Januari 2014
Algemene Voorwaarden Huurovereenkomst Zelfstandige Woonruimte Dit is een uitgave van Woningbouwstichting Cothen
Artikel 1 Meerdere huurders Wanneer sprake is van een huurovereenkomst met meerdere huurders (“samenhuur”), dan geldt het volgende: 1.1
De huurders zoals genoemd in de aanhef van de huurovereenkomst en gezamenlijk genoemd “huurder” hebben elk een zelfstandig en volledig recht van huur. Zij hebben dit recht gelijktijdig en houden hierbij rekening met elkaars rechten.
1.2
De huurprijs en het voorschot voor bijkomende kosten zijn in één geheel en ondeelbaar verschuldigd.
1.3
Elk van de huurders is hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele bedrag van de huurprijs en het voorschot als hiervoor genoemd. Ook zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor alle overige verplichtingen die voor hem/haar en voor de andere huurder(s) uit de huurovereenkomst en de wet voortvloeien.
1.4
Indien de huurovereenkomst ten aanzien van één of meerdere huurders eindigt, blijft (blijven) de overgebleven huurder(s) het volledige bedrag van de huurprijs en van de bijkomende kosten verschuldigd.
1.5
Om de huurovereenkomst te doen eindigen, moet de opzegging aan of door (alle) in de aanhef genoemde huurder(s) geschieden. De in de aanhef genoemde huurders kunnen derhalve slechts gezamenlijk de huur opzeggen, tenzij verhuurder uitdrukkelijk instemt met een enkelvoudige beëindiging door één van de in de aanhef genoemde huurders..
Artikel 2 Mededelingen huurder 2.1
Huurder is verplicht om verhuurder zo spoedig mogelijk schriftelijk te informeren over huwelijk, echtscheiding of geregistreerd partnerschap van huurder. Hetzelfde geldt bij het overlijden van een medehuurder of samenhuurder.
2.2
Indien het huurrecht van huurder is geëindigd als gevolg van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van geregistreerd partnerschap, is huurder verplicht van de beëindiging van zijn huurrecht schriftelijk mededeling te doen aan verhuurder, onmiddellijk nadat de rechterlijke beschikking waarbij dit is bepaald, onherroepelijk is geworden. Zolang huurder deze mededeling niet heeft gedaan, blijft hij tegenover verhuurder aansprakelijk voor de nakoming van alle verplichtingen uit de huurovereenkomst. Indien de medehuurder de huurovereenkomst als huurder voortzet is hij verplicht verhuurder hiervan terstond schriftelijk mededeling te doen.
Artikel 3 Terbeschikkingstelling en aanvaarding van het gehuurde 3.1
Verhuurder stelt het gehuurde op de overeengekomen ingangsdatum aan de huurder ter beschikking of vanaf de eerst daarop volgende werkdag indien de overeengekomen
ingangsdatum geen werkdag is, en voor zover huurder aan zijn betalingsverplichtingen uit de huurovereenkomst heeft voldaan. 3.2
Bij aanvang van de huurovereenkomst maakt verhuurder met huurder een beschrijving op van het gehuurde. Zowel verhuurder als huurder ontvangen een door hen beiden ondertekend exemplaar hiervan. De beschrijving van het gehuurde maakt deel uit van de huurovereenkomst en huurder verklaart door ondertekening van de beschrijving het gehuurde overeenkomstig de beschrijving te hebben aanvaard.
Artikel 4 Servicekosten 4.1
Huurder is een vergoeding verschuldigd voor leveringen en diensten. Deze worden door middel van voorschotbedragen aan huurder in rekening gebracht. Jaarlijks verstrekt verhuurder aan huurder een overzicht van de in het voorgaande kalenderjaar in rekening gebrachte servicekosten.
4.2
Verschillen tussen de gemaakte kosten en de door huurder als voorschot betaalde servicekosten zullen door verhuurder met huurder worden verrekend, tenzij het een vergoeding betreft voor niet verrekenbare leveringen en diensten.
4.3
Met betrekking tot niet verrekenbare leveringen en diensten (welke, indien van toepassing, in de huurovereenkomst worden gespecificeerd) geldt dat het door de huurder betaalde voorschot gelijk wordt gesteld met de eindafrekening; er vindt derhalve geen verrekening plaats. Ten aanzien van het verleden behoeft huurder dan ook geen bedrag bij te betalen, terwijl verhuurder geen naheffing over het verleden kan vorderen.
