Goede verzorging en goed onderhoud zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat uw Mercury-product met optimale efficiëntie werkt, voor maximale prestaties en energiebesparing. De bijgevoegde Eigenaarsregistratiekaart vormt uw sleutel tot probleemloos plezier voor het hele gezin. Raadpleeg uw Handleiding voor gebruik en onderhoud voor gedetailleerde informatie over de garantie. Nadere informatie over de dichtstbijzijnde dealer kunt u vinden op www.marinepower.com waar u landkaarten en uitgebreide adresinformatie aantreft. Is uw motor correct geregistreerd voor garantiedoeleinden? Kijk dit na op www.marinepower.com. Neem indien nodig contact op met uw plaatselijke dealer.
90-10241B80 407
Welkom aan boord!
Merk:
Mercury Marine W6250 Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54935-1939 V.S.,
Erkend vertegenwoordiger:
Marine Power Europe, Inc. Parc Industriel de Petit-Rechain B-2800 Verviers - België,
Richtlijn voor pleziervaartuigen:
2003/44/EC als wijziging van 94/25/EC
Geldende vereiste
Toegepaste normen
Eigenaarshandleiding (A.2.5)
EN ISO 10240:2004
Vaareigenschappen (A.4)
EN ISO 8665:1995
Starten van buitenboordmotoren (A.5.1.4)
EN ISO 11547:1995
Algemeen stuursysteem (A.5.4.1)
ABYC P-17; EN ISO 10592:1995
Vereisten uitlaatemissie (B.2)
EN ISO 8178-1:1996
Eigenaarshandleiding (B.4)
EN ISO 8665:1995
Geluidsniveaus (C.1)
EN ISO 14509:2000
8/9.9 & 9.9 Bigfoot viertakt
Conformiteitsverklaring
Ter beoordeling van uitlaatemissie gebruikte module: Module H; certificatienr. RCD-H-2 Ter beoordeling van geluidsemissie gebruikte module: Module H; certificatienr. RCD-H-2 Naam van aangemelde instantie voor beoordeling van uitlaatgasemissie en beoordeling van geluidsemissie: Det Norske Veritas AS 1322 Hovik Noorwegen Nummer aangemelde instantie: 0575 Motortype: Buitenboordmotor
Brandstoftype: Benzine Verbrandingscyclus: Viertakt
Merken: Mercury, Mariner
Motorassortiment
Locatie fabrikant Vermogen
Beginnend serienummer
Module H certificaat geluidsen uitlaatemissie
Verado 4-cilinder
België
0P401000
RCD-H-2
135,150 i
© 2007 Mercury Marine
Veritasveien 1
Verado 4-cilinder
Fond du Lac, Wisconsin, VS
135, 150
1B227000
RCD-H-2
Verado 6-cilinder
België
200, 225, 250, 275
0P401000
RCD-H-2
Verado 6-cilinder
Fond du Lac, Wisconsin, VS
200, 225, 250, 275
1B227000
RCD-H-2
80, 100, 115 EFI
België
80, 100, 115
0P401000
RCD-H-2
75, 90, 115 EFI
Fond du Lac, Wisconsin, VS
75, 90, 115
1B366823
RCD-H-2
40 drie cilinders
België
40
0P401000
RCD-H-2
40, 50, 60 vier cilinders België
40, 50, 60
0P401000
RCD-H-2
4/5/6 pk
België
4, 5, 6
0P401000
RCD-H-2
8/9.9 hp
België
8, 9.9
0P401000
RCD-H-2
15 pk
België
15
0P401000
RCD-H-2
Veiligheid onder machinerichtlijn
98/37/EC
Principes van veiligheidsintegratie (1.1.2)
ISO 12100-1; ISO 12100-2; EN 1050
Geluid (1.5.8)
ICOMIA 39/94
Trilling (1.5.9)
ICOMIA 38/94
Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EC Algemene emissienorm
EN 61000-6-3
Algemene immuniteitsnorm
EN 61000-6-1
Voertuigen, vaartuigen en door verbrandingsmotor aangedreven apparaten - kenmerken radiostoring
SAE J551 (CISPR 12)
Test voor elektrostatische ontlading
EN 61000-6-2; EN 61000-4-2; EN 61000-4-3
CISPR 12; EN 55012:2002/A1:2005
Deze verklaring wordt afgegeven onder de exclusieve verantwoordelijkheid van Mercury Marine en Marine Power Europe.
Patrick C. Mackey President, Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS, op 1 mei 2006 Voor Europese reglementen kunt u contact opnemen met: Regulations and Product Safety Department, Mercury Marine, Fond du Lac, WI, V.S.
ii
INHOUDSOPGAVE Informatie over garantie Overdracht van garantie..................................................................................................................................... 1 Garantieregistratie in de VS en Canada............................................................................................................. 1 Informatie over garantieregistratie buiten de VS en Canada.............................................................................. 1 Beperkte garantie viertakt‑buitenboordmotor Verenigde Staten, Canada, Europa en Gemenebest van Onafhankelijke Staten......................................................................................................................................... 2 Beperkte garantie viertakt‑buitenboordmotor (Midden‑Oosten en Afrika).......................................................... 3 Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie....................................................................................................... 5 Garantiedekking en uitsluitingen......................................................................................................................... 6
Algemene informatie Verantwoordelijkheid van de bestuurder............................................................................................................. 8 Vóór het bedienen van de buitenboordmotor...................................................................................................... 8 Vermogen van de boot........................................................................................................................................ 8 Gebruik van race‑ en speedboten....................................................................................................................... 9 Buitenboordmotormodellen met afstandsbediening............................................................................................ 9 Kennisgeving over externe besturing.................................................................................................................. 9 Dodemansschakelaar....................................................................................................................................... 10 Mensen in het water beschermen..................................................................................................................... 11 Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton‑ en dekboten................................................................. 12 Over golven en kielwater springen.................................................................................................................... 13 Botsingen met obstakels onder water............................................................................................................... 14 Uitlaatemissies.................................................................................................................................................. 15 Accessoires voor buitenboordmotor kiezen...................................................................................................... 16 Suggesties voor veilig varen............................................................................................................................. 16 Noteer het serienummer................................................................................................................................... 17 8/9.9 viertakt specificaties ‑ internationaal........................................................................................................ 17 Identificatie van componenten.......................................................................................................................... 19 Onderdelenidentieficatie ‑ Bigfoot‑modellen..................................................................................................... 21
Vervoer Dragen, opslag en vervoer van de buitenboordmotor na verwijderen van de boot.......................................... 22 Losse brandstoftanks vervoeren....................................................................................................................... 23 De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren ‑ modellen met trimbekrachtiging.................................... 24 De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren ‑ modellen met opklapbekrachtiging............................... 24
Brandstof en olie Aanbevelingen voor brandstof.......................................................................................................................... 26 Brandstoftank vullen......................................................................................................................................... 27 Aanbevolen motorolie....................................................................................................................................... 28 De motorolie controleren................................................................................................................................... 28
Functies en bedieningsorganen Kenmerken van de stuurknuppel...................................................................................................................... 30 Functies van de afstandsbediening.................................................................................................................. 35 iii
INHOUDSOPGAVE Waarschuwingssysteem................................................................................................................................... 35 Opklapbekrachtiging (indien aanwezig)............................................................................................................ 36 Bedrijfshoek van de buitenboordmotor instellen............................................................................................... 38 Spiegelhoek afstellen........................................................................................................................................ 39 Gebruik in ondiep water.................................................................................................................................... 40 Buitenboordmotor opklappen............................................................................................................................ 40 INSTELLEN VAN de trimvin............................................................................................................................. 41
Bediening Controlelijst vóór het starten............................................................................................................................. 42 Varen bij temperaturen onder het vriespunt...................................................................................................... 42 Varen in zout of vervuild water.......................................................................................................................... 42 Gebruik van de buitenboordmotor als hulpmotor.............................................................................................. 42 Instructies alvorens te starten........................................................................................................................... 43 INLOOPPROCEDURE VAN DE MOTOR......................................................................................................... 43 Motor starten ‑ Modellen met stuurknuppel...................................................................................................... 44 Motor starten ‑ Modellen met afstandsbediening.............................................................................................. 46 Warme motor starten........................................................................................................................................ 48 Schakelen......................................................................................................................................................... 48 Motor stoppen................................................................................................................................................... 49 Starten in geval van nood................................................................................................................................. 50
Onderhoud Onderhoud van de buitenboordmotor............................................................................................................... 52 EPA‑emissies.................................................................................................................................................... 52 Inspectie‑ en onderhoudsschema..................................................................................................................... 53 Koelsysteem doorspoelen................................................................................................................................. 54 Verwijdering en installatie motorkap................................................................................................................. 55 Accu inspecteren.............................................................................................................................................. 56 Onderhoud van de buitenkant........................................................................................................................... 56 Brandstofsysteem............................................................................................................................................. 56 Stuurstangbevestigers...................................................................................................................................... 57 Anti‑corrosieanode............................................................................................................................................ 58 Schroef vervangen............................................................................................................................................ 59 Zekering vervangen ‑ Elektrisch gestarte modellen.......................................................................................... 61 Bougies inspecteren en vervangen................................................................................................................... 61 Inspectie distributieriem.................................................................................................................................... 62 Motorolie verversen.......................................................................................................................................... 63 Smeerpunten.................................................................................................................................................... 64 Onderwaterhuis smeren.................................................................................................................................... 66 Opklapbekrachtigingsvloeistof controleren....................................................................................................... 68 Onder water geraakte buitenboordmotor.......................................................................................................... 68
Opslag Voorbereiding voor opslag................................................................................................................................ 69 Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen.................................................................................. 69 Bescherming inwendige motoronderdelen........................................................................................................ 70 Onderwaterhuis................................................................................................................................................. 70 Buitenboordmotor plaatsen voor opslag........................................................................................................... 70
iv
INHOUDSOPGAVE Accu opslaan.................................................................................................................................................... 71
Opsporen van storingen Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen)........................................................................... 72 Motor start niet.................................................................................................................................................. 72 Motor loopt onregelmatig.................................................................................................................................. 72 Prestatieverlies................................................................................................................................................. 73 Accu kan lading niet houden............................................................................................................................. 73
Servicebijstand voor de eigenaar Plaatselijke reparatieservice ............................................................................................................................ 74 Service onderweg............................................................................................................................................. 74 Inlichtingen over onderdelen en accessoires ................................................................................................... 74 Servicebijstand.................................................................................................................................................. 74 Mercury Marine‑servicekantoren...................................................................................................................... 74
Installeren van de motor Vermogen van de boot...................................................................................................................................... 76 Bescherming tegen ingeschakeld starten......................................................................................................... 76 Accessoires voor buitenboordmotor kiezen...................................................................................................... 76 Buitenboordmotor installeren............................................................................................................................ 77 Afstandsbediening installeren........................................................................................................................... 79 Stuurstangbevestigers...................................................................................................................................... 79 Verbinding van bedrading voor afstandsbediening........................................................................................... 81 Bedieningskabel installeren.............................................................................................................................. 83 Accu installeren – Elektrisch gestarte modellen................................................................................................ 86 Accu‑aansluitingen............................................................................................................................................ 86 Schroef installeren............................................................................................................................................ 86
v
vi
INFORMATIE OVER GARANTIE Overdracht van garantie De beperkte garantie kan aan een volgende koper worden overgedragen maar alleen voor de resterende, ongebruikte termijn van de beperkte garantie. Dit is niet van toepassing op producten die voor commerciële toepassingen worden gebruikt. Als u de garantie aan de volgende eigenaar wilt overdragen, stuurt u een kopie van de eigendomsoverdracht of verkoopovereenkomst met de naam en het adres van de nieuwe eigenaar en het serienummer van de motor per post of fax naar de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine. Stuur deze in de Verenigde Staten en Canada naar: Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax 920-929-5893 Na het verwerken van de garantie-overdracht stuurt Mercury Marine een registratiebevestiging per post naar de nieuwe eigenaar van het product. Er zijn aan deze service geen kosten verbonden. Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uw land of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.
Garantieregistratie in de VS en Canada 1.
U kunt uw adres te allen tijde veranderen, ook wanneer u een garantieclaim indient, door Mercury Marine op te bellen of een brief of fax met uw naam, oude adres, nieuwe adres en het serienummer van de motor aan de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine te sturen. Ook uw dealer kan deze gegevenswijziging verwerken. Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax 920-929-5893
NB: Mercury Marine en alle leveranciers van scheepvaartproducten die in de Verenigde Staten verkocht worden, moeten registratielijsten bijhouden voor het geval dat er melding van een terugroeping vanwege veiligheidsoverwegingen conform de Federal Safety Act dient plaats te vinden. 2.
Om voor garantiedekking in aanmerking te komen moet het product bij Mercury Marine geregistreerd zijn. Bij de verkoop hoort de dealer het garantieregistratieformulier in te vullen en onmiddellijk aan Mercury Marine te zenden via MercNET, e-mail of per post. Na ontvangst van dit garantieregistratieformulier registreert Mercury Marine de registratie.
3.
Na het verwerken van de garantieregistratie stuurt Mercury Marine per post een registratiebevestiging aan de koper van het product. Als u deze registratiebevestiging niet binnen 30 dagen ontvangt, dient u onmiddellijk contact op te nemen met de leverancier. Garantiedekking is pas van kracht als uw product bij Mercury Marine is geregistreerd.
Informatie over garantieregistratie buiten de VS en Canada 1.
Het is belangrijk dat de leverancier de Garantieregistratiekaart helemaal invult en deze instuurt naar de distributeur of naar het Marine Power Service Center dat het garantieregistratie- en claimprogramma voor uw regio beheert.
2.
De Garantieregistratiekaart vermeldt uw naam en adres, het productnummer en de serienummers, de verkoopdatum, het type toepassing en het codenummer, de naam en het adres van de distributeur/ leverancier. De distributeur/leverancier verklaart tevens dat u de oorspronkelijke koper en gebruiker van het product bent.
1
INFORMATIE OVER GARANTIE 3.
Onmiddellijk nadat de distributeur/leverancier de kaart helemaal heeft ingevuld, MOET aan u een kopie van de Garantieregistratiekaart (de Koperskopie) overhandigd worden. Deze kaart dient voor u ter identificatie van de fabrieksregistratie; u hoort hem voor eventueel toekomstig gebruik te bewaren. Mocht service onder de garantie voor dit product ooit nodig blijken, dan kan uw leverancier u vragen om uw exemplaar van de Garantieregistratiekaart om de aankoopdatum te controleren en om de informatie op de kaart te gebruiken voor het invullen van de garantieclaimformulieren.
4.
In sommige landen stuurt het Marine Power Service Center u een permanente (plastic) Garantieregistratiekaart binnen 30 dagen na ontvangst van de Fabriekskopie van de Garantieregistratiekaart van uw distributeur/leverancier. Als u een plastic Garantieregistratiekaart ontvangt, kunt u de Koperskopie die u ten tijde van aankoop van het product van de distributeur/ leverancier ontvangen hebt, weggooien. Uw distributeur/leverancier kan u laten weten of er in uw geval een plastic kaart uitgegeven wordt.
BELANGRIJK: In sommige landen vereist de wet dat de fabriek en de leverancier registratielijsten bijhouden. Wij streven ernaar ALLE producten in de fabriek te registreren voor het geval dat het nodig mocht blijken om contact met u op te nemen. Zorg dat uw leverancier/distributeur de garantieregistratiekaart onmiddellijk invult en de fabriekskopie aan het Marine Power International Service Center voor uw regio stuurt. 5.
Voor nadere informatie over de Garantieregistratiekaart en de wijze waarop deze bij verwerking van garantieclaims gebruikt wordt, wordt u verwezen naar de Internationale garantievoorwaarden.
