OCenW-Regelingen
Regeling samenvoeging van scholen in het basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs op 1 augustus 2000, 1 augustus 2001 en 2002 • artikel I-A8, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit
Faciliteiten en rechtspositionele consequenties bij samenvoeging van scholen in het basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs.
onderwijspersoneel,
Besluit:
Artikel 1. Toepasselijke voorschriften bij samenvoegingen Op een samenvoeging per 1 augustus 2000, 1 augustus 2001 en 1 augustus 2002 van scholen voor basisonderwijs, respectievelijk scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Bestemd voor:
en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs voor lom of
de bevoegde gezagsorganen, directies en overig personeel
mlk is de bij deze regeling behorende bijlage van toepas-
van:
sing.
• basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs; • scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs; • scholen en afdelingen voor speciaal voortgezet onderwijs voor lom of mlk.
Artikel 2. Bekendmaking Deze regeling zal met de bijlage in Uitleg OCenWRegelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mede-
Algemeen verbindend voorschrift
deling worden gedaan in de Staatscourant.
Datum: 16 mei 2000 Kenmerk: PO/PJ-2000/8815
Artikel 3.
Datum inwerkingtreding: zie artikel 3
Inwerkingtreding
Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus
Juridische grondslag: zie ’Gelet op:’
2000.
Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, 079-3232.333
Artikel 4. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling samenvoeging van scholen in het basisonderwijs, het (voortgezet)
De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs.
Gelet op: • artikel 120, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs, • artikel 117, derde lid, van de Wet op de expertisecentra,
De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund
• artikel 233, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en
NUMMER 15 •
12 • 31 mei 2000
Primair onderwijs
Bijlage bij de Regeling Samenvoeging van scholen in het basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs
samenvoegingen’. Deze brochure is de betrokken scholen in de tweede week van december 1998 toegezonden. De bijlage van deze regeling bestaat uit de volgende hoofdstukken: hoofdstuk 1:
Inleiding;
hoofdstuk 2:
Algemene bepalingen;
hoofdstuk 3:
Faciliteiten bij samenvoeging van basis-
Regeling samenvoeging van
scholen en speciale scholen voor basison-
scholen in het basisonder-
Hierbij treft u de regeling aan voor samenvoegingen van
derwijs, al dan niet met een svo- en/of een
wijs, het (voortgezet) speci-
scholen in het basisonderwijs (basisscholen en speciale
zmlk-afdeling;
aal onderwijs en het speci-
Faciliteiten bij samenvoeging van scholen
aal voortgezet onderwijs op
onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs voor lom of
voor (voortgezet) speciaal onderwijs en
1 augustus 2000, 1 augustus
mlk. In deze regeling zijn de faciliteiten en rechtspo-sitio-
scholen voor speciaal voortgezet onder-
2001 en 2002
nele aanspraken bij dergelijke samenvoegingen vastgelegd.
wijs;
Voor andere scholen dan basisscholen is de regeling inhou- hoofdstuk 5:
Rechtspositionele consequenties van
delijk het zelfde als de regeling voor samenvoegingen per 1
samenvoeging en fre-verbruik na samen-
augustus 1999 (zie Uitleg OCenW-Regelingen 1998, nr 30a
voeging;
1.
Inleiding
scholen voor basisonderwijs), het (voortgezet) speciaal
hoofdstuk 4:
van 16 december 1998). Voor basisscholen zal met ingang van 1 augustus 2000 sprake zijn van een gewijzigde facilitering bij een samenvoeging in verband met de invoering per die datum van de nieuwe bekosti-
2.
Algemene bepalingen
2.1
Inleiding
gingssystematiek voor basisscholen (zie paragraaf 3.2). Deze regeling is van toepassing op drie jaren. Wanneer in deze periode de regelgeving zodanig wordt gewijzigd dat dit van invloed is op deze regeling, wordt deze regeling natuurlijk tussentijds aangepast. Ten aanzien van de driejaars termijn in paragraaf 5.2.2 onder c, is nog geen over-
In dit hoofdstuk is informatie opgenomen over de samen-
eenstemming bereikt met de centrales. Het overleg hier-
voegingsmogelijkheden in het basisonderwijs, het (voort-
over wordt nog voortgezet. Indien dit tot een andere uit-
gezet) speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onder-
komst leidt zal de regeling op dit punt worden aangepast.
wijs voor lom of mlk. Voor scholen die onder verschillende
Afgesproken is dat het overleg hierover is afgerond voor 1
bevoegde gezagsorganen vallen, geldt dat een samenvoe-
augustus 2003.
ging van die scholen gepaard moet gaan met een bestuursoverdracht of een besturenfusie. In dit hoofdstuk vindt u
Voor een goed begrip wordt nog gewezen op het volgende.
informatie over de wettelijke bepalingen die deze over-
Als in deze regeling wordt gesproken over ’basisonderwijs’
dracht of fusie regelen. Ten slotte is in dit hoofdstuk infor-
of ’scholen voor basisonderwijs’ wordt daaronder zowel
matie opgenomen over de gevolgen van een samenvoeging
basisscholen als speciale scholen voor basisonderwijs ver-
voor de eigen wachtgelders van de schoolbesturen die bij
staan. Basisscholen en speciale scholen voor basisonder-
die samenvoeging betrokken zijn, respectievelijk over de
wijs worden echter duidelijk van elkaar onderscheiden.
afvloeiingsregeling die moet worden vastgesteld voor de
Onder basisscholen worden dus niet tevens speciale scho-
school die na samenvoeging ontstaat.
len voor basisonderwijs begrepen. Scholen en afdelingen voor svo-lom/mlk moeten in de
2.2
Bestuursoverdracht/besturenfusie en samenvoegingsmogelijkheden
2.2.1
Begripsbepaling samenvoeging
periode tot 1 augustus 2002 worden omgezet in een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs, een school of afdeling voor praktijkonderwijs of een orthopedagogisch en didactisch centrum. De gevolgen voor de bekostiging en rechtspositie van zo’n omzetting worden geregeld in de ’Regeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs’ (zie Uitleg OCenW-Regelingen 1998/24). Deze regeling wordt
Onder een samenvoeging wordt in deze regeling verstaan
toegelicht in de brochure ’Leerwegondersteunend onder-
een daadwerkelijke samenvoeging per 1 augustus van twee
wijs en praktijkonderwijs. Bekostiging, rechtspositie en
of meer gelijksoortige scholen in de zin van de WPO, de WEC of deel II van de WVO.
Primair onderwijs
NUMMER 15 •
13 • 31 mei 2000
2.2.2
Bestuursoverdracht/besturenfusie
augustus 2002 moeten worden omgezet in een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs, een school of afdeling voor praktijkonderwijs of een orthopedagogisch en didactisch centrum. Een zmlk-afdeling van een sbo blijft
Bij een samenvoeging van scholen die onder twee of meer
aan die sbo verbonden zolang in het kader van de leerling-
bevoegde gezagsorganen vallen, kan er sprake zijn van:
gebonden financiering geen expertisecentra tot stand zijn
• de overdracht van de instandhouding van de scholen die gekomen. Regeling samenvoeging van
als gevolg van de samenvoeging worden opgeheven aan
scholen in het basisonder-
het bevoegd gezag van de overblijvende school (een
Het voorgaande laat onverlet dat een schoolbestuur kan
wijs, het (voortgezet) speci-
zogenoemde bestuursoverdracht), of
besluiten een afdeling op te heffen, waarbij de leerlingen
aal onderwijs en het speci-
• een fusie van de betreffende bevoegde gezagsorganen,
aal voortgezet onderwijs op
waardoor de samen te voegen scholen onder één be-
school. In die situatie kunnen de besturen van de betrok-
1 augustus 2000, 1 augustus
voegd gezag vallen.
ken afdeling(en) en scho(o)len om analoge toepassing van
worden ingeschreven bij een zelfstandige svo- of zmlk-
de onderhavige regeling verzoeken (zie ook paragraaf 3.5
2001 en 2002
De scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn, moe-
hieronder).
ten uiterlijk op de samenvoegingsdatum (1 augustus) onder hetzelfde bevoegde gezag vallen. Een bestuursoverdracht of een besturenfusie moet daarom uiterlijk op 1 augustus
2.2.4
plaatsvinden. In de paragrafen 2.3 en 2.4 zal nader worden stilgestaan bij de bestuursoverdracht en fusie in achtereenvolgens het bijzonder en het openbaar onderwijs.
2.2.3
Samenvoegingsmogelijkheden basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs
Samenvoegingsmogelijkheden (voortgezet) speciaal onderwijs en speciaal voortgezet onderwijs
In het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs voor lom of mlk kunnen alleen scholen van dezelfde onderwijssoort als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de WEC of artikel 125, tweede lid van deel II van de WVO worden samengevoegd. Onder deel II van WVO
In het basisonderwijs kan sprake zijn van een samenvoe-
vallen de volgende soorten speciaal voortgezet onderwijs:
ging van twee of meer basisscholen, dan wel twee of meer
onderwijs aan moeilijk lerende kinderen (mlk) en onder-
speciale scholen voor basisonderwijs, al dan niet met een
wijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden
afdeling.
(lom). Onder de WEC vallen de soorten speciaal en voortgezet speciaal onderwijs die voorheen onder de ISOVSO vie-
Een samenvoeging van basisscholen of speciale scholen
len en die niet zijn opgenomen in deel II van de WVO.
voor basisonderwijs (sbo’s) kan leiden tot een school met
Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat onder speci-
een of meer richtingen van bijzonder onderwijs. Hierbij is
aal onderwijs niet mede de speciale scholen voor basison-
het ook mogelijk dat de op te heffen school wordt omge-
derwijs worden verstaan. Deze scholen vallen onder de
vormd tot nevenvestiging.
WPO.