4.4
Het tussen huurder en verhuurder geldende maandelijkse voorschotbedrag kan, behoudens een tussen partijen aangegane nadere overeenkomst, slechts worden verhoogd met ingang van de eerste maand, volgende op de maand waarin het in het eerste lid van dit artikel bedoelde overzicht is verstrekt.
4.5
huurder is gebonden aan een wijziging van de levering van zaken of diensten, dan wel een wijziging van de berekeningsmethodiek van de geleverde zaken of diensten, en het daarbij behorende gewijzigde voorschotbedrag, indien die wijziging betrekking heeft op zaken en diensten die slechts aan een aantal huurders gezamenlijk geleverd kunnen worden en tenminste 70% van die huurders daarmee heeft ingestemd. Een huurder die niet met de wijziging heeft ingestemd, kan binnen acht weken na de schriftelijke kennisgeving van de verhuurder dat overeenstemming is bereikt met tenminste 70% van de huurders, een beslissing van de rechter vorderen omtrent de redelijkheid van het voorstel.
4.6
Indien niet tenminste 70% is bereikt, is huurder voorts gebonden aan een wijziging van de levering van zaken of diensten, dan wel een wijziging van de berekeningsmethodiek van de geleverde zaken of diensten, en het daarbij behorende gewijzigde voorschotbedrag, indien: 1. Het belang van verhuurder bij de wijziging zodanig is dat huurder – in redelijkheid de belangen van beide partijen in aanmerking genomen – zijn toestemming daaraan niet mag onthouden en 2. verhuurder huurder over de wijziging tijdig heeft geïnformeerd en met huurder, de eventueel aanwezige bewonerscommissie, en indien nodig de huurdersorganisatie, overleg heeft gevoerd.
Artikel 5 Huurprijs en -betaling 5.1
De huurprijs wordt jaarlijks gewijzigd volgens geldende wettelijke bepalingen / voorschriften en de bepalingen in de huurovereenkomst. Ontbreken de in de vorige zin genoemde bepalingen en voorschriften dan wordt de huurprijs gewijzigd op basis van het beleid van verhuurder.
5.2
Huurder voldoet de maandelijks te betalen huurprijs en het voorschot voor leveringen en diensten in zijn geheel, bij vooruitbetaling, vóór de eerste van iedere maand op de in de huurovereenkomst overeengekomen wijze.
5.3
Huurder zal zich bij de huurbetaling niet beroepen op enige verrekening, met uitzondering van het bepaalde in artikel 7:206 lid 3 BW. Verrekening met het voorschot servicekosten is uitgesloten.
5.4
Bij niet-betaling is de huurder vanaf de eerste dag van de maand waarop de betaling betrekking heeft, van rechtswege in verzuim. Dit houdt in dat huurder alsdan, zonder een nadere ingebrekestelling, de gehele te betalen prijs voor het gehuurde vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten, te berekenen over de betalingsachterstand, aan verhuurder verschuldigd is. De door huurder verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten bedragen 15% van de vordering, met een minimum van € 75,=.
5.5
Behoudens voor zover verhuurder en huurder schriftelijk anders overeenkomen, wordt de voldoening van enige opeisbare vordering van verhuurder op huurder aangewend op de volgende wijze:
(1)
eerst ter voldoening van enige opeisbare vordering uit hoofde van een andere verbintenis tussen huurder en verhuurder (al dan niet een eerdere verbintenis) dan de huidige huurovereenkomst;
(2)
vervolgens ter voldoening van alle kosten verband houdende eerst met het ontvangen en dan met het innen van de opeisbare vordering;
(3)
dan ter voldoening van de verschuldigde (boete)rente over de opeisbare vorderingen van verhuurder op huurder;
(4)
tot slot ter voldoening van de hoofdsom van enige opeisbare vordering uit de huidige huurovereenkomst van verhuurder op huurder waarbij deze eerst wordt aangewend voor de oudste opeisbare vordering.
Artikel 6 Verplichtingen van de verhuurder 6.1
Verhuurder is verplicht op verlangen van huurder gebreken aan het gehuurde te verhelpen, tenzij:
(1)
het onmogelijk is om de gebreken te verhelpen;
(2)
het verhelpen uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van verhuurder zijn te vergen;
(3)
het verhelpen ingevolge de wet, de huurovereenkomst of het gebruik voor rekening van
huurder komt.
