Verslag breed overleg inzake planontwikkeling winkelcentrum Polderhof Oudorp/Alkmaar _________________________________________________________________________________ Datum overleg : 13 januari 2010 Tijd : 19.30 uur – 21.30 uur Plaats : Wijkcentrum De Oever, Amstelstraat 1 te Alkmaar _________________________________________________________________________________ Aanwezig: De heer mr. C. de Boer Mevrouw M. Schiphorst
Voorzitter overleg Notulist
Namens de gemeente Alkmaar: De heer G. Sluijter (projectcoördinator), mevrouw K. de Visser (stedenbouwkundige) en mevrouw W. Sanders (omgevingsontwerper) Namens Heddes Vastgoed B.V.: De heer P. Nijhout en de heer R. Borgsteede Namens BRTArchitecten: De heer R. de Vries (architect) Namens Werkgroep Polderhof: De heer A. Louwe (voorzitter werkgroep), de heer P. Boks, de heer C. Wolvetang, mevrouw E. O’ Donoghue, mevrouw T. Kerkmeer en de heer J. van den Broek Namens de winkeliers van winkelcentrum Polderhof: De heer J. Rood (bakker), de heer J. Nalkiran (snackbar), de heer H. Hemke (slager), de heer H. Horn (schoenmaker) en de heer en mevrouw Van der Voort (supermarkt) Namens bibliotheek Kennemerwaard: mevrouw E. Winters Namens Gezondheidscentrum Oudorp: Zonder bericht van verhindering is niemand verschenen _________________________________________________________________________________ VERSLAG 1.
Opening
De voorzitter opent het overleg en heet de aanwezigen welkom. 2.
Verslag 16 november 2009
Op- en aanmerkingen, wijzigingen en toelichtingen op het verslag van het overleg van 16 november 2009 zullen per e-mail worden behandeld, omdat de aanwezigen namens de winkeliers van winkelcentrum Polderhof en bibliotheek Kennemerwaard niet bij de voorgaande overleg(gen) waren betrokken. De heer Louwe merkt naar aanleiding van het verslag van het overleg van 16 november 2009 op dat de enquête over de zijdeurloods een initiatief was van de heer Wolvetang waar de Werkgroep Polderhof achterstond. 3.
Terugblik behandeling advies en raadsvoorstel in commissie SOB van de gemeenteraad
Het raadsvoorstel wordt op 14 januari a.s. in de gemeenteraad behandeld. Een aantal aanwezigen bij deze vergadering was ook aanwezig bij de behandeling van het advies en het raadsvoorstel in de commissie SOB in december jl. De Werkgroep Polderhof heeft bij die behandeling ingesproken.
1
Volgens de Werkgroep Polderhof was de commissie SOB erg positief over het bouwplan voor het winkelcentrum en vond zij unaniem dat plan B voor het winkelcentrum het meest gewenste plan is. Plan C genoot bij de commissie nog meer de voorkeur, maar om dat plan te kunnen realiseren is meer geld nodig en dat is niet beschikbaar. De commissie heeft in het kader van de participatie voorts voorgesteld de Werkgroep voort te zetten onder leiding van de huidige voorzitter, de heer mr. De Boer. De Werkgroep heeft verder als positief ervaren dat de heer Nijhout aan de gemeenteraad heeft aangegeven dat hij in overleg met een brede samenstelling van buurtbewoners en winkeliers tot een goed bouwplan wil komen. Dit alles geeft de Werkgroep vertrouwen in een goede afloop van het plan. De heer Nijhout onderschrijft de mening van de Werkgroep Polderhof. Hij ervaart de grote opkomst bij deze vergadering - en naar hij hoopt ook bij volgende vergaderingen als zeer positief voor de verdere ontwikkeling van het plan. De voorzitter onderstreept het belang van het inspreken van de heer Nijhout bij de behandeling van het advies en het raadsvoorstel bij de commissie SOB. Dat is bij de in de commissie vertegenwoordigde raadsleden goed overgekomen. Wat betreft