Een basisschool of sbo die wordt uitgebreid met een richting of wordt omgevormd tot nevenvestiging, komt onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor bekostiging. In
2.3
Bestuursoverdracht in het bijzonder onderwijs
2.3.1
Wettelijke bepalingen
ieder geval moet er een melding plaatsvinden aan Cƒi. Cƒi toetst namens de minister of aan de voorwaarden voldaan is. Voor sbo’s met een afdeling geldt dat die afdeling niet kan worden samengevoegd met een (gelijksoortige) afdeling van een andere sbo. Dit is slechts anders als die samenvoe-
De bestuursoverdracht in het bijzonder onderwijs is voor
ging gepaard gaat met een samenvoeging van de sbo’s
het basisonderwijs geregeld in artikel 56 van de WPO. In
waaraan de desbetreffende afdelingen verbonden zijn (zie
artikel 58 van de WEC en artikel 176 van de WVO is deze
ook paragraaf 3.4 van deze regeling). Verder is het niet
overdracht geregeld voor het (voortgezet) speciaal onder-
mogelijk een afdeling van een sbo samen te voegen met
wijs, respectievelijk het speciaal voortgezet onderwijs voor
een (gelijksoortige) zelfstandige school voor speciaal (voort- lom of mlk. In deze artikelen is bepaald dat voor een der-
NUMMER 15 •
gezet) onderwijs. Voor svo-afdelingen van sbo’s geldt dat
gelijke overdracht een notariële akte moet worden opge-
die afdelingen in de periode van 1 augustus 1999 tot 1
maakt. In deze akte moet onder andere worden opgeno-
14 • 31 mei 2000
Primair onderwijs
openbaar onderwijs is betrokken
men dat het bevoegd gezag waaraan wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden benoemt met ingang van de datum van samenvoeging. De betrekkingen en de voorwaarden zijn opgenomen in de akten van benoeming en moeten dus
2.4.1
Soorten van overdracht
ook in de nieuw op te maken akten van benoeming opgenomen worden. Door een bestuursoverdracht gaan alle rechten en plichten, die uit de wet voortvloeien, van
Onder deze categorie vallen de volgende soorten van
Regeling samenvoeging van
rechtswege over van het ”oude” bevoegd gezag naar het
bestuursoverdrachten:
scholen in het basisonder-
”nieuwe” bevoegd gezag. Naast artikel 56 van de WPO,
• overdrachten van bijzonder naar openbaar onderwijs of
wijs, het (voortgezet) speci-
artikel 58 van de WEC of artikel 176 van de WVO moet ook worden voldaan aan de verdere eisen die het burgerlijk
andersom;
aal onderwijs en het speci-
• overdrachten van openbaar naar openbaar onderwijs.
recht aan een dergelijke overgang stelt.
aal voortgezet onderwijs op 1 augustus 2000, 1 augustus 2001 en 2002
2.4.2 2.3.2
Gevolgen voor de rechtspositie
Voorwaarden voor samenvoeging
Voor het personeel van de school die wordt overgedragen
Bij een overdracht van bijzonder naar openbaar onderwijs
betekent de bestuursoverdracht dus geen wijziging in de
of andersom moet eerst omzetting plaatsvinden. In dit ver-
rechtspositie. Wel kan uiteraard de rechtspositie wijzigin-
band wordt verwezen naar artikel 84 van de WPO, artikel
gen ondergaan als gevolg van bijvoorbeeld algemeen gel-
75 van de WEC en artikel 193 van de WVO. Een openbare
dende rechtspositionele maatregelen. Van ontslag als
school moet worden omgezet in een bijzondere school, of
gevolg van een bestuursoverdracht is dus over het alge-
omgekeerd. Een omzetting wordt ook wel ’kleurverschie-
meen geen sprake. Het kan natuurlijk wel zo zijn dat op
ten’ genoemd. Hierbij vindt een ministeriële toets plaats
het moment van samenvoeging personeel om andere rede-
aan de stichtingsnorm. Om voor samenvoegingsfaciliteiten
nen wordt ontslagen (zie hiervoor ook paragraaf 5.1 van
in aanmerking te komen moeten vervolgens artikel 56 van
deze regeling).
de WPO, artikel 58 van de WEC of artikel 176 van de WVO
Een vrijwillig ontslag kan leiden tot een sanctie op de aan-
analoog worden toegepast. Dit betekent dus onder andere
gevraagde werkloosheidsuitkering. Dit geldt ook voor een
dat het nieuwe bevoegd gezag het personeel van de over te
betrokken personeelslid dat, zonder voldoende rechtvaar-
dragen school moet overnemen met alle rechten en plich-
digingsgrond, vanwege een wijziging van de grondslag van
ten die van kracht waren in hun dienstverband met het
de school een op zichzelf passende betrek-king weigert. In
oude bevoegd gezag (zie ook paragraaf 2.3.1).
hoofdstuk 1, onder 4.2, van de voorlich-tingspublicatie ”Passende arbeid en sanctiebeleid” (Uitleg OenWRegelingen 1994/6a) is op dit punt het volgende te lezen:
De bestuursoverdracht van openbaar naar openbaar
• ’In de onderwijssector kan het voorkomen dat een
onderwijs is geregeld in artikel 49 van de WPO, artikel 52
bevoegd gezag op godsdienstige of levensbe-schouwelij-
van de WEC en artikel 170 van de WVO.
ke grondslag eisen stelt aan zijn werknemers, die gelet op de grondslag en doel van de instelling, nodig zijn voor de vervulling van de functie. Een aangeboden
2.4.3
Gevolgen voor de rechtspositie
betrekking is dan in beginsel niet passend, indien het aanvaarden van die betrekking in verband met deze godsdienstige of levensbeschouwelijke aspecten, gezien
Als gevolg van een bestuursoverdracht kan een openbare
de persoonlijke overtuiging van betrokkene, in redelijk-
school een bijzondere school worden of andersom. Voor
heid van hem niet kan worden gevergd. De vraag of er
het personeel betekent een dergelijke overdracht dat hun
een rechtvaardigingsgrond is voor het weigeren van een
status verandert. Zij kunnen de status van ambtenaar krij-
op zichzelf passende betrekking is afhankelijk van de
gen (in de zin van de Ambtenarenwet) in plaats van die
feitelijke omstandigheden.’
van een werknemer naar burgerlijk recht of andersom. Deze statuswijziging leidt tot enkele wijzigin-gen in de
De uitkerende instantie beoordeelt of de aangevoerde
rechtspositie (bijvoorbeeld andere beroepsmogelijkheden,
rechtvaardigingsgrond al dan niet voldoende is.
andere opzegtermijnen). Een wijziging van status als gevolg van de samenvoeging van scholen kan alleen worden doorgevoerd door ontslag
2.4
Bestuursoverdracht waarbij
Primair onderwijs
en gelijktijdige herbenoeming. Het weigeren van deze her-
NUMMER 15 •
15 • 31 mei 2000
benoeming kan leiden tot een sanctie op de werkloosheids-
2.7
uitkering die in verband met het ontslag wordt aange-
Voorwaarden voor faciliteiten bij samenvoeging
vraagd (zie ook paragraaf 2.3.2). De faciliteiten die in deze regeling zijn genoemd, worden
2.5 Regeling samenvoeging van
Verplichtingen ten opzichte van eigen uitkeringsgenietenden
alleen toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden: a.
Er moet sprake zijn van de daadwerkelijke samenvoeging van twee of meer gelijksoortige scholen in de zin
scholen in het basisonder-
van de WPO, de WEC of deel II van de WVO. Deze
wijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speci-
Bij een bestuursoverdracht worden alle rechten en ver-
scholen staan onder beheer van één bevoegd gezag, of
aal voortgezet onderwijs op
plichtingen met betrekking tot de over te dragen
vallen uiterlijk op het moment van samenvoeging
1 augustus 2000, 1 augustus
school/scholen overgenomen door een ”nieuw” bestuur.
onder één bevoegd gezag als gevolg van een besturen-
2001 en 2002
Een van deze verplichtingen is de verplichting met betrek-
fusie of bestuursoverdracht. In alle gevallen moet arti-
king tot de zogeheten ”eigen wachtgelders” die werkzaam
kel 56 WPO, artikel 58 WEC of artikel 176 WVO,
waren op de over te dragen school/scholen. Voor het basis-
respectievelijk 49 WPO, artikel 52 WEC of artikel 170
onderwijs (basisscholen en speciale scholen voor basison-
WVO in acht worden genomen. Als de samenvoeging
derwijs) is deze verplichting geregeld in artikel 138 WPO.
leidt tot twee of meer overblijvende scholen, worden
Voor het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal
nadere voorwaarden gesteld aan de verdeling van de
voortgezet onderwijs voor lom of mlk is deze verplichting
overgangsformatierekeneenheden tussen deze scholen,
opgenomen in artikel 132 WEC, respectievelijk artikel 247
waaronder tenminste een splitsingsplan. De betrokken
WVO. Verder gelden de ministeriële regelingen die op deze
bevoegde gezagsorganen moeten een dergelijke
artikelen zijn gebaseerd.
samenvoeging daarom in een vroegtijdig stadium aan
Bij een bestuursoverdracht worden deze eigen wachtgelders van het ”oude” bevoegd gezag gezien als eigen wacht-
Cƒi melden. b.
De samenvoeging moet in één stap en op 1 augustus
c.
Het personeel dat is opgenomen in de formaties van
gelders van het ”nieuwe” bevoegd gezag. Als het ”oude” bevoegd gezag na de overdracht blijft bestaan, dan blijven
worden gerealiseerd.
deze wachtgelders óók eigen wachtgelders van dat bevoegd
de scholen die bij de samenvoeging zijn betrokken
gezag (zie ook ’ 5.7 van de beleidsregel ”Toepassing bepa-
moet eerst, voor zover mogelijk, worden geplaatst in
ling eigen wachtgelder”, Uitleg OCenW-Regelingen
de formatie van de school die uit de samenvoeging
1995/26).
ontstaat. Hierna worden in voorkomend geval de voormalige scholen als opgeheven beschouwd (zie ook
Als gevolg van de inwerkingtreding van de WPO, de WEC en deel II van de WVO zijn eigen wachtgelders op grond
paragraaf 5.1.1). d.
