Algemene huurvoorwaarden Waardwonen Artikel 1.
Algemeen 1. Deze algemene huurvoorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten van huur en verhuur met betrekking tot zelfstandige woonruimte (woonruimte met een eigen toegang en waarbij alle wezenlijke voorzieningen zich achter de eigen toegang bevinden), die verhuurder in het kader van zijn bedrijfsuitoefening aangaat, waarin deze algemene huurvoorwaarden van toepassing zijn verklaard. 2. De in de aanhef van de overeenkomst genoemde huurders hebben elk een zelfstandig en volledig recht van huur dat zij gelijktijdig en met eerbiediging van elkaars rechten uitoefenen. 3. Het gehuurde omvat mede leidingen, kabels, buizen en rioleringen die zich in, aan of bij het gehuurde of bij het gehuurde behorende grond bevinden. 4. De huurprijs en de bijkomende kosten zijn slechts enkelvoudig verschuldigd voor de in lid 2 bedoelde huurrechten gezamenlijk. Indien de overeenkomst ten aanzien van één of een aantal huurders eindigt blijft (blijven) de andere huurder(s) het volledige bedrag van de huurprijs en van de bijkomende kosten verschuldigd. 5. Waar in de huurovereenkomst of in de algemene huurvoorwaarden staat “huurder” dient steeds gelezen te worden: huurder, huurster, dan wel huurders.
Artikel 2.
Duur van de overeenkomst De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij anders overeengekomen.
Artikel 3.
Ter beschikkingstelling en aanvaarding 1. Op de overeengekomen datum stelt de verhuurder het verhuurde ter beschikking aan de huurder. De verhuurder wordt geacht ervoor te zorgen dat de woning in bewoonbare staat verkeert en dat de daarin aanwezige voorzieningen naar behoren functioneren. 2. Voor aanvang van de huur wordt door beide partijen gezamenlijk aan de hand van een door de verhuurder ter beschikking te stellen formulier een inventarisstaat opgemaakt ten aanzien van de toestand van het gehuurde, de bewoonbaarheid en van de daarin aanwezige voorzieningen en inventaris. Beide partijen ontvangen daarvan een door beide partijen getekend exemplaar. 3. Voor zover op de in lid 2 van dit artikel genoemde staat van bevindingen niet anders is vermeld, wordt vastgesteld dat het gehuurde in een goede staat van onderhoud verkeert, zonder zichtbare gebreken is en dat de voorzieningen naar behoren functioneren, behoudens voor zover de huurder binnen zes weken na aanvang van de huur aan de verhuurder schriftelijk melding doet van alsnog door hem geconstateerde gebreken. 4. De verhuurder is verplicht, indien bij het opmaken van inventarisstaat en binnen zes weken na aanvang van de huur gebreken aan het gehuurde geconstateerd worden, waarvoor de verhuurder verantwoordelijk is, met de huurder te overleggen op welke wijze en binnen welke redelijke termijn deze gebreken zullen worden verholpen.
Artikel 4.
Betaling van de huur en bijkomende kosten 1. De huurder zal de voor een betreffende maand verschuldigde huur en eventuele bijkomende kosten in zijn geheel en bij vooruitbetaling voldoen voor de eerste van die maand door overmaking op het bank- of gironummer dat hem door of vanwege de verhuurder wordt kenbaar gemaakt. 2. Huurder betaalt maandelijks een voorschotbedrag op de kosten voor leveringen en diensten. Jaarlijks, voor het einde van het jaar volgend op het boekjaar, verstrekt de verhuurder aan huurder een overzicht van de kosten van de verrichte leveringen en diensten, waaruit de samenstelling van de aan de huurder in rekening gebrachte vergoedingen alsmede de wijzen van berekening blijkt. Verschillen tussen de gemaakte kosten en de door de huurder als voorschot betaalde vergoedingen zullen daarbij door de verhuurder door de verhuurder met de huurder worden verrekend, tenzij het een vergoeding betreft voor een door verhuurder ingesteld fonds. Met betrekking tot deze fondsen geldt dat het door de huurder betaalde voorschot gelijk wordt gesteld met de eindafrekening; er vindt derhalve geen verrekening plaats.