de grote opkomst bij deze vergadering sluit de voorzitter zich aan bij de mening van de heer Nijhout dienaangaande. De heer Sluijter ziet de unanieme keuze van de commissie SOB voor plan B als groot winstpunt. Daaruit mag afgeleid worden dat ook de gemeenteraad zal kiezen voor plan B. Ten tijde van deze vergadering is hem niet bekend of het raadsvoorstel en -besluit met betrekking tot de nieuwbouwplannen voor het winkelcentrum worden aangepast. Wethouder Meijer verkeerde in de veronderstelling dat deze stukken ten behoeve van de besluitvorming in de gemeenteraad wel moesten worden aangepast, maar de griffie heeft te kennen gegeven dit niet te zullen doen. De heer Louwe heeft vernomen dat de burgemeester aan de gemeenteraad zal mededelen wat in de vergadering van de commissie SOB is besproken. Een nieuw raadsvoorstel en – besluit zijn daarom niet nodig, zo heeft hij begrepen. De heer Sluijter zegt de aanwezigen toe het raadsbesluit, als dit genomen is, aan hen toe te zenden evenals een memo die hij aan de griffier heeft gestuurd naar aanleiding van vragen van GroenLinks over financiële aspecten van het bouwproject. De voorzitter is op de inloopavond van 5 november jl. benaderd door mevrouw Van Houten, woonachtig aan de Pelmolen. Mevrouw Van Houten is gehandicapt en zou graag bij het volgende overleg willen aanschuiven om mee te denken over de ontwikkeling van het bouwplan, voor zover het gaat om de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het nieuwe winkelcentrum voor mensen met een handicap. De aanwezigen hebben hiertegen geen bezwaar. De voorzitter zal mevrouw Van Houten uitnodigen voor het volgende overleg. 4.
Vooruitblik komende periode Voortzetting overleg, in bredere samenstelling, met dezelfde voorzitter en notulist, over wat komende maanden gemaakt gaat worden: voorlopig ontwerp bouwplan, inrichtingsplan openbare ruimte en bestemmingsplan
De agenda bevat zowel procedurele als inhoudelijke onderwerpen. In het kader van participatie heeft de Werkgroep Polderhof adviesrecht ten aanzien van het inrichtingsplan openbare ruimte en het bestemmingplan. De Werkgroep mag wat het (voorlopig) ontwerp bouwplan betreft wel meedenken en -praten, maar zij heeft ten aanzien hiervan geen adviesrecht, omdat architectuur niet onder participatie valt. Heddes Vastgoed als opdrachtgever van de architect en de architect als creatief brein van het bouwplan bepalen de architectonische vormgeving. De welstandscommissie bepaalt vervolgens of die vormgeving voldoet aan de geldende welstandscriteria. De heer Louwe merkt in dit verband op dat wethouder Meijer bij de behandeling van het advies en het raadsvoorstel in de commissie SOB min of meer heeft toegezegd dat er een beoordeling van het participatietraject komt op het moment dat het bestemmingsplan ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. - De heer en mevrouw Van der Voort schuiven om 20:00 uur aan bij het overleg – De heer Nijhout wijst erop dat alle partijen die bij het overleg aanwezig c.q. betrokken zijn ieder vanuit hun eigen belang en invalshoek naar de functie en de architectuur van het te bouwen winkelcentrum kijken. Omdat niemand voorrang heeft boven een andere partij, zal het uiteindelijke bouwplan een compromis zijn van de beelden en wensen die alle partijen hebben. De aanwezigen gaan akkoord met het voorstel om ideeën voor het voorlopige ontwerp van het bouwplan tijdens de overlegmomenten met elkaar te bespreken. Het is de opdrachtgever - Heddes Vastgoed - die de suggesties doet toekomen aan de architect voor zover het plan nog in ontwikkeling is.