6.2
Het herstel van gebreken dient binnen een redelijke termijn plaats te vinden, dit ter bepaling van verhuurder. De redelijkheid wordt in ieder geval bepaald door de aard van het gebrek en de omstandigheden zoals de periode van het jaar, enzovoort.
6.3
Verhuurder is slechts verplicht voorzieningen die huurder zelf heeft geplaatst of van een vorige bewoner heeft overgenomen op standaardniveau te onderhouden (waaronder mede begrepen “te vervangen”). Onder “standaardniveau” wordt verstaan het niveau van een vergelijkbare woning van verhuurder zonder de door huurder of een vorige huurder aangebrachte voorzieningen. Wanneer bijvoorbeeld sprake is van een afwijkende keuken, is verhuurder niet verplicht defecte onderdelen van die keuken te vervangen door dezelfde soort onderdelen. Verhuurder kan deze onderdelen vervangen door onderdelen van een in een vergelijkbare woning geplaatste standaardkeuken.
6.4
Als de verhuurder op grond van een wettelijke of contractuele regeling gehouden is tot het verrichten van een prestatie jegens de huurder, dan is huurder bevrijd van die verplichting zodra hij deze prestatie is nagekomen aan één van de in de aanhef van de huurovereenkomst genoemde huurders.
Artikel 7 Verplichtingen van de huurder 7.1
Huurder is verplicht het gehuurde als een goed huurder te gebruiken en te onderhouden.
7.2
Huurder is verplicht het gehuurde gedurende de gehele huurperiode te voorzien van behoorlijke meubilering en stoffering, het gehuurde zelf als woonruimte voor hem en leden van zijn huishouden te bewonen en er te allen tijde zijn exclusieve hoofdverblijf te hebben en te houden. Onder hoofdverblijf wordt verstaan het dagelijks feitelijk gebruik als woonruimte van het gehuurde door de huurder zelf, onder andere door dagelijks in het gehuurde te slapen.
7.3
Bij vermoedens van het niet hebben van hoofdverblijf en/of het geheel of gedeeltelijk onder verhuren dan wel geheel of gedeeltelijk in gebruik geven van het gehuurde aan derden, rust op huurder de bewijslast dat hij onafgebroken in het gehuurde heeft gewoond, er zijn hoofdverblijf heeft gehad en het gehuurde niet geheel of gedeeltelijk heeft onderverhuurd dan wel in gebruik heeft gegeven aan derden. De huurder moet zijn volledige medewerking verlenen aan het onderzoek van verhuurder door alle relevante gegevens en stukken aan haar te overhandigen en het bezoeken van het gehuurde toe te staan.
7.4
Huurder is verantwoordelijk voor gedragingen van degenen die met zijn goedvinden of medeweten in het gehuurde verblijven.
7.5
Huurder zal het gehuurde en de eventuele gemeenschappelijke ruimten, overeenkomstig de overeengekomen bestemming gebruiken en deze bestemming niet wijzigen.
7.6
Huurder zal het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de eventuele gemeenschappelijke ruimten, overeenkomstig de bestemming gebruiken en deze bestemming niet wijzigen. Het is huurder niet toegestaan bedrijfsmatige activiteiten in het gehuurde, delen van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten te ontplooien.
7.7
Het is huurder niet toegestaan gemeenschappelijke ruimten in gebruik te nemen, waaronder wordt begrepen het in die ruimten opslaan of stallen van spullen. Huurder zal de aanwijzingen van verhuurder aangaande het schoonhouden en vrijhouden van gemeenschappelijke ruimten stipt opvolgen. Onder gemeenschappelijke ruimten wordt onder meer verstaan ruimten zoals trappenhuizen, liften, kelders, zolders, garages, bergingen, galerijen, bij het complex behorende tuinen, achterpaden en binnenplaatsen, voor zover de huurder het gebruik van deze ruimten met andere huurders of gebruikers deelt.
7.
Als tot het gehuurde een tuin behoort, is huurder verplicht een tuin aan te leggen en/of te onderhouden en/of een erfafscheiding te plaatsen, en geplaatst te houden alsmede deze te onderhouden. Huurder is verplicht zijn voor- en achtertuin als sier- of moestuin te gebruiken en deze zodanig te onderhouden dat deze – naar het oordeel van verhuurder – een verzorgde indruk maakt en zal geen bomen, struiken of andere beplanting aanbrengen die overlast voor derden kunnen veroorzaken. Het is huurder niet toegestaan de tuin te gebruiken voor de opslag van materialen, boten, auto’s, caravans, etc. Doet huurder dit toch, dan is verhuurder gerechtigd deze zaken te verwijderen op kosten van huurder.