3. Het tussen verhuurder en huurder geldende maandelijkse voorschotbedrag kan, behoudens een tussen partijen aangegane nadere overeenkomst, slechts worden verhoogd met ingang van de eerste van de maand, volgend op de maand waarin het in het eerste lid van dit artikel bedoelde overzicht is verstrekt. 4. Indien verhuurder één of meer van de in dit artikel bedoelde leveringen en diensten wil veranderen, uitbreiden of verminderen, verklaart huurder zich daarmee akkoord, mits: a. tenminste een aanzienlijke meerderheid van de huurders in het complex, of een gedeelte daarvan, met de voorgestelde verandering, uitbreiding of vermindering, heeft ingestemd en b. de voorgestelde verandering, uitbreiding of vermindering, uitsluitend complexgewijs of per betreffende gedeelte kan worden gerealiseerd, en c. het belang van de verhuurder bij het realiseren van de verandering, uitbreiding of vermindering, zodanig is, dat van de verhuurder in redelijkheid, de belangen van beide partijen in aanmerking genomen, niet gevergd kan worden van de verandering, uitbreiding of vermindering, af te zien, en d. verhuurder tijdig huurder en/of de bewonerscommissie in het betreffende complex daarover heeft geïnformeerd en met de huurder respectievelijk de bewonerscommissie heeft overlegd. 5. Indien huurder één of meer van de in dit artikel bedoelde leveringen en diensten wil veranderen, uitbreiden of verminderen, verklaart verhuurder zich bij voorbaat daarmee akkoord, mits: a. tenminste een aanzienlijke meerderheid van de huurders binnen het complex, of een gedeelte daarvan, met de voorgestelde verandering, uitbreiding of vermindering, heeft ingestemd, en b. de voorgestelde verandering, uitbreiding of vermindering, uitsluitend complexgewijze of per betreffend gedeelte kan worden gerealiseerd; en c. het belang van de huurder bij het realiseren van de verandering, uitbreiding of vermindering, zodanig is, dat van verhuurder in redelijkheid, de belangen van beide partijen in aanmerking genomen, gevergd kan worden aan de verandering, uitbreiding of vermindering mee te werken. e e 6. In de gevallen bedoeld in het 4 en 5 lid van dit artikel verklaart huurder zich bovendien akkoord met de daaruit voortvloeiende verhoging van de kosten en met de verhoging van het maandelijkse voorschotbedrag, voor zover deze verhoging redelijk is en in overeenstemming met de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. De verhoging van het voorschotbedrag zal ingaan op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de veranderingen zijn ingegaan. 7. Huurder zal zich bij de huurbetaling niet beroepen op enige verrekening, tenzij de rechter hem daartoe heeft gemachtigd. Artikel 5.
Beëindiging van de overeenkomst door opzegging of wederzijds goedvinden 1. Opzegging van de huurovereenkomst door verhuurder geschiedt bij aangetekende brief of deurwaardersexploot. In de opzegging worden de redenen genoemd waarom de verhuurder de huur wil beëindigen. 2. De door verhuurder in acht te nemen opzeggingstermijn bedraagt drie maanden, welke minimum termijn wordt verlengd met één maand voor ieder jaar dat de huur heeft geduurd, tot een maximum van zes maanden. 3. Opzegging door de huurder zal schriftelijk geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste één maand. 4. Bij opzegging kan de overeenkomst alleen beëindigd worden tegen elke werkdag van de kalendermaand. Onder een werkdag wordt door Waardwonen verstaan iedere maandag t/m vrijdag, behalve de erkende christelijke feestdagen, 1 januari, koninginnedag, 5 mei, de vrijdag na Hemelvaart, 24 en 31 december. 5. De huurovereenkomst wordt door opzegging door verhuurder niet beëindigd tenzij huurder binnen zes weken schriftelijk verklaart in de beëindiging toe te stemmen, dan wel de rechter op vordering van verhuurder de datum heeft vastgesteld waarop de huurovereenkomst zal eindigen. 6. Beide partijen kunnen te allen tijde de overeenkomst met wederzijds goedvinden beëindigen op de door hen daartoe te bepalen datum.
7.