Beperkte garantie viertakt-buitenboordmotor Verenigde Staten, Canada, Europa en Gemenebest van Onafhankelijke Staten Buiten de Verenigde Staten, Canada, Europa en het Gemenebest van Onafhankelijke Staten - raadpleeg uw plaatselijke distributeur. WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe producten vrij zijn van materiaalen fabricagefouten tijdens de hieronder beschreven termijn. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende twee (2) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, of de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in gebruik wordt genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden in het kader van deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Een eventueel resterende dekkingstermijn kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. De garantiedekking kan beëindigd worden voor gebruikte of teruggenomen producten, of voor producten die zijn aangeschaft op een veiling, van een sloperij of van een verzekeringsmaatschappij. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan uitsluitend nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. De garantiedekking wordt geldig nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om toekomstige garantiedekking afhankelijk te maken van een bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie beperkt zich tot het, naar eigen goeddunken, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen.
2
INFORMATIE OVER GARANTIE HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie af te leveren bij een Mercury-dealer die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de geboden service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij de service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt is door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor bij volgas niet binnen het aanbevolen toerentalgebied kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/de werkcyclus in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud', verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerd onderhoud, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud'), wijzigen of verwijderen van onderdelen, of water dat de motor binnenkomt via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater met als oorzaak verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor races of andere wedstrijdactiviteiten, of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer dan ook, zelfs door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon (met inbegrip van de erkende Mercury Marine-dealers) wordt door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, buiten de bepalingen in deze beperkte garantie om; indien deze toch worden verstrekt, zijn ze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.
Beperkte garantie viertakt-buitenboordmotor (Midden-Oosten en Afrika) WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe buitenboordmotor- en jetproducten vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten tijdens de hieronder beschreven termijn.
3
INFORMATIE OVER GARANTIE DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, of de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden volgens deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot voorbij de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan uitsluitend nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury's enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken, beperkt tot het repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de verrichte reparatie of het gepleegde onderhoud niet door deze garantie wordt gedekt dan betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij deze service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt is door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor bij volgas niet binnen het aanbevolen toerentalgebied kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/de werkcyclus, in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en -voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, of water dat de motor binnenkomt via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater met als oorzaak verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor races of andere wedstrijdactiviteiten, of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer dan ook, zelfs door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. 4
INFORMATIE OVER GARANTIE Geen enkele persoon of rechtspersoon (met inbegrip van de erkende Mercury Marine-dealers) wordt door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, buiten de bepalingen in deze beperkte garantie om; indien deze toch worden verstrekt, zijn ze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat een nieuwe Mercury, Mariner, Mercury Racing, Sport Jet, M2 Jet Drive, Tracker van Mercury Marine Outboard, Mercury MerCruiser binnenboord- of
hekaandrijvingsmotor (het "product") niet binnen de hieronder beschreven termijn buiten werking zal raken direct ten gevolge van corrosie.
DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte corrosiegarantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de levensduur van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopen garantiedekking kan aan een volgende (niet commerciële) koper worden overgedragen mits het product naar behoren opnieuw wordt geregistreerd. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Inrichtingen die corrosie tegengaan en die in de Handleiding voor gebruik en onderhoud worden opgegeven, moeten op de boot worden gebruikt, en regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd (met inbegrip van, zonder enige beperking, het vervangen van zelfopofferende anodes, het gebruik van opgegeven smeermiddelen en het bijwerken van beschadigingen en krasjes) om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken, beperkt tot het repareren van een gecorrodeerd onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de geboden service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij de service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. 5
INFORMATIE OVER GARANTIE WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen corrosie van het elektrisch systeem; corrosie als gevolg van schade, corrosie die uitsluitend cosmetische schade veroorzaakt; misbruik of verkeerde service; corrosie van accessoires, instrumenten, stuursystemen; corrosie van door de fabriek geïnstalleerde jetaandrijving, schade als gevolg van scheepsaangroeiing; product dat verkocht is met een beperkte productgarantie van minder dan één jaar; vervangingsonderdelen (onderdelen die door de klant zijn gekocht); producten die voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Corrosieschade veroorzaakt door zwerfstroom (elektrische stroomaansluiting op de vaste wal, boten in de buurt, metaal onder water) wordt niet door deze corrosiegarantie gedekt en bescherming daartegen moet worden geboden door het gebruik van een corrosiewerend systeem zoals bijvoorbeeld de Mercury Precision onderdelen of het Quicksilver MerCathode systeem en/of Galvanic Isolator (galvanische isolatiering). Corrosieschade die door verkeerde toepassing van anti-fouling verf op basis van koper wordt veroorzaakt, wordt ook niet gedekt door deze beperkte garantie. Als anti-fouling bescherming nodig is, wordt anti-fouling verf op basis van Tri-ButylTin-Adipaat (TBTA) aanbevolen voor MerCruiser toepassingen. In gebieden waar verf op basis van TBTA bij de wet verboden is, kan verf op basis van koper op de romp en de spiegel worden gebruikt. Breng geen verf aan op de buitenboordmotor of het MerCruiser product. Bovendien moet opgelet worden dat geen elektrische verbinding tussen het gegarandeerde product en de verf ontstaat. Bij MerCruiser-producten moet een ongelakte ruimte van minstens38 mm (1.5 in.) worden gelaten rondom de spiegelconstructie. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud voor verdere bijzonderheden. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Garantiedekking en uitsluitingen Dit hoofdstuk is bedoeld om enkele van de algemene misvattingen m.b.t. garantiedekking uit de wereld te helpen. In de volgende informatie worden enkele soorten service uitgelegd die niet door de garantie worden gedekt. De hieronder uiteengezette voorwaarden zijn ter referentie in de Beperkte garantie van drie jaar tegen defecten als gevolg van corrosie, de Internationale beperkte garantie voor buitenboordmotoren en de Beperkte garantie voor buitenboordmotoren voor de Verenigde Staten en Canada opgenomen. Bedenk wel dat garantie reparaties dekt die binnen de garantietermijn nodig zijn vanwege gebreken in materiaal en afwerking. Verkeerde installatie, ongelukken, normale slijtage en allerlei andere oorzaken die op het product van invloed zijn, worden niet gedekt. De garantie is beperkt tot gebreken in materiaal of afwerking, maar alleen wanneer het product is verkocht in het land waarin distributie door ons is goedgekeurd. Voor eventuele vragen over garantiedekking kunt u contact met uw erkende dealer opnemen. De dealer zal graag al uw vragen beantwoorden.
ALGEMENE UITSLUITINGEN VAN DE GARANTIE 1.
Kleine bij- en afstellingen, waaronder het controleren, reinigen of afstellen van bougies, onderdelen van de ontsteking, carburateurinstellingen, filters, riemen, bedieningsorganen en het controleren van smeermiddelen, uitgevoerd tijdens normale service.
2.
In de fabriek geïnstalleerde jetaandrijvingen - Specifieke onderdelen die van de garantie zijn uitgesloten, zijn: door schok of slijtage beschadigde impeller van de jetaandrijving en de jetpompvoering en door water beschadigde aandrijfaslagers als gevolg van verkeerd onderhoud. 6
INFORMATIE OVER GARANTIE 3.
Schade veroorzaakt door verzuim, gebrek aan onderhoud, ongelukken, abnormaal gebruik of verkeerde installatie of service.
4.
Kosten voor het uit het water halen, te water laten en slepen, vanwege het bootontwerp te verwijderen en/of te vervangen bootschotten of materiaal voor noodzakelijke toegang tot het product, alle bijbehorende transportkosten en/of reistijd enz. Er moet redelijke toegang tot het product worden verschaft voor service onder de garantie. De klant moet het product bij een erkende dealer afleveren.
5.
Andere, door de klant verzochte service dan hetgeen noodzakelijk is om aan de garantieverplichting te voldoen.
6.
Arbeidskosten voor werk dat niet door een erkende dealer is uitgevoerd wordt wellicht alleen onder de volgende omstandigheden gedekt: Wanneer het werk in noodgevallen is uitgevoerd (mits er geen erkende dealers in de buurt zijn die het vereiste werk kunnen uitvoeren of de dealers geen faciliteiten hebben voor uit het water halen enz. en voorafgaand door de fabriek toestemming is verleend om het werk bij deze faciliteit te laten uitvoeren).
7.
De eigenaar is verantwoordelijk voor alle incidentele en/of gevolgschade (opslagkosten, alle telefoon- of huurkosten, ongemak of verlies van tijd of inkomsten).
8.
Gebruik van andere dan Mercury Precision of Quicksilver onderdelen bij het uitvoeren van reparaties tijdens de garantieperiode.
9.
De klant is verantwoordelijk voor olieën, smeermiddelen of vloeistoffen die ververst zijn als onderdeel van normaal onderhoud tenzij verlies of verontreiniging hiervan door een defect van het product is veroorzaakt dat voor garantie in aanmerking komt.
10. Deelname aan of voorbereiding voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een voor racen bedoeld onderwaterhuis. 11. Motorlawaai duidt niet noodzakelijkerwijs op een ernstig motorprobleem. Als de diagnose een ernstig probleem in de motor aangeeft, dat tot een storing kan leiden, moet de oorzaak van het lawaai onder de garantie worden verholpen. 12. Schade aan het onderwaterhuis en/of de schroef, veroorzaakt door het raken van een voorwerp onder water, wordt als een gevaar van het varen beschouwd. 13. Water dat de motor via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt of onderdompeling. 14. Storing van onderdelen veroorzaakt door gebrek aan koelwater, wat het gevolg is van het starten van een motor die niet in het water is, vreemd materiaal dat de inlaatopeningen verstopt, een te hoog gemonteerde of te ver naar buiten getrimde motor. 15. Gebruik van brandstoffen en smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met of op het product. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud. 16. Onze beperkte garantie is niet van toepassing op productschade veroorzaakt door de installatie of het gebruik van onderdelen en accessoires die niet door ons worden geproduceerd of verkocht. Storingen die geen verband houden met het gebruik van die onderdelen of accessoires worden onder de garantie gedekt als ze aan de voorwaarden van de beperkte garantie van dat product voldoen.
7
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste en veilige bediening van de boot en de veiligheid van de medeopvarenden en het grote publiek. Er wordt ten sterkste aangeraden dat elke bestuurder deze gehele handleiding doorleest, voordat hij de buitenboordmotor gebruikt. Zorg ervoor dat er minstens één andere persoon aan boord is die geleerd heeft de buitenboordmotor te starten en te bedienen en die de boot kan besturen in geval de bestuurder niet in staat is om dit te doen.
Vóór het bedienen van de buitenboordmotor Lees deze handleiding aandachtig. Leer hoe u de buitenboordmotor op de juiste wijze bedient. Voor eventuele vragen kunt u contact met uw dealer opnemen. Het in acht nemen van de veiligheids- en bedieningsinformatie en gezond verstand kunnen samen dit risico van letsel en beschadiging van het product helpen voorkomen. In deze handleiding en op de veiligheidslabels op de buitenboordmotor worden de volgende veiligheidswaarschuwingen gebruikt om uw aandacht op speciale veiligheidsaanwijzingen te vestigen die gevolgd moeten worden.
! GEVAAR Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden.
! WAARSCHUWING Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
! OPGELET Duidt op een gevaarlijke situatie die tot licht of matig letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
KENNISGEVING Duidt op een situatie die tot uitval van de motor of een belangrijk onderdeel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
Vermogen van de boot
! WAARSCHUWING Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot.
8
ALGEMENE INFORMATIE Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
Gebruik van race- en speedboten Als uw buitenboordmotor gebruikt zal worden op een speed- of raceboot waarmee u niet vertrouwd bent, raden wij aan dat u er pas snel mee vaart na een eerste kennismakingsdemonstratie door uw dealer of een bestuurder die ervaring heeft met deze combinatie van vaartuig en buitenboordmotor. Vraag voor nadere informatie een exemplaar aan van de brochure Gebruik van race- en speedbotenbij uw dealer, leverancier of bij Mercury Marine.
Buitenboordmotormodellen met afstandsbediening De afstandsbediening die op uw buitenboordmotor is aangesloten, moet uitgerust zijn met een beveiliging, waardoor alleen in neutraal kan worden gestart. Hierdoor kan de motor niet starten wanneer in een andere stand dan neutraal geschakeld is.
! WAARSCHUWING Vermijd ernstig of dodelijk letsel als gevolg van plotseling, onverhoeds optrekken wanneer de motor gestart wordt. Het ontwerp van deze buitenboordmotor maakt het noodzakelijk dat de afstandsbediening die erbij gebruikt wordt, een ingebouwde beveiliging heeft, waardoor alleen in neutraal kan worden gestart.
26779
Kennisgeving over externe besturing De stuurstang die de stuurkabel aan de motor verbindt moet met behulp van zelfborgende moeren worden bevestigd. Deze zelfborgende moeren mogen nooit door gewone (niet-borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de verbindingsstang vrij- en loskomt.
9
ALGEMENE INFORMATIE ! WAARSCHUWING Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk krachtige, abrupte beweging kan maken dat passagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.
a a
10366
a-
zelfborgende moeren
Dodemansschakelaar Het doel van een dodemansschakelaar is om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zich zo ver van de plaats van de bestuurder begeeft (zoals wanneer hij uit de stoel wordt gestoten) dat de schakelaar geactiveerd wordt. Buitenboordmotoren met stuurknuppel en sommige afstandsbedienings-units zijn uitgerust met een dodemansschakelaar. Een schakelaar met dodemanskoord kan als optie worden geïnstalleerd - gewoonlijk op het dashboard of aan de zijkant naast de plaats van de bestuurder. Het dodemanskoord is een koord dat gewoonlijk122 - 152 cm (4 - 5 ft) lang is wanneer het uitgetrokken wordt, met een element aan het ene einde dat in de schakelaar wordt gestoken en een drukker aan het andere einde die aan de bestuurder wordt bevestigd. Het dodemanskoord is een spiraalkoord zodat het zo kort mogelijk is wanneer er niet aan wordt getrokken, en de kans dat het in voorwerpen verstrikt raakt, zo klein mogelijk is. De lengte in uitgetrokken toestand is zodanig dat de kans op per ongeluk activeren tot een minimum beperkt wordt, mocht de bestuurder zich in de buurt van zijn stoel bewegen. Als een korter dodemanskoord wenselijk is, wikkelt u het koord rond de pols of het been van de bestuurder of legt u een knoop in het koord.
b
a
a-
Dodemanskoord
b-
Lees de onderstaande veiligheidsinformatie voordat u verdergaat.
10
21629 Schakelaar dodemanskoord
ALGEMENE INFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie: Het doel van de dodemansschakelaar is om de motor af te zetten als de bestuurder zo ver van de bestuurdersplaats vandaan komt dat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit is het geval als de bestuurder per ongeluk overboord valt of zich binnen de boot te ver van de bestuurdersplaats vandaan verwijdert. Overboord vallen of uit de stoel worden geslingerd komt eerder voor bij bepaalde types boot, zoals opblaasboten met lage zijkanten, sportvisboten, speedboten en lichte vissersboten met een gevoelige helmstokbesturing. Overboord vallen of uit de stoel worden gestoten komt ook eerder voor bij onjuist gebruik, bijvoorbeeld op de rugleuning van de stoel zitten of op het gangboord bij planeesnelheden, staan bij planeesnelheden, op het verhoogde dek van een vissersboot zitten, met planeesnelheid varen in ondiep water of water met veel obstakels, een naar een kant trekkend stuurwiel of dito stuurknuppel loslaten, het gebruik van alcohol of verdovende middelen en gewaagde bootmanoeuvres bij hoge snelheid. Hoewel de motor bij activering van de dodemansschakelaar onmiddellijk wordt afgezet, blijft de boot doorvaren afhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd afgezet. De boot zal echter geen volledige cirkel maken. Terwijl de boot doorvaart, is de kans op ernstig letsel van personen in het pad van de boot hetzelfde als wanneer de motor draait. Wij raden ten sterkste aan om medeopvarenden de start- en bedieningsprocedures te leren in geval ze de motor in een noodgeval moeten bedienen (bv. als de bestuurder per ongeluk uit de boot wordt geworpen).
! WAARSCHUWING Als de bestuurder uit de boot valt, kan de kans op ernstig of dodelijk letsel als gevolg van overvaren sterk worden verkleind door onmiddellijk de motor af te zetten. Verbind de twee uiteinden van het dodemanskoord altijd goed met de dodemansschakelaar en met de bestuurder.