2
De heer Wolvetang vraagt wat bewoners kunnen doen die het straks niet eens zijn met het bestemmingsplan, maar die zich niet hebben aangesloten bij de Werkgroep. De voorzitter legt uit dat iedereen die belanghebbende is wettelijke mogelijkheden heeft om zijn mening over het bestemmingsplan kenbaar te maken. Die mogelijkheden staan los van dit participatietraject. De heer Sluijter geeft aan dat op het moment dat het bestemmingsplan openbaar wordt gemaakt, iedereen hierop kan reageren door een zienswijze in te dienen. Daarnaast geldt dat voor elke belangrijk moment in de ontwikkeling van het bouwplan een buurtbrief wordt rondgestuurd. Op het moment dat het bestemmingsplan aan de commissie SOB wordt voorgelegd zal ook een buurtbrief worden gestuurd, waarin wordt medegedeeld dat over het bestemmingsplan zal worden geadverteerd en dat daarin ook staat vermeld wat de mogelijkheden zijn om daarop te reageren en binnen welke termijn dat moet. Het bestemmingsplan staat overigens niet als zelfstandig onderwerp op de agenda voor dit overleg en mogelijk ook niet voor het volgende overleg. Volgende week vindt een gesprek plaats met het bureau dat het bestemmingsplan gaat opstellen. Voor het bestemmingsplan moeten nog allemaal onderzoeken worden uitgevoerd. 5.
Ontwerp van het gebouw
De heer De Vries heeft een schets meegenomen van een eerste aanzet tot ontwerp van het gebouw. De schets is uitgewerkt in enkele, telkens iets meer gedetailleerd uitgewerkte schetsen. Tijdens een eerder overleg is al aan de orde geweest dat de heer De Vries wat materiaal betreft een voorkeur heeft voor baksteen, maar dan wel op een bijzondere manier gebruikt en – gelet op de wensen van de Werkgroep - naar een organische vorm vertaald. Het moet ook een bijzonder gebouw worden vanwege de functie die het in de wijk gaat vervullen. Daarnaast moet het tegelijkertijd een dynamische maar ook rustige uitstraling hebben en het moet één geheel vormen zonder dat het er lomp en grof uitziet. Ook moet het een soort van lichtheid krijgen. Dat kan onder andere worden bereikt door de hoeken met glas of glasachtig materiaal ‘open’ te houden. Waar de bibliotheek moet komen heeft hij een soort van glazen doos in gedachten die uitsteekt op de hoek van het gebouw, maar tegelijk wordt vastgehouden door het metselwerk er omheen. De heer De Vries geeft een nadere toelichting bij de schetsen: zij geven de aanblik van de gevel van het grote gebouw weer zoals het er vanaf de pleinzijde uitziet. Zij laten de schematische opbouw van het gebouw zien en suggereren een soort van beweging over het gebouw heen. In de opbouw moet een soort van standaardisering zitten. Door een standaardkozijn niet in een vast patroon in te tekenen krijgt het gebouw toch een ‘horizontale’ uitstraling. Op schetsen zijn voorts daktuinen ingetekend. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de wens van de Werkgroep om ‘groen’ in de gevel aan te brengen. De vormgeving van de balkons vraagt nog nader denkwerk. De kleur(en) van baksteen en metselwerk spelen in dit stadium van het plan nog geen rol. Het ontwerp krijgt veel bijval van de aanwezigen. De heer Rood informeert naar de mogelijkheid van tegelwerk in plaats van metselwerk onder aan de kolommen van het gebouw. Dit in verband met graffiti, dat zich makkelijk van tegelwerk laat verwijderen. De heer De Vries denkt dat de overgang van metselwerk naar tegelwerk geen fraaie aanblik geeft. Hij ziet meer in een steensoort die zich goed laat behandelen tegen graffiti. De heer Rood vraagt voorts hoever de gevels van de winkels naar achteren zullen komen te liggen, of de rolluiken aan de binnenkant van de ramen zullen komen en of het glaswerk bij de winkels helemaal tot de grond reikt. De heer De Vries antwoordt dat de gevels van de winkels zover naar achteren zullen worden geplaatst dat er een schaduwrandje ontstaat en de ramen en kozijnen droog blijven. Rolluiken aan de binnenkant van de ramen zou de mooiste aanblik geven. De structuur van de gevel vergt echter nog nadere studie, ook in verband met het aanbrengen van reclamelijnen in het ontwerp. Het glaswerk van de winkels is tot aan de grond getekend. Voor de veiligheid en in verband met vegen en schoonmaken is het misschien