8.
9.
Indien de huurovereenkomst door twee of meer huurders is aangegaan dan wel indien anderen dan de aanvankelijke huurder nadien huurrecht hebben verworven, moet de opzegging aan of door elk van de huurders geschieden. Vindt opzegging slechts aan of door één van hen plaats, dan duurt de overeenkomst ten aanzien van de ander of de anderen ongewijzigd voort. Wanneer de huurder is overleden, wordt de door Waardwonen erkende medehuurder automatisch huurder. Deze bepaling geldt zowel voor de achterblijvende echtgenoot of echtgenote of geregistreerde partner, als voor die medehuurder(s) die met toestemming van verhuurder, in het gehuurde hun hoofdverblijf hebben. Indien het huurrecht van huurder is geëindigd als gevolg van echtscheiding of scheiding van tafel en bed, is huurder verplicht van de beëindiging van zijn huurrecht schriftelijk mededeling te doen aan verhuurder, onmiddellijk nadat de rechterlijke beschikking waarbij dit is bepaald, onherroepelijk is geworden. Zolang huurder deze mededeling niet heeft gedaan, blijft hij tegenover verhuurder aansprakelijk voor de nakoming van alle verplichtingen uit deze huurovereenkomst. Het vorenstaande is eveneens van toepassing op de beëindiging van geregistreerd partnerschap.
Artikel 6.
Verplichtingen van de verhuurder 1. De verhuurder zal de huurder het rustig woongenot van het gehuurde verschaffen met dien verstande dat hij niet aansprakelijk is voor schade die ontstaat door gebreken van de verhuurde zaak en met dien verstande dat de verhuurder het recht heeft alle (rechts)maatregelen te nemen tegen de huurder die niet voldoet aan de verplichtingen die de wet of deze overeenkomst hem opleggen. 2. De verhuurder is verplicht het gehuurde in goede staat van onderhoud te houden en alle gebreken van het gehuurde, die het gebruik ervan ernstig verhinderen of ernstig belemmeren binnen redelijke termijn op te heffen, behoudens voor zover de wet, het gebruik of deze overeenkomst de gehoudenheid daartoe uitsluiten. 3. Behoudens het bepaalde in artikel 12 is de verhuurder niet gerechtigd de gedaante en de inrichting van het gehuurde zonder toestemming van de huurder te wijzigen. 4. De verhuurder is niet verplicht om de huurder te waarborgen tegen feitelijke stoornissen die derden de huurder in het genot van het gehuurde toebrengen.
Artikel 7.
Verplichtingen van de huurder. 1. De huurder is verplicht om het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de met overige huurders gezamenlijk te gebruiken gezamenlijke voorzieningen en ruimten, overeenkomstig de bestemming als hoofdverblijf te bewonen en te gebruiken en te onderhouden, zoals het een goede huurder betaamt met inachtneming van de door de verhuurder te geven aanwijzingen ten aanzien van de gemeenschappelijke voorzieningen en ruimten. Onder goed huurderschap wordt onder meer verstaan dat huurder: a. de eventuele tot het gehuurde behorende tuin als sier-of moestuin dient te gebruiken en deze niet mag gebruiken voor opslag en/of stalling van caravans, auto’s en andere zaken van welke aard dan ook; b. de gemeenschappelijke ruimten dient schoon te houden en deze niet mag gebruiken voor opslag van welke aard dan ook; c. niet is toegestaan waar dan ook in het gehuurde hennep te kweken, dan wel andere activiteiten die op grond van de opiumwet strafbaar worden geacht; d. niet is toegestaan bedrijfsmatige activiteiten (in delen van) van het gehuurde te ontplooien; een en ander behoudens voorafgaande toestemming van verhuurder. Een verzoek tot toestemming dient schriftelijk door de huurder te worden ingediend. 2. De huurder mag het gehuurde niet anders gebruiken dan als woonhuis voor zich en zijn gezin en het gehuurde noch geheel, noch gedeeltelijk aan derden in huur, wederhuur, onderhuur of enig ander gebruik geven of afstaan en op geen enkele wijze het huurrecht overdragen. Overtreding van deze bepaling geeft de verhuurder het recht om ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen. 3. De huurder is verplicht om in overleg met de overige huurders zorg te dragen voor het schoonhouden van gemeenschappelijke ruimten, kelders, gangen galerijen, etc., behoudens die gevallen waarin deze werkzaamheden door de verhuurder zijn opgedragen aan derden.