! WAARSCHUWING Vermijd ernstig en dodelijk letsel door hevige remkrachten als gevolg van het per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar. De bestuurder van de boot mag nooit de bestuurdersplaats verlaten zonder eerst het dodemanskoord van zijn lichaam los te halen. Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren. Dit kan één of meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken: •
Opvarenden kunnen naar voren worden geslingerd bij onverwacht stoppen; dit is vooral een probleem voor passagiers vóór in de boot; deze kunnen over de boeg slaan en door het onderwaterhuis of de schroef geraakt worden.
•
Verlies van vermogen en verlies van de macht over het stuur in ruwe zee, bij een sterke stroming of harde wind.
•
Verlies van de macht over het stuur tijdens het aanleggen.
Mensen in het water beschermen TERWIJL U VAART Voor personen, die zich staand of drijvend in het water bevinden, is het zeer moeilijk snel uit de weg te gaan, wanneer een motorboot, zelfs met een lage snelheid, in hun richting vaart.
21604 Minder altijd snelheid en wees zeer voorzichtig wanneer uw boot zich in de nabijheid van badende mensen bevindt. 11
ALGEMENE INFORMATIE Wanneer een boot vaart (zonder aangedreven te worden) en de schakeling van de buitenboordmotor in de neutraalstand staat, oefent het water voldoende kracht uit op de schroef om de schroef te doen draaien. Dit vrij ronddraaien van de schroef kan ernstig letsel veroorzaken.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT
! WAARSCHUWING Stop uw motor onmiddellijk wanneer iemand zich in de buurt van uw boot in het water bevindt. De persoon in het water kan ernstig gewond raken als hij door een draaiende schroef, varende boot, onderwaterhuis of door permanent aan de boot of het onderwaterhuis gemonteerde accessoires wordt geraakt. Schakel de motor in de neutraalstand en zet de motor uit alvorens mensen in de buurt van uw boot te laten zwemmen of waden.
Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton- en dekboten Houd tijdens het varen altijd in het oog waar alle passagiers zich bevinden. Sta niet toe dat passagiers staan of andere stoelen gebruiken dan de stoelen die bedoeld zijn voor sneller varen dan met stationair toerental. Een plotselinge afname in de vaarsnelheid, zoals wanneer de boot in een grote golf of in kielzog duikt, plotseling minder gas geven of een scherpe richtingsverandering van de boot kan hen van de voorkant van de boot slingeren. Als ze over de voorkant van de boot tussen de twee pontons vallen, kunnen zij door de buitenboordmotor overvaren worden.
BOTEN MET EEN OPEN VOORDEK Niemand mag zich ooit vóór het hekje op het dek bevinden terwijl de boot vaart. Houd alle passagiers achter het hekje of de afzetting. Mensen op het voordek kunnen gemakkelijk overboord worden geslingerd en benen die over de voorrand bengelen, kunnen door een golf worden gegrepen zodat de mensen in het water worden getrokken.
26782
! WAARSCHUWING Voorkom ernstige of dodelijke ongelukken door overboord slaan over de voorkant van een ponton of dekboot en overvaren. Blijf bij de voorkant van het dek vandaan en blijf zitten terwijl de boot vaart.
BOTEN MET VOOROP GEMONTEERDE HOGE VISSTOELEN OP VOETSTUK Hoge visstoelen zijn niet bedoeld voor gebruik als de boot sneller vaart dan met stationair toerental of op sleepsnelheid. Ga alleen op stoelen zitten die bedoeld zijn voor varen met hogere snelheid.
12
ALGEMENE INFORMATIE Een onverwachte, plotselinge afname in de snelheid van de boot kan tot gevolg hebben dat de passagier die hoog zit over de voorkant uit de boot valt.
26783
Over golven en kielwater springen Het varen over golven en kielwater met plezierboten maakt van nature deel uit van varen. Maar wanneer dit zo snel wordt gedaan dat het onderwaterschip geheel of gedeeltelijk uit het water wordt getild, ontstaan bepaalde gevaarlijke situaties, vooral wanneer de boot weer in het water terechtkomt.
26784 Het grootste probleem is dat de boot van richting kan veranderen terwijl hij over een golf of kielwater springt. In dat geval kan de boot plotseling van koers veranderen wanneer hij weer in het water terechtkomt. Een dergelijke scherpe verandering van richting kan ertoe leiden dat de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden gestoten.
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in of uit de boot gestoten worden wanneer de boot neerkomt na over een golf of kielwater te zijn gesprongen. Vermijd zo veel mogelijk over golven en kielwater te springen. Instrueer alle opvarenden omlaag te duiken en zich aan een handgreep van de boot vast te houden als de boot over golven of kielwater springt. Een minder vaak voorkomende, maar gevaarlijke situatie kan ontstaan als u de boot over een golf of kielwater laat springen. Als de boeg van de boot in de lucht ver genoeg omlaag duikt, kan hij bij het neerkomen onder het wateroppervlak komen en gedurende een ogenblik geheel onder water zijn. Hierdoor komt de boot ogenblikkelijk tot stilstand en kunnen de opvarenden naar voren vliegen. De boot kan bovendien scherp naar één kant trekken.
13
ALGEMENE INFORMATIE Botsingen met obstakels onder water Neem gas terug en wees voorzichtig als u in ondiep water vaart of op plaatsen waar zich onder water mogelijk obstakels bevinden die door de buitenboordmotor of de bodem van de boot geraakt kunnen worden. Het belangrijkste wat u kunt doen om letsel of stootschade door aanraking van een drijvend voorwerp of een voorwerp onder water te helpen voorkomen, is de snelheid van de boot aan te passen. Onder deze omstandigheden moet de snelheid van de boot beperkt worden tot een minimale planeersnelheid van 24 tot 40 km/u (15 tot 25 MPH).
26785
! WAARSCHUWING Om ernstig of dodelijk letsel te voorkomen doordat een deel van, of een complete, buitenboordmotor in de boot belandt nadat er een drijvend obstakel of obstakel onder water geraakt is, dient de snelheid te worden beperkt tot de minimale planeersnelheid. Raken van een drijvend obstakel of obstakel onder water kan leiden tot talloze verschillende situaties. Sommige van deze situaties kunnen in het volgende resulteren: •
Een deel van de buitenboordmotor of de gehele buitenboordmotor kan loskomen en in de boot belanden.
•
De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij een scherpe richtingverandering kunnen de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
•
De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren, of misschien zelfs uit de boot geslingerd.
•
Schade als de buitenboordmotor en/of de boot geraakt is.
Vergeet nooit dat het regelen van de vaarsnelheid het belangrijkste is wat u bij botsingen kunt doen om letsel of schade te voorkomen. Houd de vaarsnelheid op de minimale planeersnelheid wanneer u vaart op plaatsen met obstakels onder water. Nadat een voorwerp onder water is geraakt, moet u de motor zo spoedig mogelijk afzetten en inspecteren op gebroken of loszittende onderdelen. Als u schade ziet of vermoedt, moet de buitenboordmotor voor een grondige inspectie en noodzakelijke reparaties naar een erkende dealer worden gebracht. De boot moet ook op breuken in de romp of de spiegel en op waterlekkage worden gecontroleerd. Varen met een beschadigde buitenboordmotor kan bijkomende schade veroorzaken aan andere onderdelen van de motorinstallatie of kan van invloed zijn op de besturing van de boot. Als u verder moet varen, vaar dan veel langzamer.
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. Verder varen met ernstige schade als gevolg van een botsing kan het plotseling uitvallen van buitenboordmotoronderdelen bij een volgende botsing of zelfs zonder botsing tot gevolg hebben. Laat de buitenboordmotor grondig inspecteren en alle noodzakelijke reparaties uitvoeren.
14
ALGEMENE INFORMATIE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR BUITENBOORDMOTOREN MET STUURKNUPPEL In de ruimte vlak vóór de buitenboordmotor mogen zich geen personen of lading bevinden terwijl de boot vaart. Als een obstakel onder water wordt geraakt, kantelt de buitenboordmotor omhoog en kan hij iemand die zich in dit gebied bevindt, ernstig verwonden.
Modellen met knevelbouten: Sommige buitenboordmotoren worden met knevelbouten geleverd. Het gebruik van knevelbouten alleen is niet voldoende om de buitenboordmotor naar behoren en veilig op de spiegel vast te zetten. De juiste installatie van de buitenboordmotor omvat het vastbouten van de motor aan de boot door de spiegel heen. Raadpleeg Installatie - Buitenboordmotor installeren voor meer informatie over het installeren.
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in aanraking komen met een losgeraakte buitenboordmotor. Accelereer niet tot boven stationair toerental in water waarvan u denkt dat er obstakels onder water kunnen zijn, als de buitenboordmotor niet op juiste wijze aan de spiegel is bevestigd. Als een obstakel bij planeersnelheid wordt geraakt en de buitenboordmotor niet stevig op de spiegel vastzit, is het mogelijk dat de buitenboordmotor van de spiegel loskomt en in de boot terechtkomt.
Uitlaatemissies WEES ALERT OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING Koolmonoxide is aanwezig in de uitlaatgassen van alle verbrandingsmotoren. Hieronder vallen de buitenboordmotoren, hekaandrijvingen en binnenboordmotoren waarmee boten worden aangedreven en ook de generatoren die de verschillende scheepsaccessoires van stroom voorzien. Koolmonoxide is een dodelijk gas dat geurloos, kleurloos en smaakloos is. Vroege symptomen van koolmonoxidevergiftiging die niet mogen worden verward met zeeziekte of dronkenschap zijn hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.
! WAARSCHUWING Vermijd de combinatie van een draaiende motor en slechte ventilatie. Langdurige blootstelling aan een bepaalde concentratie koolmonoxide kan bewusteloosheid, hersenletsel en overlijden veroorzaken.
GOEDE VENTILATIE Ventileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen.
21622 Voorbeeld van goede luchtstroming door de boot.
SLECHTE VENTILATIE Onder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met zeildoek omsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden gezogen. Installeer een of meer koolmonoxidemelders in uw boot.
15
ALGEMENE INFORMATIE Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in een omsloten ruimte van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT
a
a-
b
De motor laten draaien terwijl de boot in een afgesloten ruimte is afgemeerd.
b-
21626 Afmeren dichtbij een andere boot met draaiende motor.
TIJDENS HET VAREN
a
b
21628 a-
De boot laten varen met de trimhoek van de boeg te hoog.
b-
De boot laten varen terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn.
Accessoires voor buitenboordmotor kiezen Originele Mercury Precision of Quicksilver accessoires zijn speciaal ontworpen en getest voor uw buitenboordmotor. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers.
! WAARSCHUWING Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Het verkeerde gebruik van goede accessoires of het gebruik van verkeerde accessoires kan tot ernstig of dodelijk letsel of storingen leiden. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine geproduceerd of verkocht worden, zijn er niet op ontworpen om veilig gebruikt te kunnen worden met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem van uw buitenboordmotor. Verkrijg en lees de handleidingen voor installatie, bediening en onderhoud voor alle door u gekozen accessoires.
Suggesties voor veilig varen Teneinde van de waterwegen te genieten, moet u zich op de hoogte stellen van plaatselijke en andere overheidsvaarvoorschriften en -beperkingen en de volgende suggesties in acht nemen. Gebruik drijfmiddelen. Zorg dat u voor elke passagier gemakkelijk bereikbaar een reddingsvest van de juiste maat aan boord hebt. Overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een plaatje waarop de maximale belasting (gewicht) staat (raadpleeg het typeplaatje op uw boot). Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot. 16
ALGEMENE INFORMATIE Voer veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd u aan een vast schema en zorg dat alle reparaties naar behoren worden uitgevoerd. Zorg dat u alle vaarregels en wetten van de waterwegen kent en die opvolgt. Bestuurders van boten dienen een vaarveiligheidscursus te volgen. Verzeker u ervan dat iedereen in de boot goed zit. Laat niemand op een deel van de boot zitten dat niet daarvoor bedoeld is, zoals rugleuningen, gangboorden, spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen, draaibare visstoelen; overal waar een persoon overboord of in de boot kan worden gestoten als gevolg van onverwacht, plotseling optrekken, plotseling stoppen, onverwacht besturingsverlies of plotselinge bewegingen van de boot. Zorg dat u tijdens het varen nooit onder de invloed van alcohol of medicijnen bent. Hierdoor wordt uw beoordelingsvermogen slechter en uw vermogen om snel te reageren ten zeerste verminderd. Bereid andere bestuurders van de boot voor. Breng tenminste één persoon aan boord op de hoogte van de elementaire werkwijzen voor het starten en bedienen van de buitenboordmotor en het besturen van de boot in geval de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt. Aan boord gaan van passagiers. Stop de motor altijd wanneer passagiers aan boord komen, van boord gaan of zich bij de achterkant (steven) van de boot bevinden. Alleen de boot in de neutraalstand schakelen is niet voldoende. Pas goed op. De bestuurder van de boot draagt de verantwoordelijkheid om goed uit te kijken en te luisteren. De bestuurder moet een onbelemmerd uitzicht hebben, vooral naar voren. Passagiers, vracht of visstoelen mogen het uitzicht van de bestuurder niet belemmeren wanneer de boot sneller dan met stationair toerental vaart. Vaar met uw boot nooit vlak achter een waterskiër in geval de skiër valt. Bijvoorbeeld: als uw boot 40 km/u (25 mijl/u) vaart, haalt u een gevallen skiër die zich 61 m (200 ft) vóór u bevindt, in 5 seconden in. Pas op voor gevallen skiërs. Wanneer u uw boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u een gevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naar de skiër terug vaart om hem te helpen. De bestuurder moet de zich in het water bevindende skiër altijd in het zicht hebben en mag nooit achteruit naar de skiër of iemand anders in het water toe varen. Meld ongelukken. Meld ongelukken bij de desbetreffende, plaatselijke instanties.
Noteer het serienummer Het is belangrijk dat u dit nummer voor later gebruik noteert. Het serienummer bevindt zich op de buitenboordmotor zoals afgebeeld.
b
a
XXXXXXXX XXXX XXXX
d
e abc-
Serienummer Bouwjaar Modelnaam
c
XX
de-
28498 Productiejaar CE-keur (indien van toepassing)
8/9.9 viertakt specificaties - internationaal Modellen Vermogen
8.0 8,0
17
9.9
9.9 Bigfoot 9,9
ALGEMENE INFORMATIE Modellen kW
8.0
9.9
9.9 Bigfoot
5,9
7,2
Gewicht MH
38,3 kg (84 lb.)
N.v.t.
MLH
39,2 kg (86 lb.)
43,5 kg (95.9 lb.)
MXLH
N.v.t.
45 kg (99.2 lb.)
EH
41,1 kg (91 lb.)
N.v.t.
ELH
42,3 kg (93 lb.)
46,6 kg (102.7 lb.)
EXLH
N.v.t.
48,1 kg (106 lb.)
ELHPT
N.v.t.
50.4 kg (111.1 lb.)
EXLHPT
N.v.t.
51,9 kg (114.4 lb.)
MRC
36,5 kg (80 lb.)
N.v.t.
ELRC
40,7 kg (90 lb.)
45,1 kg (99.4 lb.)
EXLRC
N.v.t.
46,6 kg (102.7 lb.)
ELPT
N.v.t.
48,9 kg (107.8 lb.)
EXLRCPT
N.v.t.
50,4 kg (111.1 lb.)
Aantal cilinders
2
Toerentalbereik volgas
5000-6000 omw/min
Stationair toerental met motor in vooruit geschakeld
900 omw/min
Cilinderinhoud
209,8 cc (12.8 cu. in.)
Cilinderboring
55 mm (2.17 in.)
Zuigerslag
44 mm (1.73 in.)
Klepspeling (koud) Inlaatklep
0,13-0,17 mm (0.0051 -0.0067 in.)
Uitlaatklep
0,18-0,22 mm (0.0071 -0.0087 in.)
Aanbevolen bougie Elektrodenafstand Tandwielverhouding
NGK DCPR6E 0,8-0,9 mm (0.031 - 0.035 in.) 2,08:1
2,42:1
Aanbevolen benzine
Zie Brandstof & olie
Aanbevolen olie
Zie Brandstof & olie
Motorolie-inhoud
800 ml (27.0 fl. oz.)
