De functieknoppen Instellingen
Algemene Instellingen Hier kunnen de algemene instellingen van de Tacx Trainer software worden aangepast.
Maak je keuze in het vinkvakje achter de knop. Rechts op het scherm zie je een korte beschrijving van de functie. Aangepaste instellingen worden pas doorgevoerd na Opslaan.
Interface type
Updates detecteren
Tijdens de installatie heb je het type trainer al aangegeven. Dit type wordt automatisch doorgevoerd in de software. Mocht je gebruik willen maken van een ander type trainer dan dien je dat hier aan te passen via de vinkvakjes. Het spreekt voor zich dat er maar 1 type trainer tegelijk ingesteld kan worden. Zoekt automatisch naar beschikbare updates. Beschikbare updates worden getoond op het introscherm (bij Aangesloten apparaten en Tacx Trainer software versie XX).
News by Tacx
Toont laatste nieuwsbrief in het introscherm
Taal
Verandert de taalkeuze
Eenheden
Verandert afstand, gewicht, energie en temperatuur
Grafieken
Verandert de lijndikte (keuze uit 5 diktes) van de grafieken van de Analyser en tijdens het fietsen in de Catalyst. Ook kan de schaduw van de lijn aan of uitgezet worden.
Grafieken lijndikte Grafieken schaduw Hartslag weergave
Hiermee verander je de lijndikte van de grafieken in stand 1 t/m 5. Waarbij 1 een dunne lijn is en 5 een dikke lijn. Hiermee zet je de lijnschaduw van de grafiek aan of uit. Keuze tussen weergeven werkelijke hartslagwaarde of het percentage ten opzichte van je maximale hartslag die op je gebruikersprofiel is ingesteld. Deze instelling wordt door de gehele Tacx Trainer software doorgevoerd.
-1-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
Trainingsinstellingen In dit scherm pas je de instellingen voor de training aan.
Geluid
Aan of uit.
Countdown
Aftellen voor het startsein. Tijd instelbaar op 5, 10, 15 of 20 seconden.
Catalyst 3D
Wanneer je in hellingshoek of afstand traint in de Catalyst wordt het programma in 3D omgezet. Alle renners zijn dan zichtbaar op een virtuele weg. Bij deze functie kun je niet sturen.
Positie weergave
Onderlinge positie van de renners in tijd of afstand.
Infobox
Bij Aan verschijnt tijdens het fietsen een pop-up met extra informatie over wat je onderweg tegenkomt. Infoboxen kun je ook zelf maken tijdens het instellen van een nieuw trainingsprogramma.
Helptekst
Bij Aan verschijnen op diverse plekken in de software tekst met uitleg.
-2-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
Google Earth instellingen Functie werkt alleen als je computer is aangesloten op het internet. Hiermee bepaal je of de Tacx Trainer software Google Earth zal gebruiken om trainingen die gebruiken maken van gpsdata weer te geven. Als deze functie uitgeschakeld is wordt een vereenvoudigde weergave van het parkoers getoond.
Google Earth
Aan of uit
Wegen
Aan of uit
Grenzen en plaatsnamen
Aan of uit
Fotorealistische gebouwen Aan of uit Grijze gebouwen
Aan of uit
Toon fietser
3D of stip (bij minder geavanceerde PC's).
Toon namen van renners
Aan of uit
-3-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
VR instellingen Deze instellingen zijn alleen van betrekking wanneer je in de virtuele werelden fietst.
Botsingen
Aan of uit. Wanneer je tegen een opponent of obstakel in het terrein botst, zal je bij Aan vallen. Om weer verder te kunnen fietsen, zal de snelheid 0 km/u moeten zijn. Bij Uit rijd je tegen het obstakel aan zonder te vallen. De remwerking wordt als waarschuwing maximaal gezet.
Gids
Kies voor fietsen met of zonder gids (aan/uit). De gids geeft het te volgen parkoers aan.
Stuur
Activeert het VR Stuurframe.
Slipstream
Geeft een visuele voorstelling van de wind van de renner vlak voor jou. Op tragere systemen kun je de slipstream het beste uitschakelen.
3D Instellingen
Keuze uit Automatisch of geavanceerd.
3D instellingen - geavanceerd Wanneer het systeem niet optimaal werkt tijdens het fietsen in de virtuele werelden dan kun je bij geavanceerd de instellingen aanpassen.