4. De huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door hem, door huisgenoten, door huisdieren of door derden die zich met toestemming van de huurder in of op het gehuurde bevinden. Hennepteelt, drugsgebruik of drugshandel in of nabij het gehuurde wordt zondermeer als overlast aangemerkt en als voldoende reden gezien om in rechte ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen. Ook geluidsoverlast of luidruchtige dieren kunnen tot ontbinding van de huurovereenkomst leiden. 5. De huurder is verplicht om de tuin als zodanig te gebruiken en in een redelijke staat van onderhoud te houden, zodanig dat een nette woonomgeving is gewaarborgd. De huurder verleent - onverminderd het recht van de verhuurder om nakoming te vorderen - door het ondertekenen van de huurovereenkomst aan de verhuurder toestemming en machtiging om, na een sommatie en ingebrekestelling en nadat de huurder in verzuim is geraakt, de tuin in een zodanige staat te brengen of door derden te laten brengen dat die voldoet aan de in dit lid gestelde normen, inclusief het afvoeren en vernietigen van al hetgeen in de tuin wordt aangetroffen en dat niet hoort tot een normale tuin-inventaris. Verhuurder is niet gehouden tot het vergoeden van schade door verlies, of beschadiging van enige zaak die aldus uit de tuin wordt afgevoerd en/of vernietigd. De kosten die de verhuurder aldus maakt is de huurder bij wijze van schadevergoeding verschuldigd. Deze kosten zullen door de huurder binnen 10 dagen na het overleggen van het betreffende kostenoverzicht aan de verhuurder worden voldaan. Artikel 8.
Aansprakelijkheid van de huurder en de verhuurder. 1. De verhuurder is niet aansprakelijk voor de schade en derving van het huurgenot die de huurder en/of diens huisgenoten lijdt/lijden dan wel voor schade aan zaken die aan de huurder en/of diens huisgenoten toebehoren als gevolg van gebreken aan het gehuurde. 2. De verhuurder is echter wel aansprakelijk voor de in het vorige lid bedoelde schade ten gevolge van gebreken aan het gehuurde die het gevolg zijn van ernstige nalatigheid van de verhuurder of constructiefouten van het gehuurde. 3. De verhuurder is niet aansprakelijk voor schade die de huurder of diens huisgenoten lijden door riool- en/of grondwater, dijkdoorbraak, atoomreacties, gewapende conflicten, burgeroorlogen, opstanden, onlusten, molest, ontploffing, vliegtuigramp en natuurramp. 4. De huurder is aansprakelijk voor schade die tijdens de looptijd van de huurovereenkomst aan het gehuurde wordt toegebracht en die het gevolg is van een hem toe te rekenen tekort schieten in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De huurder is jegens de verhuurder op gelijke wijze als voor eigen gedragingen en nalatigheden aansprakelijk voor gedragingen en nalatigheden van hen die met of zonder zijn goedvinden het gehuurde gebruiken of zich daarin bevinden.
Artikel 9.
Toegang tot de woning en gedoogplicht. 1. De huurder zal de verhuurder op verzoek daartoe in de gelegenheid stellen om het gehuurde te controleren op gebreken of op de noodzaak van preventief onderhoud. De verhuurder kan bij die controle gebruik maken van derden mits die zich op deugdelijke wijze legitimeren. 2. De huurder zal alle noodzakelijke werkzaamheden of reparaties in, op, aan of bij het gehuurde, alsook aan de centrale voorzieningen ten behoeve van het gehuurde of van aangrenzende woningen, toestaan en zonodig zijn medewerking verlenen. 3. De verhuurder is verplicht ervoor zorg te dragen dat de overlast voor de huurder in die gevallen zoveel mogelijk wordt beperkt. 4. De bedoelde werkzaamheden vinden, na voorafgaande aankondiging, plaats op werkdagen tussen 08.00 en 18.00 uur, dringende gevallen uitgezonderd.
