift je nodig hebt. Grote zeilen leveren veel voorstuwing (en zijwaartse kracht) dus je vin moet veel lift geven om dat om te zetten in snelheid. Extra lift heb je ook nodig als je erg hoog aan de wind wilt varen of juist een erg lage koers vaart. Voor een halvewindse koers heb je de minste lift nodig. De directe vertaling voor extra lift = extra vinlengte. Te veel lift van je vin geeft een bokkig gevoel en kan controleproblemen geven. Een kortere vin is dan een mogelijke oplossing. De breedte van je board bepaalt in hoge mate welke hoeveelheid lift (= vinlengte) je aankunt dan wel wat nog comfortabel te varen is. Het tegenkoppel voor je vin lever je zelf via je voetbanden en je gewicht. Je vaarstijl is hierbij ook van belang. Ben je een race freak dan sta je helemaal aan de buitenkant van je board. Dan kun je dus veel tegenkoppel in de schaal leggen en relatief grote vinnen en zeilen varen. Vaar je op een freeride board met de voetbanden verder naar binnen dan is het omgekeerde het geval.
Onvoldoende lift van je vin geeft een paar kenmerken: 1 je kunt niet hoog aan de wind varen 2 je kunt niet voldoende afvallen 2 je kunt niet in plane blijven 3 je kunt je snelheid niet vasthouden in de windgaten Een grotere vin of zeil is dan het antwoord. Een goede remedie kan ook zijn een breder board gebruiken. Om snel te planeren heb je ook extra lift nodig (langere vin). Op het moment dat je “te veel” lift vraagt van je vin krijg je een spinout. Dit ongewenste bijverschijnsel treedt dus op, op het moment dat de krachten boven water niet meer opgevangen kunnen worden door de vin. De lift die de vin (tegenkracht) kan leveren is simpelweg te klein om de zaak boven water in balans te houden. Vaarstijl (bij een te lage snelheid te veel op de achterkant van je board duwen) is de meest voorkomende oorzaak. Maar spinout kan ook voorkomen op hoge snelheid bij een erg ruime koers. Bij een erg ruime koers is de aanstroomhoek nog maar heel klein van je vin. Hierdoor kan de vin nog maar weinig lift genereren. Als je onder deze omstandigheden extra druk op de achterkant geeft om extra te accelereren krijg je op hoge snelheid een spinout. Een langere vin of een vin met een profiel wat meer lift genereert is dan de remedie. Maar bedenk wel dat een vin die te lang is voor jouw vaaromstandigheden extra weerstand geeft en dus een beetje onnodig snelheidsverlies zal geven. TRIMTIPS VINNEN Hieronder nog een paar trimtips over vinlengte. Zie de tips als een “richting” waarin je de vinlengte kunt veranderen. In de volgende aflevering komt het hoe en waarom over o.a. vinlengte aan bod. Bepalen van de maximum / minimum vinlengte Maximum vinlengte: 2 cm PLUS de breedte van je board gemeten op 30 cm van de achterkant Minimum vinlengte: 6 tot 10 cm MIN de breedte van je board gemeten op 30 cm van de achterkant. 6 cm voor een smal board. 10 cm voor een breed board. De optimale lengte is sterk afhankelijk van de winden watercondities EN je vaarstijl en koers die je wilt varen. Raadpleeg de onderstaande tips als je aan het experimenteren gaat met je trim, of als je duidelijk het gevoel hebt dat verbetering mogelijk is. Langere vin proberen als je: 4 board niet goed hoogte loopt 5 board slecht aanplaneert 6 board stil valt in de windgaten 7 board niet goed een “erg” ruime koers wil varen 8 board de neiging heeft af te vallen 9 board spin-out gevoelig is 10 board “te” rustig loopt 11 teveel druk op je voorste voet voelt Kortere vin proberen als je: 12 board de neiging heeft op te loeven 13 board de neiging heeft “op te stijgen”/ “te” onrustig is 14 board slechte controle heeft tijdens het gijpen / gijpt moeilijk 15 teveel druk op de achterste voet voelt In de volgende aflevering worden de invloed van snelheid, aanstroomhoek, lengte, plaats van de vin, vinprofiel, rake, flex en twist op het liftgedrag van vinnen tegen het licht gehouden.
TE VEEL LIFT VAN JE VIN GEEFT EEN BOKKIG GEVOEL EN KAN CONTROLEPROBLEMEN GEVEN. FOTO: PWA/CARTER 70
SURF MAGAZINE
71
Snelheid = lift
Snelheid De snelheid van de vin door het water geeft de meeste invloed op de lift van de vin. De lift neemt ongeveer kwadratisch toe met de snelheid. Dit fenomeen maakt ook dat het op een snel slalomboard met een relatief kleine vin toch mogelijk is om behoorlijk te hoogte lopen. Omgekeerd bij lage snelheid geeft je vin weinig lift waardoor je board gemakkelijk weg kan glijden. Denk maar aan wat er gebeurt als je gelijk hoog weg wilt varen. Dat gaat eigenlijk pas goed als je de planeersnelheid al bereikt hebt. Snelheid = Lift, heb je nodig om de krachten boven water in bedwang te houden. Aanstroomhoek De lift van vinnen is ruwweg evenredig met de aanstroomhoek door het water. Hoe groter de hoek en de snelheid van de vin hoe meer lift er gegenereerd kan worden. Deze hoek is echter beperkt tot een paar graden, daarboven loopt de kracht die de vin kan leveren snel terug. Hierdoor is het dus mogelijk om aan de wind te varen dan wel een ruime koers te varen. Als de aanstroomhoek nul is geeft een symmetrische vin geen lift. Hieruit volgt dus dat voor heel ruime koersen de vin heel weinig lift geeft. Dit vingedrag is vooral bij Formula heel erg belangrijk. Diegene die een lagere koers kan varen dan zijn tegenstander, wint de wedstrijd. Ofwel diegene die een vin heeft, die nog lift geeft bij zeer ruime koersen is in het voordeel. Spinout Op het moment dat je “te veel” lift vraagt van je vin krijg je een spinout. Dit ongewenste bijverschijnsel treedt dus op, op het moment dat de krachten boven water niet meer opgevangen kunnen worden door de vin. De lift die de vin (tegenkracht) kan leveren is simpelweg te klein om de zaak boven water in balans te houden. Vaarstijl (bij een te lage snelheid te veel op de achterkant van je board duwen) is de meest voorkomende oorzaak. Maar spinout kan ook voorkomen op hoge snelheid, bij een erg ruime koers. Bij een erg ruime koers is de aanstroomhoek van je vin nog maar heel klein. Hierdoor kan de vin nog maar weinig lift genereren. Als je onder deze omstandigheden extra druk op de achterkant geeft om extra te accelereren krijg je op hoge snelheid een spinout. Heel voorzichtig uitproberen dus !