Scherm resolutie
Kleur diepte
Beschrijft het aantal gebruikte pixels op het beeldscherm. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de kwaliteit van de getoonde beelden. Deze parameter is afhankelijk van welke resoluties het beeldscherm aankan. De kleur diepte beschrijft het aantal kleuren dat getoond op het beeldscherm kan worden. 16 bit mode heeft 65.536 kleuren en 32 bit heeft 16,8 miljoen kleuren. De parameter is afhankelijk van het beeldscherm en de geselecteerde resolutie. -4-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
Schaduw
Texture kwaliteit
Texture filter
Aan of uit.Als de schaduw van de renner Aan staat dan wordt er een uitgesproken schaduw op het wegdek zichtbaar. Op tragere systemen kun je de schaduwen het beste uitschakelen. Keuze uit low, medium of high. Texturen zijn de illustraties die op de 3D objecten worden getekend. Hoe hoger de kwaliteit van de texturen, hoe realistischer de weergave van de wereld. De kwaliteit van de texturen is vooral zichtbaar wanneer je dichtbij een object bent. Keuze uit bilinear, anisotropisch laag of anisotropisch hoog. De texture filter berekent de beeldpunten die op het scherm worden getoond. Bi-lineair neemt gemiddelde waardes van de textuur zodat deze niet blokkig tonen. Bij Anisotropisch lijkt de texture minder wazig en behoudt meer de details. Anisotropische filtering (laag of hoog) is echter zeer rekenintensief en is enkel aan te raden op snelle systemen.
MultiSampling Keuze uit aan of uit. Wanneer multisampling Uit staat dan vertonen alle objecten scherpe, blokkige randen. Bij Aan lijken de randen van de objecten vloeiender. Hoe meer samples, hoe vloeiender het resultaat. Multisampling is heel rekenintensief voor de grafische kaart. Object dichtheid Met deze functie worden sommige objecten dynamische geplaatst tijdens het laden van het terrein. Wanneer je tijdens het fietsen schokkerige beelden ervaart kun je de instelling object dichtheid lager plaatsen. Stand 10 is de hoogste stand. Hoe bepaal ik het gemiddelde framerate? Het belangrijkste doel van deze functie is om het beeld te verbeteren in situaties waarin het gemiddelde framerate te laag is. Een lage framerate resulteert in een schokkerig beeld en een niet soepele weergave van de applicatie. Druk op de F8 toets op het toetsenbord, tijdens het fietsen in het VR terrein. Nu wordt een gele tekst linksboven in het beeld weergegeven, namelijk een getal gevolgd door de afkorting "fps" (Frames Per Second). Wanneer er bijvoorbeeld staat "25 fps", betekent dit dat het beeld 25 maal per seconde wordt ververst. Hoe hoger de fps, des te soepeler het beeld is en de berekening van de positie van de renner en de opponenten. De fps wordt bepaald door het aantal objecten dat op weergegeven wordt, dat betekent dat de fps hoger is naarmate er minder opponenten, huizen, bomen etc. in beeld zijn. Gebruik van de Object dichtheid instelling Er zijn 3 voorgeprogrammeerde instellingen welke zijn geselecteerd wanneer je gebruik maakt van één van de 3 instellingen (low, medium, high) bij 3D instellingen. Wanneer je gebruik maakt van de custom instelling, kun je deze instelling handmatig bepalen. Begin met de hoogst mogelijke instelling (10). Start de VR en fiets een aantal minuten terwijl de framerate wordt weergegeven. Als de gemiddelde fps boven de 20 blijft, is de grafische kaart goed genoeg om het maximum aantal objecten weer te geven. Als de gemiddelde fps lager is dan 20 gedurende het grootste deel van de tijd, zal je een schokkerig beeld ervaren en gaat het sturen niet soepel. Verander dan de instelling van 10 naar 5, en fiets opnieuw een aantal meter. Je zult zien dat er nu minder bomen, rotsen, bosjes en gras wordt weergegeven. Dit zou moeten resulteren in een hogere framerate. Voor een optimale weergave kun je een aantal verschillende instellingen proberen. Bij de instelling "0" worden er vrijwel geen dynamische objecten weergegeven.
-5-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
Remkalibratie De nauwkeurigheid van de vermogensweergave hangt onder andere af van de aandrukkracht van de rol tegen de band, de bandenspanning, wisselende magneetkrachten en verschil in netspanning. Om een goede vermogensmeting te garanderen kalibreer je de rem. Voor het optimaal kalibreren raden we aan minimaal 3 minuten te fietsen zodat de rem opgewarmd is.
Kalibratie Fortius motorrrem Na indrukken van de knop Kalibratie verschijnt een nieuw scherm. Klik op Start kalibratie en geef 1 pedaaltred zodat het wiel gaat draaien; de rem berekent automatisch de juiste kalibratiewaarde. Je mag absoluut niet fietsen of remmen tijdens de kalibratie. Na afloop komt linksboven in het beeldscherm de kalibratiewaarde te staan. Deze moet tussen 10 en 15 liggen. Klik op Reset wanneer het niet helemaal goed is gelukt en begin opnieuw. Kalibratie i-Magic electrorem Klik op Start kalibratie en ga fietsen met een snelheid hoger dan 30 km/u tot de melding Stop met fietsen verschijnt. Op het moment dat je stopt wordt de vertraging van het achterwiel gemeten en verschijnt op het beeldscherm de nieuwe kalibratiewaarde. Deze moet tussen -3 en +3 liggen. Klik op Reset wanneer het niet helemaal goed is gelukt en begin opnieuw.
