Ik kan … Allegro 3 Lezione 1 – Sei un mito! Luisteren ■ Ik kan uit een langer gesprek de hoofdinformatie over de volgorde van gebeurtenissen begrijpen. ■ Ik kan uit een gesprek het verloop van een toneelstuk begrijpen. Lezen ■ Ik kan de betekenis van enkele onbekende woorden uit de context afleiden. ■ Ik kan de handeling in een sprookje begrijpen als deze duidelijk gestructureerd is en ik kan de belangrijkste gebeurtenissen herkennen. Gesprekken voeren ■ Ik kan verrassing uiten en erop reageren: Ah, signora Marini, è Lei! / Sì, buongiorno, scusi il disturbo. ■ Ik kan iets vertellen en reageren op iets dat verteld wordt. Sai che … ? / Davvero? No, non lo sapevo. / Eh, si … ed era anche ora! Spreken ■ Ik kan iets verduidelijken: Ma guardi, a dire il vero … ■ Ik kan iets motiveren: Siccome mio figlio … / Dato che … ■ Ik kan spontaan iemand uitnodigen: … ma senta, visto che è qui, perché non entra un attimo? ■ Ik kan een verhaal vertellen. ■ Ik kan korte fragmenten uit een geschreven tekst op een eenvoudige manier mondeling weergeven waarbij ik de woordelijke inhoud en opbouw van de originele tekst gebruik. Schrijven ■ Ik kan een korte biografie schrijven.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 2 – Fa’ pure con calma! Luisteren ■ Ik kan in een ruzie belangrijke woorden en uitdrukkingen begrijpen. ■ Ik kan in alledaagse gesprekken belangrijke woordenschat over postzendingen begrijpen. ■ Ik kan een gesprek in een kapsalon begrijpen. ■ Ik kan een songtekst volgen en begrijpen waarover hij gaat. Lezen ■ Ik kan spreekwoorden begrijpen. ■ Ik kan een test begrijpen waarin het om tijdsindeling gaat. ■ Ik kan de boodschap van een advertentie over thuisbankieren begrijpen. Gesprekken voeren ■ Ik kan iemand iets verwijten en op een verwijt reageren: Non è possibile che tu sia sempre in ritardo. / Ma pensi che lo faccia apposta? / Sono stufo di stare ad aspettarti … / E chi ti dice di farlo? ■ Ik kan een einde maken aan een ruzie: Adesso lasciamo stare per piacere. / Vabbe', lasciamo perdere. / Non ho voglia di litigare per un libro. ■ Ik kan zorgen of onzekerheid uiten: Temo che poi non mi piacciano. / Ho paura che poi non mi stia bene. / Ma, sono un po’ incerta. ■ Ik kan imand bemoedigen: Ma no, anzi … Spreken ■ Ik kan verveling en ergernis uiten: Ogni volta la solita storia! / Mamma mia! / Maledizione! ■ Ik kan mijn mening geven over gedrag: Penso che si comportino in modo infantile. / Mi sembra che Claudio abbia solo voglia di litigare. ■ Ik kan zonder voorbereiding deelnemen aan een gesprek over vertrouwde onderwerpen. Schrijven ■ Ik kan via e-mail bij een bank informeren naar de kosten en voorwaarden voor bepaalde diensten.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 3 – Conosci l’Emilia-Romagna? Luisteren ■ Ik kan bij langere gesprekken de hoofdlijnen volgen als er in standaardbewoordingen wordt gesproken en als het om bekende onderwerpen gaat. ■ Ik kan een gesprek over voor- en nadelen van een stad begrijpen. ■ Ik kan meningen over werkplek en arbeidsvoorwaarden begrijpen. ■ Ik kan een gesprek volgen waarin verschillende meningen worden gegeven. Lezen ■ Ik kan de belangrijkste informatie in een non-fictietekst begrijpen. ■ Ik kan de inhoud van een krantenartikel over café's en restaurants in een stad begrijpen. ■ Ik kan bepaalde informatie in een tekst over arbeidsvoorwaarden bij een bedrijf begrijpen. ■ Ik kan een personeelsadvertentie begrijpen. ■ Ik kan een e-mail begrijpen waarin iemand zich beklaagt. Gesprekken voeren ■ Ik kan iemand vragen of ik binnen mag komen en iemand uitnodigen binnen te komen: È permesso? / Prego, si accomodi. ■ Ik kan met iemand discussiëren over een probleem en ik kan mijn mening erover geven: Perché? Ti sembra troppo grande? / Seconde me così hanno rovinato la piazza. / Beh, rovinato, non esageriamo. / Però questa … è enorme. ■ Ik kan iemand vragen zijn mening te geven: Tu cosa avresti fatto? / Non ti pare? / Non trovi anche tu? / Perché ti sembra …? ■ Ik kan tijdens een discussie