7.9
Huurder zal (klein) chemisch afval, huisvuil en grof vuil overeenkomstig de daarvoor bestemde methoden en procedures afvoeren.
7.10
Het is huurder niet toegestaan:
(1)
in het gehuurde bedrijfsmatige activiteiten te ontplooien van welke aard dan ook;
(2)
overlast of hinder te veroorzaken aan omwonenden door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in, rondom of in de directe nabijheid van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden;
(3)
in het gehuurde dieren te houden die gevaar, hinder of overlast veroorzaken of het risico op gevaar, hinder of overlast met zich brengen;
(4)
in het gehuurde dieren te fokken, ook wanneer dit voor een niet-commercieel doel is;
(5)
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder harde vloerbedekking (zoals parket, marmoleum of tegels) in het gehuurde aan te brengen in geval het gehuurde een etagewoning of appartement betreft;
(6)
in het gehuurde explosieve of (milieu-)gevaarlijke stoffen of materialen op te slaan of in het gehuurde een situatie te laten ontstaan die risico’s voor het gehuurde of omwonenden met zich brengen;
(7)
in het gehuurde activiteiten uit te oefenen die in strijd zijn met een wettelijke bepaling, waaronder mede begrepen het ter plaatse geldende bestemmingsplan;
(8)
in het gehuurde hard- of softdrugs of andere genotsmiddelen te verhandelen of te produceren, waaronder mede begrepen het houden, telen of knippen van hennepplanten, ook wanneer dergelijke activiteiten door de overheid zouden zijn toegestaan of worden gedoogd. Huurder is bij overtreding van dit verbod aan verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van € 1.000,= te vermeerderen met € 125,= per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.
7.11
Huurder dient zich als goed huurder te gedragen richting medewerkers van verhuurder en/of door verhuurder ingehuurde derden. Fysiek of verbaal geweld, agressiviteit, dan wel ander wangedrag leidt tot passende (juridische) maatregelen jegens huurder die kunnen leiden tot beëindiging van de huurovereenkomst
7.12
Het is huurder, tenzij verhuurder hiervoor voorafgaand schriftelijke toestemming heeft verleend, niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. Verhuurder is bevoegd aan haar toestemming voorwaarden te verbinden.
7.11
Voor ongeoorloofde onderhuur geldt dat huurder alle door onderhuur verkregen inkomsten aan verhuurder dient af te dragen. Daarnaast is huurder een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van € 1.000,= te vermeerderen met € 125,= per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.
7.13
Indien derden huurder in zijn woongenot storen door het veroorzaken van overlast dan wel op andere wijze, zal huurder dit meteen en zoveel mogelijk schriftelijk en gespecificeerd aan verhuurder melden.
7.14
Wanneer huurder gebreken aan het gehuurde ontdekt, dient huurder de door hem geconstateerde gebreken onverwijld schriftelijk aan verhuurder te melden. Voorts kan huurder gebreken telefonisch melden op het hiervoor beschikbare telefoonnummer van verhuurder dat 24 uur per dag bereikbaar is.
7.15
Huurder is verplicht de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van schade aan het gehuurde, in het bijzonder in geval van brand, storm, water en vorst en dergelijke calamiteiten. Huurder dient door welke oorzaak dan ook ontstane dan wel dreigende schade, alsmede gebreken aan het gehuurde meteen aan verhuurder te melden. Laat de huurder dit na dan komt de daardoor ontstane schade en/of gevolgschade zowel aan het gehuurde als aan de eigendommen van derden voor rekening van huurder.
7.16
Met het oog op controle door verhuurder van de naleving van de verplichtingen van de huurder op grond van de wet, de huurovereenkomst en deze algemene voorwaarden, dan wel met het oog op mogelijk door verhuurder uit te voeren werkzaamheden of controle van meterstanden en dergelijke, zal huurder verhuurder in de gelegenheid stellen het gehuurde te betreden. Onder verhuurder wordt mede verstaan: de door of namens verhuurder aangewezen personen, welke zich altijd als zodanig dienen te kunnen legitimeren.