Aflevering 2: Welke factoren zijn van invloed op de lift van je vin
Tekst: Caspar Verhaagen foto’s: edwin blaauwbroek
In aflevering 1 ben ik ingegaan op de basiseigenschappen van je vin. De belangrijkste vineigenschap is om voldoende lift te genereren om je plank in plane te brengen en te houden. Het belangrijke begrip “Lift” is uit de doeken gedaan, terwijl ook nader ingegaan is op “Hoeveel lift” je nodig hebt en aankunt. Nu wil ik graag dieper ingaan op het krachtenspel rondom de vin. In het krachtenspel tussen wind, zeil, surfer en de plank-vin combinatie vervult de vin de functie om de plank in voorwaartse richting snelheid te geven. Als je een constante snelheid vaart is de kracht die de vin plus plank uitoefent ongeveer gelijk aan de voortstuwing die het zeil geeft. De kracht die de vin kan leveren wordt meestal “LIFT” genoemd. Een groot aantal factoren heeft invloed op deze lift. We laten hier de invloed van snelheid, aanstroomhoek, lengte, plaats van de vin, vinprofiel, rake, flex en twist zien op het liftgedrag. In twee volgende afleveringen komen nog aan bod: » Specifieke eigenschappen en keuze van Slalom, Speed en Formula vinnen »
60
Surf Magazine
Het maximum halen uit je vin door betere afwerking
Lengte vin De lengte van de vin heeft ook grote invloed op de lift. Welke vinlengte vaar jij ? Is het meest besproken onderwerp. Als we uitgaan van hetzelfde vintype dan bepaalt de lengte min of meer de zeilgrootte of omgekeerd. Als je geen idee hebt welke vinlengte bij je board of zeil past, meet dan de breedte van je board op 30 cm van de achterkant. » De maximale vinlengte is ongeveer gelijk aan deze breedtemaat + 2 cm. » De minimale vinlengte is ongeveer de breedtemaat min 6 tot 10 cm. 6 cm voor een smal board en 10 cm voor een breed board van rond de 75 cm. Je raadt het al. Lange vinnen voor hoog aan de wind en kortere voor halve wind varen. Maar... ook hier is experimenteren de sleutel tot succes want het type board, windsterkte en zeil zijn ook van invloed. Voelt het board al erg stevig aan als je net boven planeersnelheid zit (zo rond 20 km / uur) dan vaar je mogelijk met een te lange vin. Heb je moeite op in plane te komen of voelt je board erg slipperig (je kunt erg weinig druk op de achterkant zetten) dan is het verstandig voor een langere vin te gaan. Dit kan ook voorkomen dat je spinout krijgt bij heel lage snelheden op aan-de-windse koersen, dan wel bij erg hoge snelheden op zeer ruime koersen. Maar….bedenk wel dat een vin die te lang is voor jou vaaromstandigheden, extra weerstand geeft en dus een beetje onnodig snelheidsverlies zal geven.
Wat is wijsheid ? - Experimenteer - Als je vinnen aanschaft neem ze dan van hetzelfde type ! - Probeer met behulp van onderstaande tips de vinlengte per zeil ongeveer te bepalen. Als je dat voor je set weet heb je al een aardig beeld. - Als je maar een beperkt budget hebt voor een vin neem dan de langste die goed bij je past Maar mijn ervaring is (en met mij vele anderen) dat je er eigenlijk niet aan ontkomt een oplopende reeks met 2 of 3 cm onderling verschil aan te schaffen. TRIMTIPS VINNEN Hieronder nog een herhaling uit deel 1 met een paar trimtips over vinlengte. Zie de tips als een “richting” waarin je de vinlengte kunt veranderen. Raadpleeg de onderstaande tips als je aan het experimenteren gaat met je trim, of als je duidelijk het gevoel hebt dat verbetering mogelijk is. Langere vin proberen als je: 1. board niet goed hoogte loopt 2. board slecht aanplaneert 3. board stil valt in de windgaten 4. board niet goed een “erg” ruime koers wil varen 5. board de neiging heeft af te vallen 6. board spin-out gevoelig is 7. board “te” rustig loopt 8. teveel druk op je voorste voet voelt Kortere vin proberen als je: 9. board de neiging heeft op te loeven 10. board de neiging heeft “op te stijgen”/“te” onrustig is 11. board slechte controle heeft tijdens het gijpen / gijpt moeilijk 12. teveel druk op de achterste voet voelt
Plaats van de vin Afhankelijk met wat voor type vinbox je plank is uitgerust kun je de vin wel of niet naar voren of achteren zetten. Een paar cm verplaatsen van je vin kan een enorm verschil maken in het vinden van de optimale trim. Helaas kan in de meest gebruikte Tuttle en powerboxen je vin niet verschoven worden. Alternatief is het opnieuw laten ingieten van je vin op de gewenste plaats. Iets dat je niet zo snel zult doen. Het alternatief is het verplaatsen van je mastvoet en voetbanden. Vin meer naar voren of voetbanden meer naar achteren, geeft meer lift. Voor goede piloten en een goed getrimd zeil kan dat snelheidsvoordeel opleveren. Maar….als je je board nog niet goed kent, begin dan met de achterste voetbanden in de voorste positie te zetten. De kans op tailwalken en bokkig gedrag is dan een stuk kleiner. Heb je het gevoel dat je nog wat extra gas kunt geven door je achterste voet nog meer te belasten? Dan wordt het tijd om de voetbanden verder naar achteren te zetten. Zet ook de voorste voetband dan verder naar achteren. Dit voorkomt een zwevend voorvoetje. Je kunt natuurlijk hetzelfde bereiken door je vin opnieuw in de box te laten ingieten op een plaats die meer naar voren dan wel meer naar achteren zit. De fabrikanten leveren meestal de vin redelijk in het midden van de box. Profiel Het profiel van de vin bepaalt in hoge mate de hoeveelheid lift, het rendement en het vaargedrag. De verschillen in type profiel uiten zich in de verhouding dikte tegen breedte, de plaats van het dikste punt en het verloop van de kromming over de breedte- as van de vin. Het verloop van de kromming heeft veel invloed op het liftgedrag van de vin. De kromming is lastig te meten. Wel kun je verschillen zien tussen vinnen als je een maatlatje over het profiel heen laat rollen en tegelijk tegen het licht inkijkt. In de aflevering over verschillen tussen slalomen speedvinnen kom ik hier nog op terug. 61
De profieldikte is wel gemakkelijk te meten en zegt iets over de hoeveelheid lift wat een profiel kan leveren. Dikke profielen kunnen aanzienlijk meer lift leveren dan dunne profielen. Het rendement van dunne profielen is in het algemeen iets hoger dan van een dikker profiel. Het profiel wordt vaak in een percentage uitgedrukt. B.v. meet op een paar plekken op je vin de profieldikte en debreedte in vaarrichting. Je meet b.v. 8 mm dikte bij een breedte van 89 mm. Je hebt dan op die plaats een 9% profiel. De meest gebruikte profielen zitten tussen 8 en 11 %. 10% is een mooi getal voor algemeen gebruik. Heel belangrijk zijn de voorkant en de achterkant van de vin. De afwerking en het verloop van de voor- en achterkant van het profiel zijn zo belangrijk dat je veel winst en verlies (weerstandtoename) kunt krijgen. Over vinafwerking ga ik nog een aflevering maken. outline De outline heeft ook een relatie met de lift en het vinrendement. Slanke outlines presteren beter dan korte brede vinnen. Hoe slanker de vin hoe hoger het rendement. Maar....te smal geeft problemen met sterkte en vaak ongewenst twistgedrag. Vinnen met een rechte voorkant (trapezium outline) geven een hoger rendement dan vinnen die sterk gekromd zijn. Veel racevinnen zijn recht of bijna recht aan de voorkant. Freeridevinnen zijn veel meer gekromd. kromme vinnen zijn veel vergevingsgezinder en gijpen gemakkelijker dan vinnen met een rechte voorkant. Het gekromde deel gedraagt zich min of meer als een rechte vin met meer rake. (Zie de alinea over de invloed van de rake hoek.) De tip van de vin is vaak afgerond om een mooi drukverloop aan de onderkant van de vin te krijgen. De tip is de plaats waar het drukverschil tussen de beide kanten van de vin bij elkaar komt. Wil je een hoog rendement halen, dan moet de tip heel geleidelijk in breedte en dikte afnemen. Denk maar aan de tip van een vliegtuigvleugel als van de Spitfire. De praktijk heeft uitgewezen dat veel type outlines goed kunnen werken. Bij de aflevering over de verschillen tussen slalom, speed en formula wil ik daar wat dieper op ingaan.