argumenten geven: Certo che … / Secondo me … / Beh, non esageriamo … / Io sono dell’aviso che … / Sì, però se permetti … ■ Ik kan ergens mee instemmen en ik kan iets vriendelijk tegenspreken: Su questo forse non hai tutti i torti … / No, non sono molto d’accordo. Spreken ■ Ik kan uitdrukken dat ik iemand benijd: Beata la dottoressa Marchini. / Come la invidio! / Vorrei essere al suo posto! ■ Ik kan vertellen wat iemand gezegd heeft: Il direttore dice / spiega / sottolinea / aggiunge / continua dicendo / conclude che … Schrijven ■ Ik kan een korte tekst met algemene informatie over mijn regio schrijven. ■ Ik kan een klachtenbrief aan een officiële instantie schrijven.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 5 – Buona domenica! Luisteren ■ Ik kan een aantal woorden in een lied begrijpen. ■ Ik kan een gesprek over een uitnodiging begrijpen. ■ Ik kan in een gesprek over sport de belangrijkste informatie en de specifieke woorden begrijpen. Lezen ■ Ik kan de hoofdinformatie uit een songtekst begrijpen. ■ Ik kan een eenvoudige en voor een breed publiek bestemde non-fictietekst die gaat over vrijetijdsbestedingen op zondag, lezen en voldoende begrijpen. ■ Ik kan de belangrijkste punten in een tekst over sport begrijpen. Gesprekken voeren ■ Ik kan iemand vriendelijk bedanken en reageren op een bedankje: La ringrazio. / Ma si figuri. / Si immagini. ■ Ik kan iets vriendelijk voorstellen en een voorstel aannemen: Volevo chiederLe, Lei ha già qualche impegno? / Volevo proporLe di andare …. / La ringrazio, ci vengo con piacere. / Alle due e mezza Le andrebbe bene! / Va benissimo. ■ Ik kan op eenvoudige wijze discussiëren over de organisatie van bijvoorbeeld een uitstapje: Potremmo pranzare insieme o se preferisce … ■ Ik kan om toestemming vragen en reageren op een vraag om toestemming: Possiamo spengere il televisore. / No, non spengere, che tra poco c’è il Tg. / D'accordo, spegniamo dopo. Spreken ■ Ik kan hoeveelheidsaanduidingen weergeven: Il 52% degli italiani … / La maggior parte dei giovani … / Un terzo delle donne … ■ Ik kan praten over algemene interesses: Oggi ci si interessa di piu / di meno di politica / Ci si occupa meno degli anziani. ■ Ik kan mijn mening geven als het gaat om het oplossen van een probleem of om een praktische oplossing te vinden: Beh, se per Lei è indifferente, preferirei andare … ■ Ik kan hypotheses formuleren: Se fossi invivibile … / Se non esistessero le automobili … / Se la sera non avessimo così sonno guaredermmo la TV più spesso. Schrijven ■ Ik kan met behulp van instructies een eenvoudig gedicht schrijven.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 6 – I tempi cambiano! Luisteren ■ Ik kan de belangrijkste informatie uit een telefoongesprek met een instantie begijpen. ■ Ik kan een gesprek over arbeidsmogelijkheden en werkloosheid volgen. ■ Ik kan een gesprek over plannen van jongeren begrijpen. Lezen ■ Ik kan een interview lezen waarin iemand een standpunt inneemt over familierelaties en andere vormen van samenleven en ik kan de hoofduitspraken begrijpen. ■ Ik kan de belangrijke informatie begrijpen in een krantenartikel over getallen, plaatsen en statistieken. ■ Ik kan een literaire tekst gebaseerd op een eenvoudige, concrete handeling grotendeels begrijpen. ■ Ik kan de wezenlijke punten in een kort krantenartikel over een actueel onderwerp begrijpen. Gesprekken voeren ■ Ik kan telefonisch informatie vragen bij een instantie en het antwoord verstaan: Io ho bisogno di fare il certificato di residenza e volevo sapere se si può fare la richiesta per telefono. / Certo, il cerficato Le arriverà per posta. / C'è un modulo che può scaricare direttamente da Internet. ■ Ik kan veronderstellingen doen: Probabilmente sarà venuto il pomeriggio. / … sarà uscito un attimo dall’ufficio. ■ Ik kan iemand ergens op wijzen: Comunque Le ricordo che … ■ Ik kan vragen stellen en beantwoorden over derden: È da tanto che non vedo suo figlio, ha finito gli studi? / Sì, finalmente! Però purtroppo non ha ancora