beter dit terug te brengen tot ongeveer 10cm boven de grond. Bij de winkeldeur zal het glaswerk wel tot aan de grond reiken. De heer Wolvetang ziet in de schetsen niet direct een vloeiende lijn terug. De heer De Vries geeft aan dat het snelschetsen zijn waardoor de vloeiende lijn op het eerste gezicht misschien niet goed is te zien. De vloeiende lijn is echter wel degelijk in de schetsen verwerkt: bij de kozijnen is te zien dat sommige bakstenen om de kozijnen heen gaan en dan weer omhoog. Ook is slechts een fragment van het gebouw weergegeven. In een later stadium komt er een 3D-tekening. Die geeft een reëler beeld van het ontwerp. De heer Louwe wil weten of de terugliggende lagen van het gebouw ook aan de kant van de Absdale en de Dintelstraat komen. De heer De Vries zegt dat dit het geval zal zijn. De kant van de Absdale wordt echter wel lager. Ook de gevel zal anders zijn. Een concreet beeld hierover heeft hij echter nog niet. Over de supermarkt merkt hij op dat zijn insteek is deze te plaatsen tussen de overige winkels.
3
Alle winkeliers krijgen de vrijheid om hun eigen winkeldeur te kiezen, maar wel met eenheid van materiaal. Oplevering zal met pui geschieden. Mevrouw Van der Voort uit haar bezorgdheid over de naar haar mening verstopte ligging van de supermarkt. Voor een ondernemer is het belangrijk om goed zichtbaar te zijn voor zijn klanten. De heer Nijhout oppert de mogelijkheid om het front van de supermarkt in de passage helemaal open te maken. De supermarkt is gedacht onder de hoek van de bibliotheek. Omdat de entree van de bibliotheek heel transparant oogt, kan vanaf het plein wel actie rond de supermarkt worden waargenomen. Mevrouw Van der Voort is van mening dat de supermarkt hiermee nog steeds niet of niet voldoende zichtbaar is voor publiek vanaf het plein. Zij wil over de ligging van de supermarkt nader in gesprek. De heer Hemke is bevreesd dat de passage een ´tochtgat´ wordt. De heer De Vries ziet dit niet zo somber in: de passage is niet zo lang en niet zo groot. Hij ontkent niet dat het er zal waaien, maar het winkelcentrum ligt, zeker vanuit het westen en het noorden bezien, behoorlijk ingebouwd. Hij verwacht niet dat de wind zich met bulderende kracht door de passage zal persen. Ook de heer Louwe is van mening dat het met de wind wel mee zal vallen: de wind waait meestal vanuit het westen en het gebouw is, vanuit die windrichting bezien, piramidevormig van opbouw. De wind gaat volgens hem dan ook vooral over het gebouw heen. In verband met mogelijke overlast van hangjongeren informeert mevrouw Kerkmeer naar de mogelijkheid van overkapping c.q. afsluiting van de passage. De heer Nijhout is van mening dat overkapping, gelet op het feit dat de passage 15m breed wordt, niet past in het beeld van het winkelcentrum. Ook is hij geen voorstander van afsluiten van de passage om hangjongeren te weren. Hij ziet meer in het zoeken naar andere oplossingen voor dat probleem, als het zich voordoet in de praktijk. Mevrouw Sanders ziet vanuit het oogpunt van openbare ruimte, gelet op de breedte van de passage in verhouding tot de daarachter gelegen straten, ook niets in de mogelijkheid van overkappen. Ook andere aanwezigen zijn geen voorstander van overkappen. De heer Wolvetang verneemt graag hoe de heer de Vries technische aspecten als pijpen en een liftkoker gaat verwerken in de vloeiende lijnen van het ontwerp. De heer De Vries zegt dat al deze aspecten zoveel mogelijk van de rand af zullen worden verwerkt. Dit moet echter allemaal nog worden vormgegeven. De heer Nijhout is verheugd over de enthousiaste en bemoedigende reacties op het ontwerp. Hij wil de aanwezigen er niettemin toch op wijzen dat het ontwerp nog steeds een concept is. Heddes Vastgoed en de heer De Vries willen ook verder gaan met dit concept. Er komen nu geen andere tekeningen, maar niet valt uit te sluiten dat de uitwerking van het concept zoals Heddes Vastgoed en de heer De Vries die voor ogen hebben, technisch of financieel niet valt te realiseren. Men moet er dus rekening mee houden dat dit ontwerp niet door kan gaan. De voorzitter dankt de heer De Vries voor zijn schetsen en toelichting. Ook hij is blij met bemoedigende en enthousiaste reacties op het ontwerp. 6.