DE RAkE HOEk
62
SuRF MAgAZINE
rAke hoek De rake hoek heeft ook behoorlijk wat invloed op het liften rendementgedrag van de vin. Ook boardcontrole kun je hiermee beïnvloeden. Maar eerst iets over hoe je de rake hoek kunt bepalen. De rakehoek is de hoek die de voorkant van de vin maakt t.o.v. de plank. Als de voorkant van de vin onder 90 graden staat, spreken we van een rake hoek van 0 graden. Als deze hoek 80 graden is, is de rake hoek 10 graden. Eigenlijk moet je niet de voorkant van de vin nemen als referentie, maar het verloop over het dikste gedeelte van het profiel. Als je het netjes doet trek je een lijn over het dikste punt van je vin. kun je doen door een plakbandje plakken van boven naar onder op het dikste punt van het profiel. De hoek die de lijn maakt met je board is de rake hoek. Voor vinnen die een rechte voorkant hebben wordt ook vaak de voorkant als referentie genomen i.p.v. het dikste punt van het profiel. De invloed van rake is primair lift, als tweede extra controle en als derde vinrendement. Het rendement van een trapeziumvormig profiel is maximaal bij een rake hoek van 5 graden. Als extraatje wordt ongewenst twistgedrag onderdrukt bij vinnen met veel rake en gaat het gijpen met een vin met veel rake aanzienlijk gemakkelijker. De profieldikte neemt af bij toenemende rake hoek. Dit kan van belang zijn bij speedvinnen om cavitatie bij een hogere snelheid te laten beginnen. De verschillende rake hoeken komen nog verder aan bod in de volgende aflevering over slalom-, speed- en formulavinnen. Meer rake geeft simpelweg minder lift (verklaring valt buiten dit bestek). Daar komt nog bij dat het drukpunt van een dergelijke vin naar achteren verschuift. Om het verschuiven van het drukpunt te compenseren is het verstandig de vin op de voorkant van de base te zetten. Voor lange vinnen met veel rake kun je de voorkant van de vin een stuk over de voorkant van de base laten uitsteken. Dit maakt dat het vinden van de perfecte trim
van een vin met een grote rake erg lastig is. Wie met veel wier moet varen gebruikt meestal een rake hoek van 45 graden. Bij dit soort vinnen zou je eigenlijk een tweede vinkast moeten laten plaatsen in je board, om het drukpuntverschil op een nette manier te compenseren. fleX Flex is de mate van zijdelingse buiging in een vin. Dit is dus de buiging over de lengteas van je board. De hoeveelheid is sterk afhankelijk van de buigstijfheid van de vin en de belasting op de vin (de hoeveelheid tegenkracht die geleverd moet worden). De buigstijfheid van de vin is afhankelijk van de fabricage methode en de gebruikte materialen. Afhankelijk van de vintoepassing en de lengte van de vin kan de buigstijfheid enorm verschillen. Flex in je vin zorgt voor demping van de onrust in je plank. De vin beweegt als het ware mee met de zijdelingse beweging van je plank. Bij korte vinnen is het verschil in lift door buiging relatief klein. Bij heel lange vinnen (70 cm) voor Formula is het omgekeerde waar. Bij formulavinnen is veel flex zelfs noodzakelijk om voldoende lift te generen. Hierover meer in de volgende aflevering. De hoeveelheid flex in een vin is een goed meetbare grootheid. Maar vereist nogal wat meetgereedschap en een stabiele meetopstelling. Om zelf wat gevoel te krijgen over de hoeveelheid flex (en twist) kun je de vin in je board proberen te flexen en torderen. Dit gaat ook uitstekend in de bankschroef (zie de foto in aflevering 1 waarbij ik een vin aan het torderen ben). gebruik daarbij je duim als aandrijving en de rest van je vingers om een trekbeweging te maken. Overdrijf dit niet ! ga niet boven de 10 kg aandrijfkracht. Door dit veel te doen bouw je snel wat gevoel op voor flex en twist. Denk er aan dat vinnen die er vanaf de buitenkant identiek uitzien, toch volkomen verschillende flex en twist kunnen hebben. twiSt Twist is de mate van hoekverdraaiing, die onder belasting van de vin optreedt. Vergelijk het maar met een kurkentrekkerbeweging. Ook hier wordt bij de fabricage bepaald, hoeveel twist er in de vin komt. Twist in een vin zorgt er primair voor dat onder toenemende belasting de lift afneemt. Effect is dat de lift afneemt als de belasting op de vin toeneemt. Je kunt dit een automatisch “de-power” mechanisme noemen. Veel belasting geeft dus minder lift. Bedenk dat een twist van slechts 1 graad al een behoorlijke vermindering van lift geeft. gebruik het hierboven beschreven testje om gevoel voor de twist in je vinnen te krijgen. Het twistverloop van tip tot onderkant kan per vin sterk verschillen. Twist in een vin kan een zegen zijn maar ook maken dat de vin onvoorspelbaar en gevaarlijk gedrag vertoont. Twee voorbeelden met “te veel” twist in de vin. » Wanneer de belasting afneemt (je gaat b.v. iets meer rechtop staan) dan krijg je instantaan meer lift. Dit kan tot gevolg hebben dat je plank erg onrustig wordt. We noemen dit op en neer dansen het “kurkentrekker effect” » Bij een erg ruime koers is de aanstroomhoek van je vin nog maar heel klein. Hierdoor kan de vin nog maar weinig lift genereren. Als je onder deze omstandigheden extra druk op de achterkant geeft, om extra te accelereren krijg je op hoge snelheid een spinout. Dit krachtenspel hangt erg sterk samen met vaarsnelheid en vinbelasting. Een klein beetje twist, kan wat extra acceleratie geven op het moment dat je de vin wat ontlast. Door het ontlasten neemt de hoekverdraaiing af en de lift neemt toe. De combinatie twist en flex in een vin bepaalt in hoge mate het vaargedrag en eindsnelheid. In de volgende aflevering wordt ingegaan op de specifieke eigenschappen en de keuze van slalom-, speed- en formulavinnen. 63
Een goed afgewerkte slalomvin doet het prima als speedvin Aflevering 3: Specifieke eigenschappen van slalom-, speed- en formula vinnen TEKST: CASPAR VERHAAGEN FOTO’S: EDWIN BLAAUWBROEK
Aflevering 2 ging over het krachtenspel rondom de vin. O.a. de invloed van snelheid, aanstroomhoek, lengte, vinprofiel, rake, flex en twist op het liftgedrag zijn aan bod geweest. In deze aflevering wil ik graag dieper ingaan op de specifieke eigenschappen van slalom-, speed- en formulavinnen. Mogelijk kun je dit gebruiken bij de keuze en aanschaf van je vinnen.
De specifieke eigenschappen van slalom-, speed- en formulavinnen wil ik graag toelichten aan de hand van de eisen per vintype en de vertaling van deze eisen in meet en voelbare vineigenschappen zoals flex, twist, vinlengte, vinprofiel en rake. Veel van de inzichten die hieronder genoemd worden zijn ontstaan door intensieve samenwerking met een aantal surftoppers en door zelf vinnen te bouwen. Samen met Ron Ruiter is met succes geprobeerd om de “optimale” formulavin te ontwikkelen. Voor het speedgebeuren hebben Peter de Wit en Gerlof Hansma veel inzicht gegeven in de optimale speedvineigenschappen. Met Peter en Ron zijn vele avonden doorgebracht om meer inzicht te krijgen in het flex- en twistgedrag van vinnen. Flex en twist zijn de fundamenten voor succesvol vindesign. Het doorgronden is buitengewoon lastig omdat er zo veel storende invloeden zijn bij het vaststellen van de optimale flex en twist. Heel veel testuren en prototyping is nodig geweest om tot verbeteringen te komen. Kortom mede door deze heren weten we redelijk goed hoeveel flex en twist EN lengte een vin moet hebben om optimaal te presteren.