Artikel 8 Herstelwerkzaamheden door huurder 8.1
Huurder dient op zijn kosten kleine herstellingen (waaronder mede begrepen schoonmaakwerkzaamheden) te verrichten. Tot de kleine herstellingen worden in ieder geval gerekend alle werkzaamheden zoals opgenomen in het Besluit kleine 1 Herstellingen. Tenzij anders is overeengekomen is huurder voorts verantwoordelijk voor het schoonhouden van gemeenschappelijke ruimten, waaronder begrepen trappenhuizen, liften, kelders, zolders, garages, bergingen, galerijen, tuinen en binnenplaatsen.8.2 Huurder moet deze kleine herstellingen deugdelijk verrichten en moet de regels en aanwijzingen van de bevoegde instanties daarbij in acht nemen.
Artikel 9 1
Besluit van 8 april 2003, houden de aanwijzing van herstellingen die moeten worden aangemerkt als kleine herstellingen als bedoeld in artikel 240 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, Staatsblad 2003, 168
Schade 9.1
Huurder is aansprakelijk voor de schade die tijdens de huurperiode aan het gehuurde, waaronder begrepen eventuele gemeenschappelijke ruimten, is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de huurovereenkomst. Alle schade (dus ook schade aan de buitenzijde van het gehuurde), behalve brandschade, wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan. Huurder is tegenover verhuurder op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor de gedragingen van hen (waaronder ook huisdieren) die vanwege hem het gehuurde gebruiken of zich daarop bevinden.
9.2
Onverminderd de gevolgen van niet-nakoming van de verplichting uit artikel 7:206 van het Burgerlijk Wetboek is verhuurder enkel tot vergoeding van de door een gebrek veroorzaakte schade verplicht, indien het gebrek na het aangaan van de overeenkomst is ontstaan en aan hem is toe te rekenen, alsmede indien het gebrek bij het aangaan van de overeenkomst aanwezig was en verhuurder het toen kende of had behoren te kennen, of toen aan huurder heeft te kennen gegeven dat de zaak het gebrek niet had.
9.3
Verhuurder is niet aansprakelijk voor de schade aan de persoon of aan zaken van de huurder en/of diens huisgenoten, veroorzaakt door storm, vorst, blikseminslag, ernstige sneeuwval, overstromingen, stijgingen of daling van het grondwaterpeil, atoomreacties, gewapende conflict, burgeroorlogen, opstanden, onrusten, molest en andere calamiteiten.
Artikel 10 Huurderszelfwerkzaamheid 10.1
Het is huurder toegestaan veranderingen en toevoegingen die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan kunnen worden gemaakt aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen.. Het is huurder nimmer toegestaan veranderingen of toevoegingen aan het gehuurde aan te brengen die gevaar, overlast of hinder voor verhuurder of derden (kunnen) opleveren. Voor overige veranderingen en toevoegingen in en aan het gehuurde heeft de huurder vooraf schriftelijke toestemming van verhuurder nodig.
10.2
Verhuurder kan besluiten geen toestemming te verlenen voor het aanbrengen van wijzigingen aan de binnenzijde van het gehuurde, in geval de voorgenomen veranderingen de verhuurbaarheid schaden, leiden tot een waardedaling van het gehuurde en/of niet leiden tot een doelmatig gebruik van het gehuurde. Ook kunnen zwaarwegende belangen van verhuurder zich tegen de toestemming verzetten. Zwaarwegende belangen kunnen onder meer zijn:
(1)
toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van het gehuurde;
(2)
nadelige gevolgen voor onderhoud;
(3)
het niet gewaarborgd zijn van een deugdelijke uitvoering van de verzochte wijzigingen;
(4)
het buiten de kernvoorraad vallen van het gehuurde als de verzochte wijzigingen worden aangebracht;
(5)
het in het geding zijn van belangen van omwonenden.
10.3
Het is huurder niet toegestaan veranderingen aan de buitenzijde van het gehuurde aan te brengen, tenzij huurder hiervoor de voorafgaande schriftelijke toestemming van
verhuurder heeft verkregen. Tot deze veranderingen aan de buitenzijde behoren onder meer, doch niet uitsluitend, het aanbrengen van (schotel)antennes, zendmasten, reclameborden, zonnepanelen, buitenzonwering, rolluiken, hekwerken, balkons, bijgebouwen etc. 10.4
Verhuurder kan aan haar toestemming voorwaarden verbinden, die onder meer betrekking hebben op de aard en/of kwaliteit van te gebruiken materialen, het voorkomen van schade aan de constructie van het gehuurde of het gebouw waarvan het gehuurde deel uitmaakt, (bouwtechnische) voorschriften van de overheid, het onderhoud van de verandering, het opleveren bij het einde van de huur, etc.