trovato un lavoro. ■ Ik kan iemand gelijk geven: Eh, lo so. / Sì, Lei ha ragione … ■ Ik kan iemand de groeten laten doen: Me lo saluti tanto, mi raccomando! Spreken ■ Ik kan dromen, verwachtingen en doelen beschrijven. ■ Ik kan in een formeel telefoongesprek een mededeling doen: Le passo l’impiegato … / Attenda in linea. / Senta, adesso non risponde nessuno. Vuole aspettare o richiama? ■ Ik kan vergelijkingen maken: L’Italia è il paese dell’Unione Europea con la popolazione più anziana. ■ Ik kan voorwaarden stellen en de gevolgen duidelijk maken: Se Paolo avesse avuto la possibilità di …, non sarebbe andato … ■ Ik kan de handeling van een boek beschrijven en mijn reactie weergeven. Schrijven ■ Ik kan notities maken bij een interview.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 7 – Benvenuti in Sardegna! Luisteren ■ Ik kan een gesprek volgen en zowel de algemene inhoud als de details begrijpen. ■ Ik kan een gesprek begrijpen waarin mensen ergens over klagen. ■ Ik kan een alledaags gesprek over het aanschaffen van producten begrijpen. Lezen ■ Ik kan in een non-fictietekst over bijvoorbeeld een regio bepaalde informatie zoeken om een opdracht te vervullen. ■ Ik kan productinformatie lezen en bepaalde informatie opzoeken. Gesprekken voeren ■ Ik kan ongewone situaties afhandelen, bijvoorbeeld op een luchthaven bij de juiste balie een vermiste koffer aangeven en daarover informatie verstrekken: Senta, il mio bagaglio non è arrivato. /Mi manca una valigia. / Cosa Le manca? / Ecco il modulo per la denuncia. ■ Ik kan bij het winkelen om raad vragen en raad geven: Avrei bisogno di qualche consiglio. / Di vini non me ne indendo. / Allora, guardi, di bianco Le consiglio… / Di rosso abbiamo … Spreken ■ Ik kan zorgen en radeloosheid uiten: Non vorrei che mi succedesse … / E adesso cosa faccio? / Speriamo che (non) … ■ Ik kan iemand geruststellen: Ma dai, è inutile preoccuparsi. / Su, vedrai che … / Calmati, non ti agitare. ■ Ik kan de eigenschappen van een wijn beschrijven: È un vino tipico. / È ottimo con …. / Ha un gusto morbido. / Va bevuto ad una temperatura di … / Si accompagna ai formaggi. ■ Ik kan voorkeuren, wensen en verwachtingen uiten: Preferirei che … / Vorrei che … / Sarebbe bene che … / Sarebbe belle se … / Sarei contento se … Schrijven ■ Ik kan een gestructureerde tekst schrijven over een vertrouwd onderwerp en de hoofdpunten duidelijk weergeven, bijvoorbeeld, duur, reis en programma van een vakantie beschrijven.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 9 – Che giornataccia! Luisteren ■ Ik kan een discussie over een bekeuring begrijpen. ■ Ik kan bij een gesprek bij een arts de hoofdinformatie begrijpen. ■ Ik kan een alledaags gesprek over anderen begrijpen. ■ Ik kan de hoofdinformatie begrijpen uit een bericht over persoonlijke ervaringen. Lezen ■ Ik kan de in een brief geschetste gebeurtenissen begrijpen en bijbehorende illustraties bij de tekst zoeken. ■ Ik kan verkeersborden begrijpen. ■ Ik kan uit een langere tekst doelgerichte informatie halen. ■ Ik kan de betekenis van onbekende woorden op borden uit de context afleiden. ■ Ik kan een korte tekst vluchtig doornemen en belangrijke feiten en informatie vinden (wie, wat, waar, wanneer) Gesprekken voeren ■ Ik kan bij de dokter praten over mijn gezondheidsproblemen en ik kan zijn vragen en aanwijzingen begrijpen: Dove Le fa male esattamente? / È un po’ gonfia, è meglio fare subito una radiografia, potrebbe essere una frattura. / Ha dolori anche in altre parti del corpo? / In un primo momento non mi faceva male il piede. / Durante il tragitto sono cominciati i dolori. / Mi fa male qui … ■ Ik kan in een uiteenzetting mijn mening geven en deze bekrachtigen: E me lo chiede? Non vede che … / Io fino a prova contraria … / E poi, insomma, non mi sembra che … / Non è colpa mia se … / le assicuro che è inutile discutere. / La prego di non insistere. ■ Ik kan iets toegeven: Mi dispiace, non ci ho fatto caso. / Le do ragione. / È vero, mi dispiace, ma … Spreken ■ Ik kan gevoelens zoals verrassing en ongeloof uiten: Ma come? Pensavo che… / Non lo sapevo! / Però, chi l'avrebbe mai detto! / Ma dai! Non ci credo. / Ma guarda che roba. / Ma roba da matti! ■ Ik kan me beklagen over een situatie: Dio che giornata! Sono sfnita. / E poi ogni giorno ne capita una nuova. / Se penso a quello che ho da fare domani … ■ Ik kan zeggen waar ik pijn heb: Mi fa male … / Ho mal di … / Sono cominciati i dolori … Schrijven ■ Ik kan een brief waarin iemand om raad vraagt, beantwoorden.