Inrichtingsplan openbare ruimte
De heer Sluijter leidt dit agendapunt in. Voor het vorige nieuwbouwplan voor winkelcentrum Polderhof heeft er in februari van het vorige jaar een bijeenkomst plaatsgevonden in Lauwershof. Daarbij waren ongeveer 60 mensen aanwezig. Van de toen uitgedeelde enquêteformulieren zijn er 50 ingevuld retour ontvangen. De vragen in de enquête hadden betrekking op wensen van betrokkenen ten aanzien van de inrichting van de openbare ruimte van dat plan. Die wensen zijn geïnventariseerd en in een overzicht verwerkt. In het vorige plan was sprake van een openbare ruimte - het plein- die niet voor parkeren zou worden gebruikt. Dat plan heeft echter geen doorgang gevonden. In het thans voorliggende plan is echter sprake van openbare ruimte (het plein) dat wel voornamelijk voor parkeren moet worden gebruikt. De mogelijkheden om aan de toen geïnventariseerde wensen over de inrichting van de openbare ruimte tegemoet te komen zijn nu dan ook veel beperkter. - De heer Sluiter deelt de inventarisatie rond, mevrouw Sanders deelt een schets rond – Mevrouw Sanders licht de schets toe. Het betreft een schets met de schematische opbouw van het parkeerplein met daarop ingetekend een aantal parkeerplaatsen, dit om een beeld te krijgen van hoeveel parkeerplaatsen er op het plein passen. Een nog te maken computertekening moet uitwijzen of die parkeerplaatsen daar ook werkelijk passen. Op de schets is een afstand van 9m aangehouden tussen de gevel en de eerste rij van de parkeerplaatsen. Uitgangspunt is dat 9m een maat is waarbij mensen genoeg mogelijkheid hebben om te lopen of te fietsen en ook om de fiets te kunnen stallen. Mogelijk kan er ook nog aankleding plaatsvinden met plantenbakken of bomen. Anderzijds is de maat van 9m ook niet te royaal, omdat er ook rekening mee moet worden gehouden dat zoveel mogelijk auto’s dicht in de buurt van het winkelcentrum moeten kunnen worden geparkeerd.