Smeermiddelinhoud onderwaterhuis Nominale accucapaciteit (elektrisch gestarte modellen)
320 ml (10.8 fl. oz.)
370 ml (12.5 fl. oz.)
465 scheepsstartampèrage (MCA) of 350 koudestartampèrage (CCA)
Geluid bij oor bestuurder (ICOMIA 39-94) Viertakt
79,6
18
ALGEMENE INFORMATIE Identificatie van componenten STUURBOORDAANZICHT
c a
b
e d f
g
h i
k abcdef-
j
Motorkapvergrendeling Knop Alleen-gas Gashendelfrictieknop Waterpompindicatie-opening Olieaftapplug Knop voor spiegelhoek
ghijk-
19
28508 Motorspoelplug Plug voor tandwieloliepeil Waterinlaat Vul-/aftapplug tandwielolie Trimvin
ALGEMENE INFORMATIE VOORAANZICHT
a
b
c
d f
g abcd-
e
Choke/snelstationairknop Brandstofbalg Oliedruklampje Brandstofleidingsconnector
efg-
28527 Startschakelaar (elektrische stuurknuppel) Noodstopschakelaar Indicator trim-/tiltpositie
BAKBOORDAANZICHT
b a c
ab-
d
Ontgrendeling stuurknuppel Startschakelaar (elektrische stuurknuppel)
cd-
20
28529 Stuurfrictiehendel (alleen model met stuurknuppel) Opklapvergrendelknop
ALGEMENE INFORMATIE Onderdelenidentieficatie - Bigfoot-modellen
o
i
n
m h
a
l j
b
k g
c
f d e 4538
abcdefgh-
spiegelklem opklapgeleidehendel plug voor tandwieloliepeil waterinlaat vul-/aftapplug tandwielolie antiventilatieplaat motorspoelplug waterpomp-indicatieopening
ijklmno-
21
motorkapsluiting olieaftapschroef opklapbekrachtiging kicker-kabel knop voor alleen gas frictieknop gashendelhandvat knop opklapbekrachtiging
VERVOER Dragen, opslag en vervoer van de buitenboordmotor na verwijderen van de boot
! OPGELET Transport en opslag van de buitenboordmotor uitsluitend zoals in de afbeelding te zien is. Anders kan olielekkage tot schade aan de motor of andere eigendommen leiden. 1.
Terwijl de buitenboordmotor nog in het water is, maakt u de brandstofslang los van de buitenboordmotor en laat u de motor lopen totdat hij afslaat. Op deze wijze wordt alle brandstof uit de carburateur verwijderd. Breng de beschermdop op de brandstofaansluiting aan.
a 28530 a2.
beschermdop
Verwijder de buitenboordmotor en houd hem rechtop totdat het water eruit gelopen is. Houd de buitenboordmotor rechtop terwijl u hem draagt.
27010
22
VERVOER 3.
Dragen, opslaan en vervoer van de buitenboordmotor alleen in een van de vier afgebeelde standen. Zo wordt voorkomen dat er olie uit het carter loopt.
a
b
c
ab4.
d
stand rechtop stuurknuppel omlaag
cd-
10375 voorkant omhoog voorkant omlaag
De buitenboordmotor nooit in deze afgebeelde stand dragen, opslaan of vervoeren. Dit kan leiden tot motorschade als de olie uit het carter loopt .
10378
Losse brandstoftanks vervoeren
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg de instructies voor het vervoeren van losse brandstoftanks. Vervoer de brandstoftank in een goed geventileerde ruimte uit de buurt van open vlammen of vonken.
BRANDSTOFTANK MET HANDBEDIENDE ONTLUCHTING 1.
Houd het ventiel van de brandstoftank gesloten terwijl u de tank vervoert. Hierdoor wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
26793
23
VERVOER BRANDSTOFTANK MET AUTOMATISCHE ONTLUCHTING 1.
Koppel de brandstofslang los van de tank. Hierdoor wordt het ontluchtingsventiel gesloten en wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
2.
Breng een dop aan op het steeltje van de brandstofslangaansluiting. Hierdoor kan het steeltje van de aansluiting niet per ongeluk worden ingedrukt, waardoor brandstof of dampen zouden kunnen ontsnappen.
a
F
b a-
steeltje van aansluiting
b-
26794 dop
De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren - modellen met trimbekrachtiging Zet de boot op de trailer met de buitenboordmotor naar beneden gekanteld in verticale bedrijfsstand. Als meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden waarbij een als accessoire verkrijgbare buitenboordmotorondersteuning moet worden gebruikt. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor advies. Het is mogelijk dat u meer speling nodig hebt bij viaducten of opritten of omdat de trailer erg stuitert.
26792 BELANGRIJK: Vertrouw niet op het opklapbekrachtigingssysteem of de opklapgeleidehendel om de juiste afstand tot de grond te behouden tijdens vervoer op een trailer. De opklapgeleidehendel van de buitenboordmotor is niet bedoeld om de buitenboordmotor te ondersteunen tijdens vervoer op een trailer. Schakel de buitenboordmotor in de vooruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien.
De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren - modellen met opklapbekrachtiging Zet de boot op de trailer met de buitenboordmotor naar beneden gekanteld in verticale bedrijfsstand. Als meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden met behulp van de beugel voor varen in ondiep water/trailervervoer. Meer afstand kan nodig zijn voor spoorwegovergangen, opritten en het op en neer springen van de trailer. 24
VERVOER BELANGRIJK: Tijdens vervoer op een trailer moet de buitenboordmotor met de opklapvergrendelhendel vastgezet zijn. Hierdoor voorkomt u dat de buitenboordmotor op en neer springt en mogelijk beschadigd wordt. Schakel de buitenboordmotor in de vooruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien.
25
BRANDSTOF EN OLIE Aanbevelingen voor brandstof BELANGRIJK: Gebruik van verkeerde benzine kan schade aan de motor veroorzaken. Motorschade als gevolg van het gebruik van de verkeerde benzine wordt als onjuist gebruik van de motor beschouwd en daardoor veroorzaakte schade wordt niet door de beperkte garantie gedekt.
BRANDSTOFSPECIFICATIES Mercury Marine motoren werken naar behoren wanneer een betrouwbaar merk loodvrije benzine wordt gebruikt, die aan de volgende specificaties voldoet: VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste 87 (R+M)/2 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [octaangehalte 92 (R+M)/2] is aanvaardbaar. GEEN loodhoudende benzine gebruiken. Buiten de VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste RON 90 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [RON 98] is aanvaardbaar. Als er geen loodvrije benzine beschikbaar is, moet u loodhoudende benzine van een betrouwbaar merk gebruiken.
GEBRUIK VAN (GE-OXYGENEERDE) BENZINE MET NIEUWE FORMULE (ALLEEN VS) Dit type benzine is in sommige gebieden van de VS vereist. De 2 typen oxigenaten die in deze brandstoffen worden gebruikt, zijn alcohol (ethanol) en ether (MTBE of ETBE). Als ethanol het oxigenaat is dat in uw gebied in de benzine wordt gebruikt, raadpleeg dan Alcoholhoudende benzines. Deze benzine "met nieuwe formule" mag in uw Mercury Marine motor gebruikt worden.
BENZINE DIE ALCOHOL BEVAT Als de benzine in uw regio methanol (methylalcohol) of ethanol (ethylalcohol) bevat, dient u zich bewust te zijn van nadelige effecten die deze stoffen kunnen veroorzaken. Deze nadelige effecten zijn met name voor methanol aanzienlijk. Een toename van het alcoholpercentage in de benzine kan er toe leiden dat de nadelige effecten verergeren. Sommige van deze nadelige effecten ontstaan doordat de alcohol in de benzine vocht uit de lucht opneemt, waardoor water en alcohol in de brandstoftank zich van de benzine scheiden. De onderdelen van het brandstofsysteem van uw Mercury Marine motor zijn bestand tegen benzine met een alcoholgehalte van ten hoogste 10%. Wij weten niet tegen welk alcoholpercentage het brandstofsysteem van uw boot bestand is. Neem contact op met de scheepsbouwer voor specifieke aanbevelingen aangaande de onderdelen van het brandstofsysteem in de boot (brandstoftanks, brandstofleidingen en -fittingen). Bedenk dat alcoholhoudende benzine kan resulteren in een toename van: •
corrosie van metalen onderdelen;
•
beschadiging van rubber en kunststof onderdelen;
•
brandstoflekkage door rubber brandstofslangen;
•
problemen bij starten en bedrijf.
! WAARSCHUWING GEVAAR VOOR BRAND EN EXPLOSIE: Brandstoflekkage uit een onderdeel van het brandstofsysteem kan gevaar opleveren van brand en explosie, die ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken. Zorgvuldige inspectie van het gehele brandstofsysteem is verplicht, vooral na opslag. Alle brandstofsysteemonderdelen moeten op lekkage, zacht of hard worden, zwelling en corrosie worden geïnspecteerd. Bij tekenen van lekkage of beschadiging moeten de onderdelen worden vervangen voordat de motor weer wordt gebruikt. Vanwege de mogelijke nadelige effecten van alcohol in benzine wordt aanbevolen om zo mogelijk uitsluitend alcoholvrije benzine te gebruiken. Als er uitsluitend alcoholhoudende benzine beschikbaar is of als niet bekend is of de benzine alcohol bevat, dient u controles op lekkage en afwijkingen vaker uit te voeren.
26
BRANDSTOF EN OLIE BELANGRIJK: Bij gebruik van een Mercury Marine met alcoholhoudende benzine moet langdurige opslag van de benzine in de brandstoftank vermeden worden. Lange opslagperioden (gebruikelijk voor boten) veroorzaken specifieke problemen. In auto’s wordt alcoholhoudende benzine doorgaans opgebruikt voordat deze voldoende vocht absorbeert om problemen te veroorzaken; boten daarentegen worden dikwijls zo lang niet gebruikt dat er fasescheiding kan plaatsvinden. Ook kan er zich tijdens opslag inwendige corrosie voordoen als de alcohol de beschermende olielaag van de interne onderdelen heeft verwijderd.
Brandstoftank vullen
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van een benzinebrand of explosie. Zet de motor altijd uit, rook NIET en pas op voor open vlammen of vonken in de buurt tijdens het vullen van de brandstoftanks. Vul de brandstoftanks in de open lucht bij warmtebronnen, vonken en open vlammen vandaan. Haal losse brandstoftanks uit de boot om ze te vullen. Stop de motor altijd alvorens de tanks bij te vullen. Vul de brandstoftanks niet helemaal. Laat ongeveer 10% van de tank ongevuld. Brandstof zet uit naarmate de temperatuur stijgt en kan lekken als de brandstof onder druk staat en de tank helemaal gevuld is.
LOSSE BRANDSTOFTANK IN BOOT PLAATSEN Plaats de brandstoftank zodanig in de boot dat het ventiel onder normale vaaromstandigheden hoger is dan het brandstofpeil.
27
BRANDSTOF EN OLIE Aanbevolen motorolie Wij raden het gebruik van Mercury of Quicksilver SAE 10W–30 multigrade 4–takt buitenboordmotorolie aan voor algemeen gebruik bij alle temperaturen. Als SAE 25W–40 multigrade olie de voorkeur geniet, gebruik dan Mercury MerCruiser 4–takt motorolie of Quicksilver 4–takt motorolie voor hekaandrijvingen en binnenboordmotoren. Gebruik nooit 4-takt motorolie die niet gecertificeerd is om aan één of een combinatie van de serviceclassificaties SH, SG, SF, CF–4, CE, CD of CDII van het American Petroleum Institute (API) te voldoen. Gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstige motorschade veroorzaken.
F°
C°
+100
+38
+80
+27
+60
+16
+40
+4
+20
–7
0
–18
a
b
26795 Aanbevolen SAE viscositeit voor motorolie a-
SAE 25W-40 olie kan worden gebruikt bij temperaturen boven 4° C (40° F).
b-
SAE 10W-30 olie wordt aanbevolen voor gebruik bij alle temperaturen.
De motorolie controleren BELANGRIJK: Niet te vol gieten. Zorg dat de buitenboordmotor rechtop staat (niet gekanteld) wanneer u de olie controleert. 1.
Zet de motor af. Plaats de buitenboordmotor in een horizontale bedrijfsstand. Verwijder de motorkap.
2.
Verwijder de peilstok. Veeg de peilstok met een schone doek of handdoek af en duw hem helemaal terug.
3.
Verwijder de peilstok weer en controleer het oliepeil. Als het oliepeil te laag is, verwijdert u de olievuldop en voegt u de aanbevolen olie bij tot het bovenste oliepeil (maar niet erboven).
BELANGRIJK: Inspecteer de olie op tekenen van verontreiniging. Olie die met water is vervuild, heeft een melkachtige kleur; olie die met brandstof is vervuild, ruikt sterk naar brandstof. Als u vervuilde olie ziet, moet u de motor door uw dealer laten controleren.
28
BRANDSTOF EN OLIE 4.
Breng de olievuldop weer aan en draai hem stevig vast.
b
a a-
4914
peilstok
b-
29
olievuldop
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Kenmerken van de stuurknuppel BELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor: draai het handvat van de gashendel niet als de motor niet draait. Dat injecteert brandstof in de motor en kan leiden tot moeizaam starten omdat de motor verzopen is. •
Stuurknuppel - de knuppel kan 180° worden gekanteld om hem handig te kunnen vervoeren en opslaan.
28535
•
Ontgrendeling stuurknuppel - druk op de hendel om de stuurhendel in een andere stand te zetten.
a 3274
30
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Borgkap stuurhendel - verwijder de borgkap van de bovenkant van de stuurknuppel om deze in de hoge stand vast te zetten. Duw de ontgrendeling van de stuurknuppel omlaag als u de hendel uit de vergrendelde hoge stand wilt halen.
a
b
3273
a•
borgkap
b-
vergrendelingsmechanisme
Startkoord - als aan het startkoord wordt getrokken, wordt de motor getornd om hem te starten.
28536 •
Noodstopschakelaar - zie Algemene informatie - Noodstopschakelaar.
19791 •
Motorstopschakelaar - druk hierop om de motor te stoppen.
28537
31
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Schakelaar opklapbekrachtiging - druk op de schakelaar om de motor omhoog of omlaag te kantelen.
•
Frictienop gashendel - draai de frictieknop om het gas op de gewenste snelheid in te stellen en te houden. Draai de knop rechtsom om de frictie te vergroten of draai de knop linksom om de frictie te verkleinen.
4639
a
a-
b
frictie verkleinen (linksom)
b-
28542 frictie vergroten (rechtsom)
•
"Alleen gas"-knop - als u op deze knop drukt terwijl de buitenboordmotor in neutraal staat, wordt de schakelfunctie op de stuurknuppel gedesactiveerd.
•
Handvat gashendel - regelt het motortoerental en de schakelfunctie.
28550
a
b a-
achteruit
b-
32
28543 vooruit
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Choke - uittrekken als u een koude motor start.
•
Brandstofpomp - indrukken als u een koude motor start. Raadpleeg Bediening - Motor starten.
•
Signaallampje lage oliedruk - dit lampje waarschuwt dat de oliedruk in de motor laag is. Als het oliedruklampje brandt of knippert, loopt de motor ruw en blijft het toerental onder 3000 omw/min.
•
Elektrische startknop (elektrisch gestarte modellen) - druk op de knop om de motor te starten.
28544
28548
28549
28532
33
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN ! WAARSCHUWING Voorkom mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg van verlies van de controle over de boot. Zorg voor voldoende stuurfrictie om te voorkomen dat de buitenboordmotor een hele bocht in stuurt als de stuurknuppel of het stuur wordt losgelaten. •
Stuurfrictieafstelling - stel deze hendel bij om de gewenste stuurfrictie (weerstand) op de stuurknuppel te verkrijgen. Beweeg de hendel naar links om de stuurfrictie te vergroten of naar rechts om de stuurfrictie te verkleinen.
a-
frictie vergroten
b-
28546 frictie verkleinen
•
Opklapvergrendelknop - zet de motor in helemaal opgeklapte stand vast.
•
Trimpositieknop - stel de trimpositie van tevoren in.