10.5
Verhuurder zal bij het verlenen van toestemming aangeven of de verandering of toevoeging aan het einde van de huur door huurder ongedaan moeten worden gemaakt.
10.6
Alle veranderingen en toevoegingen die in strijd met de voorwaarden van verhuurder zijn aangebracht, zullen op eerste aanzegging van verhuurder ongedaan worden gemaakt door huurder. Naar keuze van verhuurder moet zulks voor rekening en risico van huurder tijdens de looptijd van de huurovereenkomst dan wel bij het einde van de huurovereenkomst plaatsvinden.
10.7
Huurder is verplicht, voor eigen rekening en risico, door hem aangebrachte veranderingen of toevoegingen op eerste aanzegging van verhuurder te verwijderen, indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering door verhuurder van dringende of renovatiewerkzaamheden. Dit geldt ook indien verhuurder toestemming heeft gegeven voor het realiseren van deze verandering of toevoeging.
10.8
Veranderingen die huurder aanbrengt aan het gehuurde zijn geheel voor eigen rekening en risico. Huurder is verantwoordelijk voor de verlening van mogelijk noodzakelijke vergunningen en het naleven van wettelijke bepalingen. Ook is huurder zelf verantwoordelijk voor het onderhoud aan de veranderingen of toevoegingen die door huurder zijn aangebracht.
10.9
Huurder is aansprakelijk voor de schade die wordt veroorzaakt door een verandering of toevoeging die door of vanwege huurder is aangebracht. Huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van derden voor de schade, veroorzaakt door de door of vanwege huurder aangebrachte veranderingen en toevoegingen aan het gehuurde.
10.10
De bepaling in dit artikel geldt eveneens voor de door huurder, in overleg met en na goedkeuring van verhuurder overgenomen veranderingen of toevoegingen van de vorige huurder.
Artikel 11 Veranderingen aan het gehuurde door verhuurder 11.1
Huurder zal verhuurder (en door of namens verhuurder aangewezen personen) op zijn verzoek gelegenheid geven het gehuurde op gebreken (zoals technische gebreken) te controleren en (onderhouds)werkzaamheden uit te voeren.
11.2
Huurder zal personen die door of namens verhuurder zijn belast met het doen van controles en/of het uitvoeren van werkzaamheden in/aan het gehuurde, na legitimatie, de toegang tot het gehuurde verschaffen.
11.3
De genoemde controlebezoeken of werkzaamheden vinden plaats op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur, behoudens onvoorziene omstandigheden. De bezoeken en/of werkzaamheden zullen in beginsel en indien mogelijk van tevoren worden aangekondigd.
11.4
Indien verhuurder dringende werkzaamheden in en aan het gehuurde en/of in, aan en ten behoeve van direct aangrenzende woningen dient uit te (laten) voeren, dient huurder verhuurder (en/of door of namens verhuurder aangewezen personen) daartoe gelegenheid te geven.
11.5
Onder dringende werkzaamheden worden uitdrukkelijk niet alleen reparaties verstaan, maar alle werkzaamheden die niet zonder nadeel tot na het einde van de huur kunnen worden uitgesteld, zoals bijvoorbeeld omdat dit voor de verhuurder meer kostenefficiënt kan zijn. Onder het geven van gelegenheid wordt in dit artikel mede verstaan het verlenen van medewerking aan verhuurder (en/of door of namens verhuurder aangewezen personen) als ook het verrichten van handelingen door huurder om verhuurder in de gelegenheid te stellen de dringende werkzaamheden uit te (laten) voeren.
11.6
Het is verhuurder toegestaan bij het uitvoeren van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden ander materiaal toe te passen. Het is verhuurder tevens toegestaan een andere kleur verf van het buitenschilderwerk toe te passen.
11.7
Indien verhuurder wil overgaan tot renovatie van het gehuurde, zal hij aan huurder daartoe een schriftelijk voorstel doen. Onder renovatie wordt zowel sloop met vervangende nieuwbouw als gedeeltelijke vernieuwing door verandering of toevoeging verstaan.
11.8
Huurder dient verhuurder gelegenheid te geven de renovatie uit te voeren, wanneer het voorstel van verhuurder, gelet op het belang van verhuurder en de belangen van huurder, redelijk is. Een voorstel tot het uitvoeren van werkzaamheden die nodig zijn door van overheidswege opgelegde voorschriften als gevolg waarvan het gehuurde en/of het complex waarbinnen het gehuurde zich bevindt moet worden vernieuwd of veranderd door verhuurder, wordt door partijen hierbij redelijk geacht.
