Algemene voorwaarden, behorende bij de Onderwijsovereenkomst ROC Rivor Artikel 1
Begrippen
OOK BPVO WEB BOL BBL De instelling De student De organisatie Artikel 2
Onderwijsovereenkomst Beroepspraktijkvormingsovereenkomst Wet Educatie en Beroepsonderwijs Beroepsopleidende leerweg Beroepsbegeleidende leerweg ROC Rivor Degene die zich voor een opleiding heeft ingeschreven. Het bedrijf / instelling die de beroepspraktijkvorming van de student verzorgt.
Beroepspraktijkvorming
Onderdeel van de opleiding vormt de beroepspraktijkvorming. Afspraken over de beroepspraktijkvorming worden neergelegd in (een) aparte praktijkovereenkomst(en) tussen de instelling, de student, en het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt. Artikel 3
Inhoud, inrichting en duur van de opleiding en examenvoorzieningen
De student heeft voor informatie over de inhoud, inrichting en duur van de opleiding en over de examenvoorzieningen kennis genomen van de studiewijzer van de instelling. Deze zijn beschikbaar via de mentor, de website www.rocrivor.nl of via de digitale leeromgeving. Artikel 4
Tijdvakken en locaties
1. De instelling maakt het rooster en de locaties tijdig voor, dan wel aan het begin van de opleiding aan de student bekend. 2. De student is verplicht de desbetreffende opleidingsactiviteiten volgens het voor hem / haar geldende rooster te volgen. 3. De instelling behoudt zich het recht voor het rooster en de locaties om organisatorische en / of onderwijsinhoudelijke redenen te wijzigen. 4. De instelling geeft wijzigingen van het rooster en / of de locaties zo tijdig mogelijk aan de student door. 5. De student dient tijdig, dat wil zeggen voor aanvang van de desbetreffende opleidingsactiviteit, in de daartoe aangewezen locatie aanwezig te zijn. Artikel 5
Inrichting van de opleiding
De instelling richt de opleiding zodanig in dat de student redelijkerwijs in staat geacht moet worden de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. Artikel 6
Studiebegeleiding, studie- en beroepskeuzevoorlichting
1. De instelling voorziet in een passende studiebegeleiding, daaronder begrepen een zonodig regelmatige advisering over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding. Het studieadvies wordt, indien van toepassing, op daartoe geëigende momenten aan de student bekend gemaakt. Indien naar het oordeel van de instelling het studieadvies afwijkt van de inzichten van de student, zal het advies ook schriftelijk worden verstrekt. 2. Teneinde de kans te vergroten de kerntaken en werkprocessen van de opleiding waarop de Onderwijsovereenkomst van toepassing is binnen de daarvoor in de Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014
studiewijzer gestelde periode te behalen neemt de student - indien van toepassing deel aan de volgende ondersteunende activiteiten: - Themadagen /- dagdelen, herkansingslessen, excursies, studievaardigheidstrainingen, faalangst reductietrainingen e.d. 3. Over deze ondersteunende activiteiten worden tijdens de looptijd van de overeenkomst nadere afspraken gemaakt. 4. De instelling draagt zorg voor studie - en beroepskeuzevoorlichting; de student wordt geacht van deze voorlichting kennis te nemen. Artikel 7 Passend onderwijs 1. Indien van toepassing worden voor individuele studenten aanvullende afspraken gemaakt over extra begeleiding in het kader van de Wet Passend Onderwijs. Afspraken over de ondersteuning worden in principe voor aanvang van de opleiding gemaakt, maar kunnen ook tijdens de looptijd van deze onderwijsovereenkomst worden gemaakt of worden aangepast. De nadere invulling van deze afspraken wordt in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst neergelegd. Deze maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze onderwijsovereenkomst. 2. De student levert de instelling de benodigde informatie over de (mogelijke) extra ondersteuningsbehoefte zodat de instelling deze ondersteuning kan bieden. Wanneer blijkt dat de student deze informatie verzwijgt, wordt de extra ondersteuning ook niet opgenomen in (de bijlage bij) de onderwijsovereenkomst. De instelling hoeft de noodzakelijke ondersteuning dan ook niet te leveren. Als tijdens de opleiding blijkt dat de student een ondersteuningsbehoefte heeft, zal de instelling hier zoveel mogelijk alsnog aan tegemoet komen. Artikel 8
Uitval van opleidingsactiviteiten
1. De instelling is gehouden uitval van opleidingsactiviteiten naar beste vermogen te voorkomen. 2. Niet genoten opleidingsactiviteiten als gevolg van uitval, worden indien mogelijk op een ander tijdstip - dat zo mogelijk in overleg met de student wordt vastgesteld - door de instelling aangeboden. 3. De uitval van opleidingsactiviteiten als ook het opnieuw aanbieden daarvan worden zo spoedig mogelijk aan de studenten bekend gemaakt. Artikel 9