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 10 – Ti voglio bene. Luisteren ■ Ik kan uit een verhaal de belangrijkste informatie begrijpen, bijvoorbeeld gegevens over personen, plaats en de gebeurtenis. ■ Ik kan korte verhalen begrijpen en er veronderstellingen bij doen. ■ Ik kan een telefoongesprek begrijpen en er notities bij maken. ■ Ik kan een gesprek begrijpen waarin twee personen twee verschillende meningen bij een onderwerp uiteenzetten. Lezen ■ Ik kan uit een persoonlijke brief doelgericht informatie halen. ■ Ik kan korte fragmenten uit romans lezen en begrijpen waar ze over gaan. Gesprekken voeren ■ Ik kan mijn mening geven over een vertrouwd onderwerp en op de mening van anderen reageren: Io sono settico su … / Per me … non serve a un bel niente. / No, io non la vedo così. / Manifestare è un diritto … ■ Ik kan een beleefde vraag stellen: Mi farestie un piacere? / Potresti …? Spreken ■ Ik kan gevoelens zoals liefde en spijt uiten: Ti volgio bene. / Ti sono molto affezionato. / Per me sei come un fratello. / Peccato davvero! ■ Ik kan vertellen over personen die ik al lang niet meer gezien heb: Non si è fatto più sentire. / È da tanto che non lo sento più. / È scomparso nel nulla. ■ Ik kan weergeven wat iemand gezegd heeft: Diceva. / Ripeteva. / Rispose che … / Aveva raccontato che… / Aveva consigliato di … / Chiese se … ■ Ik kan weergeven hoe ik ergens tegenaan kijk: Sono piuttosto settico. / Per me, non serve a un bel niente. / Io non la vedo così, anzi ci tengo a … / Secondo me è importante … / Non si risolve niente ed è una perdita di tempo. Schrijven ■ Ik kan een eenvoudig geformuleerde tekst over een onderwerp dat me interesseert schrijven en persoonlijke standpunten en meningen weergeven.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl
Ik kan … Allegro 3 Lezione 11 – Quale Italia? Luisteren ■ Ik kan de hoofdlijnen van een interview begrijpen en enige informatie over herkomst van de spreker en zijn uitspraak afleiden. ■ Ik kan een gesprek over dagelijkse problemen zoals het milieu begrijpen. ■ Ik kan uit een gesprek informatie over de afloop van een gebeurtenis begrijpen. Lezen ■ Ik kan de informatie op een pagina met illustraties uit een geschiedenisboek begrijpen. ■ Ik kan de belangrijkste punten in een krantenartikel over actuele en vetrouwde onderwerpen begrijpen. ■ Ik kan de betekenis van enkele onbekende woorden uit de context afleiden en zo de betekenis van uitspraken afleiden als het onderwerp vertrouwd is. ■ Ik kan de belangrijkste informatie in een fragment uit een roman begrijpen. Gesprekken voeren ■ Ik kan een eenvoudig gesprek over vertrouwde en voor mij interessante onderwerpen beginnen, op gang houden en beëindigen: E … com’è stato? / Ah sì? E che cosa … / Ma senti! / Ma sai che non ci sono mai stata? ■ Ik kan iemand informeel voorstellen iets samen te doen: E se venissi anche tu con noi? / E se ci andassimo insieme? Spreken ■ Ik kan weerzin over iets uiten: Questa pizza è immangiabile. / Fa schifo. ■ Ik kan in iets berusten: Ho capito che mi tocca … / E vabbè! ■ Ik kan een taak van iemand overnemen: Dammi qua, ci penso io. ■ Ik kan iemand aanraden iets te doen: Sarebbe opportuno che anche tu facessi… ■ Ik kan iets inschatten: Certo che dev’essere stato bello. Schrijven ■ Ik kan een korte tekst over een onderwerp schrijven en persoonlijke standpunten en meningen weergeven.
© 2007 Intertaal Amsterdam / Antwerpen Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Allegro 3 • Ik kan… www.intertaal.nl