11.9
Indien verhuurder het complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, geheel of gedeeltelijk wil renoveren, zal de huurder daartoe een schriftelijk voorstel doen. Dit voorstel wordt vermoed redelijk te zijn wanneer 70% of meer van de huurders van het complex daarmee heeft ingestemd. Indien huurder met het voorstel niet heeft ingestemd en ook niet binnen 8 weken na de schriftelijke kennisgeving van de verhuurder dat 70% of meer van de huurders met het voorstel heeft ingestemd, bij de rechter een beslissing heeft gevorderd omtrent redelijkheid van het voorstel, is hij hieraan gebonden. Huurder is dan verplicht alle medewerking te verlenen bij de uitvoering van de werkzaamheden.
11.10
Partijen verstaan onder een ‘bouwkundige eenheid’ zoals bedoeld in artikel 7:220 lid 3 BW een combinatie van onroerende zaken (ongeacht de bestemming) die in één renovatieproject worden betrokken, welke renovatie redelijkerwijze niet uitvoerbaar is, althans zulks kan redelijkerwijze niet van verhuurder worden verlangd, indien niet alle onroerende zaken in deze bouwkundige eenheid betrokken zijn bij dit renovatieproject. De onroerende zaken in de bouwkundige eenheid, behoeven niet bouwkundig aan elkaar verbonden te zijn.
11.11
Huurder heeft geen recht op vermindering van de huurprijs of schadevergoeding als gevolg van het uitvoeren van de in dit artikel bedoelde dringende werkzaamheden of genoemde renovatiewerkzaamheden.
Artikel 12 Beëindiging van de huurovereenkomst 12.1
Huurder kan de huurovereenkomst door opzegging beëindigen op iedere werkdag van de maand, met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal één maand, mits deze niet
valt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, in welk geval opgezegd wordt tegen de eerst volgende werkdag erna. 12.2
Verhuurder kan de huurovereenkomst door opzegging tegen de eerste dag van een kalendermaand beëindigen. De laatste dag van de looptijd van de huurovereenkomst is dan ook de laatste dag van de daaraan voorafgaande kalendermaand.
12.3
Opzegging van de huurovereenkomst door verhuurder geschiedt met inachtneming van een termijn van tenminste drie maanden. Deze termijn wordt verlengd met één maand voor elk jaar dat huurder krachtens overeenkomst ononderbroken het gehuurde in gebruik heeft gehad, tot ten hoogste zes maanden. De opzegging door verhuurder kan slechts geschieden op grond van één of meer van de in het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden.
12.4
Ten aanzien van door de huurder tijdens de huurtijd met of zonder toestemming aangebrachte veranderingen en toevoegingen zullen bij het einde van de huur de volgende regels gelden: a. veranderingen die zonder noemenswaardige kosten ongedaan kunnen worden gemaakt, dienen bij het einde van de huur door huurder te worden verwijderd. Hieronder worden onder meer begrepen spiegels, lamellen, jaloezieën en dergelijke; b. verhuurder kan vorderen dat aangebrachte veranderingen en toevoegingen die zonder toestemming zijn aangebracht, of niet voldoen aan de voorwaarden in artikel 10, door huurder ongedaan worden gemaakt; c. huurder is verplicht om veranderingen en toevoegingen bij het einde van de huur weg te nemen indien verhuurder dit bij het verlenen van toestemming schriftelijk heeft bedongen; d. huurder is gerechtigd door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen ongedaan te maken mits hij het gehuurde terugbrengt in de staat waarin het zich overeenkomstig artikel 3.2 bij de aanvang van de huur bevond, tenzij verhuurder bij het verlenen van toestemming schriftelijk anders heeft bedongen.
12.5
Opzegging van de huurovereenkomst geschiedt bij aangetekende brief of bij deurwaardersexploot.
12.6
Huurder is verplicht, als verhuurder na het einde van de huur tot verhuur of verkoop wenst over te gaan, aan verhuurder gelegenheid te bieden om belangstellenden het gehuurde te laten bezichtigen. Desgewenst moet deze belangstellende een brief van verhuurder tonen, waarin hem een voorlopige aanbieding van het gehuurde is gedaan.