4
Geprobeerd is de openbare ruimte zo efficiënt mogelijk in te delen. Eveneens is rekening gehouden met de bereikbaarheid van een brug, op de schets aangegeven met een pijl over het water. Ook het hoogteverschil tussen het winkelcentrum en het gezondheidscentrum staat aangegeven, met een stippellijn. Dit hoogteverschil zal er in de toekomst waarschijnlijk blijven. Met civieltechnisch onderlegde collega’s zal in een volgende fase naar oplossingen hiervoor worden gekeken. Daarbij zal ook gekeken worden hoe het gezondheidscentrum met een ambulance kan worden bereikt. De rode stippellijnen op de schets betreffen de oude contouren van het gebouw. Deze zijn niet relevant voor de inrichting van de openbare ruimte. Het parkeereiland aan de kant van de Absdale zal verdwijnen. Afhankelijk van de functionaliteit van de gevel aan die kant kunnen daartegen mogelijk parkeerplaatsen worden gemaakt. Ingetekend is ook de entree van woningen, maar of die daar komt is nog niet bekend. Het is niet de bedoeling dat de schets in één keer goed is. Om tot een plan voor de inrichting van de openbare ruimte te komen moet echter ergens met tekenen van een idee worden begonnen. Groen, bankjes en fietsenrekken worden in een latere fase ingetekend. Mevrouw Van der Voort lijkt het niet handig dat als de achterinrichting van de supermarkt een glazen pui wordt, auto’s daar recht op kunnen parkeren. Zij oppert het idee in dat geval een stoep tussen de pui en de parkeerplaatsen aan te brengen of de mogelijkheid van schuin parkeren. Ook een punt van aandacht is de ruimte die voor afvalbakken is ingetekend. Zij vraagt zich af waar mensen die hun afval komen brengen met de auto moeten gaan staan. Zoals het op de schets is ingetekend, begrijpt zij dat dat die mensen met hun auto de toegang tot het parkeerterrein blokkeren. Met de auto op de weg gaan staan levert een gevaarlijke situatie op. De heer Rood brengt onder de aandacht dat de vrachtwagens die de afvalcontainers komen ophalen ook een stoppunt moeten hebben. De heer Van de Broek voorziet problemen met fietsers die van het bruggetje naar het winkelcentrum rijden en omgekeerd: die verkeersbewegingen vinden plaats via het parkeerterrein terwijl ondertussen auto’s recht vooruit of achteruit de parkeervakken insteken. Mevrouw Sanders erkent dat fietsers op een parkeerterrein gevaarlijker zijn dan geen fietsers op een parkeerterrein. Men moet echter sowieso goed opletten bij in- of uit parkeren. Volgens de verkeersdeskundigen kan de situatie met fietsers op het parkeerterrein wel. Het alternatief is het bruggetje weghalen, maar dit vermindert de bereikbaarheid van het winkelcentrum. Mevrouw Sanders zal voormelde aandachtspunten meenemen. De heer Rood vraagt of er een routing is voor het verkeer waar men het parkeerterrein op en af kan. Hij is er voorstander van dat toegang en afrit niet op dezelfde plek gesitueerd zijn. Als voorbeeld van een mogelijke routing noemt hij voor het gezondheidscentrum langs erop en er aan de andere kant weer af. Mevrouw Sanders ziet van deze suggestie wel het voordeel: men komt elkaar minder tegen op het parkeerterrein, maar ook het nadeel: er is meer ruimte nodig voor ontsluitingswegen en daardoor is er minder ruimte voor parkeren. Op dit moment is de gedachte dat toegang en afrit op hetzelfde punt blijven plaatsvinden, bij het kruispunt bij de Rijnstraat. Dat is de wens van de afdeling verkeer van de gemeente. Mevrouw Winters vindt het aantal van drie mindervalidenparkeerplaatsen, die ook nog eens dicht bij het gezondheidscentrum zijn geplaatst, wat weinig op een totaal van 107 parkeerplaatsen. Zij doet de suggestie één of twee op een andere plek bij het winkelcentrum erbij te maken, eventueel door er één van de ingetekende drie af te halen. Zij vindt de afstand van de parkeerplaats bij het winkelcentrum voor een mindervalide die aan de kant van de Absdale moet zijn ook ver. Mevrouw Sanders zal de suggestie van mevrouw Winters meenemen. Volgens haar gelden er normen voor het aantal mindervalide plaatsen. Zij zal die nazoeken. Het trapje dat getekend is bij het gezondheidscentrum betekent overigens niet dat mindervaliden langs die weg bij het gezondheidscentrum moeten komen, maar dient als geheugensteuntje voor het feit dat daar een hoogteverschil zit waar bij de nadere inrichting van de openbare ruimte aandacht aan moet worden besteed. Het exacte hoogteverschil is mevrouw Sanders op dit moment niet bekend. De heer Louwe doet een suggestie voor vermeerdering van het aantal parkeerplaatsen: er zit een verhoging langs de apotheek die voor een deel in gebruik is. Dan is er nog ongeveer 1m ruimte: dat is eigenlijk gewoon een blinde gevel. Die kan worden gebruikt voor parkeerplaatsen richting de apotheek. Dat betekent een vermeerdering ten opzichte van de drie parkeerplaatsen zoals die nu zijn ingetekend. Verder zou er een doorgang moeten komen aan de achterkant van de apotheek, bij de plek waar 10 parkeerplaatsen zijn ingetekend, omdat daar ’s nachts door een pakketdienst wordt geladen en gelost. Mevrouw Sanders zegt dat zij hierover graag van gedachten wil wisselen met de mensen van het gezondheidscentrum.
