RAADSCOMMISSIE
SOCIAAL Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 31 mei 2012
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Sociaal op woensdag 13 juni 2012 om 17.00 uur en donderdag 14 juni om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis.
Agenda woensdag 13 juni:
Portefeuillehouder
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Stukken ter informatie Onderaan deze agenda is aangegeven welke “stukken ter informatie” in de leeskamer ter inzage liggen.
4.
Verslag vergadering 9 mei en bijbehorende actielijst, afsprakenlijst 10 mei. Let op: Tekstuele opmerkingen over het verslag uiterlijk 24 uur voor de vergadering mailen naar
[email protected]
5.
Mededelingen van het college
6.
Actualiteiten en vragen van de commissie Vragen graag uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 9.00 melden bij de commissiegriffier(
[email protected])
7.
Ten Heuw
Stadsbank Oost Nederland; Jaarverslag 2011 en Begroting 2013 (12G200792). De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om als zienswijze uit te spreken dat de raad onder voorwaarden akkoord gaat met de (concept) primitieve begroting 2013. NB Het AB van de Stadsbank is op 7 juni, dus vóór de Hengelose Cie en Raad. De portefeuillehouder zal in het AB het standpunt van B&W verwoorden. Behandeling van de primaire begroting 2013 is gepland voor het AB van november.
8.
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 (12G200745)
Ten Heuw
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om het Beleidsplan vast te stellen. 9.
Beleidsregels kwijtschelding leenbijstand / Evaluatie voucherregeling (12G200739)
Ten Heuw
De commissie wordt in de gelegenheid gesteld de Evaluatie voucher & beleidsregels kwijtschelding leenbijstand te bespreken. Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres
[email protected]
Behandeld door Dhr. P. J. Hoogendoorn Tel. 074-2459978 Fax. 074-2459233
10.
1e Beleidsrapportage 2012 (12G200831)
College
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling inzake de voor de commissie relevante onderdelen: Programma 1 Werk verbindt Programma 2 Zorg voor de mens Programma 3 Een nieuwe vorm van ontmoeting & betrokkenheid Hoofdfunctie 3-6 12.
Rondvraag.
Voor u zijn de volgende stukken / brieven van het College ter informatie gelegd: a. Ontwerpbegroting 2013 van de gemeenschappelijke regeling Sociaal Werk-leerbedrijf Midden Twente (SWB Groep) (12G200774) NB Op woensdagavond 11 juli om 19.30 uur is er voor raadsleden (m.n. leden Cies Sociaal) van Borne, Hof van Twente en Hengelo een inhoudelijke, informatieve bijeenkomst over o.a. het Meerjarenperspectief. b. Opheffen Sportraad Hengelo (12G200243) c. Belangenbehartiging WMO (12G202006) d. Taskforce cultuurbezuiniging Hengelo 2012-2015 (12G200467) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Agenda donderdag 14 juni:
Portefeuille-houder
Tijd
(om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis) 1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Transitie Jeugdzorg/AWBZ/WMO
Oude Alink
Tot max. 20.45 uur
4.
De commissie wordt geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld van gedachten te wisselen over mogelijkheden tot en verdere invulling van contracteren en/of subsidiëren, alsmede over het advies van de WMOcliëntenraad over de regionale visie- en keuzenota maatschappelijke ondersteuning in Twente en daarmee samenhangende stukken. Wet Werken naar Vermogen: Stand van zaken
Ten Heuw
Tot max. 22.00 uur
De commissie wordt geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld van gedachten te wisselen over lokale en regionale ontwikkelingen. 5.
Rondvraag
De voorzitter van de commissie, namens deze, Paul Hoogendoorn Plv. Commissiegriffier Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres
[email protected]
Behandeld door Dhr. P. J. Hoogendoorn Tel. 074-2459978
RAADSCOMMISSIE
SOCIAAL Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 31 mei 2012
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Sociaal op donderdag 14 juni om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis.
Agenda
Portefeuille-houder
Tijd
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
19.30 uur
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Transitie Jeugdzorg/AWBZ/WMO
Oude Alink
Tot max. 20.45 uur
4.
De commissie wordt geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld van gedachten te wisselen over mogelijkheden tot en verdere invulling van contracteren en/of subsidiëren, alsmede over het advies van de WMOcliëntenraad over de regionale visie- en keuzenota maatschappelijke ondersteuning in Twente en daarmee samenhangende stukken. Wet Werken naar Vermogen: Stand van zaken
Ten Heuw
Tot max. 22.00 uur
De commissie wordt geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld van gedachten te wisselen over lokale en regionale ontwikkelingen. 5.
Rondvraag
De voorzitter van de commissie, namens deze,
Paul Hoogendoorn Plv. Commissiegriffier
Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres
[email protected]
Behandeld door Dhr. P. J. Hoogendoorn Tel. 074-2459978
Notulen van de commissievergadering Sociaal van de gemeente Hengelo d.d. 9 mei 2012 Voorzitter Griffier Aanwezig
Portefeuillehouders
Verslag 1.
Mevrouw E.Y. Prent De heer P.J. Hoogendoorn, plv adjunct-griffier De heer E. Alkema (CU) De heer H. van Doren (SP) De heer R.J. Fens (VVD) De heer F. van Grouw (SP) De heer J.T.J. Heijstek (Pro Hengelo) Mevrouw A. de Jong (GroenLinks) Mevrouw M. Luttikholt (PvdA) Mevrouw M.J.M.H. Muller (CDA) De heer A. Oflazoglu, (Pro Hengelo), 1e deel De heer J.J.H. Rikkerink (VVD) De heer L. Schoonhoven (D66) De heer R. Theunissen (GroenLinks) De heer B.J. van Veen (CDA) Mevrouw K. Veneberg (D66) De heer B.G. van Wakeren (Pro Hengelo), 2e deel De heer W.A. Winter (PvdA) Mevrouw D. Zenginoglu (BurgerBelangen) Mevrouw M.A. Ten Heuw (wethouder, SP) De heer W. Mulder (wethouder, BurgerBelangen) De heer E. Lievers (wethouder, D66) Mevrouw A..E. Oude Alink (wethouder, GroenLinks) De heer F. P. van den Muijsenberg (Kantoorprofs)
Opening en mededelingen van de voorzitter De voorzitter opent de vergadering om 19.35 uur. De voorzitter heeft de volgende mededelingen: - Er is voorafgaand aan de vergadering een persbericht verspreid over het toekomstplan voor 't Geerdink. Op de achterzijde staan de afspraken die hierover met het college zijn gemaakt. - Er is een uitnodiging ontvangen van de ZGT om op 5 juni de ontwikkelingen te bespreken. Het voorstel wordt maandag 14 mei in het presidium besproken. Aan de commissie het verzoek mogelijke bespreekpunten uiterlijk maandag 14 mei door te geven aan de griffie. - Er zijn bij de agendapunten 7 t/m 10 insprekers aangemeld. - De volgende commissievergadering is op woensdag 13 juni, maar dan wordt ook de EKwedstrijd Nederland - Duitsland gespeeld. Voorgesteld wordt het aanvangstijdstip van de vergadering te vervroegen naar 17.00 uur. De commissie stemt daar in meerderheid mee in, waarbij er wordt aangegeven dat het presidium moet kijken welke agendapunten echt noodzakelijk zijn voor de bespreking. Afgesproken wordt wel dat de kwaliteit van de vergadering niet mag leiden onder het feit dat later op de avond gevoetbald wordt, dus dat de tijd moet worden genomen die ook echt nodig is voor een goede bespreking.
2.
Vaststellen van de agenda De heer Rikkerink stelt dat er een vormfout in de agenda zit. De vier beschikkingen die bij de bespreking van agendapunt 10 horen, zijn op 2 april 2012 al afgestempeld. De beschikking zijn dus verzonden en daarmee definitief, wat betekent dat de raad buitenspel is gezet. Hij meent dat het punt nu van de agenda moet worden gehaald, dat de beschikkingen moeten worden teruggedraaid en voor een volgende commissievergadering opnieuw moeten worden geagendeerd. De raad mag niet opzij gezet worden. Mevrouw Oude Alink antwoordt dat binnen de begroting middelen voor dit soort zaken ter beschikking zijn gesteld. Er was een verschuiving in een aantal budgetten voor de WMO-middelen. De raad wordt nu meegedeeld hoe de verdere uitwerking plaatsvindt, waaronder een aantal zaken die voorgaande jaren altijd geaccordeerd werden en beschikt zijn. Er zijn wat wijzigingen geweest in de bedragen en er is een nieuwe uitvoeringsregeling gemaakt. De heren Winter en Rikkerink vragen wat de wethouder doet in het geval de commissie ten
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 1 van 17 29-05-2012
aanzien van die beschikking toch wat anders zou willen doen. Mevrouw Oude Alink laat weten dat in dat geval de situatie met de betreffende organisaties moet worden opgenomen. Er zijn subsidies bij die al jarenlang aan organisaties worden verstrekt, dus het is niet zo dat de raad daarin ineens eenzijdig grote wijzigingen kan aanbrengen. Dat moet gebeuren in overleg met die organisaties. Ze wijst er op dat vorig jaar door de Centrumgemeente Enschede forse wijzigingen hebben plaatsgevonden, die het nodig maakten met de organisaties gesprekken te voeren. Het heeft lang geduurd voordat voor iedereen duidelijkheid was verkregen en verantwoorde afspraken te maken. Enerzijds is de constatering dat het voorstel te laat op tafel ligt, anderzijds is er de constatering dat een oplossing is bewerkstelligd voor een lastig probleem, een oplossing die nu wordt gepresenteerd. In wezen is het een uitvoeringsregeling voor iets waarover de raad in grote lijnen al een akkoord heeft gegeven. De heer Heijstek is van mening dat het college dit 4 maanden eerder had moeten voorleggen; de beschikkingen en de daarop betrekking hebbende bedragen zijn nu al weg. De heer van Grouw merkt op dat de wijzigingen pas per 1 juli ingaan en er dus wat hem betreft op tijd over het onderwerp wordt gesproken. Mevrouw Oude Alink bevestigt dit, ze vult aan dat indien de bespreking er toe leidt dat toch wat moet worden veranderd, zij nog vóór de raadsvergadering met de organisaties in overleg gaat. Het gaat om bestaande (subsidie)situaties en grote wijzigingen. Ook zij had liever gezien dat er eerder duidelijkheid was geweest De heer Van Veen merkt op dat amendering consequenties kan hebben voor de al toegekende subsidies. Organisaties hebben namelijk een half jaar de tijd om te anticiperen op bezuinigingen. Besloten wordt het agendapunt gewoon te bespreken; de agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3.
Stukken ter informatie Er zijn geen vragen of opmerkingen.
4.
Verslag vergadering 11 april en bijhorende actielijst / verslag vergadering 12 april De voorzitter deelt mee dat er een paar tekstuele wijzigingen zijn doorgevoerd op verzoek van de heer Heijstek. Enkele door hem voorgestelde wijzigingen, waarbij het gaat om hetgeen door wethouder Lievers is gezegd, zijn echter (nog) niet verwerkt. Desgewenst kan de heer Heijstek die nu ter vergadering, in aanwezigheid van de heer Lievers, aan de orde stellen. De heer Heijstek merkt op dat wethouder Lievers bij de bespreking liet weten dat de gemeente nu bovenop de onderdelen van de planning en controle zit en er voor zorgt dat die onderdelen goed en tijdig worden uitgevoerd. Die toezegging van de wethouder stond niet in de notulen en hij verzoekt die alsnog toe te voegen. De heer Lievers antwoordt dat hij inderdaad deze toezegging heeft gedaan en er geen bezwaar tegen te hebben dat deze passage aan de notulen wordt toegevoegd. Met aanpassing van deze passage worden de notulen verder ongewijzigd goedgekeurd. De voorzitter wijst er nog op dat er dit keer weliswaar notulen gemaakt zijn van de uitloopavond over de transities, maar dat is afgesproken dat van die vergaderingen geen notulen gemaakt zullen worden, alleen indien nodig een afsprakenlijst. Naar aanleiding van de actielijst wordt opgemerkt: - Mevrouw Ten Heuw laat weten dat de raad per brief is geïnformeerd over de ROZ als organisatie-eenheid en dat het punt 3 dus als afgedaan kan worden beschouwd. - De heer Lievers vraagt of er nog behoefte is aan bespreking van passend onderwijs (punt 1). - De heer Lievers merkt t.a.v. punt 6 op dat het onderzoek bijna is afgerond en voor de volgende commissievergadering geagendeerd kan worden. - De heer Lievers deelt m.b.t. punt 5 mee dat op 18 juni as. een IBR zal plaatsvinden over de wijkwelzijnsinstellingen. De stukken van de IBR zullen ruim voor de volgende commissievergadering (13 juni) worden opgestuurd zodat dan kan worden bekeken of een IBR voldoende is of ook in de commissie aan de orde moet komen. - Besloten wordt de punten 1, 3, 5 en 6 van de lijst af te voeren.
5.
Mededelingen van het college De heer Lievers deelt mee dat hij op 18 april jl. een overleg had met een afvaardiging van het
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 2 van 17 29-05-2012
bestuur van Primato, waarbij is gesproken over de concept-Jaarrekening 2011. Het ziet er naar uit dat de uitgaven over 2011 binnen de begroting blijven. De definitieve jaarrekening moet vóór 1 juni bij het ministerie zijn ingediend. Hij stelt voor het halfjaarlijkse overleg van de commissie met het bestuur van Primato te koppelen aan de definitieve jaarrekening en dat direct na de zomervakantie te laten plaatsvinden. Bespreking in de vergadering van juni gaat waarschijnlijk niet lukken, omdat de jaarrekening net niet tijdig kan worden aangeleverd voor de vergaderbundel. Hij zegt toe de jaarrekening zo spoedig mogelijk door te sturen, zodat ze in de vergadering van eind juni kan worden besproken. Als dat niet lukt, volgt de bespreking na de zomervakantie. De heer Heijstek merkt op dat er harde toezeggingen liggen dat de afspraken aangehouden zouden worden. De wethouder heeft toegezegd er alles aan te doen om het voor 1 juli in de raad te bespreken. De opmerking dat dit misschien wel lukt en anders na de zomervakantie gebeurt, is volstrekt onvoldoende. De voorzitter antwoordt dat indien de jaarrekening niet kan worden besproken in de vergadering van 13 juni as., dat altijd kan gebeuren in de vergadering van begin juli. De heer Lievers antwoordt dat hij heeft opgemerkt dat hij Primato houdt aan de datum van 1 juni wanneer de jaarrekening bij het ministerie moet zijn ingediend. Dat betekent dat de commissie rond die 1e juni de stukken ontvangt. Afhankelijk van de aanleverdatum wordt het de commissievergadering van juni of van juli dat de jaarrekening wordt geagendeerd. De heer Lievers deelt mee dat de verhuizing van het Bataafs Lyceum naar het Bataafse Kamp, waarover de gemeente een bijdrage van € 250.000,- heeft gereserveerd, geen doorgang kan vinden. Een technisch bureau heeft de daadwerkelijke kosten voor renovatie begroot op 6 tot 6,5 miljoen euro en bovendien zou het gebouw volgens de huidige normen slechts voor 650 leerlingen geschikt zijn, terwijl er behoefte is voor 900 leerlingen. Interne controle op dat rapport heeft weliswaar geleid tot het schrappen van een paar posten, maar levert nog steeds een totaal aan kosten van 4 tot 4,5 miljoen euro op. Aangezien OSG is uitgegaan van 2 miljoen aan kosten, is er een gat van 2 tot 2,5 miljoen euro. Dat gat kan OSG niet dichten. Als alternatief wordt nu gekeken naar het pand van Edith Stein, dat mogelijkerwijs kan vrijkomen. Hetzelfde bouwtechnische bedrijf gaat nu deze lokatie doorlichten. De verwachting is hierover nog voor de zomervakantie duidelijkheid te hebben. Dit betekent dat formeel bij de raad het raadsbesluit moet worden herroepen, wat pas gaat gebeuren als er ook een concreet alternatief kan worden geboden. Dat zal dus op zijn vroegst direct na de zomervakantie zijn. De heer Rikkerink concludeert dat hij dus een oude wens van stal kan halen en dus in de raad met een initiatiefvoorstel zal komen om onderzoek te doen naar de haalbaarheid van een cultureel centrum in de Bataafse Kamp. Op een vraag van de heer Van Doren wanneer de huidige huisvesting gaat knellen wegens toename van het aantal leerlingen antwoordt de heer Lievers dat het Bataafs Lyceum de komende 2 tot 2½ jaar de groei nog wel kan opvangen. De heer Lievers deelt mee dat het Leonardo-onderwijs met ingang van het volgend schooljaar verhuist van de Europaschool naar 't Schöppert, zodat het Leonardo-onderwijs een duidelijker profiel krijgt en bovendien 't Schöppert boven de opheffingsnorm uitkomt. Hij laat weten dat er hem niets bekend is of de berichten kloppen dat er problemen zouden zijn tussen het Leonardoonderwijs en Leonardo-stichting. Hij zal hier navraag naar doen en er de commissie over berichten. Mevrouw Ten Heuw heeft een aantal korte mededelingen: - Het bedrijf NormTeq heeft op de Floriade de prestigieuze tweejaarlijkse Koning Willem I-prijs gekregen voor duurzaam ondernemerschap, en daar zijn we erg trots op. Op de site van deze prijs staat hierover nadere informatie. - De Raad van State heeft uitgesproken in het kader van de voorlopige voorziening dieTCN heeft aangespannen tegen het bestemmingsplan Westermaat, dat de gestelde ondergrens van 1.500 m² als voor de winkelunits ruimtelijk wel relevant is. De voorlopige voorziening is dus niet getroffen. De gemeente is dus in het gelijk gesteld. Het college onderzoekt nu de consequenties van deze uitspraak in samenhang met allerlei overige vergunningprocedures die lopen. De uitkomsten zullen met de raad gecommuniceerd worden. - De raad heeft in januari een motie over het Kinderpardon aangenomen. De Kamer heeft hiervoor een initiatiefwetsvoorstel gemaakt en zet het onderwerp nu ook op de agenda. Het is momenteel ongewis wanneer dat gaat gebeuren. - Het Haagse Kunduz-akkoord leidt ertoe dat er nu berichten circuleren dat de bezuinigingen op de Wsw voor 2013 van de baan zouden zijn. Wij weten echter niet wat daarvan waar is. Voor de
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 3 van 17 29-05-2012
koers en strategie van de SWB als werk-leerbedrijf maakt het geen verschil uit. De inhoudelijke bestendige koers wordt gewoon voortgezet. Op 11 juli is de gemeenteraad uitgenodigd voor een werkbezoek aan de Swb en wordt geduid hoe het meerjarenperspectief van de SW-organisatie er uitziet op basis van de recentste inzichten. De maatregel dat voor elke drie uitstromers er slechts één instromer mag komen, is gerelateerd aan de Wet Werken naar Vermogen, die zeer waarschijnlijk controversieel zal worden verklaard. Pas eind mei zal bekend zijn wat met deze maatregel gaat gebeuren. De gemeente wil naar alle mensen toe uistralen dat het beleid niet lijdt onder de discussies. - De raad is in april toegezegd dat er in juni een voorstel zou komen over 't Geerdink. Door het bereiken van een akkoord met het bestuur van het Geerdink wil de wethouder het proces afstemmen. Zij gaat ervan uit, dat de raad de toegezegde factsheet heeft ontvangen. Het procesvoorstel met 't Geerdink zal in juni aan de commissie worden toegestuurd ter informatie. Zodra het toekomstplan gereed is, wat omstreeks november-december 2012 het geval zal zijn, kan hierover in de commissie nader gesproken. Momenteel is er dus geen wijziging van beleid en tot eind 2012 kan de financiële situatie overbrugd worden. 6.
Actualiteiten en vragen van de commissie Mevrouw Luttikholt vraagt naar aanleiding van een krantenartikel in Tubantia wat nu met de huishoudtoets bij bijstanduitkeringen gebeurt, of de wethouder kan aangeven in hoeverre de situatie is veranderd in vergelijking met januari van dit jaar en of de gemeente hiervoor eventueel wordt gecompenseerd vanuit Den Haag. Mevrouw Ten Heuw antwoordt dat het ministerie heeft laten weten, dat er zo snel mogelijk een voorstel komt hoe men inhoud moet geven aan de huishoudtoets. Het ministerie kan zich voorstellen dat tot hierover duidelijkheid is verkregen de huishoudtoets wordt opgeschort. De gemeenten zouden uiteraard graag gecompenseerd willen worden, maar het is de vraag of dat gaat lukken. De gemeente heeft de uitvoering van de huishoudstoets momenteel opgeschort. Er zit bijvoorbeeld nog een vraag hoe om te gaan met degenen die al wel een huishoudtoets hebben gehad en gekort zijn. Het ministerie heeft laten weten nog met nadere richtlijnen hierover te komen. De heer Winter vraagt, onder verwijzing naar een artikel in de Tubantia waarin de heer Turpijn uitspraken doet m.b.t. de zorginstellingen , een reactie van de wethouder. Mevrouw Oude Alink meldt een e-mail te hebben ontvangen van de stichting Mediant, waarin ze stellen hierover geen enkel contact te hebben gehad met de krant. Deze heeft een citaat ergens uit een brief m.b.t. een bezwaarschrift gebruikt. Het gaat dus niet om een uitspraak van de heer Turpijn in een interview. Mediant beschouwt de uitlatingen in de krant al lang niet meer als relevant. De gemeente verkeert niet in een problematische situatie met Mediant.
7.
Stand van Zaken Maatschappelijke stages (12G200086) De heer Lievers refereert aan de in de vorige keer door mevrouw Veneberg gestelde vragen over punten die zij in de rapportage miste, met name de ervaringen van de scholen zelf. Daarom is mevrouw Domburg uitgenodigd om daar iets over te vertellen. Mevrouw Domburg (Stagecoördinator van scholengemeenschappen Twickel en Grundel) geeft aan dat al in 2000 met zo'n 60 leerlingen is begonnen met een maatschappelijke stage. Beide scholen hebben nu samen 1.600 leerlingen die in hun schoolloopbaan 30 uur maatschappelijke stage moeten lopen. Pas vanaf dit jaar is dat verplicht geworden. Er wordt gemerkt dat bedrijven erg enthousiast zijn over deze stages. Verder ging een organisatie als Scala steeds meer ondersteuning geven. Ongeveer 80% van de leerlingen vind op eigen kracht een stageplaats en vinden die in hun eigen leefomgeving (website vetvrijwillig, vereniging, familie, bedrijf in de buurt). De resterende 20% heeft hulp van de docent nodig, maar dat kost de docenten zo veel tijdsinvestering, dat hiervoor Scala wordt ingeschakeld. Dat geldt ook voor leerlingen, die in groepsverband een maatschappelijke stage willen doen. Scala geeft ook ondersteuning aan de docenten en voor de website. De conclusie is dat leerlingen, school en bedrijven elkaar nodig hebben. Er zijn redelijk wat leerlingen die bij het bedrijf als vrijwilliger actief blijven na afloop van hun maatschappelijke stage. Een aantal heeft voor dat extra vrijwilligerswerk zelfs een certificaat gekregen, wat voor VMBO-leerlingen erg belangrijk is. Bij bijvoorbeeld voetbalvereniging Achilles geeft men de leerlingen de mogelijkheid de scheidsrechterscursus te volgen. Op 12 juni as. vindt de bekendmaking plaats van de beste maatschappelijke stagiair en het beste maatschappelijk stagebedrijf.
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 4 van 17 29-05-2012
De voorzitter deelt mee dat de uitnodiging voor de bijeenkomst op 12 juni door de griffier aan de raadsleden is doorgegeven. 1e termijn De heer Lievers merkt op dat met deze toelichting van mevrouw Domburg een antwoord is gegeven op de vraag in de vorige commissievergadering hoe de scholen zelf de maatschappelijke stages beoordelen. Hij voegt er aan toe dat landelijk 10% van de leerlingen actief blijven bij de instelling waar ze een maatschappelijke stage hebben gedaan. In Hengelo is dat echter maar 4%. Het is dus een aandachtspunt voor de scholen en instellingen om te bekijken hoe dat percentage in Hengelo verhoogd kan worden. Mevrouw Veneberg vraagt of die doelstelling om maatschappelijke stage veel meer te laten resulteren in vrijwilligerswerk, plus de verbetering van de website om het aanbod van vacatures beter up-to-date te maken, uit het huidige budget gefinancieerd kan worden. De heer Van Doren merkt op dat Scala veel goed werk doet, maar dat degene die actief is voor de maatschappelijke stages voor 16 u/w hiervoor € 47.000,- ontvangt, wat bij een fulltimebaan zou neerkomen op een jaarsalaris van € 105.750,-. Een administratieve kracht ontvangt voor haar beperkt acht uur per week een jaarsalaris van € 17.100,- ofwel € 76,950,- bij een fulltimebaan. De dienstverlening van Scala is dus wel erg duur. Mevrouw Luttikholt merkt op dat Hengelo met ruim 2.000 koppelingen het erg goed doet, waarvan slechts een zeer beperkt deel via Scala (180 koppelingen). De eerste indruk is dat Scala weinig toegevoegde waarde heeft, maar het blijkt dat Scala juist erg actief is om de voorgesprekken met bedrijven te hebben, te zorgen dat de randvoorwaarden geregeld zijn en soortgelijke ondersteunende werkzaamheden. Deze rol van Scala en haar samenwerking met de scholen had in het stuk wel beter naar voren mogen komen. Ze vraagt de wethouder hoe de subsidies voor deze activiteit zo effectief mogelijk kunnen worden ingezet, teneinde zoveel mogelijk synergievoordelen te behalen. De heer Oflazoglu merkt op dat in bijlage 1 positief over de werkzaamheden wordt geoordeeld, maar er niet uit te kunnen opmaken wat er precies is bereikt. In bijlage 2 worden de doelgroepen en stagebedrijven genoemd, maar het is onduidelijk wat nu precies de inhoud van de stage is en wat de beoogde resultaten zijn De heer Fens constateert dat de docenten zich erg inzetten voor het project. Vrijwilligerswerk is de kurk waar de Nederlandse samenleving op drijft. Het is mooi dat maatschappelijke stages 4% extra vrijwilligers opleveren, maar het is belangrijker het vrijwilligerswerk via de reguliere weg te blijven steunen. Het zou contraproductief zijn als de kosten voor deze maatschappelijke stages worden verworven door de ondersteuning aan het vrijwilligerswerk via andere kanalen te verlagen. Dat zou namelijk betekenen dat elders vrijwilligers wegvallen. De vergoeding aan Scala lijkt inderdaad rijkelijk hoog te zijn, het zou goed zijn er op aan te dringen dat ze gaan werken met reële kosten. De heer Theunissen laat weten het goed te vinden dat scholen deze ervaring aan kinderen meegeven. Bij de bedragen aan Scala zet hij de kanttekeningen dat die inclusief werkgeverslasten ed. zijn, ruwweg het dubbele zijn wat iemand daadwerkelijk verdient. Hij vraagt om verduidelijking. De heer van Veen merkt op blij te zijn dat iedereen zo enthousiast op het CDA-initiatief voor maatschappelijke stages reageert. Hij heeft op basis van het rapport een dubbel gevoel. Enerzijds zijn er mooie resultaten behaald, maar anderzijds zijn er zorgen voor de toekomst. In de notitie wordt opgemerkt dat binnenkort wordt gesproken over de ambities die de gemeente en Scala hebben over de maatschappelijke stages. Hij zou daarover graag van de wethouder informatie krijgen. Hij vraagt daarbij of het een optie is om hetgeen wat Scala en scholen gezamenlijk hebben opgebouwd, geheel over te dragen aan de scholen. Mevrouw Zenginoglu merkt op dat in het rapport niet wordt gesproken over andere invloedsfactoren, zoals de ouders. Ze zou bij een volgende evaluatie ook deze kenmerken graag in kaart hebben gebracht zodat een beter beeld ontstaat van het effect van maatschappelijke stages. Ouders zijn een van de motiverende factoren achter hun kinderen, meer dan de docent en Scala.
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 5 van 17 29-05-2012
Ze vraagt verder waarom speciaal onderwijs in de opzet niet is meegenomen. Tot slot vraagt ze of er scholen zijn die nog geen actie hebben ondernomen ten aanzien van de maatschappelijke stages. De heer Alkema merkt op dat leerlingen met hun overvolle agenda niet teveel gepusht moeten worden voor vrijwilligerswerk. Het is zinvol dat ze kennis maken met maatschappelijke organisaties en vraagstukken, zodat ze dat kunnen meenemen in hun afweging wat ze later gaan doen. Een streven om maatschappelijke stages zoveel mogelijk te laten uitmonden in vrijwilligerswerk is echter geen goede zaak. De maatschappij moet worden gedragen door de volwassenen. We moeten zaken die voor ouderen bedoeld zijn, niet gaan neerleggen bij de kinderen. Die moeten in eerste instantie gericht zijn op hun eigen persoonlijke ontwikkeling, ze moeten vooral gericht zijn op huiswerk, sport en vriendschappen. De heer Lievers antwoordt: - De website wordt ontwikkeld door een communicatiebedrijf uit Enschede; meerdere gemeenten maken er gebruik van. Instellingen kunnen voor de site vacatures melden. Via een toegangscode kunnen leerlingen op de site om te zoeken naar een stageplaats. Er is echter een probleem met deze toegangscodes voor de leerlingen. Er is onlangs een informatiebijeenkomst geweest waarbij de scholen opnieuw zijn geïnstrueerd hoe ze het beste met de website kunnen omgaan. De heer Van Veen stelt voor dat het ontwikkelen en beheren van een site een perfecte maatschappelijke stage zou zijn. Waarom berust het beheer van de site bij een bureau. Mevrouw Veneberg merkt op dat behalve het communicatiebedrijf ook door Scala uren worden opgevoerd voor de website. Ze vraagt waarom deze taken via tussenpersonen moeten lopen en of het niet efficiënter is deze rechtstreeks door de scholen te laten doen. De heer Lievers antwoordt dat de verantwoordelijkheden het beste kunnen liggen daar waar ze thuishoren. Hij wil wel nagaan waarom een commercieel bureau in ingeschakeld voor de website en of leerlingen in het kader van een maatschappelijke stage actief kunnen zijn ten behoeve van de website - De kosten van Scala zijn integraal, dus omvatten salaris, werkgeverslasten, overhead en werkplek-kosten. De gebruikelijke bekostiging dus die niets zegt over het daadwerkelijke salaris. Met Scala zijn hernieuwde afspraken gemaakt over de kosten voor het minimumpakket dat ze leveren. - Het is bij 2.400 stageplaatsen (inclusief 800 bij de OSG) lastig aan te geven wat precies de inhoud was en het exacte resul-taat is geworden. De maatschappelijke stage is een verplicht onderdeel, waarbij wordt gepro-beerd zo goed mogelijk aansluiting te vinden tussen de interesse van de leerling en het belang van een instelling. De genoemde cijfers van 10% en 4% zijn geen goede indicatoren om succes aan af te meten, die 4% betekent voor de Hengelose samenleving wel 100 nieuwe vrijwilligers. - Het blijft een doelstelling van de maatschappelijke stages om een deel van de jongeren voor het vrijwilligerswerk te behouden. Het percentage van 4% geeft aan dat hier nog veel verbetering kan worden gemaakt. Het primaire doel blijft echter leerlingen kennis te laten maken met andere maatschappelijke instellingen en problemen dan waar ze normaliter mee in aanraking komen. Het is een aangenaam neveneffect dat leerlingen hierdoor vrijwilligerswerk gaan doen, echter niet de doelstelling van de stages. - Theoretisch kan de bijdrage van het rijk voor dit project worden overgeheveld van Scala naar de scholen, maar er is nu een goede samenwerking tussen scholen en Scala. Scala neemt de scholen juist veel werk uit handen; de scholen hebben er geen behoefte aan dat werk weer op zich te nemen. Hij is wel bereid te overleggen met de scholen of zij er een meerwaarde in zien om het zelf te gaan doen. - De invloed van ouders is er, maar het is lastig deze op te nemen in het proces van maatschappelijke stages via de scholen. Het is geen verantwoordelijkheid van gemeenten om dit in beeld te krijgen. Wellicht zou dat via de stagecoördinatoren wel kunnen. - Geld dat voor maatschappelijke stages wordt gebruikt, kan uiteraard niet voor ander vrijwilligerswerk worden ingezet. het feit dat op deze manier jaarlijks zo'n 100 nieuwe vrijwilligers worden binnengehaald, geeft aan dat het ook een goede besteding is. 2e termijn Mevrouw Luttikholt merkt op dat niet bedoeld werd het gehele bedrag over te hevelen naar de scholen, omdat de gemeente hierin ook een verantwoordelijkheid heeft te dragen. Ze draagt verder
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 6 van 17 29-05-2012
de suggestie aan over de maatschappelijke stages iets op te nemen in de onderwijsmonitor. Mevrouw Veneberg geeft aan dat het rijk de gemeente een bepaalde taak oplegt en dat dus het budget nooit in zijn geheel kan worden overgeheveld. De heer van Veen merkt op in zijn eerste termijn met de vraag over de ambities van de gemeente en Scala niet heeft gedoeld op de mogelijkheid meer vrijwilligers uit de stages te halen, maar op de vraag hoe gemeente en Scala met minder financiële middelen dit niveau overeind willen houden. Overhevelen van budget naar een school om zo efficiënter te werken, is dan een mogelijkheid. Het is bijvoorbeeld ook de vraag of een stage-makelaar nodig is, waarschijnlijk kan dat op een andere manier veel goedkoper. Zo zijn er wellicht nog andere mogelijkheden. De heer Van Doren onderschrijft de stelling dat een stage-makelaar in wezen niet nodig is. De heer Alkema wijst er nogmaals op dat het goed is dat leerlingen weten wat er in de maatschappij speelt, maar dat niet te veel druk moet worden uitgevoerd om hen te pushen vrijwilligerswerk te doen. De heer Oflazoglu laat weten dat hij nog steeds niet weet wat nu de inhoud en de effecten van de stages waren. Hij wacht de eerste evaluatie van de stages af, die voor juli 2012 gepland staat, zoals die in deel III van het Plan van Aanpak wordt aangekondigd. De heer Fens vraagt het contract met Scala nog eens goed te bekijken, want de geboden dienst zou goedkoper geleverd moeten kunnen worden.
8.
De heer Lievers antwoordt - Hij zegt toe de maatschappelijke stages op te nemen in de onderwijsmonitor. - Formeel heeft de gemeente niet meer recht dan met het budget een stagemakelaar aan te stellen. Daarbij is gekozen voor Scala. Hij laat uitzoeken of er mogelijkheden zouden zijn (een deel van ) het budget naar de scholen over te hevelen en tevens in overleg met de stagecoördinator bij de scholen na te vragen hoe zij hierover denken. - Het staat vast dat het aantal uren dat Scala berekent ook daadwerkelijk nodig is. Een andere vraag is of daar dit tarief voor nodig is. Hij zegt toe deze vraag met Scala op te nemen. De voorzitter concludeert dat het stuk afdoende is besproken. Statutenwijziging OSG (12G200598) De heer Lievers refereert aan zijn toezegging dat VOS/ABB uitgenodigd zou worden om hun rapport toe te lichten en vragen te beantwoorden; hiervoor is mevrouw Eshuis aanwezig. Mevrouw J. Eshuis (VOS/ABB) geeft aan dat de Wet Goed Onderwijs, Goed Bestuur, die in augustus 2010 in werking is getreden, twee belangrijke onderdelen heeft. Op de eerste plaats moet veel meer gekeken worden naar de opbrengsten van het onderwijs; aan de hand van een zgn. interventie-piramide kan de minister ingrijpen als de resultaten achterblijven bij de verwachtingen. Het tweede element is goed bestuur, met drie belangrijke aspecten: de scheiding van bestuur en intern toezicht, de vaststelling van de Code Goed Bestuur voor het onderwijsveld en de mogelijkheid tot delegatie. Voor deze presentatie gaat het om het element 'scheiding van bestuur en intern toezicht', waarbij voor het toezicht twee zaken van belang zijn: de toezichthouder werkt onafhankelijk van het bestuur en is daarnaast adviseur van het bestuur. De toezichthouder is verder belast met het goedkeuring van de begroting, het jaarverslag en het strategisch meerjarenplan. Daarnaast kijkt de toezichthouder toe op het rechtmatig verwerven van de middelen, wijst ze de accountant aan en zorgt voor de naleving van de Code Goed Bestuur. Van al deze werkzaamheden legt de toezichthouder in het jaarverslag verantwoording af. De minister heeft vastgelegd dat bestuur en intern toezicht gescheiden moeten zijn, maar heeft het aan het bestuur overgelaten hoe ze dat concreet willen invullen. Daarvoor zijn drie modellen beschikbaar. De OSG werkt met het meest gebruikte model, met een Raad van Toezicht. Vooruitlopend op de Wet GOGB is in 2008 in de statuten al voor dit model gekozen. Op die statuten is nu een aantal aanpassingen nodig. Wettelijk is vastgelegd dat de gemeente moet zorgen voor voldoende openbaar onderwijs, waarbij het extern toezicht is neergelegd bij de gemeenteraad. De raad heeft daarbij special taken bij opheffingen van scholen, statutenwijziging, het benoemen van bestuursleden, het goedkeuren van begrotingen en het ingrijpen bij ernstige taakverwaarlozing. Echter, bij een Raad van Toezicht-model wijzigen een aantal zaken. Er kunnen namelijk geen twee
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 7 van 17 29-05-2012
verschillende organen zijn die dezelfde toezichtstaken uitvoeren. Bepaalde taken worden weggehaald bij de gemeenteraad. Dit moet nu statutair worden vastgelegd. De heer Heijstek voert op dat de commissie zou spreken over de functie die de gemeenteraad kan spelen binnen het OSG. Dat zou betekenen dat de voor- en nadelen van de drie modellen die mevrouw Eshuis noemde besproken zouden worden. Er wordt echter alleen ingegaan op het Raad van Toezicht-model, terwijl hij graag ook iets over de beide andere modellen had gehord. De raad mag kiezen welk model wordt aangehouden en hij zou graag horen welk model binnen het openbaar onderwijs het meest gebruikt wordt. De raad wil zijn grip op de besluitvorming en de controle niet kwijtraken. Mevrouw Eshuis merkt op dat het een misvatting is dat de gemeenteraad kiest welk model wordt aangehouden; het onderwijsbestuur maakt deze keuze en bij OSG is al in 2008 gekozen voor het Raad van Toezichtmodel. De statutenwijziging die dit met zich meebrengt dient echter wel de raad te passeren. Die moet er van uitgaan dat het bestuur een weloverwogen beslissing heeft genomen. Bij 70% van de scholen wordt gekozen voor dat Raad van Toezichtmodel, omdat hier voor meer dan bij de twee andere modellen bestuur en intern toezicht van elkaar gescheiden zijn. Ze begrijpt dat het gevoelsmatig soms moeilijk is voor gemeenteraden om een deel van hun bevoegdheden over te dragen aan een Raad van Toezicht. Men dient echter ook te beseffen dat de bevoegdheden van de Raad van Toezicht om bijvoorbeeld de begroting te controleren veel groter zijn dan ze ooit voor de gemeenteraden waren. In die zin is de controle op het functioneren van schoolbesturen aanzienlijk verstevigd. Er zijn echter allerlei tussenoplossingen denkbaar, bijvoorbeeld dat de raad zijn zienswijze op de begroting bij de Raad van Toezicht neerlegt, zodat die dit standpunt in haar beoordeling kan meenemen. Verder is er het element 'ernstige taakverwaarlozing' dat de raad in voorkomende situaties tot zijn beschikking heeft. De heer Lievers vult aan dat in Leeuwarden gekozen is voor de opzet dat een afgevaardigde namens de raad zitting heeft in de Raad van Toezicht. Mevrouw Eshuis merkt op dat in andere gemeenten wordt gevraagd de wethouder deze rol op zich te laten nemen, maar deze optie is in strijd is met de Wet GOGB omdat het de vraag is of de wethouder vanuit zijn positie echt onafhankelijk toezicht kan uitoefenen. Een variant die weer wel mogelijk is dat iemand vanuit de ambtelijke organisatie in de Raad van Toezicht zitting neemt. Een Raad van Toezicht oordeelt overigens niet alleen of er sprake is van strijdigheid met wet of algemeen belang, maar ook over doel- en rechtmatigheid. De heer Lievers geeft aan dat de vraag aan de orde was welk van de drie mogelijke modellen de raad zou willen hebben. Aangezien het duidelijk is dat het schoolbestuur het model kiest, ligt in essentie de vraag voor of de raad kan instemmen met het blijven werken met het Raad van Toezichtmodel. 1e termijn De heren Theunissen en Van Veen staan achter het Raad van Toezichtmodel. Mevrouw Luttikholt vraagt of de raad al zo ver is om haar taken 'los te laten' en in te stemmen met het Raad van Toezichtmodel, waarvoor de OSG zelf kiest. Ten slotte blijft de gemeente uiteindelijk verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs. Ze laat weten veel te voelen voor de optie waarin de raad zijn zienswijze op de begroting en jaarverslag kan neerleggen bij schoolbestuur en Raad van Toezicht. De heer Schoonhoven merkt op dat door de toelichting de methodiek duidelijk is geworden en ook goed is aangegeven dat de keuze voor het model elders wordt gemaakt. Het klopt dat uiteindelijk de gemeente verantwoordelijk is voor het openbaar onderwijs, dus het is niet onlogisch dat de raad goed de vinger aan de pols wil houden. Zeker wil de raad relevante stukken ontvangen en meepraten over strategische beslissingen. De heer Heijstek laat weten het directiemodel en het DB-AB-model af te wijzen, dus de keuze voor het Raad van Toezichtmodel te onderschrijven. Het is ook logisch dat er geen twee organen dezelfde toezichtfunctie moeten hebben, dus logisch dat de raad een deel van zijn taken moet overdragen. De gemeenteraad heeft genoeg controlemiddelen; desnoods kunnen de leden van de Raad van Toezicht ontslagen worden. De raad moet echter wel inzicht hebben in de begroting en in de jaarrekening; dat geeft (bij)sturingsmogelijkheden. Het neerleggen van een zienswijze kan, maar is niet perse nodig. Er kan worden volstaan met een goede informatievoorziening aan de
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 8 van 17 29-05-2012
gemeenteraad. De raad moet echter niet zelf aan het stuur staan; dat moet alleen als het echt nodig is. De heer Heijstek is dan ook voorstander van het Raad van Toezichtmodel met informerende bevoegdheden van de gemeenteraad. De heer Van Grouw merkt op dat de raad de statutenwijziging moet bekrachtigen en dus tot dan bepaalt welk model wordt gekozen. De OSG doet het op dit moment zeer goed. Bij de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs hoort dat de overheid zich minder bemoeit met de organisatie. Juist de te grote bemoeienis in het verleden zorgde voor de grote wens bij het onderwijs om te verzelfstandigen. In plaats van verzelfstandiging had de gemeente enkele jaren geleden beter kunnen kiezen voor betere mate van bemoeienis. Hij zou graag weer discussiëren over het ongedaan maken van de verzelfstandiging, maar neemt aan dat daarvoor bij andere partijen onvoldoende belangstelling bestaat. Het ligt voor de hand dat de SP kiest voor een vorm waarbij het gaat om meer dan 'kennisnemen van' of 'geïnformeerd worden over', maar voor een zo groot mogelijke betrokkenheid van de overheid. Hij is dus voor een vorm waarbij de raad betrokken is bij het benoemen van bestuurders, het goedkeuren van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag. Een Raad van Toezicht is daarbij overbodig. Mevrouw Zenginoglu laat weten het Raad van Toezichtmodel te steunen, mits een ambtenaar daarin namens de gemeente zitting heeft De heer Theunissen laat weten de lijn van de heer Heijstek te volgen, namelijk zo veel mogelijk op hoofdlijnen zicht blijven houden hoe het schoolbestuur en de Raad van Toezicht functioneren. De heer Lievers antwoordt dat hij de Leeuwardense constructie slechts noemde als mogelijkheid, niet als een constructie waar hij zelf voorstander van is. Hij prefereert het model waarin de Raad van Toezicht begroting, jaarrekening en jaarverslag goedkeurt, waarbij de raad wel de mogelijkheid heeft zienswijzen in te brengen bij de Raad van Toezicht. De raad heeft zo een formeel instrument om stukken in te zien en visies over te brengen naar bestuur en Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht krijgt zo de positie zoals door de wetgever bedoeld, met een bescheiden positie voor de gemeente. Daarbij de vraag of de zienswijze door de wethouder, de raad of de commissie moet worden gedaan. 2e termijn De heer Van Grouw noemt het prima dat het gemeentebestuur zich niet bemoeit met de inhoud van het onderwijs, zoals de heer Theunissen aangaf, maar dat de gemeente zich wel moet bemoeien met de zaken waarbij men wel belang heeft. Hij laat weten dat als gewerkt gaat worden met het Raad van Toezichtmodel niet volstaan moet worden met een methodiek dat slechts een zienswijze kan worden ingebracht, maar de raad goedkeurende bevoegdheden heeft. De Raad van Toezicht zou zich dan meer moeten concentreren op de inhoudelijke aspecten van de toezichtfunctie. Mevrouw Luttikholt vindt dat we bij zo’n constructie de Raad van Toezicht niet serieus zouden nemen. De heer Schoonhoven laat weten dat bij het door de wethouder voorgestelde model, waarmee zijn partij instemt, hij de voorkeur heeft voor een rol voor de gemeenteraad. Hij pleit voor een open communicatie. Hij vraagt de wethouder informatie over de samenstelling en de specifieke deskundigheden van de leden van de Raad van Toezicht. Mevrouw Luttikholt en mevrouw Zenginoglu laten weten eveneens te kiezen voor een rol van de raad voor het inbrengen van zienswijzen. De heer Lievers antwoordt dat het mogelijk is dat een vertegenwoordiger van de raad in de Raad van Toezicht komt, maar dat men zich dan dient te realiseren dat men in een lastig parket komt. Een probleem dat overigens hetzelfde is indien de wethouder of een ambtenaar deze rol vervult en dat zich niet voordoet indien gewerkt wordt met zienswijzen van de raad. Hij acht dit het beste tussenmodel, dat doet namelijk recht aan de positie van de Raad van Toezicht en houdt rekening met de mening van de raad. Hij stelt voor dit tussenmodel uit te werken in de statutenwijziging. De voorzitter concludeert dat de SP hiervan tegenstander is, maar dat de rest van de commissie wel instemt met dit model.
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 9 van 17 29-05-2012
PAUZE (21.55 - 22.10 uur) 9.
Jaarverslag en Jaarrekening 2011 (12G200281) De heer Schulp (directeur AkkuH) heeft zich vooraf als inspreker gemeld; hij geeft een kort overzicht van de gesprekken die naar aanleiding van de bezuinigingsoperatie zijn gevoerd met Crea, die uitmondden in een afspraak op te gaan in een nieuwe organisatie. Juist op het moment dat daarover overeenstemming was bereikt, kwam het bericht dat de wethouder het advies van de taskforce naast zich zou neerleggen. AkkuH zou in 2014 alsnog van de subsidielijst worden gehaald, in 2013 zou de subsidie al worden afgebouwd. Dit betekent dat AkkuH geen faire kans krijgt om samen met Crea de afspraken uit te werken en tot een fusie te komen. De gemeenteraad heeft geen opdracht gegeven om AkkuH op te heffen. B&W zet daar toch op in, de besluitvorming zal in een latere fase bij de raad terecht komen. AkkuH is bij bezuinigingsopera-ties steeds initiatiefnemer geweest om een gezamenlijk plan van aanpak te maken, heeft ideeën aangedragen voor gezamenlijke huisvesting en heeft aangegeven hoe met leningen kan worden omgegaan. De voorgenomen bezuiniging van de gemeente wordt met het voorgenomen besluit van B&W al in 2014 gehaald en de andere culturele instellingen zijn voor deze bezuinigingsopera-tie gevrijwaard. Akkuh wordt dus geslachtofferd. Hij roept de commissie op Akkuh niet te beoordelen als organisatie waarmee de bezuinigingsdoelstelling het simpelst gehaald kan worden, maar te beoordelen om haar inhoud, haar energie en haar voorstellen. Hij vraagt de raad B&W een halt toe te roepen. 1e termijn De heer Heijstek geeft aan dat de jaarrekening met een positief saldo van € 80.000,- wordt afgesloten, wat te danken is aan enig creatief boekhouden want het resultaat is 1,8 miljoen euro negatief. Hij vraagt waarom in het subsidieregister bij sommige ontvangers van subsidie de gegevens vanwege privacyrede-nen geanonimiseerd zijn. Hij merkt op dat Pro Hengelo tevreden is over het economisch belang dat wordt toegekend aan vervoer per binnenvaart. Hij vraagt welke stappen het college onderneemt om ook bij de sluis van Delden een tweede deur te realiseren. Pro Hengelo maakt zich zorgen om de effecten van de Wet Werken naar Vermogen, de AWBZ en de jeugdzorg en constateert dat het college daarop zeer actief is. Ook is er veel aandacht voor het technisch onderzoek binnen de VMBO en voor de wijkcentra. Problematisch is de uitgifte van de grondkavels. De heer Fens merkt op dat alle onderdelen van de sociale paragraaf worden afgesloten met miljoenen verlies en dus behoorlijk moet worden geput uit de reserves. Gezien al deze verliezen vraagt hij of de gemeente niet constant verkeerd begroot. Hij kaart verder een paar minder zwaarwegende punten aan, Zo staat op pagina 69 dat alle VMBO-leerlingen uit Hengelo in de stad een breed scala aan opleidingen volgen. Dat suggereert dat geen enkele VMBO-leerling uit Hengelo in Borne of elders een opleiding volgt. Hij wijst verder op pagina 71 m.b.t. de onderzoeken naar de brede school, waarvan in het jaarverslag niet duidelijk wordt hoe het daarmee nu voorstaat. De heer van Grouw merkt op dat de gemeente Hengelo het in deze economische slechts tijden in vergelijking met andere gemeenten erg goed doet. Het jaarverslag geeft goed weer wat de laatste jaren bereikt is. Waarbij verreweg de belangrijkste prestatie is wat het college onder de huidige omstandigheden allemaal weet te behouden. Hij noemt daarbij ROZ, een goed sociaal werkvoorzieningbedrijf, de afspraken voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt en het werkgevers-convenant. Hij complimenteert het college met deze prestatie, want het slaagt er in met veel minder geld bijna dezelfde dingen te doen. Mevrouw Muller merkt ten aanzien van programma 1 op blij te zijn dat het ondernemersklimaat gestimuleerd wordt en zij is positief over de samenwerking met Twence, inclusief de afspraak daar beleidsmatig de samenwerking te intensiveren, waarbij ze benieuwd is welke extra geldstromen dat met zich mee kan brengen. Ten aanzien van programma 2 is de decentralisatie en de transitie AWBZ een inspannende operatie, waarbij ze de vraag stelt of de zorgontvangers al wat merken van deze operatie. Ten aanzien van programma 3 merkt ze op dat het preven-tief inzetten op de eigen kracht van mensen en het werken met collectieve welzijnsdiensten een goed idee is, maar dat vraagtekens kunnen worden gezet bij de uitvoering. Er is erg grote uitval, dus een negatief
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 10 van 17 29-05-2012
resultaat van dit beleid. Mevrouw Zenginoglu meldt dat in het verslag is te lezen dat minder geld wordt ontvangen voor de uitkeringen dan was begroot. Verder is de post voor schade en diefstal van met name lood en koper bij scholen gegroeid. Ze vraagt hoe het college met beide zaken omgaat. Onder verwijzing naar het betoog van de inspreker vraagt ze om inzage te krijgen in de werkzaamheden van de taskfoce die de heer Schulp noemde. De heer Alkema merkt op dat in hoofdstuk 5 wordt gemeld dat in het tussengebied HengeloEnschede allerlei plannen worden ontwikkeld, maar geen verdere mededeling volgt. Hij zou hierover graag meer weten, zoals wat er naast het Kristalbad wordt ontwikkeld. Ook wordt gesproken over de nieuwe Cultuurvisie, met een Deltaplan voor de musea. Hij vraagt wanneer de commissie die beide plannen tegemoet kan zien. De heer Theunissen noemt ook het feit dat er ondanks de teruglopende inkomsten veel is bereikt en noemt daarbij enige aansprekende voorbeelden. Aan de negatieve kant noemt hij dat de indruk bestaat dat voor elke probleem een aparte projectgroep in het leven wordt geroepen. Hij vraagt of het niet efficiënter is het aantal projectgroepen wat te verminderen. Tot slot vraagt hij wat op pagina 99 wordt bedoeld met wijkgericht werken als het gaat om het minimabeleid. Mevrouw Veneberg heeft enkele vragen en opmerkingen: (a) zijn al contacten gelegd tussen school en bedrijfsleven over de vervolgopleidingen, waarop op pag. 22 wordt gesproken; (b) er is grote zorg over de toenemende zorgvraag en computerverslaving bij de jeugd; (c) ze vraagt wanneer de voor 2011 aangekondigde Horecavisie te verwachten is; (d) Er is nergens terug te vinden of de regeldruk voor het bedrijfsleven is afgenomen zoals was afgesproken; (e) Waarom is de uitgifte aan zorggerelateerde bedrijven achtergebleven? Gezien de toenemende zorgvraag dreigt dat de gemeente op termijn onvoldoende capaciteit heeft; (f) de wijkgerichte inzet op gebied van sociale zaken is niet gerealiseerd, ze vraagt of dat in de toekomst wel gaat gebeuren; (g) Er is in het jaarverslag niets terug te lezen over de garantstelling aan Primato; (h) in de schakelklassen zijn 90 kinderen bereikt, maar het is onduidelijk of dit nu een succes is of niet; (i) het werken met een sportconsulent is duidelijk geen succes geworden, ze wil weten welke conclusie daaraan wordt verbonden; (j) tot slot vraagt ze waarom de openbare gezondheidszorg niet in het verslag staat. De heer Winter merkt op een verslag van 300 pagina's veel te vinden. De omvang leidt er toe dat doelstelling en conclusies soms op meerdere plaatsen terugkomen. Inhoudelijk heeft hij als vragen en opmerkingen: (a) hij is benieuwd naar de voortgang van de Cultuurvisie; (b) de jaarrekening in Hengelo valt aanzienlijk minder negatief uit dan die van andere gemeenten; (c) de samenwerking in de binnenstad en bij de WMO is goed in stand gebleven; (d) de PvdA is zeer te spreken over de onderwijsmonitor die is uitgekomen; (e) het is ook prima om de doorlooptijd van de bijstand aan te passen; (f) er is zeer veel energie gestoken om mensen te begeleiden naar werk; (g) hij wil zeker de voortgang van het Bewonersbedrijf volgen; (h) de ontwikkeling van de brede school verloopt stroef en heeft alle aandacht nodig; (i) De raad weet nog steeds niet waar straks AC Bij de Toren komt. Hij vraagt wanneer de wethouder daarover duidelijkheid kan geven; (j) het niet functioneren van de sportconsulent vraagt een toelichting: (k) wat is de status van het wijkgericht inzetten van dienstverlening bij schuldverlening en hoe loopt dat; (l) de VVE heeft 200 plaatsen, wat voldoende is voor Hengelo, maar er is niet terug te lezen of er daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt. De heer Mulder antwoordt: - De reserves zijn indertijd gereserveerd om mogelijke tekorten af te dekken en dat is precies wat hier gebeurt. Het is op zich niet verwonderlijk dat op 'sociaal' de cijfers vaak negatief zijn; het is min of meer inherent aan deze post. Groenvoorziening, brandweer, cultuur en soortgelijke activiteiten kosten altijd geld. Voor het afgelopen jaar geldt dat de inkomsten vanuit het rijk ongeveer 2,5 miljoen lager waren dan begroot, zodat de sociale uitgaven niet langer gedekt werden door inkomsten van het rijk. Het is echter niet zo dat er structureel fout zou worden begroot. - Op 15 mei wordt in het college het advies van de taskforce aan de orde gebracht, waarover de heer Schulp sprak. De afgelopen tijd zijn er gesprekken met diverse culturele organisaties gevoerd. De raad zal in juni geïnformeerd worden. - Het verhaal van de heer Van Grouw is het college uit het hart gegrepen, want het college heeft zich zeer ingespannen om zo veel mogelijk activiteiten overeind te houden zonder daarbij de begrotingsdiscipline uit het oog te verliezen.