OPVALLENDSTE INZICHTEN 1. Formulavinnen moeten zo weinig mogelijk twist hebben. 2. Flex bij formulavinnen is super kritisch. Dit is per type board verschillend. 3. Goede slalomvin doet het meestal ook goed voor speed. 4. Kies voor speed een niet te korte vin. Je hebt lift = vinlengte nodig om downwind nog te kunnen accelereren 5. Weinig twist in een speedvin geeft goede downwind acceleratie, een hoge gemiddelde snelheid op je 10 sec. run, voorkomt spinout tijdens afzetten op hoge snelheid en laat toe dat je een run nog redelijk gemakkelijk kunt afbreken. 6. Goede vinafwerking is essentieel voor een hoog vinrendement = hoog snelheidspotentieel (komt aan bod in aflevering 4). Zoals met veel technieken is het aannemelijk dat over een paar jaar de inzichten anders zullen zijn als vandaag de dag. De invloed van board- en zeildesign zal zeker invloed hebben. Tenslotte is het de eenheid board, zeil, vin en rider die het uiteindelijke resultaat bepaalt. SLALOMVINEISEN EN -EIGENSCHAPPEN 1. Vin moet een zo groot mogelijk wind- en zeilbereik afdekken Natuurlijk willen we een vin die voldoet aan “one fits all”. Ofwel met een vin alle zeilen en condities afdekken. Helaas is dat op dit moment nog een utopie. Optimale afdekking is op dit moment je vinlengten laten oplopen met 2 tot 3 cm voor maten tot 40 cm. Daarboven oplopend met 5 cm of minder. 2. Snel aanplaneren Vinlengte aan de lange kant kiezen. Profiel van 10% kiezen (gelukkig hebben de meeste productie “slalomvinnen” een profiel van ongeveer 10%). Rake niet meer dan 12 graden. 3. Goede controle in choppy condities Vin moet relatief veel flex hebben. De zijdelingse beweging van je board wordt dan mooi gedempt. Vinlengte aan de lange kant om ook als je een golf afgaat spinout te vermijden (nog voldoende vinlengte over te hebben). 4. Doorplaneren en je koers houden in windgaten
82
SURF MAGAZINE
5.
6.
7.
8.
Bij kans op windgaten en vlagerige condities een langere vin kiezen. Makkelijk gijpen Hoe meer rake een vin heeft hoe gemakkelijker hij gijpt. Maar de lift neemt af bij toenemende rake. Een goed compromis is een rakehoek van 12 graden. Spinout ongevoelig bij relatief lage snelheden. Dit om na het gijpen voldoende grip te hebben Net als bij snel aanplaneren zijn dikkere profielen hier in het voordeel. Het meest gebruikte profiel van rond de 10% voldoet hier prima. Wat extra helpt is wat meer vinlengte. Wat nog extra helpt is een profielbolling die relatief ver naar de achterkant van de vin doorloopt. Redelijke aan-de-wind eigenschappen Als een vin niet te veel twist heeft en voldoende lengte dan zijn de up-wind eigenschappen meer dan voldoende voor een slalom 8- baan. Halve wind geen snelheidsbeperking door “te veel lift” Klein beetje twist in de vin helpt om automatisch wat lift vermindering te geven bij toenemende vindruk. Wat ook goed werkt is een relatief breed board gebruiken met een niet al te lange vin. Hieronder dan een vin met weinig twist en relatief veel flex. Deze aanpak werkt vooral goed bij lichte tot middelmatige condities.
SPEEDVINEISEN EN -EIGENSCHAPPEN 1. Vin moet een zo groot mogelijk wind- en zeilbereik afdekken. Zie de opmerkingen bij 1 bij slalomvinnen 2. Hoog rendement. Weinig weerstand op down-wind rakken Vin moet perfect afgewerkt zijn (zie hiervoor de volgende aflevering ). Kies een lengte die goed past bij je zeilmaat en snelheid die je denkt te kunnen bereiken. Vinlengte is meestal zo’n 3 tot 5 cm korter dan bij vergelijkbare omstandigheden bij slalom. Maar maak niet de fout een TE korte vin te kiezen. Het op gang komen en het accelereren op een down-wind rak wordt dan een stuk lastiger. Profieldikte liefst wat kleiner als bij slalom. Zeker als je snelheden boven de 80 wilt halen. Maar bij snelheden beneden de 75 blijken ook volbloed slalomvinnen erg goed te kunnen zijn ! 3. Goede acceleratie bij overgang naar een lagere koers Vinnen met weinig twist blijven lift genereren ook als je veel druk uitoefent. Kies een niet te korte vin. Je kunt veel beter accelereren met een vin die wat extra lift genereert. 4. Geen spinout bij verandering naar een lagere koers Alleen vinnen met weinig twist geven een betrouwbaar gedrag (geen spinout) bij het meestal sterk afzetten. Bij een vin met veel twist MOET je de vin eerst ontlasten voordat je vol down kunt gaan. 5. Op hoge snelheid op een erg ruime baan geen spinout Doordat de aanstroomhoek nog maar erg klein is ook hier een vin met weinig twist duidelijk in het voordeel. 6. Controle onder choppy condities (= meestal geen echte speedcondities) Een vin met redelijk wat flex geeft de nodige extra demping. Voor lichte riders meer flex. Voor zware minder flex. 7. Geen spinout bij het afbreken van je run Een vin met weinig twist geeft ook bij sterk verminderde snelheid en veel zijdelingse druk nog voldoende lift. Hierdoor zal uitbreken pas optreden bij een erg lage (ongevaarlijke) snelheid.
8.
Redelijke aan- de- wind eigenschappen De combinatie van vinlengte en twist bepaalt hier of je nog gemakkelijk op je uitgangspositie kunt terug komen. Om veel 10 sec. runs te kunnen maken een toch niet onbelangrijke eigenschap. Vinnen met weinig twist zijn ook hier in het voordeel. 9. Voor snelheden > 75 km / uur cavitatie onderdrukking Deze vineigenschap is voor selecte groep GPS’er van belang (hoeveel speedies komen toe aan de 75+ grens ?). Dunne speciale profielen (<9%) in combinatie met veel rake (20graden of meer) kunnen vinnen opleveren die de grens naar + 90 km / uur verleggen. Ook speciaal ontworpen asymmetrische vinprofielen maken dit mogelijk. Nadeel van deze speciale vinnen is dat ze pas op hoge snelheid voldoende lift geven. Alternatief is een goede slalomvin met 9% profiel meer rake geven. Het onderdrukken van cavitatie gaat recht evenredig omhoog met een toename van de rake hoek. 10. Voor een halvewindse koers “automatische depower” van vinlift. Dit om onrustig vaargedrag te onderdrukken bij hoge snelheden op een halve windse 500 meter baan Dit kan van belang zijn voor speedies die op een 500 meter baan moeten varen die haaks of bijna haaks op wind ligt. Denk aan Gruissan. Voor GPS’speedies is dit niet relevant omdat die een eigen koers kunnen varen die altijd veel ruimer dan 90 graden gevaren wordt. De remedie is een klein beetje twist inbouwen. Voor lichte riders meer twist. Voor zware minder twist. Vinnen met twist kun je beter maar weinig flex geven. Dit omdat er anders gemakkelijk “anti twist” in de vin ontstaat. Deze tegengestelde twist werkt als een rem. Extra effect kan zijn dat bij het ontlasten van de vin (je gaat even wat rechterop staan) je vin weer max. lift geeft. Hierdoor werk je onrustig vaargedrag in de hand. Het antitwistgedrag kun je onderdrukken door de vin meer rake te geven.