Controle op (langdurige) afwezigheid
De student wordt geacht aanwezig te zijn tijdens ingeroosterde opleidingsactiviteiten. Verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4 opeenvolgende lesweken voor studenten waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is, wordt onverwijld gemeld (uiterlijk binnen vijf werkdagen), via het verzuimloket van DUO, aan de leerplichtambtenaar. (Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a Leerplichtwet 1969). 3. Verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van 1 maand voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie, wordt onverwijld gemeld (uiterlijk binnen vijf werkdagen), via het verzuimloket van DUO, aan het RMC. (Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)). 4. Voor studenten geldt dat na de eerste 16 uur ongeoorloofde afwezigheid een vervolgmelding gedaan wordt zodra er binnen een periode van vier weken wederom 16 uur ongeoorloofd verzuim is opgebouwd. Vervolgmeldingen vinden plaats (uiterlijk binnen 5 dagen) via het verzuimloket van DUO, aan de leerplichtambtenaar. 5. Voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie wordt na de eerste melding bij iedere volgende maand volledige afwezigheid een vervolgmelding gedaan (uiterlijk binnen 5 dagen) via het verzuimloket van DUO, aan het RMC. 1. 2.
Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014
Voor elke student aan het beroepsonderwijs die gebruik maakt van studiefinanciering of een tegemoetkoming ontvangt in de onderwijsbijdrage en schoolkosten, wordt conform artikel 8.1.7. van de WEB1 vastgesteld of deze gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vier weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen. De school onderzoekt vervolgens de reden van afwezigheid, maakt melding bij DUO en informeert de student over mogelijke financiële consequenties. 7. Meer informatie met betrekking tot aan- en afwezigheid is te vinden in de studiewijzer. 6.
Artikel 10
Aanbiedingsverplichting examen (onderdelen)
De instelling verplicht zich het examen, dan wel de toetsen voor de onderdelen van het examen, behorende bij hetgeen conform de Onderwijsovereenkomst is afgesproken, aan te bieden. Artikel 11
Inspanningsverplichting student
De student is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. In het bijzonder is de student gehouden daadwerkelijk aan de opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem / haar gevergd kan worden. Het uitoefenen van een betaalde functie (BOL) of een nevenfunctie (BBL) alsmede het toepassen van artikel 8 (uitval van opleidingsactiviteiten) tweede en derde lid is geen zwaarwichtige reden in het kader van dit artikel. Artikel 12
Consequenties verbonden aan studieadvies
1. De student is gehouden het studieadvies van de instelling serieus te nemen. 2. De student kan in afwijking van een negatief studieadvies, schriftelijk te kennen geven de opleiding niettemin te willen vervolgen. In dat geval kan de student geen aanspraak maken op structurele extra ondersteuning van de instelling. Wanneer binnen een redelijke termijn de student vervolgens tijdens de voortzetting van de studie niet in staat blijkt het overeengekomen opleidingstraject binnen de gestelde termijn met succes af te ronden wordt het studieadvies omgezet in een bindend studieadvies. In dit geval wordt de onderhavige onderwijsovereenkomst geacht te zijn geëindigd. 3. Voor studenten aan entree-onderwijs wordt naar aanleiding van de inspanningsverplichting uit artikel 11 na maximaal 4 maanden een bindend studieadvies opgesteld, waar de student in uitzondering op het tweede lid niet van af kan wijken. Artikel 13
Verplichting afleggen examen (onderdelen)
De student verplicht zich tot het afleggen van het examen dan wel de toetsen voor de examenonderdelen, behorende bij hetgeen in de Onderwijsovereenkomst is afgesproken.
1
Artikel 8.1.7, eerste lid van de WEB luidt: Het bevoegd gezag stelt van iedere aan de instelling ingeschreven deelnemer die valt onder de werking van de Wet studiefinanciering 2000 of van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, vast, of deze deelnemer gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 5 weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen. In afwijking van de vorige volzin kan Onze Minister bepalen dat voor soorten van onderwijs als bedoeld in deze wet, de in die volzin bedoelde vaststelling wordt gedaan indien een ingeschreven student in een of meer vakken niet aan het onderwijs heeft deelgenomen. Onder afwezigheid met geldige reden wordt verstaan afwezigheid wegens ziekte van de student, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts, en afwezigheid wegens bijzondere familieomstandigheden.
Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014
Artikel 14 Afwezigheid student 1. De student wordt geacht aanwezig te zijn tijdens ingeroosterde opleidingsactiviteiten. 2. Indien de student anders dan wegens ziekte verhinderd is aan een ingeroosterde opleidingsactiviteit deel te nemen dient hij / zij tijdig voor de desbetreffende opleidingsactiviteit de mentor of studieloopbaanbegeleider van de opleiding, of een door deze daartoe aangewezen persoon, onder opgave van redenen te verzoeken verlof te verlenen. Meer informatie is opgenomen in de studiewijzer. 3. Het verlof wordt slechts verleend indien de aanwezigheid van de student, gelet op de opgegeven redenen, in redelijkheid niet van de student kan worden verlangd. 4. De student die studiefinanciering ontvangt heeft kennisgenomen van de procedure voor controle op (langdurige) afwezigheid en de mogelijke consequenties daarvan. (Zie ook het artikel 9 (controle op (langdurige) afwezigheid)) 5. De student op wie de Leerplichtwet van toepassing is heeft kennisgenomen van de controle op afwezigheid en de consequenties daarvan. (Zie ook het artikel 9 (controle op (langdurige) afwezigheid)) 6. De student die verlof gekregen heeft, heeft de inspanningsverplichting tot het inhalen van de onderwijsactiviteiten waaraan niet deelgenomen is, tenzij anders is overeengekomen. 7. In de studiewijzer zijn nadere regels gesteld met betrekking tot aan- en afwezigheid. Artikel 15
Afwezigheid student wegens ziekte
1. De student wordt geacht aanwezig te zijn tijdens ingeroosterde opleidingsactiviteiten. 2. Indien de student wegens ziekte verhinderd is opleidingsactiviteiten te volgen, dient hij / zij dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk op de ziektedag op een nader vast te stellen tijdstip aan de instelling, op de aangegeven wijze, te melden. Als de student jonger van achttien jaar is, dient de ouder / verzorger de ziekmelding te doen. 3. Bij herhaalde ziekmelding of langdurige ziekte kan de instelling van de student verlangen een bewijs van een arts te overleggen, inhoudende dat hij / zij wegens ziekte niet in de gelegenheid was het onderwijs te volgen. 4. Bij herhaalde ziekmelding of langdurige ziekte kunnen de instelling en de student op basis van gezamenlijk overleg en een gezamenlijke inspanning een inhaaltraject overeenkomen. Artikel 16
Kosten opleiding
1. Aan het volgen van de opleiding zijn voor de student kosten verbonden: a. de wettelijk vastgestelde les – en / of cursusgelden; b. kosten t.b.v. boeken, leermiddelen, excursies i.h.k.v. de opleiding, etc.; c. kosten voor extra faciliteiten, zoals excursies, welke niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding en het behalen van een diploma. De student is niet verplicht deze kosten te betalen, maar zal alleen voor deelname in aanmerking komen na betaling. 2. De student ontvangt tevens een factuur voor een vrijwillige bijdrage die ten goede komt aan algemene activiteiten binnen ROC Rivor, zoals de diplomeringen. De student is niet verplicht deze te betalen. 3. In de studiewijzer of in een brief worden de kosten per opleiding gespecificeerd. 4. De kosten dienen te zijn voldaan binnen vier weken na ontvangst van de rekening. 5. In voorkomende gevallen machtigt de student de in de praktijkovereenkomst genoemde derde om het wettelijk verschuldigde cursusgeld te voldoen. 6. In voorkomende gevallen kan alleen de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen tot terugbetaling van lesgeld besluiten (http://www.duo.nl/particulieren/studiefinanciering/sfmbo/studiefinanciering_voor_het_ mbo.asp). Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014
7. In voorkomende gevallen kan ROC Rivor cursusgeld terugbetalen indien de wet dit regelt of daarover een afspraak wordt gemaakt, die de wet toelaat: - na het behalen van het diploma van de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven, naar rato van het aantal resterende maanden van het lopende schooljaar. - wegens overlijden of ernstige ziekte van de cursist, ter beoordeling van het bevoegd gezag. Het cursusgeld wordt verminderd met een twaalfde gedeelte voor iedere nog in het cursusjaar nog te verstrijken maanden. Terugbetaling vindt alleen plaats na goedkeuring van de directeur opleidingen. Artikel 17
Algemene verplichtingen inzake gedragingen
De student is verplicht zich te onthouden van gedragingen die de goede gang van zaken in de instelling verstoren. Artikel 18
Instellingsvoorschriften
De student houdt zich in de gebouwen van de instelling en de daaraan verbonden terreinen aan de voorschriften die voor de instelling gelden, zoals onder andere opgenomen in de Gedragscode van ROC Rivor, die te raadplegen is op de website www.rocrivor.nl. Artikel 19
Informatieplicht
1. Zowel ROC Rivor, de student als de ouders/verzorgers, die de overeenkomst ondertekenen hebben een informatieplicht. 2. ROC Rivor informeert de ouders/verzorgers regelmatig over de studievoortgang van hun zoon/dochter. Dit gebeurt niet (meer) indien de student 18 jaar of ouder is en de student schriftelijk aan de directeur van de opleiding heeft laten weten dit niet op prijs te stellen. 3. ROC Rivor verwacht van de ouders/verzorgers een actief belangstellende houding in het belang van hun kind. Zij worden geacht contact te onderhouden met de begeleiders van hun zoon/dochter en deel te nemen aan de door ROC Rivor georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten. Artikel 20