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 11 van 17 29-05-2012
- De jaarrekening was inderdaad te fors; er wordt gezocht naar een hanteerbaarder formaat. - De Cultuurvisie was vanwege ziekte binnen de organisatie een tijd lang vertraagd geweest, maar wordt na de vakantie weer opgepakt. Een van de onderwerpen is daarbij het Deltaplan Musea. De heer Lievers antwoordt: - Er liggen afspraken tussen scholen en bedrijfsleven. Zo wordt meegedacht over en meebetaald aan het nieuwe praktijklokaal voor de VMBO-school en aan lokalen voor het basisonderwijs. - De gemeente heeft de sportconsulent van Scala overgenomen - De € 85.000,- aan bezuinigingen op de schoolbegeleidingsmiddelen gaat pas in eind 2012. - De garantiestelling voor Primato geldt pas zodra zich een van de vijf risicofactoren zou voordoen. Het dient dus te gaan om een onvoorziene situatie, waarbij een lening zou worden verstrekt. De heer Heijstek merkt op dat dit dan ergens uit de stukken moet blijken, bijvoorbeeld via een voorziening die is getroffen of een 'niet uit de balans blijkende verplichting'. De heer Lievers zegt dat dit afhankelijk is van de manier waarop de lening wordt geregeld. Het is denkbaar dat de gemeente geld uit eigen middelen vrijmaakt of dat geld dat de gemeente leent wordt doorgeleend naar Primato. Als de situatie zich voordoet, wat helemaal niet in de lijn der verwachtingen ligt, moet gekeken worden welke constructie gebruikt wordt. De heer Heijstek merkt op dat het bij doorlening dus een 'niet uit de balans blijkende verplichting' betreft. De heren Lievers en Mulder zullen dit nagaan en er op terugkomen. Mevrouw ten Heuw antwoordt: - Bij het Twentekanaal is nu het werk aan de sluis bij Eefde belangrijk, omdat dit de doorvaartsnelheid in het gehele kanaal verbetert. De ondernemers langs het kanaal hebben een voorkeur voor een U-profiel in plaats van een V-profiel, omdat ze dan met een hogere klasse schepen kunnen varen. De prioriteit heeft dus niet een tweede deur bij sluis Delden, maar het kanaal geschikt maken voor schepen uit de 5A-klasse. Dat betekent grotere schepen die aanzienlijk meer kunnen vervoeren. - Vanuit het minimabeleid zal in de volgende bijeenkomst de voucherregeling geëvalueerd worden, gekoppeld aan het beleid van de schuldhulpverlening en de begroting van de Stadsbank. De raad heeft daardoor een mooi overzicht hoe de gemeente met deze materie wil omgaan. Uit de voucherregeling blijkt dat het aantal mensen dat een beroep doet op de bijzondere bijstand stijgt, de belangrijkste reden waarom de besparing niet wordt gehaald. - Zoals de heer van Grouw al opmerkte wordt er veel aandacht besteed aan het mensen weer aan het werk krijgen. Er zijn ondernemingen die zich in Hengelo vestigen, waarbij de gemeente probeert sociaal zwakkeren aan een baan te helpen. Er wordt geprobeerd met bedrijven die hier al gevestigd zijn een Sociaal Akkoord Hengelo af te sluiten, waarin afspraken komen te staan over het creëren van banen aan mensen met afstand op de arbeidsmarkt. Hoewel de Wet Werken naar Vermogen waarschijnlijk controversieel zal worden verklaard, blijft dit college op deze wijze afspraken maken met het bedrijfsleven. - Er is binnen het college veel vertrouwen in de provinciale trajecten. Het regionale beleid dat Provinciale Staten heeft vastgesteld wordt gevolgd door investeringsmogelijkheden. Een deel van het miljard euro dat de provincie beschikbaar heeft, zal binnen Hengelo moeten aankomen. - De inkomsten op de bijstanduitkeringen blijven erg ver achter bij de behoeften. In 2008 was de dekkingsgraad nog -1%, inmiddels is dat opgelopen tot -16,5%. Er is dus op dit punt een serieus probleem dat slechts in beperkte mate beïnvloedbaar is. Bij het technisch beraad zijn daarom vragen gesteld over de IAU-uitkering, maar de kans is aanwezig dat de gemeente over 2010 zo'n uitkering niet gaat krijgen. Als de gemeente een IAU-uitkering krijgt, is dat een meevaller; rekeningtechnisch wordt er nu echter geen rekening mee gehouden. - Bij de wijkgerichte aanpak bij het minimumbeleid en de armoedebestrijding moet worden gezien in het kader van de bevordering van participatie aan maatschappelijke activiteiten. Daarbij is het van het grootste belang de deelname van jongeren aan sport en cultuur te bevorderen. - De Horecavisie laat nog even op zich wachten; eerst zal de Detailhandelsvisie, die in februari is vastgesteld, verder uitgelijnd worden. De raad krijgt zodra dit gereed is het procesvoorstel m.b.t. de Horecavisie. - In de Berflo Es is geëxperimenteerd met wijkgericht werken ten aanzien van uitkeringen. Om verschillende redenen heeft dat nog geen navolging. Het aantal aanvragen is zeer groot, wat de organisatie op dit moment niet aankan. De primaire keuze is nu de doorlooptijd zo kort mogelijk te laten zijn, waardoor het experiment van wijkgericht werken even op de achtergrond is gezet. Daarbij speelt ook nog een rol dat moet worden gekeken hoe de samenwerking met Borne, Hof
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 12 van 17 29-05-2012
van Twente en eventueel Oldenzaal vormgegeven kan worden. Mevrouw Oude Alink antwoordt: - De transitie is van groot belang; de gevolgen zijn fors en ingrijpend. De gemeente spant zich erg in om de raad en commissie daar volop bij te betrekken. Het is evident dat voor deze ingewikkelde operatie een projectgroep wordt ingericht. Ze stelt de heer Theunissen gerust, dat de gemeente nooit méér projectgroepen inricht dan strikt noodzakelijk is. Als een opdracht volbracht is, wordt een projectgroep ook weer zo snel mogelijk opgeheven. - Het inzetten op eigen kracht van de mensen heeft resultaten. Er is onlangs over het onderwerp een conferentie geweest. Het verslag daarvan wordt naar de commissie verstuurd. - Het is goed om in de commissie Fysiek terug te komen op de plannen voor het tussengebied Enschede-Hengelo. - Er zal informatie worden opgezocht over het toenemende probleem van computerverslaving bij kinderen en de vraag of de zaak zo problematisch is dat ook daadwerkelijk beleid moet worden gevoerd. - De zorggerelateerde bedrijven op het gezondheidspark betreft bedrijven die zorggerelateerde producten maken; ze hebben geen direct effect op het leveren van zorg. - De zorgadviesteams worden geëvalueerd. Men lijkt hierover tevreden te zijn. Op het onderwerp wordt teruggekomen in relatie tot de totale gezondheidszorgstructuur. - Op AC Bij de Toren zit veel tijdsdruk. Er wordt gezocht naar een tijdelijke locatie die zo aantrekkelijk is dat deze kan uitmonden in een permanente locatie, zodat er niet tweemaal verhuisd hoeft te worden. - Met het rijk zijn afspraken gemaakt over 200 plaatsen in de VVE. Er zijn hiervoor van het rijk extra middelen gekregen. Er is over het onderwerp een stuk in voorbereiding, die binnenkort naar de commissie wordt gestuurd. - Er wordt met succes de kanteling toegepast, waarvoor de gemeente veel complimenten krijgt. Dat geldt vooral de manier waarop de huiskamerbezoeken worden gedaan. Alle reden dus op deze manier verder te gaan en personeel hiervoor te trainen. Het voorstel gaat als bespreekstuk verder naar de raad. 10.
Maatschappelijke opvang, bemoeizorg / begeleiding en preventie (11G201865) Mevrouw Ellerkamp (Humanitas Onder Dak) heeft bij dit punt gevraagd te mogen inspreken; zij laat weten dat de organisatie in november 2011 een vooraankondiging heeft gekregen dat er een verandering gaat plaatsvinden in de financiering. In februari 2012 is overeenstemming bereikt over het continueren van de werkzaamheden van Humanitas Onder Dak. Tot op heden heeft Humanitas het tekort op haar begroting beperkt kunnen houden. Op een begroting van € 280.000,- heeft de organisatie de laatste twee jaar € 70.000,- , dus 25%, moeten inleveren. Dat terwijl de organisatie werkt met de moeilijkste doelgroep, de groep die intensieve zorg behoeft en die als je die eenmaal kwijt bent bijna niet meer kunt bereiken. De kunst is om juist die groep aan je te bin-den en van daaruit adequate hulp te bieden. Voor de samenleving betekent het een flinke inperking van de overlast. Vanwege de bezuiniging ontstaan nu kritische situaties; het is in feite wachten op het eerste ernstige incident. In de beschikking 2012 wordt van de gevraagde € 55.000,- slechts € 20.000,- toegekend. Dit heeft grote consequenties voor de hulpverlening. Humanitas Onder Dak vraagt dan ook de beschikking te herzien of een duidelijke keuze te maken welke doelgroepen de organisatie wel en welke zij niet moet begeleiden. De heer Van Veen geeft aan dat het CDA niemand afschrijft. Het is belangrijk dat kwetsbare groepen weer kunnen meedoen aan de maatschappij. De opvang voor dak- en thuislozen is daarbij belangrijk. In aansluiting daarop volgt het doel mensen aan een huis en aan werk te helpen. Vervolgens is helpen bij het sanering van hun schulden belangrijk en vervolgens komt het weer invullen van hun leven. Deze doelstelling staat nu onder druk. De nieuwe subsidieregeling stelt het college voor een lastige opgave; het college probeert nu de pijn te verdelen. De bezuinigingen vragen om betere, slimmere en efficiëntere oplossingen. In het voorstel blijven echter fundamentele keuze uit, terwijl die dringend nodig zijn. De creativiteit van het college is op dit punt nog onvoldoende. In grote lijnen wordt de lijn gedeeld, die is gericht op synergie en samenwerking. Ook het vergroten van de informele zorg is van belang. Elementair is dat een brug naar werk overeind blijft. Hij zal de notitie meenemen naar de fractie en sluit niet uit dat zijn fractie bij de behandeling met amendementen of moties komt. Een ervan is al zeker, namelijk gericht op de tijdelijke lokatie voor AC Bij de Toren. Daarin zal worden gevraagd bij een besluit hierover, ook
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 13 van 17 29-05-2012
onmiddellijk een communicatietraject voor de direct omwonenden te starten. Hij sluit af met de volgende vraag: In Uitvoeringsmaatregel 2 wordt opgemerkt dat Humanitas Onder Dak financieel ondersteund blijft worden voor de 24-uurs opvang. In 2011 werd het deel "collectieve begeleiding" slechts voor 50% gesubsidieerd en het voorstel is om dat voor 2012 verder te verlagen. Dat moet worden opgevangen door het inzetten van meer vrijwilligers. Dat past in de doelstelling van het CDA. Voordat vrijwilligers dit werk kunnen doen, moeten ze goed geschoold worden. Het veronderstelt dus eerst een investering voordat bezuinigd kan worden. Het motto is dus professionals meer naar de achtergrond en vrijwilligers meer op de voorgrond. Dat eerste houdt in dat zorginstellingen als Scala, Mediant, Humanitas en kerken meer samenwerken. Mevrouw Zenginoglu is voorstander van innovaties, ook in de zorg. Zij merkt op dat het een goed streven is dat zorgorganisaties meer samen-werken. Ze vraagt in welke mate de organisaties dat nu al doen. Ook vraagt ze of er nog zienswijzen of bezwaren zijn binnengekomen op de wijziging bij het toekennen van subsidies. De heer Rikkerink constateert dat Enschede zich gaat concentreren op haar wettelijke taken en hij heeft het gevoel dat Hengelo daarmee wat extra taken krijgt. Hij vraagt waarom ook Hengelo zich niet alleen richt op de wettelijke taken. Hij leest een deel voor van uitvoeringsregel 3, waarin staat dat de nieuwe huisvesting van AC Bij de Toren naar verwachting gepaard gaat met stijgende huisvestingslasten. Hij concludeert hieruit dat de nieuwe locatie al bekend is en vraagt waar dan de nieuwe methadonpost komt. Hij vraagt tevens waarom de raad deze informatie nog steeds niet heeft. Het viel hem in de passage ook op dat blijkbaar eerst iets is afgesproken en daarna pas wordt gekeken wat het gaat kosten. Men moet eerst dekking zoeken en pas daarna iets doen. Mevrouw De Jong laat weten de uitgangspunten in de nota te onderschrijven en het streven de gevolgen van bezuinigingen zo veel mogelijk te ondervangen. De effecten van de bezuinigingsoperaties kunnen echter nooit helemaal worden opgevangen. Ze wil ook haar zorg uitspreken over de inzet van vrijwilligers bij deze zeer moeilijke groep die veel hulp en ondersteuning nodig heeft. Er wordt dus een grote druk gelegd bij deze vrijwilligers en de organisatie die hen moet begeleiden. Ze heeft dezelfde vraag als de heer Rikkerink over de huisvestingslasten van AC Bij de toren. De heer Van Wakeren noemt de financiële onderbouwing van het stuk goed. Wel merkt hij op dat wordt gesteld dat op termijn één vaste hulpverlenende instantie ingehuurd zal worden. Hij vraagt waarom dat niet al op korte termijn kan. Bij incidenten in de samenleving blijkt vaak dat meerdere organisaties bij de betreffende cliënt betroken zijn geweest, maar dat zij blijkbaar deze informatie onderling niet uitwisselen. Er wordt nu gezegd om bij een incident dit een gezamenlijke verantwoordelijkheid te maken van verschillende instanties. Het is de vraag of dat verstandig is. Als iedereen verantwoordelijk is, is uiteindelijk niemand verantwoordelijk. Hij geeft aan dat het lastig is goed de effecten te boordelen voor de Hengelose verzorgingsstructuur. De heer Schoonhoven uit zijn zorg over de grote afhankelijkheid van de vrijwilligers, zeker voor de continuïteit van deze activiteit. Hij laat weten de vragen of de huisvesting van AC Bij de toren en de vraagtekens over de samenwerking van zorgorganisaties te delen. Ook geeft hij aan dat het voorstel in elk geval nader besproken moet worden in de fractie. De heer Van Doren merkt op dat kosten gedekt worden uit incidentele WMO-gelden. Hij vraagt hoe het echter met de structurele dekking staat. Hij deelt de zorg dat Enschede zich concentreert op de wettelijke taken en daarmee zorgtaken laat liggen. Blijkbaar liep Hengelo uit de pas bij de subsidie voor de Twentse Opvangvoorziening. Hij vraagt de wethouder om een nadere toelichting, ook over de dagbestedingsactiviteiten. De heer Winter merkt op dat het een notitie betreft voor een doelgroep die absoluut veel aandacht vraagt en hier moet grote schaarste verdeeld worden. De grote lijn daarbij is duidelijk, maar, zoals de heer Van Wakeren al constateerde, het is niet goed duidelijk wat nu per organisatie de effecten van de bezuinigingen zijn. Het overzicht daarop ontbreekt. Dat raakt de opmerking van de inspreker dat de gemeente maar moet aangeven op welke doelgroepen ze zich moeten richten. dat kan alleen als je daarvan een duidelijk beeld hebt. In het stuk wordt zeer gerefereerd aan de innovatiekant, maar het is onduidelijk wie nu eigenlijk "eigenaar van de casus" is. De nadruk ligt nog iets meer op het financieren van organisaties, minder op het traject. Er wordt ook gesproken
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 14 van 17 29-05-2012
over het terugdringen van de bevoorschotting naar 80%, zodat organisaties nu de resterende 20% moeten voorfinancieren. Hij vraagt of dit noodzakelijk is. Mevrouw Oude Alink antwoordt: - Het is een bitter voorstel, dat ze met pijn in het hart heeft laten versturen. Er zit drie ton verschil tussen wat is aangevraagd en wat kan worden toegewezen. Er is gekeken waar geld kan worden gehaald om zaken op te vangen. De gemeente financiert niet de organisaties, maar wel degelijk de producten die zij leveren. Die producten zijn gericht op de zwakste en moeilijkste groepen in de samenleving. Organisaties bekijken nu hoe ze hun aanpak op elkaar kunnen afstemmen en hun teams kunnen samenstellen. Dat proces kan nog een tijdje duren. Die samenhang komt er echter steeds meer aan. De gemeente daagt de organisaties uit de samenwerking steeds meer te zoeken. - Preventie is belangrijk, proberen te voorkomen dat mensen afglijden naar deze zware zorggroep. Ook hierover komt een voorstel naar de raad. - Het blijft een verdeling van schaarste. De centrumgemeente neemt hierin de beslissingen; het gat van vier ton valt niet ongedaan te maken. Er moeten dus op basis van het huidige budget afspraken worden gemaakt. De heer Rikkerink merkt op dat Enschede dat wel doet en de lasten op de schouders van Hengelo legt. Hij vraagt waarom Hengelo dat ook niet doet, al merkt hij tevens op niet direct zelf te kunnen aangeven waarop de bezuiniging zou moeten plaatsvinden. Mevrouw Oude Alink zegt dat dit een onjuist vaststelling is. Enschede krijgt als centrumgemeente middelen; deze middelen worden volledig ingezet voor dit doel. In het verleden heeft Enschede uit eigen middelen extra geld ter beschikking gesteld aan de organisaties. Daar heeft Hengelo altijd van meegeprofiteerd. Aan dat beschikbaar stellen van eigen middelen heeft Enschede nu een einde gemaakt. Ze doen wat ze als centrumgemeente moeten doen. Mevrouw Oude Alink vervolgt met de mededelingen: - Het college staat op het standpunt dat wij sociaal en humaan gezien de verplichting hebben deze kwetsbare inwoners van de stad te helpen; dat is een politieke keuze op basis van de Sociale Visie. - Het zgn. 'maatjesproject' is zeer nuttig als ondersteuning, maar ze kunnen nooit de professionele hulpverleners vervangen. Die vrijwilligers dienen opgeleid en ondersteund te worden. - De dagbesteding betreft een probleem dat de gemeente niet kan oplossen. Er wordt wel geïnventariseerd hoe de middelen zo efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden. - De huisvestingslasten voor AC Bij de Toren zijn nog niet bekend, want er is nog geen tijdelijke lokatie bekend. Er zijn gebouwen in onderzoek, maar er valt nog niets te melden over welke lokatie het gaat worden. Het stuk is op dit moment onzorgvuldig geschreven en kan verkeerd worden geïnterpreteerd, zoals de heer Rikkerink helaas doet. De stand van zaken is niet anders dan dat een aantal locaties in onderzoek is. De informatie volgt eind van de maand. Zodra bekend is welke locatie het wordt, wordt uiteraard direct gestart met het communicatieplan. Het belang om de omwonenden hierover goed te informeren wordt volledig onderschreven. Een motie over dit onderwerp is overbodig, ze zal door het college direct worden overgenomen. - De provincie heeft besloten de middelen voor de opvang van jongeren niet te continueren. Voor een deel heeft de gemeente dat probleem kunnen opvangen. - Er zijn twee bezwaarschriften ontvangen, die nog in procedure zijn en dus in deze fase nog niet worden doorgestuurd. - De bevoorschotting staat op 80%, maar als organsiaties aangeven behoefte te hebben aan hogere bevoorschotting dan kan dat in onderling overleg geregeld worden. Het voorstel gaat als bespreekstuk naar de raad.
11.
Jaarstukken XL Businesspark (12G200617) De heer Fens merkt op dat de risico-analyses wel dermate precies zijn dat degenen die ze heeft gemaakt moet beschikken over uitzonderlijke gaven. Hij vraagt of het gedeelte van het terrein dat toch niet verkocht kan worden, niet weer gewoon als landbouwgrond kan worden verkocht. Dan is de gemeente in één klap van haar schulden af, omdat de voorziening van twee miljoen dan niet meer nodig is.
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 15 van 17 29-05-2012
Mevrouw Zenginoglu zegt dat het perspectief beter is dan vorig jaar en de prognose aanleiding geven tot een redelijk positieve ontwikkeling. Er is meer verkocht dan begroot. Mevrouw De Jong laat weten dat Groen Links altijd tegenstander is geweest van de ontwikkeling van dit gebied tot regionaal bedrijventerrein. De ontwikkeling gaat uiterst moeizaam, zodat de gemeente langdurig rekening moet houden met grote renteverliezen. Het voorstel een deel van het terrein te gebruiken voor zonne-panelen is al overgenomen. Een aantal hectares kan inderdaad het beste worden terugverkocht of verpacht aan landbouwers en b.v. worden gebruikt voor een stadstuin, zodat Twente meer zelfvoorzienend wordt ten aanzien van groente en fruit. De heer van Wakeren merkt op dat in het eerste kwartaal niets is verkocht. Hij zou graag van de wethouder vernemen wat het zou kosten om het gehele project te beëindigen, of in ieder geval tot herverkaveling te komen. Het terrein kan beter voor allerlei andere doeleinden gebruikt worden. De mogelijkheden voor dit project zijn erg somber. De heer Schoonhoven laat weten dat D66 altijd kritisch heeft gestaan voor wat betreft nut en noodzaak van het RBT. Hij sluit zich aan bij elke poging de fases 2 en 3 te stoppen en te onderzoeken hoe het terrein beter gebruikt kan worden. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Mevrouw Luttikholt merkt op dat het terrein deel uitmaakt van de Bedrijventerreinenvisie die door de raad is goedgekeurd; die discussie hoeven we dus niet over te doen. Er kan worden vastgesteld dat vorig jaar de doelstelling ten aanzien van de gronduitgifte vorig jaar wel is gehaald. Ze constateert ook dat de wethouder steeds de kritische geluiden uit de raad heeft meegenomen naar het bestuur van het businesspark. Het is een goed initiatief geweest om op een deel van het terrein zonnepanelen te plaatsen. Ze vraagt wel of het klopt dat deze grond daardoor de eerste twintig jaar niet uitgegeven kan worden. In de nota staat ook dat het na 2020 ingewikkelder wordt om grond kwijt te raken. Ze vraagt wat dit inhoudt. De heer Van Grouw vindt dat het aanbeveling verdient voor het terrein continu te blijven zoeken naar alternatieven. Het kan goed zijn om bepaalde gronden op een andere manier te besteden. De laad- en loskade kan in dit verband nuttig zijn om de zaak aan te jagen, maar er staan ook allerlei wilde prognoses in waarbij het de vraag is of bedrijven op een dergelijke lange termijn kijken. Hij vraagt inzage te krijgen waarop deze prognoses zijn gebaseerd. Hij vraagt of het besluit over de laad- en loskade al is genomen. Mevrouw Ten Heuw antwoordt: - Het is een gemeenschappelijke regeling waarin Hengelo participeert en waarin door Hengelo altijd kritisch en alert wordt gekeken naar de kosten en prognoses. - De verkoop van gronden blijft helemaal niet dramatisch achter bij de verwachtingen. Voor 2011 was de prognose dat 6 ha. zou worden verkocht en dat is keurig gerealiseerd. De regeling is bedoeld voor bedrijven binnen de steden die veel ruimte nodig hebben met relatief weinig arbeidsplaatsen en binnen het stedelijk gebied willen verhuizen. Het gaat er dus niet alleen om nieuwe bedrijven naar XL te trekken, maar ook om bestaande bedrijven voor de regio te behouden. Ook van buiten de regio zijn bedrijven welkom die behoefte hebben aan meer dan 2 ha. Met drie bedrijven per jaar wordt dus de doelstelling van 6 ha per jaar al gehaald. Bij één grote verplaatsing zoals bij Timberland wordt de jaardoelstelling in één keer gerealiseerd. Het bedrijventerrein is bedoeld op een bijzonder marktsegment: bedrijven die veel ruimte vragen. De doelstellingen zijn gezien wat er in de pijplijn zit niet onrealistisch. Het tekort loopt niet verder op. De risicoanalyse wijkt nauwelijks af van de vorige. - Men dient niet te snel te komen met voorstellen de stekker maar uit het project te halen. Er blijft behoefte aan vestigingsmogelijkheden voor bedrijven die veel ruimte nodig hebben. Er is op dit moment geen aanleiding om duur verworven grond weer in de markt te zetten en evenmin om te gaan onderzoeken welke (financiële) consequenties dit zou hebben. Volgend jaar zal er weer een check op de toekomstverwachtingen plaatsvinden; dan volgt er ook weer een geactualiseerde prognose. - De zonnepanelen hebben een terugverdientijd van twintig jaar, vandaar deze looptijd; een investering in een stadstuin zal daarentegen nimmer rendabel zijn - De laad- en loskade vereist dat vier jaar lang (2013-2016) jaarlijks 2,5 ha grond nat bedrijventerrein wordt afgezet; dat zit ook in de grondexploitatie. Dat wordt lastig, want het
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 16 van 17 29-05-2012
vereist een investering. De provincie is gevraagd daarvoor garant te staan, maar die aarzelt met de garantieverstrekking. Wethouder Mulder en zij staan op het standpunt dat het onverantwoord is de aanleg van de laad- en loskade voor eigen risico te nemen, zonder uitzicht op een bedrijf dat zich er daadwerkelijk gaat vestigen ofwel dat de kavel direct verkocht kan worden om de exploitatie te ontlasten. In eerste instantie is het nu wachten op de garantiestelling van de provincie. Het voorstel gaat als bespreekstuk naar de raad. 12.
Rondvraag en sluiting Er zijn geen vragen. De voorzitter sluit de vergadering om 00.20 uur.
4A.2012-05-09 Verslag Cie Sociaal.concept.290512.doc
Pagina 17 van 17 29-05-2012
Nummer + corsanr. 1. (460502)
Actielijst Raadscommissie Sociaal 9 mei 2011 Streef Datum datum Opvoer Onderwerp/aanleiding Actie Stand van zaken Beleid en Discussiestuk over omvang en toekomst jongerenwerk 13-6-2012 8/9- 11-2011 Uit de Projecten (mogelijk combineren met verzoek CDA monitoring begrotingsvergadering: jeugdbeleid?) Nota Jongerenwerk
wethouder Oude Alink
28-9-2011 Korte notitie over harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
Beleid en Projecten
Dit in relatie tot de doorstroming naar het basisonderwijs.
1-8-2012
21-2-2012 LIS Raad - aanvraag tot bijzondere school
Beleid en Projecten
Raad informeren over voorgenomen besluiten rond aanvragen Lievers van Islamitische scholen tot opneming als bijzondere school
4. (471709)
1-10-2012
25-2-2012 Toezegging in Raadsvergadering 21-02
Beleid en Projecten
Raad icm BOEI informeren over wijze waarop subsidie wordt besteed, mogelijk IBR ?? 11/4: in sept. Bijeenkomst B&W/Raad samen met GS/PS
5. (464388)
17-10-2012
Beleid en Projecten
De uitvoering mogelijk eens bespreken in 'n bredere setting bij Ten Heuw ROZ / H 164 (naar voorbeeld bespreking Wijkprogramma's samen met Welbions)
6. (404890)
1-1-2013
7. (470030)
Najaar 2012
Beleid en Projecten Beleid en Projecten
De analyse die het RBT maakt van bedrijven met ruimtebehoefte > 2 ha bespreken in de cie Sociaal De commissie krijgt in de loop van het jaar een bestedingsoverzicht van de 125.000 euro die structureel in de begroting is opgenomen voor Thuis in de buurt.
8. (410478)
13-6-2012
Wijkzaken
Evaluatieuitkomsten van het "visseizoen 2011" aan de commissie meedelen.
Oude Alink
9. (476345)
1-7-2012
11-4-2012 Herstructureringsbijdrage Wsw, meerjarenperspectief waarin o.a. samenwerking Sociale zaken SWBgemeenten.
PSZ
De commissie wordt geïnformeerd en ontvangt ter bespreking het meerjarenperspectief. 9/5/12: Cies Sociaal Borne, Hof en Hengelo worden waarschijnlijk uitgenodidigd woe 11/7 19.30
Ten Heuw
10. (478621)
4-7-2012
9-5-2012 Jaarrekening 2011 Primato
BP
De jaarrekening 2011 wordt door Primato tijdig, dus vóór 1 juni aangeleverd. Na B&W in juni Cie Sociaal juli.
Lievers
11. (478622)
1-12-2012
9-5-2012 Stichting ’t Geerdink
BP
In juni ontvangt Cie een procesvoorstel, in november een uitgewerkt toekomstplan; tot december kan de financiële situatie overbrugd worden.
ten Heuw, Lievers
12. (478623)
1-7-2012
9-5-2012 Armoedebeleid
PSZ
In juni ontvangt de commissie een evaluatie van de voucher- ten Heuw regeling, in samenhang met aangrenzende beleidsonderdelen.
2. (447751)
13-6-2012
3. (470035)
1-1-2012 Uitvoering nota wijkeconomie 12-1-2011 Nadere analyse RBT 31-1-2012 Behandeling van "Thuis in de buurt" in de raadsvergadering. 9-2-2011 Nieuwe visvergunning Tuindorpvijver (incl. gehandicapten en 65+)
Oude Alink en Lievers
Ten Heuw
Ten Heuw Oude Alink
13. (478624)
1-10-2012
14. (478625)
1-7-2012
9-5-2012 Horecavisie
BP
Na de zomer ontvangt de commissie de uitgelijnde procesgang ten Heuw (Bestuurlijke opdracht) m.b.t. de nota Horecavisie.
9-5-2012 AC Bij de Toren
BP
De mogelijkheden voor vervangende (tijdelijke of permanente) Oude Alink huisvesting zijn in onderzoek; lokatie(s) en kostenplaatje. Waarschijnlijk eind mei onderzoek afgerond, juni standpuntbepaling B&W, juli commissie. Omwonenden en andere belanghebbenden worden tijdig betrokken.
Beleid en Projecten
Lievers 9/5/12: Kan worden afgevoerd, mede omdat discussie over passend onderwijs "op laag pitje staat". Indien nodig wordt dit actiepunt tzt weer opgevoerd.
Actiepunten afgevoerd op 9-5-2012: 1. (447750) 13-6-2012 28-9-2011 Landelijke ontwikkelingen onderwijs / onderwijshuisvesting (passend onderwijs en voortgezet onderwijs.) 3. (464386)
9-5-2012
5. (460503)
1-7-2012
6. (470031)
1-7-2012
1-1-2012 ROZ als organisatie-eenheid Publieksdiensten 9/5/12:D.m.v. brief 17/4/12 is raad geïnformeerd. Vooralsnog Ten Heuw en sociale zaken verandert er niets. Indien daartoe aanleiding is komt wethouder er op terug. 7-12-2011 Wijkwelzijnsinstellingen 8-2-2012 Uitval/ verzuim op scholen
Beleid en Projecten Beleid en Projecten
9/5/12: de analyse is gereed; in presidium wordt bepaald of dit geagendeerd wordt voor zowel Cie als IBR (19/6). 9/5/12: De onderzoeksresultaten (als scriptie) worden, aangevuld met regionale cijfers, voor cie juni of juli geagendeerd.
Lievers Lievers
Afsprakenlijst van de extra commissievergadering Sociaal gemeente Hengelo 10-052012 Voorzitter De heer R.G. Kok (VVD) Griffier De heer P.J. Hoogendoorn, plv. commissiegriffier Aanwezig De heer H. van Doren (SP), de heer R.J. Fens (VVD), mevrouw M. Luttikholt (PvdA), de heer J.J.H.Rikkerink (VVD), mevrouw K. Veneberg (D66), de heer J. Kruiskamp (CDA), de heer J.T.J. Heijstek (Pro Hengelo), mevrouw A. de Jong (GroenLinks), mevrouw D. Zenginoglu (BurgerBelangen) Verder aanwezig Wethouder mevrouw J.E Oude Alink en de inleiders mevrouw A.M. Kristen en de heer G.H. Overbeek. Publieke tribune Enkele ambtelijke medewerkers en publiek. 1.
Opening en mededelingen van de voorzitter. De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. Hij heet iedereen van harte welkom. Er zijn geen mededelingen.
2.
Vaststellen van de agenda. De voorzitter geeft kort de opzet en bedoeling van deze avond aan, alsook de indeling van het programma. Punt 4 van de subagenda, zoals vermeld in de bij de stukken gevoegde ambtelijke memo van 10 april (“Contracteren i.p.v. subsidiëren) wordt op verzoek van portefeuillehouder en belaidsafdeling door geschoven naar een volgende vergadering. De commissie stelt de agenda met inachtneming van deze wijziging vast.
3.
Regionale visie en keuzenota Maatschappelijke ondersteuning Twente. Mevrouw Kristen geeft toelichting op de stukken en de procedure. Zij wijst erop dat door de val van het kabinet veel zaken die nog in de maak zijn nu (langer) onzeker blijven. Ook kunnen voorgenomen en al aangekondigde maatregelen door aangenomen Kamermoties alsnog anders komen te liggen; zo is de eigen bijdrage voor psychische hulp inmiddels van de baan. Ook de aanbestedingsprocedure is nog punt van discussie. De belangrijkste gemeentelijke processtappen zijn op korte termijn: 12 juni: Collegebesluit over de beleidskeuzes 4 juli : Beleidskeuzes in de Commissie Sociaal 17 juli: Raadsbesluit over de beleidskeuzes. Tot de procedure behoort ook een verzoek om advies aan de WMO Cliëntenraad. Vervolgens geeft de heer Overbeek (afdelingshoofd WMO) een inleiding over “De toegang tot zorg”, geïllustreerd met lichtbeelden. Binnen de WMO vindt een kanteling plaats van zorgplicht naar compensatieplicht; uitgangspunt wordt daarbij de vraag wat mensen nog zelf kunnen. Belangrijk is wel dat de WMO laagdrempelig en toegankelijk blijft. De heer Overbeek schetst zes scenario’s om toegang tot zorg te verkrijgen waaruit een keuze gemaakt dient te worden; het begint altijd met een indicatie: 1. Uitbesteden ( aan een “onafhankelijke derde”) 2. Via aanbieders 3. Toegang via aanbieders, maar met goedkeuring door de gemeente 4. De gemeente verzorgt samen met aanbieders de toegang 5. De gemeente verzorgt zelf de toegang en voor complexe situaties doet de gemeente een beroep op aanbieders en/of een regionaal expertteam 6. De gemeente is zelf volledig verantwoordelijk voor de toegang Uit de hierop volgende discussie blijkt dat de voorkeur waarschijnlijk uitgaat naar een scenario waarbij de gemeente zelf de regie houdt; dit neigt voor een deel van de commissie naar scenario 5 of 6. Definitieve keuzes worden in deze vergadering echter niet uitgesproken, daarvoor zijn deze transitievergaderingen ook niet bedoeld. Hierna geeft de heer Overbeek informatie over de ontwikkelingen met betrekking tot het PGB. Sinds de invoering in 1996 is het beroep op deze regeling, als tegenhanger van de AWBZ-zorg in natura, met 18 tot 25% per jaar gestegen tot landelijk in totaal € 2,3 miljard nu. Er maken momenteel 130.000 personen gebruik van een PGB (in Hengelo 600, voornamelijk in de vorm van huishoudelijke hulp). Uit onderzoek is gebleken dat 43% van de huidige PGB-cliënten zich nooit voor een
4C.2012-05-10 Afsprakenlijst Cie Sociaal Transities Concept.doc
Pagina 1 van 2 29-05-2012
voorziening in natura gemeld zou hebben. Verder kan geconstateerd worden dat er veel geld naar “intermediairen” gaat. Mevrouw Oude Alink wijst er op dat met name door de vergrijzing het aantal chronisch zieken flink toeneemt; dat leidt tot een andere zorgvraag. Het betreft een complexe problematiek. Er is sprake van toenemende zorgverlening bij cliënten thuis. Uit de discussie blijkt dat de commissie het PGB een belangrijk en goed instrument acht dat behouden dient te blijven , maar dat het zorgvuldig toegepast dient te worden zodat voorkomen wordt dat het geld niet gebruikt wordt voor het doel waarvoor het beschikbaar is: rechtstreekse hulp aan de cliënten. Dat vraagt dus om duidelijke regels en om controle op de uitvoering. Uiteindelijk gaat het om de meest adequate oplossing voor de betreffende zorgvraag; dat kan al dan niet een PGB blijken te zijn. Desgevraagd zeggen mevrouw Kristen en de heer Overbeek toe dat de presentatie van deze avond plus aanvullende informatie op Extranet geplaatst zal worden en dat de commissie daarnaast verdere informatie krijgt toegestuurd, mogelijk deels in de vorm van gerichte verwijzingen naar relevante informatie op internet.
4.
Rondvraag. Mevrouw Kristen vraagt of de commissie akkoord is met het behandelen van het punt contracteren i.p.v. subsidiëren tijdens de uitloopavond van de commissie op 14 juni. De commissie stemt hiermee in. Mevrouw Kristen deelt mede dat de WMO-cliëntenraad op 24 mei bijeen komt; er verwacht worden dat hun advies op 14 juni beschikbaar is. De voorzitter dankt iedereen voor zijn of haar inbreng en sluit om ± 21.15 uur de vergadering.
4C.2012-05-10 Afsprakenlijst Cie Sociaal Transities Concept.doc
Pagina 2 van 2 29-05-2012
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
12G200792
PORT.HOUD:
Ten Heuw
ONDERWERP:
Stadsbank ON Jaarverslag 2011 en begroting 2013.
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
22/5 LN
Datum
B
13-06-2012
B
26-06-2012
Opmerkingen griffier: Jaarverslag 2011 ligt ter inzage op de leeskamer
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
x
13-06-2012
Sociaal
Agendapunt:
7
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 477990
BESLISSINGSFORMULIER COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200792 478320 / 478320
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Stadsbank ON Jaarverslag 2011 en begroting 2013.
AFGESTEMD MET PORTEFEUILLEHOUDER?
GERAADPLEEGDE ADVIESORGANEN
Ja
INTERACTIE/PARTICIPATIE
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
01 – Werk verbindt
COMMUNICATIE
Openbaar Publiceren op openbare besluitenlijst. OPMERKINGEN VAN DE SECRETARIS
ONTWERPBESLUIT
Het college besluit: 1. Kennis te nemen van het (concept) jaarverslag 2011 van de Stadsbank Oost Nederland en deze ter kennisname aan de Raad aan te bieden 2. De Raad voor te stellen dat ten aanzien van de primitieve begroting 2013 de zienswijze kan worden uitgesproken dat de Raad akkoord gaat met de primitieve begroting 2013, onder voorwaarde dat de begroting voor dat jaar voor onze gemeente uitkomt op een bedrag van maximaal € 681.000 en dat wij deze aangepaste begroting nog in 2012 ontvangen. BESLUIT
DATUM
BEGROTINGSASPECTEN
Niet van toepassing
FORMATIEASPECTEN
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de formatie.
ONTWERPTOELICHTING T.B.V. OPENBARE BESLUITENLIJST
De Stadsbank Oost Nederland biedt de primitieve begroting 2013 aan. De Raad kan haar gevoelens hierover kenbaar maken. Het college stelt de raad voor in te stemmen met de begroting, onder de voorwaarde dat de overschrijding van deze begroting ten opzichte van de gemeentebegroting volledig wordt gereduceerd. Hiertoe worden verdere reductiemaatregelen opgesteld. TOELICHTING/AANDACHTSPUNTEN T.B.V. COLLEGE
Gelijktijdig met dit beslissingsformulier wordt ook het beleidsplan Schuldhulpverlening behandeld. De regierol van de gemeente komt hierin tot uitdrukking. Deze regierol willen we op ons nemen door de intakefase zelf te gaan uitvoeren. Hiermee kunnen we een poortwachtersfunctie uitvoeren, waarmee meer zicht komt op wie er een beroep doet op schuldhulpverlening en waarom. Vervolgens kunnen we keuzes maken voor het inzetten van (relatief) dure trajecten bij de Stadsbank of goedkopere trajecten
via begeleiding door vrijwilligers. BIJLAGE(N)
-
raadsvoorstel (concept) jaarverslag 2011 Stadsbank Oost Nederland (concept) primitieve begroting 2012 Stadsbank Oost Nederland concept brief
ADVIES VOOR BESLISSING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS CASENUMMER
12G200792 ONDERWERP
Stadsbank ON Jaarverslag 2011 en begroting 2013.
AANLEIDING EN DOEL
De Stadsbank Oost Nederland legt haar primitieve begroting 2013 voor aan de Raad, zodat de Raad haar zienswijze hierover kan uitspreken. Dit is conform de Gemeenschappelijke Regeling.
OVERWEGINGEN
De begroting die de Stadsbank nu voorlegt is voor de gemeente Hengelo € 760.692. In de gemeentebegroting is voor de Stadsbank een ongewijzigd bedrag opgenomen van € 681.000. Voor het verschil van € 79.692 worden momenteel bezuinigingsvoorstellen voorbereid o.a. in de vorm van een versterkte poortwachtersfunctie. De intake wordt in de tweede helft van 2012 uitgevoerd door de gemeente. Deze primitieve begroting gaat uit van bestaand beleid met daarin de verwachte effecten van de eerder ingezette bezuinigingscriteria van 2011. Er is verder nog geen nieuw beleid in opgenomen. De gemeente zelf kan de inkoop vanuit het Produktenhandboek beperken. Hiermee gaan de kosten ook omlaag. De keuzes die hierin gemaakt kunnen worden, worden momenteel voorbereid. Deze worden separaat behandeld in het voorstel over de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Overigens hebben eerdere bezuinigingscriteria al effect. De rekening 2011 van de Stadsbank laat een mooi batig saldo zien. Dit is zelfs zodanig, dat na opvullen van de reserves tot het maximum er waarschijnlijk nog een bedrag verdeeld gaat worden over alle deelnemende 22 gemeenten. FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Geen. De feitelijke nota van 2013 moet binnen onze begroting van € 681.000 uitkomen. Hiervoor worden acties ingezet, welke al in 2012 van start gaan.
VERVOLGTRAJECTEN EN -PRODUCTEN
Intern en extern overleg over reductievoorstellen.
ADVIES AAN HET COLLEGE
Aan het college wordt voorgesteld: 1. Kennis te nemen van het (concept) jaarverslag 2011 van de Stadsbank Oost Nederland en deze ter kennisname aan de Raad aan te bieden 2. De Raad voor te stellen dat ten aanzien van de primitieve begroting 2013 de zienswijze kan worden uitgesproken dat de Raad akkoord gaat met de primitieve begroting 2013, onder voorwaarde dat de begroting voor dat jaar voor onze gemeente uitkomt op een bedrag van maximaal € 681.000 en dat wij deze aangepaste begroting nog in 2012 ontvangen.
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200792 478340 / 478340
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Stadsbank ON Jaarverslag 2011 en begroting 2013.
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
01 – Werk verbindt
REDEN VAN AANBIEDING
Anders, nl: zienswijze uitspreken over de begroting 2013 van de Stadsbank Oost Nederland De Stadsbank Oost Nederland legt haar (concept) primitieve begroting 2013 voor aan de Raad, conform de Gemeenschappelijke Regeling. De Raad is gevraagd hierover haar gevoelens kenbaar te maken.
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Er wordt voorgesteld als zienswijze uit te spreken dat de Raad akkoord gaat met de ontwerpbegroting 2013, onder voorwaarde dat de begroting eind van dat jaar voor de gemeente Hengelo niet boven de € 681.000 uitkomt, het bedrag dat daarvoor in onze begroting staat. Dit is mogelijk door (verder) uitvoeren van reductiemaatregelen. Separaat wordt aan de Raad voorgelegd een beleidsplan schuldhulpverlening. Hierin wordt een strakke poortwachtersfunctie voorgesteld om zo de toegang tot schuldhulpverlening door de Stadsbank te beperken. Een conceptbrief aan de Stadsbank Oost Nederland is bijgesloten. PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
-
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: als zienswijze uit te spreken dat de Raad akkoord is met de (concept) primitieve begroting 2013 van de Stadsbank Oost Nederland, onder voorwaarde dat de begroting voor dat jaar voor onze gemeente niet boven het bedrag van € 681.000 uitkomt en dat wij deze aangepaste begroting nog in 2012 ontvangen. OPSOMMING VAN BIJLAGEN
- (concept) Primitieve Begroting 2013 - (concept) Jaarverslag 2011 - Concept brief
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200792
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
Stadsbank ON Jaarverslag 2011 en begroting 2013.
AANLEIDING EN DOEL
De Stadsbank legt haar (concept) primitieve begroting 2013 voor aan de Raad, conform de Gemeenschappelijke Regeling. De Raad is gevraagd haar gevoelens hierover kenbaar te maken.
OVERWEGINGEN
De begroting die de Stadsbank nu voorlegt is € 760.962. In de gemeentebegroting is voor de Stadsbank een bedrag opgenomen van € 681.000. Voor het verschil van € 79.692 worden momenteel bezuinigingsvoorstellen voorbereid in de vorm van het instellen van een poortwachtersfunctie bij de gemeente. Hiermee zal de intake in de tweede helft van 2012 worden uitgevoerd door de gemeente. Deze primitieve begroting gaat uit van bestaand beleid met daarin de verwachte effecten van de eerder ingezette bezuinigingscriteria van 2011. Er is verder nog geen nieuw beleid in opgenomen. De gemeente zelf kan de inkoop vanuit het Produktenhandboek beperken. Hiermee gaan de kosten omlaag. De keuzes die hierin gemaakt kunnen worden, worden momenteel voorbereid. Dit wordt aan de Raad voorgelegd via separaat voorstel over de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Geen.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
-
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
Intern en extern overleg over bezuinigingsvoorstellen.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: als zienswijze uit te spreken dat de Raad akkoord is met de (concept) primitieve begroting 2013 van de Stadsbank Oost Nederland, onder voorwaarde dat de begroting voor dat jaar voor onze gemeente niet boven het bedrag van € 681.000 uitkomt en dat wij deze aangepaste begroting nog in 2012 ontvangen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200792
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
Stadsbank ON Jaarverslag 2011 en begroting 2013.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
als zienswijze uit te spreken dat de Raad akkoord is met de (concept) primitieve begroting 2013 van de Stadsbank Oost Nederland, onder voorwaarde dat de begroting voor dat jaar voor onze gemeente niet boven het bedrag van € 681.000 uitkomt en dat wij deze aangepaste begroting nog in 2012 ontvangen.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
*478368* Juridische zaken en beleid
Stadsbank Oost Nederland Postbus 1393 7500 BJ Enschede
Onderwerp Primitieve begroting 2013 en meerjarenraming 2014-2016
Postbus 18 7550 AA Hengelo
Kenmerk 12G200792/ 478368
Datum
Geachte heer/mevrouw, Conform de Gemeenschappelijke Regeling van de Stadsbank Oost Nederland is de (concept) primitieve begroting 2013 aangeboden. U vraagt om onze zienswijze hierover kenbaar te maken. Wij hebben kennis genomen van de ontwerpbegroting. Wij constateren een sterke afwijking in negatieve zin tot onze gemeentelijke begroting op het onderdeel Stadsbank. In uw begeleidende brief geeft u aan dat in deze begroting de afgesproken reductiemaatregelen zijn verwerkt. Er zijn door de Stadsbank voor 2012 verschillende bezuinigingen voorgesteld. Tevens heeft de gemeente aangeven welke bezuinigingsmogelijkheden wij zien. Deze maatregelen werpen wel vruchten af, maar nog niet voldoende. De gemeente stelt verdere reductiemaatregelen voor teneinde binnen onze budgettaire ruimte van € 681.000 te komen. U wordt hierover per separaat besluit geïnformeerd. Wij kunnen instemmen met uw primitieve begroting voor 2013, onder voorwaarde dat de begroting voor dat jaar voor onze gemeente uitkomt op een bedrag van maximaal € 681.000 en dat wij deze aangepaste begroting nog in 2012 ontvangen.
Met vriendelijke groet, De gemeenteraad van Hengelo, de griffier, de voorzitter,
Bezoekadres Hazenweg 121
Behandeld door M. Hanrath
E-mail adres
Tel.
[email protected]
Fax
y * Stadsbonk
Stuknummer: 477396 Registratiedatum: 01/05/2012
c«-»i Oost Nederland
Open: Ma. T/m do. 09.00-13.00 Vrijdag 09.00-16.00
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo Ov
Ons kenmerk: SON\2011\AdJ
Uw kenmerk:
Behandeld door: A.A. de Jong
Telefoonnummer: 053-4807175
Hoofdkantoor Enschede Spelbergsweg 35-37 7512 DX Enschede Tel. (053) 4 880 111 Fax (053) 4 880 139
Postbus 1393 7500 BJ Enschede Banknr. 59.27.19.049 IB AN NL06 ABNA 0592719049 BIC ABNANL2A
Afdeling: Directie
Datum: 26april2012
Betreft: Stadsbank - Primitieve begroting 2013 en meerjarenraming 2014-2016 Geacht College, Conform de bepalingen van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland ontvangt u bijgaand twee exemplaren van de (concept) Primitieve Begroting 2013 waarin tevens de meerjarenraming 2014-2016 is opgenomen. De voorliggende begroting is gebaseerd op de primaire begroting 2012, waarin de effecten van de reductiemaatregelen van zowel de Stadsbank als meerdere aangesloten gemeenten zijn verwerkt. De formatieve inzet daalt in 2013 naar 93,4 fte voor de reguliere dienstverlening (was 125,6 fte ultimo 2011) op basis van de voorgenomen reductiemaatregelen. Op grond van de feitelijk te verwachten kostenuitzetting "eigen personeelslasten" is vooralsnog uitgegaan van een autonome loonkostenontwikkeling 2013 ten opzichte van 2012 van in totaal 4% (sec als gevolg van reguliere loopbaanperiodieken en werkgeverslasten). Tevens is rekening gehouden met een stijging van de "materiele exploitatielasten" als gevolg van een verwachte prijsstijgingen. Om die redenen is een indexering van de tarieven met 3,7 % voor 2013reeel. Voor de indicatieve financiele effecten voor uw gemeente verwijzen wij naar de bijlagen bij de begroting. Het Dagelijks Bestuur merkt hierbij op dat enkele gemeenten op voorhand hebben aangegeven de nullijn te willen hanteren voor 2013. Met het oog op de verwachte feitelijke uitgaven, in het bijzonder de standaard ontwikkeling van de personele lasten, is het ten behoeve van een budgettair verantwoorde bedrijfsvoering noodzakelijk de tarieven met 3,7% te indexeren. Mocht uw gemeente de nullijn willen hanteren voor 2013, dan willen wij verzoeken aan te geven welke reductiemaatregelen u wenst door te voeren in de afname van dienstverlening van de Stadsbank om daarmee aan de eventueel door uw gemeente gewenste nullijn te voldoen. Tevens merken wij op dat, mochten individuele gemeenten de wens hebben de lasten voor schuldhulpverlening in 2013 te laten dalen, dat naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur alleen dan kan worden gerealiseerd indien de aangesloten gemeenten afzonderlijk besluiten nemen omtrent verminderde afname van dienstverlening.
j \ Stadsbank r*-*i Oost Nederland Daarnaast willen wij opmerken dat de financiele effecten van diverse ontwikkelingen niet op voorhand exact te duiden zijn. Ondanks de grootste zorgvuldigheid waarmee de begroting tot stand is gekomen, hechten wij er aan te benoemen dat diverse factoren van invloed zullen zijn op de vast te stellen Primaire begroting 2013 in november 2012. In het bijzonder benoemen wij de volgende: • De exacte effecten van de gemeentelijke reductiemaatregelen zullen pas in de loop van 2012 zichtbaar worden. • In de loop van 2012 zal de huidige financieringsstructuur mogelijk worden herzien, op grond van de reeds aangekondigde uit te voeren evaluatie van de huidige financieringsstructuur die in 2010 is ingevoerd. • De autonome vraag naar de dienstverlening van de Stadsbank. • De effecten van de invoering van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 juli 2012. Het Dagelijks Bestuur zou het op prijs stellen uw visie op de begroting uiterlijk 6 juni a.s. te ontvangen opdat het Algemeen Bestuur in de vergadering van 7 juni de gevoelens van de aangesloten gemeenten kan meenemen in de besluitvorming omtrent de Primitieve Begroting 2013 en de meet] arenraming 2014-2016. Eventuele reductiewensen van individuele gemeenten voor 2013 zullen vertaald worden in de Primaire Begroting 2013 waarover op 29 november 2012 besluitvorming door het Algemeen Bestuur plaats zal vinden. Wij verzoeken u vriendelijk een exemplaar van de begroting ter beschikking te stellen aan de vertegenwoordiger van uw gemeente in het Algemeen Bestuur van de Stadsbank. Voor de goede orde hebben wij tevens een exemplaar van de begroting en een afschrift van deze brief naar de griffie van uw gemeenteraad gestuurd. Indien gewenst zijn wij graag bereid een toelichting te geven. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de directeur van de bank, de heer A. de Jong via 053-4807175.
Hoogachtend, namens het Dagelijks Bestuur van de Stadsbank Oost Nederland,
mw. drs. M.G.E.Koomen, voorzitter Bijlage: (concept) Primitieve Begroting 2013 en meerjarenraming 2014-2016 i.a.a. Raadsgriffie
9
J £ Stadsbank ^
^
Oost Nederland
Primitieve Begroting 20 ItJMUMMW MAUm 2016
- Begroting 2013 Stadsbank Oost Ncderland
Inhoudsopgave VOORWOORD BERICHT V A N HET DAGELIJKS B E S T U U R _ Doelstelling van de Stadsbank Oost Nederland Beleidsvisie van net bestuur Voorstel t o t vaststelling van de begroting.
2 _2 _3 4
BESTUUR, O R G A N I S A T I E S T R U C T U U R EN W E R K G E B I E D Het Algemeen Bestuur (2010 - 2014) Het Dagelijks Bestuur (2010 - 2014) Het Platform Organisatiestructuur van de Stadsbank Oost Nederland. Het werkgebied van de bank
_5 5 5 _6 _7 _8
PROGRAMMABEGROTING
2013
9
B E G R O T I N G S U I T K O M S T EN MEERJARENPERSPECTIEF Begrotingsuitkomst 2013 Meerjarenperspectief
.11 "ll .14
PROGRAMMATOELICHTING Programma 1 : Algemeen Bestuur Programma 2: Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen,
.15 15 _18
VERPLICHTE PARAGRAFEN Weerstandsvermogen Risico's Financiering Bedrijfsvoering Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen
.25 _25 26 28 30 31 _31
FINANCIELE POSITIE Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Overzicht van Lasten en Baten Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Reservepositie
.32 _32 _32 _33 33
MEERJARENRAMING 2 0 1 4 - 2 0 1 6 BIJLAGEN Bijlage 1 ; Investeringsplan Bijlage 2 : Categoriale begroting en meerjarenraming Bijlage 3: Basis facturatie-systematiek
35
_41 43 _46 49
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland -
voorwoord Voor u ligt de begroting 2013 en de mcerjaronraming 2014-2016 van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland. De begroting en de meerjarenraming, "primitieve begroting" genaamd, behelst de verwachte baten en lasten voor de komende jaren. Deze primitieve begroting gaat uit van bestaand beleid. Dit houdt in dat de reeds verwerkte reductiemaatregelen vanuit de primaire begroting 2012 volledig in deze primitieve begroting worden doorgetrokken. Daarnaast is in deze begroting rekening gehouden met de uitkomsten van de jaarrekening 2011. In de loop van het jaar 2012 zal deze begroting op basis van de autonome ontwikkelingen in 2012 en meer in het bijzonder aan de hand van de tweede managementrapportage over de periode tot en met augustus 2012 worden bijgesteld. Die bijgestelde begroting, "primaire" begroting genaamd, zal dan aangepast worden aan de actuele ontwikkelingen en zal ter besluitvorming in november 2012 aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd. Omtrent de omvang van de dienstverlening is in de begroting 2013 uitgegaan van de richtlijnen zoals die besproken zijn in het adviserend ambtelijk Platform van januari 2012. Als gevolg van de voorgestelde reductiemaatregelen kunnen de werkelijke kwantitatieve cijfers van het jaar 2011 niet automatisch als uitgangspunt genomen worden. In deze begroting is uitgegaan van het volumeaantal uit de primaire begroting 2012 en dit volumeaantal is voor de begroting 2013-2016 vooralsnog stabiel gehouden. De tarieven zullen in 2013 met 3,7% en voor de periode 2014-2016 met 3,5% jaarlijks stijgen als gevolg van enerzijds een toename van de prijsinflatie en anderzijds een verwachte loonontwikkeling (exclusief CAOontwikkelingen). De Stadsbank calculeert met de feitelijk verwachte salarisuitgaven en niet met normbedragen per functie. De opzet van deze begroting sluit aan bij de begroting van 2012. Sinds 2010 werkt de Stadsbank met een nieuwe financieringsstructuur en een Productenboek. De financieringsstructuur kent twee onderdelen: a.
Financiering van de bestaanskosten op grond van deelname in de gemeenschappelijke regeling. De productonafhankelijke bestaanskosten worden voor 50% naar de aangesloten gefactureerd op basis van het aantal huishoudens per gemeente, de andere 50% naar rato van de gedeclareerde omzet. Door het Algemeen Bestuur is besloten de effecten van de overgang naar dit nieuwe regime voor de aangesloten gemeenten te dempen door correcties toe te passen in 2010 en 2011. Vanaf 2012 vind geen demping meer plaats. b. Financiering van de dienstverlening. De dienstverlening wordt gefactureerd aan de hand van de geleverde diensten per gemeente, conform het Productenboek. De in het Productenboek opgenomen tarieven zijn gebaseerd op de begroting. Op basis van deze financieringsstructuur en de verwachte afname van dienstverlening per gemeente, is in deze begroting een indicatief overzicht opgenomen van de te verwachten uitgaven per gemeente bij ongewijzigd beleid.
Enschede, maart 2012 Mw. drs. M.G.E. Koomen, voorzitter
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Bericht v a n het Dagelijks Bestuur Doelstelling van de Stadsbank Oost Nederland De Stadsbank Oost Nederland is een "gemeentelijke kredietbank" en heeft tot doel om een, zowel vanuit een maatschappelijke alsook bedrijfseconomische optiek bezien, verantwoord pakket van financiele dienstverlening aan te bieden.
Missie: De Stadsbank dienstverlening huishoudens.