FORMULAVINEISEN EN -EIGENSCHAPPEN 1. Maximum lengte van 70 cm Jaren geleden is de maximum lengte op 70 cm vastgesteld. Vanuit hanteerbaarheid zouden we natuurlijk toe willen naar veel kortere vinnen (hydrofoilachtige vinnen). De breedte is niet aan regels gebonden. Ook de rakehoek is vrij (zie verderop meer details over rake bij formulavinnen) 2. Voor relatief lage windsterktes (6 – 12 knots) is excessief veel lift nodig In een vinlengte van 70 cm, in combinatie met een star profiel zonder veel flex is het nauwelijks mogelijk om voldoende lift te genereren om je board goed vrij te laten lopen. De oplossing die meestal gekozen wordt is relatief veel flex inbouwen. En wel zoveel flex dat een gedeelte van de vin verticale lift gaat leveren. Een slappere vin buigt weg onder je board, waardoor een deel van de vin verticale lift gaat leveren (hydrofoil principe). Hoe meer flex hoe meer lift. Meer lift heb je ook nodig als de tail breder wordt (je hebt meer hevelwerking nodig). Dit betekent dus, dat in dezelfde vinlengte steeds meer lift ingebouwd moet worden om de huidige generatie boards los te kunnen laten lopen. Een niet eenvoudige opgave voor ons vinnenbouwers. Het antwoord is nog slappere vinnen bij nog kleinere rakehoeken. Vinnen die erg slap zijn in combinatie met een kleine rakehoek moeten zo weinig mogelijk twist hebben. Teveel twist geeft bij dit type vin al bij geringe belasting
83
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
te veel antitwist gedrag. Je vaart dus dan met een automatische rem. Vin moet een zo groot mogelijk wind- en zeilbereik afdekken Bij formulavinnen komen we redelijk dicht in buurt van het “one fits all”. Het blijkt dat met twee vinnen het windbereik van 6-25 knots afgedekt kan worden. Je kunt het met een vin af als je in het windbereik van 6-15 knots blijft. Zeer goede up-windeigenschappen (hoge aanstroomhoek) Vinnen met veel lift (combinatie horizontaal + vertikaal) die bij hoge belasting geen verlies in aanstroomhoek geven zijn de winnaars. Een vin met precies de goede flex en met zo weinig mogelijk twist (geen verlies in aanstroomhoek) is de winnaar. Voor het vaststellen hoeveel flex je nodig hebt voor jouw gewicht en board- zeil combinatie is het vergelijken met collega surfers en het kunnen beschikken over vinnen met een range in flex getallen bijna een noodzaak. Zie verderop hoe je op eenvoudige wijze kunt vaststellen hoeveel flex jouw vin heeft. Helaas ken ik geen methode om van te voren te bepalen welk flexgetal een bepaalde board- zeilcombinatie nodig heeft. De up-windeigenschappen kun je verder nog verbeteren door de rakehoek kleiner te maken. Maar dat werkt alleen goed voor vinnen met heel weinig twist !! Zeer goede down-windeigenschappen (kleine aanstroomhoek) Om voor kleine aanstroomhoeken toch in planee te blijven en bij windvlagen nog lager te kunnen varen, moet je een vin hebben die ook bij heel kleine aanstroomhoeken voldoende lift geeft. Alleen vinnen met heel weinig twist vertonen dit gedrag. Gelukkige omstandigheid is dat weinig twist zowel de up-windals down-wind eigenschappen verbetert. Weinig weerstand bij een down-wind koers. Dit om hoge down-windsnelheden mogelijk te maken Ook hier moet je een vin voor hebben met zo weinig mogelijk twist. Dit omdat bij kleine rakehoeken EN twist in je vin, de vin heel snel antitwist. Antitwist=Rem onder je plank. Controle bij onrustig water Doordat er al veel flex in je vin zit, is het dempen van de golven een pure techniek kwestie geworden. Veel oefenen onder golfcondities is nodig om dit goed onder de knie te krijgen. Afname van windsterkte moet liefst zo weinig mogelijk invloed hebben op de koers. Hierdoor kun je je koers vasthouden in een windgat. Dit is een duidelijk testcriterium bij de formula piloten. De exact goede flex is hierbij van groot belang. En niet te vergeten de invloed van de rider om op veranderende condities te reageren. Windvlaag moet omgezet worden in een lagere koers als het board een down-wind rak maakt. De tendens om bij een windvlaag op te loeven moet liefst onderdrukt worden. Vinnen met weinig twist doen dit gelukkig automatisch. Heb je hier toch last van dan moet je je vin duidelijk meer rake geven.
KEUZE VIN De keuze van een optimale vin voor slalom, speed of formula is geen eenvoudige opgave. Behalve de in aflevering 2 genoemde invloeden zijn ook van belang de vaarcondities, type bodemvorm en ridergewicht.
84
SURF MAGAZINE
Hopelijk kan bovenstaande vertaling van de eisen in voelbare vineigenschappen zoals flex, twist, vinlengte, vinprofiel en rake hierbij een hulp zijn. Het zal hoe dan ook niet eenvoudig zijn om uit het bestaande aanbod van wat er op de markt verkrijgbaar is een keuze te maken. Daarbij komt dat een aantal fabrikanten erg gebrekkige informatie geeft, erg lange levertijden heeft, erg duur is etc. etc. Veelal val je dan terug op wat je surfshop kan leveren. Ervaringen van anderen (via forums of aan het water) geven vaak de mogelijkheid om onder dezelfde type boards en vaaromstandigheden zaken te kunnen vergelijken. Het zelf testen is natuurlijk het allerbeste. Zeker als je weet waar je op moet letten ! De hoeveelheid flex in een vin is een goed meetbare grootheid (zie verderop de meetopstelling om flex te meten van een formulavin). Om zelf wat gevoel te krijgen over de hoeveelheid flex (en twist) kun je de vin in je board proberen te flexen en torderen. Dit gaat ook uitstekend in de bankschroef (zie de foto in aflevering 1 en 2 waarbij ik een vin aan het torderen ben). Gebruik daarbij je duim als aandrijving en de rest van je vier vingers om een trekbeweging te maken. Overdrijf dit niet ! Ga niet boven de 10 Kg. Door dit veel te doen bouw je snel wat gevoel op voor flex en twist. Denk er aan dat vinnen die er vanaf de buitenkant identiek uitzien, toch volkomen verschillende flex en twist kunnen hebben. Wat is wijsheid ? » Experimenteer » Als je vinnen aanschaft neem ze dan van hetzelfde type ! » Probeer met behulp van onderstaande tips de vinlengte per zeil ongeveer te bepalen. Als je dat voor je set weet heb je al een aardig beeld. TRIMTIPSVINNEN Hieronder nog een herhaling uit deel 2 met een paar trimtips over vinlengte plus een toevoeging over vaarcondities, type bodemvorm en ridergewicht. Zie de tips als een “richting” waarin je de vinlengte kunt veranderen. Raadpleeg de onderstaande tips als je aan het experimenteren gaat met je trim, of als je duidelijk het gevoel hebt dat verbetering mogelijk is.
FLEX METEN VAN FORMULAVINNEN De flex in je formulavin bepaalt in hoge mate het vaargedrag van je set. De flex moet niet te veel, maar zeker niet te weinig zijn. In de praktijk blijkt dat wat de perfecte vin (flex) voor board A is, dat maar zelden het geval is voor board B. In algemene zin gebruik je een softere fin voor het lagere windbereik en een wat stijvere voor meer wind. Verder heeft een bredere tail een vin met meer lift nodig. Bij een goede match kun je met twee vinnen het windbereik van 6 – 25 knots afdekken. Het meten van de flex in een formulavin is relatief eenvoudig en kan thuis of op een plaats waar je een stevig tafelblad kunt vinden, gedaan worden.
3.
4. 5. 6.
De meetopstelling bestaat uit slechts een paar onderdelen. Zie bijgaande overzichtsfoto. De meetmethode berust op het meten van de hoeveelheid doorbuiging onder belasting met een dood gewicht. Het gewicht wordt op 60 cm van de voet aan de vin gehangen. De doorbuiging is lineair met toenemende belasting. Ofwel je hebt een ruime keuze in het gewicht wat je kunt gebruiken. Neem een niet te hoog gewicht (ergens tussen 2 en 5 kg). Daarboven loop je het risico dat het gewicht uit zichzelf van de vintip afglijdt. De doorbuiging wordt zowel zonder belasting als met belasting gemeten. 1. Eenmaal zonder dat gewicht aan vin hangt (nul meting). 2. En op het moment dat het gewicht eraan hangt De echte doorbuiging (in mm) bereken je door deze twee getallen van elkaar af te trekken. Als je een digitale schuifmaat gebruikt zet je deze “nullen” in de stand zonder belasting. Denk eraan dat je de vin niet extra belast met de meettip van je schuifmaat. Verstandig is de metingen een paar maal te herhalen, en hiervan het rekenkundige gemiddelde te nemen. Het flexgetal is dan het aantal mm doorbuiging (meting 2 min meting 1) gedeeld door het gewicht. Een flexgetal van 8 is voor een hele slappe vin (veel lift) terwijl 4 een stijve vin vertegenwoordigt.