Verwijdering student uit opleidingsactiviteit
Een personeelslid van de instelling kan de student (tijdelijk) uit de opleidingsactiviteit verwijderen indien deze een opleidingsactiviteit naar zijn / haar oordeel verstoort. De studiewijzer geeft hier meer informatie over. Artikel 21
Schorsing student
1. De instelling kan de student gedurende een periode van maximaal vijf werkdagen bij dringende reden met onmiddellijke ingang schorsen. 2. De instelling kan de in het eerste lid genoemde termijn éénmaal met maximaal vijf werkdagen verlengen, indien daartoe aanleiding bestaat. 3. De schorsing kan (mondeling dan wel) schriftelijk geschieden. Een mondelinge schorsing wordt altijd schriftelijk bevestigd. 4. Schriftelijke schorsing geschiedt gemotiveerd bij aangetekend schrijven onder vermelding van de duur van de schorsing, de datum van aanvang en beëindiging daarvan.
Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014
Artikel 22
Verwijdering student van instelling
De student kan - voor de student waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is met in achtneming van het gestelde in de WEB, artikel 8.1.3., vijfde en zesde lid - van de instelling worden verwijderd, indien hij / zij: a. met regelmaat de voorschriften van de instelling overtreedt, nadat hij / zij reeds schriftelijk is gewaarschuwd en is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn / haar handelen of nalaten; b. zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag; c. de Onderwijsovereenkomst of de beroepspraktijkvormingsovereenkomst inclusief bijlagen, zoals een kopie van een geldig identiteitsbewijs, niet correct ondertekend terugstuurt aan ROC Rivor binnen tien werkdagen na versturing van de documenten. Artikel 23
Procedure verwijdering student
1. Het voornemen tot definitieve verwijdering wordt door de instelling aan de student gemotiveerd bij aangetekend schrijven meegedeeld, met in achtneming van het gestelde in de WEB, artikel 8.1.3.,vijfde2 en zesde3 lid voor studenten waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. 2. De student wordt in de gelegenheid gesteld binnen vijf werkdagen na dagtekening van het voornemen tot definitieve verwijdering zijn / haar reactie daarop schriftelijk aan de instelling kenbaar te maken. De student kan zich laten bijstaan door een raadsman. 3. Binnen tien werkdagen na dagtekening van het voornemen tot definitieve verwijdering verzendt de instelling gemotiveerd bij aangetekend schrijven haar besluit. Tevens deelt de instelling in dit schrijven mee dat de student bij het College van Bestuur van de instelling in beroep kan gaan en binnen welke termijn dit dient te geschieden. 4. De instelling kan de student gedurende de procedure tot verwijdering van de student de toegang tot de instelling ontzeggen. Artikel 24
Einde onderwijsovereenkomst
1. De Onderwijsovereenkomst, en daarmee de inschrijving van de student, eindigt: a. doordat de student de opleiding met een diploma dan wel certifica(a)t(en) van de instelling heeft afgerond; b. indien de student de instelling, op eigen initiatief, kennelijk definitief heeft verlaten. Het niet reageren op een herhaalde schriftelijke oproep van de instelling wordt beschouwd als ‘op eigen initiatief verlaten van de instelling’. Het aldus eindigen van de overeenkomst laat onverlet de verplichting van de student de in het artikel kosten opleiding genoemde kosten geheel te voldoen; c. indien de student van een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg, geen praktijkovereenkomst met een organisatie die de beroepspraktijkvorming kan verzorgen en de instelling heeft gesloten. Het aldus eindigen van de overeenkomst laat onverlet de verplichting van de student de in het artikel kosten opleiding genoemde kosten geheel te voldoen. d. door de definitieve verwijdering van de student als bedoeld in artikel 21 (verwijdering student van instelling). Het aldus eindigen van de overeenkomst laat onverlet de 2
Artikel 8.1.3, vijfde lid WEB luidt als volgt: Definitieve verwijdering van een deelnemer waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is, vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen dat een andere instelling, een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, dan wel een instelling als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Leerplichtwet 1969 bereid is de deelnemer toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een zodanige instelling of school waarnaar kan worden verwezen, kan in afwijking van de eerste volzin tot definitieve verwijdering worden overgegaan. 3 Artikel 8.1.3, zesde lid WEB luidt als volgt: Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op examendeelnemers als bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid. Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014
e. f. g. h.