Oost Nederland bevordert met maatschappelijk verantwoorde de financiele weerbaarheid en zelfredzaamheid van
Visie: De Stadsbank is een betronwbare uitvoeringsorganisatie die op professionele en klantgerichle wijze duurzame resultaten boekt en zich daarover maatschappelijk verantwoordt. Zij streeft daarbij naar het borgen van haar dienstverlening in kwaliteit en diversileit.
In het licht van de hierboven omschreven doelstelling behartigt de Stadsbank onder meer de volgende belangen: > > ^ ^ > > > ^ >•*
deelnemen aan krediettransacties; treffen van schuldenregelingen; budgetbeheer; afgifte van verklaringen op grond van de Faillissementswet (Fw); bewindvoering op grond van het Burgerlijk wetboek (BW); verrichten van additionele diensten in het kader van de beschikbaarheidnuttigheid; preventie en voorlichting; bevorderen van de spaarzin; zorgdragen voor een harmonische en evenwichtige ontwikkeling van de onderneming.
De Stadsbank is lid van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. De leden van de vereniging zijn gemeenten, publieke en private instellingen en bedrijven die mensen met financiele problemen helpen en financiele zelfredzaamheid bevorderen. Met betrekking tot het treffen van schuldenregelingen en het verzorgen van budgetbeheer is de Stadsbank gehouden aan de door de NVVK opgestelde Gedragscodes Schuldregeling en Budgetbeheer. Ook is de bank aangesloten bij Sociale Banken Nederland (SBN), een samenwerkingsverband van kredietbanken. In dat kader is de bank gehouden aan de Gedragscode Sociale Kredietverstrekking. Tevens is de bank lid van de Branchevereniging Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) die de belangen behartigt van professionele bewindvoerders en inkomensbeheerders. Ook toetst ze de kwaliteit van haar leden onder meer door de jaarlijks te houden audits. Daarnaast is de bank aangesloten bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. Hier registreert de bank alle verstrekte leningen en alle gestarte schuldregelingen.
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Beleidsvisie van het bestuur De Stadsbank Oost Nederland ondersteunt de aangesloten gemeenten bij haar gemeentelijk beleid. De Stadsbank streeft naar financiele zelfredzaamheid van de inwoners van de aangesloten gemeenten. De interventie met de diensten van de Stadsbank is in beginsel tijdelijk van aard. De Stadsbank bevordert financiele zelfredzaamheid en weerbaarheid door middel van het aanbieden van: •
• I | • I • • •
• • • • •
Preventie- en voorlichtingsactiviteiten gericht op het voorkomen van financiele instabiliteit en verschulding bij risicogroepen (met name jongeren en huishoudens met een laag inkomen) en ter ondersteuning van intermediaire organisaties en functionarissen. Advies over: o verantwoord lenen; o verstandige financiele planning (budgetteren financiele huishouden/inkomensondersteunende voorzieningen); o hoe om te gaan met betalingsachterstanden en problematische schulden. Kredietmogelijkheden aan personen die voldoen aan de "Fido-criteria". De bank hanteert hierbij maatschappelijk verantwoorde rentepercentages. Budgetbeheer ter borging van de stabiliteit in de betaling van primaire lasten van het huishouden en ter ondersteuning het herstel van de financiele zelfredzaamheid, zodat (verdere) verschulding kan worden voorkomen. Meerderjarigenbewind aan personen die blijvend niet bij machte zijn zelfstandig de eigen financien te beheren. Bemiddeling tussen schuldenaar en schuldeisers om tot een minnelijke schuldregeling te komen en ter voorkoming van maatschappelijke uitval. Beheer van minnelijke regelingen ter borging van het nakomen van een minnelijke regeling en ter ondersteuning van een eventuele re-integratie op de arbeidsmarkt. Coaching bij budgetbeheer en schuldbemiddelingen om de financiele zelfredzaamheid te bevorderen. De afgifte van de verklaring en het ondersteunen bij het opstellen van het verzoekschrift conform de Faillissementswet inzake de toelating tot de wettelijke schuldsanering (Wenp).
Bovendien zet de bank haar expertise en capaciteiten in om maatwerkdiensten te leveren aan de aangesloten gemeenten.
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland -
B-'
Voorstel tot vaststelling van de begroting De begroting 2013-2016 sluit met de volgende voordelige saldi voor bestemming: Begrotingsjaar2013 Jaarschijf2014 Jaarschijf2015 Jaarschijf2016
€634.000 €669.000 €694.500 €715.900
Vervolgens dienen er op basis van bestuursbesluiten en beleidsuitgangspunten nog een aantal mutaties in de diverse reserves te worden doorgevoerd. De uitvoering van het beleid over het gewenste weerstandsvermogen
OP' flP
, OS-j
zal als gevolg hebben dat er nog ©en storting in de algemene reserve dient plaats te vinden.
Om die reden wordt voor de jaren 2013-2016 voorgesteld om (een deel van) het positieve begrotingssaldo toe te voegen aan de Algemene Reserve in verband met het uitvoeren van het beleid van de paragraaf weerstandsvermogen. De gewenste hoogte van de Algemene reserve moet maximaal gelijk zijn aan 45% van dc eigen personeelskosten. Het saldo na bestemming wordt in principe aan de aangesloten gemeenten gerestitueerd, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist. De volgende saldi zijn als restitutie in de jaarschijven van deze begroting verwerkt: Begrotingsjaar 2013 Jaarschijf 2014 Jaarschijf 2015 Jaarschijf 2016
€0 € 503.800 voordelig € 490.900 voordelig € 527.200 voordelig
De begroting 2013 is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Stadsbank Oost Nederland van donderdag 7 juni 2012.
, eK-\ ISail WE-
^ fgZ
I E
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Bestuur, organisatiestructuur en werkgebied Het Algemeen Bestuur ( 2 0 1 0 - 2 0 1 4 ) Het Algemeen Bestuur bestaat uit 22 leden en wordt voor vier jaren benoemd. Per deelnemende gemeente wordt door de gemeenteraad, uit haar midden of uit het college van burgemeester of wethouders, een lid voor het Algemeen Bestuur aangewezen. Elk lid heeft in de vergadering een stem. Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn in principe openbaar. De samenstelling van het Algemeen Bestuur is als volgt: Gemeente Aalten Gemeente Almelo Gemeente Berkelland Gemeente Borne Gemeente Bronckhorst Gemeente Dinkelland Gemeente Enschede Gemeente Haaksbergen Gemeente Hellendoorn Gemeente Hengelo (Ov) Gemeente Hof van Twente Gemeente Lochem Gemeente Losser Gemeente Montferland Gemeente Oldenzaal Gemeente Oost Gelre Gemeente Oude Usselstreek Gemeente Rijssen-Holten Gemeente Tubbergen Gemeente Twenterand Gemeente Wierden Gemeente Winterswijk
De heer H.J. Rijks Mevrouw J.M.M. Kuik-Verweg De heer J.B. Boer De heer A.T. Albers De heer P. Seesing Mevrouw J.B.M. Zwiep-Rosens Mevrouw M.G.E. Koomen De heer J.M. van Rees Mevrouw H. Bakhuis-Horstink Mevrouw M.A. ten Heuw De heer P. van Zwanenburg Mevrouw W.G.H. Heesen De heer J.F. Hassink Mevrouw l.T.J.M. Wolsing De heer Y.B. Liebrand De heer K.J.M. Bonsen De heer W.E.N. Rijnsaardt De heer J.J.A. ter Keurst De heer J.E.F. Harmelink De heer G.J. Binnenmars De heer T.P. de Putter Mevrouw I.G. Saris
Het Dagelijks Bestuur ( 2 0 1 0 - 2014) Het Dagelijks Bestuur bestaat uit acht leden. Aan het begin van de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur benoemen de leden van het Algemeen Bestuur, op voordracht van de benoemingscommissie, de leden van het Dagelijks Bestuur. Statutair maken de Algemeen Bestuursleden van de gemeenten Almelo, Enschede en Hengelo deel uit van het Dagelijks Bestuur. Elk lid van het Dagelijks Bestuur heeft in de vergadering een stem. Bij het staken van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
De vergaderingen van het Dagelijks Bestuur worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het Dagelijks Bestuur niet anders bepaalt.
De personele samenstelling van het Dagelijks Bestuur is als volgt: Mevrouw M.G.E. Koomen Mevrouw J.M.M. Kuik-Verweg Mevrouw M.A. ten Heuw Mevrouw W.G.H. Heesen Mevrouw l.G. Saris De heer Y.B. Liebrand De heer W.E.N. Rijnsaardt De heer J.J.A. ter Keurst
Voorzitter Vice-voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid
Mevrouw M.G.E. Koomen is tevens voorzitter van het Algemeen Bestuur. De heer R. de Ruiter, Sectormanager Publieke Diensten en Sociale Zaken bij de gemeente Hengelo, is benoemd tot (ambtelijk) secretaris van het Bestuur.
Het Platform Het Platform is een ambtelijke adviescommissie van zowel het bestuur als de directie van de bank. Het Platform kan zowel gevraagd als ongevraagd advies uitbrengen aan het bestuur en de directie inzake het beleid en de bedrijfsvoering van de bank. Alle aangesloten gemeenten kunnen een vertegenwoordiger afvaardigen in het Platform. De voorzitter van het Platform wordt door het Algemeen Bestuur benoemd en neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van zowel het Algemeen- als Dagelijks Bestuur. De heer H. Scholtens, sectorhoofd Sociale en Economische Zaken bij de gemeente Almelo, is benoemd tot voorzitter van het Platform.
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland -
Organisatiestructuur van de Stadsbank Oost Nederland De uitvoeringsorganisatie Stadsbank Oost Nederland kent een staf-lijn organisatie. De directie en het bedrijfsbureau met de staf- en ondersteunende afdelingen zijn gehuisvest op net hoofdkantoor te Enschede. De lijnorganisatie kent als gevolg van het relatief grote aantal aangesloten gemeenten een zodanig groot werkgebied, dat besloten is de diensten van de bank primair vanuit een viertal vestigingen aan te bieden. Op het hoofdkantoor te Enschede is de grootste vestiging ondergebracht. Verder kent de bank nog vestigingen in Almelo en Hengelo. Vanuit de vestigingen worden Indicatiestellingen, Informatie & Advies, Stabilisatie, Kredietverlening en overige diensten aangeboden. Het regelen van schulden door de Centrale Afdeling Schuldregeling (CAS) en de telefonische informatieverstrekking door het Informatiecentrum worden voor het gehele werkgebied vanuit de vestiging Enschede verzorgd. Daarnaast worden vanuit de vestiging Enschede alle ondersteunende diensten door de stafafdelingen en het bedrijfsbureau verzorgd.
AlojmoenBostuur
OagaijcsBestuur
Platform
J * Stadsbank £
I I I I I
functioneel onderge schfet
BedrrjfsYoering Paul Winkelhorst
Secretariat Communicate
Bedrijfsbureau Rene Hondeveld
P8.0 Beleid
1
1 ICT
1 1 I
I I I I I
7 Oost Nederland
DirectEur Aant de Jong
Financiftn
1
1 Faalitaire zaken
Control & Kwaliteit
Vestiging
Vestiging
Dienstveriening
Intake & Advies
Centrale Afdeling
InformatteCentrum
Almelo
Hengelo
Enschede
Enschede
Schuldregeling
Enschede
Enschede Wendy Wegdam
Wendy Wegdam
Antonio Veneziano
Nuroan Aydin
Bestuurs- en organisatiestructuur Stadsbank Oost Nederland
- 7 -
Nurcan Aydin
Antonio Veneziano
- Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland -
Het werkgebied van de bank Het werkgebied van de bank bestaat uit de 22 bij de gemeenschappelijke regeling aangesloten gemeenten. In dit werkgebied wonen 902.671 inwoners verdeeld over 381.203 huishoudens (bron CBS, 201 J). Het werkgebied is op geografische gronden en gemeentelijke samenwerkingsgronden verdeeld over de drie vestigingen. Per 1 april 2012 is de vestiging Ulft gesloten. Sindsdien is de Stadsbank aanwezig op de gemeentehuizen in de betreffende gemeenten. De ondersteuning vindt plaats vanuit de vestiging Enschede.
•=
De tweeentwintig gemeenten van de Stadsbank Oost Nederland
m:
Vestiging Almelo: Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden. Vestiging Enschede: Berkelland, Enschede, Haaksbergen, Lochem. Vestiging Hengelo: Borne, Dinkelland, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal.
m
Vestiging Enschede (Achterhoekse gemeenten): Aalten, Bronckhorst, Montferland, Oost Gelre, Oude Usselstreek, Winterswijk.
- Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Programmabegroting 2013
9 -
- Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland -
Begrotingsuitkomst en Meerjarenperspectief Begrotingsuitkomst 2013 Programma Algemeen bestuur - Overig
B egroting 2013 Las ten Baten
Saldo
2.115.100 2.115.100
2.115.100 2.115.100
-
-
-
-
- Indicatiestcfling
1.521.400
1.637.600
116.200
- Informatie & Advies - Krcdietverlening - Stabilisatie & herstel financiele huishouding - Minnelijk schuldregelen - Coaching budgetteringsvaardigheden
195.800 2.651.300 1.102.000 38.600
1.000 436.900 2.926.700 1.268.900 -
1.000 241.100 275.400 166.900 38.600-
-
-
-
241.300
113.300
128.000-
5.750.400
6.384.400
634.000
7.865.500
8.499.500
Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen - Preventie & Voorlichting
- Wettelijke schuldsanering - Nazorg - Additionele dienstverlening
Totaal programma's Rcsultaat voor be stemming Mutaties reserves - Algemeen bestuur
1 634.000
671.200
37.200
634.000-
Resultaat na be stemming
De (primitieve) Begroting 2013 laat een saldo na bestemming zien van € 0 . De reden hiervan is dat het positieve saldo is toegevoegd aan de Algemene reserve in verband met het op peil brengen van het weerstandsvermogen.
11
- Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Uitgangspunten begroting 2013 De uitgangspunten voor de begroting 2013 zijn vastgelegd in een Nota "Richtlijnen (programma) begroting 2013-2016". De nota is op 12 januari 2012 in de vergadering van het Platform, het ambtelijk adviesorgaan, besproken. Deze uitgangspunten worden gehanteerd voor de samenstelling van de primitieve begroting: > > ^
> >
> >
De jaarschijf 2013 van de begroting 2012-2015, de cijfers uit de jaarrekening 2011 en het "Productenboek 2012" vormen de basis voor de opstelling van deze primitieve begroting. De nieuwe declaratiesystematiek wordt sinds 2010 toegepast en zal ook in 2013 worden gehanteerd. Een evaluatie hiervan zal plaatsvinden in de 2e helft van het jaar 2012. De aantallen in de primaire begroting 2012, die in november 2011 is opgesteld, zijn gebaseerd op de werkelijke aantallen van de periode januari t/m augustus 2011. Vervolgens zijn alle kwantitatieve gevolgen van de door te voeren reductiemaatregelen verwerkt. Dit resulteerde uiteindelijk in lagere aantallen bij de diverse aangeboden standaard producten. Als gevolg van de voorgestelde reductiemaatregelen kunnen de werkelijke kwantitatieve cijfers van het jaar 2011 niet automatisch als uitgangspunt genomen worden. In deze begroting wordt uitgegaan van het volume-aantal uit de primaire begroting 2012 en is geen volumetoename meegenomen. Wei moet in ogenschouw worden genomen dat de huidige economische crisis kan leiden tot extra vraag naar de door de SON geleverde producten. Voor de autonome loonkostenontwikkeling (de loonkostenontwikkeling waarbij formatiemutaties buiten beschouwing zijn gehouden) is uitgegaan van: het loon- en salarispeil per 1 januari 2012, waarbij voor 2012 is uitgegaan van een jaarlijkse loonkostenontwikkeling op basis van een reguliere loopbaanperiodiek en een stijging van 1% van de werkgeverslasten. Hierdoor komt de totale autonome loonkostenontwikkeling uit op 4%. Vooralsnog is geen rekening gehouden met eventuele CAO ontwikkelingen. Er is uitgegaan van een gemiddelde prijs-/tariefinflatie voor de bank van 2,75% en 2% voor de jaarschijven 2014-2016. Op basis van de verwachte loonontwikkeling en prijsinflatie zijn de tarieven met 3,7% voor 2013 en met 3,5 % voor de schijven 2014-2016 gei'ndexeerd. De eenheidstarieven zijn in de hierna volgende tabel weergegeven.
12
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Overzicht producten met kostprijstarievcn (inclusief maatwerk en additionele tarieven) Productcategorie Nr Omschrijving
Productgroep Nr
Omschrijving
Product Nr
Omschrijving
Soon Dienst
1
^reventie & Vooriichting
1.2
1.3
2
Indicatiestelling
2.1
Vooriichting
Cursus en Training
Integrale indicatiestelling
K o s t p r i j s t a rie v e n 3,7% Nr 2013
1.2.1
Vooriichting aan Personen
Additioneel
1.2.1
P.M.
1.2.2
Vooriichting aan Professionals
Additioneel
1.2.2
P.M.
1.3.1
Cursus/Training uoor Personen
Additioneel
1.3.1
P.M.
1.3.2
Cursus/Training voor Professionals
Additioneel
1.3.2
P.M.
2.1.1
Reguliere Indicatiestelling (incl. jongeren) Standaard
2.1.1
€
480
2.1.2
Crisis-interventie
Standaard
2.1.2
€
257
2.1.3
Maatwerk Indicatiestelling
Maatwerk
2.1.3
Kredietbeoordeling
Standaard
2.2.1
€
53 207
P.M
2.2
Krediet\erlening
2.2.1
2.3
Extra intake-faciliteiten
2.3.1
Huisbezoek
Additioneel
2.3.1
€
2.3.3
Multidisciplinair Overleg
Additioneel
2.3.3
€
192
3
Intbrmatie en Adues
3.1
Financieel Budgetadues
3.1.1
Budgetadues
Standaard
3.1.1
€
144
4
Kredietwsrstrekking
4.1
Sociale Lening (SL)
4.1.1
Sociale Lening
Standaard
4.1.1
€
46
4.2
Herfinancieringen (HF)
4.2.1
Herfinancieringen
Standaard
4.2.1
€
46
5.1
Budgetbeheer
5.1.1
Opstart Budgetbeheer
Standaard
5.1.1
€
201
5.1.2
BBR Beheer-Basis
Standaard
5.1 2
€
293
5.1.4
BBR Beheer - Totaal
Standaard
5.1.4
€
441
5.1.5
Beeindiging Budgetbeheer
Standaard
5.1.5
€
36
5.1.6
Zelfbetalers: BBR Beheer - Basis
Standaard
5.1.6
€
373
5.1.8
Zelfbetalers: BBR Beheer - Totaal
Standaard
5.1.8
€
523
Additioneel
5.2.1
€
261
5
Stabilisatie & herstel frnanciele huishouding
6
Minnelijk schuldregelen
5.2
Begeleide overdracht zelfstandig bankieren
5.2.1
Verwijzing Reguliere Bank
5.3
Beschermingsbewind
5.3.1
Meerderjarigenbewind lopend (excl. BTW) Standaard
5.3.1
€
1.050
5.3.1
Meerderjarigenbewind nieuw (excl. BTW)
Standaard
5.3.1
€
398
60
Bemiddelingstraject
6.0.1
Bemiddeling schuldregeling
Standaard
6.0.1
€
550
6.1
Betalingsregeling
6.1.1
Beheer Standaard Betalingsregelingen
Standaard
6.1.1
€
299
6.1.2
Beheer Betalingsregelingen Jongeren
Standaard
6.1.2
€
299
6.2
Herfinanciering Schulden
6.2.1
Herfinancieringskrediet schulden
Standaard
6.2.1
€
31
6.3
Schuldbemiddeling
6.3.1
Beheer Standaard Schuldbemiddeling
Standaard
6.3.1
€
279
6.4
Saneringskrediet (SK)
6.4.1
Saneringskrediet
Standaard
6.4.1
€
75
6.5
Faillissementswet-feciliteiten
6.5.1
Voorlopige voorz. art 284 lid 4 FW
Standaard
6.5.1
€
313
6.5.2
Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW
Standaard
6.5.2
€
197
6.5.3
Dwangaccoord art. 287 a FW
Standaard
6.5.3
€
273
6.5.4
Moratorium art 287 b FW
Standaard
6.5.4
€
202
7.1.1
Budgetcoaching
Additioneel
7.1.1
€
285
9.1.1
Nazorg
39
7
Coaching
7.1
Budgetcoaching
9
Nazorg
9.1
Nazorg
10 Overige dienstvertening
10.1 Beschikbaartieidsnuttigheid
Additioneel
9.1.1
€
10.1.1 Kasbetalingen
Maatwetk
10.1.1
€
10.1.2 Leetgeldgarantie
Maatwerk
10.1.2
P.M.
10.1.3 Metdpunt huurschulden
Maatwerk
10.1.3
P.M.
10.1.4 Dienstyeriening op locatie
Maatwerk
10.1.4
P.M.
10.1.5 Projecten
Maatwerk
10.1.5
10.1.6 BBR Beheer persoonsgebonden budget
Maatwerk
10.1.6
4
P.M. €
436
Aanvullende toelichting op bovenstaande tarieven: 5.3 Beschermingsbewind: Deze tarieven zijn gebaseerd op de actuele tarieven 2012 van het Landelijk Overleg Kantonrechters (L.O.K.) vermeerderd met 3,7% indexatie.
13
- Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland
Meerjarenperspectief Investeringsplan 2013 - 2016 Inmiddels heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de bouwkundige onderhoudstoestand van de diverse vestigingen. Vervolgens zijn alle groot onderhoudswerkzaamheden en noodzakelijke vervangingsinvesteringen voor de komende jaren in beeld gebracht. Tevens is er een inschatting gemaakt van de overige noodzakelijke investeringen die de Stadsbank de komende jaren zal moeten doen. De jaarlijkse afschrijvingscomponent van de te plegen investeringen is in deze meerjarenraming meegenomen. Voor de realisatie van een 40-tal parkeerplaatsen ter behoud van parkeervoorzieningen voor het eigen personeel is voor het jaar 2015 vooralsnog een bedrag van € 200.000 geraamd. Voor een overzicht wordt verwezen naar bijlage 1.
Meerjarenraming De meerjarenraming laat voor de komende jaren het volgende beeld zien: (Bedragen in €) 2013 2014 2015 2016
Lasten 7.865.500 8.088.400 8.318.500 8.593.800
Baten 8.499.500 8.757.400 9.013.000 9.309.700
Saldo voor bestemming 634.000 669.000 694.500 715.900
Saldo na bestemming 0 503.800 490.900 527.200
Geconcludeerd kan worden dat het meerjarenperspectief een positief beeld laat zien. Voor een specificatie wordt verwezen naar de meerjarenraming en de toelichting op pagina 37 e.v.
14
- Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland -
Programmatoelichting Programma 1 : Algemeen Bestuur
Hoofdkenmerken: Het programma Algemeen Bestuur omvat de bestuursproducten: bestuursorganen en bestuursondersteuning. Tevens behoren tot het programma Algemeen Bestuur de niet product-/ dienstverleningspecifieke activiteiten en voorzieningen gericht op een effectief en efficient beheer van de bedrijfsvoering.
Het Bedrijfsbureau Het Bedrijfsbureau is gevestigd op het hoofdkantoor te Enschede. Vanuit het Bedrijfsbureau vindt de algemene interne ondersteuning van de vestigingen en het management plaats. Bij de algemene interne ondersteuning gaat het ondermeer om de automatisering, de organisatie-eigen financiele administratie, de kwantitatieve, kwalitatieve en financiele informatievoorziening en de facilitaire ondersteuning.
Wat wil de Stadsbank bereiken? Bestaand beleid; Bestuursorganen • Sturing geven aan en reageren op de bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen. • Een maatschappelijk en bestuurlijk verantwoorde positionering van de Stadsbank. • Sharing geven aan en reageren op organisatieontwikkelingen die gericht zijn op een effectieve en efficiente bedrijfsvoering bij de bank, alsmede op het leidinggeven aan de ambtelijke organisatie. • Het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid en de verzorgde dienstverlening. Bestuursondersteuning • De voorbereiding van beleidsontwikkeling voor het Bestuur. • De voorbereiding van de verantwoording door het Bestuur. Algemene interne ondersteuning • Het in stand houden van de fysieke infrastructuur. • Het in stand houden van de automatisering en telecommunicatie infrastructuur.
15
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Wat gaan we daarvoor doen? Platform Stadsbank Oost Nederland (het Platform) Het Platform is een adviesorgaan voor zowel het Bestuur als de directie van de Stadsbank. Alle bij de gemeenschappelijke regeling aangesloten gemeenten kunnen deelnemen in het Platform. Het Platform adviseert zowel op verzoek als uit eigener beweging het Bestuur en de directie over beleids- en organisatieontwikkeling. Het Platform wordt met raad en daad terzijde gestaan door de directie en ambtelijk ondersteund. Communicatie Voor de deelnemende gemeenten is het van belang tijdig te weten hoe de ontwikkeling van de dienstverlening voor haar burgers door de bank is. Enerzijds heeft dit te maken met de mogelijkheden die de deelnemende gemeenten zien om naar aanleiding van de door de bank verleende diensten, het eigen gemeentelijk beleid vorm te geven en voorstellen te doen met betrekking tot het productenpakket van de Stadsbank. Anderzijds heeft dit te maken met de financiele verplichtingen voor de deelnemende gemeenten. Teneinde de deelnemende gemeenten tijdig te informeren wordt het Algemeen Bestuur in de voorjaarsnota en de najaarsnota gei'nformeerd over de financiele en niet financiele ontwikkelingen. De voorjaarsnota heeft betrekking op de periode januari tot en met april, terwijl de najaarsnota betrekking heeft op de periode tot en met augustus. Indien wenselijk wordt tevens een voorstel tot wijziging van de begroting in deze periodieke rapportages opgenomen.
Wat mag het kosten? Programma Algemeen bestuur (Bedragen in €) 2013
2014
2015
2016
200.000
-
Investeringen Overige kosten
-
-
De investeringen hebben betrekking op bestaand beleid (de te verwachten realisatie van een 40-tal parkeerplaatsen in 2015). Zie voor een toelichting bijlage 1. De budgettaire lasten worden bepaald door de kosten van het instandhouden van een gemeenschappelijke kredietbank. Tot deze zogenaamde bestaanslasten worden gerekend: ^ Huisvestingslasten o Kapitaalslasten huisvesting, inventaris en machines o Gas, water elektra, belastingen o Schoonmaak en alarmvoorzieningen o Onderhoud > Automatiseringlasten o Software & Licenties (DVO gemeente Enschede) o Onderhoud
- 16 -
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
> >
Personele lasten directie en staf Overige bestaanslasten, waar onder: o Accountantskosten o Salarisbureau o Dotaties voorzieningen
Programma 1: Budgettaire lasten Algemeen Bestuur
m m m
2011
2012
Realisatie
Primaire Begroting
(Bedragen in €)
2013 Primitieve Begroting
Lasten Baten
1.992.300 1.992.300
2.200.900 2.200.900
2.115.100 2.115.100
Saldo
0
0
0
In de begroting wordt uitgegaan van budgettair neutrale situatie op dit programma. Dit wil zeggen dat de totale bestaanskosten worden verminderd met de bijdrage uit deposito en vervolgens het restant in rekening zal wordt gebracht bij de deelnemende gemeenten.
17
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Prog ram ma 2: Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen Algemeen Hoofdkenmerken: Het programma Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen heeft betrekking op alle dienstverlening van de Stadsbank, ter ondersteuning van het sociaal beleid van de aangesloten gemeenten. De dienstverlening en voorzieningen van de bank kunnen als volgt worden onderscheiden:
Informatics Advies ST AMIISA1W- (inkomslen en iiilgaven) BudgetcoacMng bij schulden oplossen
{-Basis, -Totaal) Inkomsten en
Uitgaven en inkomsten INTAKE
Beeindiging
Beheer
Start (Stabilisatie)
uitgaven
Afwikkelen beheerafspraken
Budgetcoaching bi) budgetbeheer Nazorg
Integrate 1 indicati&stelling I Regulier 1
Beschermingsbewind
In teg rale 1 indiqatie stellingi
Crisis
I
Wtstroom Beyefciding naai rogulicre hank
SCHULDEN OPLOSSEN Bemiddelingstraject Schulden oplossen Betalingsregelingen
Herfinanciering
Schuldbemiddeling
Saneringskrediet
Krediet-aanvraag Faillissementswet Voorlopige voorziening
Dwangakkoord
Moratorium
VerkJarng285
Budgetcoaching bij schulden oplossen
Begeleide verwijzing
Kredietbeoordeling
Het dienstenaanbod van de bank wordt primair vanuit een drietal vestigingen verzorgd. Het standaard dienstenaanbod vanuit een vestiging bestaat uit de producten uit de volgende productgroepen: > Indicatiestelling > Informatie & Advies 5> Kredietverlening
18
- Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland
>
Stabilisatie & herstel financiele huishouding, waaronder coaching budgetteringsvaardigheden en beschermingsbewind > Schulden oplossen > Begeleide verwijzing > Beschikbaarheidnuttigheid.
Vestiging Almelo Vanuit deze vestiging worden de Twentse gemeenten Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden bediend (totaal 224.307 inwoners op 88.132 huishoudens - bron CBS, 2011). Met enkele gemeenten zijn specifieke afspraken gemaakt over bediening op locatie. Vooralsnog zijn deze afspraken op basis van bestaand beleid doorgetrokken in deze begroting. Met de gemeenten Rijssen-Holten, Hellendoorn en Twenterand zijn afspraken gemaakt over het gezamenlijk verzorgen van schuldhulpverlening.
Vestiging Enschede Vanuit deze vestiging worden de gemeenten Berkelland, Enschede, Haaksbergen, Losser en Lochem bediend (totaal 283.091 inwoners op 128.431 huishoudens - bron CBS,2011). Vanuit de vestiging Enschede wordt het meest uitgebreide pakket diensten en producten van de bank aangeboden. Naast het standaard dienstenpakket is op de vestiging Enschede de Centrale Afdeling Schuldregeling gehuisvest. Deze afdeling houdt zich bezig met minnelijk schulden oplossen en eventuele toeleiding naar de Wsnp. Tevens is het Informatiecentrum in Enschede gehuisvest. Deze afdeling verzorgt de telefonische dienstverlening. Sinds het opheffen van de vestiging Ulft per 1 april 2012 worden de Achterhoekse gemeenten Aalten, Bronckhorst, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk vanuit de vestiging Enschede bediend (totaal 199.153 inwoners op 81.538 huishoudens - bron CBS, 2011). Daarbij worden de werkzaamheden voornamelijk op locatie verricht en zorgt de vestiging Enschede voor de noodzakelijke backoffice werkzaamheden.
Vestiging Hengelo Vanuit deze vestiging worden de gemeenten Borne, Dinkelland, Hengelo, Hof van Twente en Oldenzaal bediend (totaal 196.120 inwoners op 83.102 huishoudens - bron CBS, 2011). Met enkele gemeenten zijn specifieke afspraken gemaakt over bediening op locatie. Vooralsnog zijn deze afspraken op basis van bestaand beleid voor 2012 doorgetrokken in deze begroting.
Wat wil de Stadsbank bereiken? Bestaand beleid: De bank wil bijdragen aan: >
het voorkomen dat inwoners van de aangesloten gemeenten in financiele problemen komen of de weg naar financiele hulpverlening niet weten te vinden;
19
- Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland -
>
y
> >
het aanbieden van kredietmogelijkheden voor inwoners van de aangesloten gemeenten die niet bij de commerciele reguliere handelsbanken een lening kunnen krijgen, eventueel om zo nun kredietwaardigheid te kunnen herstellen; een stabiele financiele huishouding door het bevorderen dat clienten hun inkomsten en uitgaven zodanig in balans krijgen en houden dat het ontstaan van betalingsachterstanden wordt voorkomen en dat bestaande betalingsachterstanden (kunnen) worden ingelopen; het realiseren van een minnelijke, onderhandse regeling van schulden tussen clienten in een (problematische) schuldsituatie en hun schuldeisers; het realiseren van een oplossing voor clienten met een problematische schuldsituatie waarbij de schuldeisers niet akkoord gaan met een minnelijke regeling van de schulden.
De bank wil door het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het professionaliseren van de bedrijfsvoering de dienstverlening, ondanks de invloeden van de economische recessie, op peil houden en waar mogelijk verbeteren. Het beleid van de bank richt zich op het bevorderen van de financiele zelfredzaamheid van de klant. Zowel waar het gaat om budgetbeheer als om indicatiestellingen en schulden oplossen. Internetsites als bijvoorbeeld "zelfjeschuldenregelen.nl"zullen door de medewerkers van de Stadsbank actief worden gepromoot.
Productspecifieke toelichting Wat gaan we daarvoor doen? Preventie en voorlichting Door middel van gerichte voorlichtingsactiviteiten op scholen, bij vrijwilligersorganisaties en aan professionele organisaties wordt getracht de risico's en gevolgen van verschulding desgevraagd onder de aandacht te brengen. Tevens kunnen op verzoek cursussen en trainingen bij de bank worden afgenomen. Dit product wordt echter niet meer standaard aangeboden en valt onder het additionele dienstverleningspakket van de bank.
Indicatiestelling Voorafgaand aan de feitelijke dienstverlening door de bank wordt een op de klant afgestemd Plan van Aanpak opgesteld, waarin is opgenomen met welke instrumenten het best een antwoord kan worden gegeven op de door de klant gestelde hulpvraag.
Indicatiestelling Intake: - Integrate indicatiestelling - Crisisinterventie - Kredietverlening - Huisbezoek - Multidisciplinair overleg
Realisatie 2011 3.441 256 1.871 12 41
Primaire begroting 2012 3.242 245 1.963 24 68
Primitieve begroting 2013 3.242 245 1.963 24 68
Advies & Informatie Op basis van de specifieke klantsituatie wordt een advies gegeven over de inrichting en het beheer van de financiele huishouding. Daarbij kan het zowel gaan om de budgettering van het huishoudgeld als om hoe om te gaan met achterstanden en schulden indien de klant (nog) geen gebruik wenst of hoeft te maken van andere diensten van de bank.
20
•1
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Advies & Informatie Financieel budgetadvies
Realisatie 2011 7
Primaire begroting 2012 7
Primitieve hugruting 201.1 7
Kredietverlening Voor de Stadsbank Oost Nederland geldt niet het creeren van een zo groot mogelijke kredietportefeuille als doelstelling, maar het bieden van een verantwoord alternatief voor personen die niet bij de reguliere kredietverleners tegen gangbare voorwaarden een persoonlijke lening kunnen afsluiten. Gezien de relatief zwakke financiele positie van de doelgroep van de gemeentelijke kredietbanken, hanteert de bank een rentetarief dat lager is dan dat van de gebruikelijke commerciele kredietverleners.
Kredietverlening Verstrekkingen ; - Sociale leningen - Herfmancieringen - Saneringskrediet
Realisatie 2011 684 138 109
Primaire begroting 2012 669 155 104
Primitive besjroting 21)13
155
ii>4~" ""
Stabilisatie & herstel financiele huishouding De meeste financiele problemen zijn het gevolg van een stracturele onbalans in inkomsten en uitgaven. De zogenaamde primaire lasten, met name huur/hypotheek, gas, water, elektra en ziektekostenverzekering, worden dan vaak als sluitpost van het huishoudboekje gebruikt, waardoor op termijn huisuitzetting of afsluiting van energie dreigen. Door middel van het aangaan van budgetbeheer wordt de betaling van de primaire lasten geborgd. Bij budgetbeheer worden de periodieke verplichtingen in overleg met de client gebudgetteerd. Daarbij krijgen de primaire lasten de hoogste prioriteit. Indien van toepassing wordt met behulp van betalingsregelingen getracht eventuele betalingsachterstanden zonder tussenkomst van de deurwaarder in te lopen. Doordat in dit budgetplan de lasten/uitgaven worden afgestemd op de beschikbare inkomsten ontstaat er weer een financieel evenwicht. Om de client te ondersteunen bij het nieuwe huishoudboekje wordt de client gedurende het eerste half jaar budgetbeheer extra begeleid. Indien noodzakelijk wordt de client op flankerende voorzieningen gewezen. Elk jaar worden de vorderingen met betrekking tot het zelfstandig bankieren door de client geevalueerd. Op basis van deze evaluatie wordt de financier van het budgetbeheer (dit is de client zelf of de gemeente) gei'nformeerd over de mogelijkheden om het beheer te vereenvoudigen. Eventueel kan daarbij de inzet van budgetcoaches worden geadviseerd om de clienten extra te ondersteunen ter voorbereiding op een terugkeer naar een reguliere bankorganisatie door het bijbrengen van budgetteringstechnieken en inzicht in het eigen bestedingsgedrag. Het budgetbeheer is bedoeld als tijdelijke ondersteuning voor klanten die onvoldoende vaardig zijn (gebleken) hun financiele verplichtingen adequaat te budgetteren. Er zijn echter clienten waarbij budgetbeheer structureel wenselijk is. In die gevallen kan de client een verzoek indienen bij het kantongerecht voor een bewindvoerder meerderjarigenbewind.
- 21
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Stabilisatie Opstarten Budgetbeheer Begeleide verwijzing Beheer BBR (incl. eigen bijdrage) Beeindigde BBR Verwijzing Reguliere Bank Meerderjarigen bewind lopend Meerderjarigen bewind nieuw
Reaiisatie 2011
Primaire begroting 2012
Primitioc begroting 2013
1.722
1.741
1.741
6.675 1.664
6.282 2.148
6.091 2.148
0
11
11
126 65
176 63
176 63
Minneliik schulden regelen Door de bank wordt bemiddeld tussen de schuldenaar en diens schuldeisers om tot een regeling van de schulden te komen. Daarbij onderzoekt de bank of door middel van betalingsregelingen over een periode van maximaal vijf (5) jaar of een herfinanciering van de schulden de volledige schuldsituatie kan worden opgelost. Indien dit niet mogelijk is, wordt gekeken of een saneringskrediet verantwoord is dan wel dat een schuldbemiddeling tot een oplossing kan leiden. Een saneringskrediet en een schuldbemiddeling hebben een looptijd van drie (3) jaar. In crisissituaties en bij "onredelijke" en onwillige schudeisers kan de client een beroep doen op de Faillissementswet. De bank kan de client ondersteunen bij deze formele procedures.
Minnelijk schuldregelen
Reaiisatie 2011
Primaire begroting 2012
Primitieve begroting 2013
1.401
1.275
1.275
Beheer betalingsregelingen
145
208
-
Beheer SB
562
500
500
Saneringskrediet
109
104
104
Voorlopige voorziening ex art 284 Verklaring ex art. 285 Dwangakkoord ex art 287a Moratorium ex art. 287b
900 1 -
865 1 -
2 86S 1 -
Bemiddelingstraj ect
Coaching De bank kan op verzoek van de gemeenten een traject Budgetcoaching uitvoeren zoals opgenomen in het door de klant ondertekende Plan van Aanpak. Een traject Budgetcoaching is bedoeld ter ondersteuning van het traject Budgetbeheer en leert de klant om te gaan met het lagere ter beschikking staande huishoudbudget (leefgeld) gericht op het zelfstandig beheer van de financien. Dit product wordt niet standaard afgenomen.
Coaching Budgetcoaching
Reaiisatie 2011 -
Primaire begroting 2012 -
22
Primitifvi* bi-groliny 2013
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Nazorg Dit betreft het voor de doelgroep verzorgen van een traject Nazorg. Bij dit product wordt middels een gesprek getoetst of de klant zelfstandig zijn financier! kan beheren. Dit product draagt bij aan het voorkomen van recidive van klanten. Dit product wordt niet standaard afgenomen.
Nazorg Nazorg
Realisatie 2011 -
Primitievc btgruling 21113
Primaire begroting 2012 -
Overige dienstverlening Onderstaande additionele dienstverlening wordt momenteel aangeboden en is op basis van bekende afspraken met een aantal gemeenten voor 2012 doorgetrokken naar de begroting 2013. Kasbetalingen sociale diensten en ISWI De bank biedt in het kader van de beschikbaarheidsnuttigheid de bij haar aangesloten gemeenten de mogelijkheid om voor het verrichten van kasbetalingen gebruik te maken van de bij de bank aanwezige voorzieningen. Concreet betekent dit dat de bank voor een aantal gemeenten een gedeelte van de gemeentelijke kasfunctie heeft overgenomen. Clienten van de betreffende gemeentelijke sociale dienst kunnen aan de kas van de bank de voor hen bestemde betalingen ontvangen. Dienstverlening op locatie Naast de standaard dienstverlening verzorgt de Stadsbank voor een aantal gemeenten een inloopspreekuur op locatie. Dit inloopspreekuur vindt plaats bij de gemeente zelf of op een werkplein. De kosten van dit spreekuur worden vooraf geoffreerd en vervolgens maandelijks in rekening gebracht. Beheer PGB gelden Medio december 2011 heeft de Stadsbank een pilot-project opgestart waarbij de Stadsbank de betalingen vanuit het PGB-budget van de klant voor de ingekochte zorg verricht. Deze pilot vindt plaats in samenwerking met de stichting Interpooling. Het project is gestart voor een beperkt aantal klanten. In 2012 wordt er gekeken naar een mogelijke uitbreiding van het aantal PGB-BBR-rekeningen. In deze begroting is vooralsnog van een beperkt aantal rekeningen uitgegaan.
Overige dienstverlening Kasbetalingen Dienstverlening op locatie (maatwerk) BBR Beheer persoonsgebonden budget
Realisatie 2011
Primaire begroting 2012
4.390
4.636
Primilivvc begroting 2013 4.AJ6 i
-
10
10
Samenwerking Externe instanties De Stadsbank voert intensief gesprekken met een aantal grote instanties waarvoor de bank regelmatig betalingen van de klanten verricht. Het doel van deze samenwerking is het verbeteren van de administratieve processen om zodoende de kosten te reduceren.
23 -
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Wat mag het kosten? Programma Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening (Bedragen in €) 2013
2014
2015
2016
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
Investeringen Indicatiestelling Informatie & Advies Kredietverstrekking Stabilisatie & Herstel Minnelijk schuldregelen Coaching Nazorg Overige dienstverlening
Programma 2: Budgettaire lasten: Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen 2011 2012 Realisatie Primaire Begroting (Bedragen in €)
2013 Primitieve Begroting
Lasten Baten
6.587.100 7.578.400
6.041.500 7.020.700
5.750.-100 6.384.400
Saldo
991.300
979.200
634.000
24 -
- Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Verplichte paragrafen Weerstandsvermogen Het begrip weerstandsvermogen verwijst naar het verband tussen de risico's die de bank loopt en waarvoor noodzakelijkerwijs voorzieningen in de vorm van weerstandscapaciteit moeten worden getroffen. De bank is een gemeenschappelijke regeling waarin de gemeenten uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor een eventueel nadelig saldo van de bank. Theoretisch kan gesteld worden dat de bank zonder eigen reserves kan functioneren. Praktisch en theoretisch zouden de nadelen daarvan de (vermeende) voordelen verre overtreffen. Het Algemeen Bestuur heeft dan ook vastgesteld dat het wenselijk is dat de bank over eigen reserves moet beschikken. Het weerstandsvermogen is benodigd om te voorkomen dat bij een andere uitkomst van kosten en/of opbrengsten in enig jaar, als gevolg van niet te voorziene ontwikkelingen, de aangesloten gemeenten aan een eventueel tekort moeten bijdragen.
Beleid De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de bank beschikt om niet begrote kosten te dekken. Onderdeel van de weerstandscapaciteit zijn de vrij aanwendbare Algemene reserve en de bestemmingsreserves. Als gevolg van de door de leden van de GR opgelegde reductiemaatregelen heeft de Stadsbank in 2011 KPMG Accountants gevraagd om advies uit te brengen over de aspecten die van belang zijn bij de bepaling van de minimale omvang van het noodzakelijke weerstandsvermogen van de Stadsbank. De Algemene reserve dient als algehele buffer om toekomstige tegenvallers op te kunnen vangen en is dus het belangrijkste onderdeel van de weerstandscapaciteit. KPMG is in haar advies tot de conclusie gekomen dat de totale Algemene reserve op grond van de exploitatie 2010 een minimum van € 800.000 zou moeten bedragen. Dit bedrag zou dan mee moeten bewegen met de toekomstige omvang van de exploitatie. Het advies van KPMG is in de DB vergadering van oktober 2011 besproken. Hierop is door het Dagelijks Bestuur besloten om het Algemeen Bestuur voor te stellen de ondergrens van het weerstandsvermogen te bepalen op 15%; dit naar analogie van de bovengrens die eveneens is gekoppeld aan de personele uitgaven (tot een maximum van 45%). Diit voorstel is door het Algemeen Bestuur overgenomen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het advies van KPMG dat in de vergadering in november 2011 door het Algemeen Bestuur is besproken. Met betrekking tot de bestemmingsreserves heeft het Algemeen Bestuur het volgende besloten: Norm - Onderhoudsbudget - Soft-/hardware
- Vakantiegeld
Feitelijke verplichtingen
Dotatie
Beoogde reserve
1,5% geherw. bouwkosten Geen dotatie
Voorlopig geen maximum € 90.000
Afhankelijk van formatie
Afhankelijk van verplichtingen
25
Opmerking
ICT diensten zijn geoutsourced; op termijn besluit over het saldo Beoogd bedrag is stand van zaken
Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland -
- Salarisverplichting Enschede - Personeelsbudget
In 2014 saldo = 0 Vrijval in lOjaar € 1X5.000 eenmalig in 2004 € 15.000 € 45.000
1,25% geraamde personeelslasten - Borgfonds Voorlopig geen 10%uitstaand saneringskredieten saldo jaarlijkse dotatie saneringskredieten - Afbouw Moneycard € 150.000 eenmalig in 2011 - Frictiekosten € 650.000 Organisatie eenmalig in 2011
Voorlopig geen maximum Vrijval in 2012 Vrijval in 2012
Op termijn besluitvorming over jaarlijkse dotatie
Conform besluit van het AB in november 2011
Weerstandscapaciteit Het weerstandsvermogen is vereist om niet te voorziene risico's op te kunnen vangen. Voor de bank wordt de weerstandscapaciteit berekend uit: Algemene reserve en bestemmingsreserves.
Wecrstandscapaciteil Stadsbank Oost Nederland per 31 dcccmber 2013 2.190.300 Algemene reserve Mcstenimingsreservcs
1.077.500
3.267.800
Totaal
Deze middelen gelden voor risico's waarvoor geen specifieke maatregelen kunnen worden getroffen, zoals: dalende opbrengsten door wegvallende dienstverlening WW-verplichtingen als gevolg van een dalende omzet wijzigingen in Rijksregelgeving.
Voorzieningen De bank heeft een aantal voorzieningen opgenomen. Voorzieningen worden opgenomen als er sprake is van een te kwantificeren financiele verplichting of financieel risico. Daarnaast kunnen tot voorzieningen ook gerekend worden de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. De stand van de voorzieningen bedraagt per 31-12-2013 € 77.900.
Risico's In deze risicoparagraaf worden alle voorzienbare risico's vermeld, waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot balanstotaal of financiele positie. In veel gevallen is het moeilijk om de te verwachten risico's te becijferen of aan te geven hoeveel procent kans de bank loopt dat een bepaalde tegenvaller zal optreden. De onderwerpen met financiele onzekerheden
26
- Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland
zijn gerangschikt in risicocategorieen, te weten: financiele risico's, risico's op eigendommen en overige risico's. Nr. A 1 2 B 1 C 1 2 3 4
Onderwerp Financiele risico's Volumebeleid gemeenten Kredietomzet Risico's op eigendommen Aansprakelijkheid schadegevallen Overige risico's Overheidsmaatregelen Software Beroepsaansprakelijkheid WIA
Risico Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend
Financiele risico's Al Volumebeleid gemeenten De bank is voor haar inkomsten afhankelijk van de omvang van de verleende dienstverlening. Indien gemeenten besluiten tot een ingrijpende beperking van het gebruik van onze diensten, heeft dit direct consequenties voor de inkomsten van de bank, terwijl de bank niet onmiddellijk haar bedrijfsvoering op een ingrijpende daling van de omzet kan aanpassen. A2 Kredietomzet Een substantiele daling van de kredietomzet (> 20%) heeft een negatief gevolg voor de resultaten en brengt op termijn een herschikking van de formatie met zich mee. De totale personele inzet ten behoeve van de kredietverlening bedraagt op begrotingsbasis indicatief 1,8 fte (exclusief debiteuren).
Risico's op eigendommen Bl Aansprakelijkheid schadegevallen Indien de bank aansprakelijk wordt gesteld voor schadegevallen kan het zijn dat deze niet vallen onder de algemene WA-verzekering van de bank. Voor deze schadevergoedingen is dan geen dekking aanwezig. Dit geldt ook voor eventuele proceskosten.
Overige risico's CI Overheidsmaatregelen Overheidsmaatregelen ten aanzien van het mogen uitoefenen van bepaalde activiteiten die door de bank worden uitgevoerd, kunnen de resultaten zowel positief als negatief bei'nvloeden. C2 Software Voor het gebruikte software-pakket Allegro is een escrow-overeenkomst afgesloten bij het Getronics Business Continuity ("GBC") te Lelystad, waar de broncodes zijn ondergebracht. Een faillissement van de leverancier houdt dus in dat naar vervanging moet worden gezocht.
27 -
- Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland
C3 Beroepsaansprakelijkheid Indien de bank aansprakebjk wordt gesteld voor schadegevallen voortvloeiende uit de beroepsuitoefening kan het zijn dat deze niet vallen onder de huidige beroepsaansprakelijkheidsYerzekering. Voor deze schadevergoedingen en eventuele proceskosten is dan geen dekking. C4 WIA De kosten van een WIA-uitkering kunnen verhaald worden op de veroorzaker van de arbeidsongeschiktheid. De bank heeft hier geen speciale verzekering voor afgesloten.
Financiering Voor de uitvoering van de programma's zijn financiele middelen nodig. Hierin wordt o.a. via de treasuryfunctie en de declaraties voor verleende diensten voorzien. Huidige stand van zaken met betrekking tot het beleid. Het Treasurystatuut van de bank is in 2010 door het Algemeen Bestuur geactualiseerd en geeft de beleidsmatige infrastructuur weer voor het uitvoeren van de treasuryfunctie. Het doel is om de kwaliteit van de uitvoering te verhogen.
De uitvoering treasury. In het door de bank vastgestelde Treasurystatuut is aangegeven dat een verantwoord en adequaat beheer van de financiele middelen wordt onderkend. Voor het begrotingsjaar 2013 gaan we uit van een totaal van € 123 miljoen aan binnenkomende gelden. Hiervan zal omstreeks € 2,5 miljoen per kas worden doorbetaald. Aan girale betalingen zal er omstreeks € 121 miljoen uitgaan.
Ontwikkeling leningen Het openstaande saldo op de persoonlijke rekeningen is bij het samenstellen van de begroting ongeveer € 4,3 miljoen. Ter dekking van de risico's beschikt de bank over een voorziening risicofonds van circa € 180.700 en een reserve borgfonds voor saneringskredieten van circa € 139.000. Bij het samenstellen van de begroting zijn er 4 langlopende leningen met betrekking tot de huisvesting met een uitstaand saldo van circa € 2,3 miljoen.
Ontwikkeling kort lopende verplichtingen Door de bank wordt circa € 10,3 miljoen aan banktegoeden van klanten beheerd waarvan € 8 miljoen gereserveerd voor activiteiten op de korte termijn. Naast deze gelden is voor bancaire activiteiten een bedrag van ongeveer € 1,43 miljoen aan inleggelden van de deelnemende gemeenten beschikbaar. De beschikbare liquide middelen bedragen ongeveer € 4,7 miljoen en daarnaast beschikt de bank over een deposito-positie van € 8 miljoen. Er bestaat geen noodzaak tot het aantrekken van vreemde middelen.
28 -
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Ontwikkeling kas De kasgeldstroom is nog steeds in enige mate aanwezig. De invoering van de budgetpas heeft wel geleid tot een duidelijke daling van de kasgeldstroom. Gestreefd wordt naar een verdere verlaging van het aandeel van de kas in de uitgaande geldstromen. Het transport yan kasgelden is uitbesteed en de bank loopt geen risico. Het bij de bank aanwezige geld is verzekerd. De verzekeringsmaatschappij heeft voorwaarden gesteld aan de kwaliteit van de bewaarplaatsen, de hoeveelheid aanwezig geld in de kluizen en de voorraden aan de balies. Er wordt op toegezien dat er geen ongedekte risico's ontstaan. Als limiet en richtlijn voor het kasgeld geldt een geprognosticeerde kasopname binnen 1 week tot de maximaal door de verzekering gedekte waarde. Periodiek worden de kassen gecontroleerd.
Verwachte ontwikkelingen De omvang van de geldstromen is belangrijk genoeg om de treasuryfunctie bij de bank meer inhoud te geven. De in gang gezette registratie en verantwoording van de geldstroom zal een vast onderdeel gaan vormen van de bestuurlijke rapportages. De inspanningen zijn er op gericht om het beheer van de middelen zo gunstig mogelijk, binnen de kaders van het Treasurystatuut, te organiseren.
Toezicht Provincie De provincie heeft beleidskaders vastgesteld voor het houden van toezicht op de financien van de gemeenschappelijke regelingen. Er is een wettelijke inzendplicht voor onder meer de begroting, begrotingswijzigingen, de periodieke bestuursrapportages en de jaarrekening. Daarnaast wordt aan het eind van elk kwartaal informatie verstrekt ten behoeve van de kasgeldlimiet, welke betrekking heeft op de netto vlottende schulden. Met betrekking tot de langlopende schulden wordt aan het eind van het jaar inzicht verstrekt.
Kasgeldlimiet Het risico op kortlopende financiering wordt beperkt met een zogenoemde kasgeldlimiet op basis van de wet Financiering decentrale overheden (Fido). Dit houdt in dat de totale omvang van de vlottende schuld maximaal 8,2% van de lastenkant van de begroting mag zijn. Het begrotingstotaal voor 2013 komt uit op een bedrag van € 7.865.500 miljoen. De kasgeldlimiet voor 2013 komt derhalve uit op € 645.000. Bij het samenstellen van de begroting is er sprake van een overschot aan vlottende middelen, waardoor de ruimte dus groter is dan de genoemde limiet van € 645.000. Wij verwachten dat hierin in het begrotingsjaar 2013 geen verandering komt.
Renterisiconorm De Wet Fido stelt voor gemeenten ook de renterisiconorm vast. Elk jaar mag maximaal 20% van de omvang van de vaste schuld geherfinancierd worden. Doelstelling van de renterisiconorm is dat gemeenten hun leningenportefeuille zo moeten spreiden, dat de te lopen renterisico's gelijkmatig over de jaren worden gespreid. Door de ontwikkelingen in de budgetbeheerrekeningen zijn de mogelijkheden om de leningen met eigen middelen te financieren de laatste jaren sterk toegenomen. De behoefte aan vreemd vermogen door het aangaan van langlopende geldleningen neemt daardoor af. Derhalve zijn er met betrekking tot de langlopende schulden geen problemen te verwachten in het kader van de wet Fido.
- 29
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Bedrijfsvoering In tegenstelling tot de algemene programmaverantwoording zal in deze paragraaf aandacht besteed worden aan de beleidsmatige, toekomstgerichte aspecten van bedrijfsvoering. a.
Kostenbewuslzijn Inmiddels is het inkoopbeleid vastgesteld en zijn ook inkoopvoorwaarden opgesteld. Dit geeft de organisatie de mogelijkheden om efficienter middelen aan te wenden. Evenals in de voorgaande jaren zal kostenbewustzijn hoog op de agenda staan. Ook zullen lopende langdurige (meerjarige) contracten opnieuw tegen het licht worden gehouden.
b.
Investeringsbeleid Het meerjaren-onderhoudsplan is inmiddels opgesteld en zal in 2012 worden vastgesteld. De dienstverlening in de achterhoek wordt inmiddels op een andere manier vormgegeven. Nadrukkelijk zal worden getoetst of deze dienstverlening aan alle eisen en normen voldoet. Er is een aanvang gemaakt met digitalisering en de komende jaren zullen in het licht staan van een verdere uitrol van digitalisering van de bedrijfsprocessen.
c.