De samenvoeging moet aan Cƒi (BRIN) worden gemeld.
van de oude WBO en ISOVSO met ingang van 1 augustus 1998 eigen wachtgelders geworden in de zin van de nieuwe Samenvoegingsfaciliteiten hoeven niet te worden aangewetten. Met betrekking tot een eigen wachtgelder die
vraagd. Deze faciliteiten worden automatisch toegekend.
afkomstig is van bijvoorbeeld een sbo-school betekent dit een aanbiedingsverplichting voor gelijksoortige functies aan een basisschool van hetzelfde bevoegd gezag. Het
3.
Faciliteiten bij samenvoeging van basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs, al dan niet met een svo- en/of een zmlk-afdeling
3.1
Inleiding
bereik van de bestuursaanstelling voor sbo -personeel wordt in de WPO namelijk verruimd tot basisscholen en vice versa.
2.6
Afvloeiingsregeling
Voordat de samenvoeging feitelijk wordt gerealiseerd moeten de betrokken bevoegde gezagsorganen toepassing
Dit hoofdstuk is van toepassing op basisscholen en speciale
geven aan de bepalingen over de afvloeiingsregeling zoals
scholen voor basisonderwijs (sbo’s), al dan niet met een
die vermeld zijn in hoofdstuk I-G van het
svo- en/of een zmlk-afdeling. In dit hoofdstuk is informatie
Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.
opgenomen over de formatie waarover deze scholen na samenvoeging kunnen beschikken.
NUMMER 15 •
16 • 31 mei 2000
Primair onderwijs
3.2
Formatie basisschool na samenvoeging
Voor basisscholen die worden samengevoegd, wordt de formatie vastgesteld op basis van het aantal leerlingen op 1
(overgangsfre’s) . Deze overgangsfre’s worden als volgt berekend.
Berekeningscomponenten gezamenlijke overgangsformatie
oktober van het voorafgaande schooljaar van alle basisscholen die bij de samenvoeging betrokken zijn. Voor
De voor de berekening relevante componenten zijn de vol-
Regeling samenvoeging van
zover de samenstelling van het leerlingenbestand van
gende.
scholen in het basisonder-
invloed is op de formatie, wordt uitgegaan van het totale
a.
de verhoging van het aantal formatierekeneenheden
wijs, het (voortgezet) speci-
leerlingenbestand op genoemde datum van alle basisscho-
t.b.v. zeer kleine scholen
aal onderwijs en het speci-
len die bij de samenvoeging betrokken zijn (zie artikel 121, b.
de vermeerdering van de basisformatie t.b.v. basisscho-
aal voortgezet onderwijs op
derde lid, van de WPO). De formatie van een basisschool
len met een of meer nevenvestigingen
1 augustus 2000, 1 augustus
die na samenvoeging ontstaat, wordt dus berekend als zou- c.
de kleine scholentoeslag(en)
2001 en 2002
den de basisscholen die bij de samenvoeging betrokken zijn op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar al één school hebben gevormd. Dit geldt ook voor de formatiere-
d.
de formatie voor de bestrijding van onderwijsachterstanden
X= de som van a, b, c en d die alle bij de fusie betrokken
keneenheden voor de schoolleiding. Dit leerlingenaantal is
basisscholen in het eerste schooljaar na de samenvoe-
tevens bepalend voor de maximumschaal die in het eerste
ging zouden hebben ontvangen wanneer zij zelfstandi-
schooljaar na de samenvoeging formatief aanwezig is voor de normatieve directiefuncties aan de samengevoegde school (zie paragraaf 4.2 voor een verklaring van de begrip-
ge scholen waren gebleven; Y= de som van a, b, c en d die de samengevoegde school in het eerste schooljaar na de samenvoeging ontvangt.
pen in deze -zin). Informatie over de inschaling van de directieleden van de samengevoegde school vindt u in paragraaf 5.4.
Berekeningswijze overgangsfre’s
Gelet hierop en gezien de gelineariseerde formatietoekenning (een vast aantal formatierekeneenheden per leerling
Voor het eerste schooljaar na de samenvoeging:
ongeacht het aantal leerlingen), heeft een samenvoeging
X - Y = overgangsformatie
op zichzelf geen formatieve gevolgen. De formatie van de school die na samenvoeging overblijft is immers gelijk aan Voor het tweede schooljaar na de samenvoeging: de formatie die de scholen die bij de samenvoeging betrok- Bereken het verschil tussen X en Y en neem daarvan de ken zijn, zonder samenvoeging gezamenlijk zouden heb-
helft.
ben ontvangen. Afwijkingen kunnen zich slechts voordoen De uitkomst van deze berekeningen wordt rekenkundig als één of meer van de scholen die bij de samenvoeging
afgerond op een geheel aantal fre’s en vormt de overgangs-
betrokken zijn één of meer van de volgende formatie com- formatie. ponenten ontvangen: a.
een verhoging ten behoeve van zeer kleine scholen (artikel 3 van het Formatiebesluit WPO),
b.
vermeerdering van de basisformatie t.b.v. basisscholen
3.2.1
Vermindering tijdens schooljaren
met een of meer nevenvestigingen (artikel 6 van het Formatiebesluit WPO) c. d.
een toeslag voor kleine scholen (artikel 13 van het
Het aantal overgangsfre’s dat voor een schooljaar is vastge-
Formatiebesluit WPO) en/of
steld wordt verminderd met extra formatie die in dat jaar
formatie voor de bestrijding van onderwijsachterstan-
wordt toegekend, behoudens de overgangsformatie basis-
den (artikel 15a van het Formatiebesluit WPO).
scholen in de schooljaren 2000 - 2001 en 2001 - 2002 als bedoeld in artikel 19b van het Formatiebesluit WPO. Deze
In dat geval kan een samenvoeging negatieve formatieve
vermindering vindt uiteraard pas plaats met ingang van de
gevolgen hebben, omdat de school die na samenvoeging
dag waarop over deze extra formatie kan worden beschikt.
overblijft bijvoorbeeld niet in aanmerking komt voor een
De overgangsfre’s worden niet verminderd met de zorgfor-
toeslag kleine scholen of omdat die school de drempel (9%) matie waarover een basisschool in de desbetreffende niet haalt om in aanmerking te komen voor formatie
schooljaren kan beschikken.
onderwijsachterstandenbestrijding. In zulke gevallen worden de negatieve formatieve gevolgen van de samenvoeging gecompenseerd met overgangsformatierekenheden
Primair onderwijs
NUMMER 15 •
17 • 31 mei 2000
3.2.2
Uitzondering bij vaststelling/vermindering overgangsfre’s
gangsformatie die door de centrale dienst in het verband aan de sbo wordt overgedragen. De formatierekeneenheden voor de schoolleiding worden, evenals de overige formatiebestanddelen, vastgesteld op
Bij de vaststelling van het aantal overgangsfre’s op en na
basis van het aantal leerlingen op 1 oktober van het vooraf-
de samenvoegingsdatum blijft formatie buiten beschou-
gaande schooljaar van alle sbo’s die bij de samenvoeging
Regeling samenvoeging van
wing die niet onder het formatiebudget in de zin van deze
betrokken zijn. Dit leerlingenaantal is tevens bepalend
scholen in het basisonder-
regeling valt, zoals:
voor de maximumschaal die in het eerste schooljaar na de
wijs, het (voortgezet) speci-
• toekenningen in geld (bijvoorbeeld GO- en vakbondsfaci- samenvoeging formatief aanwezig is voor de normatieve
aal onderwijs en het speci-
liteiten) en tegemoetkomingen door het Noodfonds);
directiefuncties aan de samengevoegde sbo (zie paragraaf
aal voortgezet onderwijs op
• oalt-middelen;
4.2 voor een verklaring van de begrippen in deze zin).
1 augustus 2000, 1 augustus
• de toekenning of verhoging van een opslag voor herbe-
Informatie over de inschaling van de directieleden van de
2001 en 2002
zetting bapo;
samengevoegde sbo vindt u in paragraaf 5.4.
• de middelen die worden toegekend in het kader van het
Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat leerlingen
gemeentelijke onderwijsachterstandenplan (de gemeen-
van een afdeling of afdelingen niet meetellen bij de vast-
telijke middelen als bedoeld in artikel 168 van de WPO
stelling van de fre’s voor de schoolleiding en de formatief
en 269 van de WVO). Voor een goed begrip wordt erop
aanwezige maxi-mumschalen.
gewezen dat onder laatstgenoemde middelen niet wordt verstaan de formatie speciale doeleinden voor bestrij-
Voor directieleden van sbo’s die bij een samenvoeging
ding van onderwijsachterstanden, zoals die wordt toege-
betrokken zijn, geldt overigens dezelfde salarisgarantiere-
kend op grond van artikel 15a van het Formatiebesluit
geling als voor directieleden van andere scholen (zie para-
WPO. Deze formatie wordt door het Rijk aan de scholen
graaf 5.2).
toegekend en valt onder het formatiebudget in de zin van deze regeling.
De school die na de samenvoeging overblijft, kan worden omgevormd tot hoofdvestiging van de nieuwe sbo. De scholen die worden opgeheven, kunnen worden omge-
3.3
Formatie speciale school voor basisonderwijs na samenvoeging
vormd tot nevenvestigingen van de nieuwe sbo (zie ook paragraaf 2.2.3). De svo- en/of zmlk-afdeling die bij een vestiging hoort, zal als afzonderlijke afdeling worden bekostigd (zie ook de volgende paragraaf).