2.
verplichting van de student de in het artikel kosten opleiding genoemde kosten geheel te voldoen; met wederzijds goedvinden van de student en de instelling, nadat dit door beiden schriftelijk is bevestigd; door het overlijden van de student; in geval het gestelde in artikel 11, tweede lid (consequenties verbonden aan studieadvies), van toepassing is; in het geval de instelling door aantoonbare overmacht niet langer in staat is de opleiding aan te bieden zal de instelling zich moeite getroosten de betrokken cursist elders de opleiding te laten voltooien. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, kunnen wettelijk vastgestelde les- en / of cursusgelden uitsluitend op schriftelijk verzoek worden terugbetaald volgens het gesteld in artikel 15. Aan het einde van de onderwijsovereenkomst zijn consequenties voor de studiefinanciering verbonden.
Artikel 25
Nieuwe onderwijsovereenkomst
Indien de student niet binnen de gestelde tijdsduur als vermeld in de studiewijzer, de opleiding met succes blijkt te (hebben) kunnen afronden, ondanks maximale inspanningen van beide partijen, kunnen de student en de instelling een nieuw opleidingstraject overeenkomen. Daartoe wordt opnieuw een Onderwijsovereenkomst aangegaan. Artikel 26
Aansprakelijkheid instelling
1. De aansprakelijkheid van de instelling voortvloeiende uit het verwijtbaar niet nakomen of niet behoorlijk nakomen van deze overeenkomst is beperkt tot een bedrag van € 45,00 cursusjaar. 2. De instelling is niet aansprakelijk voor schade die de student lijdt indien hij / zij met toepassing van de artikelen 21 en 22 “verwijdering student” definitief van de instelling wordt verwijderd. De student heeft alsdan geen recht op terugbetaling van door hem / haar reeds betaalde kosten als bedoeld in het artikel kosten opleiding. 3. Behoudens opzet en grove schuld is de instelling niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en / of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de student. Artikel 27
Inwerkingtreding onderwijsovereenkomst
1. De student retourneert de ontvangen Onderwijsovereenkomst binnen 10 werkdagen aan ROC Rivor. De Onderwijsovereenkomst treedt vijf werkdagen na ondertekening in werking. 2. Gedurende deze periode van vijf werkdagen is de student in de gelegenheid de Onderwijsovereenkomst en de daarbij behorende Algemene Voorwaarden te bestuderen en eenzijdig op te zeggen zonder aansprakelijk gesteld te kunnen worden. De opzegging geschiedt schriftelijk en dient gericht te worden aan het College van Bestuur. 3. De instelling verplicht zich om de student uitdrukkelijk te wijzen op de inhoud van het vorige lid alvorens de Onderwijsovereenkomst te laten ondertekenen door de student dan wel zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger. Artikel 28
Slotbepaling
1. In de gevallen waarin de Onderwijsovereenkomst en bijbehorende Algemene Voorwaarden niet voorzien beslist de instelling na overleg met de student.
Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014
2. Geschillen voortvloeiend uit de Onderwijsovereenkomst worden voorgelegd aan de bevoegde rechter. 3. Op deze overeenkomst is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
Tenslotte verklaren de student en in voorkomend geval zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger dat hij / zij de documenten waarnaar in de Onderwijsovereenkomst en Algemene Voorwaarden wordt verwezen en / of die als bijvoegsel aan de Onderwijsovereenkomst zijn toegevoegd heeft ontvangen en / of daarvan heeft kennis genomen.
Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst 2014