Langere vin proberen als je: 1. board niet goed hoogte loopt 2. board slecht aanplaneert 3. board stil valt in de windgaten 4. board niet goed een “erg” ruime koers wil varen 5. board de neiging heeft af te vallen 6. board spin-out gevoelig is 7. board “te” rustig loopt 8. teveel druk op je voorste voet voelt 9. lastige vaarcondities hebt met veel chop en golven 10. board een enkel concaafbodem heeft zoals b.v. de Fanatic Falcons 11. erg zwaar bent (+ vin die minder flex heeft)
De volgende onderdelen worden gebruikt: 1. Een stevig tafelblad 2. Twee goede forse lijmklemmen 3. Een houten of aluminium meetbalk met minimum lengte van 70 cm en een dikte van 2 tot 4 cm 4. Een goede schuifmaat, liefst een digitale 5. Dood gewicht van 2 à 5 Kg. Hiervoor kun je alles gebruiken ALS je maar weet hoe zwaar je gewicht is. Gebruik de keukenweegschaal als referentie. Zelfs een paar pakken sap met touwtje eromheen werkt prima. 6. Stukje 3 à 4 mm lijn van 75 cm lang 7. Een stukje tape om het 60 cm punt te markeren
Kortere vin proberen als je: 12. board de neiging heeft op te loeven 13. board de neiging heeft “op te stijgen”/“te” onrustig is 14. board slechte controle heeft tijdens het gijpen / gijpt moeilijk 15. teveel druk op de achterste voet voelt 16. je board een V- bodem heeft 17. erg licht bent (+ vin met meer flex)
De werkwijze is als volgt: 1. Er moet op 60 cm van de box gemeten worden. Hierbij gebruik je de meetbalk als referentiepunt. Klem met een van de lijmklemmen je vin op het tafelblad. De lijmklem mag goed vastgezet worden. 2. Klem met de tweede lijmklem de meetbalk op de vin en het tafelblad. Zorg dat je op 60 cm van de box de doorbuiging kunt meten. B.v. door in de lat een gaatje van zo’n 6 mm te boren, of de lat wat scheef
7. 8. 9.
te leggen, waardoor je via de zijkant van de lat het 60 cm punt kunt vinden. Ook hier mag je erg veel kracht uitoefenen. Wie is de sterkste van de familie? Voel nu hoe vast je vin op tafel geklemd zit door met je hand de vin te belasten. Hij mag bewegen. Maar….. de verbinding tussen je meetlat en vinbox mag NIET bewegen. Je kunt dit ook goed voelen door je duim langs de meetbalk – boxovergang te drukken. Zelfs kleine bewegingen voel je op die manier. Toch nog veel beweging ? Dan is je box waarschijnlijk niet vlak. Markeer het 60 cm punt. Meet de doorbuiging in onbelaste toestand. Nul je schuifmaat. Hang het gewicht op 60 cm van de box aan je vin. Doe dit met beleid. Meet de doorbuiging met het gewicht Bereken de flex Deel de flexgetallen met je mede riders. Doe dit zeker bij surfers met hetzelfde type boards.
RAKEHOEKEN VAN FORMULAVINNEN Over het algemeen wordt onder rake de hoek met de plank verstaan. Het is geen loslopend getal maar een echte hoek. 90 Graden is dan volkomen rechtop. Dit geeft dan een rakehoek van 0 graden. Meer rake geeft dan een hoek kleiner dan 90 graden. B.v. een normale slalomvin heeft een rake van zo’n 10 tot 12 graden. Nu terug naar het formulavin verhaal. In de tijd van de R12 (de eerste formulavin van Deboichet) stond deze vin onder een rakehoek van 9,5 graden. Deboichet heeft toen bedacht dat deze 9,5 graad zijn referentiewaarde zou moeten worden. Hij heeft de R12 (onder 9,5 graad) een zogenaamde rake “0” meegegeven. Deze zogenaamde rake “0” geeft op een diepte van 70 cm een afstand van 12 cm t.o.v. een vin met 0 graden rake. Dus de oude R12 had een rakehoek van 9,5 graden bij een (door Deboichet gedefinieerde) rake van 0. Had hij nu nog het getal 12 gebruikt dan had ik er nog iets van begrepen. Dus wat krijg je nu: Een (Deboichet) rake van 12 geeft een rakehoek van 0 graden. Ofwel een hoog rakegetal geeft een kleine rakehoek. Het zal duidelijk zijn dat dit rakegetal tussen de 0 en 12 een 100% uitvinding van Deboichet is en eigenlijk niet gebruikt zou moeten worden. Het geeft vreselijk veel verwarring. Veel liever zou ik (en met mij vele anderen) de rakehoek gewoon in graden willen uitdrukken. Als je uitgaat van 9,5 graad kun je vrij eenvoudig deze “rake getallen” extrapoleren. Voor diegenen die veel vinnen hebben is het het gemakkelijkst om op een stuk triplex / hardboard een hoek van 9,5 graden uit te zetten. Trek op het snijpunt een lijn onder 90 graden met een lengte van 70 cm. Je zult zien dat je dan bij de tip van de vin op 12 cm uitkomt. Deze 12 cm is de totaal beschikbare schaal. Een rake van 8 geeft dan dus een hoek van ongeveer 3,5 graden, etc. etc. Je kunt dan iedere vin eenvoudig op de mal leggen en de rake bepalen door de voorkant van de vin door te treken tot 70 cm en het snijpunt met de horizontale 12 cm te bepalen.
IN AFLEVERING 4 KOMEN NOG AAN BOD: » Het maximum halen uit je vin door betere afwerking » Het pasmaken van een tuttleboxvin in de vinbox van je board
85
5 km per uur toename is zeker geen uitzondering als de vin beter afgewerkt wordt 2.
aan de achterkant van de vin. Maar..er zijn vinnen die juist concaaf gemaakt zijn (bijv. C3 vinnen). Bij de C3 vinnen natuurlijk niets wegschuren. Het snijpunt (samenkomstpunt) van de vin moet zo scherp en dun mogelijk zijn. Dit punt in combinatie met de laatste 10 à 15 mm noemen we de “trailing edge”. De trailing edge moet zo scherp en dun zijn als een scheermes (in een ideaal geval). niet zo eenvoudig om dit te realiseren en in de praktijk erg kwetsbaar en een tikje gevaarlijk. Hoe scherp en dun is nog praktisch dan wel wat leveren de fabrikanten bij ons af? Peter de Wit en ik hebben een eenvoudige methode bedacht om dit inzichtelijk te maken. zie de foto: Dieptebepaling van de trailing edge (bij een dikte van 1 mm). Het lijkt een mond vol, maar het geeft direct inzicht in de afwerking van de trailing edge. Onze ervaring is dat bij 1 mm dikte de edge diepte 2 mm moet zijn of meer. Wil je echt het uiterste uit je vin halen dan is zelfs 3 of 4 mm aan te bevelen. Wat kun je doen als je de 2 mm niet haalt of het onderste uit de kan wilt ? in ieder geval nieT de foil dunner schuren. Hiermee maak je de vin met zekerheid slechter. Helaas blijft dan nog het verbreden van de trailing edge over. Het verbreden van de trailing edge met enkele mm is lastig, maar is te doen. zie de bijbehorende foto’s over de trailing edge modificatie. De eerste foto geeft de benodigde materialen voor de modificatie (twee mylarstroken met zwarte streepjes, zes glasstroken, polytheen aandrukstroken, MDf aandrukstroken en klemmen) . Begin om wat materiaal van de leading edge te schuren. Dit om de glasstroken wat meer houvast te geven. ik gebruik voor het opvullen drie
glasstrookjes van 100 gr aan beide zijden van de foil. De glasstrookjes worden op zijn plaats gehouden door ongeveer 12 mm brede mylar strookjes. Deze strookjes snij ik in de vorm van de achterkant van de vin. De mylarstrookjes plak je met 3M magic tape op ongeveer 5 mm van het einde van de trailing edge vast. Dit is goed te zien op de tweede foto. De glasstrookjes duw je tussen het mylar en de trailing edge. zie de foto waarbij de glasstroken zijn aangebracht. Met een klein cupje of injectiespuit breng je een overmaat epoxy aan (vinvoet in de bankschroef en trailing edge horizontaal). Daarna klem je met behulp van de polyhteen stroken en MDf stroken de zaak stevig op elkaar (zie foto). Voor het klemmen gebruik ik een flink formaat papierklemmen. afwerken met schuurmachine en scherpe vijl / schuurpapier. gebruik je maatlat om tegen het licht in het (tussen) resultaat te bekijken. Succes ! Op de laatste foto is een vin te zien waarbij de trailing edge zo’n 6 mm verlengd is.