28564
28551
34
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Kicker-kabel (modellen met opklapbekrachtiging) - voorkomt dat de motor draait wanneer hij is opgeklapt.
4676
Functies van de afstandsbediening De boot kan met een van de afgebeelde Mercury Precision of Quicksilver afstandsbedieningen zijn uitgerust. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan uw dealer voor een beschrijving van de functies en werking van de afstandsbediening.
c
c
c a b
f
h
a
b
g
i
a
i d e
abcde-
g
d
f
f 26800
e
Regelhendel – vooruit, neutraal, achteruit. Neutraalontgrendelhendel. Trim/opklapschakelaar (indien aanwezig). - Raadpleeg Functies & bediening - Trimen opklapbekrachtiging. Uittrekstopschakelaar - Zie Algemene informatie - Uittrekstopschakelaar. Uittrekkoord - Zie Algemene informatie UIttrekstopschakelaar.
fghi-
Afstelling gashendelfrictie – Verwijder het deksel om de bedieningsorganen op de console bij te stellen. Contactschakelaar - "OFF," "ON," START." Hendel voor snel stationair - Zie Bediening De motor starten. Knop Alleen gas - Zie Bediening - De motor starten.
Waarschuwingssysteem Het waarschuwingssysteem op deze motor heeft geen waarschuwingsclaxon. In plaats daarvan zit er een lampje dat de oliedruk aangeeft op de voorkant van de motor. Als de oliedruk onder de25 kPa (3.6 PSI) komt gaat het oliedruklampje branden, wordt het motorbewakingssysteem geactiveerd en wordt het motortoerental beperkt tot maximaal 3000 tpm. 35
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Het motorbewakingssysteem beperkt het motortoerental eveneens als de motor in overtoeren gaat als gevolg van cavitatie, geen belasting op schroef en/of te kleine schroef.
Opklapbekrachtiging (indien aanwezig) Deze buitenboordmotor heeft een opklapregeling, opklapbekrachtiging genaamd. Hiermee kan de bestuurder de stand van de buitenboordmotor eenvoudig bijstellen door de opklapschakelaar in te drukken. Terwijl de motor uitgeschakeld is, kan de buitenboordmotor uit het water worden gekanteld. Bij lage stationaire snelheid kan de buitenboordmotor ook worden opgeklapt om varen in ondiep water mogelijk te maken.
4649
36
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN OPKLAPPROCEDURE Als u de buitenboordmotor wilt opklappen, schakelt u de motor uit en drukt u de opklapschakelaar omhoog. De buitenboordmotor wordt opgeklapt totdat u de schakelaar loslaat of de motor de maximale stand bereikt. De modellen met stuurknuppel zijn aan weerszijden van de buitenboordmotor uitgerust met een kicker-kabel die voorkomt dat de buitenboordmotor draait wanneer hij is opgeklapt.
4676
4678
1.
Schakel de opklapgeleidehendel in door de hendel omlaag te draaien.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
37
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN 3.
Schakel de opklapgeleidehendel uit door de buitenboordmotor van de geleidehendel af omhoog te brengen en de knop omhoog te klappen. Laat de buitenboordmotor zakken.
a
b a-
opklapgeleidehendel
b-
4650
knop
Bedrijfshoek van de buitenboordmotor instellen De verticale bedrijfshoek van de buitenboordmotor wordt afgesteld door de positie van de opklapknop in een van de drie afstelgaten te veranderen. Door de juiste afstelling loopt de boot stabiel, bereikt de boot optimale prestaties en stabiliteit en verloopt het sturen zo soepel mogelijk.
NB: Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het afstellen van de bedrijfshoek van uw buitenboordmotor. De opklapknop moet zodanig worden afgesteld dat de buitenboordmotor zo geplaatst is dat hij haaks op het water loopt wanneer de boot met volle snelheid vaart. Hierdoor kan de boot parallel aan het water varen.
38
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld.
a
b
c ab-
28533
Te grote hoek (achtersteven omlaag boeg omhoog) Te kleine hoek (achtersteven omhoog boeg omlaag)
c-
Hoek goed afgesteld (boeg iets omhoog)
Raadpleeg de onderstaande lijsten zorgvuldig voor het afstellen van de bedrijfshoek van uw buitenboordmotor. Tot dicht bij de bootspiegel afstellen van de buitenboordmotor kan: •
de boeg verlagen;
•
resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of een boot met zware achtersteven;
•
de boot in het algemeen rustiger doen varen in ruw water;
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
wanneer overmatig, de boeg van sommige boten zo ver omlaag brengen dat ze met de boeg in het water beginnen te "ploegen" tijdens planee. Dit kan een onverwachte koersafwijking naar links of rechts tot gevolg hebben als er een bocht wordt gemaakt of als er een grote golf is.
Van de bootspiegel vandaan afstellen van de buitenboordmotor kan: •
de boeg uit het water omhoogbrengen;
•
de topsnelheid over het algemeen verhogen;
•
de afstand tot voorwerpen onder water of een ondiepe bodem doen toenemen.
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar links doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
wanneer overmatig, stampen van de boot of luchthappen van de schroef veroorzaken.
Spiegelhoek afstellen 1.
Stop de motor. Zet de versnelling op vooruit. Breng de motor omhoog tot een van de opklapposities. Verander de positie van de instelknop en laat de buitenboordmotor tot de ingestelde spiegelhoek zakken.
39
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN 2.
Herhaal stap 1 als de spiegelhoek verder afgesteld moet worden.
a b 28589 a-
Spiegelhoekstanden
b-
Opklappositie
Gebruik in ondiep water Er zijn drie (3) posities voor varen in ondiep water, waarbij de buitenboordmotor omhooggeklapt kan worden om te voorkomen dat de bodem geraakt wordt. 1.
Zet de motor af. Zet de versnelling in neutraal. Kantel de buitenboordmotor omhoog tot een van de posities voor varen in ondiep water. Zorg dat de waterinlaat onder water is.
2.
Om de motor uit de stand voor varen in ondiep water te halen, zet u de motor af en klapt u de buitenboordmotor op tot een van de ontlastposities. Laat de buitenboordmotor voorzichtig zakken tot de vooringestelde spiegelhoek.
a b 28592
c ab-
posities voor varen in ondiep water ontlastposities
c-
waterinlaat
Buitenboordmotor opklappen 1.
Stop de motor. Schakel de buitenboordmotor in vooruit.
2.
Pak de greep van de motorkap beet en breng de buitenboordmotor naar de hoogste stand.
3.
Trek de knop van de opklapvergrendeling uit en zet hem op de vergrendelpositie. Het is niet mogelijk om de buitenboordmotor te laten zakken terwijl de opklapvergrendeling op de vergrendelpositie staat.
4.
Om de motor te laten zakken, zet u de knop van de opklapvergrendeling op de ontgrendelpositie.
40
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN 5.
Breng de buitenboordmotor tot de vrijgavepositie omhoog en laat de buitenboordmotor voorzichtig tot de vooringestelde opklappositie zakken.
a
b
c
ab-
Opklapvergrendeling op vergrendelde stand Opklapvergrendeling op ontgrendelde stand
c-
28587 Indicator opklapbereik
INSTELLEN VAN de trimvin De torsie van de schroef zorgt ervoor dat uw boot naar één kant gaat trekken. Deze stuurtorsie is normaal en treedt op als uw buitenboordmotor niet getrimd is zodat de schroefas parallel met het wateroppervlak loopt. De trimvin kan in veel gevallen deze stuurtorsie compenseren en kan (binnen bepaalde grenzen) ingesteld worden om ongelijke kracht op het stuur te verminderen.
26816
NB: Aanpassen van de trimvin zal weinig resultaat hebben in het reduceren van stuurtorsie als de buitenboordmotor is uitgerust met een anti-ventilatieplaat die ongeveer 50 mm (2 inch) of meer boven de bodem van de boot zit. Vaar met uw boot met normale kruissnelheid en met de motor in de gewenste trimstand, door de opklap-pen in het juiste gat te plaatsen. Stuur naar links en naar rechts en kijk naar welke kant de boot gemakkelijker draait. Als aanpassing nodig blijkt, draai dan de moer van de trimvin los en maak kleine, geleidelijke aanpassingen. Als de boot gemakkelijker naar links draait, beweeg dan de achterkant van de trimvin ook naar links. Als de boot gemakkelijker naar rechts draait, beweeg dan de achterkant van de trimvin ook naar rechts. Draai de moer weer vast en test opnieuw.
41
BEDIENING Controlelijst vóór het starten •
De bestuurder is op de hoogte van veilig navigeren en varen en veilige bedieningswerkwijzen.
•
Een goedgekeurd en gemakkelijk bereikbaar reddingsvest van de juiste maat voor elke passagier is aan boord.
•
Een ringvormige reddingsboei of een drijfkussen, geschikt om naar een persoon in het water te werpen.
•
Zorg dat u de maximale belasting van uw boot weet. Kijk op het typeplaatje.
•
De brandstofvoorraad is in orde.
•
Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk verdeeld is en iedereen op een daarvoor bestemde zitplaats zit.
•
Vertel iemand waar u heen gaat en wanneer u terug denkt te komen.
•
Het is verboden om de boot te besturen terwijl u onder de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Zorg dat u de waterwegen en het gebied kent waar u gaat varen; het getij, stromingen, zandbanken, rotsen en andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die u in Bediening - Inspectie- en onderhoudsschema vindt.
Varen bij temperaturen onder het vriespunt Wanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt, moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan in het onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andere onderdelen veroorzaken. Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moet u al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor, blokkeert het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.
Varen in zout of vervuild water Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door te spoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag de koelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen. Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat het onderwaterhuis geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij niet gebruikt wordt. Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef en het onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anti-corrosie anodes omdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.
Gebruik van de buitenboordmotor als hulpmotor Als de buitenboordmotor als hulpmotor wordt gebruikt, zet hem dan af en klap hem omhoog uit het water als de hoofdaandrijving gebruikt wordt. BELANGRIJK: Tijdens het gebruik van de hoofdaandrijving moet de buitenboordmotor worden vastgezet zodat hij niet op en neer springt. DOOR OP EN NEER SPRINGEN KUNNEN DE BUITENBOORDMOTOR EN DE BOOTSPIEGEL WORDEN BESCHADIGD.
42
BEDIENING Instructies alvorens te starten 1.
Verbind de brandstofslang met de buitenboordmotor. Zorg ervoor dat de connector op zijn plaats wordt geklikt.
27231 2.
Controleer het motoroliepeil.
27233
! OPGELET U mag de buitenboordmotor nooit starten of laten lopen (zelfs niet kortstondig) zonder dat er water door de koelwaterinlaat in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitten van de motor te voorkomen. 3.
Zorg dat de koelwaterinlaat onder water is.
26837
INLOOPPROCEDURE VAN DE MOTOR
! OPGELET Ernstige schade aan de motor kan optreden bij het niet volgen van de volgende inloopprocedure. 1.
Laat de motor tijdens het eerste draaiuur bij verschillende standen van de gashendel draaien, maar niet met meer dan 2000 omw/min of ongeveer halfgas.
43
BEDIENING 2.
Laat de motor tijdens het tweede draaiuur bij verschillende standen van de gashendel draaien tot maximaal 3000 omw/min of driekwart gas. Laat de motor tijdens deze periode om de tien minuten ongeveer één minuut met volgas draaien.
3.
Zorg dat tijdens de volgende 8 draaiuren de motor niet langer dan vijf minuten achter elkaar met volgas loopt.
Motor starten - Modellen met stuurknuppel Lees voordat u de motor start de 'Controlelijst vóór het starten', de 'Speciale bedieningsinstructies' en de 'Procedure voor het inlopen van de motor' in het hoofdstuk Bediening. 1.
Open de ontluchting van de brandstoftank op tanks met handbediende ontluchting.
2.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofleiding met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
19748
BELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor: knijp niet in de pompbal nadat de motor is warmgelopen.
27348 3.
Zet de noodstopschakelaar op RUN (LOPEN). Zie Algemene informatie - Noodstopschakelaar.
19791 4.
Zet de versnelling op de stuurknuppel op neutraal ("N").
5.
Als de motor koud is, drukt u twee keer de benzinepompknop in.
28577
44
BEDIENING BELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor – Druk de knop niet in nadat de motor is warmgelopen. Zo injecteert u brandstof in de motor en kan hij moeizaam starten omdat de motor verzopen raakt.
28548 6.
Koude motor - Trek de chokeknop uit om te starten. Druk de chokeknop weer in nadat de motor is begonnen met opwarmen.
28544 BELANGRIJK: Buitenboordmotoren met acculaadcapaciteit mogen niet gebruikt worden zonder dat de accukabels op de accu aangesloten zijn. Dat kan het laadsysteem beschadigen. 7.
Handgestarte modellen – Trek langzaam aan het startkoord totdat u voelt dat de starter wordt ingeschakeld en trek dan snel aan het koord om de motor te tornen. Laat het koord langzaam terugrollen. Herhaal dit tot de motor aanslaat. Druk de chokeknop in nadat de motor is gestart.
28586 8.
Elektrisch gestarte modellen met stuurknuppel - Druk op de startknop om de motor te laten tornen. Laat de knop los zodra de motor aanslaat. Gebruik de startmotor niet langer dan tien seconden achter elkaar. Als de motor niet aanslaat, wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals.
45
BEDIENING 9.
Verzopen motor - Als de motor niet aanslaat, drukt u op de "alleen gas"-knop en draait u de gasgreep naar snel. Druk de chokeknop in en probeer de motor nogmaals te starten. Nadat de motor is aangeslagen, verlaagt u het toerental onmiddellijk tot stationair.
28550
10. Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
27240
BELANGRIJK: Als er geen water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, stopt u de motor en controleert u of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, raakt hij ernstig beschadigd.
MOTOR OPWARMEN Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
Motor starten - Modellen met afstandsbediening Lees voordat u de motor start de 'Controlelijst vóór het starten', de 'Speciale bedieningsinstructies' en de 'Procedure voor het inlopen van de motor' in het hoofdstuk Bediening. 1.
Open op tanks met handbediende ontluchting de tankontluchtingsschroef in de vuldop.
2.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofleiding met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
19748
46
BEDIENING BELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor: knijp niet in de pompbal nadat de motor is warmgelopen.
27348 3.
Zet de noodstopschakelaar op RUN (LOPEN). Zie Algemene informatie - Noodstopschakelaar.
19791 4.
Zet de afstandsbediening op neutraal.
BELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor: zet de gashendel niet naar voren als de motor niet draait. Zo injecteert u brandstof in de motor en kan hij moeizaam starten omdat de motor verzopen raakt.
N
26838 BELANGRIJK: Buitenboordmotoren met acculaadcapaciteit mogen niet gebruikt worden zonder dat de accukabels op de accu aangesloten zijn. Dat kan het laadsysteem beschadigen. 5.
Gebruik de functie "alleen gas" op de afstandsbediening niet voor het aanvankelijk starten van de motor. Nadat de motor is gestart, kunt u de "alleen gas"-hendel langzaam naar voren zetten of op de "alleen gas"-knop drukken en de bedieningshendel naar voren verstellen om het stationair toerental te verhogen totdat de motor warm is. Houd het motortoerental onder 2000 omw/min.
27242
NB: Starten van een verzopen motor - Zet de hendel voor snel stationair helemaal omhoog en blijf de motor tornen om hem te starten.
47
BEDIENING 6.
Draai de contactsleutel naar "START" en start de motor. Als de motor koud is, drukt u op de sleutel om de motor tijdens het tornen te choken. Als de motor niet binnen tien seconden aanslaat, wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals. Als de motor begint in te houden, nogmaals choken (op sleutel drukken) tot de motor rustig loopt.
19804 7.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
27240
BELANGRIJK: Als er geen water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, stopt u de motor en controleert u of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor in oververhitte toestand wordt gebruikt, loopt hij schade op.
MOTOR OPWARMEN Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
Warme motor starten MODELLEN MET STUURKNUPPEL 1.
Trek de chokeknop uit.
2.
Torn de motor met het startkoord of met de elektrische-startknop.
3.
Druk de chokeknop weer in nadat de motor is begonnen met opwarmen.
MODELLEN MET AFSTANDSBEDIENING 1.