Artikel 13 Oplevering van het gehuurde door de huurder 13.1
Huurder is verplicht bij het einde van de huurovereenkomst het gehuurde, onder afgifte van alle sleutels, geheel ontruimd, schoon en minimaal in dezelfde staat waarin deze zich bevond volgens de beschrijving die door partijen bij aanvang van de huur is opgemaakt aan verhuurder terug te geven.
13.2
Huurder is verplicht veranderingen of toevoegingen die hij met toestemming van verhuurder heeft aangebracht bij het einde van de huur ongedaan te maken. Slechts wanneer verhuurder schriftelijk toestemming heeft gegeven om veranderingen of toevoegingen bij het einde van de huurovereenkomst achter te laten, mag verhuurder deze in het gehuurde achterlaten.
13.3
Verhuurder zal vóór het einde van de huurovereenkomst het gehuurde inspecteren. Huurder dient in de periode na de opzegging voor verhuurder bereikbaar te zijn en dient beschikbaar te zijn om een dergelijke inspectie te laten plaatsvinden. In een opnameformulier zal worden vastgelegd welke herstelwerkzaamheden voor het einde van de huurovereenkomst door en ten laste van huurder verricht moeten worden. Het opnameformulier wordt door zowel huurder als verhuurder ondertekend. Huurder en verhuurder ontvangen beiden een ondertekend exemplaar van het opnameformulier.
13.4
Verhuurder is bevoegd om alle door huurder bij het einde van de huurovereenkomst in het gehuurde achtergelaten zaken op kosten van huurder te verwijderen en te verkopen of te vernietigen, zonder dat op verhuurder een bewaarplicht komt te rusten en zonder dat verhuurder tot enige vergoeding verplicht is. Het in dit lid bepaalde is niet van toepassing op roerende zaken die de huurder heeft overgedragen aan de opvolgende huurder, mits verhuurder van deze overname tijdig schriftelijk op de hoogte is gesteld met behulp van een tevens door de nieuwe huurder getekend document en verhuurder zich met deze overdracht akkoord heeft verklaard.
13.5
Huurder is aansprakelijk voor de schade die verhuurder lijdt wanneer huurder het gehuurde niet tijdig aan verhuurder oplevert. Tot deze schade behoort mede de huurderving, te rekenen over de periode vanaf het einde van de huurovereenkomst tot het moment waarop het gehuurde in goede staat aan verhuurder ter beschikking staat.
Artikel 14 Boete 14.1
Indien huurder enige bepaling uit de wet, de huurovereenkomst, dan wel deze algemene huurvoorwaarden overtreedt, is huurder verplicht ten behoeve van verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete te betalen van € 125,= per kalenderdag dat de overtreding voortduurt, onverminderd de verplichting van huurder om alsnog overeenkomstig deze algemene huurvoorwaarden te handelen en onverminderd verhuurders overige rechten op schadevergoeding, nakoming, ontbinding of anderszins.
14.2
Telkens daar waar in deze algemene bepalingen vermeld is dat huurder een boete verbeurt per kalenderdag, geldt elk ingetreden dag als een volledige dag.
Artikel 15 Overige bepalingen 15.1
Indien enige bepaling uit de huurovereenkomst of deze algemene huurvoorwaarden nietig dan wel vernietigbaar is, dan laat dit de geldigheid van de overige bepalingen onverlet. In plaat van het vernietigde of de nietige bepaling geldt alsdan als overeengekomen hetgeen op wettelijk toelaatbare wijze het dichtst komst bij hetgeen partijen zouden zijn overeengekomen indien zij de nietigheid of vernietigbaarheid zouden hebben gekend.
15.2
Huurder verleent door het ondertekenen van de huurovereenkomst toestemming aan verhuurder om persoonsgegevens van huurder in een eigen bestand op te nemen en te verwerken.
15.3
Alle verzoeken tot toestemming aan verhuurder, van welke aard ook, dienen schriftelijk gedaan te worden door huurder. Verhuurder wordt alleen dan geacht toestemming te hebben verleend als deze toestemming schriftelijk is gegeven.
15.4
Indien het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst in appartementsrechten, is de huurder verplicht de uit de splitsingsakte, statuten en actuele reglementen voortvloeiende voorschriften omtrent het gebruik in acht te nemen. Versie 1 januari 2014
Woningbouwstichting Cothen C.B. Kentiestraat 13a 3945 CB Cothen Postbus 12 3945 ZG Cothen T 0343 – 563111 F 0343 – 561828 www.wscothen.nl