Voor sbo’s die worden samengevoegd, wordt de formatie vastgesteld op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar van alle sbo’s die bij de samenvoeging betrokken zijn. Voor zover de samenstelling
3.4
Formatie afdeling speciale school voor basisonderwijs na samenvoeging
van het leerlingenbestand van invloed is op de formatie, wordt uitgegaan van het totale leerlingenbestand op die datum van alle sbo’s die bij de samenvoeging betrokken
De formatie van een svo- of zmlk-afdeling van een sbo die
zijn (zie artikel 122, derde lid, van de WPO). De formatie
na samenvoeging ontstaat, wordt afzonderlijk vastgesteld.
van een sbo die na samenvoeging ontstaat, wordt dus bere- De rekenregels die daarbij gelden, zijn opgenomen in het kend als zouden de sbo’s die bij de samenvoeging betrok-
toepasselijke Formatiebesluit en paragraaf 2.1 van de over-
ken zijn op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar al
gangsbepalingen in het Besluit van 2 juni 1998 tot wijzi-
één school hebben gevormd. Naast deze formatie bestaat
ging van enkele algemene maatregelen van bestuur naar
geen aanspraak op extra (overgangs)formatie op grond van
aanleiding van het totstandbrengen van een Wet op het
de samenvoeging. Dit houdt verband met het feit dat met
primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra en
ingang van het schooljaar 1999 - 2000 de nieuwe bekosti-
toevoeging van een tweede deel aan de Wet op het voort-
gingssystematiek voor sbo’s in werking is getreden. Aan
gezet onderwijs en in verband met het onderwijs in
deze bekostigingssystematiek kan de sbo zodanige forma-
allochtone levende talen (Stb. 1998, 413). Genoemde reken-
tieve aanspraken ontlenen dat geen behoefte bestaat aan
regels komen overeen met de rekenregels volgens de
extra overgangsformatie. Ook laat een samenvoeging
beleidsregel ’Formatie scholen speciaal onderwijs (so), spe-
onverlet dat de samenwerkende bevoegde gezagsorganen
ciaal en voortgezet speciaal onderwijs (sovso) voor lom of
op grond van het WPO-overgangsrecht eventueel aan-
mlk in het schooljaar 1998-1999’ (zie Uitleg OCenW-
spraak kunnen hebben op normatieve of aanvullende over- Regelingen nummer 4 van 4 februari 1998).
NUMMER 15 •
18 • 31 mei 2000
Primair onderwijs
Bij een samenvoeging van sbo’s met een afdeling of afdelingen kunnen zich twee situaties voordoen:
Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat de onderha-
1.
bij de samenvoeging zijn geen gelijksoortige afdelin-
vige regeling niet van toepassing is als een afdeling wordt
gen betrokken;
omgezet in een afdeling voor leerwegondersteunend
bij de samenvoeging zijn twee of meer gelijksoortige
onderwijs, een school of afdeling voor praktijkonderwijs of
afdelingen betrokken.
een orthopedagogisch en didactisch centrum. In die situ-
2.
atie geldt de ’Regeling bekostiging, rechtspositie en samenAd 1
voeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkon-
Regeling samenvoeging van
derwijs’ (zie Uitleg OCenW-Regelingen 1998/24).
scholen in het basisonder-
In het eerste geval is de samenvoeging niet van invloed op
wijs, het (voortgezet) speci-
de formatie van de afdeling of afdelingen van de sbo die na samenvoeging ontstaat. De formatie van deze afdeling
aal onderwijs en het speci-
3.5
of afdelingen is gelijk aan de formatie die zonder samenvoeging zou zijn toegekend. Er is immers geen sprake van
Analoge toepassing samenvoegingsregeling bij opheffing afdeling
aal voortgezet onderwijs op 1 augustus 2000, 1 augustus 2001 en 2002
opheffing van een afdeling. Met het oog daarop wordt aan de afdeling of afdelingen die na samenvoeging ontstaan geen overgangsformatie toegekend.
Het bevoegd gezag van een sbo waaraan een afdeling is verbonden, kan besluiten die afdeling op te heffen. Als de
Ad 2
leerlingen van de afdeling vervolgens worden ingeschreven bij een zelfstandige svo- of zmlk-school, kan de onder-
In het tweede geval is sprake van de samenvoeging van
havige regeling van overeenkomstige toepassing worden
twee of meer afdelingen voor svo-lom, twee of meer afde-
verklaard. Dit verzoek zal in ieder geval worden ingewil-
lingen voor svo-mlk of twee of meer zmlk-afdelingen. In
ligd wanneer de leerlingen en het personeel overgaan naar
dat geval is de samenvoeging wel van invloed op de forma-
de desbetreffende school. Bevoegde gezagsorganen die
tie van de afdeling of afdelingen van de sbo die na samen-
indiening van een dergelijk verzoek overwegen, wordt aan-
voeging ontstaat. Een samenvoeging van gelijksoortige
geraden in een vroegtijdig stadium contact op te nemen
afdelingen gaat namelijk gepaard met de opheffing van
met:
een of meer afdelingen. In het eerste schooljaar na de
• Cƒi,
samenvoeging wordt formatie toegekend aan de afdeling
Productgroep Toekennen,
die na samenvoeging overblijft op basis van het leerlingen-
Postbus 606,
aantal van die afdeling op 1 oktober van het voorafgaande
2700 ML Zoetermeer.
schooljaar. Het verschil met de formatie op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging van de afdelingen die bij de
Voor de goede orde wordt erop gewezen dat de arbeids-
samenvoeging betrokken zijn, wordt met overgangsforma-
voorwaardelijke gevolgen van de voorgenomen opheffing
tie gecompenseerd. Dit verschil wordt berekend met toe-
van een afdeling in alle gevallen in het decentraal georga-
passing van de rekenregels in paragraaf 4.3 van deze rege-
niseerd overleg (DGO) moeten worden besproken. De rege-
ling.
ling van de niet-arbeidsvoorwaardelijke gevolgen voor het
Verder zijn bij een samenvoeging van afdelingen de voor-
personeel vallen onder de instemmingsbevoegdheid van
waarden voor faciliteiten bij samenvoeging in paragraaf
het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad.
2.7 van overeenkomstige toepassing. De aanspraak op overgangsformatie is beperkt tot het schooljaar waarin de samenvoeging plaatsvindt. De afde-
3.6
Procedure bij wijziging WSNSsamenwerkingsverband
ling die na samenvoeging ontstaat, blijft echter aanspraak maken op de som van de formatierekeneenheden voor de schoolleiding die in het aan de samenvoeging voorafgaan-
Een samenvoeging van scholen voor basisonderwijs (d.w.z.
de schooljaar zijn toegekend aan de afdelingen die bij de
basisscholen of sbo’s) kan leiden tot een wijziging van de
samenvoeging betrokken zijn. Het betreft hier de fre’s als
samenstelling van de WSNS-samenwerkingsverbanden
bedoeld in paragraaf 3.2, 3.3, 4.2 of 5.2, onder 8 en 9, van
waaraan de scholen voor basisonderwijs deelnemen die bij
de eerdergenoemde beleidsregel ’Formatie scholen speciaal de samenvoeging betrokken zijn. Een dergelijke wijziging onderwijs (so), speciaal en voortgezet speciaal onderwijs
doet zich voor wanneer als gevolg van de samenvoeging
(sovso) voor lom of mlk in het schooljaar 1998 - 1999’. Deze een basisschool wordt opgeheven die aan een ander fre’s worden toegekend zolang de afdeling aan de sbo ver-
samenwerkingsverband deelneemt dan de overblijvende
bonden blijft. Naast die fre’s bestaat geen aanspraak op
school. In die situatie wordt de samenstelling gewijzigd
overgangsfre’s.
van het verband waaraan de opgeheven school deelnam.
Primair onderwijs
NUMMER 15 •
19 • 31 mei 2000
Een samenvoeging binnen hetzelfde samenwerkingsver-
passing op basisscholen en speciale scholen voor basison-
band van sbo’s die niet tevens aan een ander samenwer-
derwijs, al dan niet met een afdeling. Informatie over de
kingsverband deelnemen, wordt in dit kader niet
formatie na samenvoeging voor deze scholen en afdelin-
beschouwd als een wijziging van de samenstelling van een
gen vindt u in hoofdstuk 3 van deze regeling.
samenwerkingsverband. Een dergelijke wijziging moet zijn goedgekeurd door de minister (zie artikel XXXIII van het overgangsrecht bij de WPO). Het samenwerkingsverband
4.2
Begripsbepalingen
Regeling samenvoeging van
waarvan de samenstelling wijzigt, moet in ieder geval vol-
scholen in het basisonder-
doen aan de wettelijke norm voor de omvang van WSNS-
wijs, het (voortgezet) speci-
samenwerkingsverbanden (minimaal 2000 leerlingen). Ook Hieronder wordt een verklaring gegeven van de in dit
aal onderwijs en het speci-
moet zijn voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor
aal voortgezet onderwijs op
beëindiging van de deelname aan een samenwerkingsver-
1 augustus 2000, 1 augustus
band. Deze voorwaarden hebben betrekking op de school
2001 en 2002
die als gevolg van de samenvoeging wordt opgeheven. Op
het Formatiebesluit WEC of deel II van het
grond van artikel 18, vierde lid, van de WPO kan het
Formatiebesluit WVO.
hoofdstuk gebruikte begrippen. • Formatiebesluit:
bevoegd gezag van die school de deelname aan het desbetreffende samenwerkingsverband voor die school alleen
• Formatiebudget:
beëindigen als:
het formatiebudget zoals genoemd in artikel 2, eerste
a.
een regeling is getroffen met de overige bevoegde
lid, van het Formatiebesluit WEC of artikel 13, eerste lid,
gezagsorganen ten aanzien van de financiële en perso-
van deel II van het Formatiebesluit WVO. Dit budget
nele consequenties daarvan en
bestaat uit de volgende onderdelen:
door de beëindiging van de deelname geen aanspraken
• de formatie voor de vervulling van de reguliere taken
b.
ontstaan op ontslaguitkeringen voor personeel dat
(zie echter ook de opmerking hieronder);
werkzaam is bij de deelnemende scholen, waaronder
• de formatie voor speciale doeleinden;
de school waarvoor de deelname wordt beëindigd.