Organisatiestructuur De organisatie zal in 2013 met name te maken krijgen met veranderingen in het werkveld van de bank. Privatisering wordt een ernstige bedreiging van de bank waardoor de discussie leeft of de huidige organisatievorm en -structuur wel de meest geeigende is. Ook de noodzaak om alternatieve financieringsbronnen aan te trekken zal nadrukkelijk aan de orde zijn. Door de ontwikkeling die de bank de afgelopen jaren op het gebied van bedrijfsvoering heeft doorgemaakt is het aanwenden van beschikbaarheidnuttigheid een eenvoudig instrument geworden.
d. Administratieve organisatie en interne beheersing Ook voor 2013 wordt deze verder uitgebouwd. In de hoop dat in 2013 met een betere bankapplicatie gewerkt kan worden zodat processen beter ondersteund worden, zal de managementinformatie en de bestuurlijke informatie een verdere vlucht gaan nemen. Tevens zal de informatievoorziening icm met actualiteit van de informatie aan de klant 21e-eeuw-bestendig zijn. e. lnformatisering en Automatisering In 2013 ligt de focus op het uitbouwen van de effectiviteit van de bankapplicatie. Naar verwachting zal in 2013 Allegro 3.0 operationeel zijn of zal een alternatief bankpakket zijn intrede gaan doen. Uitgangspunt is dat de dienstverlening aan de klanten minimaal voldoet aan de eisen die door de huidige tijd aan deze dienstverlening mogen worden gesteld. Doelstelling is dat ook klanten van de bank hun informatie middels een app op hun tablet of smartphone kunnen raadplegen. /
(Management)informatie voorziening Genoemde ontwikkelingen op informatiserings- en automatiseringsgebied hebben tot gevolg dat de informatievoorziening een steeds hoger niveau bereikt. Doel is dat steeds meer continu inzicht komt in het reilen en zeilen van de verschillende processen en organisatie(onderdelen). Dit heeft tot effect dat minder goed functionerende processen als vanzelf zichtbaar worden zodat daar gericht aan kon worden gewerkt.
g. Marktkansen en —bedreigingen Steeds meer ontwikkelingen vanuit bestuurlijk-politieke spectrum dwingen de bank om ook nadrukkelijk te kijken naar een stuk autonomie zonder dat dit de belangen van de gemeenten benadeelt. De bank zal de visie op haar positie op de markt nader uitwerken.
30
Begroting2013 Stadsbank Oost Nederland -
Onderhoud kapitaalgoederen Een van de basiselementen voor de financiele positie van de bank zijn de kapitaalgoederen en de onderhoudsstaat. Tot de kapitaalgoederen rekenen we de gebouwen en terreinen in eigendom. Gezien de ouderdom en de huidige staat van de panden, verwacht de bank de komende jaren enige grote onderhoudsuitgaven. Inmiddels heeft in 2011 een uitgebreide schouw van de panden plaatsgevonden en is een concept-onderhoudsplan met een daaraan gekoppelde financiele planning voor de komende jaren opgesteld. Dit plan zal in het voorjaar van 2012 aan het bestuur worden voorgelegd. De kosten van dit onderhoudsplan kunnen gedekt worden uit de nieuw te vormen Voorziening Onderhoud gebouwen en installaties. Voor de vorming van deze voorziening is een deel van de huidige Bestemmingsreserve Onderhoud noodzakelijk. Het restant van het saldo van deze reserve zal middels een separaat voorstel aan het Algemeen Bestuur worden bestemd. Momenteel wordt jaarlijks op begrotingsbasis een bedrag aan de onderhoudsreserve gedoteerd. De incidentele uitgaven voor groot onderhoud worden gecompenseerd door een onttrekking aan deze reserve.
Verbonden partijen De Stadsbank Oost Nederland heeft geen verbonden partijen maar is wel verbonden partij van de aangesloten gemeenten.
- 31
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Financiele positie Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemeen In algemene zin hebben algemene dekkingsmiddelen geen vooraf bepaald bestedingsdoel en zijn vrij inzetbaar. De bank kent echter door haar declaratiesystematiek geen algemene dekkingsmiddelen.
Overzicht van Lasten en Baten In dit overzicht geven wij de lasten en baten van de programma's weer. Tevens wordt inzicht gegeven in het resultaat.
Programma Algemeen bestuur - Overig
Lasten
Begroting 2013 Baten
Saldo
2.115.100 2.115.100
2.115.100 2.115.100
-
-
-
-
- Indicatiestelling
1.521.400
1.637.600
116.200
- Informatie & Advies - Kredietverlening - Stabilisatie & herstel financiele huishouding - Minnelijk schuldregelen - Coaching budgetteringsvaardigheden
195.800 2.651.300 1.102.000 38.600
1.000 436.900 2.926.700 1.268.900 -
1.000 241.100 275.400 166.900 38.600-
-
-
-
241.300
113.300
128.000-
5.750.400
6.384.400
634.000
7.865.500
8.499.500
Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen - Preventie & Voorlichting
- Wettelijke schuldsanering - Nazorg - Additionele dienstverlening
Totaal programma's Resultaat voor bestemming Mutaties reserves - Algemeen bestuur
634.000 671.200
37.200
634.000-
Resultaat na bestemming
32
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Overzicht van depersonele sterkte 2013 Feitelijke formatie eigen personeel bij huidige begroting: bij vorig dienstjaar:
(Fte) 93,4 fte 125,6 fte
Personeel circa 104 circa 144
Onder formatie wordt verstaan de formatie omgerekend naar een full-time werkweek onder vermelding van het aantal personeelsleden. In de formatie van de huidige begroting is 1,6 fte inbegrepen ten behoeve van additionele dienstverlening die separaat door de betrokken gemeenten wordt gefinancierd. De hierboven genoemde feitelijke formatie voor de begroting 2013 is berekend op basis van alle door te voeren reductiemaatregelen. Het niet realiseren van deze maatregelen door de gemeenten houdt in dat de noodzakelijke formatie substantieel hoger uit kan komen. Er zal getracht worden om dit zoveel mogelijk met tijdelijke medewerkers op te vangen. Overzicht personeelslasten:
- Salarissen, sociale lasten en overige personeelslasten van het eigen personeel - Salarissen van het tijdelijk personeel Totaal bed rag personeelslasten
Primaire begroting 2012 5.427.500 129.500
115.300
5.557.000
5.197.100
Reservepositie De verwachte reservepositie van de bank ziet er per 1 januari 2013 als volgt uit: Algemene reserve Bestemmingsreserves
1.633.500 1.000.300
Totaal
2.633.800
33
Primitieve begroting 2013 5.081.800
T3
01
o
0)
c O en c
o
>
a> 0
k . CO TO i -
re o
12
c O C
'u> a> o >
o>
C a>
oai
(0
Ti
ra T ra o
0)
o *ffl
J£ 0)
5 <*
0)
CO fc re .2.
0 •n
C
O "-
•
a
m
Q
-a c 12
PQ
.c o
o
55
OS
O
o
(A
>
at U) 0)
0>
(M
• * ~
a o o o CO CO O o O)
en T — CM
UP
as
5o
+-<
"TO
UP
yy UP
C-
^ <
o o o o o 00 CD 00 CO CM
"*~ CN i
o
o
'
o o o o o o ( N i n o ddoi Is- oo m m
'
o
O i*.
'
'
'
o o o d o CD
o o o d m
UP
W
UP
UP
UP
y p y u y u y p Y P U p y p y p v i p UP i in
o o o o iri co
t~- I O
KPUPUPUPMPllPUPUPUP
o o ID CM
o o o o o o
m r- o tuioi m CM m m
HPUPUPUPUPCUJUPUPUP
o o o o o o oiom CM
ai co oci co o TT -
O o in ai CM
yyHyHPHyHyyyyygyHy
od
O O io
r^
CM
o o CM
m
o o o m
yywupyyijyyuyuupup
o CM
1- CD
o o o o o o o o o M o q q q
m
ai ^f- ai d d co o in m in
HpypUPUDUPUPHpypyp
o o o a> a> i^ co r^. co
CD
CD
XI 0
Q-
c gi N_
3 CD _
III
-o
a>
CD
CD
CU
CD
co co o
C
c aj in
o o
(A
4-1
ro ro
4-*
> c ro >
I_
"2 '=
>
"N
CD 0) in io H ID
UJ CO HI 01 _i
O SD1)
>,o
o
B l L CD CD
^
o
c <= o £
CD ^
O) 0)
0) to ID
£ £ £ £ £ £ £ £ CD CD (U ( O d d CD CD a>
CO UJ
UpypypcipuPUPUPUP UP UP UP
<0
•2 <= -c _ J5 *; y o £ .£ o CO CO > w O Q. O <0
Co a> a> a> co. a:
a)
TJ £
c
^ e • T-
^
CM
ro
TO -* <=> $ CM JC 1 OJ ^ *~
o m O)
c
2 k.
J£ CD
+*
+*
O OJ C
o
"5) 0)
> CD
O 1-
(0 CO
5
jt V
o
m o> c
12
CO
^
c
o o CO ^f T_
* o o T-^
°9 CD
I
w
•
•
e
<=> to
w
•
n
UP UP UP
o o
^
' o
1
1
o
to
1
UP
h-1
0)
o o CO
r~-
CN
o
CO
to
1
o CO oi
1
UP
1
UP UP UP
1
HP UP UP UP
o o iri h~
CD
UP
UP
^~
CO
o o o o CM T t ai csi
W UP UP UP
o o O o o o o r^ un iri
^
CO CD CO CN
yy UP UP UP
o o o
oi UP
•
O
o o
UP UP UP UP
00
o o CO o CN
UJ
z
UP
en
UJ N
(3 z z
'+-•
^ o
£ >0•
"5. CO
CD
lp
UP UP UP UP
~
T
CD t ^ LO LO t ^ • * ^ t •«-: CO CO CM t -
o o o o o o
o o
' T—
•
O O)
o o o
a>
h-
O
> Q)
a o
D)
E
T—
^—
CM CO TO O Cjl 0)
^"
1
o
CQ
C CD CO
.2 CO
5
CO CO
3
CL
TO
o
O)
co LL
O)
0-
.2
O)
a>
CD N
CD N
C _c c _c ' c "c ' c ' c CD N
o o O o o o o o
> > > >
o 1-
i—
*
_i
O)
CO
t> o o
o o
L:
VOO rzi
i_ ID
t o o co
> +•>
CO (0 +J
(A
rde nin
CO
- Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Meerjarenraming 2014 - 2016
35
t 1 1 1
• • P -o a
o O 03
in
x>
O fN M -4-»
o o>
o
"3
•o
«
o •a
J
03
c .2
M
^ © ^ s OS S3
Ofi a*
"S so
S
c
i/i
2 "3
-J
** 68
s at
~o CO
*
m
•
2
J
S3
B a
o s SI ts a e 03
f i
A
o
CO
rj 01
G
Beer
• • • i i
Beer 'S e a>
A
• * *
-
Programma
« S3 |j
©
o
o t^
o m
<=> o
w o t-;
00 in CM
9
o o o\
o o
^
»o r-
^ • "
m
O O
f N )
o *o r^i
O
ON oo ^o
^
00
1
1
1
(^
O
rn ci ®
o o o ©
—
e
©
9
**• c-i
H
© r*i
i
H
i
O O
' r~-
1
•
^q o o ^1ON
o o p »ri
ON
^O
^
^; ^N
• — •
© o _J
(N
4»N
*r>
s <s>
t>
9 cp «n
ON
ON O f>
o w CN CS O
ON X
*
O
«
3
"*
I
i
© © fN
>n
NO
m
f~~~
"©" ©
Tf
©
1
"
NO
•'I-
© ©
©
cs
"©" © ON 00 ©
•
© (N t-^
m
"©" ©
© © OS O *
ON •
O © 90 C^ © VI
1
DO S3
3
i2
° CO
5 15
,
_5p
s S NS
PS
i§
•Si E
11 1
r^o
^ - H
°i
1-^
<9 r^
o
o
^ If)
_
00
r~ r^
"o" © <~Nl
"^ Ci ^ NO
i
CN
© NO
©
O CN
NO
ON
©
m
"©"
r^
40 [ ©
VO
"©" ©
©
o f»i
ON NO
-*
© © in
r^
« N
"SI e t^
(~^ "o"
o © OS
•
c*i
<=>< ? © » X
r^i
*
<s ©
• r - «
90
'—i
CN
© O
"}
•
fO NO
o
2
«
PS
o
O
^* >n
o od
oo
=
ON
© © © ON
o «s
ve NO
^
90
t-^ Vi t-
•
© Os
©
o
-<* c^ 90 XI VO
© Tt Tt
© ©
ex
e
E
O
*• IS s S H
E -°
-
s » s
K
NO 90
© ©
© O 9
\o NO
"»T ©
f^l 00
>r-t
O
o CN c^l
<
O © CN
—
K •
ON
o
Ov
90
© © •f 00 90 ©
o
ON
ON
in
•
ON ON
NO
©
90'
•n-
CN
1
<
o
•» NO
m
o
o m rn
©
oo
o o
1
ON
•
©
^r CN
' s
'
© © O
m
©
^d
CN
vo o\ 90 r-
C3 O
o o *ri
-c
^o «r*
o
—-i
C N
un •o
o o
';1"
©
^ IV">
'
C5
^
O
HON
CD
c o> O
m
O cp
-i 1
IA fM
O -o o o
o
rs
N OC
"i -i ^ g
O O -rj-
t^-
—J
C i
H-
i
\£>
(N r n r^i —<
,
m
1
>
"
tN
^o
I
X CN
2;
^
©
o
© ©
00 VO CN
t
'
NO ^
'
^
^
©
CN
t~^ ^ CN a
o o o
m
^-
o © vc
© ^t
© ©
© © c^i © rn
© in
© 00
1
i/5
r~
•
U
c 3
a
EH
2
~
1
S z
a s s ° s
o
c
00
*
oo m
00
«
CN © "
JJ
c -p U
o
CN —^
-O CD
^ en \o ^H
00
O
a •o 3
» 3 r-
C
CD oo 4>
00
-o 00
-~ OJ ^
3
71 JJ
^
H 2 a
« « 2 u
H 3 -S 1
g '5 rS, 60
c c*i -° "3
.S
s
CN
c> 00
1
H
'
Tt
o
o
o
"
^
(N CN
d
oi
V) OO
o o o o ^r \o ^ oo H
rO-l
o
• o
O " i "T
o o
ho> »/") ^-i
O o «=? o
ON ON >0 fn
o o C? rO rq
r - 4
•
o
ON
d en "^" •-; f ; m' <—^
VN!
o
o
o
^ m T
o ©o
i-H*
•—• OG rH
O
o © <~^ >o t^h-
©
ON
( N
O
© O vc O N
o
O © (^N.
a^ "«irj o © rn en - ^
(N
O ©
© o
© © ©
^
O
rsj
m ^
© o OS NO
rn
o
© ^j—* •<+
o o e> o o o ON © ^ H
1
o o o
o o o
^
K
© o © o © o oo •— "
^~
©
1
O O NO
M
O ©
O
• * t-~ ^o 92 (s) , M „ tn
^
-: ^ ^ S
o ©
—H"
>T)
© ^r^ ^
1
00
^ CT\
l^ T—i \£)
o o o o
o
o
o
o o
r>n
" o o
o o NO S
ni NO
^
_ ! l
o o ^f (N
«n
so
">
O
i
<
-a (/I
OS
o
1
m
^ - H
1
r^
*
•
1-H
1
Tf
o
©
-3" •*r c*-i r i <s »s rs CN
CN CN
O
^ 1
s
B
•Si
R
.1
•
o o o Tt
r^
i - H
c4
<3
1
n c* n"
o
"3
m CN CN CN
1
o o o
•* r^ o o o
i
ri
T' t^H
«—• CN ri O
o o ^f l>CN
^ H
'
i - ^
o
rs
o o o o w «ri
CN
o o
r *
^H
^ -< » in V$ CN
oo
§ 'g
s 5 > •S c > s (S •5
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Toelichting op de meerjarenramingen 2014 - 2016 1. Meerjarenperspectief Uit het overzicht blijkt dat de prognose voor de jaren 2014-2016 een overschot laat zien.
2. Salarisontwikkeling Bij de berekening van de lasten is uitgegaan van een gemiddelde salarisstijging gebaseerd op een stijging als gevolg van de reguliere loopperiodiek. Procentueel betekent dit dat met de volgende autonome lastenstijging van de personeelskosten is rekening gehouden: 2014 4,0 %
2013 4,0 %
Indexering Personeelskosten
2015 4,0 %
2016 4,0 %
3. Tariefontwikkeling Gelet op het financieel resultaat sinds de invoering van de kostendekkende tariefstelling is besloten voor de jaren 2013-2016 van de volgende procentuele tariefstijgingen uit te gaan: 2013 3,7 %
Indexering tarieven
2014 3,5 %
2015 3,5 %
2016 3,5 %
Deze stijging leidt tot de volgende tariefstellingen:
Productcategorie Nr Omschrijving
1
Preventje & Vooriichting
Nr
1.2 Vooriichting
1.3
2
Indicatiestelling
Productqroep Omschrijving
2.1
Cursus en Training
ntegrale indicatiestelling
Nr
Product Omschrijving
Soort Oienst
1.2.1 Vooriichting aan Personen 1.2.2 Vooriichting aan Professionals 1.3.1
Cursusn'raining voor Personen
1.3.2
Cursus/T raining voor Professionals
2.1.1 Reguliere Indicatiestelling (incl. jongeren) 2 1.2 Crisis-interventie 2.1.3 Maatwerk Indicatiestelling
Kostprijstarieven Nr 3,7% 2013
3,5% 2014
3,5% 2016
3,5% 2015
Additkineel Additioneel
1.2.1 1.2.2
P.M. P.M.
P.M. P.M.
P.M. P.M.
P.M. P.M.
Additk}neel Additioneel
1.3.1
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
1.3.2
P.M.
P.M.
P.M.
Standaard Standaard Maatwerk
2.1.1 2.1.2 2.1.3
€ €
480 257 P.M
€ €
497 266 P.M
€ €
514 275 P.M
P.M. €
e
532 285 P.M
2.2
2.2.1 Kredietbeoordeling
Standaard
2.2.1
€
53 €
55 €
57 €
59
2.3
Extra intake-faciliterten
2.3.1 Huisbezoek 2.3.3 Multidisciplinair Ovedeg
Additioneel Additioneel
2.3.1
€
230
«
215 € 199 €
222 €
2.3.3
207 € 192
e
213
Financieel Budgetadvies
3.1.1 Budgetadvies
Standaard
3.1.1
€
144 €
149 €
154 €
160
«
206
3
Informatie en Advies
3.1
4
Kredietverstrekking
4.1 Sociale Lening (SL)
4.1.1 Sociale Lening
Standaard
4.1.1
€
46
€
47 €
49
42
Herfinancieringen (HF)
4.2.1 Herfinancieringen
Standaard
4.2.1
€
46
€
47
€
49 €
51
5.1
Budgetbeheer
5.1.1 5.1.2 5.1.4 5.1.5
5.1.1
€ € € €
216 € 314 € 472 € 39 €
5.1.6 Zelfbetalers: BBR Beheer - Basis 5.1.8 Zelfbetalers: BBR Beheer - Totaal
Standaard Standaard
5.1.6 5.1.8
€ €
373 523
€
e
€ 304 € 456 € 38 € 386 e 541 e
223
5.1.2 5.1.4 5.1.5
201 € 293 € 441 e 36 €
208
BBR Beheer - Basis BBR Beheer - Totaal Beeindiging Budgetbeheer
Standaard Standaard Standaard Standaard
400 € 560 €
414 579
280 €
290
5
Stabilisatie & herstel financiele huishouding
Opstart Budgetbeheer
€
51
325 489 40
5.2
Begeleide overdracht zelfstandig bankieren
5.2.1 Verwijzing Reguliere Bank
Additioneel
5.21
€
261
€
270
e
5.3
Beschermingsbewind
5.3.1 Meerderjarigenbewind lopend (excl. BTW) Standaard 5.3.1 Meerderjarigenbewind nieuw (excl. BTW) Standaard
5.3.1
€ €
1.050
€
1.087
€
1.125
€
1.165
398
€
412
€
427
€
442
38
5.3.1
- Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Froductcategorie Nr Omschrijving Minnelijk schuldregelen
6
Productqroep Nr Omschrijving
Kostprijstarleven
Product Nr
Soori Dienst
Omschrijving
3,5% 2010
3,5V. 2015
3.5%
3,7% 2013
Nr
2014
6.0
Bemiddelingstraject
601
Standaard
60 1
€
550 €
569 €
589 €
609
6.1
Betalingsregeling
6.1.1 Beheer Standaard Betalingsregelingen
Standaard
6.1.1
€
299 €
309 €
320
€
331
6.1.2
Standaard
6.1.Z
€
299 «
309 £
320 €
331
31 €
32 €
33 €
34
279
€
289 €
299 €
309
Bemiddeling schuldregeling
Beheer Betalingsregelingen Jongeren
6.2 Merfinanciering Schulden
6.2.1 rlerfinancienngskrediet schulden
Standaard
6.2.1
€
6.3
Schuldbemiddeling
6.3.1
Beheer Standaard Schuldbemiddeling
Standaard
6.3.1
€
6.4
Saneringskrediet (3K)
6.4.1
Sanenngskrediet
Standaard
6.4.1
€
75
f
Standaard
Standaard
6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.5.4
€ € € €
313 197 273 202
f € € €
Additioneel
6.5 Faillissementswet-taciliteiten
6.5.1 Voorlopige voorz. art 284 lid 4 FW 6.5.2 Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW 6.5.3 Dwangaccoord art. 287 a FW 6.54 Moratorium art 287 b FW
Standaard Standaard
77 € 324 204 282 209
€ € € £
80
€
83
335 211 292 217
€ € £ €
347 218 302 224
305 €
316 44
7
Coaching
71
711
€
285 G
295 €
9
Nazorg
9 1 Nazorg
9.1 1 Nazorg
Additioneel
9.1.1
£
39 «
41 €
42
£
10
Overige dienstvenening
10.1 Beschikbaarheidsnuttigheid
10.1.1 Kasbetalingen
Maatwerk
10.1.1 €
£
4
f
10.1.2 Leefgeldgarantie 10.1.3 Meldpunt huurschulden
Maatwerk
10.1.2
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
Maatwerk
10.1.3
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
10.1.4 Dienstveriening op locatie
Maatwerk
10.1.4
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
10.1.5 ProjgctGn 10.1.6 BBR Beheer persoonsgebonden budget
Maatwerk
10.1.5
P.M.
P.M.
P.M.
Maatwerk
10.1.6 €
P.M. 451 €
Budgetcoaching
711
Budgetcoaching
€
4
€
436
4
5
467 €
483
Volume ontwikkeling Qua volume ontwikkeling gaat de meerjarenramingen van de volgende aantallen uit: Productgroep
Productcategorie Nr
1
Omschrijving
Prevantie & Voorlichting
Nr
1.2
1.3
2
Indicatiestelling
2.1
Omschrijving
Voorlichting
Cursus en Training
Integrate indicatiestelling
Aantallen
Product Nr
Omschrijving
Soort Dienst
Nr
2013
2014
2015
2016
1.2.1
Voorlichting aan Personen
Additioneel
1.2.1
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
1.2.2
Voorlichting aan Professionals
Additioneel
1.2.2
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
1.3.1
Cursus/Training voor Personen
Additioneel
1.3.1
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
1.3.2
Cursus/Training voor Professionals
Additioneel
1.3.2
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
2.1.1
Reguliere Indicatiestelling (incl. jongeren) Standaard Crisis-interventie Standaard
2.1.1 2 12
3.242
3.242
3.242
3.242
245
245
245
245
Maatwerk
2.1.3
P.M
P.M
P.M
P.M
2 1 2
2.1.3 Maatwerk Indicatiestelling 2.2
Kredietveriening
2.2.1
Kredietbeoordeling
Standaard
2.2.1
1.963
1.963
1.963
1963
2.3
Extra intake-faciiiteiten
2.3.1
Huisbezoek
Additioneel
2.3.1
24
24
24
24
2.3.3
Multidisciplinair Overieg
Additioneel
2.3.3
68
68
68
68
3
Infbrmatie en Advies
3.1
Financieel Budgetadvies
3.1.1
Budgetadvies
Standaard
3.1.1
7
7
7
7
4
Kredietverstrekking
4.1
Sociale Lening (SL)
4.1.1
Sociale Lening
Standaard
4.1.1
669
669
669
669
4.2
Herfinancieringen (HF)
4.2.1 Herfinancieringen
Standaard
4.2.1
155
155
155
155
5
Stabilisatie & herstel
5.1
Budgetbeheer
5.1.1 Opstart Budgetbeheer
Standaard
1.741
1.741
1.741
1.741
BBR Beheer - Basis
Standaard
5.1.1 5.1.2
3.150
3.150
3.150
3.150
5.1.4 BBR Beheer - Totaal
Standaard
5.1.4
2.050
2.050
2.050
2.050
5.1.5
Beeindiging Budgetbeheer
Standaard
5.1.5
2.148
2.148
2.148
2.148
5.1.6 Zelfbetalers: BBR Beheer - Basis
42
42
42
42
849
849
6.1.2
financiele huishouding
Standaard
5.1.6
5.1.8 Zelfbetalers: BBR Beheer - Totaal
Standaard
5.1.8
849
849
Additioneel
5.2.1
11
11
11
11
5.2
Begeleide ovardracht zelfstandig bankieren
5.2.1 Verwijzing Reguliere Bank
5.3
Beschermingsbewind
5.3.1
Meerdeijarigenbewind lopend (excl. BTW) Standaard
5.3.1
176
176
176
176
5.3.1
Meerderjarigenbewind nieuw(excl. BTW) Standaard
5.3.1
63
63
63
63
39
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Productcateaorie Omschrijving
Nr
Omschrijving
6
Minnelijk schuldregelen
6.0
Bemiddelingstraject
6.1
Betalrngsregeling
Aantallen
Product
Productgroep
Nr
Omschrijving
Soort Dienst
6.0.1
Bemiddeling schuldregeling
Standaard
6.0.1
6.1.1
Beheer Standaard Betalingsregelingen
Standaard
6.1.1
6.1.2
Beheer Betalingsregelingen Jongeren
Standaard
6.1.2
Nr
Nr
2014
2013 1.270
"
2016
2015
1.275
1.275
1.275
"
6.2
Herfinanciering Schulden
6.2.1 Herfinancieringskrediet schulden
Standaard
6.2.1
6.3
Schuldbemiddeling
6.3.1
Beheer Standaard Schuldbemiddeling
Standaard
6.3.1
500
500
500
500
6.4
Saneringskrediet (SK)
6.4.1
Saneringskrediet
Standaard
6.4.1
104
104
104
104
6.5
Faillissementswet-taciliteiten
6.5.1 Voorlopige voorz art 284 lid 4 FW
Standaard
6.5.1
2
2
2
2
6.5.2
865
865
865
865
6 5 3
1
1
1
1
6.5.4
6.5.2
Verklaring en «rzoekschrifl art. 285 FW
6.5.3
Dwangaccoord art. 287 a FW
Standaard Standaard
6.5.4
Moratorium art 287 b FW
Standaard
•
7
Coaching
7.1
Budgetcoaching
7.1.1
Budgetcoaching
Additioneel
7.1.1
9
Nazotg
9.1
Nazorg
9.1.1
Nazorg
Additioneel
9.1.1
10
Owrige dienstwrtening
10.1 Beschikbaarheidsnuttigheid
10.1.1 Kasbetalingen 10.1.2 Leetgeldgarantie
Maatwerk
10.1.1
4.636
4.636
4.636
4.636
Maatwerk
10.1.2
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
10.1.3 Mgldpunt huurschulden 10.1.4 Dienstvarlening op locatie
Maatwerk Maatwerk
10.1.3 10 1 4
P.M.
P.M.
PM.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
10.1.5 Projecten 10.1.6 BBR Beheer persoonsgebonden budget
Maatwerk Maatwerk
10.1.5
P.M.
PH.
P.M.
P.M.
10.1.6
10
10
10
10
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Als gevolg van het door de gemeenten vastgestelde reductiebeleid zal de bank een forse inkrimping van het aantal formatieplaatsen moeten realiseren. Daarnaast is er sprake van dat de bank zich steeds meer richt op zelfredzaamheid van de klant. Daardoor is er voor de periode 2014-2016 geen noodzaak om rekening te houden met een uitbreiding van de formatie. In de meerjarenramingen is wel rekening gehouden met een gemiddelde kostenstijging van 4,0 % in verband met loopperiodieken en de daarbij behorende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. CAO-ontwikkelingen zijn vooralsnog niet meegenomen. 2014
2015
2016
93,4
93,4
93,4
(Bedragen in €) - Salarissen, sociale lasten en overige personeelslasten van het eigen personeel - Salarissen van het tijdelijk personeel
5.281.000
5.487.900
5.703.300
117.600
119.900
122.300
Totaal bedrag personeelslasten
5.398.600
5.607.800
5.825.600
- Personele sterkte (fte)
- 40
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland -
31 Bijlagen
31 3i 31 31
41
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Bijlage 1 : Investeringsplan
Toelichting investeringsplan 2 0 1 3 - 2 0 1 6 Algemeen Bestuur Huisvestins Doel:
Het up-to-date houden van de parkeervoorzieningen voor de bij de bank werkzame medewerkers op de vestiging Enschede Wijze waarop: Externe realisatie Wanneer: Naar verwachting zullen de parkeerplaatsen niet eerder dan in 2015 worden gerealiseerd. Prioriteit: Noodzakelijk Financier Investering 2015 € 200.000 Dekking: Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. Toelichting: Bij de opzet van de nieuwe huisvesting te Enschede, is bij de projectontwikkelaar bedongen dat de Stadsbank 35 parkeerplaatsen zou kunnen kopen voor € 185.000, thans gei'ndexeerd naar € 200.000, met een inspanningsverplichting aan de projectontwikkelaar om te bezien of 40 parkeerplaatsen mogelijk zouden zijn. Deze parkeerplaatsen zijn noodzakelijk voor het eigen personeel, zodat de ongeveer 9 resterende parkeerplaatsen direct achter het oude pand, beschikbaar kunnen komen voor de bezoekers van de bank. Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit: Financien: Dekking: Toelichting:
Vervanging verwarmingsketel vestiging Almelo Uitbesteding planning voor 2015 Noodzakelijk Investering 2015 €7.000 Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. n.v.t.
Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit: Financien: Dekking: Toelichting:
Vervanging Airco oudbouw vestiging Enschede Uitbesteding planning voor 2013 Noodzakelijk Investering 2013 €30.000 Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. n.v.t.
Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit: Financien: Dekking: Toelichting:
Vervanging verwarmingsketels oudbouw vestiging Enschede Uitbesteding planning voor 2014 Noodzakelijk Investering 2014 € 15.000 Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. n.v.t.
- 43
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit: Financien: Dekking: Toelichting:
Energiezuinige verlichting diverse vestigingen Uitbesteding planning voor 2013 Noodzakelijk Investering 2013 € PM Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. Hiervoor zal in 2012 echter eerst een kosten-baten analyse worden gemaakt en daarbij wordt gekeken naar diverse mogelijkheden van plaatsing verlichting in relatie tot de bestaande mogelijkheden.
Digitatisering Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit: Financien: Dekking: Toelichting:
Het upgraden van de digitale dienstverlening aan onze klanten Externe realisatie Jaarlijkse investering. Noodzakelijk Investering: 2013: p.m.; 2014: p.m.; 2015: p.m.; 2016 p.m. Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. In deze tijd is het wenselijk en noodzakelijk dat wij de digitale dienstverlening aan onze klanten aanpassen aan protocollen en interfaces die gangbaar zijn. Denk hierbij aan digitaal loket, DigiD, planning via internet, digitalisering dossiers etc, etc. De efficiencywinst zal aanzienlijk zijn en gevolgen hebben voor de invulling van de organisatie.
44
a a a a a a a a a a a a a a a a a a i
a
-3
o O
13 03
00
O tN
1A i-H
o CM
|
m
D U
'3
a —l»
-w
0>
s-
"a >•
Of C
XU V)
<< vO rH O »M
ID rt O «N
"T i-H
O
O rJ
t^i
TT
O <S
ID
«s
iH O
vo
JJ ff> 00 *H 0 CJ
-a 3
u
-M
;> t5 c3 C3
bO
s
|
^ »-, H >H cd TO cd cd co cd cd cd (N) ^ H
O O
rt
O O
1
•
•
0
'
O
1
O
1
.
'
T3
gl CO
^H
cd cd '—i
a a
a
a
00
ft
1
,
•
&
' O O O O ft
q
a
^H • ^
i n IT) >/"> (Ti 0
O O
O O
1
1 0 0 0
q
Cs| —1
O O O O O O >r> O O
( N —<
0
O O O OO
1
1
•
0 0 0
1
1
0 S 0 (N
0 0 0
1
•
0 0 0
c->
3
CJ pq
< 8 a 05
&
1
cd
co
a o. a & a a.
a
a D.
•
0
1
0 0
"1 -
0
r^ 0 C4
0 0
0
0 0 ID
d cu
0 O ID
0 9 0
CU
r i r4
O 0 0
r*5 <*i
^H
O ID
i—1
es
O O ID
0
1-H »-H
O
0
0 0 in
(N
O 0 0
m
q
0 0
^-.' *-*
•
O O O
0
O O 0
O
O
O
e r>
0 0
0 0
m
O
»-!
a
'
O O
0 (N
S
a 0 o- 0
a a
a ft
CJD
'S
— T3 a £
(N
*• cu d e
H H H
8^ 55
C
H H
ID
CD S
otaal Inves terineen otaal Budg;ettaire 1 otaal t.l.v. 1 ita'
T3
"a
< H H
.2
1 li-
otaal invest eringen otaal budgettaire las
i-i
3
u 3 4-1
11.
53 53 53 53 w
a
5.0 aciale voor zieninge laatschapp elijke di
N
—•
.00
5.0 utomatiseri otaal invest eringen otaal budgettaire las
o
>
OX
O
J-H"
£
5.0
lmelo hede tische uisvesting: parkeerplaa uisvesting: Verwarmin uisvesting: Airco oudb uisvesting: Verwarmin tiergiezuini]ge verlic]
i
a a a
« >
c l-l
Algemee n Bes
las ten est
201
'mschriivi 11 Programma
3
a a a a a
steringen en act itei ten
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland -
Bijlage 2: Categoriale begroting en meerjarenraming 2013
2014
2015
2016
4.877.400
5.072.500
5.275.300
5.486.400
LASTEN (bedragen in €) Personeelslasten totaal - Eigen personeel - Voormalig pcrsonccl - Externe inhuur - Overige personeelskosten
Rente en Afsehrijvingen - Rentekosten eigen leningen - Rente kosten PRS-saldi - Betalingsverkeer - Afsehrijvingen
Huisvesting - onderhoud gebouwen - Huren - Gas, electra en water - Schoonmaakkosten
Bureaukosten -Porti - Tclcfoon - Dataverkeer - Druk- en kopieerwerk - Overige bureaukosten
Beheerskosten - ICT kosten - Kosten digitalisering - Reis- en verblijfkosten - Algemene beheerskosten - Overige kosten
Dotaties voorzieningen TOTAAL LASTEN
115.300
117.600
204.400 5.197.100
208.500 5.398.600
119.900 212.600 5.607.800
122.300 216.900 5.825.600
110.600
103.600
96.600
89.600
10.500
10.700
10.900
11.100
230.200 229.000
234.800 211.200
239.400 203.100
244.200
580.300
560.300
550.000
198.900 543.800
102.600
104.300
94.700
117.400
90.000
91.800
58.600
59.800
251.200
255.900
93.700 61.000 249.400
95.500 62.200 275.100
222.100 122.800 52.400 184.400 36.700 618.400
226.500 125.300 53.500 188.000 37.400 630.700
231.100 127.800 54.500 191.800 38.200 643.400
235.700 130.300 55.600 195.600 38.900 656.100
592.400 222.700 85.300 228.000 32.500 1.160.900
604.300 227.100 87.000 232.600 33.100
616.400 231.700 88.800 237.200 33.800
1.184.100
1.207.900
628.700 236.300 90.500 242.000 34.500 1.232.000
57.600
58.800
60.000
61.200
7.865.500
8.088.400
8.318.500
8.593.800
46
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
2013
2014
2015
2016
1.987.100 1.987.100
2.045.900 2.045.900
2.095.200 2.095.200
2.178.800 2.178.800
1.556.600 63.000 18.000 1.637.600
1.611.100 65.200 18.700 1.695.000
1.667.500 67.500 19.300 1.754.300
1.725.800 69.900 20.000 1.815.700
1.000 1.000
1.000 1.000
1.100 1.100
1.100 1.100
287.100 110.900 38.900 436.900
287.100 110.900 38.900 436.900
287.100 110.900 38.900 436.900
287.100 110.900 38.900 436.900
350.300 2.285.500 78.000 2.900 210.000 2.926.700
362.500 2.365.500 80.700 3.000 217.300 3.029.000
375.200 2.448.300 83.500 3.100 224.900 3.135.000
388.300 2.534.000 86.400 3.200 232.800 3.244.700
700.800
725.300
750.700
776.900
396.800 171.300 1.268.900
401.700 177.300 1.304.300
406.700 183.500 1.340.900
411.900 190.000 1.378.800
19.200
19.900
20.600
21.300
89.700 4.400 113.300
92.800 4.500 117.200
96.100 4.700 121.400
99.400 4.800 125.500
125.000 3.000 128.000
125.000 3.100 128.100
125.000 3.200 128.200
125.000 3.200 128.200
8.499.500
8.757.400
9.013.000
9.309.700
BATEN (bedragen in €) Bijdrage bestaanskosten - Bijdrage gemeentcn Preventie & Voorlichting - Opbrengsten Preventie & Indicates telling - Integrate indicatie - Crisis-interventie - Extra intake-faciliteiten Informatie en Advies - Budgetadvies Krc die tve rs tre k king - Sociale lening - Herfinanciering schulden - Saneringskredieten Stabilisatie & Herstel -Start - Beheer - Beeindiging - Uitstroom - Beschermingsbewind Minnelijk schuldregelen - Bemiddelingstrajecten - Betalingsregelingen - Schuldbemiddelingen - FW faciliteiten Coaching - Budgetcoaching Beschikbaarheidsnuttigheid - Kasdiensten - Meldpunt Huurschulden - Vergoeding voor diensten op focatie - BBR Beheer persoonsgebonden Overige Baten - Opbrengst Deposito - Overige baten
TOTAAL BATEN
47
Begroting 2013 Stadsbank Oost Nederland
TOTAAL LASTEN TOTAAL BATEN RESULTAAT VOOR BESTEMMING Mutaties reserves Res. Onderhoud Res. Salarisverplichting Res. Personeel Res. Vakantiegeld Res. Borgfonds Saneringskredieten Algemene reserve
RESULTAAT NA BESTEMMING
•
2013
2014
2015
2016
7.865.500 8.499.500 634.000
8.088.400 8.757.400 669.000
8.318.500 9.013.000 694.500
8.593.800 9.309.700 715.900
56.200 9.00025.700 92.300 165.200
69.700 16.400 26.200 91.300 203.600
50.300 16.700 26.700 95.000 188.700
503.800
490.900
527.200
54.800 18.50015.700 25.200 556.800 634.000 -
Bij de bepaling van de dotatie aan de Algemene reserve is uitgegaan van een beoogde omvang als weerstandsvermogen 45 % van de eigen personeelslasten. Via een groeiscenario wordt deze omvang in 2014bereikt.
48 -
Bijlage 3; Basis facturatie-systematiek De gemeentelijke bijdrage in de exploitatie van de Stadsbank Oost Nederland is gebaseerd op een declaratie van de ten behoeve van de gemeenten verzorgde dienstverlening en de kosten van het programma Algemeen Bestuur. De declaratie van verzorgde dienstverlening is gebaseerd op het aantal verzorgde standaard diensten, de door het Algemeen Bestuur vastgestelde standaard tarieven en het verzorgde "maatwerk" tegen de daarover afgesproken vergoedingen. De bijdrage in de kosten van het programma Algemeen Bestuur is gebaseerd op de begrootte kosten van het programma Algemeen Bestuur en het totaal van de declaratie van verzorgde dienstverlening enerzijds en het aandeel huishoudens van de gemeente van het totaal aantal huishoudens in het werkgebied van de bank anderzijds. De opbrengsten uit deposito zullen worden gebruikt voor het verlagen van de bestaanskosten. Hierbij worden de begrootte kosten van het programma Algemeen Bestuur voor 50% verdeeld naar rato van het totaal van de declaraties van verzorgde dienstverlening en voor 50% naar rato van het aantal huishoudens. Het saldo na bestemming wordt in principe aan de aangesloten gemeenten gerestitueerd, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist. Voor de jaren 2012 t/m 2014 wordt voorgesteld om een deel van dit saldo toe te voegen aan de Algemene Reserve in verband met het uitvoeren van het beleid van de paragraaf weerstandsvermogen. De gewenste hoogte van de Algemene reserve moet maximaal gelijk zijn aan 45% van de eigen personeelskosten. Restitutie van het overblijvende saldo vindt plaats naar rato van de facturatie aan gemeenten. Dit is voor elke jaarschijf afzonderlijk naar de individuele gemeenten doorberekend (zie volgende bijlagen). In het volgend overzicht is een vergelijking tussen de jaarschijf 2012 van de primitieve begroting 2011 en de nu voorliggende primitieve begroting 2012 gemaakt.
49
VeraeliikinQ Netto- biidraaen met vooraaand iaar VerqGliikinq tussgn de PrimitiQve begrotina 2013 en de iaarschiif 2013 van de Primitieve beqrotinq 2012 Gemeente Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoom Hengelo O Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude Usselstreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
Netto Bijdrage 2013 o.b.v. Primitief 142.722 1.041.667 207.354 153.487 154.385 92.163 2.024.813 123.445 150.495 760.692 228.188 126.169 147.728 271.152 263.145 163.452 305.637 135.050 46.230 237.953 108.697 261.118 € 7.145.739
Netto Bijdrage Schijf 2013/primitief 2012 145.929 1.244.166 213.722 165.661 167.648 100.867 2.459.756 126.151 156.567 883.648 231.119 130.576 172.409 276.197 307.686 167.561 343.504 150.173 49.112 270.168 115.908 264.273 € 8.142.800
50
Verschil 3.207 202.499 6.368 12.174 13.263 8.704 434.943 2.707 6.072 122.956 2.931 4.407 24.681 5.045 44.542 4.110 37.867 15.123 2.883 32.215 7.211 3.155 € 997.061
Veraeliiking Netto- biidraaen met vooraaand iaar Verqeliikina tussen de Primitieve beqrotina 2013 en de Primaire bearotina 2012 voor de verwerkina van het saldo na bestemminq Gemeente Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo O Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude Usseistreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
Netto Bijdrage 2013 o.b.Y. Primitieve 2013 142.722 1.041.667 207.354 153.487 154.385 92.163 2.024.813 123.445 150.495 760.692 228.188 126.169 147.728 271.152 263.145 163.452 305.637 135.050 46.230 237.953 108.697 261.118 € 7.145.739
Netto Bijdrage 2012 o.b.v. Primaire 2012 138.549 1.025.964 201.676 149.218 151.845 90.735 2.001.821 119.751 146.845 748.053 220.124 123.197 145.901 260.988 259.154 158.415 299.063 132.955 45.838 233.322 105.947 250.978 € 7.010.339
21
51 -
Verschil -4.173 -15.703 -5.678 -4.268 -2.541 -1.427 -22.992 -3.693 -3.649 -12.639 -8.064 -2.973 -1.826 -10.164 -3.991 -5.036 -6.574 -2.095 -392 -4.631 -2.750 -10.139 € 135.400-
o •o ffi CO
u> c
E F
IB C
d> +* (0 a> .a
m»
O O)
0)
2
•4-i
m o a>
° o
n m
ie
TO (O
So
O
1
1
-
1
1
1*. ^r r>to m CO to CO ^r •c- i~- CO t o in o CM T — '•"
T
T—
00
1
CM
o
1
T—
'
CM
CD CM
1
3
T—
CD
1
(0
Q>
=
c
O
1
'
CM
1
T -
1
1
1
'
CM CM
T—
T—
CM CO fl> 0 0 CM m CM O) CO 03 CM i n Tt m 0 9 T~ ^ r*. ^ *- * r O 0 0 to i>~ T - CO CO
c tl>
X
T3
T—
•
V7
CO
1
'
K o o CO m CO 03 o CM m m 03 o CO • * co T—
• *
•
•
1
CO s- eo en m cn ^" CO en 0 3 v- l^.
CO y> T>
n m
O
w
i^.
i*« CO •r- •n CO o tO • * CM T — CM
r»in o> co CO
&2lfJElSE ^Sj^s ^ ^ ' ^ ^
-*
^~
CO • t "=fr o r r CM 00 CM CO CD T— CO oo
T—
71
CM o on i n T - CO LC) 1 ^ . i n co r~~ CM
Zl
C r To a> m n> i _ a>
#
C i - (D +11) V) A C (A A (U 3
en
w ^J
*^l
t^H
Of
si III
00 CO
TT r j - CO CM on o CD C3 CM 0 0 CM T -
co T — CM T — CM oo CM r~- l~- CD CM
v
in v>
£=
oo CO • * en s- C I i n CD • * co T — co
s oo
m^iw
m o CM co CM CO CO CM CO CM C ) 3>
T i n on CD i-~ o CM CD N . i n r^- n CO o co CM CM m
_
T—
CM CO
co CM ^ i -
i n CO i n T— O in
^S BM
CD CD
pf] o
-i
C _ fl) 9 15 ( B i E u" B O . jfe cN O TO > £ S c *- o w S-S a> O o o o 2 o* -i
T—
: :HPIBii^ M W*.
CD m ' i t LO i-- o
CO CM CO CO ^ i - i n CM CD CO CO oo o CM CM oo i n oo CM CO i n CO CM O oo CD 0 0 • * m o o o
m
in 00 CD m
TO
TO a>
X
co i n CO on cr> i^c-> C ) a) CO ^ — a> a> C I n 0 0 CD CM i n CD o • * CD co CO ^t- CO CD ^ i t~~ CO t~~
UJ
N- N -
CD CO o CO m 1 ^ . •cr CI) CO CM r^ •sr o r>o • * o 1^ CM co CO T—
v- m •^r i n t^ o
T—
00
m CO CO m i n CO to ren CO T- 0 0 *t •
CD m
2?
**lp^lll^8iSl^ji
CO CD t^- CD m oo CD CO CO CM CO i n CO CO CD • > * i n 00 •<3- CD m i n CO •
~?
WF^^P^^^% 53
1
i n o CO i n m N - -tf T— CD CM ( M 0 0 on ^— "tf CM CD i n m CM •sjCD t — s- co CD m t — CM oo ^t- CM CO CM o
T—
CD h- CM CO i n CM C3 CM CM CM CO CD CM C_> T— r-• *
tit CM
CO
TJ C CO
£0 CO CO Q
a> o c .5 c
c 0=5 <
HS^c^fe-J^iS»Sri ^.»i'» 1 I^M^MfflMaSHIifo « r m ^ f t
E*S
fi^'j^^^tt^^l^^fes-
T— CO o CO • * t ^t- I - - T— S- l~~ T— o CD CO O oo o • t oo CO CO on CM CD m CM oo co o T—
ta«r^^ Wk- Jib 8 '
N-
00
CM
m r> CD CO TT o i n m LCJ OJ ^r r-~ rr in
on o T—
T—
163
i i i l i i i
I"
CO
c CD O =
3 "c CD CD
E CD
O
w
| I | €
050 230 237953 108 697 261 118 7.145 739
CM CM r^ a) CM (0 T^—
± ; re a> o DC I--
2.024 813 123 445 150 495 760 692 228 188 126 169 147 728 271 152 263 145 163 452 305 637
,_ CO 1 ^ en CO CD oo ^— CD CO O ) oo co oo ^ 1 - LO o T— i n CM CM
CD
o>3S CO
| I | | | | I | | I |
U ) O) CM r-~ CO > C T - t — NE CD i n "* 0) CM CD o
E
142 722 1 1.041 567 207 354 153 487 154 385 2 >
2 CD
o _c
^
-o
£a
•
CD
.*
E
*•;
CD TJ
c a> a u O ° "a
(0
a c oo — to en
m
ca en en CD CO 03
*—
n> 0) Ot Q w >
o CM
TO
(0
| | | I |
1.5
naar Huis i n [_ n> re o> a> •n N V) Oi O o CD d> .22
CO
.a
ele
o CM
CD
CO CD O
H H
n
q 1 3 3
3
a 3 3
a a a
O)
.S o
£ «
E
u o a> •a .o
«
3 s^
o> t- o o TJ JC O)
O •
: = • <2 m • ° £ •* _ (Q <0 10 fl)
5 «~ Q
03 U
F m m
O)
t _
cB S»
CM !» CO CO CO IM o K M_) T f u> LU < A K. es (A T * T—
co
T—
T t I V ,_ CM o> CM CO CM IS Tt CO T t 0 0 O ) IV l U) U ) U CM T—
i
1
*~ *"
O) o oo f v O ) CM CJ UU \ UU UU u; CO CO T t o o
1
o
,r»
*
M
uu
•
i
CO CD LO CM T— T ~
T—
LO
^
1^?t
T+ Tt CO CO CM CO
,_ ^_
T—
1
m
CM CD Ollv CO'LO IV Tt O ) T—
i [
T+ CM CM
*— CM
IA
s CM P0 CO I V CO o * t CO TT CM O ) CO CM CM en T± CM
m CM
CO LO |v |v CM CM
RfL
CD CO
in TT CM
CO CO | v O TJ- TT TtlCD 00 CD CM | v 00 CM | v
c o 4-»
1 ^
I?
in m cn CO m cn CM
w
w
Xf
w
| v
IV Tt Tt CO | v CM
CM CO O CM TT on |v m
ro m
mm-fn--mt*t jsRstelitjlffll
CM
CO CO on CD CO T t CD Tt i n T— CN oo o> | v 00 O ) r- T t c> cn I V T t I V I V CM m | v CO | v O O TT CO
5
"
0
CM CO o CO T t T t i n | v i n CD n o T t cn CM CO CO T t | v CO T™ CO CO | v CM oo
TJ C _
co ra i ~ ra cu
<4f
KJ IS! I H i | i g R^ ^d S3 V«l • " ^M^^|ip^iip^||^»^^^^^^^f^ii^^^^^^^|^f^^^^^^^ K^HSH
CM o ^_ m i n CM m en —ro m CO CM O T ) CD LO I V | v ro co CM CO i n o CO CO T t CO CM OO CM CO
CO CD L - CM CO CO c o l r - cn T t ro o LO CO C D i l v LO CO CM o | v • • - I C O co T f CO CMj-^m
CM 0 0 i v C0 T t cn m O cn co CO T t T t 0 0 CM r» m OO CO o> i n cn m i n cn I V i v I V CD CO T t CM T~ T~ CM CM T " CO T -
O r~ CO o m m o> CO i n i n en (M so CO CM i n iv
CD 0 5 IV.- T ~ n i n ro C0 i v rxiL OOicO N m T CM Tt > m CD i v I M r>- TT CO T t COSTf imv CO i v i< CO CO T t T CJ OU LO LO T T C N Tt v_ i n CM CO o 0 0 CO on r> m en T— I T— CD oo CO I v m Tt LO T " T_ T-!CM T—
|
T ~
3
o en N . o ^ en rvi n no CM CO CO CO en CM i n CO ( O CO CM o Tt 0) CO CO CD TJ CO i v o o ^ CO CO CM CO S> e» 5 T * e ico n in * • CM CM * ™ en i v CM
CD UU "vT CD
1
1
CM
CO | v co l~< 0 CO o co cn CO u> T t en r» i n oo CM i n w T~ T~ Tt O)
-
T
OO O ^~ ^— ^— co !
CD 0 0 CO CD CD CM CM
^— ^—
^
P9 P3 Ri
^~
r^
(A
o"5 « _P>« O 5 ^ .= ra "O • ° •? = E
| v CM T t CO CM CO T— T t T t CO CD cn cn CO I M u> T - o> | v T ~ T t CO o CO LO T— UU T - U) U> 0 0 oo o CM cn T— T 00 0 0 m cn CO cn CO CO T t CO cn T t T— CO T "
^
TJ £
ra
c 5 =
o T 5 c ir. « « (0 • S c P £c ra « S o C 0) " • K m * ? ' * - 0 ( o E T ? i ' > T J ( o10 V) 8 = c :
<<mmOQQUJIXTI_l_lSOOOa
O "3 -C ^ E i : i ; O c : < ' > ,
6.8
S? •p
Sf o •+•* •+-»
a z ®
1 2
•9 « u T> a> a> t3i Q .t; ra o l-
CO
L_
0)
1o5
« K
— CO
3 o
o a> I- Q
'
CD O ) LO T t
ro 0 0 CO ^~ CD 00 o CM 0 0 T t CO O | O c 0 CD CD CD LO UJ O ) CM CM uu c (_) C_) v - Tr^ CM CD | v CD o^ «^" CD UJ U) CO L; a> oo O ) CD -*— CJ) T — co CD ^t O T— CD
^(0
•—
is c= CD
Q
I
=3
>
^o . > Q 00 CO IT) n>
o x: .2 =3 I
0) CD
E CD
0 0 I O ,_ T - T f T— LOCD | v C D i l v CD CDILO | v LC3
4siKi^j;,psj&.. i i«isimia ft T " « ? . CO
^K^^^^^^m^l
H
M cu T t CM T— OU o Lf5 I V CD (_> ^— CM Tont Trnt CM O) l _ J UU O ) IV. U5 CO LO o co "a O LO co T t o LO CD CD | v | v cr> r v T f i O O 13 LU T t CM T t CM O CM 0 0 CD CO 0 0 CMlro CM
SZ CO
c: °
c
c
1.002
CO a> CM CM T oo U ) CDCM "3- CM O co LOILO C o 00 T — CO O ) CO CO
° m vv
a> a> in •P
w >
CO
^ra O
o g Q
o CM
<0
ra
co c 0) T3 3
in
o CM
"ro > co CD
O
o
T3 re CO
O)
re m o 0>
^
rrv o T-
CO
ffi^M
-*-
•
o
o T
^ T -
i
— \
ren CM
m T T —
T —
co oT—
T -
• « —
o
T—
• « -
CO
•*—
co m CM eo
T -
• < —
^_ c>
•
,
• * —
,_
o co
T—
^
T—
T—
*-
T—
1
O CN
• *
• « —
o> co
>*
• *
CN o co oo m *a-
L
< • '
- 1
*-—
rv w
|v
o to
IV CO CD CM
w
OO e 'fr e CT> en r- o o •
|v rCM
m> co r-- o
^ ^
CM CO CO i n CO 0 0 CM CO en CO m
m CM
"*
• * —
1
in 00 |v 00
t t
t
CD 5»
3
J£ ;s*
"
CM
|v t CO
c
>
T-
o o
CO rv • *
^
o
MO
"1
iI i
o
CO
w
CD I V CO CO 00 | v •^t" | v O in in
o
o
IfJ ^ 1 - co o CD m CD t o TT TT 0 0 r v CO T— c ; • *
. i
;
• ! ' [ • • ^ ' .
o CO • * • * CO 00 CO o CO t CM o CO CO | v CM T
3
CM
^r T ^r c o CN co
CD CD o CO CO | v CD co CM CD • * i n CM |v o CO x— C ) CN
• *
' ^ •
m | v CD CN •
|v
• ' i :
S'M.
[•!•:<
in co CM m CD o | v CO co co f
i
T-
^ ^ ^ " « -
n3
•a CD ;=2 _ «> to o c TO i re d) CO • rn re
c
o s; o a.
2
-
T— • * CO m CM | v CN oo Tt- I V CD • * OO O l | v oo T— CO CO C ) CN 0 0 t v • * CD co oo i n CD CO CO CO f— C> o cn | v co on CM T— CM CM T — CM
T~
CO
CO CM co CO i n | v i n CM • * cn
en en CO
T~
cn •*
5 ooo o
T
CO CM • > * • o CN o 00 00 CO CO •^r CO co i n CD oo f— in |v m CD CD o f T— r- 0 0 CD CD 0 0 i n CD T— CN C» CO C ) I N CO CO CN CN
T -
co CO
• * T~
TT co CO CO t
en
CO T~
CD
o en T - en 0 0 CO | v *t t r v 0 0 | v CO CO | v 1 0 I V | v | v CM CO 00 en en o o CM CO | v oo e n CO m CO e o | v | v CM • * CM CO CM
• *
CN LO CO l O T—
eo
CM 1^- CO LO OO ^J- s- CO CO CD S - CO CM N CO co CO l~ir> T — I V CO 1(0 I D • * co co oo CM CD CM CD CO • * • * CN CD CD CD f -
T -
^_
CO CD 0 0 CO
T -
CM
,_
T - ! O > CO e co 0 0 0 0 0 0 | v CO en TT IV i n eo o rv •«t b - • * o e» t o en i n co CO o
^—
V—
•* 1
r
1 .1
i •
t i [•!•
^ f • * CO ^ f "^- CN o CD CO T — CO | v T— |v O I f ) CN -3-
cn
1
r
!