Artikel 10.
Gedoogplicht ten aanzien van derden. 1. Indien door de verhuurder zakelijke rechten zijn gevestigd op het gehuurde of afzonderlijke overeenkomsten zijn gesloten met betrekking tot met name onder- en bovengrondse leidingen en deze de verhuurder verplichten tot handelen, gedogen of nalaten, dan verplicht de huurder zich deze na te komen als waren ze door hem zelf
gevestigd of gesloten, waarbij hij toestaat dat bouwsels, bomen en beplantingen die hinderlijk zijn geplaatst, worden verwijderd of gerooid dan wel gesnoeid. 2. De verhuurder is niet aansprakelijk voor schade, toegebracht aan personen of zaken van de huurder van zijn huisgenoten of van derden als gevolg van het verrichten van werkzaamheden aan de bedoelde werken. 3. De huurder vrijwaart de verhuurder tegen alle aanspraken wegens beschadiging van de aangelegde werken, voor zover deze beschadigingen zijn ontstaan door toedoen of nalaten van de huurder en/of zijn huisgenoten en/of derden en de huurder en/of zijn huisgenoten en of derden bekend waren of konden zijn met de plaats en de ligging van de werken. 4. Het in de vorige leden bepaalde is ook van toepassing in het geval de aangelegde werken door natrekking of anderszins eigendom van de verhuurder zijn geworden. Artikel 11.
Onderhoud en reparaties voor rekening van de huurder. 1. De volgende onderhouds- en reparatiewerkzaamheden komen voor rekening van de huurder, ook indien ze noodzakelijk zijn geworden door normale slijtage. De opsomming is niet limitatief. - het binnenschilderwerk, het behangen, witten en sauzen van muren en plafonds, het verzorgen van kleine reparaties aan het pleisterwerk; - het vervangen van beschadigde of gebroken ruiten en spiegels; - het repareren en vervangen van het hang- en sluitwerk, schakelaars, wandcontactdozen, deurbelinstallaties, closetzittingen, douchetoebehoren, tap-, stop-, aftap- en mengkranen; - het schoonhouden en ontstoppen van de binnenriolering en andere afvoeren, het schoonhouden van goten, het herstellen of vervangen van beschadigd of gebroken sanitair en daarbij behorende onderdelen; - het schoonhouden en ontstoppen van de buitenriolering (tenzij aantoonbaar is dat de oorzaak de huurder niet verwijtbaar is) - het vegen van de schoorsteen en de ventilatiekanalen tenminste éénmaal per jaar en het vervangen van roetschuiven en nisbussen; - het onderhouden en herstellen van de bij de woning behorende bestrating en erfafscheidingen; - het treffen van voorzieningen tegen het bevriezen van waterleidingen en installaties; - alle reparaties die het gevolg zijn van opzet, nalatigheid, slordigheid, onjuiste of ruwe bewoning door de huurder, zijn huisgenoten of personen voor wie hij aansprakelijk is; - het volledige onderhoud, reparaties en vernieuwingen van voorzieningen die de huurder zelf heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen of die hij als niet horend bij het oorspronkelijk gehuurde van een vorige huurder heeft overgenomen. 2. De verhuurder kan met inachtneming van art. 12 lid 3 voor een of meer van de hierboven genoemde werkzaamheden een gemeenschappelijke regeling treffen, hetzij in de vorm van een collectieve verzekering, hetzij van een periodieke deelname in een onderling waarborgfonds, hetzij anderszins. Alsdan is de gehoudenheid van de huurder voor wie de regeling in het leven wordt geroepen beperkt tot een periodiek te betalen bijdrage. De betreffende onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden zullen dan door of namens de verhuurder worden uitgevoerd. 3. Alle door de huurder te verrichten werkzaamheden zullen vakkundig worden uitgevoerd. De huurder zal daarbij de terzake door de overheid of de bevoegde instanties gegeven voorschriften in acht nemen. 4. Indien bij de afdoening van klachten en storingen blijkt dat die het gevolg zijn van defecte aansluitingen, ondeskundig gebruik van installaties of door de huurder zelf aangebrachte wijzigingen, is de huurder verplicht de gemaakte kosten aan de verhuurder of aan de namens de verhuurder optredende installateur te voldoen. 5. Blijft de huurder na sommatie en ingebrekestelling nog steeds nalatig om een of meer van de in lid 1 genoemde werkzaamheden uit te voeren, dan verleent hij de verhuurder toestemming en machtiging om deze werkzaamheden op zijn kosten uit te voeren, onverminderd het recht van de verhuurder om nakoming te vorderen. De kosten die de verhuurder aldus maakt zullen door de huurder binnen 10 dagen na het overleggen van het betreffende kostenoverzicht worden voldaan.