• de groeiformatie; • de aanvullende formatie, als bedoeld in artikel 117,
Verder moet bij de beëindiging van de deelname een ter-
derde of vierde lid van de WEC of artikel 233, derde
mijn van 1 jaar in acht worden genomen. De beëindiging
of vierde lid van de WVO.
moet vóór 1 oktober van het voorafgaande schooljaar aan de minister worden gemeld (zie artikel 18, vijfde en zesde
Eventuele oalt-middelen behoren niet tot het formatiebud-
lid, van de WPO).
get en worden daarom buiten beschouwing gelaten. De formatie voor de vervulling van de reguliere taken
Wanneer het een samenvoeging van sbo’s betreft zal naast
bestaat uit de normatieve formatie, de frictie-opslag en de
de genoemde voorwaarden een verzoek om goedkeuring
opslagen voor herbezetting adv en bapo. In het kader van
worden getoetst aan de criteria over de instemming van de deze regeling wordt de formatie voor de vervulling van de besturen in de betrokken samenwerkingsverbanden en de
reguliere taken echter vastgesteld exclusief een eventuele
bereikbaarheid van de zorgvoorzieningen. In de voorlich-
opslag voor herbezetting bapo. Dit betreft immers een ver-
tingspublicatie ’Criteria samenstelling samenwerkingsver-
hoging van het regulier vastgestelde aantal fre’s met het
banden Weer Samen naar School (WSNS)’, Uitleg OCenW-
aantal fre’s dat behoort bij het gedeelte van de betrek-
Regelingen nr. 12 van 23 april 1997, vindt u nadere infor-
kingsomvang dat kan worden ingezet in verband met de
matie over deze criteria.
toepassing van de bapo-regeling. Samenvoeging is hierop niet van invloed.
4.
Faciliteiten bij samenvoeging van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs
• Formatief aanwezige maximumschaal: de voor een normatieve functie geldende maximumschaal, waarbij niet van belang is of het personeelslid dat die functie vervult reeds aanspraak maakt op bezoldiging volgens het carrièrepatroon dat hoort bij die functie en maximumschaal.-
4.1
Inleiding • Fre’s voor de schoolleiding: de fre’s genoemd in artikel 16, derde tot en met vijfde
NUMMER 15 •
Dit hoofdstuk is van toepassing op scholen voor (voortge-
lid, van het Formatiebesluit WEC of artikel 25, derde tot
zet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet
en met vijfde lid, van deel II van het Formatiebesluit
onderwijs voor lom of mlk. Het hoofdstuk is niet van toe-
WVO.
20 • 31 mei 2000
Primair onderwijs
• Fre-verbruik:
4.3.3
het verbruik van fre’s voor een functie die voor rijksbekostiging in aanmerking wordt gebracht (zie artikel I-
Uitzondering bij vaststelling/vermindering overgangsfre’s
P78 en I-Q305 van het RPBO voor het bij de verschillende functies horende verbruik). Bij de vaststelling van het aantal overgangsfre’s op en na • Normatieve directiefunctie:
de samenvoegingsdatum blijft formatie buiten beschou-
een normfunctie als bedoeld in hoofdstuk I-Q van het
wing die niet onder het formatiebudget in de zin van deze
Regeling samenvoeging van
RPBO waarvan het fre-verbruik gelijk is aan de fre’s die
regeling valt, zoals:
scholen in het basisonder-
voor die functie in het Formatiebesluit beschikbaar wor-
• toekenningen in geld (bijvoorbeeld GO- en vakbondsfaci-
wijs, het (voortgezet) speci-
liteiten) en tegemoetkomingen door het Nood-fonds);
aal onderwijs en het speci-
den gesteld. • Samenvoegingsdatum: de datum (1 augustus van enig schooljaar) waarop de samenvoeging plaats heeft gevonden.
• oalt-middelen;
aal voortgezet onderwijs op
• de toekenning of verhoging van een opslag voor herbe-
1 augustus 2000, 1 augustus
zetting bapo;
2001 en 2002
• de middelen die worden toegekend in het kader van het gemeentelijke onderwijsachterstandenplan (de gemeentelijke middelen als bedoeld in respectievelijk artikel
4.3
Overgangsformatierekeneenheden in eerste schooljaar na samenvoeging
154 van de WEC en artikel 269 van de WVO). Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat onder laatstgenoemde middelen niet wordt verstaan de formatie speciale doeleinden voor bestrijding van onderwijsachterstanden, zoals die met ingang van 1 augustus 1998 in de
4.3.1
Berekening
plaats is gekomen van de cumi-formatie. Deze formatie wordt ook na 1 augustus 1998 door het Rijk aan de scholen toegekend en valt onder het formatiebudget in de
In veel gevallen zal er een verschil zijn tussen : 1.
zin van deze regeling.
het aantal formatierekeneenheden (hierna: fre’s) dat met toepassing van het toepasselijke formatiebesluit op 1 augustus beschikbaar is voor de school die na
4.4
Overgangsformatierekeneenheden in tweede schooljaar na samenvoeging
4.4.1
Berekening
samenvoeging ontstaat, en 2.
het totaal aantal fre’s dat aan de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn gezamenlijk op de dag voorafgaande aan de samenvoeging (31 juli) beschikbaar was.
Als het aantal fre’s ad 2 groter is dan het aantal ad 1, dan wordt het verschil gedurende het eerste schooljaar na de
In het tweede schooljaar na de samenvoeging kan in som-
samenvoeging in de vorm van overgangsfre’s beschikbaar
mige situaties ook aanspraak bestaan op overgangsfre’s.
gesteld aan de school die na samenvoeging ontstaat. Berekeningscomponenten Bij de bepaling van de aantallen fre’s ad 1 en ad 2 wordt uitsluitend gekeken naar het formatie-budget zoals dat
De voor de berekening relevante componenten zijn de vol-
conform de begripsbepaling in paragraaf 4.2 is vastgesteld.
gende. X = de formatiebudgetten waarop de bij de samenvoeging betrokken scholen conform de volgens paragraaf 4.3
4.3.2
Vermindering tijdens schooljaar
uitgevoerde berekening, op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging aanspraak maakten, verminderd met de daarin opgenomen fre’s voor de schoolleiding. Y = het fictieve formatiebudget op 31 juli voorafgaand aan
Het vastgestelde aantal overgangsfre’s wordt verminderd
de samenvoeging van de school die na samenvoeging
met extra formatie die na de samenvoegingsdatum wordt
ontstaat, verminderd met de daarin opgenomen fre’s
toegekend. Deze vermindering vindt uiteraard pas plaats
voor de schoolleiding. Dit formatiebudget is fictief in
met ingang van de dag waarop over deze extra formatie
de zin dat dit wordt vastgesteld als zouden de bij de
beschikt kan worden.
samenvoeging betrokken scholen op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging al één school hebben
Primair onderwijs
NUMMER 15 •
21 • 31 mei 2000
gevormd. Bij de vaststelling van dit fictieve formatie-
4.4.3
budget wordt uitgegaan van de som van de aantallen
Uitzondering bij vaststelling/vermindering
leerlingen op de voor de formatie van dat schooljaar van toepassing zijnde teldatum. Als bij een school
Regeling samenvoeging van scholen in het basisonder-
sprake is van toepassing van de groeiregeling tijdens
Bij de vaststelling van het aantal overgangsfre’s op en na
het schooljaar voor de samenvoeging worden de leer-
1 augustus van het tweede schooljaar na de samenvoeging
lingen van de desbetreffende groei-telling gebruikt
blijft formatie buiten beschouwing die niet onder het for-
voor de vaststelling van het formatie-budget.
matiebudget in de zin van deze regeling valt. Zie hiervoor
Z = het formatiebudget waarop de school die na samen-
wijs, het (voortgezet) speci-
voeging ontstaat op 1 augustus van het tweede school-
aal onderwijs en het speci-
jaar na de samenvoeging aanspraak maakt, vermin-
aal voortgezet onderwijs op
derd met de daarin opgenomen fre’s voor de schoollei-
1 augustus 2000, 1 augustus
ding.
2001 en 2002
ook paragraaf 4.3.3.
4.5
Q = het aantal overgangsfre’s waarop in het tweede school-
Extra overgangsformatierekeneenheden in eerste schooljaar na samenvoeging
jaar na de samenvoeging aanspraak kan worden gemaakt.
4.5.1 Voorwaarde en berekening Voorwaarde voor toekenning De samenvoeging kan ertoe leiden dat voor de directeur Alleen in de situatie dat Z kleiner is dan X kan aanspraak
en/of lera(a)r(en) tevens adjunct-directeur van de school die
worden gemaakt op overgangsfre’s.
na samenvoeging ontstaat, een normatieve directeurs-, respectievelijk adjunctdirecteursfunctie beschik-baar komt
Berekeningswijze
met een hogere maximumschaal dan de hoogste schaal die in de desbetreffende functie formatief aanwezig was voor
Als aan deze voorwaarde is voldaan, dan moeten voor de
de bij de samenvoeging betrokken scholen (zie paragraaf
vaststelling van Q de volgende berekeningen worden uitge- 5.4 voor de inschaling van de betrokken directieleden). In voerd:
dat geval wordt een vergelijking gemaakt tussen het aantal
1.
Bereken het verschil tussen X en Y en neem daarvan
fre’s dat voor en na de samenvoeging bij de desbetreffende
de helft;
functie(s) hoorde. Het verschil wordt gedurende het eerste
bereken het verschil tussen X en Z en neem daarvan
schooljaar na de samenvoeging in de vorm van extra over-
de helft.
gangsfre’s beschikbaar gesteld aan de school die na samen-
2.
voeging ontstaat. Het aantal fre’s dat bij een normatieve De uitkomst van deze berekeningen wordt rekenkundig
directiefunctie hoort, is gelijk aan het voor die functie gel-
afgerond op een geheel aantal fre’s.
dende fre-verbruik (zie paragraaf 4.2 - begripsbepalingen).
Q is gelijk aan de laagste uitkomst van deze twee berekeningen; als de uitkomst van beide berekeningen gelijk is, kan één van de uitkomsten worden gebruikt.