J»
^^ ^—
cn
00
• *
| v •*!• CO O CM cn eo CO o CO T— T— CO CM S CO CO o OO oo co i n T — CO • * CO O CM CD CM | v CN CO o o T— OO O o-> | v cn T T— T— i n T—
~ 1 r° r 1
1 1
r-
CO
|v in
^_
oiinlco T
"
T ~
cn CM 'IT- •rtCO CM T — CO CO CO TT T—
—i n T o oo
| v CM •>t CO CO CM CM i n T 00
TT-
T~
c c c » eJO^ CD O)
cg£c»o£:.EcrocttcttOoo®s5 < < D I D I D Q I U I I I I J J E O O
^~ co
006
T—
r-i-«-
_
CO o T " CO 0 0 en 0) * t o en o eo ce CM
O CM
*-
T—
-
,_ "*
152 552 153 580
CO O ) ^r o CO CO CO e~i CD CSS i n CO CO
T—
T—
• « —
o CM w
CO CM
CD
(1) oo CO ^
u
CD Q eg eg
<» re
880
CD
(A CD o at 1-
fl>
CO
!u
4-*
TO
_
•
So O CD r-
142.207 1 038. 324 206. 226 m CO r- m o 0 0 oo oo T o 0 0 CO 0 0 m CN I N CN c> m oo | v m CM CO T— | v CN oo r|v tv co -3- CN t — m CO 'S- CO ^J- ^a- ^ t CN CD n CN I f ) T - O ) 0 0 CD rn co" rv^ CM CD T— o- CO T— T T T— T — CJ T— I M Cl CJ CO CN ( N T— T C) CD
co
O
CD "O
3 co h; C 2
!s
^
?i CD CD
"oo P
S-R
C O CD <M >- CD
OJCN
F
660
E 1CD/5
.Q c ""
to
CD CD
. * CM
£§§
•O
V)
CD "O
>
|*_ CD
CD "O
in .E
oS
IV
co cn
:=•««, •o c en coo re re _: 4-*
CD
TO
ja
JS o CD
Q
CD "D
O
| I
c CD CD
£ CD
O
ters
o CM
re re
015 461 122 878 149 756 757 465 227 125 146 147 116 269 722 261 838 162 737 304 133 826 721 236 107 886 260 035 112 037 ber nte rde
uti obv Pri dien beg
ming 490.<
o CM
CO
to CO
cn o
m
O
CM
w w re I.
in o c ct) Z
> •*—
|v
T-
T—
T— T—
"*—
*~
*-
in
CO CO
rv m rv u -sr co co T— T -
^—
*—
-
Tf
i
())
o IV
o ea to
<_>
mlrv CO CN
•<*
CM!T-
C ) co o — •>+
CO IV C) TT C)
<-) in in
•*
^-
^
(_>
-*
^
o CN en in co ^
in
w
<*»
^
o
CD CD CN o •*t CM CM a CO T — in rt CO m o en CO T — • * 0 9
CW
CO •n CO CN | v •n CO CO o CO T — r- CO IV o 00 | v CN 0 0 N. CN
o •rr O CO • t CN CD CO CJ rv o 0 ) co U ) IN CN CD CO I v oo CD r CM
|v 00 T ~
T—
CO CO CO CO | v CN co 0 0 •
CN CD CN
CD |v
w
o
^
CD Tt- in o o CO O CO T— o > OO 0 3 CN in T— in i n m en CN CO CM co 0 0
CD 0 0 l O CN CO CD 1 ^ ^1-
j
CO 0 0 CO ^r CO T -
•o
T"
o
•ST I V • f ( D I V T— C5 CO TT U) C J CM O ) O ) ^r l» CD CD CM CN CN T—
CD o
^
T—
CN OO
CO | v CO • * CM T — in T • * a> CD •
o CO t o T
<)
CM •T^
1 - en CO o CO | v o | v l | ^ | v CO • * en CN h - • * CO r- CN CO u> CO • * 1 - T — oo o oo CO CO m GO T ~ oo CN CO 0 ) o CN CO CO CO m CO CO o> 0 0 oo T - CN CN T CN T — 0 0 CN CN
T—
CO CD CD Tf
CJ) CN 0 3 1 1 - CN O O ) cofr- T— C5 C> i~-ico -
T— T
^-
CM CN 00 (N
ir>
CO CD CO T— CO CO oo f v ( 0 v - CD CO C t m CO CO 0 0 CJ T— en I V CO O) i n T—
"^
o
T—
CM rv CO <-> — CM <-) i-~ CO ^ CO ^- CM Tr— —
T CO o> en CN CN i n en CO OO e CN 0 0 CO o T ~ CN CD h- O CM T — T—
m on (N
CO
^
io m M" -3- o> CD ^t •o o> CN m o CD in
^
re re o i-
n
X I 10 C) CD CD
o
3
•4-t
Vt 0
a w r
(N
*-
4> r~ oo re m T• —*
ca re
3 "o
<=
CD
CD CD rv ro CD CM C> TT TO •sr r i O O ) CJ o CJ CO CO CD O CM CN T
o cu I- Q
is
2 o>
£a \—
CD
| v CD -sT m CM CDiCD CN CM a> CO O O T CO 0 0 T— m • * L O C N CD CM O CM in CO I V I O C ) CD LO CN TT CM CN 3
o
2 s* CO
E
J
» | v . £ CN
E » E o CU
2 -° co
CU d) •Q JC oo :=• (0 oo
CD
XJ
E CD a> CM
CO CD
O
I c?
>
en o
in
— n T-
o
CD
J2
€ m
^
oo
^ ^
CN • * CO CN OO CN en 00 00 in
"
co en m en
CD
^
^
^
,
^
:
^>
*«. :^mwmwmmi-m- ^jm gmm .wvn il
5
"
c r e ( U d ) O o
< < m m c D D i u i i i i j
« -s « a,
_i s o o O E
8p8
"> e
01 c i ® •2 o TJ C _ 0) to • c G) >Io t HIi ro L
5
(A 2 c "- 0) "j * -2 cp ^ .2, XI c * c_ x t ?>
ro
CO
co
in | v CO • f • * • * CO CO cn en CO CN CO o |v •«t CO i n | v in CO o o CO 00 •"!• en o00 CO CN T~ • * i n 00 CN CO CO • * IV CO | v en o en CO en CO CO t CO en •
,_
mm/mWi^VmW^' rco CN T-
^ CO ^
€
=
146.879 1.071.722 | 213.027 157.519 | 158.668 94.514 reccuo".=
|
">
313.969 1 138.261 I 47.280 | 244.5951 111.4341 268.462 | 7.343.102 I
CO O)
I 1 | | | |
| I I I I
CD
U> CD
126.917 154.706 | 782.015 | 234.511 | 129.313 | 151.913 | 278.484 I 270.338 |
I
CO
o £ Q O
o CN
CD CD
E CD
O
\ | \ \ | \ I | | | |
stv
| 90S080Z
m a m m m re
| \ | | | | 105 008 887 889 147 890 120 230 106 259 868 1.686 795 484 105 515 616 281 176 095 996 114 770 216 119 210 677 122 343 243 197 260 178 189 903 040 211 704 5.691 502 1 | I I I
en elo kelland ne nckhorst celland chede ksbergen endoorn geloO van Twen hem
naar Huish
o CM
.92 ro
CO
"•*—.
CO
CO CD
O
j * Stadsbank
Stuknummer: 477398 Registratiedatum: 01/05/2012
r ^ * i Oost Nederland
Open: Ma. T/m do. 09.00-13.00 Vrijdag 09.00-16.00
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo Ov
Ons kenmerk: SON\2012\AdJ
Uw kenmerk:
Behandeld door: AA. de Jong
Telefoonnuramer: 053-4807175
Hoofdkantoor Enschede Spelbergsweg 35-37 7512 DX Enschede Tel. (053)4 880 111 Fax (053) 4 880 139
Postbus 1393 7500 BJ Enschede Banknr. 59.27.19.049 IB AN NL06 ABNA 0592719049 BIC ABNANL2A
Afdeling: Directie
Datum: 26 april 2012
Betreft: Stadsbank - Jaarverslag 2011 Geacht College, Conform de bepalingen van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland ontvangt u bijgaand twee exemplaren van het (concept) Jaarverslag 2011, inclusief het voorstel zoals dat door het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur zal worden voorgelegd. Het jaarverslag zal worden geagendeerd voor de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Stadsbank Oost Nederland op donderdag 7 juni 2012. Wij verzoeken u vriendelijk een exemplaar van het jaarverslag ter beschikking te stellen aan de vertegenwoordiger van uw gemeente in het Algemeen Bestuur van de Stadsbank. Voor de goede orde hebben wij tevens een exemplaar van het jaarverslag naar de griffie van uw gemeenteraad gestuurd. Indien gewenst zijn wij graag bereid een toelichting te geven. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de directeur van de bank, de heer A. de Jong, telefoon 053-480 71 75.
Hoogachtend, Namens het Dagelijks Bestuur van de Stadsbank Oost Nederland,
mw. voorzitter
. Koomen,
Bijlagen: (concept) Jaarverslag 2011 en voorstel Algemeen Bestuur i.a.a. Raadsgriffie
Jj
Stadsbank Oost Nederland
Voorstel Aan
Algemeen Bestuur
Van:
Dagelijks Bestuur
Datum: 7juni2012 Betreft: Voorstd Concept Jaarverslag 2011
Te besluiten: 1. Kennis te nemen van het concept Jaarverslag 2011. 2. Een bedrag van € 59.000 uit de Algemene reserve te onttrekken in verband met het bereiken van de bovengrens van de vastgestelde weerstandscapaciteit. 3. Zowel het batig saldo na bestemming van € 294.600 als het overschot op het weerstandsvermogen van € 59.000 uit te keren aan deelnemende gemeenten, naar rato van historische productafname. 4. Het concept Jaarverslag 2011 met in achtneming van genoemde mutaties goed te keuren en vast te stellen.
Toelichting: De jaarrekening 2011 sluit, na de reeds door het bestuur geaccordeerde onttrekkingen uit en dotaties aan diverse reserves, met een positief saldo van € 294.600. In de novembervergadering van 2011 is door het Algemeen Bestuur uitgebreid gesproken over de noodzakelijke hoogte van de Algemene reserve als gewenst weerstandsvermogen. Daarbij is ook gekeken naar een noodzakelijke buffer die nodig is om te kunnen voldoen aan de eventuele WW-verplichtingen en kosten van outplacement die voort kunnen vloeien uit de te nemen reductiemaatregelen in 2012. Er is afgesproken om hier vooralsnog een bedrag van € 650.000 uit de Algemene reserve voor beschikbaar te stellen. Deze mutatie is reeds in de jaarrekening 2011 verwerkt. Er is een aparte bestemrningsreserve "Reserve Frictiekosten Organisatie" ingesteld. Op 31 december 2011 is op basis van de voorliggende cijfers een herberekening van de bovengrens van het weerstandsvermogen gemaakt. Op basis van de vastgestelde weerstandscapaciteit van maximaal 45% van de personeelslasten blijkt het totaal van het weerstandsvermogen € 59.000 hoger te zijn dan de noodzakelijke weerstandscapaciteit. Wij stellen u voor om dit bedrag van € 59.000 uit de Algemene reserve te onttrekken. Vervolgens stellen wij u voor om het voordelige saldo van € 294.600 en het bedrag van € 59.000 uit de Algemene reserve, in totaal € 353.600, eenmalig niet ten gunste van de Algemene reserve te brengen maar terug te storten aan de deelnemende gemeenten. Dit naar rato van de historische productafname.
BIJLAGE(N) ALLEEN ALS ORIGINEEL BESCHIKBAAR
Jaarverslag 2011 ligt in de leeskamer ter inzage (160 blz); desgewenst bij Cie griffier digitaal op te vragen.
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
12G200745
PORT.HOUD:
Ten Heuw
ONDERWERP:
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 - 2015.
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
22/5 LN
Datum
B
13-06-2012
B
26-06-2012
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
x
13-06-2012
Sociaal
Agendapunt:
8
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 477194
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200745 478434 / 478434
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 - 2015.
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
01 – Werk verbindt
REDEN VAN AANBIEDING
Externe wet- en regelgeving De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening verplicht de gemeenteraad om een beleidsplan vast te stellen voor 1 juli 2012.
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 is een meerjarenbeleidsplan dat de hoofdlijnen schetst van de integrale schuldhulpverlening in Hengelo. Mede als gevolg van de economische crisis hebben steeds meer huishoudens, ook in de hogere inkomensklassen, te maken met problematische schulden. Het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening neemt toe. Wij staan voor de uitdaging om dit binnen onze beschikbare budgetten op te vangen. Bij BudgetAlert wordt een poortwachtersfunctie ingesteld. De gemeente haalt volgens het beleidsplan op (korte) termijn de intake naar zich toe. De gemeente bepaalt dan de toegang tot de schuldhulpverlening. Aan de hand van de motivatie en vaardigheden van de cliënt en de soort schulden, wordt bepaald welke middelen worden ingezet. Er wordt altijd maatwerk verricht. Na vaststelling werkt het college dit plan op onderdelen verder uit en stelt een werkproces voor de intake op. PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Zowel de Cliëntenraad WWB als de Adviesraad Inkomen & Arbeid hebben mondeling geadviseerd. Aan de hand van hun adviezen zijn er aanpassingen gedaan in het beleidsplan. Er wordt een communicatieplan opgesteld om alle partijen te informeren.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: - Het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 vast te stellen. - Het College op te dragen hieraan uitvoering te geven.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200745
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 - 2015.
AANLEIDING EN DOEL
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) treedt in werking op 1 juli 2012. Deze wet geeft de gemeente de regierol om een integraal aanbod schuldhulpverlening tot stand te brengen. De Raad stelt hiertoe een beleidsplan op. Mede als gevolg van de economische crisis hebben steeds meer huishoudens te maken met problematische schulden. Dit betreft steeds vaker huishoudens uit hogere inkomensgroepen. Het aantal aanvragen om schuldhulpverlening neemt toe. Wij staan voor de uitdaging de integrale schuldhulpverlening voor een groeiende groep inwoners te organiseren binnen de grenzen van onze begroting. Door het toepassen van maatwerk en een verdergaande integrale werkwijze moet het mogelijk zijn om een toenemende vraag om schuldhulpverlening ook binnen die financiële grenzen te kunnen verwerken. OVERWEGINGEN
Het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van burgers belemmeren is een belangrijk uitgangspunt van ons beleid. Schuldhulpverlening draagt bij aan de inzetbaarheid van mensen en bevordert hun participatie, ook naar werk. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening legt de regierol van schuldhulpverlening bij de gemeente. Wij hebben vanuit wet- en regelgeving en via subsidierelaties veel invloed op wat er binnen onze gemeente aan dienstverlening is. Deze relaties worden ingezet om de totale dienstverlening en hulpverlening rondom een burger integraal in te zetten. Net als bij de kanteling binnen de Wmo willen we bereiken dat de burger zelf verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven, in dit geval zijn financiën. Onze dienstverlening is aanvullend op wat de aanvrager zelf kan (leren). De motivatie en vaardigheden van de cliënt en de soort schulden bepalen de inzet van onze (aanvullende) dienstverlening. Ook wordt in het maatwerk aanbod rekening gehouden met minderjarige kinderen die in het gezin opgroeien. Als er een wachtlijst ontstaat, krijgen gezinnen met inwonende minderjarige kinderen voorrang. De uitvoering van de schulddienstverlening gebeurt binnen ons budget. Als er budgetoverschrijding dreigt, wordt er bijgestuurd. Ondanks dit uitgangspunt moeten we ons bewust blijven van het feit dat het een zogenaamde open einde regeling is. Iedere inwoner die schulddienstverlening nodig heeft, kan hiervoor in aanmerking komen. Gezien de economisch zware tijden, vele werklozen en de situatie op de huizenmarkt, is een verdere toename in het aantal aanvragen te verwachten. Dit heeft consequenties voor onze uitgaven. We spelen hierop in door een poortwachtersfunctie in te stellen en op (korte) termijn een gemeentelijke intake. Vervolgens wordt dienstverlening al dan niet ingezet afhankelijk van het soort schulden, de motivatie en de vaardigheden van de aanvrager. Hiermee verwachten we een efficiëncyslag te maken, waardoor we binnen hetzelfde budget meer mensen kunnen ondersteunen. Cliënten die vaker terugkomen met dezelfde of nieuwe schulden, vallen binnen het recidivebeleid en dus (tijdelijk) buiten de schuldhulpverlening. Het college geeft, na vaststelling door de Raad, uitvoering aan dit plan.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Geen. Met de vaststelling van dit beleidsplan en de daarin opgenomen maatregelen verwachten wij met de kosten binnen de begroting te blijven.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 is voorgelegd aan de Cliëntenraad WWB en de Adviesraad Inkomen & Arbeid. Zij hebben mondeling geadviseerd. Op hun advies is de overgang van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening toegelicht. De schulddienstverlening is wel gratis, maar niet vrijblijvend. Er zijn over en weer rechten en plichten. De poortwachtersfunctie is op hoofdlijnen geschetst, om hiermee alvast richting te geven aan de uitvoering. Dit geeft ook vorm aan de efficiëncy slag die nodig is om de groei van de aanvragen te kunnen verwerken binnen een gelijk blijvend budget.
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: - Het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 vast te stellen. - Het College op te dragen hieraan uitvoering te geven.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200745
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 - 2015.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
- Het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 vast te stellen. - Het College op te dragen hieraan uitvoering te geven.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 Gemeente Hengelo
Hengelo, mei 2012 Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid
Voorwoord Momenteel maken we een periode mee van Rijksbezuinigingen, ook binnen de sociale zekerheid. Voor veel mensen is er onzekerheid over het voortbestaan van hun werk. Voorzieningen worden versoberd en de toegang ertoe verkleind. Ondanks deze economisch ongunstige tijden wil Hengelo nog steeds voluit inzetten op participatie en het ondersteunen van mensen in het vinden van werk. Daarnaast kennen we een ruim armoedebeleid. Dat is ook de kern van onze Sociale Visie die in 2010 door de raad is aangenomen. Het aantal mensen dat ondanks ondersteuning toch in de schulden terecht komt, blijkt echter te groeien. Steeds vaker zien we nu ook mensen uit hogere inkomensgroepen en huizenbezitters in de schulden komen. Als gevolg van het hebben van schulden dreigen mensen onder het absolute bestaansminimum te zakken. Door het lage besteedbare inkomen nemen mensen vaak niet deel aan het maatschappelijke leven. Ze staan letterlijk aan de kant en in heel wat situaties geldt dit eveneens voor kinderen. Een onacceptabele situatie die vraagt om een intensivering van het schuldhulpverleningsbeleid. Het bevorderen van de participatie, waaronder werk, en het bestrijden van armoede heeft voor het college van B en W een hoge prioriteit. De beste remedie tegen armoede is betaald werk. Recentelijk is de nota 'Sterker aan het werk' vastgesteld door de raad. Hiermee geven we, ondanks teruglopende middelen, uitkeringsgerechtigden een kans op de arbeidsmarkt. Voor mensen voor wie dat nog niet haalbaar is, wordt gezocht naar andere vormen van participatie, zoals vrijwilligerswerk of welzijnsactiviteiten. Wij als college van B en W nemen de handschoen op. Hengelo heeft een goede financieeltechnische schuldhulpverlening, maar verdere versterking is nodig. Dat kunnen we echter niet alleen. Door het verbinden van lokale overheid, Stadsbank en andere partijen uit het maatschappelijk middenveld kunnen we integrale schuldhulpverlening verder vormgeven. Het bestrijden van armoede en schuldenproblematiek zal daarom de komende jaren veel vragen van lokale overheid en andere partijen. Samen moeten we de ambitie hebben om de toekomstkansen van mensen met schulden te verbeteren en zeker daar waar het gaat om kinderen die opgroeien in een gezin met een smalle beurs.
Mariska A. ten Heuw, wethouder sociale zaken, werk (arbeidsmarkt), inburgering, educatie, reintegratie en economie
2
Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting
p. 2 p. 3 p. 4
Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 1.2 Actuele ontwikkelingen in de samenleving 1.3 Algemeen beleidskader 1.4 Regierol gemeente bij schuldhulpverlening 1.5 De rol van de Stadsbank 1.6 Van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening: Naar een toekomstbestendig beleid 1.7 Opbouw beleidsplan
p. p. p. p. p. p.
Hoofdstuk 2. Schuldhulpverlening in Hengelo
p. 9
Hoofdstuk 3. Visie op schuldhulpverlening
p. 10
Hoofdstuk 4. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
p. 12
Hoofdstuk 5. Wat willen we bereiken 5.1 Schulddienstverlening breed toegankelijk 5.2 Schuldenpakket, vaardigheden en motivatie bepalen het maximaal haalbare 5.3 Signaleringsfuntie, preventie en nazorg 5.4 Poortwachtersfunctie
p. 13 p. 13
6 6 6 7 7 7
p. 7 p. 8
p. 15 p. 16 p. 18
Hoofdstuk 6. De spelers binnen de integrale schulddienstverlening en hun rollen
p. 19
Hoofdstuk 7. Monitoring
p. 21
Begrippenlijst
p. 22
3
Samenvatting Schuldhulpverlening zetten wij in om de participatie van onze inwoners te bevorderen. Door het hebben van problematische schulden komt het regelmatig voor dat mensen moeite hebben hun werk vol te houden of om werk te vinden. Hiermee willen wij ze ondersteunen. Daarnaast zetten we schuldhulpverlening in om (andere) maatschappelijke kosten ten gevolge van schulden te beperken. Hierbij denken we aan huisuitzettingen, afsluiten van energie of water en uitsluiting van de ziektekostenverzekering. De gemeente neemt binnen de schuldhulpverlening de regierol op zich. BudgetAlert wordt door het college ingezet om de poortwachtersfunctie uit te voeren. Hiermee wordt de toegang tot de schuldhulpverlening bepaald. Op (korte) termijn wordt de intake voor de gehele integrale schuldhulpverlening door de gemeente uitgevoerd. De hoofdlijnen van deze poortwachtersfunctie en op termijn het intakeproces zijn in dit beleidsplan opgenomen. Het college werkt dit nader uit. Het college beoordeelt aan de hand van de schulden, de vaardigheden én motivatie welke dienstverlening er wordt aangeboden. Deze dienstverlening werkt aanvullend op wat mensen zelf kunnen regelen. Wij gaan uit van de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van mensen. Aanvullend op wat de aanvrager zelf kan regelen, bieden we dan bijvoorbeeld adviesgesprekken, budgetbegeleiding of we verwijzen naar andere hulpverlening. Afhankelijk van de problematiek kan dit zijn algemeen maatschappelijk werk, verslavingszorg of bijvoorbeeld psychiatrie. Voor financieel-technische schuldhulpverlening wordt de Stadsbank Oost Nederland ingezet. Vrijwilligers kunnen worden ingeschakeld als hulp wenselijk is bij thuisadministratie. De uitvoering van de schulddienstverlening gebeurt binnen ons budget. Als er budgetoverschrijding dreigt, wordt er bijgestuurd. Ondanks dit uitgangspunt moeten we ons bewust blijven van het feit dat het een zogenaamde open einde regeling is. Iedere inwoner die schulddienstverlening nodig heeft, kan hiervoor in aanmerking komen. Gezien de economisch zwaardere tijden, werkloosheid en de dalende woningmarkt is een verdere toename in het aantal aanvragen te verwachten. Dit heeft consequenties voor onze uitgaven. Cliënten die vaker terugkomen met dezelfde of nieuwe schulden, vallen binnen het recidivebeleid en dus (tijdelijk) buiten de schuldhulpverlening. Met de uitvoering van dit beleidsplan beogen wij een aantal punten te bereiken. 1 Wij willen met schulddienstverlening participatie (onder andere werk) van onze inwoners bevorderen. Tevens willen we maatschappelijke kosten ten gevolge van schulden beperken. Wij bieden inwoners met problematische schulden één mogelijkheid per 12 maanden om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Het aanbod is breed toegankelijk en stelt het duurzaam vergroten van de zelfredzaamheid van de burger centraal. Wij voeren de regie op het proces, de cliënt is zelf verantwoordelijk voor het slagen van het traject. (H3) 2 Bij het aanbod schulddienstverlening aan gezinnen met kinderen wordt extra aandacht besteed aan de situatie van de minderjarige inwonende kinderen. Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen krijgen voorrang, als er een wachtlijst bij het aantal aanvragen schulddienstverlening ontstaat. (H5.1) 3 Wij zetten in op een aanbod schulddienstverlening dat maatwerk biedt. (H5.2) 4 Wij zetten in op het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt. (H5.2)
4
5 Wij zetten in op een vermindering van maatschappelijke problematiek en kosten als gevolg van huisuitzetting, afsluiting van energie en belemmering van re-integratie. Ons doel is dat 90% van de crisisinterventies slaagt. (H5.3) 6 Wij zetten in op een integrale werkwijze waarmee schulddienstverlening een blijvend resultaat heeft en leidt tot minder recidive. (H5.3) 7 Vanaf begin 2014 rapporteren wij jaarlijks achteraf over de doelgroep, de ingezette middelen en de resultaten hiervan. Wij zetten hiermee in op betere sturingsmogelijkheden om de gewenste resultaten te behalen binnen de beschikbare middelen. (H6.1) 8 In het 4e kwartaal van 2012 zal een monitor worden ontwikkeld om de resultaten van de schulddienstverlening inzichtelijk te maken. Deze monitor vormt de basis voor de rapportage aan de Raad. (H7)
5
Hoofdstuk 1. Inleiding Het aantal aanvragen om schuldhulpverlening neemt toe. Nieuwe doelgroepen vragen om hulp. Gemeenten staan voor een flinke bezuinigingsopgave. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening treedt in werking op 1 juli 2012. Gemeenten staan juist nu voor de uitdaging om scherpe en doordachte keuzes te maken voor de realisatie van een effectief en betaalbaar aanbod van schuldhulpverlening. Zo ook de gemeente Hengelo. Wij staan voor de uitdaging de integrale schuldhulpverlening te organiseren, de dienstverlening te optimaliseren maar ook om dit te doen binnen de grenzen van onze begroting.
Dit beleidsplan beoogt: • een aanbod schulddienstverlening op te leveren dat maatwerk biedt; • een integrale werkwijze tot stand te brengen waarmee schulddienstverlening een blijvend resultaat heeft en leidt tot minder recidive; • meer in te zetten op de zelfredzaamheid en participatie van de klant; • extra aandacht te besteden aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen; • een vermindering van maatschappelijke problematiek en kosten als gevolg van huisuitzetting, afsluiting van energie en belemmering van re-integratie; • een betere sturing op resultaten van het aanbod door een heldere regierol van de gemeente. 1.1 De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Per 1 juli 2012 voert het rijk de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in om de effectiviteit van schuldhulpverlening te vergroten. Deze wet geeft gemeenten de regierol om een integraal aanbod schuldhulpverlening tot stand te brengen. Een integraal aanbod besteedt naast de schuldensituatie ook aandacht voor de achterliggende problematiek omdat dit bijdraagt aan een duurzame oplossing. Met de invoering van de Wgs is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing op de gemeentelijke schuldhulpverlening. Op grond van de Wgs dienen gemeenten een beleidsplan voor maximaal vier jaar vast te stellen waarin: • de ambities staan beschreven voor preventie, integrale schuldhulpverlening en nazorg; • staat hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met kinderen wordt vormgegeven; • staat hoe de uitvoering plaatsvindt en de kwaliteit wordt geborgd. Lees hierover meer in hoofdstuk 4. 1.2 Actuele ontwikkelingen in de samenleving Mede als gevolg van de economische crisis hebben steeds meer huishoudens te maken met problematische schulden. In het verleden deden vooral huishoudens met een uitkering of een laag inkomen een beroep op schuldhulpverlening. De laatste jaren neemt het aantal aanvragen van hogere inkomensgroepen toe. Vaak is daar sprake van schulden ontstaan door baanverlies veelal in combinatie met (hoge) hypotheken en/of verbreking van relaties. Landelijk worden grote wijzigingen doorgevoerd in het sociale domein. Het gaat om de transitie van de jeugdzorg, de overheveling van de begeleiding uit de Awbz naar de Wmo en de Wet werken naar vermogen. Deze transities brengen ons van verzorgingsstaat naar een lokaal zorgstelsel waar participatie voorop staat. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid over de totale ondersteuning aan kwetsbare burgers, met uitzondering van de medische zorg. We verwachten dat deze operatie een groot effect zal hebben voor: • • •
huishoudens met lage inkomens die afhankelijk zijn van een of meerdere uitkeringen; huishoudens die te maken hebben met multiproblematiek; werkende minima met kinderen die ook gebruik moeten maken van zorg- en welzijnsvoorzieningen.1
Na de val van het kabinet Rutte en het gesloten Lente-akkoord hebben we nog geen uitsluitsel over de voortgang van deze transities.
1
Nicis rapport Stapelingseffecten van de bezuinigingen in het sociale domein, november 2011
6
Ondanks deze onzekerheden blijft wel het feit bestaan dat gemeenten te maken hebben met tekorten en staan voor stevige bezuinigingsopgaven. Een bezuiniging op schuldhulpverlening kan hoge maatschappelijke kosten op andere terreinen tot gevolg hebben. Onze inzet is om de schuldhulpverlening uit te voeren binnen de grenzen van de begroting. Door verdergaande integrale werkwijze moet het mogelijk zijn om een toenemende vraag om schuldhulpverlening ook binnen die financiële grenzen te kunnen verwerken. 1.3 Algemeen beleidskader We plaatsen schuldhulpverlening in het perspectief van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Via beide wetten vervult de gemeente een zorgtaak. Beide wetten geven als opdracht zo veel mogelijk burgers te laten participeren. Participatie in de samenleving vraagt een financieel stabiele situatie. Zonder dak boven je hoofd of middelen om in je basisvoorzieningen te voorzien is arbeidsparticipatie lastiger. Problematische schulden belemmeren een volwaardig deelname aan de samenleving. Ook zien we dat schulden tot hoge maatschappelijke kosten leiden. 1.4 Regierol gemeente bij schuldhulpverlening Wij hebben vanuit wet- en regelgeving en vooral zichtbaar via subisidierelaties, veel invloed op wat er binnen onze gemeente aan dienstverlening is. Deze relaties worden ingezet om de totale dienstverlening en hulpverlening rondom een burger te verbeteren. Om de gemeenteijke regierol op het gebied van schuldhulpverlening vorm te geven leggen we de toegang tot alle (door de gemeente betaalde) schuldhulpverlening bij de gemeente. Hiervoor is het aanmeldloket van BudgetAlert op het Publieksplein gesitueerd. Na aanmelding volgt eventueel een intake door een casemanager. De casemanager van BudgetAlert is de regievoerder op klantniveau. Net als bij de kanteling binnen de WMO willen we bereiken dat de burger zelf verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven, in dit geval meer specifiek: zijn financiën. Hij weet zelf het beste hoe zijn huishouding en administratie is of kan zijn. Hoe iemand zijn geld wenst uit te geven is eigen keuze, zolang hij ook verantwoording neemt voor die keuzes. Niet iedereen neemt deze verantwoordelijkheid en niet iedereen kan deze verantwoordelijkheid nemen. In alle gevallen kan de gemeente een passende dienstverlening bieden of doorverwijzen. De grenzen van deze dienstverlening worden bepaald door het schuldenpakket, de motivatie en de vaardigheden van de schuldenaar. Kortom, regie bij de gemeente, maar de cliënt aan het roer. De mate van eigen verantwoordelijkheid van de inwoners en de aanvullende dienstverlening door de gemeente komt terug in hoofdstuk 3. 1.5 De rol van de Stadsbank De gemeente neemt het probleem van de schuldenaar niet over en laat de verantwoordelijkheid voor de oplossing van het probleem in principe bij de burger zelf. Dit uitgangspunt leidt ook tot een andere rol voor de Stadsbank. Voorheen bood de Stadsbank als hulpverlener elke schuldenaar die zich meldde een oplossing. Ongeacht de rol die de schuldenaar zelf speelde bij die escalatie, nam de Stadsbank het over. In de nieuwe visie vraagt de gemeente de Stadsbank als dienstverlener te werken in een relatie van wederkerigheid. In deze visie blijft de verantwoordelijkheid voor het verloop van een dossier bij de cliënt. De Stadsbank gaat naar een nieuwe rol. Heldere communicatie over de nieuwe rol van de Stadsbank is nodig. Hiermee kunnen klanten, opdrachtgevers en ketenpartners van de Stadsbank hun verwachtingen bijstellen. De gemeente Hengelo vraagt de Stadsbank de rol van financieel-technisch dienstverlener te vervullen. Niet in alle gevallen kan de Stadsbank vanuit deze rol hulpvragen afdoende beantwoorden. Er zijn schuldenaren die (tijdelijk) niet in staat zijn om de eigen financiële huishouding zelf te voeren, bijvoorbeeld vanwege psychische omstandigheden. In dergelijke situaties legt de gemeente de rol van hulpverlener neer bij een relevante ketenpartner zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk, Mediant of Tactus. 1.6 Van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening: Naar een toekomstbestendig beleid Doordat de schuldenproblematiek niet meer wordt ‘overgenomen’ door de Stadsbank, maar de cliënt wordt ondersteund om weer financieel zelfstandig te zijn, spreken we voortaan over schulddienstverlening in plaats van schuldhulpverlening. Net als bij de WMO staat de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal. Aanvullend op wat de cliënt zelfstandig of met behulp van zijn sociale netwerk zelf kan regelen, wordt dienstverlening ingezet. Dit wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 5.
7
De vraag naar schulddienstverlening neemt toe terwijl de beschikbare middelen niet groeien. Vanuit deze realiteit vraagt de te ontwikkelen visie om zorgvuldige en duidelijke keuzes. Toekomstbestendig beleid vraagt een nieuwe kijk op schulddienstverlening! In hoofdstuk 3 gaan wij nader in op onze visie. 1.7 Opbouw beleidsplan In hoofstuk twee schetsen we de huidige situatie in Hengelo. In het derde hoofdstuk van dit beleidsplan formuleren we de visie en uitgangspunten van de Gemeente Hengelo. We beschrijven integraal beleid, de regierol van de gemeente en welke partners een rol hebben binnen dit beleidsterrein. In hoofdstuk vier staan de verplichtingen vanuit de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) centraal. In het vijfde hoofdstuk geven we aan wat we willen bereiken. We lichten nader toe wat onze doelstellingen en kwaliteitseisen zijn en welke resultaten we verwachten van schulddienstverlening. Vervolgens geven we in hoofdstuk zes aan hoe we gaan sturen op deze doelstellingen. Tevens benoemden we hier de benodigde financiën en personele inzet.
8
Hoofdstuk 2. Schuldhulpverlening in Hengelo Één loket Er is in Hengelo altijd gestreefd naar een goed toegankelijke, laagdrempelige schulddienstverlening. Om de aandacht voor andere leefgebieden blijvend te betrekken in schulddienstverlening, is in Hengelo in 2007 BudgetAlert opgericht. Dit is een samenwerkingsverband tussen gemeente en Carint Specifieke Diensten. Hiermee is een samenwerking tot stand gekomen die een groot deel van de integrale schulddienstverlening bijeenbrengt. Schuldhulpverleners van sociale zaken van de gemeente werken binnen BudgetAlert volledig samen met de maatschappelijk werkers van Carint, het Hengelose informatie Team (HinT) van de gemeente en Bureau Reken Maar van Carint. Daarnaast wordt zeer intensief samengewerkt met de vrijwilligers van de Omslag, Hulpdienst Hengelo en de kerken. Vanuit het Diaconaal Platform wordt momenteel bekeken of de vrijwilligers die binnen de verschillende kerken aanwezig zijn, ingezet kunnen worden als schuldhulpmaatje. Hiermee zou het aantal vrijwilligers dat inzetbaar is voor mensen die (thuis)begeleiding nodig hebben op financieel-administratief gebied aanzienlijk groter kunnen worden. Met BudgetAlert is er één loket voor informatievoorziening, formulieren invullen, thuisadministratie, schulddienstverlening, Jongeren & Schulden (Kop of Munt), doorverwijzing naar vrijwilligers op gebied van thuisadministratie en het casemanagement bij multiproblemgezinnen met schulden. Er wordt actief doorverwezen naar de Stadsbank als de schuldensituatie van de cliënt dit vereist. Andersom verwijst de Stadsbank ook actief naar BudgetAlert, wanneer de cliënt verdere begeleiding nodig heeft. De opstart van BudgetAlert was er een van vallen en opstaan. Samenwerking met mensen uit verschillende bedrijfsculturen, met verschillende achtergronden en zeer wisselende werkzaamheden gaat niet zonder slag of stoot. Er is keihard gewerkt om steeds de vraag van de cliënt als uitgangspunt te nemen voor verdere inzet. BudgetAlert heeft dankzij doorzettingsvermogen en een uitstekende samenwerking met andere organisaties in de stad een positie verworven in de Hengelose schulddienstverlening die meerwaarde heeft. Samenwerking met de klantmanagers van sociale zaken is inmiddels vast onderdeel van de dagelijkse uitvoeringspraktijk. Ook het maatschappelijk middenveld weet het loket goed te vinden. Over en weer houden organisaties elkaar op de hoogte van wijzigingen in werkwijze of wetgeving. Zeker ook op cliëntniveau weten de medewerkers elkaar te vinden. Dit alles komt ten goede aan de dienstverlening voor de burger. Indien nodig verzorgt BudgetAlert spreekuren op locatie, zoals wekelijks bij de Voedselbank. Op het Publieksplein Vanaf dit jaar is het loket voor schulddienstverlening fysiek gevestigd op het Publieksplein in het stadhuis. Hiermee wordt ook de verbondenheid aangegeven met de dienstverlening op het gebied van de WMO. WMO medewerkers signaleren soms dat er problematische situaties zijn bij hun cliënten. Is dit op financieel gebied, dan wordt een collega van BudgetAlert ingeschakeld. Andersom signaleren medewerkers van BudgetAlert soms een zorgbehoefte. Zij kunnen cliënten dan op eenvoudige wijze in contact brengen met het Zorgloket. Kijkend naar de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening kunnen we niet anders concluderen dan dat we in Hengelo al jaren in de geest van de nieuwe wet handelen. Dit beleidsplan zorgt er voor dat onze werkwijze vastgelegd wordt, alsmede onze verwachtingen voor schulddienstverlening in de komende jaren. Tevens worden enkele meer formele zaken vastgelegd, zoals termijnen, waarborgen en bezwaar en beroep. Recidive beleid Het hoge niveau van schulddienstverlening in Hengelo kent uiteraard ook een financiële kant. Er worden kosten gemaakt voor de Stadsbank én voor BudgetAlert. De wens binnen onze gemeente is om dit dienstverleningsniveau te handhaven, waarbij het uitgangspunt geldt dat de kosten binnen de begroting blijven. Hiertoe is vanaf 1 januari 2012 recidive beleid van kracht. Het recidivebeleid biedt de burgers van Hengelo in principe één kans per jaar voor stabilisatie en schuldbemiddeling. Indien de cliënt zelf tot beëindiging van de dienstverlening overgaat, of wij moeten de dienstverlening stoppen vanwege gedrag van de cliënt, dan wordt binnen een jaar geen nieuw verzoek tot het regelen van schulden of het openen van een budgetbeheerrekening behandeld op kosten van de gemeente. Wat we willen bereiken met deze maatregel is dat mensen gaan beseffen dat schulddienstverlening wel gratis kan zijn, maar niet vrijblijvend is. Het brengt ook verplichtingen met zich mee. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan.
9
Hoofdstuk 3. Visie op schuldhulpverlening Wij bieden inwoners met problematische schulden een kans om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Het aanbod is breed toegankelijk en stelt het duurzaam vergroten van de zelfredzaamheid van de burger centraal. De gemeente voert de regie op het proces, de burger is zelf verantwoordelijk voor het slagen van het traject. Wanneer schulden leiden tot ongewenste maatschappelijke effecten zoals woningontruiming, afsluiten van gas, water, elektra of geen leefgeld, is ingrijpen door de gemeente legitiem. We maken een onderscheid in klanten als ‘niet willer’ en ‘niet kunner’ (dit wordt nader uitgewerkt in 5.2). Wij bieden met schulddienstverlening een (tijdelijk) vangnet voor hen die het zelfstandig niet redden. Dit houdt in dat we mensen die (tijdelijk) niets of weinig aan de eigen situatie kunnen doen, een fatsoenlijk vangnet bieden. Wij hebben daarbij bijzondere aandacht voor het voorkomen van overerving van armoede en schuldenproblematiek bij kinderen en jongeren. Schulddienstverlening heeft met de inzet van een stabilisatietraject een direct netto rendement: het voorziet inwoners in de basisbehoefte van voedsel, energie en onderdak. Om hoge maatschappelijke kosten te voorkomen heeft de gemeente er belang bij dat er in de basisbehoeften is voorzien. Recent onderzoek toont aan dat de inzet van schuldhulpverlening leidt tot baten op andere terreinen.2 Deze zijn het hoogst op de terreinen van het wonen en de uitkeringsverstrekking. Gemiddeld genomen bespaart € 1,00 voor de inzet van schuldhulp € 2,40 aan uitgaven op andere terreinen. Wij willen met schulddienstverlening participatie (onder andere werk) van onze inwoners bevorderen. Tevens willen we maatschappelijke kosten ten gevolge van schulden beperken. Wij bieden inwoners met problematische schulden één mogelijkheid per 12 maanden om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Het aanbod is breed toegankelijk en stelt het duurzaam vergroten van de zelfredzaamheid van de burger centraal. Wij voeren de regie op het proces, de cliënt is zelf verantwoordelijk voor het slagen van het traject. Schulddienstverlening is vaak nodig om mensen actief richting arbeidsmarkt te krijgen of om hun baan te behouden. We hebben als algemeen uitgangspunt om in te zetten op de totale breedte en onderkant van de arbeidsmarkt. Iedereen telt mee. Via gerichte maatregelen op het gebied van gesubsidieerde arbeid, sociale activering, scholing, sociale economie en ondernemerschap scheppen we (meer) kansen op betaald werk voor deze groep. De gemeente claimt een sterke regierol om de instroom in de WWB te voorkomen, maar vooral om uitstroom naar werk te stimuleren. Inzetten op schulddienstverlening levert een goede bijdrage aan deze doelstelling. Werk en participatie blijft een stevig uitgangspunt om uit de schulden te blijven of om uit de schulden te komen. 3 Vrijwel ieder mens is ingebed in een netwerk van relaties met familie, vrienden, collega’s en andere bekenden. Via dit sociale netwerk zijn de meeste burgers nauw met elkaar verbonden. Ze hebben zo de mogelijkheid om een beroep op anderen te doen voor ondersteuning, informatie en advies. Dat betekent een relativering van de rol van de overheid: het grootste deel van de problemen lossen mensen zelf op. In onze sociale visie4 gaan wij uit van de kracht van de sociale netwerken en de zelfwerkzaamheid van burgers. De grondhouding zal zijn ‘wat doet u er zelf aan’. We willen mensen motiveren om hun leven in eigen hand te nemen. Het is belangrijk dat de schuldenaar weer zelf verantwoordelijkheid kan dragen voor zijn eigen financiën. De aandacht voor het schuldenvrij maken van de schuldenaar wordt verlegd naar de schuldenaar zelf. Centraal staat de vraag hoe iemand financieel sterker kan worden en daardoor kan blijven participeren: behoud van baan, afronden van de opleiding, meedoen aan sociale 2 3 4
N. Jungmann & R. van Geuns, Hogeschool Utrecht/Regioplan, Schuldhulpverlening loont! (2011) Hengelo, Coalitieakkoord Investeren in verbinding, april 2010 Hengelo, Sociale Visie 2020, december 2010
10
activiteiten, voorkomen van huisuitzetting. De schuldenaar moet weer perspectief krijgen. Hiervoor is het nodig dat hij zicht krijgt op de te zetten stappen en vooral weer eigenaar wordt van het proces. Een schulddienstverleningstraject begint daarom niet meer standaard met het schuldenvrij maken, wat vaak veel tijd en geld kost, maar met de vraag wat de schuldenaar zelf kan regelen. De schuldenaar kan vanuit de eigen kracht en inzet van de mensen om hem heen vaak al veel stabiliteit in zijn financiën verkrijgen. Waar dit nodig is, kan de gemeente zorgen voor tijdelijke aanvullende dienstverlening. Dit gehele proces richt zich op het versterken van de financiële zelfstandigheid en leidt daardoor tot een zoveel als mogelijk passende en duurzame oplossing voor de financiële problemen. Deze manier van denken wordt verwoord in het model voor integrale dienst- en hulpverlening dat ook de basis vormt voor de inzet van schulddienstverlening. Preventie vormt hierop een uitzondering, maar vooral voor de financieel-technische inzet van schulddienstverlening geldt: 1. Mensen zorgen voor zichzelf en/of gebruiken het eigen sociale netwerk; 2. Mensen zorgen voor elkaar, eventueel aangevuld door vrijwilligers; 3. Collectieve voorzieningen alleen waar nodig; 4. Professionele inzet van de overheid als sluitstuk. Dit dienstverleningsmodel bepaalt dat professionals alleen worden ingezet als dat echt hoogst noodzakelijk is. Hetzij om een probleem op te lossen, hetzij om nieuwe problemen te voorkomen. Bij de doorontwikkeling van het aanbod schulddienstverlening zal de gemeente de inzet van dit dienstverleningsmodel nadrukkelijk in het werkproces inbedden.
11
Hoofdstuk 4. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Per 1 juli 2012 voert het rijk de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in om de schuldhulpverlening een wettelijke basis te geven en om de effectiviteit van schuldhulpverlening te vergroten. Deze wet geeft gemeenten de regierol om een integraal aanbod schuldhulpverlening tot stand te brengen. Een integraal aanbod besteedt naast de schuldensituatie ook aandacht voor de achterliggende problematiek omdat dit bijdraagt aan een duurzame oplossing. Zoals eerder al vermeld spreken we voortaan over schulddienstverlening in plaats van schuldhulpverlening. Met de invoering van de Wgs is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing op de gemeentelijke schulddienstverlening. Vanaf 1 juli 2012 wordt een besluit op een aanvraag schriftelijk bevestigd aan de cliënt via een beschikking. Het college zal deze beschikkingen afgeven. Op een besluit tot toelating (of afwijzing) staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep open.
Op grond van de Wgs stellen gemeenten een beleidsplan vast. Daarin moet worden ingegaan op: • • • • • • •
• •
de beoogde resultaten, het borgen van de kwaliteit en de schuldhulp aan gezinnen met minderjarige kinderen het ingezetenschap dat vereist is voor een eventueel recht op schulddienstverlening gemeenten mogen schulddienstverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schulddienstverlening het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, moet binnen vier weken plaatsvinden. Voor bedreigende schulden geldt een maximum van drie werkdagen de gemeente moet de klant goed informeren over de verwachte doorlooptijden de gemeenten kunnen de rechtbank verzoeken een moratorium in te stellen. Voor een periode van maximaal zes maanden mogen schuldeisers dan geen incassomaatregelen nemen; zodra de wet in werking treedt valt de schulddienstverlening binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Gemeenten moeten dan aangeven hoe het schulddienstverleningsaanbod eruit ziet en aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om ervoor in aanmerking te komen. Ook is bezwaar en beroep mogelijk op genomen besluiten (bijvoorbeeld over toekenning of uitsluiting) en de Wet Dwangsom is van toepassing; gemeenten moeten plannen maken die gericht zijn op preventie en nazorg; de plannen voor een integrale aanpak van de schulddienstverlening worden per gemeente voor een periode van maximaal vier jaar opgesteld.
Deze punten worden in hoofdstuk 5 uitgewerkt of benoemd.
12
Hoofdstuk 5. Wat willen we bereiken 5.1 Schulddienstverlening breed toegankelijk Wij bieden inwoners één mogelijkheid per 12 maanden om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Een traject om schulden op te lossen vraagt veel van betrokkene én van de samenleving. Een gemiddeld schuldentraject inclusief budgetbeheer bij de Stadsbank kost € 3.500,00 over een periode van drie jaar. De persoonlijke omstandigheden en de inzet van de klant bepalen welk aanbod wordt ingezet in samenwerking met ketenpartners. In het ene geval is een adviesgesprek afdoende om de klant op het goede spoor te brengen. Al dan niet met een gerichte verwijzing naar een ketenpartner. In andere gevallen is de keuze voor een schulddienstverleningstraject geïndiceerd. Een crisis vraagt acuut een adequate actie om grotere problemen voor de klant en hoge maatschappelijke lasten te voorkomen. De persoonlijke omstandigheden van de klant (en zijn gezinssituatie) vragen een op de klant toegesneden vorm van dienstverlening. Deze vraaggerichte dienstverlening gaat niet om “u vraagt, wij draaien” maar om een aanbod dat professioneel en maatschappelijk verantwoord is. Integrale schuldhulpdienstverlening vraagt nauwe afstemming met partners in de keten van zorg, welzijn, werk en veiligheid. Participatie in deze keten is overigens niet exclusief voorbehouden aan professionele dienstverleners. Ook de inzet van vrijwilligers of het netwerk van de klant (familie, bekenden, vrijwilligers) zien wij als waardevol. Ingezetene van Hengelo De burgers van de gemeente Hengelo komen in aanmerking voor schulddienstverlening in Hengelo. Deze domicilie-eis is gelijk aan de WWB. Een inwoner van een andere gemeente wordt doorverwezen. Als er al sprake is van een aanvraag schulddienstverlening, zal deze worden doorgestuurd naar de betreffende gemeente. Gezinnen met kinderen Het aanbod op basis van individueel maatwerk biedt geen voorrang aan bepaalde groepen. Op deze regel hanteren we één uitzondering: Bij het ontstaan van een wachtlijst krijgen gezinnen met inwonende minderjarige kinderen voorrang. Dit vanwege het belang dat wij hechten aan ondersteuning van kinderen die leven in een gezin met financiële problemen om overerving van schulden te voorkomen. Bij het aanbod schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen zal altijd afstemming plaatsvinden aan de hand van hun individuele situatie.
Bij het aanbod schulddienstverlening aan gezinnen met kinderen wordt extra aandacht besteed aan de situatie van de minderjarige inwonende kinderen. Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen krijgen voorrang, als er een wachtlijst bij het aantal aanvragen schulddienstverlening ontstaat.
Ondernemers Ondernemers die in de financiële problemen komen en schulden maken, kunnen een beroep doen op de dienstverlening van het Regionale Organisatie Zelfstandigen (ROZ). Ze kunnen of een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) of ze kunnen gebruik maken van de schuldhulpverlening voor ondernemers. Ook ex-ondernemers, die niet meer staan ingeschreven bij de Kamer van koophandel, kunnen met hun schulden uit de voormalige onderneming een beroep doen op het ROZ. Uitsluitingsgronden De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening bepaalt dat de gemeente een inwoner kan uitsluiten van schulddienstverlening wanneer deze: • al eerder gebruik maakte van schulddienstverlening (recidive); • is veroordeeld voor fraude met overheidsdienstverlening of daarvoor een bestuurlijke sanctie opgelegd heeft gekregen (fraude). In dit beleidsplan regelen wij de toegang naar schulddienstverlening in Hengelo op hoofdlijnen. Er is al recidivebeleid opgesteld. Dit wordt voortgezet en wordt van toepassing op de gehele toegang tot de schulddienstverlening in Hengelo. Wij zien nog onvoldoende aanleiding om aparte beleidsregels op te stellen over fraude.
13
Recidive Er zijn per 1 januari 2012 recidivebepalingen opgesteld. Deze passen wij per 1 juli 2012 toe op de gehele toegang tot de gemeentelijke schulddienstverlening. Deze houden in dat: A. De toegang wordt beperkt voor mensen die (snel) terugkomen voor schuldhulpverlening.
a. Intake en advies Om goed in te schatten welke (bank)zaken van belang zijn, voeren wij een intakegesprek. Na inventarisatie van inkomsten, uitgaven, bezittingen, schulden, oorzaak van verschulding en aanwezige hulpverlening brengen wij een schriftelijk advies uit. Het is van belang dat deze intake met goed resultaat wordt afgerond. Wordt de intakefase beëindigd omdat er onvoldoende medewerking wordt verleend door de cliënt, dan nemen wij (noch de Stadsbank) gedurende zes maanden geen nieuwe aanvraag in. Dit betekent dat de cliënt dan zes maanden geen toegang heeft tot de schulddienstverlening. Hierop is een uitzondering wanneer er sprake is van een crisissituatie. b. Budgetbeheer Met budgetbeheer wordt balans gebracht in inkomsten en uitgaven. Het eerste doel van budgetbeheer is betalingszekerheid bieden voor huur/hypotheek, gas, water, electriciteit en ziektekostenverzekering. Wordt de budgetbeheerrekening beëindigd omdat er onvoldoende medewerking wordt verleend, of de cliënt beëndigt zelf de budgetbeheerrekening, dan wordt er gedurende een (1) jaar geen nieuwe aanvraag in behandeling genomen voor budgetbeheer. Hierop is een uitzondering wanneer er sprake is van een crisissituatie. c. Schulden oplossen De Stadsbank kan bemiddelen tussen cliënt en schuldeisers om een schuldregeling tot stand te brengen. Die schuldregeling kan bestaan uit een herfinanciering, een (complex van) betalingsregeling(en), een schuldbemiddeling, een saneringskrediet of een begeleide verwijzing naar de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Beëindigt de cliënt zelf een schuldtraject, of wordt deze door de Stadsbank beëindigd omdat de cliënt onvoldoende medewerking verleent, dan zullen wij (noch de Stadsbank) gedurende een (1) jaar geen nieuwe aanvraag in behandeling nemen. B. Budgetbeheer Totaalpakket wordt minder snel ingezet. De meeste mensen met een budgetbeheerrekening hebben een Totaalpakket. Dit houdt in dat de Stadsbank alle reserveringen en doorbetalingen regelt. De cliënt ontvangt meestal alleen het huishoudgeld zelf. Vanaf 1 januari 2012 zet de gemeente standaard het Basispakket in. Dit houdt in dat de Stadsbank alleen huur/hypotheek, gas, water, elektriciteit en de ziektekostenverzekering betaalt en een (1) reservering doet. De cliënt ontvangt de rest van het inkomen zelf en moet daarvan alle andere kosten betalen. Alleen in bijzondere omstandigheden komt iemand nog in aanmerking voor het Totaalpakket. Mensen die op 1 januari 2012 een budgetbeheerrekening met een Totaalpakket hebben, die volgens de gemeente omgezet moet worden, ontvangen hierover in de loop van het jaar bericht van de Stadsbank. Wanneer een uitsluitingsgrond feitelijk van toepassing is, kunnen wij deze vanuit het maatwerkprincipe in bijzondere gevallen buiten toepassing verklaren. Bijvoorbeeld wanneer de inzet van integrale schulddienstverlening een duidelijk perspectief biedt op een structurele oplossing van de financiële problemen en de oorzaken daarvan. Fraude Schuldenaren met een fraudeschuld komen niet in aanmerking voor schuldbemiddeling, omdat dit een niet-regelbare schuld betreft. Wij kunnen echter wel vanuit de maatwerkgedachte een fraudeur een aanbod schulddienstverlening doen. Deze wordt afgestemd op het soort schulden, de motivatie en de vaardigheden van de cliënt. Wij kunnen bijvoorbeeld besluiten om ter ondersteuning tijdelijk budgetbeheer in te zetten, zodat de primaire vaste lasten geborgd zijn. Wij stellen hier nog geen apart beleid voor op.
14
5.2 Schuldenpakket, motivatie en vaardigheden bepalen het maximaal haalbare Naast de persoonlijke hulpvraag bepaalt de regelbaarheid van het gedrag en het schuldenpakket van de schuldenaar de maximaal haalbare oplossing. De gemeente houdt in haar werkwijze met beide componenten rekening en hanteert daarbij het door de Gemeente Tilburg ontwikkelde kwadrant als hulpmiddel. Dat kwadrant stelt twee vragen centraal: 1. Is de schuldenaar regelbaar? 2. Is de schuldsituatie regelbaar? De typering ‘regelbaar’ komt wellicht niet zo sympathiek over als we het over mensen hebben, maar het geeft wel aan of iemand bijvoorbeeld vaardigheden kan leren, of aan zijn motivatie kan werken. Een ‘regelbare schuldenaar’ is gemotiveerd en houdt zich (met hulp) aan afspraken. Ook is hij bereid om, indien mogelijk, meer inkomen te verwerven en ten gunste van crediteuren keuzen te maken in het bestedingspatroon. Een ‘regelbare schuldsituatie’ bevat geen schulden die niet voor een schuldregeling in aanmerking komen. Voorbeelden van niet-regelbare schulden zijn verkeersboetes, fraudevorderingen of schulden waar nog juridische procedures voor lopen. Door de (on)regelbare schuldenaar af te zetten tegen het (on)regelbare schuldenpakket ontstaat een kwadrant met groepen voor wie het maximaal haalbare varieert van een schuldregeling tot het op orde brengen van de beslagvrije voet. Dit kwadrant geeft aan wat er financieel-technisch mogelijk is. schuldenaar w e l
schuldsituatie
r e g e l b a a r n i e t r e g e l b a a r
Wel regelbaar
Niet regelbaar
Alex verloor zijn baan en ging een half jaar later weg bij zijn vrouw. In die turbulente periode bouwde hij een flinke schuld op. Hij wil er nu alles aan doen om uit de schulden te komen. Hij solliciteert zo veel hij kan, betaalt elke maand zijn huur en maakt geen nieuwe schulden. Met deze opstelling kan de gemeente de crediteuren vragen om mee te werken aan een schuldregeling.
Riek is psychiatrisch patiënt. Ze neemt niet trouw haar medicijnen in. Met regelmaat is ze de realiteit kwijt en maakt ze nieuwe schulden. Zolang zij niet medicijntrouw is, kan de schuldhulpverlening er niet op rekenen dat zij geen nieuwe schulden maakt. De gemeente begeleidt haar naar beschermingsbewind. Pas als dat geregeld is, gaat zij de mogelijkheid van een schuldregeling na.