Artikel 12.
Het aanbrengen van veranderingen door de verhuurder. 1. Verhuurder is niet gerechtigd de gedaante en/of inrichting van het gehuurde te veranderen zonder toestemming van de huurder, tenzij zich een geval voordoet als bedoeld in het tweede en derde lid van dit artikel. 2. Indien en voor zover van overheidswege aan de verhuurder dwingende voorschriften worden opgelegd tot het aanbrengen van al dan niet ingrijpende veranderingen, aanpassingen of verbeteringen aan het gehuurde afzonderlijk, aan het complex of aan de wijk waarvan het gehuurde deel uitmaakt, verklaart huurder deze veranderingen, aanpassingen of verbeteringen te zullen toestaan. Verhuurder zal huurder en/of de bewonerscommissie van het betreffende complex tijdig informeren omtrent de in dit lid bedoelde veranderingen, aanpassingen of verbeteringen aan het gehuurde en met huurder respectievelijk die bewonerscommissie daarover overleggen. 3. Wanneer van overheidswege geen dwingende voorschriften gegeven worden en verhuurder het complex of een gedeelte daarvan, waartoe het gehuurde behoort, wenst te veranderen, aan te passen of te verbeteren, verklaart huurder zich daarmee bij voorbaat akkoord mits: a. Tenminste een aanzienlijke meerderheid van de huurders binnen het complex, of een gedeelte daarvan, met de voorgestelde verandering, aanpassing of verbetering heeft ingestemd, en b. De voorgestelde verandering, aanpassing of verbetering uitsluitend complexgewijs of per betreffende gedeelte kan of redelijkerwijs dient te worden aangebracht, en c. Het belang van de verhuurder bij het realiseren van de verandering, aanpassing of verbetering zodanig is, dat van hem in redelijkheid, de belangen van beide partijen in aanmerking genomen, niet gevergd kan worden daarvan af te zien, en d. Verhuurder tijdig huurder en/of bewonerscommissie in het betreffende complex heeft geïnformeerd over de voorgenomen verandering, aanpassing of verbetering en met de huurder respectievelijk die bewonerscommissie daarover heeft overlegd. e e 4. In de gevallen, zoals genoemd in het 2 en 3 lid en onder de daar genoemde voorwaarden, verklaart huurder zich bovendien bij voorbaat akkoord met een huurverhoging als gevolg van deze aanpassingen respectievelijk verbeteringen, voor zover deze redelijk en in overeenstemming is met de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. De huurverhoging zal ingaan op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de voorzieningen zijn aangebracht. 5. Onder verandering, aanpassing of verbetering is tevens begrepen sloop met vervangende nieuwbouw.
Artikel 13.