4.4.2
4.5.2
Grondslag berekening en vermindering extra overgangsfre’s
Vermindering tijdens schooljaar Bepalend voor de vaststelling van de normatief beschikbare directiefuncties (en het bijbehorende fre-verbruik) aan
Het vastgestelde aantal overgangsfre’s wordt verminderd
de school die na samenvoeging ontstaat, is het aantal leer-
met de extra formatie die in het tweede schooljaar na de
lingen op 1 oktober van het eerste schooljaar na de samen-
samenvoeging wordt toegekend. Deze vermindering vindt
voeging. De extra overgangsfre’s waarop recht bestaat,
uiteraard pas plaats met ingang van de dag waarop over de worden niet verminderd met extra formatie die na de extra formatie beschikt kan worden.
NUMMER 15 •
22 • 31 mei 2000
samenvoegingsdatum beschikbaar komt.
Primair onderwijs
4.5.3
Bijzondere bepalingen
waaronder de voorschriften voor het DGO en de medezeggenschap. Zoals al is vermeld in paragraaf 2.7 (onder c) moet het per-
Wanneer er aan de scholen die bij de samenvoeging
soneel dat is opgenomen in de formaties van de scholen
betrokken zijn op 31 juli voorafgaand aan de samenvoe-
die bij de samenvoeging betrokken zijn, voor zover moge-
ging geen normatieve adjunctdirecteursfuncties beschik-
lijk worden geplaatst in de formatie van de school die na
baar waren, kan géén aanspraak worden gemaakt op extra
samenvoeging ontstaat. Daarna worden de scholen in voor-
overgangsfre’s voor een normatieve adjunctdirecteursfunc-
komend geval geacht te zijn opgeheven. Dit houdt in dat
Regeling samenvoeging van
tie die beschikbaar komt aan de school die na samenvoe-
bij de toepassing van de voorschriften over de formatie-
scholen in het basisonder-
ging ontstaat. In deze situatie moet immers de directeur
vast-stelling (zoals die zijn opgenomen in de artikelen I-P76
wijs, het (voortgezet) speci-
die geen directeur wordt van de school die na samenvoe-
en I-P77 van het RPBO) de formaties van alle scholen die
aal onderwijs en het speci-
ging ontstaat in de normatieve functie van leraar tevens
bij de samenvoeging betrokken zijn, worden geacht deel
aal voortgezet onderwijs op
adjunctdirecteur worden benoemd (zie paragraaf 5.3.3).
uit te maken van de formatie zoals die in het schooljaar
1 augustus 2000, 1 augustus
voorafgaande aan de samenvoeging gold voor de school die
2001 en 2002
Dit laatste geldt ook voor de tweede adjunct-directeurs-
na samenvoeging ontstaat. Dit betekent bijvoorbeeld dat
functie aan een school voor speciaal en voortgezet speciaal het bevoegd gezag in de formatie van de school die na onder-wijs die na samenvoeging ontstaat, wanneer aan de
samenvoeging ontstaat in elk geval de functies moet opne-
scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn op 31 juli
men van de personeelsleden die:
voorafgaand aan de samenvoeging slechts één normatieve
• reeds in het schooljaar voorafgaande aan de samenvoe-
adjunct-directeursfunctie beschikbaar was. In die situatie
ging waren opgenomen in de structureel gewenste for-
bestaat dus geen recht op extra overgangsfre’s voor de
matie van de scholen die bij de samenvoeging betrok-
tweede adjunct-directeursfunctie.
ken zijn en • in vaste dienst benoemd waren.
Wanneer bij een samenvoeging als hier bedoeld aan de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn twee of
Dit betreft ook de nieuwe functies van de ex-directeur(en)
meer normatieve adjunct-directeursfuncties beschikbaar
en de ex-lera(a)r(en) tevens adjunct-directeur bedoeld in
waren, dan wordt voor de bepaling van het recht op extra
paragraaf 5.3 (zie ook artikel I-P76, derde lid, RPBO).
overgangsfre’s een vergelijking gemaakt tussen: • het totaal aantal fre’s behorende bij de twee adjunct-
Bij de besteding van de overgangsfre’s zal het bevoegd
directeursfuncties aan de na samenvoeging ontstane
gezag rekening moeten houden met het feit dat deze fre’s
school en
tijdelijk beschikbaar worden gesteld. Dit kan aanleiding
• het totaal aantal fre’s behorende bij twee normatieve
zijn een deel van de formatie als risicodragend aan te mer-
adjunct-directeursfuncties aan de bij de samenvoeging
ken. Als het wegvallen van overgangsfre’s tot formatieve
betrokken scholen, waarbij in voorkomende gevallen
fricties leidt, kan het bevoegd gezag een beroep doen op
(drie of meer normatieve adjunct-directeursfuncties met
het Noodfonds. Wel moet in die situatie zijn voldaan aan
verschillende maximumschalen) wordt uitgegaan van de de voorwaarden in het reglement van dat fonds. twee functies met de hoogste maximumschaal.
5.1.2 Herplaatsing personeel 5.
Rechtspositionele consequenties van samenvoeging en fre-verbruik na samenvoeging
De samenvoeging is op zichzelf geen reden voor ontslag, tenzij de samenvoeging gepaard gaat met een wijziging van openbaar naar bijzonder onderwijs of andersom (zie paragraaf 2.4 van deze regeling). Het personeel dat in vaste dienst benoemd is, blijft in
5.1
Algemeen
principe benoemd in dezelfde functie (zie art. I-P76, derde lid, van het RPBO). Deze regel geldt echter niet voor de direc-teur(en) en de lera(a)r(en) tevens adjunct-direc-teur
5.1.1
Vaststelling formatie na samenvoeging
voor wie aan de school die na samenvoeging ontstaat of aan een andere door hetzelfde bevoegd gezag beheerde gelijksoortige school geen directeursfunctie, resp. adjunctdirecteursfunctie beschikbaar is (zie paragraaf 5.1.3 her-
Het bevoegd gezag van de school die na samenvoeging ont- plaatsing personeel benoemd in niet-normfunctie). De staat, stelt de formatie van de nieuwe school vast met
rechtspositionele consequenties van de samenvoeging voor
inachtneming van de terzake geldende voorschriften,
deze personeelsleden zullen hieronder in paragraaf 5.2 en
Primair onderwijs
NUMMER 15 •
23 • 31 mei 2000
5.3 worden besproken. Voor de goede orde wordt erop
der”). Voor deze personeelsleden zijn paragraaf 5.2.1, 5.2.2
gewezen dat een samenvoeging van afdelingen van een
exclusief het gestelde onder c, 5.3.1, 5.3.2. en de eerste ali-
sbo geen gevolgen heeft voor het dienstverband van de
nea van 5.3.3 van overeenkomstige toepassing.
adjunct-directeuren die verbonden zijn aan die afdelingen. Deze directieleden blijven na samenvoeging in dezelfde functie benoemd.
5.1.4
Beëindiging dienstverband
Regeling samenvoeging van
De samenvoeging als zodanig brengt voor andere perso-
scholen in het basisonder-
neelsleden dan (ex-)directieleden geen wijziging in de func- Uiteraard sluit het bovenstaande niet uit dat het dienst-ver-
wijs, het (voortgezet) speci-
tie met zich mee. Dit laat onverlet de beëindiging van het
band op het moment van samenvoeging wordt beëindigd
aal onderwijs en het speci-
dienstverband op het moment van samenvoeging op ande-
op andere gronden dan die aan de samenvoeging ontleend
aal voortgezet onderwijs op
re gronden dan aan de samenvoeging ontleend (bijvoor-
(bijvoorbeeld afloop tijdelijk dienstverband, opheffing van
1 augustus 2000, 1 augustus
beeld door de afloop van projectformatie).
de betrekking of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd).
2001 en 2002
Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat oalt-leraren
Wanneer een dienstverband wordt beëindigd, moeten de
bij een samenvoeging van scholen dezelfde positie inne-
normale regels voor opzegging in acht worden genomen.
men als het overige personeel van de scholen die bij de
Daarbij staan de gebruikelijke beroepsmogelijkheden
samenvoeging betrokken zijn. Bij een bestuursoverdracht
open.
geldt dus ook voor dit personeel dat in een notariële akte moet worden opgenomen dat het bevoegd gezag waaraan
Wanneer de betrokken personeels-leden aan alle vereisten
wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen voldoen, kunnen zij desgewenst in verband met de beëinen onder dezelfde voorwaarden benoemt met ingang van
diging van hun dienstbetrekking aanspraak maken op een
de datum van samenvoeging (zie ook paragraaf 2.3.1).
werkloosheidsuitkering. Het Participatiefonds (PF) beoor-
Daarnaast geldt ook voor oalt-leraren het voorschrift dat
deelt aan de hand van de zogenaamde instroomtoets, of de
personeel dat is opgenomen in de formaties van de scho-
met deze uitkering gemoeide kosten door het PF worden
len die bij de samenvoeging betrokken zijn, voor zover
vergoed. Als het ontslag vermijdbaar was, moet het betrok-
mogelijk moet worden geplaatst in de formatie van de
ken bevoegd gezag die kosten zelf dragen.
school die na samenvoeging ontstaat (zie ook paragraaf 5.1). Vanzelfsprekend gelden deze voorschriften alleen voor oalt-leraren die benoemd zijn bij de bevoegde gezagsorga-
5.2
Salaris- en toelagegaranties (ex-)directieleden
5.2.1
Begripsbepaling salaris- en toelagegarantie
nen die het betreft. De bepalingen zoals die zijn neergelegd in hoofdstuk V-R en V-S van het RPBO blijven onverkort gehandhaafd. Voor alle duidelijkheid wordt er nog op gewezen dat de voorliggende regeling uitsluitend van toepassing is op personeelsleden die hun rechtspositie ontlenen aan het RPBO-
Een personeelslid dat op 31 juli van het aan de samenvoe-
.