In 2009 vulde Meindert zijn aanvraag voor Dik is verslaafd aan drugs en verblijft huurtoeslag verkeerd in. in de maatschappelijke opvang. Althans, volgens de belastingdienst. Hij heeft een aantal niet saneerbare schulden Nu moet hij een groot bedrag terugbetalen. bij de CJIB. De gemeente kan zowel vanwege Meindert is het er niet mee eens en maakt bezwaar. z’n verslaving als vanwege de boetes niets Als het moet gaat hij door tot de rechter. voor hem betekenen. Hij heeft een lange weg Zolang de vordering betwist wordt, kan de te gaan om z’n leven op de rit te krijgen. gemeente geen oplossing bieden. Het is maar de vraag of hij ooit aan een Wel biedt zij tijdelijk budgetcoaching om te voorkomen schuldregeling toe komt. dat hij nieuwe schulden maakt. Lukt dat, dan staat de gemeente voor hem klaar
Het kwadrant schetst met cases als voorbeelden het maximaal haalbare in verschillende situaties. Hierbij is de motivatie van belang, maar ook de vaardigheden. Dit zal door ons ingeschat moeten worden. Dit kan vaak niet in een enkel gesprek. Soms duurt het maanden voordat je je cliënt voldoende kent om dit in te schatten. Tot die tijd zetten we via maatwerk acties in die nodig én mogelijk zijn. Dit voorbeeld zet de grenzen scherper neer dan ze in werkelijkheid zijn. In de praktijk zullen de meeste mensen en hun individuele situaties allerlei ‘grijstinten’ vertonen. Dit kwadrant is een denkmodel om in de dagelijkse praktijk het maximaal haalbare voor iedere cliënt te kunnen afwegen.
15
Wij zetten in op een aanbod schulddienstverlening dat maatwerk biedt.
In hoofdstuk 3 onderscheiden we klanten in ‘niet willers’en ‘niet kunners’. Dit onderscheid halen we uit het onderzoek ‘Klantprofielen voor schuldhulpverlening’5. Dit onderzoek zegt dat de motivatie en vaardigheden van de klant het hoogst haalbare resultaat van schulddienstverlening bepalen. Motivatie is daarbij de cruciale factor. Een gebrek aan vaardigheden en leerbaarheid is te compenseren door de inzet van instrumenten als bewindvoering of ondersteuning vanuit het eigen netwerk. Een gebrek aan motivatie om het gedrag te vertonen dat nodig is om uit de problematische schulden te komen, kan niet gecompenseerd worden. Het kan daarom een uitsluitingsgrond voor hulpverlening vormen. Het onderzoek hanteert de volgende definities voor de begrippen motivatie en vaardigheden. Motivatie is niet een morele beoordeling of iemand het wel of niet wil. Het gaat om de mate waarin iemand van plan is om bepaald gedrag te vertonen. Bij het ontbreken van motivatie kan het gaan om iemand die: • zich niet verantwoordelijk voelt en daardoor geen verantwoordelijkheid neemt voor eigen gedrag; • door teleurstelling (diverse keren proberen) de hoop is verloren; • uit is op eigen voordeel en maling heeft aan negatieve gevolgen voor anderen; • zich schaamt en moeilijk hulp vraagt, iemand die onzeker is over eigen kunnen. Bij het ontbreken van vaardigheden gaat om meer dan alleen een bepaalde financiële vaardigheid. Cruciaal zijn ook sociale vaardigheden, weerbaarheid tegen de eigen behoeftes, weerbaarheid tegen druk van anderen en de vaardigheid om (Nederlands) te kunnen lezen.
Wij zetten in op het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt.
Wij willen klantprofielen hanteren om schuldenaren een gericht aanbod te doen dat past bij schuldensituatie, motivatie en vaardigheden. Hierdoor kunnen we: • minder zware en goedkopere instrumenten inzetten; • meer schuldregelingen succesvol afsluiten; • aantal schuldenaren dat recidiveert terugdringen. Het hanteren van klantprofielen in de dagelijkse praktijk van schulddienstverlening behoeft nog een vertaalslag. De onderzoekers komen binnenkort met adviezen over hoe bijvoorbeeld de cliënt (ondersteund door de schulddienstverlener en andere hulpverleners) zicht krijgt op zijn (mate van) motivatie en vaardigheden. Vervolgens kunnen we dan bepalen welke ondersteuning we inzetten om de schuldenproblematiek op te lossen. Een belangrijke kanttekening willen we wel maken: niet alles is maakbaar. Soms zijn er op onvoldoende mogelijkheden op dat specifieke moment. Een schuldregeling treffen is dan niet zinvol. Het is dan al mooi dat iemand financieel stabiel kan blijven. Ook kan het zo zijn dat schulddienstverlening niet mogelijk is door diepere problemen. In dat geval kan de schulddienstverlener de cliënt niet ondersteunen en is andere hulp nodig. 5.3 Signaleringsfunctie, preventie en nazorg Een integrale aanpak begint bij een nauwe afstemming tussen relevante beleidsterreinen zoals armoedebeleid, re-integratie en zorg (Wmo). De keten van werk (waaronder scholing en reintegratie), inkomen (uitkeringsverstrekking en armoede), bouwen en wonen (wijk, buurt, huisvesting) en welzijn en zorg (Wmo), moet zodanig in elkaar grijpen dat dit bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van schulddienstverlening. De uitwerking van het integrale beleid vindt plaats op de werkvloer en met ruimte voor professionals. Daar trekken de betrokken organisaties nauw met elkaar op om een passend aanbod en maatwerk voor de cliënt te creëren. Hierbij geldt dat er zoveel mogelijk slechts één dienstverlener in een gezin werkt. Deze dienstverlener vormt dan de spreekbuis naar andere dienstverleners.
5
R. van Geuns, N. Jungmann, e.a., Klantprofielen voor schuldhulpverlening, juni 2011
16
Signaleringsfunctie Het vroegtijdig signaleren van problematische schulden biedt de beste garantie voor het oplossen hiervan. In Hengelo is in de afgelopen jaren sterk ingezet op het versterken van het de formele en informele netwerken. Dit gebeurt enerzijds door het aangaan van convenantanten of samenwerkingsafspraken. Anderzijds gebeurt dit door het jaarlijks organiseren van een armoedeconferentie en het instellen van periodieke overlegstructuren. Binnen deze netwerken of samenwerkingsverbanden wordt ook intensief samengewerkt op het terrein van de vroegsignalering van schulden. Met Welbions en Stadsbank hebben wij een convenant afgesloten om al in een vroeg stadium te signaleren dat er een huurschuld wordt opgebouwd. Om dreigende huisuitzetting te voorkomen, zijn afspraken gemaakt om deze crisis gezamenlijk op te pakken en de cliënt naar schulddienstverlening te begeleiden.
Wij zetten in op een vermindering van maatschappelijke problematiek en kosten als gevolg van huisuitzetting, afsluiting van energie en belemmering van re-integratie. Ons doel is dat 90% van de crisisinterventies slaagt.
Juist ook vele informele organisaties komen relatief gemakkelijk achter de voordeur van de burger in onze stad. Cruciaal is de betrokkenheid van ketenpartners bij de schulddienstverlening. Zij kunnen schulden ter sprake brengen of deze signaleren. Ze kunnen cliënten naar het juiste adres verwijzen en eventueel namens de cliënt al contact leggen met BudgetAlert. Ook tijdens een schulddienstverleningstraject is informatievoorziening van belang. De casemanager voert de regie en zal dus informatie halen en brengen. Het is van belang dat de ketenpartners zich realiseren dat zij als hulpverlener een bijdrage kunnen leveren aan het succes van de schulddienstverlening. Door de cliënt tijdens hun eigen contacten ook te vragen naar hoe het gaat met de financiën, kunnen ze hun signalerende rol goed vorm geven. Preventie en nazorg Preventie begint al met de toegang. Zo kunnen alle burgers zich melden (digitaal, telefonisch of fysiek) met hun vraag bij een laagdrempelig voorportaal voor de Hengelose schulddienstverlening. BudgetAlert heeft een eigen balie op het Publieksplein en is alle werkdagen geopend. De verwachting is dat hiermee meer inwoners vroegtijdig geholpen kunnen worden met een adviesgesprek. De gemeente is vaak vroeg op de hoogte van zaken die bij burgers gebeuren, zoals voortijdig schoolverlaten, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, scheiding, overlijden, aanvraag verblijfsvergunning en (dreigend) faillissement. Ook krijgen we signalen van schulden van bijvoorbeeld Welbions, energieleveranciers en Menzis voor wat betreft de collectief verzekerden. Dit gebeurt op grond van convenant of contract. Andere signalen komen van diverse hulp- en dienstverlening vanuit individuele klantsituaties. Door goede afspraken op het gebied van vroegsignalering bij leveranciers van primaire levensbehoeften, worden betalingsachterstanden al vroeg bekend. Bij deze leveranciers hebben we het over de woningbouwcorporaties, energieleveranciers en waterschap. Schulden bij de primaire lasten geeft vaak aan dat er meerdere schulden zijn en deze schulden worden snel als problematisch bestempeld. Door direct actie hierop te ondernemen wordt vaak erger voorkomen. Hierover zijn met verschillende partijen gemeentelijke of landelijke convenanten afgesloten. Bij BudgetAlert wordt actief actie ondernomen bij iedere melding van achterstand bij een burger in Hengelo. De burger ontvangt dan een brief met het aanbod om contact op te nemen met BudgetAlert. Om verdere escalatie van schulden te voorkomen pakken we de signaleringsfunctie actief op. Door BudgetAlert en Stadsbank wordt actief ingezet op het voorkomen van huisuitzettingen en dreigende afsluiting van energie of water. Hiervoor zijn zogenaamde crisisprocedures opgesteld. Naast bovengenoemde zaken spelen bij schuldensituaties ook verkeerde keuzes een rol, naast het ontbreken van bereidheid om bepaalde concessies te doen of het onvermogen om realistische inschattingen te doen. We willen contactmomenten binnen de gemeentelijke organisatie benutten om mensen actief te wijzen op de verantwoordelijkheid voor de eigen financiële huishouding. In eerste instantie is er aandacht voor schuldpreventie op het Werkplein en bij het Wmo-loket. Ook de contactmomenten met andere dienst- of hulpverlening levert vaak nuttige tips op. Door samen te werken in de hulpverlening rondom een cliënt, komen signalen veel sneller op de juiste plek.
17
Wij zetten in op een integrale werkwijze waarmee schulddienstverlening een blijvend resultaat heeft en leidt tot minder recidive.
Voorkomen is beter dan genezen. BudgetAlert ondersteunt burgers bij het aanvragen van bijvoorbeeld toeslagen, maar ook de inkomensondersteunende voorzieningen in onze stad. Door te kijken waar burgers recht op hebben en ze daarbij te ondersteunen houdt men het inkomen op peil en kunnen schulden worden voorkomen. De ervaring is dat mensen vaker terugkomen voor korte dienstverlening. De regel is dan dat ze de eerste keer geholpen worden met het invullen van formulieren. De volgende keer doen ze het zelf, maar kijkt iemand van BudgetAlert mee. Verder kunnen ze het dan zelf en hebben geen hulp meer nodig. Als er meer behoefte is aan begeleiding, dan kan een vrijwilliger gevraagd worden om die persoon te begeleiden. Thuisadministratie Er wordt in Hengelo actief begeleidt bij de thuisadministratie. Hulpdienst Hengelo en De Omslag zetten vrijwilligers in om bij mensen thuis ondersteuning te bieden bij het op orde brengen en houden van hun administratie. Vrijwilligers van de Hulpdienst helpen vooral mensen zonder schulden en vrijwilligers van De Omslag helpen vooral mensen met schulden. Alle vrijwilligers wordt opgeleid en bijgeschoold vanuit een samenwerking met Humanitas. Thuisadministratie door vrijwilligers levert een zeer waardevolle bijdrage aan burgers om het overzicht te behouden op de inkomsten en uitgaven. Het houden van overzicht is een voorwaarde om schulden te voorkomen. 5.4 Poortwachtersfunctie Wij werken toe naar één ingang voor schulddienstverlening in Hengelo. Deze ingang zal liggen bij de gemeente, in het bijzonder bij BudgetAlert. Het loket voor de eerste aanmelding is reeds vorm gegeven op het Publieksplein. Bij BudgetAlert op het Publieksplein kunnen mensen terecht voor een eenmalig adviesgesprek. Is er meer dienstverlening nodig, dan wordt een intake ingepland met een casemanager. Het eerste inhoudelijke gesprek vindt plaats binnen vier (4) weken. In geval van crisis vindt binnen drie (3) werkdagen een inhoudelijk gesprek plaats, conform crisiswerkafspraken met de Stadsbank en de leveranciers van de primaire vaste lasten. De casemanager beoordeelt de aanvraag aan de hand van het intakegesprek en de gegevens van de cliënt. Het aanbod schulddienstverlening is maatwerk en is afhankelijk van de soort schulden, de motivatie en vaardigheden van de cliënt. Zowel het doel als de afspraken worden vastgelegd en ondertekend door de cliënt. De cliënt ontvangt in principe binnen acht (8) weken een beslissing van de gemeente op zijn aanvraag voor schulddienstverlening. In de brief staat tevens een indicatie genoemd van de duur van het traject. Een van de mogelijkheden binnen schulddienstverlening is de financieel-technische dienstverlening van de Stadsbank. De casemanager van BudgetAlert bepaalt of de cliënt dienstverlening van de Stadsbank ontvangt. Hiervoor wordt de cliënt doorverwezen. De Stadsbank ontvangt bericht welk produkt er wordt ingekocht voor deze individuele cliënt. De Stadsbank hoeft geen indicatiestelling uit te voeren. Alle gegevens die van belang zijn worden bij de doorverwijzing aangeleverd aan de Stadsbank. De cliënt is zelf verantwoordelijk voor zijn traject bij de Stadsbank. Wel houdt de casemanager vinger aan de pols door periodiek de vorderingen door te nemen met zowel de cliënt als met de Stadsbank. De casemanager beëindigd de schulddienstverlening als het doel is bereikt of als de cliënt niet meewerkt aan het traject. Dit werkproces wordt in de tweede helft van 2012 verder uitgewerkt.
18
Hoofdstuk 6. De spelers binnen de integrale schulddienstverlening en hun rollen 6.1 De gemeente: regierol, uitvoerder en financierder De gemeente heeft de wettelijke taak om regie te voeren op de integrale schulddienstverlening binnen de gemeente. Simpel gezegd houdt dit in dat de gemeente er voor zorgt dat er integrale schulddienstverlening wordt verleend en hoe dit wordt uitgevoerd. Hiertoe is dit beleidsplan opgesteld. Daarnaast heeft de gemeente de taak om de kwaliteit en het resultaat van de integrale schulddienstverlening te borgen en te monitoren. Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd aan de gemeenteraad. Wij voeren zelf ook een deel van de schulddienstverlening uit. Zo voeren wij een poortwachtersfunctie uit. Tevens is de gemeente de grootste financierder van schulddienstverlening.
Vanaf begin 2014 rapporteren wij jaarlijks achteraf over de doelgroep, de ingezette middelen en de resultaten hiervan. Wij zetten hiermee in op betere sturingsmogelijkheden om de gewenste resultaten te behalen binnen de beschikbare middelen.
In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de monitoring en de kosten van schulddienstverlening. 6.2 De Stadsbank: financieel-technische schulddienstverlening Binnen de integrale schulddienstverlening zorgt de Stadsbank als ketenpartner voor het borgen van de primaire vaste lasten van de klant. Veiligstellen van primaire levensbehoeften is cruciaal om het integrale schulddienstverleningstraject kans van slagen te bieden. Indien er sprake is van een bedreigende situatie (crisis) vindt binnen 3 werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Bij een indicatie van schuldregeling is de Stadsbank intermediair tussen de klant en zijn schuldeisers. 6.3 De maatschappelijke partners: samenwerking Binnen Hengelo zijn vele organisaties actief, zowel professioneel als vrijwillig. We denken dan aan onderwijs, zorg en welzijn, culturele instellingen, kerken, charitas, belangenbehartigers en de gemeentelijke instanties. Heel vaak zien we dezelfde mensen en gelukkig weten we het ook vaak van elkaar. Er zijn diverse samenwerkingsvormen vastgelegd in contracten of convenanten, maar ook vaak gebeurt samenwerken op basis van mondelinge afspraken. Wij vinden het belangrijk dat iedereen vanaf het begin dezelfde boodschap uitspreekt naar cliënten. Wat kan de cliënt wel of niet verwachten van schulddienstverlening en wat kan de hulpverlener (naast de schulddienstverlener) daaraan bijdragen. Daarom zullen wij periodiek alle samenwerkingsverbanden bevestigen of aanhalen. 6.4 Vrijwilligers: ondersteuning De laatste jaren neemt het aantal burgers dat in schulddienstverlening terechtkomt toe. Het doel van de komende Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is de effectiviteit van de schulddienstverlening te vergroten. Uit onderzoek6 blijkt dat de inzet van vrijwilligers zeer effectief is bij de uitvoering van deze hulpverlening. Wij gaan de inzet van vrijwilligers uitbreiden. Waar een burger niet kan terugvallen op het eigen netwerk, kan ondersteuning door een vrijwilliger zeer waardevol zijn. Deze hulp kan een belangrijke rol spelen bij het vergroten van de zelfredzaamheid van de klant. Vrijwilligers zetten hun eigen kwaliteiten in naast de professional. Ze bieden mensen praktische ondersteuning vanuit een vertrouwenspositie, vooral in preventieve zin. Vrijwilligers zorgen er vaak voor dat mensen niet wegzakken in de schulden en tijdig hulp krijgen om hun administratie op orde te krijgen. In Hengelo wordt de ondersteuning geboden door vrijwilligers van de Hulpdienst Hengelo, de Omslag of Stichting Welzijn Ouderen. 6
Verwey-Jonker Instituut, ‘Vrijwillig, effectief en efficiënt, Handreiking voor de inzet van vrijwilligers bij schuldhulpverlening, 2011
19
De trajecten duren over het algemeen maximaal een jaar. Ouderen die vaak langdurige begeleiding nodig hebben, worden begeleid door medewerkers van Stichting Welzijn Ouderen Hengelo. Bij te grote schuldproblemen verwijzen de vrijwilligers door naar het professionele bemiddelingstraject bij BudgetAlert. Ook dan kan een vrijwilliger mensen helpen om het traject vol te houden. Bij de nazorg ondersteunen vrijwilligers burgers om terugval te voorkomen en greep op het huishoudboekje te houden. De professionals van BudgetAlert die samenwerken met vrijwilligers zijn hier positief over. De administratieve ondersteuning gebeurt dan door een vrijwilliger, waarmee de professional meer tijd beschikbaar is voor andere dienstverlening. In deze vorm van schulddienstverlening zijn duidelijke afspraken over de taakverdeling tussen professionals en vrijwilligers en het trainen en begeleiden van vrijwilligers een must. De training wordt in samenwerking met Humanitas enkele malen per jaar gegeven aan nieuwe vrijwilligers. Ook zijn er trainingen om de kennis op peil te houden. Dit is zeker nu van belang met alle grote wijzigingen in de sociale zekerheid. 6.5 De schuldeisers: maatschappelijk verantwoord ondernemen Bij een schuldregeling is de medewerking van de schuldeisers van essentieel belang. Dit zijn ook vaak maatschappelijke partners zoals woningcorporaties. Door schuldeisers aan te spreken op de maatschappelijke verantwoordelijkheid kan de gemeente hen motiveren om de samenwerking te intensiveren. Deze samenwerking gebeurt vooral op het terrein van preventie en vroegsignalering. Door de Stadsbank wordt met een aantal grote schuldeisers contacten gelegd om te kijken of er afspraken kunnen komen waardoor het (slechte) betalingsgedrag van hun afnemers wordt verbeterd. De Stadsbank is bezig om een soort leveranciers-budgetbeheerrekening (bbr) te openen voor puur het afdragen van primaire vaste lasten. Het gaat dan om huur, electra, gas, water en zorgverzekering. Deze bbr is dan voor rekening van deze leveranciers. Hun voordeel is dat een slechte betaler voortaan een tijdige betaler is.
20
Hoofdstuk 7. Monitoring Om de situatie van de schuldhulpverlening inzichtelijk te maken, werken wij tot op heden met de definities en criteria van de Stadsbank. Hiermee is inzicht in het aantal aanvragen en de ingezette produkten conform het produktenboek. De kosten die dit per produkt met zich meebrengt, komen via de maandelijkse nota naar ons toe. Naast deze financieel-technische informatie hebben wij behoefte aan meer inzicht in de groep schuldenaren. We willen graag meer weten over de reden van verschulding, hun achtergronden, inkomensbron en de wijzigingen die hierin optreden gedurende hun schulddienstverleningstraject. Dit levert informatie op aan de hand waarvan we kunnen bepalen of de schulddienstverlening die is ingezet ook succesvol is. Wellicht zijn er patronen zichtbaar bij bepaalde groepen mensen of in hun situatie. Hiermee kan de schulddienstverlening gerichter worden ingezet. Ook kan hiermee wellicht geld worden bespaard doordat er geen onnodige trajecten worden ingezet. Wij zetten daarom een goed registratiesysteem op om zowel de cliëntgegevens als de trajectgegevens te kunnen vastleggen. Zodra het verder uitwerken van het onderzoek naar klantprofielen resultaat opleverd, kan dit produkt gecombineerd worden met onze eigen ervaringen. Hieruit volgt dan een verdere uitwerking van onze dienstverlening aan bepaalde groepen cliënten. Wat we in ieder geval zullen meten is: de termijn tussen de aanvraag en het eerste inhoudelijke gesprek (maximaal 4 weken of 3 dagen bij crisis, op grond van de wet) aantal aanmeldingen aantal toelatingen tot schulddienstverlening aantal ingezette produkten van de Stadsbank de duur van de trajecten De Stadsbank helpt mensen met schulden regelen en stabilisatie. De managementinformatie die de Stadsbank levert heeft hierop betrekking. Deze cijfers leveren wij u jaarlijks aan via de jaarrekening van de Stadsbank.
In het 4e kwartaal van 2012 zal een monitor worden ontwikkeld om de resultaten van de schulddienstverlening inzichtelijk te maken. Deze monitor vormt de basis voor de rapportage aan de Raad.
2012
2013
2014
2015
BudgetAlert sectorkosten BudgetAlert (Carint) Stadsbank
€
716.000
€
716.000
€
716.000
€
716.000
€
111.228
€
111.228
€
111.228
€
111.228
€
680.920
€
680.920
€
680.920
€
680.920
Totale kosten
€ 1.508.148
€ 1.508.148
€ 1.508.148
€ 1.508.148
Gemeente
€ 1.408.148
€ 1.458.148
€ 1.508.148
€ 1.508.148
Participatiebudget
€
€
0
0
Totale dekking
€ 1.508.148
Kosten
Dekking
100.000
50.000
€ 1.508.148
€ 1.508.148
€ 1.508.148
21
Begrippenlijst Beheersbare schulden: wanneer de primaire vaste lasten inclusief leefgeld structureel zijn geborgd en de schulden niet verder oplopen. Dit levert financiële rust op die nodig is om weer maatschappelijk te kunnen participeren. Financiële zelfredzaamheid: de burger is in staat de eigen financiële huishouding zelfstandig te voeren. Primaire vaste lasten: huur, energie, gas, water, zorgverzekering, aan te vullen met leefgeld. Problematische schulden: wanneer de schuldenaar zijn schulden niet meer kan aflossen en/of is gestopt met het betalen van de primaire vaste lasten.
Slagingspercentage (def. SON) = de mate waarin een voorgenomen instrument daadwerkelijk wordt ingezet
22
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
12G200739
PORT.HOUD:
Ten Heuw
ONDERWERP:
Beleidsregels kwijtschelding leenbijstand/ Evaluatie voucherregeling
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
B
22/5 LN
Datum 13-06-2012
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
x
13-06-2012
Sociaal
Agendapunt:
9
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 477060
BESLISSINGSFORMULIER COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200739 478436 / 478436
M. Hanrath
PSZ
TH
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Evaluatie voucher & beleidsregels kwijtschelding leenbijstand
AFGESTEMD MET PORTEFEUILLEHOUDER?
GERAADPLEEGDE ADVIESORGANEN
Ja
Cliëntenraad Wet Werk en Bijstand Adviesraad Inkomen & Arbeid
INTERACTIE/PARTICIPATIE
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
adviseren
01 – Werk verbindt
COMMUNICATIE
Openbaar Publiceren op openbare besluitenlijst. OPMERKINGEN VAN DE SECRETARIS
ONTWERPBESLUIT
Het college besluit: kennis te nemen van de evaluatie van de vouchers het vouchersysteem, met bijstand om niet, voort te zetten voor wasmachine, koelkast en fornuis de vouchers voor de televisie en fiets af te schaffen per 1 juli 2012 deze twee producten onder het regime van leenbijstand te brengen bijgaande beleidsregels vast te stellen over kwijtschelding van leenbijstand voor duurzame gebruiksgoederen en kosten woninginrichting per 1 juli 2012 de evaluatie van de vouchers en de beleidsregels kwijtschelding leenbijstand toezegging aan de raad ter bespreking aan de commissie Sociaal voor te leggen. BESLUIT
DATUM
BEGROTINGSASPECTEN
De taakstelling van € 150.000 per jaar wordt structureel wel gehaald, met uitzondering van 2012. Door de late vaststelling van de beleidsregels wordt de verwachte besparing in 2012 bijgesteld naar € 75.000. De overige € 75.000 worden gecompenseerd door een meevaller op de bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage WMO. Wij verwijzen hiervoor naar de bijlage: begrotingswijziging 2012. FORMATIEASPECTEN De proef met de voucher heeft niet de verwachte besparing van € 40.000 opgeleverd. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de formatie.
ONTWERPTOELICHTING T.B.V. OPENBARE BESLUITENLIJST
De proef met de vouchers voor televisie, wasmachine, koelkast, fiets en fornuis is afgerond. Het aantal verstrekte produkten is toegenomen in plaats van afgenomen. De verwachte besparing is niet gerealiseerd. Redenen hiervoor zijn extra aanvragen als gevolg van een mailing aan UWV klanten en meer aanvragen veroorzaakt door de toegenomen werkloosheid. Door deze ontwikkeling is niet direct een conclusie te trekken of de voucher een beperkende werking heeft gehad op het aantal aanvragen. Wellicht dat zonder het vouchersysteem er nog meer aanvragen zouden zijn ingediend. De bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en kosten woninginrichting wordt met ingang van 1 juli 2012 verstrekt in de vorm van leenbijstand, conform raadsbesluit van november 2011. Aan de
toekenning van deze leenbijstand koppelen wij een prestatieafspraak. Door deze prestatie te doen kan een cliënt in aanmerking komen voor kwijtschelding van de leenbijstand. Hiervan zijn de basis levensbehoeften ‘wassen, koken en koelen’ uitgezonderd. De voucher en bijstand om niet voor wasmachine, koelkast en fornuis wordt voortgezet. TOELICHTING/AANDACHTSPUNTEN T.B.V. COLLEGE
BIJLAGE(N)
-
Notitie Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen, toegespitst op de evaluatie van de voucher en kwijtschelding van leenbijstand Begrotingswijziging 2012 Advies Cliëntenraad Wet Werk en Bijstand Advies Adviesraad Inkomen & Arbeid
ADVIES VOOR BESLISSING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS CASENUMMER
12G200739 ONDERWERP
Evaluatie voucher & beleidsregels kwijtschelding LNB
AANLEIDING EN DOEL
Aanleiding voor dit advies vormen de afgesproken evaluatie van de voucherregeling en de aan de raad toegezegde beleidsregels voor kwijtschelding van leenbijstand. Doel is om enerzijds invulling te geven aan de kwijtscheldingsmogelijkheid voor leenbijstand en anderzijds een onderbouwd besluit te nemen over al dan niet voortzeten van de voucherregeling. OVERWEGINGEN
In 2011 heeft de raad ingestemd met een proef met zogenaamde vouchers voor bijzondere bijstand. Het gaat om een soort van goederenbon waarmee een koelkast, een wasmachine, een televisie, een fornuis en een fiets kunnen worden aangeschaft. Met de bon haalt de klant één deze producten (tot een maximumbedrag) af bij één van de mogelijke leveranciers. Uitgangspunt blijft daarbij wel dat de noodzakelijkheid moet worden aangetoond. Eind 2011 heeft de raad ingestemd met het invoeren van een systeem van leenbijstand voor alle andere producten die onder duurzame gebruiksgoederen en woninginrichting vallen. Onderdeel van dit besluit was een kwijtscheldingsmogelijkheid door het leveren van een bepaalde tegenprestatie. Hiervoor dienden dan nog wel beleidsregels opgesteld te worden. Door de portefeuillehouder is aan de raad toegezegd dat deze beleidsregels ter bespreking aan de commissie sociaal worden aangeboden. Inmiddels zijn deze beleidsregels voor WWB-klanten en niet-WWB-klanten opgesteld. U treft deze als bijlage aan. Uitgangspunten hierbij zijn het handhaven van een sociaal gezicht, zo min mogelijk uitvoeringslasten en eigen verantwoordelijkheid van de klant. De beleidsregels komen in het kort neer op het volgende: een wwb klant die zodanige vorderingen in zijn traject maakt dat hij een stap maakt op de participatieladder, komt in aanmerking voor kwijtschelding een niet wwb klant die vrijwilligerswerk verricht komt in aanmerking voor kwijtschelding. In het kader van maatwerk worden deze prestaties en de hoogte van de kwijtschelding nader toegelicht in de beschikking aan de cliënt. De cliënt weet dan precies welke prestatie tot kwijtschelding leidt. Wordt de prestatie verricht, dan kan de cliënt zijn contactpersoon verzoeken om de aflossing stop te zetten en kwijtschelding te overwegen. De aflossing stopzetten kan per direct in het systeem geregeld worden. De kwijtschelding wordt bij het reguliere (debiteuren)heronderzoek beoordeeld. Hierbij wordt de uitvoering zo min mogelijk belast. De proef met de voucherregeling is inmiddels geëvalueerd. Samengevat kan worden gesteld dat de leveranciers tevreden zijn en dat van klanten geen negatieve signalen zijn ontvangen. Vanuit de cliëntenraad is het advies ontvangen om dit systeem (bijstand om niet via een voucher) te handhaven voor wassen, koken en koelen. Een wasmachine, een fornuis en een koelkast worden als elementaire levensbehoeften gezien. In de proefperiode is het aantal aanvragen, in tegenstelling tot hetgeen verwacht werd niet afgenomen. De verwachte besparing is niet gerealiseerd. Redenen hiervoor zijn extra aanvragen als gevolg van een mailing aan UWV klanten en meer aanvragen veroorzaakt door de toegenomen werkloosheid. Door deze ontwikkeling is niet direct een conclusie te trekken of de voucher een beperkende werking heeft gehad op het aantal aanvragen. Wellicht dat zonder het vouchersysteem er nog meer aanvragen zouden zijn ingediend. Alles afwegend kan worden geconstateerd dat leenbijstand met een kwijtscheldingsmogelijkheid kan worden ingevoerd met ingang van 1 juli 2012. Dit met uitzondering van de koelkast, de wasmachine en het fornuis, deze producten worden als elementaire levensbehoeften gezien. Deze worden middels het systeem van vouchers om niet verstrekt. Een andere uitzondering vormen producten van minder dan € 100, hiervoor is kwijtschelding via een tegenprestatie niet mogelijk.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Bij het vaststellen van de armoedenota 2012-2015 is ingezet op een besparing van € 150.000 op bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en kosten woninginrichting. Nu de leenbijstand pas ingaat op 1 juli 2012 en er kwijtschelding mogelijk is, moeten we deze besparing bijstellen. Ondanks de kwijtscheldingsmogelijkheid verwachten wij dat een besparing van € 75.000 haalbaar is. De overige € 75.000 compenseren wij uit een meevaller op de bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage WMO. Wij verwijzen naar de bijlage: Begrotingswijziging.
VERVOLGTRAJECTEN EN -PRODUCTEN
Het college zal voor 1 juli 2013 de kwijtschelding evalueren.
ADVIES AAN HET COLLEGE
Aan het college wordt voorgesteld: kennis te nemen van de evaluatie van de vouchers het vouchersysteem, met bijstand om niet, voort te zetten voor wasmachine, koelkast en fornuis de vouchers voor de televisie en fiets af te schaffen per 1 juli 2012 deze twee producten onder het regime van leenbijstand te brengen bijgaande beleidsregels vast te stellen over kwijtschelding van leenbijstand voor duurzame gebruiksgoederen en kosten woninginrichting per 1 juli 2012 de evaluatie van de vouchers en de beleidsregels kwijtschelding leenbijstand conform afspraak met de raad aan de commissie Sociaal ter bespreking voor te leggen
Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen, toegespitst op de evaluatie van de voucher en kwijtschelding van leenbijstand
Aanleiding In de raad van november 2011 is de nota Armoedebeleid 2012-2015 vastgesteld. Hierin is onder andere besloten om de bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en woninginrichting in de vorm van leenbijstand te verstrekken. Er wordt een besparing verwacht van € 150.000 per jaar. Eerder was al besloten, in het kader van de bezuinigingsopdrachten, om te kijken of de grote uitgavenpost voor duurzame gebruiksgoederen omlaag zou kunnen. Hiervoor is een proef ingezet met vouchers voor televisie, wasmachine, fiets, fornuis en koelkast vanaf juni 2011. De verwachting was onder andere dat er minder aanvragen zouden volgen en dat er daarmee ook minder geld werd uitgegeven. Deze proef is ingezet voor een jaar en wordt daarna geëvalueerd. Bij het behandelen van het Armoedebeleid 2012-2015 is Motie D2-M3 (motie ‘leenbijstand’) aangenomen. Met deze motie is besloten om het instellen van leenbijstand gedeeltelijk te koppelen aan de evaluatie van de voucher. Belangrijk in deze motie is dat er een prestatieafspraak wordt gekoppeld aan de toekenning van leenbijstand. Door eigen inspanning, namelijk door het verrichten van die prestatie, kunnen cliënten in aanmerking komen voor kwijtschelding. Hiervoor moeten beleidsregels worden opgesteld. Totdat deze beleidsregels vastgesteld zijn, wordt de bijzondere bijstand nog niet in de vorm van leenbijstand verstrekt. De voucher regeling voor koelen, wassen en koken wordt gehandhaafd tot 1 juli 2012 en dan geëvalueerd. De beleidsregel wordt vooraf met de gemeenteraad gecommuniceerd. Hoe is de situatie nu? Duurzame gebruiksgoederen worden nog steeds om niet verstrekt. Vijf producten worden via de voucher om niet verstrekt: televisie, wasmachine, koelkast, fiets en fornuis. Er is inmiddels een evaluatie uitgevoerd met betrekking tot de voucher. Er zijn beleidsregels opgesteld om uitvoering te geven aan de mogelijkheid voor cliënten om kwijtschelding van leenbijstand te kunnen krijgen. We bespreken eerst de evaluatie van de proef met de voucher. Vervolgens verwerken we de uitkomsten hiervan in een advies over kwijtschelding van leenbijstand. We nemen hierin mee de overwegingen van de raad en de adviezen van de geraadpleegde adviesraden.
Mei 2012
Pagina 1 van 7
Evaluatie Voucher Uitkomsten evaluatie: Het aantal aanvragers is toegenomen. Het aantal verstrekkingen is toegenomen. Het totale bedrag aan bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen (kosten inrichting/huisraad) is toegenomen.
De doelen van de proef met de voucher zijn als volgt geformuleerd: minder verstrekkingen witgoed, in het bijzonder toegespitst op de televisie, wasmachine, koelkast, fornuis en fiets (dit zijn de 5 producten waarvoor de proef geldt) hierdoor een besparing realiseren van € 40.000 voorkomen van fraude door het direct afvoeren van het defecte apparaat voorkomen dat cliënten geld bijleggen en een extra duur apparaat kopen, duurder dan noodzakelijk. Inschatting bij de start van de proef was dat er in 2010 150 televisies zijn verstrekt. Vervolgens is een opsomming gemaakt van 150 stuks van ieder van de 5 duurzame gebruiksgoederen. Het doel is een besparing te realiseren van € 40.000. De totale kostenpost voor duurzame gebruiksgoederen (inrichting/huisraad) ligt in 2010 op € 471.195. De voucher is ingevoerd per 1 juni 2011. Er is in april 2012 uitgebreid onderzoek gedaan naar de verstrekkingen van duurzame gebruiksgoederen over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 maart 2012. Op de volgende wijze is onderzoek gedaan. 1. Het uitkeringssysteem is geraadpleegd en er zijn enkele honderden dossiers ingezien om helder te kunnen registreren wat er precies is toegekend en tot welke prijs. Dit onderzoek strekt zich uit over 2010, 2011 en het eerste kwartaal 2012. In het systeem is vanaf juni 2011 een onderscheid gemaakt tussen voucher of geen voucher. 2. Bij volledige woninginrichting is aangenomen dat dit inclusief wasmachine, koelkast, fornuis en tv is. Deze artikelen zijn dan ook meegeteld in de aantallen producten. Hier is geen nader dossieronderzoek voor gedaan. 3. De medewerkers zijn gevraagd naar hun ervaringen met de voucher. Het administratieteam dat de vouchers registreert en uitbetaalt, heeft een volledig overzicht bijgehouden van alle verstrekte vouchers. 4. De leveranciers zijn gevraagd naar hun ervaringen. 5. De ervaringen van de cliënten zijn ontvangen via de Cliëntenraad WWB. Zijn de doelen behaald? Het aantal verstrekkingen van de 5 duurzame gebruiksgoederen is niet gedaald, maar zelfs (flink: 15% in 2011 en wellicht 40% in 2012) toegenomen. Er is geen besparing gerealiseerd. Er is in 2011 20% meer in geld verstrekt dan in 2010. Het totaalbedrag lijkt in 2012 wel wat te dalen, maar bijft dan nog boven het bedrag van 2010. De defecte apparaten zijn vaak wel afgevoerd, veelal door de leveranciers. Cliënten hebben vouchers gebruikt om het noodzakelijke apparaat te kopen, zonder geld bij te leggen. Het vouchersysteem loopt volgens de leveranciers nu soepel en ze zijn er tevreden over. Van cliënten horen we nauwelijks klachten, een enkele keer wordt een voucher niet verzilverd. Dit is gezien de verhouding tot het aantal vouchers niet nader onderzocht (van de 622 vouchers zijn er 4 niet verzilverd door 2 verschillende aanvragers). Punten van aandacht: De uitvoeringskosten zijn toegenomen, want naast de tijd die de consulent besteedt aan het verwerken van een aanvraag bijzondere bijstand, besteedt het administratieve team ongeveer 10 uur per week aan het vouchersysteem (registreren, controle en uitbetaling) Het lijkt er op dat tweedehands fietsen sinds de voucher bijna allemaal € 150 kosten.
Mei 2012
Pagina 2 van 7
Overzicht van aantallen en bedragen uit het uitkeringssysteem GWS4ALL van Sociale 2010 2011 2012 Eerste kwartaal waarvan waarvan vouchers vouchers (jun-dec) Wasmachines 252 284 147 79 50 Koelkasten 194 217 92 71 39 Fornuizen 154 178 74 47 18 Televisies 136 152 69 51 21 Fietsen 85 111 72 40 40 821 942 454 288 168 Opmerkingen 104 complete 72 complete In het eerste AANNAME: woninginrichtingen. woninginrichtingen. kwartaal al 29 Bij complete complete woninginrichtingen Dit is incl. 5 status- Dit is incl. 30 inrichtingen geldt dat alle houdersgezinnen statushouders witgoed extra en 18 cliënten gezinnen en 6 waarvan 11 voor geteld wordt, “nazorg excliënten ‘nazorg statushouders tenzij er bij gedetineerden” ex-gedetineerden’ staat dat het exclusief vouchers is. De fietsen rekenen wij niet tot complete inrichting. Totale uitgaven aan inrichting/ huisraad plus vouchers
€ 471.195
€ 567.584
€ 123.071
Aantal aanvragers
628
(waarvan € 135.165 aan vouchers) 674
(waarvan € 48.278 aan vouchers) 198
Zaken 2012 omgerekend naar heel jaar
387 355 259 275 160 Complete woninginrichtingen geschat op het hele jaar 100?
792
In de motie ‘leenbijstand’ is aangenomen dat de vouchers een remmende werking hebben op het aantal aanvragen. Dit blijkt niet zo te zijn, gezien de aantallen producten. De totale uitgaven zijn wel aan het dalen, maar blijven boven het bedrag van 2010 uitkomen als we het op een jaar doorrekenen. Deze daling kan wel een indicatie geven van het feit dat het toegekende bedrag per product daalt. Overigens is de stijging van het aantal aanvragen wellicht te koppelen aan het feit dat landelijk de armoede toeneemt. In Hengelo neemt ook het aantal WW-ers toe alsmede het aantal mensen met een bijstandsuitkering. In juli 2011 heeft UWV een mailing verstuurd naar al haar cliënten met een minimum inkomen over de armoederegelingen. Dit alles maakt dat we rekening moeten houden met een toegenomen aantal mensen dat de armoederegelingen nodig heeft. Het is dan niet raar dat het aantal aanvragen voor duurzame gebruiksgoederen toeneemt. Het is niet ondenkbaar dat zonder de voucher het aantal verstrekte goederen zelfs nog hoger had gelegen. Dit is echter niet aan te tonen. We constateren dat ons armoedebeleid nog steeds nodig is. Mensen die de vervanging van een duurzaam gebruiksgoed niet kunnen bekostigen, vinden hun weg naar de gemeente. De inzet van de voucher heeft voor zover wij kunnen aantonen geen remmende werking op het aantal aanvragen. Winkeliers geven aan dat het ‘betalen’ met vouchers vrijwel probleemloos verloopt. Bij enkele winkeliers is het assortiment zelfs verruimd in de prijsklasse die past binnen de voucher. Hiermee is dus voor onze cliënten ook meer keuzevrijheid gecreëerd. Er is in de commissie Sociaal en tijdens de raadsvergadering, mede namens de Cliëntenraad, de wens geuit om in ieder geval voor drie artikelen met vouchers te blijven werken (koelen, wassen, koken). Om verschulding te voorkomen, zeker ter vervanging van de meest elementaire voorzieningen, wordt hier op aangedrongen. Door de voucher voor deze drie producten voort te zetten, blijven deze elementaire voorzieningen buiten het regime van leenbijstand.
Mei 2012
Pagina 3 van 7
Wij hebben de voorkeur voor het werken met één systeem. Het is echter niet onmogelijk om naast het systeem van leenbijstand te werken met een voucher voor wasmachine, fornuis en koelkast.
Kwijtschelding leenbijstand
De beleidsregels voor kwijtschelding leenbijstand zijn per 1 juli 2012 van toepassing. Per 1 juli 2012 wordt de bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en woninginrichting in de vorm van leenbijstand verstrekt. Aan deze leenbijstand wordt een prestatieafspraak gekoppeld, waarmee de cliënt voor kwijtschelding in aanmerking kan komen. Dit besluit geldt niet voor bijzondere bijstand voor wasmachine, koelkast en fornuis. Voor deze drie elementaire voorzieningen wordt de voucher voortgezet.
Voor het vormgeven van kwijtscheldingsbeleid zijn we uitgegaan van de volgende punten: 1. sociaal gezicht De cliënt wordt in de gelegenheid gesteld om de leenbijstand op een andere wijze af te lossen dan met geld. Van de cliënt wordt een prestatie verlangd die haalbaar is, bijvoorbeeld het met succes afronden van een traject. 2. zo min mogelijk uitvoeringslasten Voor de uitvoering is van belang dat er zo min mogelijk beslismomenten zijn in het aflossings- en kwijtscheldingsproces. 3. initiatief bij de cliënt De cliënt kan door eigen actief gedrag (een deel van) de aflossing kwijtgescholden krijgen. Als de afgesproken prestatie is gehaald, neemt de cliënt contact op met de klantmanager. Individuele bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt vanaf juli 2012 verstrekt in de vorm van leenbijstand. Kwijtscheldingsbeleid wordt opgesteld om belanghebbenden in de gelegenheid te stellen (een deel van) de aflossing te voldoen op een andere wijze dan via financiële middelen. Wij zijn er van overtuigd dat iedereen capaciteiten heeft om in te zetten. Ons doel is mensen te stimuleren deze capaciteiten te (leren) gebruiken. Iedereen die nog ontwikkelingsmogelijkheden heeft, wordt wellicht via deze financiële prikkel van leenbijstand gemotiveerd om die ontwikkeling ook in te zetten. Mensen die geen enkele ontwikkelingsmogelijkheid meer hebben, kunnen de bijzondere bijstand om niet ontvangen (leenbijstand, tenzij..). Vanuit de raad is de wens naar voren gekomen om zoveel mogelijk de nota’s Sterker aan het Werk en Armoedebeleid 2012-2015 te koppelen. De prestatie die gekoppeld wordt aan de kwijtschelding ligt dan ook bijna vanzelfsprekend op het gebied van participatie. Wij stellen voor dat er onderscheid wordt gemaakt tussen cliënten die een uitkering voor levensonderhoud van de gemeente ontvangen en cliënten die een ander soort inkomen hebben. A. Cliënten met een bijstandsuitkering zijn door hun klantmanager ingedeeld op de participatieladder. De indeling op deze ladder gebeurt op zo objectief mogelijke gronden en geeft een goede indicatie van de mogelijkheden van de cliënt op het gebied van participatie. Door een stap op deze ladder te zetten, kan de cliënt voor kwijtschelding in aanmerking komen. B. De tweede groep mensen, met ander inkomen, zijn niet ingedeeld op onze participatieladder. Een deel van deze mensen heeft inkomen uit werk. Een ander deel heeft inkomen uit uitkering van een andere instantie. Deze cliënten wordt via een meer algemeen gestelde prestatie de
Mei 2012
Pagina 4 van 7
mogelijkheid geboden om kwijtschelding te krijgen. Ook deze prestatie zal op het gebied van participatie liggen. Wij kiezen hierbij voor het verrichten van vrijwilligerswerk. Indien de aanvrager al vrijwilligerswerk verricht telt dit uiteraard ook mee. Door het verrichten van vrijwilligerswerk, kan de cliënt voor kwijtschelding in aanmerking komen. De adviesraden vragen aandacht voor de werkdruk en dilemma’s in de uitvoering. Het proces van kwijtschelding moet objectief en stapsgewijs worden weergegeven. Er moet wellicht een soort stappenplan uitgewerkt worden om de vorm van de prestatie in verhouding te brengen met de hoogte van de kwijtschelding. Ook wordt verzocht om na een jaar te evalueren of de uitgangspunten voldoen. Wij hebben vernomen welke dilemma’s er spelen in de uitvoering. Wij stellen ons op het standpunt dat aan de hand van deze beleidsregels het mogelijk is om maatwerk te verrichten. Cliënten kunnen hiermee met een voor hun haalbare prestatie kwijtschelding verkrijgen. Hierbij tekenen wij aan dat het optimaal in verhouding brengen van de prestatie en de hoogte van de kwijtschelding veel extra werk en administratie met zich meebrengt. Wij stellen daarom voor daar een niet te gedetailleerde oplossing te kiezen. Wij zullen de uitvoering van deze beleidsregels na een jaar evalueren.
Mei 2012
Pagina 5 van 7
Beleidsregel kwijtschelding leenbijstand 1. Kwijtschelding is mogelijk wanneer de cliënt een toekenning bijzondere bijstand ontvangt voor duurzame gebruiksgoederen inclusief woninginrichting, in de vorm van leenbijstand. 2. Kwijtschelding wordt verleend op de volgende wijze A. voor cliënten met een uitkering voor levensonderhoud van sociale zaken of B. voor cliënten met een ander inkomen:
A. Kwijtschelding via een stap op de participatieladder. 1. cliënt is actief in een activeringstraject en behaalt een van te voren gesteld doel. 2. cliënt informeert hierover de klantmanager. 3. klantmanager stopt de aflossing van de leenbijstand per eerstvolgende hele maand. 4a. klantmanager laat de cliënt die het gestelde doel heeft behaald, in aanmerking komen voor kwijtschelding. Dit wordt beoordeeld bij een regulier (debiteuren)heronderzoek. 4b. blijkt bij het (debiteuren)heronderzoek dat het doel niet is behaalt, dan laat de klantmanager de aflossing voor de leenbijstand weer ingaan als maandelijkse verplichting.
B. Kwijtschelding via vrijwilligerswerk. 1. cliënt meldt zich bij Servicepunt vrijwilligerswerk Hengelo. 2. klantmanager ontvangt hiervan binnen 1 werkdag bericht per mail. 3. klantmanager stopt de aflossingsverplichting van de leenbijstand per eerstvolgende hele maand. 4. cliënt heeft een gesprek met een medewerker van het Servicepunt Vrijwilligerswerk. Het proces van matching wordt opgestart. 5. als er een plaatsing mogelijk is, krijgt de klantmanager bericht van de cliënt. 6a. klantmanager laat de cliënt die binnen 6 maanden feitelijk vrijwilligerswerk verricht zoals hierboven benoemd, in aanmerking komen voor kwijtschelding. Dit wordt beoordeeld bij een regulier (debiteuren)heronderzoek. 6b. heeft klantmanager binnen 6 maanden na de melding genoemd onder punt 2 geen bericht van cliënt ontvangen dat er vrijwilligerswerk verricht wordt, dan wordt de aflossingsverplichting voor de leenbijstand weer voortgezet. Dit wordt beoordeeld bij een regulier (debiteuren)heronderzoek.
3. Kwijtschelding kan alleen verleend worden voor dat deel dat nog niet is afgelost.
Mei 2012
Pagina 6 van 7
4. Kwijtschelding wordt in principe niet verleend: a. b.
c.
Bij leenbijstandtoekenningen onder de € 100,00 op jaarbasis. Wanneer bijstand wordt verstrekt in een situatie waarin redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om over de betreffende periode (zelf) in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien (artikel 48 lid 2 onderdeel a); Wanneer de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, ofwel als de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van verwijtbaar gedrag of handelen (artikel 48 lid 2 onderdeel b). Hier wordt niet onder verstaan het enkele feit dat iemand met een minimum inkomen niet heeft kunnen reserveren voor de vervanging van een duurzaam goed.
Mei 2012
Pagina 7 van 7
product
kostenplaats hoofdrekening
omschrijving
wijziging
bijzondere bijstand bijzondere bijstand
6614320 6614320
442300 GWS leenbijstand ea verstrekkingen 462200 interne bijdrage aan WMO
75.000 kosten vallen hoger uit -75.000 minder interne bijdrage aan wmo
wmo wmo
6622101 6622101
862200 842100
75.000 minder bijdrage vanuit bijz bijstand -75.000 hogere opbrengsten eigen bijdrage
interne bijdrage van BB Ov. opbrengsten van derden
per saldo budgettair neutraal
Illinium II mil
Stuknummer: 471327 Registratiedatum: 01/03/2012
Adviesraad Inkomen en Arbeid
k\W
Aan het college van Burgemeester en Wethouders t.a.v. drs. M.A. ten Heuw Hengelo, 29 februari 2012.
Geachte mevrouw Ten Heuw,
Op 14 februari 2012 hebt u de Adviesraad Inkomen en Arbeid (AIA) verzocht op korte termijn advies uit te brengen over de beleidsregels kwijtschelding leenbijstand. De AIA biedt u hierbij het gevraagde advies aan. De AIA verzoekt u op dit advies te reageren en aan te geven op welke wijze de gemeente dit advies betrekt bij verdere beleidsontwikkelingen.