Het aanbrengen van veranderingen door de huurder. 1. De huurder is volledig vrij in het aanbrengen van veranderingen en toevoegingen in de woning die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan kunnen worden gemaakt. 2. Voor de volgende veranderingen en/of voorzieningen heeft een huurder altijd vooraf toestemming nodig: - veranderingen aan de dragende delen (draagconstructie) in en/of aan de woning; - alle voorzieningen in en rondom de tuin (vijver, tuinhuisje, schuttingen en dergelijke); - alle voorzieningen aan de buitengevel van de woning (aanbouw, serre, dakkapel, bijkeuken, rookgasafvoer, ramen, schotelantenne en dergelijk); - het aanbrengen en/of wijzigen van de technische installatie (gas, water, elektra en riolering). 3. Als een huurder een van de bovenstaande veranderingen in de woning wil aanbrengen, vraagt hij vooraf toestemming aan verhuurder. Verhuurder brengt voor de behandeling van deze verzoeken geen kosten in rekening. De aanvraag zal, wanneer dat van toepassing is vergezeld dienen te gaan van tekeningen, berekeningen en dergelijke die door erkende bedrijven zijn vervaardigd. Eventueel noodzakelijke vergunningen moeten afgegeven zijn door daartoe bevoegde instanties, dan wel gelden als voorwaarde bij
een eventuele goedkeuring. Dit is een verplichting voor en verantwoordelijkheid van de aanvrager. 4. Verhuurder geeft toestemming wanneer de voorgenomen verandering de verhuurbaarheid van de woning niet schaadt, dan wel niet leidt tot een waardedaling van de woning. Verder mag de veiligheid, de gezondheid, het milieu, het woongenot van de huurder en de omwonenden niet in gevaar gebracht worden door de verandering. Tenslotte mag de verandering niet in strijd zijn met enig wettelijk voorschift waaronder begrepen ieder voorschrift van een terzake bevoegde instantie of instelling. 5. Verhuurder kan aan zijn toestemming een aantal voorwaarden verbinden, die betrekking hebben op: - aard en kwaliteit van de te gebruiken materialen; - het voorkomen van schade aan de constructie van de woning of het gebouw; - (bouwtechnische) voorschriften van de overheid; - het onderhoud van de verandering; - aanvullende voorzieningen om overlast voor derden te voorkomen; - verzekering, belasting en aansprakelijkheid. 6. Wanneer een huurder een voorziening aanbrengt die in strijd is met het ZAV-beleid, behoudt verhuurder het recht om de huurder te adviseren of indien noodzakelijk te sommeren om de verandering op kosten van de huurder aan te passen of te verwijderen. Wanneer de voorziening naar de mening van de verhuurder verwijderd dient te worden en de huurder weigert dit te doen, dan is verhuurder gerechtigd dit op kosten van de huurder in eigen beheer uit te voeren. 7. Verhuurder houdt zich het recht voor om in een bepaalde situatie toestemming te geven voor veranderingen, maar daar geen of slechts een beperkte vergoeding tegenover te stellen. 8. Huurder is verplicht tot het onderhouden, het verhelpen van gebreken en het uitvoeren van herstellingen aan de verandering(en) of toevoeging (en) die door huurder is (zijn) aangebracht. 9. Huurder is aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door de verandering of toevoeging die door huurder is aangebracht. Artikel 14.
De oplevering van het gehuurde. 1. Bij het einde van de huur is de huurder verplicht om in overleg met de verhuurder, uiterlijk om 12 uur van de dag waarop de huurovereenkomst eindigt, het gehuurde onder afgifte van de sleutels, geheel ontruimd en schoon met de daarin aanwezige installaties, voorzieningen en eventueel inventaris aan de verhuurder op te leveren. Het opleveren dient, indien er sprake is van een beschrijving van het gehuurde bij aanvang van de huur, minimaal te geschieden in de staat waarin de huurder het volgens die beschrijving heeft aanvaard. Indien en voor zover geen beschrijving is opgemaakt dient de oplevering te geschieden in goede staat. Alles onverminderd de plicht van de huurder om al hetgeen hij tijdens de duur van de huurovereenkomst aan het gehuurde heeft gewijzigd en/of toegevoegd op zijn eigen kosten ter herstellen en/of te verwijderen, indien niet voldaan wordt aan artikel 13. 2. Voor de datum waarop de huurovereenkomst wordt beëindigd is de huurder verplicht om de verhuurder in de gelegenheid te stellen het gehuurde te bezichtigen of door de opvolgende huurder te laten bezichtigen. 