Stuur ijken Het VR stuurframe gebruik je vooral in de Virtual Reality terreinen en in de films voor VR trainers. Om afwijkingen te voorkomen is het van belang het stuur te ijken voordat je met de training begint.
Klik op Stuur ijken en volg de instructies op het scherm. De werking is correct wanneer het witte pijltje in het midden staat. Herhaal de handeling wanneer het niet meteen lukt. Mochten er toch nog problemen zijn, neem dan contact op met het Tacx Service Centre via www.tacx.com > service
-6-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
Schaalfactor Via deze knop corrigeer je de vermogensweergave in de Tacx Trainer software wanneer deze waarde ongelijk is aan die van een externe vermogensmeter.
Als je start met fietsen verschijnt het vermogen in Watt dat bij de huidige schaalfactor hoort, bovenin het scherm. Wanneer je beschikt over een externe vermogensmeter kun je deze waardes vergelijken. Via Pijltje omhoog of Pijltje omlaag pas je de schaalfactor tussen 80 t/m 120 totdat de vermogensweergave gelijk getrokken is.
Back-up en Herstellen Hiermee maak je een kopie van alle trainingen en instellingen in de Tacx Trainer software.
Klik op Back-up, en kies in het Browse scherm de locatie waar je het bestand wilt plaatsen. Met de knop Herstellen wordt de Backup teruggeplaatst.
-7-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
Bushido / Vortex Deze knop verschijnt alleen wanneer je bij de Algemene Instellingen de knop Bushido of Vortex hebt geselecteerd bij Interface type. Met de Upgrade PC Bushido/Vortex koppel je de ergotrainer draadloos met de PC en kun je gebruik maken van de Tacx Trainer software en z'n ongekende mogelijkheden. Er zijn een aantal belangrijke punten die uitgevoerd moeten worden voor een correcte werking.
Bij de eerste keer gebruik zal bij Aangesloten apparaten op dit scherm en op het intro scherm een rood kruis in de afbeelding van de stuurcomputer verschijnen. Als er al eerder een Bushido of Vortex gekoppeld is geweest dan zie je serienummer en naam van deze trainer in de lijst onderaan staan. Nieuwe Bushido zoeken We raden aan om voordat de Bushido of Vortex aan de PC gekoppeld wordt eerst de rem met de stuurcomputer te koppelen in de stand alone situatie. Zie de instructies in de handleiding van de trainer. Als de stuurcomputer eenmaal is verbonden met de PC, is koppelen met de rem niet meer mogelijk. Plaats de ergotrainer in de buurt van de PC, de afstand mag niet groter zijn dan 10 meter. Zet de Bushido of Vortex stuurcomputer aan, plaats de USB-ANT stick in de PC en activeer de knop Nieuwe Bushido of Vortex zoeken op het beeldscherm. Een pop-up verschijnt met de tekst Nieuwe Bushido of Vortex gevonden. Bij de eerste keer gebruik van de software zal het zoeken automatisch starten. De PC heeft een Bushido of Vortex gevonden. In de pop-up staan relevante gegevens vermeld. Bekijk of het serienummer overeenkomt met het nummer op de achterkant van de stuurcomputer. Typ een naam in het invulvak en klik op Opslaan. Deze Bushido of Vortex computer wordt opgeslagen in de PC en de getypte naam verschijnt in de lijst. Op het display van de stuurcomputer van de Bushido staat de tekst PC Connectie en bij de Vortex is onderin het display het symbool van de connectie opgelicht. Vanaf dit moment kun je de software met de toetsen van de stuurcomputer bedienen.
-8-
4 december 2010
De functieknoppen Instellingen
In tegenstelling tot de VR trainers zijn een aantal functies niet werkzaam vanuit de Tacx Trainer software als de Bushido of Vortex is gekoppeld. Het betreft het Kalibreren van de rem, Stuur ijken en Instellen van de schaalfactor. Deze functies kunnen alleen worden geactiveerd als de stuurcomputer stand alone wordt gebruikt. Loskoppelen Wanneer je de Tacx Trainer software afsluit is de verbinding verbroken. Deze knop gebruik je als je de Bushido of Vortex wilt loskoppelen (om stand alone te fietsen) en de PC aan wilt laten staan. Tijdens het loskoppelen verschijnt een pop-up
Verbinden Selecteer de Bushido of Vortex (naam en serienummer) in de keuzelijst. Klik op Verbinden en de software zoekt de geselecteerde ergotrainer in de ruimte. Let op dat de stuurcomputer die je wilt koppelen aan staat en de afstand tussen de PC en de trainer niet te groot is. Verwijderen
Verwijdert geselecteerde Bushido of Vortex uit de keuzelijst
Hernoemen
Nieuwe naam
-9-
4 december 2010