ging voorafgaande schooljaar was benoemd aan één van de bij de samenvoeging betrokken scholen in de functie van:
5.1.3
Herplaatsing personeel benoemd in een nietnormfunctie (waaronder ”locatieleiders”)
• directeur of • leraar tevens adjunct-directeur of en • wiens dienstverband op de samenvoegingsdatum (1 augustus) wordt voortgezet bij het bevoegd gezag van de school die na samenvoeging ontstaat, in:
Ook voor personeelsleden die in voorkomende gevallen in
• dezelfde of
het kader van functiedifferentiatie in een niet-normfunctie
• een andere functie heeft recht op een salarisgarantie
zijn benoemd brengt de samenvoeging als zodanig geen
en, indien van toepassing, op een garantie toelage
wijziging in de functie met zich mee. Een uitzondering
schoolleiding basisscholen als bedoeld in artikel I-
hierop kan het personeelslid zijn dat is benoemd in een
Q209b van het RPBO.
door het bevoegd gezag op grond van artikel I-P2, vierde
NUMMER 15 •
lid, van het RPBO vastgestelde functie waarin hij onder lei-
Dit personeelslid behoudt in de functie waarin hij op de
ding van een aan die school verbonden directeur is belast
samenvoegingsdatum wordt benoemd ten minste aan-
met directiewerkzaamheden (veelal genoemd ”locatielei-
spraak op salariëring volgens het functieniveau (d.w.z de
24 • 31 mei 2000
Primair onderwijs
maximumschaal en het carrièrepatroon) dat op 31 juli
vaardt waarvan het salarisniveau niet lager is dan dat
voornoemd voor hem gold alsmede op de genoemde toela-
van de normfunctie leraar. De salarisgarantie blijft ook
ge die op 31 juli voornoemd voor hem gold. Een perso-
behouden als de ex-directeur op de samenvoegingsda-
neelslid dat op 31 juli voornoemd in de normfunctie van
tum zelf (1 augustus) een functie aanvaardt die voldoet
directeur was benoemd heeft in plaats van de hiervoor
aan de eis die hiervoor is genoemd. In dat geval is
genoemde salariëring tenminste recht op salariëring vol-
paragraaf 5.2.1 van overeenkomstige toepassing.
gens het functieniveau dat op die datum reeds twee jaar formatief voor hem aanwezig was, wanneer dit niveau
Van aanvaarding van een functie bij hetzelfde bevoegd
Regeling samenvoeging van
hoger was dan het niveau dat op die datum voor hem gold
gezag aan een andere school is bijvoorbeeld sprake in het
scholen in het basisonder-
(zie paragraaf 4.2 voor een begripsbepaling van ”formatief
volgende geval. In verband met een samenvoeging wordt
wijs, het (voortgezet) speci-
aanwe-zig”).
een ex-directeur benoemd als adjunct-directeur van de
aal onderwijs en het speci-
Waar in de volgende paragrafen wordt gesproken van sala-
samengevoegde school. Dit personeelslid besluit vervol-
aal voortgezet onderwijs op
risgarantie wordt daaronder tevens begrepen de hierboven
gens een functie als leraar te aanvaarden waarbij de aan-
1 augustus 2000, 1 augustus
bedoelde garantie toelage schoolleiding. Zie in deze ook
wijzing geldt dat hij werkzaamheden zal verrichten aan
2001 en 2002
paragraaf 5.1.3.
een of meer andere scholen van hetzelfde bevoegd gezag. Als de benoeming in die functie plaatsvindt binnen 3 jaar na samenvoegingsdatum, dat wil dus zeggen tot en met 1
5.2.2
Geldigheidheidsduur salarisgarantie
augustus van het vierde schooljaar, behoudt de betrokkene zijn salarisgarantie. (N.B. Zoals in de inleiding is aangegeven is het overleg over deze termijn nog niet afgerond.)
De salarisgarantie geldt zolang het betrokken personeels-
Verder kan zich de situatie voordoen dat een ex-directeur
lid in dezelfde functie benoemd blijft bij het bevoegd
wordt benoemd als leraar aan de samengevoegde school en
gezag van de school die na samenvoeging ontstaat (zie
vervolgens uit hoofde van zijn bestuursaanstelling met
paragraaf 5.3 voor de functies waarin personeelsleden als
werkzaamheden wordt belast aan een of meer andere
hier bedoeld op de samenvoegingsdatum geplaatst kun-
scholen van hetzelfde bevoegd gezag. In dat geval blijft de
nen/moeten worden).
betrokkene in dezelfde functie benoemd. De verandering van school heeft daarom geen gevolgen voor zijn salarisga-
Ook in de volgende situaties blijft de salarisgarantie
rantie. De garantie blijft dus ook behouden als die veran-
behouden:
dering plaatsvindt nadat sinds de samenvoeging drie jaren
a.
zijn verstreken.
Wanneer het personeelslid bij het bevoegd gezag van de school die na samenvoeging ontstaat, op de samenvoegingsdatum wordt benoemd in de functie van
Voor een personeelslid van een speciale school voor basis-
leraar tevens adjunctdirecteur en hij, als gevolg van de onderwijs geldt dat de salarisgarantie ook behouden blijft door het bevoegd gezag vastgestelde formatie, niet lan- bij een herplaatsing als bedoeld in artikel XLII van het ger als zodanig benoemd kan blijven (zie artikel I-Q207 overgangsrecht bij de WPO. jo. artikel I-Q208, tweede lid, en artikel I-Q306 jo. artikel I-Q307, tweede lid, RPBO). b.
Wanneer het personeelslid ná de samenvoegingsdatum
5.2.3
15-jaarsuitzicht
bij hetzelfde of bij een ander bevoegd gezag een functie aanvaardt waarvan het salarisniveau meer in overeenstemming is met dat van de functie waarop de
De aanspraak op bezoldiging volgens een in het kader van
garantie is gebaseerd, en wel voor de duur van die
het HOS-overgangsrecht vastgesteld 15-jaarsuitzicht blijft
benoeming. Wanneer deze benoeming in tijdelijke
onverkort van kracht.
dienst geschiedt, blijft de salarisgarantie behouden als in aansluiting op deze benoeming een benoeming plaatsvindt in een andere functie waarvan het salarisniveau tenminste gelijk is aan dat van de op de eerder bedoelde 1 augustus vervulde functie. Bij een benoeming als leraar tevens adjunct-directeur is het gestelde in de voorgaande alinea van overeenkomstige toepassing. c.
Wanneer de ex-directeur binnen drie jaar na de samenvoegingsdatum aan een andere school bij hetzelfde of een ander bevoegd gezag een functie aan-
Primair onderwijs
NUMMER 15 •
25 • 31 mei 2000
5.3
Omzetting functie/nieuwe functie ex-directieleden
Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op de leraren tevens adjunct-directeur van de bij de samenvoeging betrokken scholen. Zij komen bij voorrang in aanmerking voor een functie van leraar tevens adjunct-directeur
5.3.1
Directieleden die niet worden benoemd in dezelfde functie
aan de school die na samenvoeging ontstaat. Het aantal functies (leraar tevens adjunct-directeur) waarvoor zij in aanmerking komen, is ten minste gelijk aan het aantal volgens de normatieve formatie op grond van het toepasselij-
Regeling samenvoeging van
Voor de directeur van een school die bij de samenvoeging
ke Formatiebesluit. Wanneer een functie in deze formatie
wijs, het (voortgezet) speci-
betrokken is, die geen directeur wordt van de school die
onvervuld blijft, moet daarin een directeur worden
aal onderwijs en het speci-
na samenvoeging ontstaat, brengt de samenvoeging mee
benoemd die geen directeur wordt van de school die na
aal voortgezet onderwijs op
dat zijn betrekking moet worden opgeheven. Hij heeft met samenvoeging ontstaat. Deze verplichting geldt echter niet
1 augustus 2000, 1 augustus
ingang van de samenvoegingsdatum (1 augustus) recht op
als het een directeur betreft die op de samenvoegingsda-
2001 en 2002
een nieuwe functie waarvan het niveau zoveel mogelijk
tum aan een andere school bij hetzelfde of een ander
overeenkomt met dat van zijn oude functie. Dit niveau is
bevoegd gezag een functie aanvaardt waarvan het salarisni-
scholen in het basisonder-
echter tenminste gelijk aan het niveau van de normfunctie veau niet lager is dan dat van de normfunc-tie leraar (zie leraar.
ook paragraaf 5.2.2, onder c).
Het voorgaande is overeenkomstig van toepassing op de
Een leraar tevens adjunct-directeur die aanspraak maakt
leraar tevens adjunct-directeur die niet in dezelfde functie
op voortzetting van zijn benoeming aan de school die na
benoemd kan blijven als gevolg van de formatie die is vast- samenvoeging ontstaat, kan, als het bevoegd gezag daargesteld voor de school die na samenvoeging ontstaat. Zijn
mee instemt, op de 1 augustus waarop de samenvoeging
benoeming in die functie kan echter zonder vooraf-gaand
plaatsvindt zijn functie zonder gevolgen voor zijn salaris-
ontslag worden gewijzigd in een benoeming als leraar (zie
garantie vrijwillig afstaan aan een van de ex-directeuren.
arti-kel I-Q208, tweede lid, juncto artikel I-Q207 en artikel I-Q307, tweede lid, juncto I-Q306 RPBO, respectievelijk paragraaf 5.2 voor de salarisgarantie waarop de betrokkene recht heeft).