Torn de motor terwijl u de contactsleutel indrukt om het chokerelais te activeren.
2.
Laat de contacstleutel los nadat de motor gestart is.
Schakelen BELANGRIJK: Denk aan het volgende: •
Schakel de buitenboordmotor alleen als de motor stationair draait.
•
Niet naar achteruit schakelen als de motor niet draait.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf: Vooruit (F), Neutraal (N) en Achteruit (R)
48
BEDIENING •
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental tot stationair voordat u schakelt.
a b c ab•
(R) Achteruit (N) Neutraal
c-
28595 (F) Vooruit
Modellen met afstandsbediening - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het motortoerental tot stationair gedaald is.
F
N
R
27237
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging in.
•
Nadat de buitenboordmotor is ingeschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u de gasgreep (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
Motor stoppen 1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar neutraal. Draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
26843
49
BEDIENING 2.
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar neutraal. Druk op de motorstopknop of draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
26776
Starten in geval van nood Als het startsysteem niet werkt, kunt u het reserve startkoord (bijgeleverd) gebruiken en deze procedure volgen.
! WAARSCHUWING Wanneer het noodstartkoord wordt gebruikt om de motor te starten, werkt de bescherming tegen ingeschakeld starten niet. Vergeet niet om de buitenboordmotor in neutraal te schakelen om te voorkomen dat de buitenboordmotor ingeschakeld start. Plotselinge, onverwachte acceleratie kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. 1.
Zet de versnelling in neutraal.
2.
Zorg dat de noodstopschakelaar op "RUN" (LOPEN) staat.
3.
Verwijder de motorkap.
4.
Verwijder de drie bevestigingsschroeven van de vliegwielkap.
b a
a
c ab-
28614
a
schroeven van vliegwieldeksel (3) neutraalvergrendeling trekstarter
c-
zekeringhouder
5.
Verwijder de vliegwielkap.
6.
Modellen met afstandbediening - zorg dat de contactsleutel op "ON" (AAN) staat. 50
BEDIENING ! WAARSCHUWING Voorkom een elektrische schok: raak geen ontstekingsonderdelen, bedrading of bougiekabel aan terwijl u de motor start of terwijl deze loopt.
! WAARSCHUWING Het onbedekte, draaiende vliegwiel kan ernstig letsel veroorzaken. Houd uw handen, haar, kleding, gereedschap en andere voorwerpen uit de buurt van de motor wanneer de motor wordt gestart of loopt. Probeer de vliegwielkap of de motorkap niet weer aan te brengen of te verwijderen terwijl de motor loopt. 7.
Volg de aanbevolen startprocedure (voor koude of warme motor).
8.
Breng de knoop in het startkoord in de inkeping in het vliegwiel en wikkel het koord rechtsom rond het vliegwiel.
9.
Trek het startkoord snel uit.
28616
51
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor Om uw buitenboordmotor in optimale bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat voor de buitenboordmotor de periodieke inspecties en onderhoudsprocedures worden uitgevoerd die vermeld staan in het Inspectie- en onderhoudsschema. Wij dringen er bij u op aan om de motor naar behoren te laten onderhouden, teneinde de veiligheid van uzelf en uw passagiers zeker te stellen en tevens de betrouwbaarheid ervan in stand te houden.
! WAARSCHUWING Het nalaten van inspecties en onderhoud van uw buitenboordmotor of pogingen om onderhoud of reparaties aan de buitenboordmotor uit te voeren als u niet bekend bent met de juiste service- en veiligheidsprocedures, kan ernstig of dodelijk letsel of defecten aan het product veroorzaken. Houd de verrichte onderhoudswerkzaamheden bij in het Onderhoudslogboek achterin deze publicatie. Bewaar alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen.
VERVANGINGSONDERDELEN VOOR UW BUITENBOORDMOTOR KIEZEN Wij bevelen het gebruik aan van oorspronkelijke Mercury Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen en smeermiddelen.
! WAARSCHUWING Het gebruik van een vervangingsonderdeel dat inferieur is aan het oorspronkelijke onderdeel, kan tot lichamelijk of fataal letsel, of een defect product, leiden.
EPA-emissies EMISSIECERTIFICATIELABEL Een emissiecertificatielabel, met vermelding van emissieniveaus en motorspecificaties die rechtstreeks in verband staan met emissies, wordt ten tijde van de fabricage op de motor aangebracht.
a f
b
g
c
abcde-
d
h
e
i
stationair toerental motorvermogen cilinderinhoud onderdeelnummer klepspeling (indien van toepassing)
fghi-
21096
assortimentnummer maximaal emissievolume voor het motorassortiment specificaties ontstekingsmoment aanbevolen bougie en vonkbrug
VERANTWOORDELIJKHEID EIGENAAR De eigenaar/gebruiker moet regelmatig onderhoud aan de motor laten uitvoeren om de emissieniveaus binnen de voorgeschreven certificatienormen te houden. De eigenaar/gebruiker mag de motor niet wijzigen op een manier die het vermogen verandert of de emissieniveaus boven de vastgelegde fabrieksspecificaties doet stijgen.
52
ONDERHOUD Inspectie- en onderhoudsschema VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK •
Controleer het motoroliepeil. Zie Brandstof & olie - motorolie controleren en toevoegen.
•
Controleer of de noodstopschakelaar de motor afzet.
•
Inspecteer het brandstofsysteem visueel op beschadigingen en lekkage.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel is gemonteerd.
•
Controleer het stuursysteem op stroeve en losse onderdelen.
•
Modellen met afstandsbediening - Controleer visueel of de stuurstangbevestigers goed vastzitten. Zie Stuurstangbevestigers.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
NA ELK GEBRUIK •
Spoel het koelsysteem van de buitenboordmotor door als u de motor in zout of vervuild water hebt gebruikt. Zie Doorspoelen van het koelsysteem.
•
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaat-uitgang van de schroef en het onderwaterhuis door met zoet water bij gebruik in zout water.
OM DE 100 BEDRIJFSUREN OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET EERSTE VOORDOET •
Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. Zie Smeerpunten.
•
Ververs de motorolie en vervang het oliefilter. De olie moet vaker worden ververst als de motor onder moeilijke omstandigheden (zoals langdurig slepen) wordt gebruikt. Zie onder Motorolie verversen.
•
Vervang de bougies na de eerste 100 uur of na het eerste jaar. Controleer daarna de bougies elke 100 uur of eenmaal per jaar. Vervang de bougies wanneer nodig. Zie onder Bougies inspecteren en vervangen.
•
Inspecteer de thermostaat visueel op corrosie en een gebroken veer. Controleer of de thermostaat bij
•
Controleer het brandstofslangfilter op verontreinigingen. Zie onder Brandstofsysteem.
•
Controleer de anti-corrosieanodes. Controleer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Anticorrosieanode.
kamertemperatuur volledig sluit.1.
•
Controleer de klepspeling en stel de kleppen zo nodig af.1.
•
Tap de olie af uit het onderwaterhuis en ververs deze. Zie onder Onderwaterhuis smeren.
•
Controleer de opklapbekrachtigingsvloeistof. Zie onderOpklapbekrachtigingsvloeistof controleren.
•
Smeer de spiebanen op de aandrijfas.1.
•
Modellen met afstandsbediening – Controleer de afstelling van de bedieningskabels. 1.
•
Inspecteer de distributieriem. Zie onderDistributieriem inspecteren.
•
Controleer of alle bouten, moeren en andere bevestigers goed aangehaald zijn.
•
Controleer of de motorkapafdichtingen intact en onbeschadigd zijn.
•
Controleer de inwendige motorkapgeluidsisolatie (indien aanwezig) en kijk of het schuimrubber intact en onbeschadigd is.
•
Controleer of de inlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
•
Controleer of de stationairuitlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
•
Controleer de luchtinlaat op losse slangklemmen en losse rubber hoezen (indien aanwezig).
1. Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden. 53
ONDERHOUD OM DE 300 DRAAIUREN OF DRIE JAAR •
Vervang de waterpompwaaier (doe dit vaker als er oververhitting optreedt of als er een lagere waterdruk geconstateerd wordt).1.
VOORAFGAAND AAN OPSLAG •
Raadpleeg de opslagprocedure. Zie onder Opslag.
Koelsysteem doorspoelen Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor met zoet water door na elk gebruik in zout, vervuild of modderig water. Hiermee voorkomt u dat afzetting de inwendige waterkanalen verstopt. Gebruik een Mercury Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of een gelijkwaardig product). BELANGRIJK: Tijdens het doorspoelen moet de motor draaien om de thermostaat te openen en water door de koelwaterkanalen te laten circuleren.
! WAARSCHUWING Verwijder de schroef om mogelijk letsel tijdens het doorspoelen te voorkomen. Zie 'Schroef vervangen'. 1.
Verwijder de schroef. Zie Schroef vervangen. Installeer de doorspoeladapter zo, dat de rubberen kommen goed over de koelwaterinlaat passen.
27256
Doorspoelapparaat
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd; zorgt voor een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van het koelsysteem of bij gebruik van de motor.
9192
54
ONDERHOUD 2.
Sluit een waterslang aan op de doorspoeladapter. Open de kraan en stel de waterstroom bij zodat er water rondom de rubberen kommen blijft lekken. Zo weet u zeker dat de motor voldoende koelwater ontvangt.
3.
Start de motor en laat hem stationair draaien in neutraal.
27259
BELANGRIJK: Laat tijdens het doorspoelen de motor niet sneller dan met stationair toerental lopen. 4.
Stel de waterstroom (zo nodig) bij zodat overtollig water rondom de rubberen kommen blijft weglekken zodat de motor voldoende koelwater krijgt.
27260 5.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatie-opening van de waterpomp komt. Blijf de buitenboordmotor gedurende 3 à 5 minuten doorspoelen terwijl u de watertoevoer constant in het oog houdt.
6.
Zet de motor af, draai de kraan dicht en verwijder de doorspoeladapter. Breng de schroef weer aan.
Verwijdering en installatie motorkap VERWIJDEREN 1.
Trek de motorkapsluiting aan de voorkant uit.
4936
2.
Til de voorkant van de motorkap op zodat de voorste sluiting vrijkomt en duw hem naar achter om de achterhaak los te maken.
3.
Til de motorkap omhoog en verwijder hem.
55
ONDERHOUD INSTALLEREN 1.
Breng de motorkap omlaag in stand boven de motor.
2.
Beweeg de motorkap naar achter zodat de achterhaak in lijn staat. Als de achterhaak gepakt heeft, beweegt u de motorkap naar voren en druk de voorkant vervolgens omlaag.
3.
Druk de sluiting in om de motorkap vast te zetten.
Accu inspecteren De accu moet periodiek worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de motor kan starten. BELANGRIJK: Lees de met de accu meegeleverde veiligheids- en onderhoudsinstructies. 1.
Zet de motor af voordat u onderhoud aan de accu verricht.
2.
Voeg zo nodig water toe om de accu gevuld te houden.
3.
Controleer of de accu tegen beweging is geborgd.
4.
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min op min.
5.
Controleer of de accu van een niet-geleidend scherm is voorzien om te voorkomen dat de accupolen per ongeluk worden kortgesloten.
Onderhoud van de buitenkant Uw buitenboordmotor wordt beschermd door duurzame lak. Maak de lak regelmatig schoon en zet deze in de was, gebruikmakend van geschikte reinigingsmiddelen en was.
Brandstofsysteem
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg alle onderhoudsinstructies voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook NIET en zorg dat er GEEN open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert. Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en de accu loskoppelen. Leeg het brandstofsysteem helemaal. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof in op te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebt gebruikt om de gemorste brandstof in op te nemen, moet in een goedgekeurde container worden geworpen. Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht. Controleer steeds op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenen van beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden vervangen.
56
ONDERHOUD BRANDSTOFSLANGFILTER Inspecteer het brandstofslangfilter. Als het filter verontreinigd lijkt te zijn, verwijdert en vervangt u het.
28620 BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage in de filterverbindingen door in de pompbal te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
Stuurstangbevestigers BELANGRIJK: De stuurstang waardoor de stuurkabel met de motor verbonden wordt, moet bevestigd worden met de stuurstangbevestigers die met de motor meegeleverd zijn. Deze borgmoeren (11-16147--3) mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de stang vrij- en loskomt.
57
ONDERHOUD ! WAARSCHUWING Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk krachtige, abrupte beweging kan maken dat passagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.
d
b
e b
c b
f
a
10352
abc-
bout (12-71970) platte sluitring vulstuk
def-
Beschrijving
Nm
Nylon borgmoer van inzetstuk "d"
27
Nylon borgmoer van inzetstuk "f"
nylon borgmoer van inzetstuk (11-16147-3) stuurplaat – Monteer de stuurstang in het gat aan de zijkant nylon borgmoer van inzetstuk (11-16147-3) (helemaal aandraaien en dan een kwartslag terug)
lb. in.
lb. ft. 20
Haal de moer aan tot deze volledig zit en draai hem dan een kwartslag terug
Bevestig de stuurstang aan de stuurkabel met twee platte ringen en de nylon borgmoer van het inzetstuk. Haal de moer aan tot deze volledig zit en draai hem vervolgens een kwartslag terug. Zet de stuurstang op de motor vast met de bout, borgmoer, vulring en platte ringen. Haal de borgmoer aan volgens de specificaties.
Anti-corrosieanode De buitenboordmotor heeft een anti-corrosieanode op het onderwaterhuis. Een anode helpt de buitenboordmotor beschermen tegen corrosie door haar metaal geleidelijk op te offeren ten bate van het metaal van de buitenboordmotor.
58
ONDERHOUD De anode moet regelmatig geïnspecteerd worden, met name bij gebruik in zout water, dat de erosie sneller doet verlopen. Om deze corrosiebescherming te behouden, moet u de anode altijd vervangen voordat hij volledig is weggevreten. Verf de anode nooit en breng er geen beschermlaag op aan omdat de anode daardoor minder goed werkt.
28623
Schroef vervangen
! WAARSCHUWING Als de schroefas wordt gedraaid terwijl de motor ingeschakeld staat, is het mogelijk dat de motor tornt en start. Om dit per ongeluk starten van de motor en mogelijk ernstig letsel door contact met de draaiende schroef te voorkomen, dient u de motor altijd naar neutraal te schakelen en de bougiekabels te verwijderen wanneer u onderhoud aan de schroef uitvoert. 1.
Verwijder de bougiekabel om te voorkomen dat de motor start.
26899
2.
Zet de schakelhendel naar neutraal (N).
N a b
ab3.
achteruit neutraal
c
26838
c-
Buig de splitpen recht en verwijder hem.
59
vooruit
28595
ONDERHOUD 4.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om de schroef op zijn plaats te houden. Verwijder de schroefmoer.
5.
Trek de schroef rechtstandig van de as af. Als de schroef op de as is vastgelopen en niet verwijderd kan worden, laat hem dan door een erkende dealer verwijderen.
BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf tegen de schroefas te voorkomen (met name in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele as tijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en telkens wanneer de schroef wordt verwijderd. 6.
Breng Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4-C met Teflon op de schroefas aan.
27095
Ref.-nr. tube
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Beschrijving
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q1
7.
Installeer de voorste drukring, schroef, achterste drukring en schroefmoer op de as.
8.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om draaien te voorkomen en draai de schroefmoer aan. Zet de schroefmoer met de splitpen op de as vast.
a
b
c
e
27094
d abc-
splitpen schroefmoer achterste drukring
de-
60
schroef voorste drukring
ONDERHOUD Zekering vervangen - Elektrisch gestarte modellen BELANGRIJK: Zorg dat u altijd 20 A reservezekeringen bij u hebt. Het elektrische startcircuit wordt tegen overbelasting beschermd door een 20A-zekering. Als de zekering is doorgeslagen, probeer dan de oorzaak van de overbelasting op te zoeken en te verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering weer doorslaan.
a a1.