3. Bij de bezichtiging door de verhuurder wordt een opnamerapport gemaakt, waarin zal worden vastgelegd welke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden door de huurder vóór de beëindiging verricht moeten worden, alsmede de geschatte kosten van herstel. Onder onderhoud en reparatie wordt mede begrepen de daarvoor noodzakelijke levering en het aanbrengen van nieuwe onderdelen. 4. Het opmaken door de verhuurder en het aanreiken aan de huurder van (een doorslag van) het opnameverslag zullen gelden als een ingebrekestelling, waarbij de huurder in wettig verzuim raakt als hij bij het einde van de huurovereenkomst niet heeft voldaan aan de verplichtingen die voor hem uit het opnamerapport blijken. 5. De huurder wordt geacht na beëindiging van de huurovereenkomst van de in het gehuurde achtergelaten zaken afstand te hebben gedaan. Hij verleent toestemming aan de verhuurder om die zaken op zijn -huurders- kosten te verwijderen en te vernietigen. Die
verwijderings- en vernietigingskosten zullen gelden als schade die door het verzuim om leeg en schoon op te leveren is ontstaan. 6. Op geen enkele wijze zal de verhuurder aansprakelijk zijn of schadeplichtig worden terzake van verlies of beschadiging van zaken die door de huurder bij het einde van de huurovereenkomst zijn achtergelaten. 7. De huurder is gerechtigd de door hem aangebrachte veranderingen en/of toevoegingen ongedaan te maken mits hij de schade die daardoor wordt veroorzaakt, vergoedt. Artikel 15. Gevolgen van tekortkomingen door de huurder. 1. Indien de huurder zijn verplichtingen, zoals opgenomen in de wet en/of de huurovereenkomst en/of dit reglement, niet, niet tijdig of niet volledig nakomt, en er door de verhuurder daardoor gerechtelijke en/of buitengerechtelijke maatregelen worden genomen, zijn alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van de huurder. 2. De ingevolge dit artikel door de huurder aan de verhuurder te betalen buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd op het moment dat de verhuurder de vordering op de huurder uit handen geeft en bedragen ten minste 15% van de uit handen gegeven vordering vermeerderd met het geldende BTW-percentage en met en minimum van € 150,00. 3. Huurder is verplicht ten behoeve van verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete van € 25 (niveau 2001 geïndexeerd volgens CBS consumentenprijsindex, werknemers laag) per kalenderdag te betalen, indien hij enige bepaling uit deze algemene voorwaarden overtreedt, onverminderd zijn verplichting om alsnog overeenkomstig deze algemene voorwaarden te handelen en onverminderd verhuurders overige rechten op schadevergoeding. Deze boete zal, zonder rechtelijke tussenkomst voor elke dag waarin de overtreding voortduurt, verschuldigd zijn. Artikel 16.
Wijziging huurovereenkomst en/of algemene huurvoorwaarden. 1. Wijziging en/of aanvulling van de huurovereenkomst kan, onverminderd het bepaalde in de overige leden van dit artikel, slechts geschieden met schriftelijke instemming van zowel de huurder als de verhuurder. 2. In afwijking van het hiervoor in lid 1 bepaalde kan de huurprijs worden gewijzigd overeenkomstig de daarvoor geldende regels. 3. Wijziging en/of aanvulling van de algemene huurvoorwaarden kan geschieden wanneer – nadat alle huurders van een met instemming van het huurdersoverleg voorgenomen wijziging op de hoogte zijn gebracht – daartegen niet binnen twee maanden schriftelijk bezwaar wordt gemaakt. 4. Bij gebreke van overeenstemming tussen de huurder / het huurdersoverleg en de verhuurder omtrent een voorstel tot wijziging en/of aanvulling van de huurovereenkomst, alsook in geval een individuele huurder bezwaar maakt tegen een op de hiervoor aangegeven wijze voorgenomen wijziging van de algemene huurvoorwaarden, is de meest gerede partij bevoegd om het voorstel tot wijziging of aanvulling ter beoordeling voor te leggen aan de bevoegde Kantonrechter. 5. Ten aanzien van de huurders die geen bezwaar hebben gemaakt zullen de nieuwe algemene huurvoorwaarden gelden ongeacht mogelijke bezwaren van anderen en ongeacht de uitspraak van de rechter op elk bezwaar. Een dergelijke uitspraak zal alleen die huurder betreffen die het bezwaar heeft gemaakt.
Algemene Huurvoorwaarden Waardwonen behorende bij de huurovereenkomst met ingang van <
> voor de woning <> <> te <>, ondertekend te Huissen op <>. Verhuurder:
Huurder:
1. <>
2. <<MH101>>