5.3.2
5.3.4
Meerhoofdige schoolleiding basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs
Handhaving benoeming Bij een samenvoeging van basisscholen bestaat de mogelijkheid dat twee van de directeuren van de scholen die bij
Een ontslag van een directeur, of een ontslag dan wel
de samenvoeging betrokken zijn,- worden benoemd als
wijzi-ging van de benoeming van een leraar tevens
directeur in een meerhoofdige schoolleiding aan de school
adjunct-directeur, blijft uit wanneer het bevoegd gezag nog die na samenvoeging ontstaat-. Met ingang van 1 augustus één of meer andere gelijksoortige scholen beheert waaraan 1998 bestaat deze mogelijkheid ook voor speciale scholen op de samenvoegingsdatum een gelijksoortige directie-
voor basisonderwijs zonder afdeling. Voor-waarde voor
functie vacant is waarvan het niveau gelijk is aan dat van
instelling van een meerhoofdige schoolleiding is dat alle
de functie die het overtollige directielid ver-vulde. In dat
directeuren en leraren tevens adjunct-directeur van de
geval zal dat directielid uit hoofde van zijn bestuursbenoe-
scholen die bij de samen-voeging betrokken zijn hiermee
ming bij het bevoegd gezag die vacante functie moeten
moeten instemmen. De meerhoofdige schoolleiding omvat
worden aangeboden.
twee directeursfuncties, waarbij de omvang van deze functies tezamen maximaal gelijk is aan de omvang van twee normbetrekkingen. De directeuren die in een meerhoofdi-
5.3.3
Vrije keuze directieleden
ge schoolleiding worden benoemd, behouden vanzelfsprekend hun salarisgarantie.
De positie van de directeuren van de scholen die bij de
De regeling van de meerhoofdige schoolleiding aan basis-
samenvoeging betrokken zijn, is gelijk. Het bevoegd gezag
scholen vindt u in de artikelen I-Q204 en I-Q205 van het
is dan ook vrij in de keuze van de directeur van de school
RPBO. Deze bepalingen zijn met ingang van 1 augustus
die na samenvoeging ontstaat. Die keuze is uiteraard
1999 uitgebreid met een regeling meerhoofdige schoollei-
beperkt tot de directeuren van de scholen die bij de
ding voor speciale scholen voor basisonderwijs. Volgens
samenvoeging betrokken zijn (zie paragraaf 5.3.5 voor een
deze regeling zal het maximumsalaris voor een lid van een
uitzondering op die regel).
meerhoofdige schoolleiding van een speciale school voor basisonderwijs afhankelijk zijn van het aantal leerlingen
NUMMER 15 •
26 • 31 mei 2000
Primair onderwijs
van de school. Dit maximumsalaris is ten hoogste gelijk
Grondslag voor de vaststelling van de directiefuncties (en
aan het salaris volgens salarisnummer 7 in schaal 12 (voor
de bijbehorende maximumschalen) die op de samenvoe-
scholen met 200 of meer leerlingen). Voor personeelsleden
gingsdatum normatief beschikbaar zijn aan de school die
met een salarisgarantie geldt dat zij tenminste aanspraak
na samenvoeging ontstaat, is het aantal leerlingen op
maken op het salaris volgens die garantie (zie ook para-
1 oktober van het eerste schooljaar na de samenvoeging.
graaf 5.2.1). Dit salaris kan dus uitgaan boven het maxi-
Voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs
mumsalaris volgens de regeling meerhoofdige schoollei-
wordt uitgegaan van het aantal leerlingen op 1 oktober van
ding.
het schooljaar voorafgaand aan de samenvoeging van alle
Regeling samenvoeging van
basisscholen en sbo’s die bij de samenvoeging betrokken
scholen in het basisonder-
zijn (zie ook paragraaf 3.2 en 3.3). Voor basisscholen wordt
wijs, het (voortgezet) speci-
dit aantal leerlingen met 3% verhoogd.
aal onderwijs en het speci-
5.3.5
”Bovenschoolse” directeur
aal voortgezet onderwijs op 1 augustus 2000, 1 augustus
Verder bestaat de mogelijkheid dat de directeur van een
5.5
Formatierekeneenhedenverbruik
5.5.1
Formatierekeneenhedenverbruik (ex-)directieleden
2001 en 2002
andere school die niet bij de samenvoeging betrokken is tevens directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat (zie artikel 29, eerste lid van de WPO, artikel 29, eerste lid van de WEC en artikel 149, eerste lid van de WVO). Voorwaarde voor benoeming van een dergelijke ”bovenschoolse” directeur is dat alle directeuren van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn hiermee
Het fre-verbruik voor een personeelslid als bedoeld in para-
moeten instemmen (zie in dit verband ook paragraaf 5.5.2). graaf 5.2 wordt als volgt vastgesteld. Deze voorwaarde geldt echter niet als, niettegenstaande de benoeming van een bovenschoolse directeur, één van de
Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs
directeuren die bij de samen-voe-ging betrokken is direc-
Voor basisscholen en sbo’s gelden geen afwijkende voor-
teur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat.
schriften als het gaat om de vaststelling van het fre-ver-
Wel moet in dat geval sprake zijn van benoeming in de
bruik voor personeelsleden als bedoeld in paragraaf 5.2.
directeursfunctie welke voor die school normatief aanwe-
Het fre-verbruik voor deze personeelsleden is met ingang
zig is. In die situatie is de paragraaf over het verhoogde
van het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan
fre-verbruik (paragraaf 5.5.2) niet van toepassing.
de fre’s die horen bij de functie waarin de betrokkenen benoemd worden (zie paragraaf 5.5.2 voor een uitzondering op die regel).
5.4
Inpassing/bezoldiging directieleden
Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs Voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scho-
Als gevolg van een wijziging in de schoolgrootte op de
len voor speciaal voortgezet onderwijs gelden afwijkende
samenvoegingsdatum (1 augustus) kan voor de directeur of
voorschriften als het gaat om de vaststelling van het fre-
leraar tevens adjunct-directeur van de school die na
verbruik voor personeelsleden als bedoeld in paragraaf 5.2.
samenvoeging ontstaat een functie met een hogere maxi-
Gedurende het eerste schooljaar dat volgt op de samenvoe-
mumschaal gaan gelden dan die welke op de dag vóór de
ging is het fre-verbruik gelijk aan het aantal fre’s dat
samenvoeging voor hem gold dan wel formatief beschik-
behoort bij de functie waarop de salarisgarantie (niet zijn-
baar was (zie ook paragraaf 3.2, 3.3 en 4.5). In dat geval
de een HOS-garantie) van dat personeelslid is gebaseerd.
wordt het betrokken directielid in afwijking van artikel
Wanneer dat aantal echter lager is dan het aantal fre’s dat
I-Q106 van het RPBO- vanaf de dag van de samenvoeging
behoort bij de functie na de samenvoe-ging, wordt van het
bezoldigd volgens het carrièrepatroon dat bij die hogere
laatstbedoelde aantal fre’s uitgegaan.
maximumschaal behoort. Bij de inschaling wordt in afwij-
Vanaf het tweede schooljaar na de samenvoeging wordt
king van artikel I-P14, tweede lid, RPBO - een bevorderings- het fre-verbruik overeenkomstig het bepaalde in artikel periodiek toegekend. Betrokkene houdt een blijvende aan-
I-P78 van het RPBO - vastgesteld op basis van de functie
spraak op de hogere maximumschaal als deze gedurende 3 waarin de betrokkene na de samenvoeging is benoemd. achtereenvolgende schooljaren aan de na samenvoeging
Het hoger fre-verbruik voor ex-leraren tevens adjunct-
ontstane school beschikbaar is geweest, of als zijn bezoldi-
directeur als bedoeld in artikel I-R306 van het RPBO, is niet
ging feitelijk volgens die maximumschaal wordt vastge-
van toepassing wanneer de normatief beschikbare functies
steld.
van leraar tevens adjunct-directeur op de samenvoegingsdatum in overeenstemming met het gestelde in paragraaf
Primair onderwijs
NUMMER 15 •
27 • 31 mei 2000
5.5 zijn toegedeeld. Dit betekent dat de leraar tevens adjunct-directeur wiens benoeming op de samenvoegings-
De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
datum is gewijzigd in een benoeming als leraar omdat
drs. K.Y.I.J. Adelmund
voor hem geen normatieve adjunct-directeursfunctie beschikbaar was, met ingang van het tweede schooljaar na de samenvoeging het fre-verbruik heeft van een leraar. De salarisgarantie van de betrokkene blijft behouden (zie ook Regeling samenvoeging van
paragraaf 5.2).
scholen in het basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speci-
5.5.2
aal voortgezet onderwijs op 1 augustus 2000, 1 augustus 2001 en 2002
Formatierekeneenhedenverbruik (ex-)directieleden bij benoeming ”bovenschoolse” directeur
Wanneer de directeur van een andere school die niet bij de samenvoeging betrokken is tevens (”bovenschoolse”) directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat (zie ook paragraaf 5.3.5), wordt het fre-verbruik voor de exdirecteuren als volgt vastgesteld. Het fre-verbruik wordt vastgesteld volgens de regels in paragraaf 5.5.1, met dit verschil dat het fre-verbruik voor één van de ex-directeuren ook na afloop van het eerste schooljaar na de samenvoeging tenminste gebaseerd blijft op het aantal fre’s dat behoort bij de functie waarop de salarisgarantie van de betrokkene is geba-seerd. Wanneer de ex-directeuren op de dag voor de samenvoeging functies met verschillende maximumschalen vervulden, wordt deze regel toegepast op de functie met de hoogste maximumschaal. Deze regel blijft van kracht zolang de betrokken ex-directeur feitelijk van zijn salarisgarantie gebruik maakt. De regel vervalt zodra één van de ex-directeuren alsnog directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat. Deze regel moet voorkomen dat de benoeming van een bovenschoolse directeur in het hierboven bedoelde geval voor het Rijk tot extra kosten leidt. In vergelijking met de situatie dat geen bovenschoolse directeur zou zijn benoemd, bestaan deze kosten met ingang van het tweede schooljaar na de samenvoeging uit het verschil tussen het fre-verbruik behorende bij de salarisgarantie van de nietbenoemde ex-directeur en het fre-verbruik behorende bij de functie waarin deze ex-directeur na de samenvoeging is benoemd. Deze regel is van toepassing op de ex-directeur met de hoogste salarisgarantie. In een situatie waarin twee of meer ex-directeuren een functie vervulden met dezelfde hoogste maximumschaal moet het bevoegd gezag zelf de ex-directeur aanwijzen waarop de regel van toepassing is. Het bevoegd gezag kan niet meer terugkomen op een eenmaal gemaakte keuze.
NUMMER 15 •
28 • 31 mei 2000
Primair onderwijs