Reservezekering
b-
b
28618 Zekering die schakeling beschermt
Open de zekeringhouder en kijk naar de zilverkleurige band binnen in de zekering. Als de band verbroken is, vervangt u de zekering. Vervang de zekering door een nieuwe van dezelfde stroomsterkte.
a
b
28619 Hoe kunt u zien dat een zekering doorgeslagen is? a-
Goede zekering
b-
Doorgeslagen zekering
Bougies inspecteren en vervangen
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van brand of ontploffing, die door beschadigde bougiedoppen wordt veroorzaakt. Beschadigde bougiedoppen kunnen vonken afgeven. Vonken kunnen brandstofdampen onder de motorkap doen ontploffen. Voorkom schade aan bougiedoppen: gebruik geen scherp voorwerp of metalen gereedschap zoals een tang, schroevendraaier enz. om bougiedoppen te verwijderen.
61
ONDERHOUD 1.
Verwijder de bougiedoppen door de rubber doppen een klein beetje te draaien en ze eraf te trekken.
26899
2.
Verwijder de bougies om ze te inspecteren. Vervang de bougie als de elektrode versleten is of de isolator ruw, gebarsten, gebroken of vervuild is of blaren vertoont.
3.
Stel de elektrodeafstand in. Zie Algemene informatie - Technische gegevens.
4.
Voordat u de bougies weer installeert, haalt u vuil op de bougiezittingen weg. Installeer de bougies met de hand en draai ze daarna 1/4 slag vaster of haal ze aan tot 27 Nm (20 lb ft).
26946
26947
Inspectie distributieriem 1.
Inspecteer de distributieriem en laat hem door een erkende dealer vervangen als een van de volgende condities wordt aangetroffen. a. Barsten achter in de riem of in de voet van de riemtanden. b. Overmatige slijtage aan de voet van de tanden. c. Rubber gedeelte opgezwollen door olie. d. Riemoppervlakken ruw geworden.
62
ONDERHOUD e. Tekenen van slijtage aan de randen of buitenoppervlakken van de riem.
27578
Motorolie verversen MOTOROLIE-INHOUD 800 ml (27.0 fl. oz.).
PROCEDURE VOOR OLIEVERVERSEN 1.
Zet de buitenboordmotor helemaal omhoog vast.
2.
Plaats de buitenboordmotor zodat de aftapopening omlaag wijst.
3.
Verwijder de aftapplug en tap de motorolie af in een daartoe geschikte bak.
4.
Nadat het eerste deel van de olie is afgetapt, installeert u de aftapplug tijdelijk weer op zijn plaats. Haal de opklapvergrendeling los en laat de buitenboordmotor zakken. Wacht een moment om de olie die in de motor was ingesloten, naar de aftapopening te laten vloeien. Klap de buitenboordmotor weer helemaal omhoog en tap de resterende olie af.
5.
Smeer de afdichting op de aftapplug met olie en breng hem weer aan.
22921
OLIE TOEVOEGEN BELANGRIJK: Niet te vol gieten. Zorg dat de buitenboordmotor rechtop staat (niet gekanteld) wanneer u de olie controleert.
63
ONDERHOUD 1.
Verwijder de olievuldop en vul bij met 800 ml (27.0 fl. oz.) olie. Breng de olievuldop weer aan.
2.
Laat de motor vijf minuten stationair draaien en controleer op lekkage. Stop de motor en controleer het oliepeil op de peilstok. Voeg zo nodig olie toe.
28617
Smeerpunten 1.
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants 2-4-C with Teflon (smeermiddel met Teflon) of Special Lubricant 101 (speciaal smeermiddel). Ref.-nr. tube
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr. 92-802865Q02
92-802859Q1
34
Special Lubricant 101 (speciaal smeermiddel)
Stuurkolom, knevelbouten, kantelbuis, gas-/ schakelkabels, smeernippel stuurkabel
95
2-4-C met Teflon
Stuurkolom, knevelbouten, kantelbuis, gas-/ schakelkabels, smeernippel stuurkabel
•
Stuurkolom – Smeren via de smeernippel.
•
Knevelbouten – Smeer de schroefdraden.
•
Kantelbuis – Smeren via de smeernippels.
a
b
c
28622 ab-
smeernippel kantelbuis smeernippel stuurkolom
c-
64
knevelbouten
ONDERHOUD •
Smeer de bewegende onderdelen, scharnierpunten en de schakelarreteervoorziening van de gasen schakelkabels.
a
a•
b
gas-/schakelkabels
b-
28621 schakelarreteervoorziening
Stuurkabelsmeernippel (indien aanwezig) – Draai het stuur om het uiteinde van de stuurkabel geheel in de kantelbuis van de buitenboordmotor te trekken. Smeren via de smeernippel.
b
a a-
27351
smeernippel stuurkabel
b-
stuurkabeluiteinde
! WAARSCHUWING Het uiteinde van de stuurkabel moet volledig in de kantelbuis van de buitenboordmotor terug zijn getrokken voordat smeermiddel wordt aangebracht. Als er smeermiddel op een volledig uitgestoken stuurkabel wordt aangebracht, kan de stuurkabel hydraulisch geblokkeerd raken. Een hydraulisch geblokkeerde stuurkabel zal verlies van de beheersing over de besturing veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. 2.
Smeer de volgende punten met lichte olie. •
Scharnierpunten van de stuurstang – Punten smeren.
a a a-
27352
scharnierpunten stuurstang
65
ONDERHOUD 3.
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4-C met Teflon. Ref.-nr. tube
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q1
•
Beschrijving
Schroefas – Zie Schroef vervangen voor het verwijderen en installeren van de schroef. Breng op de gehele schroefas smeermiddel aan om te voorkomen dat de schroefnaaf op de as vast komt te zitten.
27344
Onderwaterhuis smeren SMERING VAN HET ONDERWATERHUIS Bij het toevoegen of verversen van onderwaterhuissmeermiddel dient u het smeermiddel op de aanwezigheid van water te onderzoeken. Als er water aanwezig is, kan dit naar beneden zijn gezakt en zal het vóór het smeermiddel worden afgetapt, of kan het met het smeermiddel vermengd zijn waardoor het smeermiddel een melkkleurig uiterlijk krijgt. Als u water ziet, moet u het onderwaterhuis door uw dealer laten controleren. Water in het smeermiddel kan leiden tot vroegtijdig falen van lagers of kan bij koud weer bevriezen en schade aan het onderwaterhuis veroorzaken. Verwijder de vul-/aftapplug en inspecteer het smeermiddel dat uit het onderwaterhuis stroomt op de aanwezigheid van metaaldeeltjes. Een kleine hoeveelheid metaalvijlsel of kleine metaaldeeltjes duidt op normale slijtage van de tandwielen. Een buitensporige hoeveelheid metaalvijlsels of grotere deeltjes (stukjes) kunnen op abnormale tandwielslijtage wijzen en dit moet door een erkende dealer worden gecontroleerd.
SMEERMIDDEL UIT ONDERWATERHUIS AFTAPPEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Plaats een opvangbak onder de buitenboordmotor.
66
ONDERHOUD 3.
Verwijder de vul-/aftapplug en de ontluchtingsplug en tap het smeermiddel af.
a
b
a-
28652 b - Vul-/aftapplug
Ontluchtingsplug
SMEERMIDDELINHOUD ONDERWATERHUIS Onderwaterhuis standaardmodel: ongeveer320 ml (10.8 fl. oz.). Onderwaterhuis Bigfoot-model: ongeveer370 ml (12.5 fl. oz.).
AANBEVOLEN ONDERWATERHUISSMEERMIDDEL Mercury of Quicksilver Premium of High Performance Gear Lubricant (tandwielolie).
SMEERMIDDELPEIL CONTROLEREN EN ONDERWATERHUIS VULLEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Haal de ontluchtingsplug uit de ontluchtingsopening.
3.
Steek de smeermiddeltube in de vulopening en voeg smeermiddel toe tot het smeermiddel bij de ontluchtingsopening verschijnt.
28659 BELANGRIJK: Vervang de afdichtringen indien ze beschadigd zijn. 4.
Stop met toevoegen van smeermiddel. Installeer de ontluchtingsplug en afdichtring voordat u de tube smeermiddel verwijdert.
67
ONDERHOUD 5.
Verwijder de tube smeermiddel en breng de vul-/aftapplug en de afdichtring weer aan.
28662
Opklapbekrachtigingsvloeistof controleren 1.
Klap de buitenboordmotor helemaal omhoog en zet de opklapvergrendelhendel vast.
2.
Verwijder de vuldop en controleer het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil hoort ter hoogte van de onderkant van de vulopening te staan. Voeg Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Power Trim & Steering Fluid (trim- en stuurbekrachtigingsvloeistof) toe. Gebruik indien dit niet verkrijgbaar is automatischetransmissievloeistof voor auto's (ATF).
4530
4531
Onder water geraakte buitenboordmotor Een buitenboordmotor die onder water is geraakt, heeft binnen enkele uren nadat hij uit het water is gehaald, onderhoud nodig bij een erkende dealer. Prompt onderhoud bij een dealer is noodzakelijk als de motor eenmaal aan de atmosfeer is blootgesteld om inwendige corrosieschade aan de motor tot een minimum te beperken.
68
OPSLAG Voorbereiding voor opslag Bij de voorbereiding van de buitenboordmotor op de opslag is bescherming tegen roest, corrosie en beschadiging door bevriezing van ingesloten water het belangrijkste. De volgende opslagprocedures moeten worden gevolgd om uw buitenboordmotor op seizoensopslag of langdurige opslag (twee maanden of langer) voor te bereiden.
! OPGELET Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er water via alle koelwaterinlaatopeningen in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen.
BRANDSTOFSYSTEEM BELANGRIJK: Alcoholhoudende benzine (ethanol of methanol) kan tijdens de opslag tot zuurvorming overgaan en schade aan het brandstofsysteem toebrengen. Indien de gebruikte benzine alcohol bevat, is het raadzaam om zoveel mogelijk van de resterende benzine uit de brandstoftank, de brandstofslang en het brandstofsysteem van de motor af te tappen. Vul de brandstoftank en het motorbrandstofsysteem met behandelde (gestabiliseerde) brandstof om vernisachtige aanslag en gom te helpen voorkomen. Ga verder met de volgende instructies. •
Losse brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel in de brandstoftank (volg de aanwijzingen op de verpakking). Schud de brandstoftank voorzichtig heen en weer om het stabiliseringsmiddel met de brandstof te mengen.
•
Vaste brandstoftank - Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel (volgens de aanwijzingen op de verpakking) in een aparte container en meng deze met ongeveer één liter benzine. Giet dit mengsel in de brandstoftank.
•
Plaats de buitenboordmotor in water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Laat de motor ten minste tien minuten draaien om het motorbrandstofsysteem te vullen.
Doorspoeladapter
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd, zorgt voor een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van het koelsysteem of het gebruik van de motor.
9192
Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen •
Smeer alle buitenboordmotoronderdelen die staan vermeld bij Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
•
Werk beschadigde verf bij. Neem contact op met uw dealer voor de te gebruiken lak.
•
Spuit Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Corrosion Guard (corrosiebescherming) op metalen buitenoppervlakken (behalve anti-corrosie anodes). Ref.-nr. tube
120
Beschrijving Corrosion Guard (corrosiebescherming) 69
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Externe metalen oppervlakken
92-802878Q55
OPSLAG Bescherming inwendige motoronderdelen •
Verwijder de bougies en giet ongeveer30 ml (1 oz.) motorolie, of spuit vijf seconden lang corrosiewerend middel, in elke cilinder.
•
Draai het vliegwiel met de hand een paar keer rond totdat de olie over de cilinders verdeeld is. Breng de bougies weer aan.
•
Ververs de motorolie.
Onderwaterhuis •
Tap de tandwielolie uit het onderwaterhuis af en vul het weer (raadpleeg Onderhoud – Onderwaterhuis smeren).
Buitenboordmotor plaatsen voor opslag
! OPGELET Als de buitenboordmotor bij vriesweer omhooggeklapt wordt opgeslagen, kan opgesloten koelwater of regenwater dat in de schroefuitlaatgasuitlaat in het onderwaterhuis is binnengedrongen, bevriezen en de buitenboordmotor beschadigen. •
Om de problemen te voorkomen die ontstaan als de olie vanuit het carter in de cilinders belandt, moet u de buitenboordmotor in een van de vier hier afgebeelde standen opslaan.
a
b
c
ab•
d
stand rechtop stuurknuppel omlaag
cd-
10375 voorkant omhoog voorkant omlaag
De buitenboordmotor nooit in deze afgebeelde stand dragen, opslaan of vervoeren. Dit kan leiden tot motorschade als de olie uit het carter loopt.
10378
70
OPSLAG Accu opslaan •
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor opslag en opladen.
•
Verwijder de accu uit de boot en controleer het waterpeil. Zo nodig bijladen.
•
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
•
Controleer regelmatig het waterpeil en laad de accu tijdens de opslagperiode bij.
71
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen) MOGELIJKE OORZAKEN •
Doorgeslagen 20A-zekering in het startcircuit. Zie hoofdstuk Onderhoud .
•
De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.
•
Zwakke accu of accuverbindingen zijn los of aangetast.
•
Storing van contactschakelaar/startknop.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Startmotor of solenoïde van startmotor defect.
Motor start niet MOGELIJKE OORZAKEN •
Noodstopschakelaar niet in de stand RUN (draaien).
•
Accu niet volledig geladen.
•
Onjuiste startprocedure. Zie hoofdstukBediening .
•
Oude of verontreinigde benzine.
•
Brandstof bereikt de motor niet. •
Brandstoftank is leeg.
•
Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt.
•
Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt.
•
Pompbal niet ingeknepen.
•
Keerklep van pompbal is defect.
•
Brandstoffilter is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Brandstofpomp defect.
•
Brandstoftankfilter verstopt.
•
20A-zekering doorgeslagen. Controleer zekering; zie hoofdstuk Onderhoud .
•
Schroefdraadverbinding van luchtslang is los.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstuk Onderhoud .
Motor loopt onregelmatig MOGELIJKE OORZAKEN •
Te lage oliedruk. Controleer het motoroliepeil.
•
Bougies vuil of defect. ZieOnderhoud gedeelte.
•
Verkeerde opstelling en afstelling.
•
Restrictie van brandstof naar motor. a. Motorbrandstoffilter is verstopt. ZieOnderhoud gedeelte. b. Brandstoftankfilter verstopt. c. Anti-sifonklep voorzien in vast ingebouwde brandstoftanks is vastgelopen. d. Brandstofslang is geknikt of samengeknepen.
•
Brandstofpomp defect.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
72
OPSPOREN VAN STORINGEN Prestatieverlies MOGELIJKE OORZAKEN •
Te lage oliedruk. Controleer het oliepeil.
•
Gasklep niet helemaal open.
•
Beschadigde of verkeerde maat schroef.
•
Motor is niet goed afgesteld of opgesteld.
•
Boot is te zwaar beladen of de lading is onevenredig verdeeld.
•
Te veel water in het motorruim.
•
De bodem van de boot is vuil of beschadigd.
Accu kan lading niet houden MOGELIJKE OORZAKEN •
Accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Te weinig elektrolyt in de accu.
•
Oude of inefficiënte accu.
•
Te veel elektrische accessoires met de accu verbonden.
•
Kapotte gelijkrichter, laadspoel of spanningsregelaar.
73
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice Breng uw buitenboordmotor altijd naar uw plaatselijke erkende dealer terug, als service nodig mocht zijn. Alleen hij heeft de door de gediplomeerde monteurs, de kennis, het speciale gereedschap, de apparatuur en de originele onderdelen en accessoires om op de juiste wijze onderhoud aan uw motor uit te kunnen voeren als dat nodig mocht zijn. Hij kent uw motor het beste.
Service onderweg Als u zich niet in de buurt van uw plaatselijke dealer bevindt en service nodig hebt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer. Raadpleeg de Gouden Gids. Als u om welke reden dan ook geen service kunt krijgen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Mercury Marine servicekantoor.
Inlichtingen over onderdelen en accessoires Alle vragen over originele vervangende onderdelen en accessoires dient u aan uw plaatselijke erkende dealer te richten. De dealer heeft de nodige informatie om onderdelen en accessoires voor u te bestellen. Voor inlichtingen over onderdelen en accessoires heeft de dealer het model en serienummer nodig om de juiste onderdelen te kunnen bestellen.