De leading edge De voorkant (leading edge) van je vin moet de waterstroom splitsen over de twee kanten van je vin. zowel de afronding als de ruwheid van de leading edge zijn daarom erg belangrijk voor de vineigenschappen en het vinrendement. Twee voor de hand liggende vragen: 1. Welke afronding en vorm moet de voorkant van je vin hebben ? een paar zaken hebben daar invloed op. Hoe hoger de snelheid die je wilt varen en hoe kleiner de aanstroomhoek door het water (hoe ruimer je koers) , hoe kleiner de afronding kan zijn. Het goede nieuws is dat het een uitzondering is als de voorkant te bot HOLLe KanT WegSCHuren
Aflevering 4: -
Het maximum halen uit je vin door betere afwerking Het pasmaken van een Tuttle vin in je vinbox
TeKST en fOTO’S: CASPAR VERHAAGEN, EDWIN BLAAUWBROEK
Aflevering 3 ging over de specifieke eigenschappen van slalom-, speed- en formulavinnen. In deze aflevering wil ik aangeven hoe je het maximum uit je vin kunt halen door de vin beter af te werken. Met name de achterkant (trailing edge) en de voorkant (leading edge) zijn redelijk van invloed op de topsnelheid die je plank kan bereiken. 5 km per uur toename is zeker geen uitzondering als de edges beter worden afgewerkt. Natuurlijk is deze toename alleen te bereiken bij slecht afgewerkte vinnen. Ook komt aan bod het pasmaken van een Tuttle vin in je vinbox. Als je vin gemakkelijk in je box past verhoog je het “optuigcomfort” aanzienlijk.
44
Surf Magazine
COnTrOLe TraiLing eDge
HET MAXIMUM HALEN UIT JE VIN DOOR BETERE AFWERKING De trailing edge aan de achterkant (de trailing edge) van je vin komen waterstromen met verschillende snelheden bij elkaar (verschil snelheid hangt af van de koers en snelheid die je vaart). Twee dingen zijn hierbij van belang. 1. De laatste 10 à 15 mm van de trailing edge moeten vlak of heel licht gekromd lopen. zie de foto: Controle van de leading edge . Op die foto is een praktisch volmaakte trailing edge te zien. Op de foto is ook goed te zien dat je de trailing edge goed kunt beoordelen door een maatlat tegen het licht in op de edge te laten rusten. als de trailing edge erg krom loopt kijk dan hieronder wat daar aan gedaan kan worden. als de edge negatief (concaaf) loopt is dat gemakkelijk te verhelpen met een schuurblokje (zie de foto: Holle kant wegschuren. Druk nieT op de achterkant van de vin. Veelal zit er wat concaaf in een vin omdat er bij het afwerken net niet genoeg materiaal is weggehaald 45
is. Als je twijfelt, vergelijk de voorkant van je vin met een vin waarvan je weet dat hij goed is. Hoe kun je een vin een scherpere leading edge geven ? Ga er maar vanuit dat dat alleen kan door materiaal toe te voegen. Het afschuren van de zijkanten om de voorkant dunner = scherper te maken is dodelijk voor het profiel. Dus aanbrengen van wat extra materiaal op de voorkant is de goede manier. Een rilletje epoxy voldoet prima. Na het aanbrengen de epoxy heel voorzichtig wegschuren totdat er een mooie verhoging op zit. Doe voorzichtig met de overgang epoxy en het bestaande profiel ! Een hulpmiddel om de epoxy gemakkelijk op de goede plaats te krijgen is een kant te voorzien van 3M magic tape. Zie bijgaande foto. De epoxy laat je tussen tape en voorkant lopen (niet teveel !) etc. Negatief effect van een te scherpe leading edge is op een lagere snelheid een verhoogde spinout gevoeligheid. Mocht je daar last van hebben na deze modificatie dan voorzichtig met een 400 schuurpapiertje de voorkant wat botter maken. 2. Hoe glad moet de voorkant van je vin zijn ? Heel eenvoudig: hoe gladder hoe beter. Spekglad maken dus. Neem als laatste een krant voor het polijsten van de voorkant.
Fluiten van de vin Het fluiten van een vin komt doordat de trailing edge te dik is dan wel onder een hoek van 90 graden afgeslepen is. Dus ook bij dunne trailing edges kan dit voor komen. De turbulentie die dan ontstaat veroorzaakt het fluiten. De remedie is het afronden van de laatste paar mm van de trailing edge. Het afronden kun je eenvoudig doen door een 220 / 240 korrel schuurpapiertje langs de achterkant te halen. Ondersteun je schuurpapier met een schuurblokje. Begin met een hoek van zo’n 20 graden t.o.v. de vinfoil (redelijk evenwijdig met de vin dus). Haal je schuurpapier om te beginnen twee maal langs iedere kant. Eindig met een tot tweemaal onder een hoek van 45 graden. Herhaal deze bewerking als het fluiten nog steeds niet weg is.
Welke afwerking voor de rest van de vin De afwerking van leading- en trailing edge zijn aan bod geweest. Wat is wijsheid voor de rest van de vin ? Veel is over dit onderwerp geschreven. De afwerkingsadviezen variëren van de hele vin polijsten tot schuren met een 120 korrel in dwarsrichting. Mijn ervaringen zijn goed met iets wat daar tussen in zit en eenvoudig te doen is. Neem een schuursponsje uit de supermarkt en bewerk daarmee het hele oppervlak. Bewerk de voorkant na met een krant. Als je met erg vette vingers je vin beetpakt is het verstandig om die vlekken weg te halen met het schuursponsje. Vetvlekken verlagen de lift van je vin aanzienlijk omdat de waterlaag daar gemakkelijk los laat. Ofwel een verhoogde kans op spinout.
Benodigde materialen trailing edge modificatie
Het pasmaken van een (Select) Tuttle vin in je board Hieronder wat hints om een Tuttle vin pas te maken in de vinbox van je board. Zowel de vindikte ( vin te dik / te dun) als -diepte (vin steekt uit / zit te diep) aanpassingen komen aan bod. Veel vinnen die zo uit de winkel komen, of die gebruikt zijn in wat oudere boards passen met veel moeite in de huidige generatie boards. Hoe komt dit en wat kunnen we hieraan doen ? De huidige generatie boards van o.a RRD, F2, Fanatic, Exoset en JP hebben een Vinbox (normaal of deep Tuttle box) die wat aan de smalle kant is. Bij een paar merken is de diepte van de box ook nog wat aan de krappe kant. De huidige breedtemaat van de box zit tussen 15,70 en 15,85 mm (2006 / 2007 boards). Alle boards die door Cobra Thailand geproduceerd worden hebben deze iets te smalle vinbox. Het lijkt daarom handiger om de vinbase dikte en eventueel hoogte aan te passen. De box in het board verbreden is geen optie omdat dat de box ernstig zou verzwakken. Alle aanpassingen moet je dus aan je vin doen.