5
Zij had gehoopt dat zij vertegenwoordigd zouden zijn bij dit overleg. De heer Boks ziet nog mogelijkheden voor vermeerdering van het aantal parkeerplaatsen door onder andere de ingetekende drie parkeerplaatsen nog wat naar achteren te verleggen. De heer Sluijter zegt dat de routing van winkelcentrum naar gezondheidscentrum en vice versa hierbij niet uit het oog moet worden verloren. Voorts moet volgens de heer De Vries rekening worden gehouden met de bevoorrading van de winkels en de bibliotheek vanaf die kant. De heer De Vries constateert dat de (stalen) brug die naar de Poldermolen gaat niet op de tekening paste. De heer Louwe ziet nog andere mogelijkheden voor vermeerdering van het aantal parkeerplaatsen of mogelijkheden voor groen door de (houten) brug die wel is ingetekend te verleggen of door beide bruggen te vervangen door één brug. De heren Rood en Boks wijzen erop dat de ingetekende brug een grote functionaliteit heeft: zij wordt onder andere gebruikt door nooddiensten, een auto die meerdere keren per dag medicijnen brengt bij het gezondheidscentrum, vuilnisauto’s die containers ophalen bij het gezondheidscentrum en door andere vrachtauto’s. Ook voor de bewoners vervult de brug een belangrijke functie als toegangspoort voor fietsers van en naar het stadscentrum. Mevrouw Sanders staat niet bij voorbaat afwijzend tegen het verleggen van de houten brug. Zij zal met collega’s van de afdeling verkeer overleggen of dit een reële optie is. De heer Rood pleit voor een laad- en losplek voor kleinere auto’s voor kleinere winkeliers ten behoeve van bevoorrading overdag, mét een tijdzone. De voorzitter constateert dat er voldoende suggesties zijn gedaan om verder te gaan met de inrichting van de openbare ruimte. 7.
Rondvraag en sluiting
De heer Louwe heeft twee mededelingen: - De Werkgroep heeft het voornemen zich om te vormen tot een vereniging. De procedure hiervoor is al in gang gezet. De Werkgroep zal binnen afzienbare termijn dan een wijkvereniging voor winkelcentrum Polderhof zijn. - De wijkcoördinator heeft de suggestie gedaan om een website op te zetten om via die weg voor meer mensen de voortgang en de ideeën rond de bouw van het nieuwe winkelcentrum Polderhof zichtbaar te maken. De voorzitter vindt dit een goed idee. De heer Sluijter vraagt hoe de routing van de notulen gaat nu er andere belanghebbenden bij het overleg zijn aangeschoven. Afgesproken wordt dat de notulen alsvolgt gaan: - naar de heer Sluijter voor de gemeente Alkmaar; - naar de heer Louwe voor de Werkgroep Polderhof; - naar de heer Nijhout voor Heddes Vastgoed, de winkeliers en de bibliotheek; - naar de voorzitter voor mevrouw Van Houten. Datum volgend overleg Tijdstip Locatie
: 17 februari 2010 : 19.30 uur : Wijkcentrum De Oever, Amstelstraat 1 te Alkmaar
De heer Sluijter deelt mede dat voor het volgende overleg op de agenda staat (de voortgang van) het ontwerp van het gebouw. Voor het inrichtingsplan openbare ruimte houdt hij een slag om de arm. Het ingenieursbureau moet het plan nog precies gaan intekenen en daarna moet ook mevrouw Sanders daarmee nog aan de slag. Wat betreft het bestemmingsplan hoopt hij in ieder geval iets te kunnen vertellen over de stand van zaken dienaangaande. De voorzitter sluit het overleg en bedankt de aanwezigen voor hun komst en hun inbreng.
6