Namens Adviesraad Inkomen en Arbeid, Dr. H.T.M. Ritzen Voorzitter
Adviesraad Inkomen en Arbeid
am Adviesraad voor Inkomen en Arbeid Uitgebracht advies d.d. 29 februari 2012 Onderwerp: beleidsregels gebruiksgoederen en kwijtschelding leenbijstand Aanleiding, kader Onderliggend advies is gebaseerd op de motie 'Leenbijstand' bij nota Armoedebeleid (stuknummer 454154) en de 'Beleidsregels duurzame gebruiksgoederen en kwijtschelding leenbijstand'. Dit advies is mede gebaseerd op het verstrekte advies van 27 September 2011 waarin de Adviesraad heeft geadviseerd middelen te verstrekken in de vorm van leenbijstand. In het verlengde van het advies van 27 September 2011 is geadviseerd om afhankelijk van de positieve resultaten van re-integratie het geleende bedrag om te zetten in een schenking. Op basis van de motie en de uitwerking ervan, verwoord in de beleidsregels duurzame gebruiksgoederen, constateert de adviesraad dat enerzijds gekozen is voor het verstrekken van duurzame gebruiksgoederen in de vorm van leenbijstand en anderzijds wordt de client de mogelijkheid geboden om bij gerealiseerde prestatieafspraak zijn/haar schuld kwijt te schelden. Advies De Adviesraad kan zich vinden in de constructieve aanpak van het kwijtschelden van schulden en de wijze waarop het kwijtscheldingsproces in de gemeente Hengelo zou kunnen plaatsvinden. In de drie geformuleerde uitgangspunten voor kwijtschelding van de lening moet vanuit het perspectief van 'zo min mogelijk uitvoeringslasten' rekening worden gehouden met de volgende aspecten: 1. De Adviesraad verwacht vanwege de economische crisis een toename van schulden van kwetsbare groepen in de Hengelose samenleving. 2. De Adviesraad verwacht dat de invoering van leenbijstand meer administratieve lasten met zich mee zal brengen, waardoor de indirecte kosten toenemen. Nader onderzoek is nodig om de uitvoeringskosten te inventariseren en af te stemmen op het nieuwe beleid. 3. De Adviesraad stelt voor het proces van kwijtschelding objectief en stapsgewijs vorm te geven, waardoor willekeur voorkomen wordt. Hiervoor moeten de eisen verbonden aan elke trede op de participatieladder op basis van objectieve criteria worden vastgesteld en worden verbonden aan een go - no go om gemeentelijke kwijtschelding te verlenen. 4. Het kader om kwijtschelding te verlenen is gebaseerd op het principe van het belonen van positief (gewenst) gedrag. De uitvoerende instantie moet zich bezinnen op de acties die ondernomen moeten worden bij iemand die buiten zijn schuld om, van trede 4 naar trede 3 op de participatieladder daalt en welke reactiveringactiviteiten vervolgens aangeboden moeten worden. 5. De gemeente moet zich bezinnen op de gevolgen bij het niet nakomen dan wel het gedeeltelijk nakomen van prestatieafspraken. De gemeente moet vervolgens een besluit nemen of de client de volledige lening moet terugbetalen, of een deel hiervan. 6. De prestatieafspraak kan bestaan uit het verrichten van vrijwilligerswerk. In de beleidsregels is dit begrip niet onderbouwd. De kans bestaat dat de beoordeling van het doen van vrijwilligerswerk te subjectief en daarmee fraudegevoelig is. Om uitvoering te kunnen geven aan het verrichten van vrijwilligerswerk door uitkeringsgerechtigden moet de hulpvraag van een particuliere inwoner (of bedrijf/instelling) worden gekoppeld aan de uitkeringsgerechtigde. Dat kan alleen als de hulpvraag helder is geformuleerd en aansluit op de competenties van de uitkeringsgerechtigde. Belangrijke aspecten bij de uitvoering van vrijwillige taken is de digitale registratie en privacybescherming. Samengevat moet onderzocht worden onder welke
Leenbijstand advies
Pagina 1 van 2
29-02-2012
voorwaarden een uitkeringsgerechtigde inwoner kan worden opgedragen om met behoud van uitkering vrijwilligerswerk te verrichten en welke relatie dit heeft met de beschikbaarheid voor net verrichten van betaalde arbeid. 7. Een belangrijk aspect is het onderscheid in de vorm van de prestatie op basis van de hoogte van de verstrekte leenbijstand, dan wel op andere vormen en prestaties. (Verschilt de prestatie per geleende som?). 8. Een goede registratie van de invoering en uitvoering van de leenbijstand is volgens de Adviesraad essentieel. Hiervoor zal de gemeente een goed registratiesysteem moeten invoeren. Daarin wordt geregistreerd: waarvoor de leenbijstand wordt verstrekt; hoe vaak; welke bedragen hiermee gemoeid zijn; hoe vaak de bijstand om niet wordt verstrekt en hoe vaak kwijtschelding wordt verleend; et cetera. 9. Tot slot is het van belang dat de gemeente na een jaar evalueert of de uitgangspunten van het verstrekken van leenbijstand en kwijtschelding voldoen. Tegelijkertijd kan de invoering van het vouchersysteem worden geevalueerd. Slot Bovenstaande aspecten zijn meer dan alleen de kosten van de invoering en uitvoering van de motie! Bewustwording van kosten en processen moeten worden gezien in het verlengde van reactivering van individuele uitkeringsgerechtigde die hiermee het perspectief op betaalde arbeid vergroten en evenwichtig kunnen deelname aan de maatschappelijke verbanden, zowel binnen de gemeente Hengelo als daarbuiten. Namens de Adviesraad,
OR. YlT.n r U ^
Leenbijstand advies
Pagina 2 van 2
29-02-2012
III II llll llll II Stuknummer: 471598 CUentenrsad
We! WerkS Bijsiand
Clientenraad Wet Werk & Bijstand Willem de Clercqstraat 31 7553 VA Hengelo Tel: 074 349 01 65 email: [email protected] website: http://www.clientenraadhenqelo.nl
Registratiedatum: 05/03/2012
Onderwerp: Advies op beleidsregels duurzame gebruiksgoederen en kwijtschelding leenbijstand. Hengelo 29-02-2012
Inleiding: De Clientenraad Wet Werk en Bijstand (hierna te noemen CWWB) wil te kennen geven dat zij net onbegrijpelijk vindt dat in deze barre tijden van ernstige bezuinigingen de gemeente Hengelo de situatie voor mensen met de laagste inkomens nog schrijnender maakt door leenbijstand in te voeren. Wij verwijzen graag naar ons advies op de nota Armoedebeleid waarin wij het volgende hebben gesteld: ....De maatregelen zullen een groep kwetsbare mensen raken die vaakalop een heelsmal randje moeten balanceren... .. ..Leenbijstand zal voor de meeste mensen problemen opleveren. Meer schulden betekenen een neerwaartse spiraal. Ons inziens is voor mensen die van het minimum moeten rondkomen een lening nooit een verstandige keus .... De gemeente staat voor een ruimhartig armoedebeleid. Daar is invoering van leenbijstaand naar ons idee mee in tegenspraak. Wij willen wederom wijzen op de ernst van het stapelingseffect. Te denken valt aan de invoering van de huishoudtoets, de versobering van het basispakket in de gezondheidszorg, de eigen bijdragen in de AWBZ ,de GGZ, Jeugdzorg en Inburgering, de verlaging van de kinderopvang-, huur- en zorgtoeslag naast de verhoging van het eigen risico van de ziektekostenverzekering. De grootste effecten van de stapeling zijn te verwachten bij huishoudens met lage inkomens, bij huishoudens die te maken hebben met multiproblematiek en bij werkende minima met kinderen. Ook ontstaan er stapelingseffecten bij de 'werkende armen'. Deze groep heeft immers ook al te maken met een verlaging van de inkomensnormering tot 110 % waardoor minder gebruik kan worden gemaakt van lokale inkomensondersteunende regelingen. Daarbij verwachten wij dat de invoering van de Wet Werken naar Vermogen de problematiek in de toekomst alleen maar verergert. Uit onderzoek is gebleken dat bij steden in den lande op dit moment het inzicht in de mogelijke stapeling van negatieve effecten ontbreekt en men dus niet weet hoe hier rekening mee te houden in de beleidsontwikkeling. De Clientenraad vraagt zich af of de gemeente Hengelo een dergelijk inzicht wel bezit. Mocht dit niet zo zijn dan is het o.i. onverantwoordelijk dat een maatregel als de leenbijstand aan de stapeling foegevoegd wordt. Nogmaals wijzen wij erop dat leenbijstand een (extra) schuld betekent. Dit draagt bij aan de groei van het aantal mensen met schulden terwijl het juist wenselijk is dat dit aantal afneemt. Het is dan ook met zeer ambivalente gevoelens dat de CWWB adviseert over kwijtscheldingsbeleid. Wij zijn immers mordicus tegen leenbijstand! Advisering:
De CWWB vindt het belangrijk dat eigen initiatief en maatschappelijke activiteit beloond wordt; in die zin is zij het eens met de uitgangspunten van de gemeente Hengelo die immers ook een positieve benadering voorstaat. Om de bijzondere bijstand te gebruiken als prikkel voor dat eigen initiatief en die maatschappelijke activiteit vinden wij echter "not done". Uiteraard begrijpt de Clientenraad dat de gemeente te maken heeft met maatregelen die door de overheid zijn opgelegd. Wij vragen ons alleen af waarom de gemeente Hengelo met eigen maatregelen, in dit geval de invoering van de leenbijstand, de problematiek van/voor haar minima alleen maar vergroot. Het zogenoemd 'ruimhartig beleid' van de gemeente komt hiermee danig in het gedrang, lijkt ons. In het stuk beleidsregels duurzame goederen (09-02-2012) stelt men ervan overtuigd te zijn dat iedereen middelen heeft om in te zetten. Het doel van de gemeente is om mensen te stimuleren deze middelen te zien en te (leren) gebruiken. De CWWB vraagt zich af of alleen deze nobele uitgangspunten de reden zijn om leenbijstand in te voeren of dat het louter en alleen een bezuinigingsmaatregel betreft die verpakt is in mooie bewoordingen. Verder is te lezen dat iedereen die nog ontwikkelingsmogelijkheden heeft wellicht via deze financiele prikkel van leenbijstand gemotiveerd wordt om die ontwikkeling in te zetten. Deze opmerking verbaast ons omdat het o.i. in strijd is met een positieve benadering. Ook wordt in het stuk gesproken van de participatieafspraak: een stap maken op de participatieladder of het verrichten van vrijwilligerswerk. De Clientenraad vindt het geen goede zaak dat de participatieladder als instrument gebruikt wordt. De ladder is primair als meetinstrument bedoeld en niet als verantwoordingsinstrument. Verderop zal duidelijk worden waarom wij vinden dat het gebruik van de ladder als een soort "beloningssysteem" i.v.m. kwijtschelding van leenbijstand wel heel ongelukkig is. Er wordt gesteld dat mensen zonder ontwikkelingsmogelijkheid de bijzondere bijstand om niet kunnen ontvangen. Hoe kan dit verantwoord worden naar 'ladderbestijgers'? Die zullen dit als willekeur ervaren. Vanuit het oogpunt van een gemeente die mensen wil stimuleren is het misschien logisch om mensen te "belonen" voor een stijging op de ladder. Voor de stijger zelf (dus in de praktijk) is het niet erg bemoedigend. Die ziet dat zijn buurman die helemaal nergens aan mee doet zijn nieuwe koelkast gewoon krijgt terwijl hij zelf er een lening voor moet afsluiten! Wat een straf: hoe hoger op de ladder hoe meer moeite men moet doen om kwijtschelding te krijgen! Een volgende vraag: hoe om te gaan met mogelijke 'vastlopers' op trede 3, 4, 5 of zelfs 6? Mensen kunnen buiten hun schuld blijven steken op een trede. Als voorbeeld: iemand doet een opleiding of vrijwilligerswerk, stelt zich dus actief op maar vindt geen werk door de recessie of door leeftijd, hij/zij blijft ondanks een actieve houding en voldoende inzet op dezelfde trede staan en heeft dan volgens de beleidsregels geen recht op kwijtschelding van de leenbijstand! Hetzelfde geldt voor mensen die op trede 6 staan, een betaalde baan hebben (dus actief zijn) maar tot de werkende armen behoren. Een van de uitgangspunten van het kwijtscheldingsbeleid is het sociaal gezicht. Hetgeen we hierboven beschreven hebben zal zeker niet als sociaal ervaren worden. Bovendien: het is en blijft leenbijstand waardoor mensen in de schulden komen. Alles behalve sociaal, naar ons idee. Een ander uitgangspunt is zo min mogelijk uitvoeringslasten. Naast het opstellen van-, een gesprek aangaan over- en het controleren van de prestatieafspraak kan de hele procedure veel vragen en dilemma's opwerpen voor de klantmanager. Hoe dan ook vergt e.e.a. een aantal controlemomenten. En hoe om te gaan met mensen die zich vol goede wil op scholing of in vrijwilligerswerk storten en na drie maanden blijkt dit niet passend te zijn, of het stopt om andere redenen die niets te maken hebben met het zich wel of niet inzetten van de client. Vervalt dan de kwijtschelding? En als er na bv. twee maanden andere scholing of vrijwilligerswerk gevonden wordt gaat dan de kwijtschelding weer in? Anderzijds is het een fraudegevoelig systeem; denk aan een gefingeerd bewijs van het doen van vrijwilligerswerk of aan stoppen zonder dat door te geven.
T.a.v. de eigen verantwoordelijkheid van de klant, zoals genoemd in uitgangspunt drie, het volgende: de eigen verantwoordelijkheid van de klant kan misschien wel de bedoeling van de beleidsmakers zijn maar er komt toch heel wat werk op het bordje van de klantmanager te liggen (zie boven). Verder wordt in het stuk vermeld dat kwijtschelding niet verleend wordt voor een bedrag onder€ 100 op jaarbasis. De Clientenraad neemt aan dat het bekend is dat (helaas) het gebruik van de voedselbank, ook in Hengelo, zeer sterk toeneemt. Als mensen geen voedsel kunnen kopen, waarom worden ze dan wel in staat geacht om een lening van € 50 of € 75 af te betalen? Bovendien wordt gesteld dat het niet kunnen reserveren van een bedrag voor duurzame goederen voor mensen met een minimuminkomen geen verwijtbaar feit is. Hoe valt dan te verklaren dat mensen die niet kunnen reserveren wel in staat geacht worden een lening af te betalen? In motie D2-M3 (motie "Leenbijstand" bij nota Armoedebeleid) wordt gesteld dat de vouchers een remmende werking hebben op het aantal aanvragen. Wij vragen ons af over hoeveel tijd dat gemeten is en op welke manier. Daarnaast lijkt ons de "bijzondere bijstand om niet, tenzij...." een vrij simpel en redelijk waterdicht systeem. Bijvoorbeeld: Wasmachine van client is kapot—> client dient aanvraag bijzondere bijstand in—•medewerkers sociale werkplaats controleren of de wasmachine echt kapot is en zo ja of er nog gerepareerd kan worden—HS er geen mogelijkheid tot reparatie wordt bijzondere bijstand verleend tenzij Het "tenzij" zou bv. in dit geval kunnen zijn dat de wasmachine door verwijtbaar gedrag (bv. vernieling) kapot is gegaan, of dat er minder dan 6 of 7 jaar geleden ook al bijzondere bijstand voor een wasmachine is aangevraagd (er staat immers voor duurzame gebruiksgoederen een bepaalde "gebruikstijd"). Zoals al gezegd lijkt ons dit niet al te hoge uitvoeringslasten op te leveren en is het ook niet te fraudegevoelig (geen enkel systeem is waterdicht). Aanvraag—•controle—>toekenning of niet—>aantekening in dossier client. Als de vouchers inderdaad een remmende werking op het aantal aanvragen hebben is de vraag waardoor dit wordt veroorzaakt. Is er iets misgegaan in de uitvoering van het vorige systeem? Schamen mensen zich om met een voucher naar een winkel te gaan? (In dat geval zou de voucher het niet-gebruik van een maatregel stimuleren, dat kan niet de bedoeling zijn.) Het zou, volgens de CWWB, goed zijn om meer inzicht in het een en ander te hebben.
Samenvattend: De beleidsregels roepen veel vragen op. Leenbijstand is niet sociaal, mensen met de laagste inkomens worden al hard aangepakt; het is niet nodig om ze over het randje te duwen. Volgens de CWWB zit er een vreemde tegenstelling in de beleidsregels. Het zal door clienten als zeer verwarrend ervaren worden dat wanneer zij hun best doen de eigen situatie te verbeteren zij 'afgestraft' worden met een lening omdat zij nog zogenoemde 'ontwikkelingsmogelijkheden' hebben; dit in tegenstelling tot clienten op trede 1 en 2 die de bijstand om niet krijgen. De beleidsregels leveren extra werk op voor de klantmanagers. De CWWB vindt het belangrijk dat eigen initiatief en maatschappelijke activering beloond worden maar is het er pertinent niet mee eens om hierbij de participatieladder als "beloningssysteem" te gebruiken. We widen eindigen waar we ook mee begonnen zijn: leenbijstand is geen goede zaak!
Het voorlaatste systeem van "bijzondere bijstand om niet, tenzij..." is de meest sociale aanpak. Daarnaast is het ook de meest duidelijke en minst tijdrovende aanpak. Als het "tenzij" goed en duidelijk gedefinieerd is kan de klantmanager er op een heldere manier mee omgaan en valt e.e.a. kort en bondig uit te leggen aan de client.
Afsluitend hoopt de CWWB dat de gemeente Hengelo niet vergeet haar naam als beste Sociale Dienst van Nederland hoog te houden!
Namens de Clientenraad, Margriet Veldhuis Interim Voorzitter
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
12G200831
PORT.HOUD:
ONDERWERP:
1e beleidsrapportage 2012.
Mulder
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen B B B
Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
23/5 LN
Datum 12-06-2012 12-06-2012 14-06-2012 26-06-2012
Opmerkingen griffier: Iedere commissie behandelt de voor haar relevante onderdelen.
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
x
13-06-2012
Sociaal
Agendapunt:
10
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 478762
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200831 478818 / 478818
H. Oude Hesselink
PF
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
e
1 Beleidsrapportage 2012.
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
Diversen
REDEN VAN AANBIEDING
Combinatie van bestuurlijke toezegging en begroting. De 1e Beleidsrapportage 2012 (Berap) past binnen de afspraken van de “Dienstregeling planning en control” om twee keer per jaar de gemeenteraad inzicht te geven in de stand van zaken rond de uitvoering van de Beleidsbegroting 2012. Door middel van dit voorstel presenteren wij u de 1e Berap 2012.
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
In de 1e Beleidsrapportage 2012 meldt het college de raad de afwijkingen ten opzichte van de Beleidsbegroting 2012, zowel inhoudelijk als financieel. Naast afwijkingen wordt in de Berap ook gerapporteerd over politiek-bestuurlijk relevante ontwikkelingen, die zich binnen de diverse beleidsterreinen in de programma’s voordoen. De inzichten uit deze Berap leiden op dit moment tot een geprognosticeerd negatief resultaat voor het begrotingsjaar 2012 van afgerond 876.000,-. De a. b. c. d. e. f. g.
belangrijkste oorzaken voor deze tegenvaller zijn: lagere parkeeropbrengsten hogere kosten schuldhulpbemiddeling minder verstrekkingen huishoudelijke hulp hogere kosten leerlingenvervoer lagere dividenduitkeringen correctie begroting i.v.m. onjuiste stelpost meevaller aandeel GBT Hengelo 2011
(x 1.000)
- 500 - 150 +200 - 200 - 130 - 260 +134
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
n.v.t.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. in te stemmen met de 1e Beleidsrapportage 2012 met een geprognosticeerd tekort van € 876.000,2. de onomkeerbare en feitelijk niet meer bij te sturen afwijkingen van het negatieve resultaat ad € 186.000,- via begrotingswijziging te verwerken in de Beleidsbegroting 2012 waarbij het resultaat vooralsnog ten laste van het begrotingssaldo 2012 zal worden gebracht. 3. Het college op te dragen de negatieve afwijkingen ad € 876.000,- via bijsturing van beleid en/of uitvoering te beïnvloeden en tijdens de behandeling van deze beleidsrapportage in de commissies hierover te rapporteren.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
1e Beleidsrapportage 2012
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200831
H. Oude Hesselink
PF
Mu
ONDERWERP
1e Beleidsrapportage 2012.
AANLEIDING EN DOEL
De 1e Beleidsrapportage 2012 past binnen de afspraken van de “Dienstregeling planning en control” om twee keer per jaar de gemeenteraad inzicht te geven in de stand van zaken rond de uitvoering van de Beleidsbegroting 2012. Door middel van dit voorstel presenteren wij u de 1e Berap 2012.
OVERWEGINGEN
In de 1e Beleidsrapportage (Berap) 2012 meldt het college de raad de afwijkingen ten opzichte van de Beleidsbegroting 2012, zowel inhoudelijk als financieel. Naast afwijkingen wordt in de Berap ook gerapporteerd over politiek-bestuurlijk relevante ontwikkelingen, die zich binnen de diverse beleidsterreinen in de programma’s voordoen.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
In de 1e Beleidsrapportage (Berap) 2012 meldt het college de raad de afwijkingen ten opzichte van de Beleidsbegroting 2012, zowel inhoudelijk als financieel. Naast afwijkingen wordt in de Berap ook gerapporteerd over politiek-bestuurlijk relevante ontwikkelingen, die zich binnen de diverse beleidsterreinen in de programma’s voordoen. De inzichten uit deze Berap leiden op dit moment tot een geprognosticeerd negatief resultaat voor het begrotingsjaar 2012 van afgerond 876.000,-. De h. i. j. k. l. m. n.
belangrijkste oorzaken voor deze tegenvaller zijn: lagere parkeeropbrengsten hogere kosten schuldhulpbemiddeling minder verstrekkingen huishoudelijke hulp hogere kosten leerlingenvervoer lagere dividenduitkeringen correctie begroting i.v.m. onjuiste stelpost meevaller aandeel GBT Hengelo 2011
(x 1.000)
- 500 - 150 +200 - 200 - 130 - 260 +134
Voorstel is om de onomkeerbare en niet meer bij te sturen afwijkingen te verwerken in de begroting. Het betreft de volgende posten: Voor de overige afwijkingen is de insteek deze via bijsturing van beleid en/of uitvoering te beïnvloeden en tijdens de behandeling van deze beleidsrapportage in de commissies hierover te rapporteren.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
n.v.t.
VERVOLGTRAJECT EN -PRODUCTEN
n.v.t.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. in te stemmen met de 1e Beleidsrapportage 2012 met een geprognosticeerd tekort van € 876.000,2. de onomkeerbare en feitelijk niet meer bij te sturen afwijkingen van het negatieve resultaat ad € 186.000,- via begrotingswijziging te verwerken in de Beleidsbegroting 2012 waarbij het resultaat vooralsnog ten laste van het begrotingssaldo 2012 zal worden gebracht. 3. Het college op te dragen de negatieve afwijkingen ad € 876.000,- via bijsturing van beleid en/of uitvoering te beïnvloeden en tijdens de behandeling van deze beleidsrapportage in de commissies hierover te rapporteren.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
12G200831
H. Oude Hesselink
PF
Mu
ONDERWERP
1e Beleidsrapportage 2012.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
1. in te stemmen met de 1e Beleidsrapportage 2012 met een geprognosticeerd tekort van € 876.000,2. de onomkeerbare en feitelijk niet meer bij te sturen afwijkingen van het negatieve resultaat ad € 186.000,- via begrotingswijziging te verwerken in de Beleidsbegroting 2012 waarbij het resultaat vooralsnog ten laste van het begrotingssaldo 2012 zal worden gebracht. 3. Het college op te dragen de negatieve afwijkingen ad € 876.000,- via bijsturing van beleid en/of uitvoering te beïnvloeden en tijdens de behandeling van deze beleidsrapportage in de commissies hierover te rapporteren.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Beleidsrapportage 2012-1 I.
INLEIDING.
In deze Beleidsrapportage 2012 (berap) wordt ingegaan op relevante afwijkingen, die zich naar verwachting zullen voordoen ten opzichte van de in de Beleidsbegroting 2012 gepresenteerde voornemens en cijfers. Basis voor deze rapportage zijn de actuele ontwikkelingen en cijfers per ultimo maart 2012. Gezien deze korte rapportageperiode dienen de meeste ontwikkelingen en de gesignaleerde afwijkingen als indicatief te worden beschouwd. Het biedt nog mogelijkheden tot sturing en bijstelling in zowel beleid als uitvoering voor het begrotingsjaar 2012, die ook in de meerjarenbegroting structureel kunnen doorwerken.
Leeswijzer Deze eerste Berap 2012 laat zich als volgt lezen: I. Inleiding II. Onze gemeente in vogelvlucht (politiek-bestuurlijk, beleid, organisatie, financiën) III. Beleidsprogramma’s nieuwe stijl IV. Het programmaplan (hoofdfuncties) V. Stand van zaken bezuinigingen: A. fase 1: Versoberingsvoorstellen 2011 B. fase 2: Zoekrichtingen 2012 C. fase 3: Bedrijfsvoering VI. Financiën VII. Bedrijfsvoering/organisatie
Bijlagen: 1. OVERZICHT POST ONVOORZIEN/OPTIES NIEUW BELEID 2. FINANCIËLE AFWIJKINGEN MET TOELICHTING
1
II. HENGELO 2012 IN VOGELVLUCHT Bezuinigingen Door het onzekere en ongunstige economische klimaat staan de overheidsfinanciën overal in Europa onder druk. In Nederland en ook in Hengelo. In het jaar 2011 speelden de bezuinigingen al een grote rol, inmiddels is duidelijk dat ook in 2012 opnieuw lastige keuzes gemaakt moeten worden. Hoeveel en waar is lange tijd onduidelijk geweest. De afgelopen maanden was het wachten op wat er uit het Catshuis kwam aan afspraken op rijksniveau. Inmiddels is het Catshuis overleg stuk gelopen, het kabinet gevallen en ligt er nu het stabiliteitsprogramma van de Kunduzcoalitie. In dit programma en met het aftreden van het kabinet worden bepaalde bezuinigingen van rijkswege teruggedraaid, on-hold gezet en worden andere maatregelen getroffen om toch aan de Europese norm van 3% te voldoen. In afwachting van wat er o.a. uit Den Haag zou komen zijn we in Hengelo gestart met een nieuw proces van bezuinigingen. Met ondersteuning van het bureau Berenschot wordt gewerkt aan een takenanalyse en een financieel meerjarenperspectief. Op basis daarvan moet de omvang van de opgave, die voor ons ligt, worden geschetst en de mogelijkheden voor verdere bezuinigingen in kaart worden gebracht. Nu de raadsvergadering van 24 april niet heeft geresulteerd in afspraken over een gezamenlijk proces met de raad ligt het voor de hand dat e.e.a. zal uitmonden in concrete bezuinigingsvoorstellen van ons college; deze zullen onderdeel uitmaken van het proces met uw raad m.b.t. de begrotingsbehandeling 2013.
Samenwerking Zoals al eerder gemeld in de jaarverantwoording 2011 is bestuurlijk afgesproken de samenwerking in netwerkstad- en regioverband te intensiveren. Het huidige financieel-economische klimaat, de forse rijksbesparingen en de verwachte krapte op de overheidsmarkt zijn belangrijke drijfveren voor intensivering van de samenwerking. Die intensivering zal er ook toe moeten bijdragen dat de lopende en komende bezuinigingen kunnen worden opgevangen. In de commissie bestuur van 19 januari jl. is uitgebreid van gedachten gewisseld over beide sporen van de samenwerking: de inhoudelijke en de meer bedrijfsmatige. Wij hebben in een collegebesluit op 28 februari jl. het toekomstgerichte belang van samenwerking onderstreept en aangegeven de nodige kansen in samenwerking te zien vanuit het oogpunt van kwaliteit, reductie van kwetsbaarheid en kostenbesparing. Resultaten van de inhoudelijke samenwerking binnen de Netwerkstad (zoals de bedrijventerreinenvisie en de kantorenvisie) zijn inmiddels met de raad besproken. De voorbereiding van een economische visie is op dit moment in volle gang. De meer bedrijfsmatige samenwerking wordt opgepakt volgens het principe van “coalitions of the willing”. Hengelo zet om te beginnen met stip in op samenwerking m.b.t. Inkoop, Personeel&Organisatie, Informatie & Automatisering, Sociale diensten, Leerplicht, Leerlingenvervoer en leerlingenadministratie, Basisregistratie Grootschalige Topografie en de Transities (AWBZ, Jeugdzorg, Wet Werken naar Vermogen, RUD, Veiligheidsregio). Maar daarbij blijft het niet. Ter illustratie enkele andere samenwerkingsvoorbeelden. De wijze waarop de onderzoek- en statistiekfunctie in Twente kan worden samengebracht nadert het punt van besluitvorming. Onder regie van de secretarissen zijn/worden ook andere facilitaire samenwerkingverbanden nieuw leven ingeblazen, waaronder risicomanagement. Ook ontstaan spontane samenwerkingsverbanden. Een voorbeeld daarvan is de opstelling van nieuwe gemeentelijke rioleringsplannen (GRP) waar Enschede en Hengelo nauw met elkaar samenwerken. De inkoopprofessionals van de Netwerkstadgemeenten komen één dag in de twee weken bij elkaar. De gemeente Hengelo is de trekker van het project inkoopscan. Met deze inkoopscan ontstaat inzicht in de inkoop van de deelnemende gemeenten en kunnen gezamenlijke aanbestedingen worden gedefinieerd.
2
Transities De voorbereiding op de in- en uitvoering van de transities WwnV (Wet Werken naar Vermogen), AWBZ/WMO en Jeugdzorg heeft onze aandacht. Voor wat betreft de transitie AWBZ/WMO is in het eerste kwartaal een zgn. “Future Search” georganiseerd met het doel om gezamenlijk (d.w.z. cliënten, zorgaanbieders en overheden, zowel bestuurlijk als ambtelijk) een stip op de horizon te bepalen. Uitgangspunten daarbij zijn: “iedereen doet mee” en “lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet”. Het resultaat is een visieen keuzenota “Maatschappelijke ondersteuning in Twente”, die aan de gemeenteraden van alle 14 Twentse gemeenten zal worden aangeboden en dient als gezamenlijk vertrekpunt voor de lokale invulling en keuzevraagstukken. Deze transitie heeft in het 1e kwartaal meer aandacht gekregen dan de transitie Jeugdzorg, omdat het tijdpad korter is; start invoering is voorzien per 1 januari 2013. Met betrekking tot de WwnV heeft het eerste kwartaal vooral in het teken gestaan van verzamelen van wat er nodig is. De vraag is welke effecten de invoering van de wet binnen het sociale domein in de breedte heeft. Dit werd bemoeilijkt door het feit dat de wet nog door het parlement moest worden behandeld. Inmiddels is duidelijk dat de wet waarschijnlijk controversieel zal worden verklaard en wordt het voorstel niet meer door dit demissionaire kabinet behandeld. Wij werken (deels in regionaal verband) wel verder aan de onderdelen van de wet die van belang blijven zoals de werkgeversbenadering.
Investeren met gemeenten In 2009 zijn afspraken gemaakt met de provincie ten aanzien van de inzet van de "Essent" gelden. De provincie zou de Hengelose opbrengsten uit de verkoop van aandelen Essent (i.c. 14,7 miljoen) met eenzelfde bedrag ophogen om projecten uit Hengelo met een bovenlokaal karakter te ondersteunen. De oorspronkelijke projecten Hart van Zuid, Twentekanaal, Creatieve Fabriek, Stadsranden/Weusthagpark en Binnenstad zijn later nog aangevuld met Watertorenpark, Twickelergrensweg, FBK, jeugdbeleid, Gezondheidspark en wijkeconomie. De looptijd van de projecten zou tot eind 2011 zijn. Om diverse redenen zijn de projecten later of nog niet gestart. Dit laatste heeft geleid tot uitstel van de provincie voor het project Kanaalzone Twentekanaal wat direct verbonden is met de bedrijvenverplaatsingen en onderhandelingen met Stork. De Laan Hart van Zuid kan anders niet verder aangelegd worden en de inzet van de Essent gelden (nu bekend onder IMG, Investeren Met Gemeenten) zijn hier o.a. voor bedoeld. De totale inzet van de provincie van 14,7 miljoen is op dit moment slechts gedeeltelijk besteed. Grotendeels is dit te wijten aan de projecten Hart van Zuid (6 miljoen) en Twentekanaal (3,3 miljoen). Voor 1 juli 2012 moet daadwerkelijk begonnen zijn met het project anders trekt de provincie de gelden in. Vorig jaar heeft de provincie het coalitieakkoord "de Kracht van Overijssel" gepresenteerd met en totaal investeringsvolume van bijna 1 miljard euro verdeeld over 9 thema's met een sterke focus op infrastructuur en economie. Voor het thema innovatiedriehoek stelt de provincie 97 miljoen beschikbaar. Het ziet er naar uit dat Hengelo een flink deel daarvan ontvangt voor Hart van Zuid.
Programmasturing Vorig jaar zijn de nieuwe politieke programma’s uitgewerkt. Deze zijn nu in de begroting 2012 opgenomen. Er zijn doelomschrijvingen, beleidslijnen en indicatoren. In deze berap wordt op basis van de vernieuwde opzet gerapporteerd. De programmasturing wordt verder ontwikkeld, ondersteund door een werkleerplan. Met de raad is overleg geweest over de nieuwe indicatoren. Deze vindt u voor het eerst terug in deze berap. De wijze waarop de raad verder wordt betrokken bij de discussie over onze programma zal voor de zomervakantie worden afgesproken. Hoewel we op tal van punten nog zoekende zijn merken we dat de programma’s helpen in onze opzet om meer focus en samenhang te krijgen. Ook het resultaat voor de samenleving komt nu beter voor het voetlicht.
Organisatieontwikkeling We bevinden ons momenteel in een sterk veranderende omgeving. Denk aan de hiervoor genoemde transities en de veranderingen in het (passend) onderwijs die door het kabinet in gang zijn gezet en door de Kunduz-coalitie mogelijk deels op hold zijn gezet. Maar ook aan de ontwikkelingen als Veiligheidsregio en de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD).
3
Verder is er de onzekerheid over de marktontwikkeling en de komende rijksbezuinigingen die zullen doorwerken op de gemeenten. Het zijn onzekere tijden, waarbij bezuinigingen vragen om scherpe keuzes, continue verbetering en kostenreductie. Decentralisaties leiden tot een breder takenpakket en een grote veranderopgave. De toekomstige verwachte krapte op de arbeidsmarkt vraagt er om dat we een aantrekkelijke werkgever zijn. Ten slotte vragen mogelijke veranderingen in de bestuurlijke organisatie om zelfbewustzijn en excellente taakuitvoering. In de komende vijf jaar stromen veel medewerkers uit. Dat is mooi voor de bezuinigingsopgave maar lastig voor de continuïteit. De uitstroom bestaat vrijwel volledig uit ervaren en goed gekwalificeerde medewerkers. We krijgen bovendien andere, soms nieuwe en op onderdelen ook minder taken. Dit betekent dat we op termijn toe zullen groeien naar een compactere organisatie met naar verwachting een harde kern en een meer flexibele schil. Daarbij zullen we ons vooral richten op talentontwikkeling en flexibilisering. Dit alles vraagt om scherpere sturing. Het college heeft in april jl. ingestemd met het voorgenomen besluit tot wijziging van de ambtelijke organisatie om beter te kunnen inspelen op deze ontwikkelingen. Het betreft een voorgenomen besluit omdat hierover het advies van de Ondernemingsraad wordt gevraagd. De geplande ingangsdatum is 1 juli 2012. Globaal zien de wijzigingen in de hoofdstructuur er als volgt uit. Het Stadsontwikkelingbedrijf wordt binnen de lijn gepositioneerd. De sector Beleid en Projecten wordt opgeheven. Er wordt een sector Ruimtelijke Ontwikkeling (werknaam) gevormd, waarin afdelingen/onderdelen Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen, Projecten en Subsidies, het Stadsontwikkelingbedrijf en Team Duurzaamheid worden ondergebracht. Daarnaast wordt een sector Maatschappelijke Zaken (werknaam) gevormd, waarin de afdeling WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) en afdeling Maatschappelijke Ontwikkelingen worden ondergebracht, evenals de sturing op de samenhang in de transities op het sociale domein.
Onze financiële positie op basis van deze berap De inzichten uit deze eerste berap leiden – zonder verdere bijsturing - tot een geprognosticeerd negatief resultaat voor het begrotingsjaar 2012 van afgerond 876.000,-. De belangrijkste oorzaken voor deze tegenvaller zijn: (x 1.000 euro): Ø lagere parkeeropbrengsten - 500 Ø hogere kosten schuldhulpbemiddeling - 150 Ø minder verstrekkingen huishoudelijke hulp +200 Ø hogere kosten leerlingenvervoer - 200 Ø lagere dividenduitkeringen - 130 Ø correctie begroting i.v.m. onjuiste stelpost - 260 Ø meevaller aandeel GBT Hengelo 2011 +134 Opgemerkt wordt dat bij de bepaling van dit resultaat nog geen rekening is gehouden met de te verwachten meevaller door onderuitputting kapitaallasten; de gevolgen hiervan zullen op programmaniveau in de 2e berap worden verwerkt. In Bijlage 2 bij deze berap is in een totaaloverzicht gepresenteerd van de financiële afwijkingen en tevens aangegeven in hoeverre deze incidenteel dan wel structureel zijn. In Hoofdstuk VI Financiën nader ingegaan wordt op de totstandkoming van deze cijfers en voorstellen worden gedaan over de verwerking van de afwijkingen. Daarbij zijn de afwijkingen in 2 hoofdgroepen onderscheiden: 1. afwijkingen, die onomkeerbaar zijn en niet meer bijgestuurd kunnen worden (negatief 186.000,-) 2. afwijkingen die wel vaststaan maar nog te beïnvloeden zijn via bijsturing in beleid en uitvoering (negatief 690.000,-).
4
III. BELEIDSPROGRAMMA’S NIEUWE STIJL De gemeenteraad heeft op 31 mei 2011 besloten tot een nieuwe begrotingsopzet. De essentie van de nieuwe opzet is dat bovenop de functionele indeling een beperkt aantal op verandering gerichte politieke programma’s komen. Deze nieuwe beleidsprogramma’s zijn als onderstaand vastgesteld. Burgerparticipatie en Duurzaamheid zijn twee thema’s, die de andere programma’s doorsnijden. Deze worden facetagenda’s genoemd. Bij de invoering van het dualisme is ook het programmatisch werken ingevoerd. Dit diende ter versterking van de kaderstelling door de gemeenteraad. De eerste Hengelose begroting die gebaseerd was op het principe van programmasturing was de begroting 2004-2007. Het toenmalige programmaplan bevatte elf programma’s. Programmasturing is een hulpstructuur waarmee beleid zich richt op de strategische veranderdoelen voor Hengelo. Programmasturing is een aanvulling op de sturingsvormen die we al hebben in de gemeente, namelijk lijnsturing en projectsturing. Met programmasturing sturen we op de samenhang in onze activiteiten om de strategische doelen te realiseren. Bij politieke programma’s is sprake van een complexe opgave, die portefeuille- en sectoroverstijgend is, met bestuurlijke relevantie Dit vraagt om specifieke aanvullende sturing Het gaat altijd om een verzameling van projecten en lijnactiviteiten. De nieuwe beleidsprogramma’s moeten helpen de noodzakelijke focus aan te brengen. De programma’s worden nadrukkelijker dan tot nu toe onderdeel van de bestuurlijke dialoog. Het ambtelijke programmamanagement wordt in Hengelo gevormd door de programmaregisseurs. De programmaregisseurs zijn het ‘geweten’ van het programma.
De programmahouders en regisseurs à
Bestuurlijk
De programma’s en facetagenda’s
Ambtelijk Programmahoude Regisseur r
Alle hens aan dek voor economie, arbeidsmarkt en onderwijs
Ten Heuw
de Ruiter
(H.) Boerrigter
Zorg voor de mens gegarandeerd
Oude Alink
Molenkamp
Kristen
Naar een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid Lievers
Kruese
Folbert
Naar een aantrekkelijke binnenstad
Mulder
Tromp
Dalenoord
Transformatie naar een toekomstbestendige stad met focus op Zuid
Bron
Locher
Duurzaamheid
Oude Alink
Licht
Flohr
Participatie
Kerckhaert
Coenders
Spek
Laven
Programmasturing en regievoering zijn nog in ontwikkeling. Programma’s moeten nog tot volle wasdom komen. Regisseurs en programmahouders moeten goeddeels nog in hun rol komen. We maken ieder dag vooruitgang. In de aanloop naar een opleidingsplan hebben we gekozen voor een tweeledige aanpak gericht op reflectie en opleiden. Een en ander wordt, in samenspel met Lysias Consulting en de Hengelo Academie, uitgewerkt in een werkleerplan Regie en Resultaat. In onderstaande tabel zijn de aandachtsvelden verder uitgewerkt in relevante onderwerpen die in zogenoemde werkplaatsen aan de orde kunnen komen. Gedaan en bereikt 2012: ≠ wekelijks overleg programmaregisseurs ≠ tweewekelijks programma MT ≠ presentatie programmaregie aan alle leidinggevenden ≠ opstellen van nieuwe lijst met indicatoren ≠ bijdrage aan mid-term review college ≠ voorbereiding opleidingsplan ≠ communicatie van programsturing en regisseurs ≠ doorstart bijeenkomst met MT d.d. 23 april.
5
Programma 1
Werk verbindt
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Wethouder Mariska ten Heuw Sectormanager PSZ Roel de Ruiter Jessica Kloppers- Gras
DOELOMSCHRIJVING Een meer duurzame (toekomstbestendig, passend en flexibel) arbeidsmarkt met een verhoogde participatie via werk(inclusief ondernemerschap) .
ESSENTIËLE VERANDERBEWEGING Dit betekent dat we alles op alles moeten zetten om de beroepsbevolking in Hengelo en Twente te laten aansluiten op de toekomstige economie en op de eisen en wensen van de bedrijven en publieke organisaties van morgen. De sleutel hiervoor ligt in de verbinding tussen de beleidsterreinen onderwijs, sociale zaken en economische zaken. Dit programma speelt zich af rondom een virtuele ontmoetingsplaats: de arbeidsmarkt. De plek waar vraag en aanbod van “werk” samenkomen. De gemeentelijke overheid speelt op die arbeidsmarkt van oudsher een rol. De meest betrokken gemeentelijke beleidsterreinen zijn: ≠ sociale zaken en werk (szw); ≠ economische zaken (ez) en; ≠ onderwijs (o). De arbeidsmarkt in het algemeen en de rol van de gemeente in het bijzonder is altijd al in beweging. Recente trends in de samenleving, gecombineerd met demografische ontwikkelingen, de economische en financiële crisis en het mede daaruit voortvloeiende rijksbeleid, maken dat de arbeidsmarkt de komende jaren een extra turbulente periode tegemoet gaat. De op handen zijnde invoering van de Wet Werken naar vermogen en de rijksbezuinigingen op het participatiebudget en de Wet Sociale Werkvoorziening zijn daarvan voorbeelden. Ons college heeft de ambitie, neergelegd in sociale visie en coalitieakkoord, om zoveel mogelijk Hengeloërs te laten participeren in de samenleving. En wij zijn er vast van overtuigd dat “werk” daarvoor de beste garantie is. Vanuit die overtuiging rekent ons college het tot één van zijn topprioriteiten om de bijdrage die de gemeente levert aan het duurzaam verbeteren van de Hengelose en Twentse arbeidsmarkt te optimaliseren. De 1. 2. 3.
benoemde programmalijnen/resultaatgebieden in het programma zijn: Het behouden en uitbreiden van werkgelegenheid; Het beperken van de mismatch (aan de onderkant) op de arbeidsmarkt; Het bevorderen van wederzijdse inspanningen voor een optimale aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
BELANGRIJKE ONTWIKKELINGEN EN RESULTATEN Hieronder vindt u per programmalijn en resultaatgebied een aantal concreet bereikte mijlpalen Ad 1. Behoud en uitbreiding werkgelegenheid Stimuleren van ondernemerschap: Gezien de situatie van de Europese economie hebben wij oog voor de moeilijke positie van ondernemers. We zetten diverse instrumenten in ter ondersteuning: o Erfpachtconstructies: Bij grondverkoop wordt het geven van de grond in erfpacht als optie gegeven als kredietverstrekking voor koop een probleem is. o Vanuit de Bbz starters ondersteunen: In het eerste kwartaal van 2012 vonden 46 intakes plaats met Hengelose potentiële starters. Er zijn 15 personen gestart met hun eigen bedrijf o Dienstverlening MKB: Begin van dit jaar is het project MKB in Twente ‘Meer Kansen Benutten’ van start gegaan. Het project wordt gesubsidieerd door de Provincie Overijssel en uitgevoerd namens de Regio Twente. Het biedt een uitgebreid dienstenpakket voor bedrijfseconomische vernieuwing van het MKB. Binnen het project worden 200 quick-scans bij MKB bedrijven uitgevoerd, die leiden tot 100 intensieve trajecten. De dienstverlening die binnen het project wordt uitgevoerd voorziet in de
6
behoefte van veel MKB-bedrijven en dat vertaalt zich in aantallen: er zijn reeds ruim 40 quick-scans c.q. intensieve trajecten gestart. Uw raad heeft in 2011 de nota wijkeconomie vastgesteld. In maart 2012 heeft het college het Uitvoeringsprogramma Wijkeconomie vastgesteld. In dit uitvoeringsprogramma zijn concrete acties voor 2012 opgenomen op twee hoofdthema’s; huisvesting en ondersteunen en stimuleren van ondernemerschap. Naast gemeentelijke participatie zijn ook externe partijen betrokken zoals bewonersorganisaties, makelaars, woningbouwcorporaties, Kamer van Koophandel. In maart is een succesvol ZZP-netwerkcafe georganiseerd. Van hieruit wordt er, en dit is ook o.m. benoemd in de notitie wijkeconomie, gekeken of een meer structureel netwerk van ZZP’ers in Hengelo tot stand kan worden gebracht. Versterken sociaal economische structuur Twente: ≠ Wat betreft de herontwikkeling van bedrijventerreinen heeft Thales besloten tot vervangende nieuwbouw op haar terrein en tot de ontwikkeling van een high-tech campus op haar gebied. Lesscher is gestart met de herontwikkeling van het Expoterrein tot een Datacentre met bijbehorende kantoorontwikkeling. Op het XL-Park heeft Timberland zich gevestigd voor de verdere uitbreiding. BTG en de Paauw zullen een fabriek bouwen op het het AKZO-terrein (Strootbeekpark, voorheen Technology Park) en op het Twentekanaal is verder de nieuwbouw van CTT/Bolk, de Paauw, TNT Post NL en Enerpac vermeldenswaard. TRM gaat fors uitbreiden. Tevens komt er een vrachtwagenparkeerplaats waar bij Opgeteld met de nieuwbouw van Norma die bijna gereed is, is daar een enorme herontwikkeling van verouderd en vervuild bedrijfsterrein gerealiseerd. ≠ Onder het convenant “Twente vaart onder één vlag” hebben de Twentse binnenhavengemeenten Hengelo, Almelo, Enschede en Hof van Twente samen met Rijkswaterstaat en Regio Twente nu diverse projecten opgestart. Dit om samen te werken bij het beheer en de ontwikkeling van de Twentse binnenhavens. De Twentse binnenhavens vormen samen één van de grootste binnenhavens van Nederland. Door samen te werken willen de partijen het vervoer over water stimuleren en de bereikbaarheid van de economische centra via het water bevorderen. De binnenhavens zijn belangrijke knooppunten in de regionale economische structuur. Binnen het programma ‘Werk verbindt’ zijn, naast de haven, nog een aantal kansrijke sectoren genoemd waarop onze focus ligt: techniek, data en logistiek. ≠ In regionaal verband - zowel in Netwerkstad Twente (5 partners) als Regio Twente (14 partners) – werken we continu aan de economische structuurversterking van Twente. In 2011 heeft u als raad de bedrijventerreinenvisie Netwerkstad vastgesteld. Tevens is in 2011 de Kantorenvisie in Netwerkstadverband opgesteld en die wordt voor de zomer door de 5 colleges aangenomen. Over de consequenties van de visie worden nog afspraken gemaakt. ≠ In het voorjaar 2012 is besloten tot het opstellen van een economische visie voor de Netwerkstad. Daarvoor is een projectteam in het leven geroepen, waarin Hengelo intensief en constructief participeert. Ook worden er relaties gelegd met de provinciale trajecten zoals het regionaal economisch beleid en het programmaplan Innovatiedriehoek en het vervolg hierop de Innovatiesprong. Die moet leiden tot Hengelo zet in op innovatie in bedrijven, tussen bedrijven en tussen onderwijs en bedrijfsleven, én door in te zetten op onze specialisaties (vooral high tech systems en materialen, alsmede energie) op “plaatsgebonden economische complexen” zoals HvZ/WTC, bedrijventerrein Twentekanaal, de Kanaalzone en de Thales-campus. Aan al deze trajecten heeft Hengelo in de afgelopen periode haar bijdrage geleverd. Ook voor de komende periode zullen deze trajecten veel tijd en aandacht vragen. Ad 2. Beperken mismatch onderkant arbeidsmarkt Participatiebeleid: ≠ Op 6 november 2011 heeft uw raad de nota "Sterker aan het werk" aangenomen. In voornoemde nota is het re-integratiebeleid voor de komende jaren aangescherpt en - waar nodig en mogelijk - vernieuwd. Dit vooruitlopend op de Wet Werken naar Vermogen en de zeer aanzienlijke kortingen op het P-budget. Vooruitlopend op deze invoering zijn door de sector PSZ prestatiecontracten getekend door SWB/Fitis, de ROZ-groep, en de drie afdelingen van de Sociale Dienst met als doel komend jaar minimaal 350 uitkeringsgerechtigden uit te laten stromen naar een baan of als zelfstandig ondernemer en voor 500 mensen de kans op een baan te verbeteren door een of meer stappen op de participatieladder te maken. De eerste kwartaalrapportage laat zien dat we redelijk op koers liggen, hoewel op onderdelen nog extra inspanningen nodig zijn.
7
Voorbereiding Wet Werken naar Vermogen/sociale werkvoorziening/werkgeversbenadering:
≠
Na het demissionair worden van het kabinet bestaat er bestaat onduidelijkheid over de komst van de Wet Werken naar Vermogen. De wet is controversieel verklaard, zodat vorm, invoeringsdatum en financiële gevolgen onduidelijk blijven. Echter in het oorspronkelijk wetsvoorstel is een aantal punten opgenomen waarmee we gestaag verder gaan. Te noemen valt de lokale en regionale werkgeversbenadering, de verkenning naar mogelijke samenwerking van beschut werken in de Wsw en de arbeidsmatige dagbesteding in de AWBZ, en de scherpere keuzes voor de inzet van de gekorte re-integratiebudgetten. De aanvraag voor de herstructureringsfaciliteit Wsw is voor de deelnemende gemeenten in de GR SWB Midden Twente tijdig ingediend.
≠
Het Platform Onderwijs, Werk en Inkomen (POWI) is bezig met een nieuw regionaal arbeidsmarktplan, een nieuwe oriëntatie op de samenwerking met het UWV-Werkbedrijf en coördineert een aantal samenwerkingsprojecten zoals de aanpak jeugdwerkloosheid. Als de WWnV intreedt zullen gemeenten moeten samenwerken (vrij verplichtend) in een arbeidsmarktregio. Dit zal waarschijnlijk de schaal zijn van de arbeidsmarktregio Twente. Voor wat betreft de werkgeversbenadering wordt dan waarschijnlijk onderscheid gemaakt in een lokale, een subregionale en een regionale aanpak. Lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal moet. Wat de uitwerking ook zal zijn van de Wet Werken naar vermogen, de rol van de werkgevers is evident. In het oorspronkelijke voorstel was hier absoluut te weinig aandacht voor. Vandaar dat in het eerste kwartaal is begonnen met de voorbereidingen voor een sociaal akkoord. Dit akkoord behelst een afspraak met zo’n 20 Hengelose bedrijven om zich samen verantwoordelijk te voelen voor de kansen voor mensen met een grote afstand voor de arbeidsmarkt. Onafhankelijk van de instrumenten die de komende wetgeving zal voorschrijven of bieden.
≠
Bevordering Social Return On Investment/Pact MVO/sociale economie: ≠ Bij de grondverkoop aan Postnl voor de bouw van een distributiecentrum op Twentekanaal zijn afspraken gemaakt over werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er worden nieuwe banen gecreëerd voor mensen die aangewezen zijn op laaggeschoold werk, zowel WSW-ers als WWB-ers. Dat geeft een extra impuls aan de mogelijkheden die we mensen kunnen bieden om duurzaam uit een uitkeringssituatie te komen. Ad 3. Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Wederzijdse inspanningen van onderwijs en bedrijfsleven/Techniekbevordering: ≠ De voorbereidingen voor de nieuwbouw van een gezamenlijk vmbo voor 1.100 vmbo leerlingen van Stichting OSG en Stichting Carmel lopen. De nieuwbouwlocatie is nabij Medaillon. Naast de fysieke kant is er ook een onderwijsinhoudelijke en arbeidsmarktgerelateerde kant aan deze medaille: De gezamenlijke huisvesting stimuleert ook de intensivering van de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen onderling en tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dit alles moet leiden tot een sterke praktijkomgeving in het vmbo die leerlingen uitdaagt te kiezen voor een opleiding gericht op een technisch beroep. Het bouwheerschap ligt bij de gezamenlijke schoolbesturen; het bestemmingsplan is in voorbereiding. ≠
De focus, als het gaat om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, is primair gericht op techniekbevordering. Initiatieven van diverse partners hebben ook die focus, zoals de werkgroep instroombevordering techniek waarin ook een lid van het college zitting heeft. Verder boekt de praktijkopleidingorganisatie SMEOT voorzichtige resultaten met het aanbieden aan uitkeringsgerechtigden van techniekonderwijs. De aansluitende plaatsing bij (leer-werk )bedrijven behoeft nog stevige aandacht. Aan de andere kant zien wij risico’s als het bijvoorbeeld gaat om de invoering van passend onderwijs, wijzigingen in de WEB, de stelselherziening mbo, invoering van referentieniveaus voor taal en lezen in het vmbo, de Wet Werken naar vermogen, bezuinigingen op de scholingsmiddelen van het UVW en op het participatiebudget. De combinatie van deze maatregelen heeft consequenties voor het voortijdig schoolverlaten. Het risico bestaat dat het aantal voortijdig schoolverlaters dat bij de gemeenten (RMC) wordt gemeld, zal toenemen, terwijl aan de andere kant niet langer hetzelfde instrumentarium en het voorzieningenniveau ter beschikking is om jongeren alsnog terug te geleiden naar school of naar werk.
≠
Ingezet wordt op de vestiging van Twents School of Education (TSE) in Hart van Zuid om de aansluiting van (beroeps-)onderwijs op arbeidsmarkt te stimuleren. Medio 2011 is een intentieovereenkomst getekend tussen gemeente, Edith Steincollege, Saxion Hogeschool en
8
Van Wijnen Projectontwikkeling voor een haalbaarheidsonderzoek. Hieruit is nu al duidelijk dat er een aanzienlijk gat is te overbruggen ten aanzien van de investeringen en opbrengsten. De achterblijvende locatie moet voldoende opleveren om vestiging van TSE in HvZ mogelijk te maken. Een andere mogelijkheid is mogelijke subsidie vanuit het provinciale I3H-fonds. Partijen hebben naar elkaar uitgesproken de intentiefase te laten voortduren tot in het najaar 2012. De fysieke ontwikkeling van TSE in Hart van Zuid raakt ook programma 5, en is hierin opgenomen.
Indicatoren programma 1 historisch
KERNINDICATOREN Sociaal-economische index 1)
E
Aantal startende ondernemingen
Arbeidsplaatsen in speerpuntsectoren w.v. ICT w.v. Logistiek w.v. Techniek totaal Nieuwe arbeidsplaatsen 3)
Bron
doc
AvG
KvK
Biro
Biro
MIJLPALEN Programmalijn 1 Implementatie nota Wijkeconomie
2006
2007
2008
2009
2010
2011
historisch BB2012
22
27
32
34
28
25
historisch BB2012
423
historisch historisch historisch historisch historisch BB2012
850 1.289 9.267 11.406
510
925 1.241 9.467 11.633 227
492
1.047 1.403 9.969 12.419 786
533
1.135 1.320 9.311 11.766 -653
563
1.101 1.221 8.508 10.830 -936
streefwaarden 2012 2013 2014
n.n.b. -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
555
1.269 1.170 8.710 11.149 319
streefdatum stand van zaken april 2012 Het Uitvoeringsprogramma Wijkeconomie is vastgesteld. Voor 2012 zijn acties opgenomen op twee 2012 hoofdthema’s; huisvesting en ondersteunen en stimuleren van ondernemerschap. De acties worden uitgevoerd door de afdeling REO (EZ) en het ROZ. Het bestuurlijk proces is gaande. Het lijkt erop dat ROZ aan de Gemeente Hengelo gelineerd blijft 2012
Herpositionering ROZ Gezamenlijk opstellen economische visie plus implementeren bedrijventerreinen/ en kantorenvisie Arbeidsmarktbeleid (RT) Programmalijn 2 Implementatie herzien participatiebeleid (Sterker aan het werk) Adequate implementatie Wet Werken naar Vermogen
2012 2012
In het voorjaar 2012 is besloten tot het opstellen van een economische visie voor de Netwerkstad. Daarvoor is een projectteam in het leven geroepen, waarin REO intensief en constructief participeert Vanuit het POWI zijn afspraken gemaakt over samenwerking
2012 2012
Op dit moment is niet duidelijk of de WWnW ingevoerd gaat worden. Wel zijn in voorbereiding hierop prestatieafspraken gemaakt met de sector PSZ en SWB/FITIS, ROZ en de 3 afdelingen van SZ.
Voorbereiding (sociaal) akkoord over nieuwe plekken voor mensen met minder dan 100% loonwaarde
2013/14
Programmalijn 3 Nieuwbouw VMBO
2013/14
De voorbereidingen voor de nieuwbouw lopen, het bestemmingsplan is in voorbereiding
Besluit over komst TSE naar Hart van Zuid
2013
Medio 2011 is een intentieovereenkomst getekend tussen de partijen voor een haalbaarheidsonderzoek. In najaar 2012 worden de resultaten ervan gepresenteerd.
CIJFERBLAD Bruto arbeidsmarktparticipatie
67,6%
Aantal startende ondernemingen dat na drie jaar nog actief is Aantal cliënten WWB per 1 januari 4) uitstroom naar werk w.v. als zelfstandige instroom
ICT KTA KTA KTA
Aantal arbeidsplaatsen per sector landbouw (A) industrie (BCDE) bouwnijverheid (F) handel en horeca (GI) vervoer en communicatie (HJ) zakelijke dienstverlening (KLMO) overige diensverlening (OPQRS) totaal
69,1%
75,0%
74,7%
72,0%
71,6%
216
203
275
323(h)
344
345
2.033
1.990
1.823
1.818
1.728
1.575
23 9.664 2.459 10.512 2.038 5.864 12.061 42.621
10 9.955 2.561 10.887 2.044 6.230 12.197 43.884
11 10.380 2.523 11.063 2.235 6.493 12.768 45.473
5 9.780 2.330 10.956 2.159 6.954 13.296 45.480
280 8.880 2.962 10.670 2.104 7.000 13.664 45.560
261 9.092 2.740 11.344 2.089 7.027 13.928 46.481
n.n.b.
Instroom aantal VMBO'er in een technische opleiding (n.t.b.) Doorstroom VMBO'ers naar een technische opleiding (n.t.b.) 1) 2) 3) 4)
2015
1 = hoogste positie, 50 = laagste positie. Index bestaat uit bijstand, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, armoede, % laagopgeleiden, participatie vrouwen, banen, percentage groeisectoren. (haven, ICT, logistiek en techniek) 2) Onder techniek wordt gerekend: industrie, auto-, afval- en civiel techniek. Toename t.o.v. vorige jaar. Aantal WWB'ers vanaf juni 2009 exclusief 65+'ers.
9
Programma 2
Zorg voor de mens gegarandeerd
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Wethouder Janneke Oude Alink Sectormanager BP Ruud Molenkamp Annemarie Kristen
Doelomschrijving Het realiseren van een duurzame (zorg) structuur voor kwetsbare groepen waarbij eigen kracht van mensen optimaal wordt benut. De noodzakelijke zorg wordt zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet . Samen met burgers en (zorg)instellingen willen we zorgen dat: ≠ Hengelo beschikt over een kwantitatief en kwalitatief sterk welzijns-, (aangepast) werk- en zorgaanbod voor kwetsbare groepen zoals: jeugdigen (CJG, brede school); chronisch zieken; mensen met een beperking; ouderen; ≠ Hengelo beschikt over een toegankelijk en laagdrempelig aanbod op maat (wijk/buurt) dat is ingericht voor optimale benutting van de eigen kracht en zelfredzaamheid van de burger. ≠ Hengelo, verspreid over de stad, beschikt over Woonservicegebieden waarin zorgpartijen zelf verantwoordelijkheid nemen voor het aanbod.
Essentiële veranderbeweging De noodzaak tot veranderen ligt in het gegeven dat er op het gebied van allerlei zorgvragen een stijgende lijn te bespeuren is. Dit geldt voor de geïndiceerde Jeugdzorg alsook voor AWBZ- of WMO-voorzieningen. Om de zorg betaalbaar te houden is ingrijpen noodzakelijk. Er zal een groter beroep gedaan moeten worden op eigen kracht van de mens (zorgvrager, sociale netwerken, vrijwilligers, mantelzorgers). Daarnaast is aanpassing van het zorgstelsel onvermijdelijk. Om die reden heeft het rijk besloten om een aantal zorgtaken te decentraliseren naar gemeenten. De gemeente Hengelo neemt haar verantwoordelijkheid voor het inbedden van de taken op het gebied van de AWBZ begeleiding en de Jeugdzorg. Als basis voor de implementatie geldt de sociale visie 2020. Daar waar verstandig (effectief en efficiënt) wordt regionaal samengewerkt. De veranderbeweging heeft grote impact op het gebied van zorg, gezondheid, welzijn en onderwijs. Verder is er een relatie met de stelselwijziging "onderkant arbeidsmarkt”. Programmalijnen/mijlpalen in deze veranderingbeweging zijn: 1. De decentralisatie van begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de WMO en daarmee naar de gemeente op een adequate wijze implementeren. 2. De decentralisatie van de jeugdzorg van provincie naar gemeenten op een adequate wijze vorm geven. 3. Het realiseren van Woonservicegebieden in Hengelo, waarbinnen vraag en aanbod op het terrein van wonen, zorg en welzijn in de wijk en buurt op elkaar worden afgestemd.
Relevante Ontwikkelingen en Resultaten 1. Transitie: Decentralisatie van de begeleidingstaken uit de AWBZ naar de WMO Veranderbeweging Het is van groot belang dat meer mensen “mee kunnen doen” in de samenleving. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van de burger en zijn of haar omgeving voorop. Tegelijkertijd is het wenselijk dat de burger, daar waar dat noodzakelijk is, adequaat ondersteund wordt om zolang mogelijk zelfstandig te blijven participeren. De begeleiding moet daartoe dicht bij de burger, op het lokale niveau, door maatwerk georganiseerd worden. Om die redenen heeft het Rijk besloten de functie begeleiding uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) te schrappen en de met de extramurale AWBZ-begeleiding te bereiken resultaten onder de reikwijdte van de compensatieplicht van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) te brengen.