Hoe kunnen we de vinbase dunner maken ? Er is een redelijk eenvoudige methode die gebruik maakt van een kolomboormachine en vingerfrees (zie hieronder het stukje “werkwijze” HOE je dit dunner maken kunt doen). Deze methode is vooral erg geschikt om de base van een Selectvin dunner te maken. Select gebruikt voor de voet een polyuretaanverbinding. Gevolg hiervan is dat de voet ter plekke waar de vin het dikste is de voet ook het dikste is.. Ofwel alleen op de plek waar de vin zit moet de voet dunner gemaakt worden. Het dikste punt van de Selectvoet zit tussen de 16 en 16,2 mm (gemeten over 20 vinnen). Goed nieuws is dat de voor- en achterkant van de vinbase altijd dunner zijn dan 15.75. Er moet ongeveer 0,15 tot max 0,25 mm aan iedere kant van de voet af. Maar..meet je eigen box op voordat je begint of pas een paar keer als je bezig bent met dunner maken. Met normale schuurmiddelen kun je dit wel voor elkaar krijgen, maar echt gemakkelijk gaat dat toch niet. Vooral ook omdat je alleen de bult terplekke van de vinfoil moet wegwerken en de rest van de voet niet dunner moet maken.
de zijkant van de frees afschermt met een plastic stukje slang. Als je tijdens het draaien van de frees met je vingers tegen de frees aankomt moet je met zekerheid naar het ziekenhuis ! Dit soort frezen kun je alleen kopen bij een gerenommeerde gereedschapshandel. Ze zijn dus niet te krijgen bij een van de bouwmarkten ! De werkwijze is als volgt: 1. Klem de frees in de boorkop. Zorg ervoor dat de frees tot bovenin de boorkop zit. Laat de boorkolom in de bovenste stand staan, je gebruikt de mogelijkheid om de boorkolom te laten bewegen bij het dunner maken niet. Het toerental mag je redelijk hoog kiezen (overdrijf dit niet, het geeft bij hoge toerentallen ook een hoop lawaai). 2. Stel de hoogte van de boortafel zo af dat de vin nog net wel / net niet onder de frees door kan. Probeer dit met stilstaande frees ! 3. Heb je de frees voorzien van een plastic beschermhulsje ? Of gebruik je een boormachine met beschermkoker ? Haal voor de zekerheid de vin nogmaals onder de frees door voordat je de boormachine aan zet. 4. Zet de boormachine aan. Pak de vin aan weerszijden vast (zie foto ). Zorg dat je heel voorzichtig de vin richting frees beweegt. De bedoeling is dat je nu met de hand de vin onder de frees heen en weer haalt. De hoeveelheid materiaal die je weg kunt frezen kun je eenvoudig instellen door onder de vin een of meerde blaadjes papier te leggen. Begin met 1 blaadje ! Een blaadje heeft ongeveer een dikte van 0,1 mm. Doe dit voorzichtig aan om ervaring te krijgen hoe de combinatie frees – boormachine werkt. 5. Als je een kant gedaan hebt, draai de vin om en frees met dezelfde dikte instelling de andere kant. Je zult zien dat er dan ook nog flink wat materiaal afkomt. Dit komt omdat er nogal wat vering in de boortafel en boorkolom zit. 6. Pas na iedere freesbewerking je vin in je board. De vin moet redelijk gemakkelijk in de box gaan. Zeker de eerste paar cm moeten moeiteloos gaan.
Het volgende gereedschap wordt gebruikt: 1. Een goedkope kolomboormachine kan gebruikt worden (op de foto wordt gebruik gemaakt van een machine van € 55). De boortafel moet verstelbaar zijn. Liefst traploos met een zwengel. Om veilig werken te garanderen is een stukje slang om de frees heen sterk aan te raden. Nog mooier is om een beschermkoker om de boorkop te gebruiken. 2. Een scherpe vingerfrees van 8 mm. Liefst eentje met 4 snijkanten. Dit soort frezen worden veelvuldig gebruikt voor metaalbewerking. Zorg ervoor dat je
Hoe kunnen we de vinbase dikker maken ? Twee methoden worden veelvuldig gebruikt. 1. Plak aan een of twee kanten stickermateriaal. Hiermee kun je een dikte van 0,1 of 0,2 mm opvullen. Voordeel is dat deze methode eenvoudig en simpel is. Nadeel is dat de standtijd redelijk kort is. Vooral goed bruikbaar om een vin even te proberen. 2. Opvullen met een laagje epoxy eventueel met een dun laagje glas (50 of 80 grams) of epoxy plamuur. Het is verstandig om te weten hoeveel dikte je te kort komt. Met methode 1 kun je dat goed vaststellen. Bepaal hoeveel lagen stickermateriaal je moet opvullen. Knip van deze dikte smalle strookjes (5 mm). Je plakt deze strookjes zo’n cm van de voor en achterkant van de voet. Smeer nu de rest van de voet
Foliestrookjes vastmaken met 3M tape
6 Glasstroken aangebracht
Diepte bepaling van de trailing edge
46
Surf Magazine
47
Klemmen met MDF stroken + foam
in met epoxy en druk dit geheel op een vlakke niet plakkende ondergrond (b.v. een plastic zak). Plaats een flink gewicht op de bovenkant om het overtollige epoxy weg te laten vloeien. Na drogen even de scherpe kantjes weghalen en eventueel daar waar de strookjes zaten de zaak nog nasmeren.
Wat te doen als de vin uitsteekt ? Een uitgestoken vin geeft extra weerstand op de overgang vinbox-vin en in mindere mate de zijkant vin-vinbox. Het is verstandig eerst de voor- en achterkant van de vin gelijk te maken met de vinbox. Bedenk hierbij dat de kracht waarmee je de schroeven aandraait behoorlijke invloed hebben op hoe diep de voorkant dan wel de achterkant van de vin in de vinbox steekt. Ofwel door de schroeven voor / achter meer of minder aan te draaien kun je de vin nog wat laten kantelen. Volg a.u.b. de hieronder aangegeven volgorde als je vin uitsteekt. Dit kan een hoop werk schelen. 1. Gaat de vin er redelijk in maar blijft er nog een paar mm uit de box steken als je de schroeven redelijk vast hebt gedraaid ? 2. Haal dan eerst de gietrandjes aan de voorkant en
Verlengde trailing edge
Plakband om leading edge scherper te maken
achterkant weg (bij een nieuwe Selectvin). Dit gaat goed met een scherpe vijl. 3. Nog steeds een uitgestoken vin ? Je kunt de scherpe kanten aan de onderkant en de overgang van de onderkant naar de schuine voor- en achterkant wat afronden. 4. Nog steeds niet in orde ? Je kunt de overgang van de zijkanten naar de ronde voor- en achterkant iets ronder maken. Maar overdrijf dit niet ! 5. Nog steeds een uitgestoken vin ? Probeer de diepte van je box te meten. Niet uitgesloten is dat de vin iets te hoog is. De normale Select Tuttlevin heeft voor een hoogte van 52,3 en achter 32,3 (gemeten over de schuine kant). Een aantal vinboxen zijn 51,5. Dus haal van de onderkant een milimeterje of twee af en hij moet passen. Dit gaat redelijk makkelijk met een bandschuurmachine. 6. Is het dan nog niet in orde ? (dat zal niet vaak voorkomen). Dan wordt het nu tijd om de vinbase in te korten. Doe dit alleen maar door van de korte kant iets af te halen ! NOOIT de lange kant inkorten ! De lange kant is zeer belangrijk omdat daar een groot gedeelte van de krachtoverdracht vin – vinbox plaats vindt. Het inkorten begin je door van de vlakke kant eerst een paar tienden af te vijlen (door de hoek
van 10 graden zakt de vin zo’n 0,4 mm als je 0,1 mm van de schuine kant afhaalt). Daarna de afronding bijwerken. 7. Mocht daarna de zijkant van de vin t.o.v. de vinbox nog te veel uitsteken dan kun je besluiten om of de vin nog wat dieper te laten steken of de overgang weg te vijlen met een rattenstaart. Doe dit erg voorzichtig om beschadiging van de vinfoil zelf te voorkomen. Wat te doen als de vin te diep steekt ? Het te diep steken van je vin heeft relatief weinig invloed op het rendement van je vin-plank combinatie. Dit omdat de holle ruimte opgevuld wordt met water. 1. Heb je teveel van de base afgehaald, of zakte de vin so wie so al te diep? 2. Een plakbandje (b.v crepetape of ducktape) doet wonderen. Steekt de vin dan nog te diep ? De korte kant dan opvullen met epoxyplamuur. Wat ook heel snel gaat is een paar druppels 10 sec. lijm op de korte kant, gevolgd door het strooien van wat glasbolletjes op de 10 sec. lijm. Na 15 min. het overtollige wegvijlen. Ook hier niet knoeien aan de voorkant van je vin. Succes met alle modificaties !!
Kolomboormachine opstelling met beschermkap
48
Surf Magazine