Servicebijstand Het is voor uw dealer en voor ons uiterst belangrijk dat u tevreden bent met uw buitenboordmotor. Als u een probleem met of vraag over de buitenboordmotor hebt, neem dan contact op met uw dealer of een erkend Mercury Marine dealerschap. Als u meer hulp nodig hebt, doe dan het volgende. 1.
Spreek met de verkoop- of servicemanager van het dealerschap. Als u dit reeds gedaan hebt, neem dan contact op met de eigenaar van het dealerschap.
2.
Als u een vraag of probleem hebt dat niet door het dealerschap kan worden opgelost, vraag het Mercury Marine servicekantoor dan om hulp. Mercury Marine zal samen met u en uw dealerschap alle problemen oplossen.
Het servicekantoor heeft de volgende informatie nodig: •
Uw naam en adres
•
Telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent
•
Model en serienummer van de buitenboordmotor
•
De naam en het adres van uw dealerschap
•
Aard van het probleem
Mercury Marine-servicekantoren Als u hulp nodig hebt, kunt u bellen, faxen of schrijven. Verstrek een telefoonnummer waar u overdag te bereiken bent als u een brief of fax stuurt. Verenigde Staten Telefoon
(920) 929-5040
Fax
(920) 929-5893
Website
www.mercurymarine.com
Mercury Marine W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939
Canada Telefoon
(905) 567-6372
Fax
(905) 567-8515
Mercury Marine Ltd. 2395 Meadowpine Blvd. Mississauga, Ontario L5N 7W6 Canada
74
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Australië, Pacifisch gebied Telefoon
(61) (3) 9791-5822
Fax
(61) (3) 9793-5880
Mercury Marine Australia 132-140 Frankston Road Dandenong, Victoria 3164 Australië
Europa, Midden-Oosten, Afrika Telefoon
(32) (87) 32 • 32 • 11
Fax
(32) (87) 31 • 19 • 65
Marine Power – Europe, Inc. Parc Industriel de Petit-Rechain B-4800 Verviers, België
Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied Telefoon
(954) 744-3500
Fax
(954) 744-3535
Mercury Marine 11650 Interchange Circle North Miramar, FL 33025 V.S.
Japan Telefoon
81-053-423-2500
Fax
81-053-423-2510
Mercury Marine – Japan Anshin-cho 283-1 Hamamatsu Shizuoka-ken, Japan 435-0005 Japan
Azië, Singapore Telefoon
5466160
Fax
5467789
Mercury Marine Singapore 72 Loyang Way Singapore, 508762
75
INSTALLEREN VAN DE MOTOR Vermogen van de boot
! WAARSCHUWING Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot. Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
Bescherming tegen ingeschakeld starten
! WAARSCHUWING Vermijd ernstig of dodelijk letsel als gevolg van plotselinge, onverwachte acceleratie wanneer u de motor start. Vanwege het ontwerp van deze buitenboordmotor moet de erbij gebruikte afstandsbediening een ingebouwde beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. De afstandsbediening die is aangesloten op de buitenboordmotor moet een beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. Dit voorkomt dat de motor start vanuit een versnelling.
Accessoires voor buitenboordmotor kiezen Originele Mercury Precision of Quicksilver accessoires zijn speciaal ontworpen en getest voor uw buitenboordmotor. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers.
! WAARSCHUWING Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Het verkeerde gebruik van goede accessoires of het gebruik van verkeerde accessoires kan tot ernstig of dodelijk letsel of storingen leiden. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine geproduceerd of verkocht worden, zijn er niet op ontworpen om veilig gebruikt te kunnen worden met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem van uw buitenboordmotor. Verkrijg en lees de handleidingen voor installatie, bediening en onderhoud voor alle door u gekozen accessoires.
76
INSTALLEREN VAN DE MOTOR Buitenboordmotor installeren
! WAARSCHUWING Als de buitenboordmotor niet op juiste wijze is bevestigd, kan hij van de bootspiegel worden geslingerd, wat tot materiële schade en ernstig of dodelijk letsel kan leiden. Alvorens te worden gebruikt moet de buitenboordmotor op juiste wijze worden geïnstalleerd met het vereiste bevestigingsmateriaal. Geef niet meer gas dan stationair in vaarwater dat mogelijk verborgen obstakels heeft, als de buitenboordmotor niet op correcte wijze op de spiegel is gemonteerd.
VEREISTE SPIEGELHOOGTE BOOT 1.
Meet de hoogte van de spiegel op uw boot. De bodem van de boot moet op gelijke hoogte met of ten minste25 mm (1 in.) boven de antiventilatieplaat van de buitenboordmotor blijven.
a
27151 a-
antiventilatieplaat
BUITENBOORDMOTOR OP SPIEGEL INSTALLEREN 1.
Plaats de buitenboordmotor op de hartlijn van de spiegel.
27005
2.
Haal de knevelbouten van de spiegelsteun aan.
28501
77
INSTALLEREN VAN DE MOTOR 3.
Modellen zonder trimbekrachtiging - Om verlies van de buitenboordmotor te voorkomen, moet de buitenboordmotor op de spiegel worden vastgezet met de twee knevelbouten van de spiegelsteun en twee bevestigingsbouten. Boor twee gaten van 7,9 mm (5/16 in) in de montagegaten van de spiegelsteun. Zet vast met de twee bouten, platte ringen en borgmoeren. Breng in de gaten en rond de bouten waterafdichtend middel voor boten aan om de installatie waterdicht te maken. Haal de bouten aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
a
d
b c
ab-
bouten (2) sluitringen (2)
cd-
28971
borgmoer (2) knevelbouten spiegelklem (2)
Beschrijving
Nm
Montagebouten spiegelklem
13,5
4.
lb. in.
lb. ft. 10
Modellen met trimbekrachtiging - Om verlies van de buitenboordmotor te voorkomen, moet de buitenboordmotor op de spiegel worden vastgezet met de twee knevelbouten van de spiegelsteun en vier bevestigingsbouten. Boor twee gaten van 7,9 mm (5/16 in) in het bovenste paar montagegaten van de spiegelsteun en boor twee gaten door het onderste paar montagegaten of -sleuven. Zet vast met de vier bouten, platte ringen en borgmoeren. Breng in de gaten en rond de bouten waterafdichtend middel voor boten aan om de installatie waterdicht te maken. Haal de bouten aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
b
c d
a a a b ab-
borgmoer (4) sluitringen (4)
cd-
28967
bouten (4) knevelbouten spiegelklem (2)
Beschrijving
Nm
Montagebouten spiegelklem
13,5
78
lb. in.
lb. ft. 10
INSTALLEREN VAN DE MOTOR Afstandsbediening installeren STUURKABEL 1.
Smeer het gehele kabeluiteinde met Mercury Precision of Quicksilver 2-4-C met Teflon.
28722 Ref.-nr. tube
Beschrijving 2-4-C Marine Lubricant with Teflon (smeermiddel met teflon)
95
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Stuurkabeluiteinde
92-802859Q1
2.
Steek de stuurkabel in de kantelbuis.
3.
Haal de moer van de stuurkabel tot het voorgeschreven aanhaalmoment aan.
28723
a a-
28724
Stuurkabelmoer
Beschrijving
Nm
Stuurkabelmoer
47,5
lb. in.
lb. ft. 35
Stuurstangbevestigers BELANGRIJK: De stuurstang waardoor de stuurkabel met de motor verbonden wordt, moet bevestigd worden met de stuurstangbevestigers die met de motor meegeleverd zijn. Vervang deze borgmoeren (11-16147--3) nooit door gewone (niet/borgende) moeren, want die werken zich los en trillen van de machine af, waardoor de stang los kan raken.
79
INSTALLEREN VAN DE MOTOR ! WAARSCHUWING Gebruik van verkeerd bevestigingsmateriaal of onjuiste installatieprocedures kan resulteren in los- of vrijkomen van de stuurstang. Dit kan plotseling en onverwacht verlies van de controle over de boot veroorzaken, wat kan resulteren in ernstig (en mogelijk dodelijk) letsel doordat opvarenden in de boot ten val komen of uit de boot worden geworpen. Gebruik altijd de vereiste onderdelen en volg de aanwijzingen en aanhaalprocedures.
d
b
e b
c b
f
a
g 10386
abcd-
bout (12-71970) platte sluitring vulstuk borgmoer met nylon inzetstuk (11-16147-3)
Beschrijving Borgmoer met nylon inzetstuk "d" Borgmoer met nylon inzetstuk "f"
efg-
Nm
stuurplaat – monteer de stuurstang in het gat aan de zijkant borgmoer met nylon inzetstuk (11-16147-3) (helemaal aandraaien en dan een kwartslag terug) afdichting
lb. in.
27
lb. ft. 20
Haal de moer aan tot deze volledig zit en draai hem dan een kwartslag terug
Bevestig de stuurstang aan de stuurkabel met twee platte ringen en met de borgmoer met nylon inzetstuk. Haal de borgmoer aan tot deze volledig aanligt en draai hem vervolgens een kwartslag terug. Zet de stuurstang op de motor vast met de bout, borgmoer, vulring en platte ringen. Haal de borgmoer aan volgens de specificaties.
80
INSTALLEREN VAN DE MOTOR Verbinding van bedrading voor afstandsbediening 1.
Verwijder het deksel en de kabelklemsteun van de onderbak.
a
a-
28003
deksel
a
28107
a2.
kabelklemsteun
Leid de draadboom van de afstandsbediening door de rubber doorvoertule.
81
INSTALLEREN VAN DE MOTOR 3.
Open de klem in de onderbak en leid de draadboom van de afstandsbediening onder de klem door. Sluit de 8-polige connector aan op de motordraadboom. Duw de klem omlaag om de draadboom van de afstandsbediening in de onderbak vast te zetten.
a c
b
b
d ab4.
klem draadboom afstandsbediening
cd-
28798 8-polige connector rubberen doorvoertule
Installeer de kabelklemsteun weer met de twee bouten en zeskantmoeren. Haal de bouten aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
a
29044 a-
kabelklemsteun
Beschrijving
Nm
lb. in.
6
53
Kabelklemsteun 82
lb. ft.
INSTALLEREN VAN DE MOTOR Bedieningskabel installeren GASKABEL INSTALLEREN Installeer de kabels aan de afstandsbediening volgens de bij de afstandsbediening geleverde aanwijzingen. 1.
Zet de afstandsbedieningshendel in de stand voor volgas vooruit.
NB: De gaskabel is de tweede kabel die u moet verzetten als u de bedieningsdoos uit de neutrale stand haalt. 2.
Bevestig de eindgeleider van de gaskabel op de gashendel met een ring en splitpen.
3.
Stel de kabelton zo af dat de geïnstalleerde gaskabel de gashendel tegen de gasaanslag houdt.
4.
Plaats de gaskabel in de rubberen doorvoertule en plaats de kabelton in de tonhouder.
5.
Zet de afstandsbedieningshendel op de stand voor volgas en verifieer dat de eindgeleider van de gaskabel de draadboom van de afstandsbediening niet raakt.
BELANGRIJK: Verifieer dat de eindgeleider van de gaskabel de draadboom van de afstandsbediening niet raakt wanneer de gaskabel op de stand voor volgas staat. Verplaats zo nodig de draadboom van de afstandsbediening en zet hem weer vast.
a c b
d f
e
g 28079
h abcd-
splitpen platte sluitring volgasaanslag gashendel
efgh-
kabelton eindgeleider gaskabel tonhouder rubberen doorvoertule
SCHAKELKABEL INSTALLEREN Installeer de kabels aan de afstandsbediening volgens de bij de afstandsbediening geleverde aanwijzingen. 1.
Zoek het middelpunt van de speling of de loze beweging in de schakelkabel als volgt op:
83
INSTALLEREN VAN DE MOTOR a. Zet de afstandsbedieningshendel van neutraal in vooruit en breng de hendel naar de stand voor maximumtoerental. Breng de hendel langzaam terug naar neutraal. Breng een merkteken ("a") aan op de kabel, naast de eindgeleider. b. Zet de afstandsbedieningshendel van neutraal in achteruit en breng de hendel naar de stand voor maximumtoerental. Breng de hendel langzaam terug naar neutraal. Breng een merkteken ("b") aan op de kabel, naast de eindgeleider. c. Breng een merkteken ("c") aan in het midden, halverwege tussen de merktekens ("a" en "b"). Zet de eindgeleider in lijn met dit middelste merkteken wanneer u de kabel op de motor installeert.
a
b c 6098
2.
Schakel de buitenboordmotor met de hand in neutraal (de schroef kan nu vrij draaien).
3.
Zet de afstandsbedieningshendel op neutraal.
4.
Bevestig de schakelkabel op de schakelhendel met een ring en een splitpen.
5.
Stel de kabelton zo af dat de middelste markering op de kabel in lijn staat met de eindgeleider wanneer de kabelton in de tonhouder wordt geplaatst.
84
INSTALLEREN VAN DE MOTOR 6.
Plaats de schakelkabel in de rubberen doorvoertule en plaats de kabelton in de tonhouder.
a
d
c
b
e f
g h
abcd7.
platte sluitring splitpen kabeleindgeleider markering middelpunt
efgh-
28096 rubberen doorvoertule schakelkabel kabelton tonhouder
Installeer het toegangsdeksel met twee bouten. Haal de bouten aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
a
28097 a-
toegangspaneel
85
INSTALLEREN VAN DE MOTOR Beschrijving Bout van toegangspaneel 8.
Nm
lb. in.
6
53
lb. ft.
Controleer de schakelkabelafstellingen als volgt: a. Schakel de afstandsbediening in vooruit. De schroefas hoort ingeschakeld te worden. Als dat niet het geval is, verplaatst u de ton naar de kabeleindgeleider toe. b. Schakel de afstandsbediening in achteruit terwijl u de schroef draait. De schroefas hoort ingeschakeld te worden. Als dat niet het geval is, plaatst u de ton verder van de kabeleindgeleider vandaan. Herhaal stappen a t/m c. c. Schakel de afstandsbediening terug naar neutraal. De schroefas hoort vrijelijk te kunnen draaien, zonder enige stroefheid. Als dat niet het geval is, verplaatst u de ton naar de kabeleindgeleider toe. Herhaal stappen a t/m c.
Accu installeren – Elektrisch gestarte modellen MONTAGE ACCU Volg de instructies van de accufabrikant zorgvuldig. Monteer de accu zodanig in de boot dat hij niet kan bewegen, bij voorkeur in een accukast. Verzeker u ervan dat de accu van een niet-geleidend scherm is voorzien om te voorkomen dat de accupolen onverwacht worden kortgesloten.
NB: Bij elektrisch gestarte buitenboordmotoren moeten de accukabels altijd op een accu zijn aangesloten als de motor draait. Zelfs als de motor handmatig wordt gestart. Anders kan het laadsysteem worden beschadigd.
Accu-aansluitingen DE ACCUKABELS VAN DE BUITENBOORDMOTOR AANSLUITEN 1.
Sluit eerst de rode accukabel aan op de positieve pool (+) van de accu en dan de zwarte accukabel op de negatieve pool (-) van de accu.
DE ACCUKABELS VAN DE BUITENBOORDMOTOR LOSKOPPELEN 1.
Koppel eerst de zwarte accukabel los van op de minpool (-) en dan de rode accukabel van de positieve pool (+).
27158
Schroef installeren
! WAARSCHUWING Draaiende schroeven kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uit het water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroef installeert of verwijdert en activeer de noodstopschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. 1.
Om het verwijderen van de schroef in de toekomst te vergemakkelijken, smeert u de spiebanen van de schroefas rijkelijk in met een van de volgende Mercury/Quicksilver producten:
86
INSTALLEREN VAN DE MOTOR Ref.-nr. tube
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Beschrijving
Spiebanen schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C Marine Lubricant with Teflon (smeermiddel met teflon)
Spiebanen schroefas
92-802859Q1
2.
Installeer de voorste drukring, schroef, achterste drukring en schroefmoer op de as.
3.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om draaien te voorkomen en draai de schroefmoer aan. Zet de schroefmoer met de splitpen op de as vast.
a
b
c
e
27094
d abc-
splitpen schroefmoer achterste drukring
de-
87
schroef voorste drukring