10
Landelijke ontwikkelingen Volgens de meest recente planning geldt dat nieuwe cliënten vanaf 2013 en vanaf 2014 alle cliënten die extramurale begeleiding nodig hebben onder de WMO gaan vallen. In april 2012 wordt er in de tweede kamer nog volop gedebatteerd over het wetsvoorstel Wmo. Discussies gaan over: Het PGB, het Kortdurend verblijf, de borging van de kwaliteit en de (krappe) voorbereidingstijd. Regionale samenwerking en -ontwikkeling De regionale samenwerking heeft onder andere geresulteerd in een Twentse ontwerpbijeenkomst visie op maatschappelijke ondersteuning (Future Search). Zo’n negentig vertegenwoordigers, afkomstig van gemeentelijke organisaties, regionale besturen, cliënten- en patiëntenorganisaties, vrijwilligersorganisaties, mantelzorgers, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en woningbouwcorporaties, hebben in een unieke samenwerking en in een unieke diverse samenstelling een eerste versie van de visie ‘Maatschappelijke Ondersteuning in Twente in 2017’ opgesteld. In deze visie hebben zij met elkaar benoemd hoe zij de maatschappelijke ondersteuning voor mensen met beperkingen die nu extramurale begeleiding krijgen, willen vernieuwen en met welke acties en projecten zij aan de slag gaan om dit verder te concretiseren. Deze manier van (samen)werken over dit onderwerp is in Nederland, in vorm en proces, niet eerder vertoond. Deze uitkomsten zijn vervolgens gepresenteerd op een brede informatie- en werkbijeenkomst. Daarvoor was iedereen uitgenodigd die (in georganiseerd verband) betrokken is bij maatschappelijke ondersteuning en de vernieuwing daarvan. Ruim 350 mensen gaven gehoor aan deze uitnodiging! Zij gingen met elkaar in gesprek, om de ontwikkelde visie op begeleiding verder aan te scherpen en de acties verder vorm te geven. Parallel aan de ontwerpbijeenkomst hebben drie regionale werkgroepen de thema’s: toegang tot begeleiding, inkoop en financiële prikkels en regionale facilitering lokale uitvoering, uitgewerkt. Op basis van het bovenstaande hebben de 14 Twentse gemeenten hebben een “visie- en keuzenota Maatschappelijke ondersteuning Twente” geschreven, waarin voorstellen staan voor regionale samenwerking en uitwerking, maar ook keuzemogelijkheden cq varianten voor gemeentelijk beleid en uitvoering (Hengelose inkleuring). Daarnaast is er de afgelopen periode hard gewerkt aan het verder inventariseren van de cliëntengroepen, de bijbehorende zorgvraag en het bestaande zorgaanbod. Op regionale schaal wordt slim samengewerkt. De gemeente Hengelo vervuld samen met Enschede, Hellendoorn en Twenterand een trekkersrol. Doordat de gemeente Hengelo een coördinerende rol vervult Resultaten Het eerste kwartaal 2012 zijn in het college de volgende nota’s vastgesteld: Plan van aanpak decentralisatie extramurale begeleiding Twente januari 2012; Startdocument regionale samenwerking op het gebied van communicatie transities Jeugdzorg en de AWBZ- begeleiding 13 januari 2012. Tijdens vergaderingen van de programmaraad Wonen, Welzijn Zorg (WWZ) staat sinds juli de Transitie AWBZ-WMO standaard op de agenda. Op die manier betrekken we onze partners in het proces. Ook wordt de cliëntenraad WMO periodiek bijgepraat over de Transitie. Uitloopavonden commissie Sociaal worden benut om de raadsleden pro-actief te betrekken bij de dilemma’s, de ontwikkelen en aanloop naar besluitvorming rondom de drie transities. De onderwerpen die in deze verslagperiode aan de orde zijn geweest: de Hengelose visie op begeleiding; de kanteling Wmo: wat doen we al. 2. Transitie: Decentralisatie Jeugdzorg Veranderbeweging Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Doordat de verschillende onderdelen van de jeugdzorg bij elkaar worden gebracht op en rond plaatsen waar jeugdigen en gezinnen vaak komen en onder verantwoordelijkheid van de gemeenten worden gebracht zal integrale ondersteuning en zorg dicht bij huis makkelijker tot stand komen. Het gaat niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheid maar vooral ook om een nieuwe opbouw van een inhoudelijk fundament van de ondersteuning en zorg voor jeugdigen en/of hun opvoeders. Het systeem kan veel simpeler en moet prikkels bevatten om de nadruk te leggen op (collectieve) preventie en ondersteuning in een vroegtijdig stadium. Het is een uitdaging
11
aansluiting te zoeken bij de mogelijkheden en de kracht van jeugdigen en hun opvoeders en deze te helpen versterken. Dit betekent dus een andere werkwijze van alle betrokken partijen. Landelijke ontwikkelingen Per 1-1-2015 zullen de jeugdzorgtaken overgaan naar de gemeenten. Het gaat om alle onderdelen die onder de ‘verzamelnaam’ jeugdzorg vallen: provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, jeugdgeestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) en jeugd-licht verstandelijk gehandicapten hulp (jeugd-lvb). Gemeenten worden verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die nu onder het rijk, de provincies, de gemeente, de AWBZ en de Zorgverzekeringswet (ZvW) vallen. Regionale ontwikkelingen De afgelopen periode is verder gewerkt aan het inventariseren van de cliëntengroep, de bijbehorende zorgvraag en het bestaande zorgaanbod. De inventarisatie is minder vergevorderd dan die van de AWBZ-WMO. De materie is ingewikkelder daarnaast ligt de invoeringdatum later. Resultaten Het eerste kwartaal 2012 zijn in het college de volgende nota’s vastgesteld: - Actieplan Transformatie Jeugdzorg Twente januari 2012; - Startdocument regionale samenwerking op het gebied van communicatie transities Jeugdzorg en de AWBZ- begeleiding 13 januari 2012; - De ontwikkelingen zijn in diverse (uitloopavonden van de) commissie Sociaal toegelicht. De onderwerpen die in deze verslagperiode aan de orde zijn geweest: Beleidsbrief VNG; gesprek met enkele instellingen; Passend Onderwijs irt de Transformatie Jeugdzorg. - Tijdens vergaderingen van de Programmaraad Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) staat sinds april 2011 de Transitie Jeugdzorg standaard op de agenda. Op die manier betrekken we onze partners in het proces. 3. Realisatie Woonservicegebieden Op 12 april 2011 heeft het college ingestemd met het programma Thuis in de Buurt, dat de ontwikkeling van Woonservicegebieden in Hengelo beschrijft. Op 31 januari 2012 heeft de raad ingestemd met programma en de bijbehorende begrotingswijzigingen. Door het samenvoegen van een aantal budgetten is er structureel jaarlijks een bedrag beschikbaar van € 124.500,-. De provincie heeft voor de uitvoering een subsidie van € 1.123.000,- ter beschikking gesteld. Deze dient wel gekoppeld te worden aan fysieke projecten. Op 29 maart is het programma gepresenteerd aan de programmaraad Welzijn, Wonen en Zorg en zijn de partners uitgedaagd mee te denken in de realisatie van het programma waarbij gebruik gemaakt kan worden van de structurele jaarlijkse subsidie. Het doel is om in de komende In Beckum in de Belfo-Es in de Binnenstad in de Binnenstad in Veldwijk Noord
periode tot 2014: een woonzorgcomplex op te leveren; 50 wooneenheden beschermd wonen voor ouderen op te leveren; 50 wooneenheden beschermd wonen voor ouderen op te leveren; een gezondheidscentrum te hebben gerealiseerd; een MFA/Brede School op te leveren en de openbare ruimte, het winkelcentrum en de MFA toegankelijk te hebben voor alle.burgers.
Programmalijn Informatie en advies Doel: In 2015 zijn alle wijken voorzien van de functie informatie en advies (is niet per definitie fysiek). Deze zijn laagdrempelige toegankelijk en leveren informatie, advies en ondersteuning zowel gericht op professionele hulp en steun als gericht op vrijwilligersorganisaties. Resultaten: In het eerste kwartaal is Budgetalert toegevoegd aan het zorgloket Het Aanmeldpunt van Carint AMW heeft met ingang van 1-1-2012 spreekuur in het zorgloket. Programmalijn Welzijn Doel: In 2020 is er in elke wijk een pakket aan welzijnsactiviteiten en diverse diensten binnen een sociaal evenwichtig programma aanwezig, dat gericht is op ‘ontmoeten en verbinden’. Dit welzijnspakket beslaat een breed scala aan diensten zoals maaltijdgebruik, cursussen, voorlichting, dagbesteding en (ouderen)advies. Resultaten:
12
-
-
-
De inventarisatie van ruimtegebruik en programmering (activiteiten) heeft heel veel informatie opgeleverd; o.m. de bezettingsgraad per wijkwelzijnsvoorziening. Voor een pilotwijk Wilderinkshoek wordt de koppeling activiteitenprogramma maatschappelijk vastgoed gemaakt. In juni wordt hierover met de raad gediscussieerd Gekeken is of eigen kracht conferenties (EKC) ingezet kunnen worden voor andere doelgroepen. SWOH heeft een subsidieaanvraag ingediend om elementen uit de EKC methodiek in de werkwijze van de ouderenadviseurs op te nemen. Er is een verdere uitwerking van het project ‘Integrale wijkteams’ met afstemming van werkzaamheden, waarin jongerenwerkers, opbouwwerkers, thuisbegeleiders, maatschappelijk werkers inhoudelijk samenwerken met één gezamenlijk aanbod en binnen één werkproces, aanvullend op het zorgloket
Programmalijn Wonen met zorg Doel:in 2020 is er een grote diversiteit aan woonvormen verspreid in de wijken waardoor bewoners zoveel mogelijk een vrije keuze in woning en woonmilieu kunnen maken, rekening houdend met variatie in inkomen. Het gaat hier om de realisatie van voldoende (bepaald door de opgave) eenheden geschikt, verzorgd wonen en beschermd wonen. Resultaten: De opgave voor beschermd en verzorgd wonen voor ouderen is in 2011 kaart gebracht. Hierover zijn gesprekken gevoerd met zorgaanbieders (Carint/Twinta, Trivium) en Welbions. Carint/Twinta heeft in april haar vastgoedplan gepresenteerd aan de gemeente met daarin het voornemen om gefaseerd zo’n 40 miljoen in Hengelo te investeren. Er is met Trivium gesproken over mogelijkheden van de realisatie van beschermd en verzorgd wonen in de binnenstad. Dit proces is nog steeds gaande. De bouw van het Wozoco in Beckum gestart en ligt op koers, oplevering in najaar 2012 Het gedachtegoed van Wonen met Zorg is opgenomen in de woonvisie en maakt onderdeel uit van de woningbouwprioritering Programmalijn Zorg Doel: In 2020 is in elke wijk de zorg gewaarborgd; Naast de concentratie van gezamenlijk zorg- en ondersteunings-vragen in een geïntegreerde eerstelijnsvoorziening of zorgsteunpunt is ingespeeld op de veranderingen in de gezondheidszorg die zich richten op afstemming tussen preventie en de curatieve zorg. Er wordt een veranderingsslag gemaakt van ziekte en zorg (zz) naar gezondheid en gedrag (gg). Resultaten: In 2011 en in 2012 is geïnvesteerd in (een verbetering van de) contacten met diverse vertegenwoordigers van zorgverleners uit de eerstelijnszorg en de thuiszorg en zijn de belangrijkste uitgangspunten voor 'beste zorg in de buurt' onderzocht en besproken. Voor de wijk Groot Driene is een wijkscan gemaakt met daarin informatie over de huidige zorgvraag van de bewoners van de wijk en de ontwikkelingen daarin tot 2025. Deze wijkscan wordt gebruikt om de maatschappelijk opgave voor de wijk Groot Driene te bepalen. Programmalijn Toegankelijkheid Doel:In 2020 zijn alle woonservicegebieden in Hengelo toegankelijk. Toegankelijkheid betekent dat de buiten ruimten, (semi)openbare gebouwen, wooncomplexen en woningen zonder hindernissen bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn. Resultaten: Uit het euregioproject Wonen in Beweging is ‘Lang zult u wonen’ ontstaan. Lang zult u wonen is een plan van aanpak betreffende toegankelijkheid. Beoogd eindresultaat is dat het toetsen op integrale toegankelijkheid een vanzelfsprekende stap in het werkproces binnen gemeente en corporatie wordt. Het project in maart afgesloten met een congres in Duitsland waarbij ervaringen van zowel Duitse als Nederlands instanties zijn uitgewisseld. In 2011 is de toegankelijkscommissie opgericht en een werkwijze ontwikkeld, waarover in mei definitief wordt besloten. Er is flink opgezet op het stroomlijnen van processen bij zowel gemeente als Welbions. Dit is moeizaam en blijft een punt van aandacht. Toegankelijkheid is opgenomen in de woonvisie.
13
Indicatoren programma 2 historisch Bron
doc
HengeloPanel
historisch BB2012
2006
2007
2008
2009
2010
2011
streefwaarden 2012 2013 2014
2015
KERNINDICATOREN Programmalijn 1 % mantelzorgers dat ondersteuning krijgt
% personen dat zegt dat WMO-hulpmiddel bijdraagt aan zelfstandig wonen
Programmalijn 2 Positie op de ranglijst van gemeenten van 'Kinderen in Tel' 1)
54,5%
WMOhistorisch benchmark BB2012
78%
84
94
70%
93
historisch BB2012
% bekend met Centrum voor Jeugd en Gezin/Loes bij ouders, mede-opvoeders en jeugdigen
HengeloPanel
historisch BB2012
n.n.b.
Gebruik van CJG (inclusief JGZ) / LOES in aantallen Aantal vragen voor informatie en advies via website/e-mail, telefoon en balie/loket 2)
CJG/LOES CJG/LOES
historisch
n.n.b.
BGI
historisch BB2012
% van de bevolking dat woont in een Woonservicegebied (WSG) 3) 4)
MO
historisch BB2012
Twents Plan van Aanpak ''begeleiding" naar college en t.k. naar de raad
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
100%
-
-
-
-
-
205 BB 2012
Programmalijn 3 Zelfstandig wonende ouderen (75+) per 01/01
Vraag en het aanbod van begeleiding zijn in beeld
-
-
VerweyJonker In.
MIJLPALEN Programmalijn 1 Gemeentelijk visiedocument (visie op begeleiding) gereed
n.n.b.
91,2%
91,6%
93,5%
93,3%
93,2%
93,4%
20%
-
93,5% ≥ 93,4% ≥ 93,5% ≥ 93,6% ≥ 93,6%
-
-
-
50%
streefdatum Stand van zaken april 2012 voorj. '12 De concept-visie op begeleiding is opgesteld. Deze is gedeeld met de Wmo-cliëntenraad en het college. Daarnaast is deze tijdens een uitloopavond de visie aan de commissie Sociaal toegelicht. eind 2012 Vraag: De gegevensuitvraag heeft plaatgevonden. Er is in beeld hoeveel Hengelose burgers op dit moment gebruik maken van begeleiding. Er is een koppeling gemaakt van de diverse bestanden waarin de doelgroep kan voorkomen (Wmo,WSW, WBB, ed). De gegevens zijn geanonimiseerd beschikbaar. Aanbod: Gegevensuitgraag bij de aanbieder heeft plaatsgevonden. Komt eind april beschikbaar. Volgende stap is de analyse van deze gegevens. eind 2012 Plan van aanpak is opgeleverd. Is vastgesteld in college van 27 maart 2012.
Twentse visie op de gemeentelijke samenwerking: de voordelen daarvan onderwerpen naar college en t.k. naar raad
eind 2012
Regionale Visie- en Keuzenota wordt vergezeld van voorstel voor Hengelose inkleuring (beleidskeuzes) via WMO-cliëntenraad, college, (informele en formele) commissie Sociaal aan de raad voorgelegd.
Nieuwe clienten met een begeleidingsvraag worden ondersteund op basis van de WMO
eind 2013
Voorbereidingen hierop lopen op schema.
Alle clienten met een begeleidingsvraag worden ondersteund op basis van de WMO
eind 2014
Voorbereidingen hierop lopen op schema.
Programmalijn 2 In beeld hebben van de vraag en het aanbod Jeugdzorg
eind 2012
Beschrijving van toegang tot welzijn en zorg nu en na decentralisatie
eind 2012
De keten veiligheid/zorg/procesmanagement is afgestemd
eind 2012
Gegevensuitvraag wordt regionaal uitgevoerd. Hengelo levert voorzitter van de werkgroep die zich hiermee bezig houdt. Lokale werkgroep toegang tot ondersteuning houdt zich hiermee bezig. Relatie met toegang tot begeleiding. (--> toegang maatschappelijke ondersteuning) Loopt.
Uitvoering van de pilot "Wrap around care"
eind 2012
Tussentijdse evaluatie maart 2012
Programmalijn 3 Oplevering woonzorgcomplex Beckum
eind 2012
Bouw ligt op koers. Te verwachten oplevering is najaar 2012.
Oplevering 50 wooneenheden beschermd wonen in de Binnenstad en 50 wooneenheden beschermd wonen in de Berflo Es
eind 2012
Er worden gesprekken gevoerd met de betrokken partijen over de projecten. Zijn nog niet gestart.
Oplevering MFA/Brede School
eind 2013
Loopt volgens planning.
CIJFERBLAD
2006 Programmalijn 1 % personen dat mantelzorg krijgt 5) Tevredenheid met WMO-hulpmiddelen (rapportcijfer) % inwoners met WMO-hulpmiddel(en) % personen dat zegt dat WMO-hulpmiddel bijdraagt aan meedoen in de maatschappij
WMO-Benchmark WMO-Benchmark WMO-Benchmark WMO-Benchmark
2007
7,0 6,3%
2008
2009
2010
2011
7,6 6,6%
28% 7,3 6,4% 72%
41% 7,1 6,5% 63%
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
1) De minst goed scorende gemeente krijgt rangnummer 1, de best scorende rangnummer 431. 2) Ook verwijst Loes ouders regelmatig naar relevante websites. En heeft zij adviesgesprekken met ouders (bv. op 10 minuten gesprekken op school of open dagen bso/kdv). Deze adviesgesprekken zijn niet geregistreerd en dus niet in dit aantal vragen opgenomen. 3) Een woonservicegebied bestaat uit een goed toegankelijke en veilige woonomgeving, waar mensen met beperkingen kunnen beschikken over een aangepaste woning in combinatie met passende zorg en diensten. Die kunnen zij aan huis of in een nabij gelegen multifunctioneel centrum ontvangen. Het woonservicegebied bevindt zich binnen de vitale wijk: het zijn kleinere gebieden, vaak met een straal van ongeveer 200 meter, waar een woon-zorgcomplex of een cluster van groepswoningen in de wijk is verweven met gewone woningen. Er is zorginfrastructuur zichtbaar, namelijk het zorg- en dienstencentrum of een zorgsteunpunt waar de zorgwoningen omheen zijn gebouwd. 4) Het percentage van de bevolking dat in een woonservicegebied woont is momenteel een schatting van de beleidsmedewerker. 5) Dit aandeel mantelzorgers is niet representatief voor de gehele gemeente, omdat het hier om een selectieve groep van mantelzorgers gaat.
14
Programma 3
Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Wethouder Erik Lievers Sectormanager SB Robert Kruese Brenda Folbert
DOELOMSCHRIJVING Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid. Hoe houden we de saamhorigheid, noaberschap, verenigingsleven en vrijwilligerswerk binnen de Hengelose samenleving van vandaag vast?
ESSENTENTIËLE VERANDERBEWEGING De essentiële veranderbeweging zit in het aanpassen van voorzieningenstructuur op een manier die is toegesneden op de veranderende wereld, maar die tegelijk de essentie van betrokkenheid en ontmoeting overeind houdt. Het preventief inzetten op eigen kracht van mensen en op collectieve welzijnsdiensten, om duurdere individuele inzet te voorkomen of uit te stellen. Ontmoeting en betrokkenheid in termen van het organiseren van het aanbod rekening houdend met het gebruik van sport-,cultuur-,en welzijnsvoorzieningen en het koppelen van opgaven. Voor het realiseren van een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid binnen de Hengelose samenleving, zijn o.a. de volgende aspecten relevant; de uitkomsten van de transities (WWnV, Awbz/Wmo). de verhouding tussen uitvoering politieke programma’s en bezuinigingen. Door de val van het kabinet-Rutte zal de Tweede Kamer het dossier WWnV hoogstwaarschijnlijk controversieel worden verklaard (definitief kamerbesluit daaorver op 29 mei a.s.). De consequenties voor het in gang gezette transitieproces op lokaal niveau in nog niet geheel duidelijk. Programmalijnen/resultaatgebieden in deze veranderingbeweging zijn: 1. het realiseren van totaalprogramma’s(sociaal en fysiek) voor de wijk, met maatwerk in aanbod van wijkactiviteiten, gezamenlijk gebruik accommodaties en inzet wijkorganisaties. 2. totstandkoming van een gemeenschappelijk werkgeversinstituut, gericht op de aspecten beheer en exploitatie; 3. totstandkoming van een maatschappelijk vastgoedbeheerbedrijf, gericht op aspecten behoefte en inzet, spreiding over stad, onderhoud en eigendom;
Belangrijke ontwikkelingen en resultaten Realiseren van totaalprogrammering (sociaal en fysiek) dicht bij de burgers. Een inventarisatie over het ruimtegebruik van de wijkwelzijnsaccommodaties is afgerond, zowel voor de gemeente, Carint , Scala en Welbions. Inmiddels is uit deze gegevens gedestilleerd wat de bezettingsgraad van de wijkwelzijnsaccommodaties is. Door Maatschappelijke Ontwikkeling is er een start gemaakt met het inzichtelijk maken van welke activiteiten per ruimte en per dagdeel plaats vinden in de welzijnsaccommodaties. Hiervoor wordt eerst gekeken naar de wijk Wilderinkshoek. Voor deze wijk zal de analyse van de vraag en aanbod situatie afgezet worden tegen de uitkomsten van de wijkanalyse (sociaal – demografisch perspectief). Hierbij worden de partners Welbions, Scala en Carint betrokken. Door de transities (WWNV, Awbz en Wmo) ontstaat er een verschuiving van doelgroepen. Deze verschuiving heeft invloed op het realiseren van dit programma. Het brengt een noodzakelijke vernieuwing en of uitbreiding van het zorg/welzijnsaanbod in de wijken met zich mee. De uitwerking van de transities wordt ook meegenomen tijdens de nadere analyse die gemaakt wordt voor de wijk Wilderinkshoek. In juni wordt met de raad hierover gediscussieerd. Cultuur en sport moeten nog meegenomen worden bij het bovenstaande. De notitie ‘samenwerken aan vitale wijken’ is klaar voor besluitvorming. Ook wordt er gewerkt aan de doorontwikkeling van het instrument ‘analyse’. De analyse moet het mogelijk maken om ontwikkelingen in de tijd te volgen. De analyse is input voor de diagnose, dat is de discussie die moet leiden tot het benoemen van concrete opgaven in wijken.
15
Totstandkoming van een werkgeversinstituut. Het werkgeversinstituut is per 1 januari 2012 opgericht bij SWB Fitis. Overleggen over de organisatorische aspecten met betrekking tot beheer en exploitatie: de zakelijk leiders, de clustervorming en beheer zijn in gang gezet. In juni zal met de raad hierover gediscussieerd worden. Totstandkoming van een gemeentelijk vastgoedbeheerbedrijf. Momenteel is het eigendom van de gebouwen verdeeld over de gehele gemeentelijke organisatie. Gefaseerd zal het volledige eigendom worden ondergebracht bij het Vastgoedbedrijf, als onderdeel van het Grondbedrijf. Het ontwerp- businessplan oprichting Vastgoedbedrijf (VGB) gemeente Hengelo is gereed en ligt klaar voor bestuurlijke besluitvorming. De belangrijkste taken voor het VGB zijn o.a. beheer van het eigendom, opdrachtgeverrol voor groot onderhoud, renovatie, verbeterinvestering en het afstoten van panden en meer profileren als portefeuillehouder (makelaarsrol). De totstandkoming van een gemeentelijk vastgoedbedrijf heeft een relatie met zoekrichting 14. (structurele bezuinigingstaakstelling: € 500.000,-). Hiervoor heeft stedelijk beheer een bijdrage geleverd van €75.000,- door het onderhoud te versoberen. De bijdrage vanuit de sector Beleid en Projecten is in 2012 € 30.000,- en vanaf 2013 € 65.000,- door te korten op de overheadkosten van het wijkwelzijnswerk.
16
Indicatoren programma 3 historisch Bron
Doc.
Sociale kwaliteit woonomgeving (score cohesie) 1)
IVM
% inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest om hun buurt te verbeteren
IVM
% inwoners dat vrijwilligerswerk doet
Bezettingspercentage gemeentelijke wijken buurtcentra
streefwaarden 2012 2013 2014
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2015
historisch BB2012
-
6,5
-
6,2
-
n.n.b. 6,7
-
6,7
-
6,8
historisch BB2012
-
19%
-
18%
-
n.n.b. 23%
-
24%
-
24%
HengeloPanel
historisch BB2012
-
-
-
-
-
-
35% -
-
-
-
MO / B&P
historisch BB2012
-
-
-
-
-
-
n.n.b. -
-
-
-
KERNINDICATOREN
MIJLPALEN Programmalijn 1 Inventarisatie gebruik accommodaties en activiteiten gemeentelijke wijken buurtcentra
streefdatum Stand van zaken april 2012 1e kwartaal 2012 inventarisatie over het ruimtegebruik van de gemeentelijke wijk- en buurtcentra is afgerond. Hieruit is de bezettingsgraad van de wijkwelzijnsaccomodaties gehaald. De activiteiten zijn nog niet in beeld, wel is hier een start meegemaakt.
Analyse vraag en aanbod situatie gemeentelijke wijk- en buurtcentra
1e kwartaal 2012 Er wordt eerst voor alleen de wijk "Wilderinkshoek"gekeken. Voor deze wijk zal de analyse voor de vraag-en aanbod situatie afgezet worden tegen de uitkomsten van de wijkanalyse.
Programmalijn 2 Opstellen businessplan / inrichtingsplan gemeentelijk vastgoedbedrijf
1e kwartaal 2012 Het ontwerp businessplan vastgoedbedrijf is gereed en ligt klaar voor besluitvorming.
Financiele risico's op gebouw- en portefeuilleniveau zijn beheerst
1e kwartaal 2012 Nog niet gereed, is een uitvoering van het businessplan dat nog goedgekeurd moet worden
Kosten en risico's zijn zuiver doorberekend aan eindgebruikers
1e kwartaal 2012 Nog niet gereed, is een uitvoering van het businessplan dat nog goedgekeurd moet worden
Er is een centraal gebouwinformatiesysteem, centralisatie vastgoed
1e kwartaal 2012 Er wordt geïnventariseerd welk programma aangeschaft dient te worden voor o.a. de financiële beheersing van het vastgoed.
Werkgeversinstituut is ingericht
1e kwartaal 2012 Het werkgeversintituut is per 1 januari 2012 opgericht bij SWB Fitis. Implementatie wordt heel 2012 vanuit de gemeente begeleid
Opzetten stedelijk facilitair wijkwelzijnsoverleg
1e kwartaal 2012 De zakelijk leiders die hierin een sleutelrol krijgen zijn nog niet allemaal bekend
Er is een breed gedragen voorstel voor de organisatie van het beheer en de exploitatie van het wijkwelzijnswerk
2e kwartaal 2012 Overleggen over de organisatorische aspecten met betrekking tot beheer en exploitatie: de zakelijk leiders , de clustervorming en beheer zijn in gang gezet. In juni zal met de raad hierover gediscussieerd worden
Subsidievoorwaarden voor het wijkwelzijnswerk zijn geherformuleerd
medio 2012
Nog niet gereed, maar is ook gepland voor medio 2012
2006
CIJFERBLAD Sociale kwaliteit woonomgeving (score cohesie) per wijk Binnenstad (wijk 0) IVM Hengelose Es (wijk 1) Noord (wijk 2) Hasseler Es (wijk 3) Groot Driene (wijk 4) Berflo Es (wijk 5) Wilderinkshoek (wijk 6) Woolde (wijk 7) Slangenbeek (wijk 8) Buitengebied (wijk 9) % inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest om hun buurt te verbeteren per wijk Binnenstad (wijk 0) IVM Hengelose Es (wijk 1) Noord (wijk 2) Hasseler Es (wijk 3) Groot Driene (wijk 4) Berflo Es (wijk 5) Wilderinkshoek (wijk 6) Woolde (wijk 7) Slangenbeek (wijk 8) Buitengebied (wijk 9) % inwoners dat vrijwilligerswerk doet: Sport Cultuur Hobby School Religie en levensbeschouwing Zorg, welzijn en gezondheid Wijk / buurt / wonen Jeugdwerk Vakbond, beroepsorganisatie Politieke of ideële organisatie Natuur, milieu en dieren Ontwikkelingswerk Andere organisatie of instelling
2007
2008
2009
2010
2011
6,1 6,3 6,1 6,6 6,6 5,8 6,5 6,8 6,9 7,9
5,7 6,2 5,8 6,2 6,0 5,5 6,5 6,1 6,5 7,7
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
25% 19% 21% 17% 16% 17% 13% 21% 24% 29%
25% 23% 15% 11% 20% 15% 20% 15% 24% 27%
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
2012
10% 6% 2% 4% 6% 10% 4% 1% 2% 2% 2% 1% 3%
HengeloPanel
1) Schaalscore van 0 - 10; hoe hoger de score, hoe beter.
17
2013
2014
2015
Programma 4
Naar een aantrekkelijke binnenstad
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Wieger Mulder Henk Jan Tromp Cees Dalenoord
Doelomschrijving Het creëren van een economisch en cultureel vitale Binnenstad, waar Hengeloërs zich thuis voelen en waartoe ook de inwoners van de ons omringende gemeenten en toeristische bezoekers zich aangetrokken voelen. Het Binnenstadsdebat heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk de Binnenstad wordt gevonden en dat onze inwoners hun Binnenstad willen zien als een warme en gezellige huiskamer van de stad met veel kleur en activiteit. Door ontwikkelingen in het winkelen en het winkelaanbod, een sluipend verlies aan ruimtelijke kwaliteit alsmede een daling in de beleving is een offensief om de binnenstad beter op de kaart te zetten nodig. De opgave is om vanwege de veelheid aan elkaar beïnvloedende activiteiten, functies en belangen voor de Binnenstad gebied een eigen gebiedsprogramma te maken. Er zijn flankerende beleidsmaatregelen nodig voor het (beter) functioneren van de binnenstad. We gaan samen met onze burgers en partners in de binnenstad zorgen dat de afstemming van wensen en belangen wordt verbeterd.
Essentiële veranderbeweging De veranderbeweging gaat over het transformeren van de binnenstad in termen van vergroten van aantrekkelijkheid van voorzieningen- aanbod, evenementen, openbare ruimte, winkelaanbod en nog veel meer. De veranderbeweging zal moeten leiden tot een toename van bezoekers aan de Hengelose binnenstad, die er langer verblijven en meer uitgeven. Wat gaan we hiertoe doen: 1. realiseren van het gebiedsprogramma (inbegrepen de flankerende maatregelen) 2. zorg dragen voor de afstemming van wensen en belangen van burgers en partners Programmalijnen/mijlpalen § realisatie van de drie “Parels”: Stationsplein, Markt en Burgemeester Jansenplein; § realisatie uitvoeringsprogramma de BIZ (overeenkomst met de ondernemersvereniging) § realisatie van één samenhangend evenementen- en promotieprogramma. Overige resultaatgebieden zijn: § Kwaliteit openbare ruimte § Attractief winkelaanbod § Bereikbaarheid en parkeren § Gewaardeerd voorzieningenaanbod § Evenementen en promotie § Werkbaar regelkader § Wonen in de binnenstad
Belangrijke ontwikkelingen en resultaten Het speerpunt voor 2011 tot het oprichten van een Bedrijven Investering Zone is gerealiseerd. Dit heeft geleid tot oprichting van de St. Centrummanagement Hengelo. De Stichting is o.a. verantwoordelijk voor het beheer en de besteding van de gelden die de gemeente tbv. de BIZ int en doorsluist naar de stichting. De SCH is daarmee een belangrijke partner van de gemeente in de verbeterslag naar een aantrekkelijke binnenstad. In 2012 ligt de nadruk ‘nog‘ meer op de samenwerking met de binnenstadsondernemers in de totstandkoming van het terrassenbeleid, de horecavisie en het terugdringen van de leegstand. Met de inzet van het ‘puienfonds’ worden panden in de winkelstraten opgeknapt. Hiervan zijn de resultaten zichtbaar. Voor een opknapbeurt van de Drienerstraat is samen met de ondernemers een nieuw inrichtingsplan voor de straat gemaakt waarvan de uitvoering in mei 2012 start. Er zijn relatief veel nieuwe ondernemers in de Drienerstraat bijgekomen sinds deze ontwikkeling.
18
In 2011 is gezocht naar een mogelijke binnenstadslocatie voor een stedelijke skatevoorziening. Er is gezamenlijk gezocht, omdat het een “burgerinitiatief” betreft van een groep skaters. Onze (gemeentelijke) rol is te zorgen voor faciliteiten om een discussie met mogelijk betrokken groepen te voeren. De zoektocht loopt door in 2012, er is een “Trefpunt” bijeenkomst in februari geweest. Dit heeft nog niet geleid tot een definitieve locatiekeuze. Op de markt zijn de werkzaamheden voor de herinrichting afgerond. De lichtlindes zijn gesloopt, het plein is gedeeltelijk van andere bestrating voorzien, er zijn bomen bijgeplant en de nieuwe feestverlichting is gerealiseerd. Na de zomer worden de beren geplaatst. We hebben belangrijke stappen gezet voor de toekomst van de warenmarkt. Er is in 2011 succesvol, geëxperimenteerd met een vorm van lintmarkt via o.a de Enschedesestraat, in de plaats van het Wetplein. De marktbond is nu bereid te praten over het verplaatsen naar de lintmarktlocatie in geval van grote evenementen. Er is ook overeenstemming bereikt over een aantal operationele zaken, waaronder de locatie van de marktmeester. De marktmeester is vanaf april 2012 in het nieuwe onderkomen van Bureau Hengelo gehuisvest. De mogelijkheden om de promotie van Hengelo en daarmee ook de evenementen in de binnenstad van een nieuw impuls te voorzien, zijn door de overdracht van taken aan Bureau Hengelo dichterbij gekomen. Het nieuwe Bureau Hengelo is per 01-01-2012 gestart. Inmiddels beoordeelt de door het bureau opgerichte evenementencommissie, evenementen op hun “waarde” voor de stad, verstrekt op basis daarvan evt. financiële bijdrages en zet aan de hand van inmiddels vastgestelde criteria de evementenkalender in elkaar. We werken in overleg met o.a de binnenstadsondernemers verder aan de herziening van het terrassenbeleid, in afstemming met een traject naar een nieuw bestemmingsplan binnenstad en een nieuwe APV (i.v.m. de sluitingstijden). Inmiddels ligt er een concept waarover op hoofdlijnen overeenstemming is. Er zal, in het vervolgtraject naar besluitvorming, voor specifieke situaties maatwerk worden gezocht in overleg met belanghebbenden. Nadat de raad de bijgestelde ontwikkelvoorstellen voor Lange Wemen heeft goedgekeurd, zijn in 2011 de eerste ontwerpen voor het Stadhuis (renovatie) Stadskantoor (Nieuwbouw) en het Horecaplein (Burg. Jansenplein) gepresenteerd. Evenals voorstellen van de projectontwikkelaars voor de verbouwing van Thiemsbrug (Winkels en Parkeergarage). Er is een conclusiekaart voor de inrichting van het “horecaplein” opgesteld. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met een twintigtal stakeholders die bevraagd zijn op hun ideeën voor o.a. een “functionerend” horecaplein. De hieruit volgende ontwerpen voor het plein worden voor de zomer aan hen teruggelegd en verder besproken. Mede als gevolg van deze gesprekken is een nieuwe bestemmingsplan voor het plangebied Lange Wemen zonder bezwaren vastgesteld, en van kracht sinds begin april. Voor de ontwikkelrichting naar een aantrekkelijke binnenstad zijn de volgende te vernieuwen beleidskaders relevant. De detailhandelvisie, deze is in 2011 geactualiseerd, en wordt in het eerste kwartaal 2012 vastgesteld. De horecavisie die in 2012 wordt geactualiseerd, en de vertaalslag van de woonvisie voor de binnenstad.
19
Indicatoren programma 4 historisch Bron
Doc.
2006
Aantal weekbezoekers binnenstad
Locatus
historisch BB2012
Waardering sfeer en gezelligheid in het centrum door binnenstadsbezoekers (rapportcijfer)
BGI
historisch BB2012
Aantal bezoekers Centrale Bibliotheek per jaar Aantal bezoekers Poppodium Metropool per jaar Aantal bezoekers Cinema Hengelo per jaar 1)
Bibliotheek Hengelo Poppodium Metropool Cinema Hengelo
Aantal bezoekers Rabotheater Hengelo per jaar 2)
Rabotheater Hengelo
Aantal bezoekers van evenementen in de binnenstad per jaar
Bureau Hengelo
historisch BB2012
-
-
-
Bezettingspercentage winkels in het kernwinkelgebied per 1 april (buurt 00 / Binnenstad Centrum)
Locatus
historisch BB2012
91%
91%
92%
streefwaarden 2012 2013 2014
2007
2008
2009
2010
2011
2015
105.000 100.700
83.600
82.200
83.600
98.100
n.n.b. 98.000
6,8
6,6
6,3
6,5
n.n.b. -
-
-
-
308.350 297.631 329.967 381.015 17.044 19.623 16.706 20.106 35.593 0 0 69.635
383.197 35.040 95.150
KERNINDICATOREN
historisch
6,8
05/06 -
6,7
06/07 07/08 08/09 - 115.041 107.652
99.000 100.000
-
09/10 91.845
10/11 n.n.b.
11/12 -
12/13 -
13/14 -
14/15 -
-
-
-
-
-
-
-
92%
89%
87%
-
-
-
-
MIJLPALEN Programmalijn 1 Horeacplein en woningbouw Lange Wemen
streefdatum 2014 -2015
Stand van zaken april 2012 Er is een conclusiekaart gemaakt t.b.v. het ontwerp van het plein. Deze is opgesteld op basis van gesprekken met een twintigtal stakeholders, zoals ondernemers uit detailhandel en horeca, fietsersbond, reflectiegroep binnenstad ed. De conclusiekaart vormt de basis voor het voorlopig ontwerp wat medio 2012 wordt gemaakt. In het tweede en derde kwartaal 2012 worden de panden van Ebenau en het stadskantoor gesloopt.
Nieuw terassenbeleid
medio 2012
Er is een voorlopig ontwerp gepresenteerd, daarop kunnen tot eind april zienswijzen worden ingediend. Er lopen gesprekken met individuele ondernemers en vertegenwoordigende partijen over de verdere vormgeving van het beleid. We streven naar vaststelling voor de zomer. Het beleid wordt afgestemd op een nieuwe APV, die na de zomer 2012 voor de binnenstad wordt vastgesteld, en op een nieuw bestemmingsplan waarvan dat we willen vaststellen in 2013.
Programmalijn 2 Verbeterde inrichting marktplein
2012
De inrichting van het marktplein is grotendeels gereed. De Lichtlindes zijn verwijderd, er zijn nieuwe bomen bijgeplant en de verlichting is gerealiseerd. Dit jaar wordt het kunstwerk met de beren geplaatst en daarmee zijn de voorgenomen stappen t.b.v. de inrichting genomen.
Nieuwe inrichting Stationsplein Noord
2012
In uitvoering, oplevering voor de kermis.
Visie op wonen in de Binnenstad
n.n.b.
Is een onderdeel van de onlangs vastgestelde woonvisie, de binnenstad als woonmilieu neemt een speciale positie in. De gemeente Hengelo wil de binnenstad aantrekkelijk maken als ontmoetingsplaats. In de Burgervisie "We zitten op goud" is de binnenstad benoemd als de huiskamer van de stad. Horeca en winkelen zijn belangrijke functies in de binnenstad voor vermaak en levendigheid. Met het plan Lange Wemen zet de gemeente in op het toevoegen van nieuwe woonmilieus in de binnenstad. We spelen hiermee in op de groeiende behoefte aan woonvormen voor één en tweepersoonshuishoudens in de nabijheid van stedelijke voorzieningen. Naast de nieuwbouwontwikkeling wil de gemeente samen met Welbions de leegstand van woningen boven winkels aanpakken. Voor de aanpak van Wonen boven winkels heeft de gemeente samen met Welbions een NV opgericht.
2006
CIJFERBLAD Marktaandeel van het centrum voor - Aankoop van dagelijkse artikelen - Aankoop van niet- dagelijkse artikelen
KSO
Omzet detailhandel Hengelo Centrum - Dagelijkse artikelen (in milj. euro's) - Niet-dagelijkse artikelen (in milj. euro's)
KSO
2007
2008
2009
2010
2011
15% 34%
106
Bezettingsgraad warenmarkt Positie op de ranglijst van de 50 grootste gemeenten in Nederland voor wat betreft: - Aantal restaurants - Aantal cafés - Culinaire kwaliteit - Culinaire diversiteit
Atlas voor gemeenten
% inwoners van de Binnenstad, dat het er (helemaal) mee eens is, dat het buiten in de buurt goed is verlicht 3)
IVM
83%
76%
Sociale kwaliteit woonomgeving (score cohesie) in de Binnenstad 4)
IVM
6,1
5,7
Gemiddeld rapportcijfer eigen woonomgeving Gemiddeld rapportcijfer leefbaarheid in de buurt Gemiddeld rapportcijfer veiligheid in de buurt
IVM IVM IVM
7,2 7,1 6,7
7,1 6,9 6,4
% inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt
IVM
29%
29%
Score fysieke verloedering 5)
IVM
Aantal gepleegde misdrijven met betrekking tot veiligheid in de Binnenstad per jaar (totaal) 6) Waarvan diefstal thuis Waarvan diefstal straat Waarvan lichamelijke integriteit Waarvan overige veiligheid
BPS / BVH
n.b. n.b. 36 34
BGI
% bewoonde woningen in de Binnenstad
BGI
Tevredenheid van binnenstadbezoekers over de bereikbaarheid van het centrum met de auto (percentage goed tot zeer goed)
BGI
Aantallen bezoekers van de X-grootste evenementen (A t/m E?)
Bureau Hengelo
1) 1) 2) 3) 4) 5) 6) 6)
36 n.b. 36 n.b.
4,5
Aantal gepleegde misdrijven met betrekking tot BPS / BVH leefbaarheid in de Binnenstad per jaar (totaal) 6) Waarvan vernieling / zaakbeschadiging openbare ruimte Waarvan diefstal / inbraak bedrijven en instellingen Waarvan overige leefbaarheid Aantal inwoners in de Binnenstad per 1 januari
n.b. n.b. 30 n.b.
2.416
35 22 38 42
3,9
1.045
1.220
1.254
1.151
18 614 214 199
27 759 221 213
16 810 252 176
14 666 269 202
280
282
279
202
159 121 15
144 115 23
120 141 18
102 87 13
2.417
2.457
2.546
2.538
2.541
37%
44%
46%
54%
Van 23 december 2004 tot 21 september 2006 bioscoop 'Utopolis'. Vanaf 1 april 2009 bioscoop 'Cinema Hengelo'. Leegstand in 2007 en 2008. Cijfers Rabotheater zijn per seizoen van 1 juli tot 30 juni. Tot 2009 betreft het het percentage dat (zeer) tevreden is over de straatverlichting. Schaalscore van 0 - 10; hoe hoger de score, hoe beter. Schaalscore (0 = komt niet voor, 10 = komt vaak voor). Hoe lager de score, hoe beter. Regio Politie Twente is medio 2009 overgegaan op een nieuw (landelijk) bedrijsprocessensysteem BVH. Hierdoor kunnen de cijfers in voorgaande jaren enigszins afwijken.
20
35 n.b. 35 n.b.
2012
2013
2014
2015
Programma 5
Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Wethouder Jan Bron Directeur SOB Frits Locher Marianne Lavèn
Doelomschrijving Transformatie naar een toekomstbestendige stad door de samenhang tussen de economische, sociale en fysieke kwaliteit verder te vergroten. De focus hierbij ligt op de transitie in Zuid als motor voor de gewenste veranderingsrichting. De betekenis voor en verbinding met heel Hengelo wordt daarbij gelegd. Met onze stadsvisie (Hengelo 2030 en Sociale Visie 2020) hebben wij de kaders geschapen voor een toekomstbestendige stad. Hengelo kiest voor een duurzame stedelijke ontwikkeling. Als belangrijkste impuls benoemt de stadsvisie prioritaire gebieden. Drie ervan vallen in dit programma: Hart van Zuid met Centraal Station Twente en WTC Twente, de herstructurering van Berflo Es en het Twentekanaal. De focus van dit programma ligt dan ook op de transitie in Zuid als motor voor de gewenste ontwikkelingsrichting. Programma 4 stuurt het andere prioritaire gebied, de Binnenstad, aan.
Essentiële veranderbeweging Complexer wordende ruimtelijke opgaven, de economische en financiële crisis, het mede daaruit voortvloeiende rijksbeleid en de grote bezuinigingen die voor de deur staan, maken dat er verdergaande programmering nodig is. Het is nodig om scherper te prioriteren, dwarsverbanden te stimuleren en activiteiten slim aan elkaar te verbinden en zichtbaar te maken, zodat er een krachtige impuls vanuit gaat voor het Hengelo van de toekomst. Programmalijnen/mijlpalen Hengelo in de toekomst is een levendige stad; een stad waar mensen plezierig werken, wonen en verblijven. Daarvoor is het essentieel dat Hengelo goed bereikbaar is. Het maakt het wonen, werken, leren en ontspannen toegankelijk. We willen samen met onze partners ervoor zorgen dat Hengelo voor nu en morgen: o een krachtige economie heeft, die zorgt dat er voldoende banen zijn voor haar inwoners als ook voor burgers uit Twente (versterken van de (eu)regionale en lokale economie); o lokaal, regionaal en landelijk goed bereikbaar en verbonden is (verbeteren en versterken van de bereikbaarheid); o een adequaat woonmilieu kent, zodat de werknemers en inwoners passende huisvesting vinden in Hengelo met bijbehorende voorzieningen (versterken van het woon/leefmilieu); o een aantrekkelijk en duurzaam leefmilieu kent (verbeteren van de ruimtelijke en functionele kwaliteit). Per programmalijn zijn de belangrijkste ontwikkelingen van het afgelopen kwartaal aangegeven. Meer gedetailleerd zijn deze ontwikkelingen terug te vinden bij de hoofdfuncties, in het bijzonder bij hoofdfunctie 8.
Belangrijke ontwikkelingen en resultaten 1. Versterken van de (eu)regionale en lokale economie Van groot belang voor dit programma is toekenning van provinciale subsidie Innovatiedriehoek aan HvZ-projecten. Hier is de afgelopen periode breed op ingezet. Samen met de gemeente Enschede is de afgelopen periode hierover intensief overleg gevoerd met de provincie. Uitgebreide input is geleverd voor het provinciale programmaplan I3H, dat het afwegingskader vormt voor toekenning van de middelen. Dit heeft erin geresulteerd dat GS in mei haar investeringsvoorstel naar PS gestuurd met daarin toekenning van 47 miljoen subsidie voor de Hengelose projecten: doortrekking van de Laan Hart van Zuid, verplaatsing Stork Technical Services (voorheen Stork Thermeq)/verwerving van de Stork-gronden en en de Verbindingszone Hengelo-Enschede. Naar verwachting besluit PS hierover in juni 2012. Daarna kan GS de beschikking opstellen.
21
De opgave voor Hengelo is haar kansen te benutten in de regionale economische structuur. Rondom die economische structuur lopen op dit moment veel trajecten (het Regionaal Economisch Beleid (REB), de Ontwikkelagenda, de Economische Visie NWS , de Innovatiesprong (als vervolg op de Innovatieroute) . Aan al deze trajecten heeft Hengelo in de afgelopen periode haar bijdrage geleverd, vanuit dit programma en vanuit programma 1 (‘Werk verbindt’). We zetten daarbij in op innovatie in bedrijven, tussen bedrijven onderling en tussen onderwijs en bedrijfsleven. En door in te zetten op onze specialisaties (vooral high tech systems en materialen, alsmede energie) op “plaatsgebonden economische complexen” zoals HvZ/WTC , bedrijventerrein Twentekanaal, de Kanaalzone en de Thales-campus. Ook voor de komende periode zullen deze trajecten veel tijd en aandacht vragen. In dit kader worden ook de mogelijkheden onderzocht om een beroep te kunnen doen op de provinciale subsidie voor ‘Gebiedsontwikkelingen netwerksteden’. Voor de ontwikkeling van de Kanaalzone is door de provincie een bijdrage van 3,3 miljoen in het vooruitzicht gesteld, mits de start voor 1 juli 2012 plaatsvindt. Om dit te halen is in het 1e kwartaal aan Stork verzocht om een vervroegde aankoop van de Kanaalzone. Stork heeft hierop positief gereageerd. Ter voorbereiding op de aankoop is gestart met het opstellen van een concept koopovereenkomst. In dit kader vindt nu onderzoek plaats naar de bodemgesteldheid en wordt een raamsaneringsplan opgesteld, welke medio mei gereed moet zijn. De ontwikkeling van de Thales-campus komt dichterbij: Thales heeft onlangs besloten tot vervangende nieuwbouw op haar terrein en tot de ontwikkeling van een high-tech campus op haar gebied. De gemeente is in gesprek met Thales hierover. Bij bedrijventerrein Twentekanaal kon de afgelopen periode een enorme herontwikkeling worden gerealiseerd van verouderd en vervuild bedrijventerrein. Leegstaande plekken en panden zijn ingevuld door de vestiging van nieuwe bedrijven en uitbreiding van bestaande, o.a.: vestiging BTG, Enerpac, TNT Post NL, de Paauw kunststofrecycling, uitbreiding TRM, nieuwbouw CTT, nieuwbouw Norma en de ontwikkeling van Strootbeekpark (voorheen Technology Centrum Akzo). In regioverband vonden overleggen plaats over de verdere uitbouw van de regionale havenfunctie en verbetering van de vaarwegcapaciteit. Ingezet wordt op vestiging van Twents School of Education (TSE) in Hart van Zuid om de aansluiting van (beroeps-)onderwijs op arbeidsmarkt te stimuleren. Afgelopen periode zijn er verdere gesprekken gevoerd tussen gemeente, Edith Steincollege, Saxion Hogeschool en Van Wijnen projectontwikkeling . Onderzoek naar mogelijke vestiging in het Hijsch-gebied loopt. Partijen hebben naar elkaar uitgesproken in het najaar 2012 tot definitieve afspraken te komen.
2. Verbeteren en versterken van de bereikbaarheid van Hengelo. De Laan Hart van Zuid vormt de centrale ontsluitingsas van Hart van Zuid; het verbindt het Centraal Station van Twente met de aansluiting op de A35. Om de aanleg ervan mogelijk te maken, is verplaatsing van STS (naar de Kanaalzone) noodzakelijk en moeten de benodigde gronden van Stork (en van Emga) worden geworven, met behulp van provinciale subsidie (zie programmalijn 1). De onderhandelingen met Stork nemen hierbij een prominente plek in. In december 2011 is tussen het projectbureau HvZ en Stork een afsprakenkader opgesteld betreffende de stand van zaken van de onderhandelingen. Dit kader is vastgesteld door onze Raad. Aan het kader is de planning gekoppeld voor het vervolgtraject. De besluitvorming wordt verwacht in juli 2012. Dit is mede afhankelijk van besluitvorming in PS (medio juni) over de verdeling van de middelen I3H. In het eerste kwartaal zijn ter voorbereiding van het akkoord werkzaamheden opgestart. De verwachting is dat voor de zomer een akkoord op hoofdlijnen kan worden gesloten, welke na de zomer verder moet worden uitgewerkt in contracten.
3.
Versterken van woon/leefmilieu door realisatie van gedifferentieerd woningaanbod en een hoogwaardig voorzieningenaanbod. Afgelopen periode is bekend geworden dat niet alleen de gemeente, maar ook onze preferente partner Welbions moet bezuinigen en een reorganisatie doorvoert. Gegeven het grote aantal bouwlocaties moeten er prioriteiten gesteld worden. De nieuwe woonvisie gaat hierop in. Afgelopen december is deze door de raad vastgesteld. Afgelopen periode is gestart met de actualisering van de prioriteitenlijst. Het streven is om deze rond zomer 2012 gereed te hebben voor de bestuurlijke procedure. Welbions heeft recentelijk haar ondernemersplan gepresenteerd. Beide zijn aanleiding om samen met Welbions de huidige afspraken te evalueren en te komen tot nieuwe prestatieafspraken en een convenant aansluitend bij de huidige actualiteit. Met behulp van het bureau Van Nimwegen is hiervoor een proces in gang gezet.
22
De gemeente en Welbions overleggen werken met elkaar om te komen tot een gezamenlijk koersdocument voor de Hengelose Es Noord om die vervolgens aan het college te kunnen voorleggen. In Hart van Zuid en Berflo Es konden verschillende woningprojecten worden gebouwd, waaronder de ‘Stelplaats’ met 15 starterswoningen en 8 tweekappers en de eerste 3 SIR-woningen. Voor deze woningen is subsidie beschikt in het kader van de stimuleringsgelden woningbouw. Voor de overige 6 SIR-woningen is nog geen markt gebleken. Het programma is veranderd in 8 tweekappers. Daarvoor en voor 7 grondgebonden woningen in de Smederij heeft Van Wijnen eind 2011 grond afgenomen. De overige grondgebonden woningen in de Smederij zijn? als particuliere uitgifte in het voorjaar van 2012 op de markt gebracht. Het woningbouwprogramma in Hart van Zuid is bijgesteld: Siemens heeft aangegeven het gebied Woonstad Noord en de gebouwen voor ca. 10 jaar te willen huren; dit is onderdeel van de hiervoor genoemde Stork-onderhandelingen (in programmalijnen 1 en 2). De kwaliteit van de woonomgeving wordt mede bepaald door de beschikbaarheid en bereikbaarheid van voorzieningen, zoals winkelcentra. Voor de realisatie van het winkelcentrum Esrein zijn afgelopen periode verdere stappen gezet. Voor hergebruik van de noordelijke hal is een verkenning uitgevoerd. De uitwerking van het bestemmingsplan is voor de jaarwisseling in procedure gebracht. De planning is te komen tot vaststelling in de eerste helft 2012. Na afronding van de planologische procedure zal in de loop van het jaar worden gestart met de bouw van het winkelcentrum.
4. Verbeteren van de ruimtelijke en functionele kwaliteit De eerste ontwerpen van het stadskantoor, het horecaplein en het winkelcentrum zijn gepresenteerd. De planning is erop gericht om medio 2013 te starten met de nieuwbouw van het stadskantoor. Het bestemmingsplan voor Lange Wemen is onherroepelijk. Dat maakt de weg vrij voor een kwaliteitsimpuls in het centrum, waarop we via programma 4 sturen. In mei is begonnen met de sloop van het oude stadskantoor. Onze stadsvisie zet in op een kwaliteitsslag in Zuid. Om dit te bereiken werken we aan de herstructurering en transformatie ervan, als ook aan ruimtelijk/functionele impulsen die stimuleren de wijk beter te laten functioneren, waaronder het Watertorenpark, de Verbindingszone en Lange Wemen. De bestemmingsplanprocedure voor het Watertorenpark is afgerond, de onteigeningsprocedure nog niet omdat Ter Steege in cassatie is gegaan. Het ontwerp van de Brede School/MFA wordt aangepast als gevolg van het afhaken van Interakt Contour (reden bezuinigingen). De uitvoering is gestart van de eerste fase van het Hengelose deel van de Verbindingszone tussen Hengelo en Enschede; de zichtbaarheid wordt vergroot en het parkeren verbeterd. De beschikking van de Provincie ad € 375.000,-- hiervoor is ontvangen. Voor de tweede fase is een subsidieaanvraag ingediend van 2 miljoen (onderdeel van de subsidieaanvraag Innovatiedriehoek bij de provincie, vermeld bij programmalijn 1) voor de aanleg van de verbindingsweg Veldwijk Noord naar Veldwijk Zuid en de verbetering van het voorplein FBK-stadion.
23
Indicatoren programma 5 historisch bron
2006
2007
2008
2009
2010
2011
streefwaarden 2012 2013 2014
2015
KERNINDICATOREN n.v.t. , de resultaten van dit programma worden gemonitord binnen de programma's
MIJLPALEN Programmalijn 1 realisatie nieuwbouw Siemens realisatie (definitieve) WTC-huisvesting realisatieovereenkomst TSE Positionering van Hengelo in de innovatiedriehoek (provinciale subsidie I3H)
streefdatum stand van zaken april 2012 Nieuwbouw loopt volgens planning. Naar verwachting zal in mei 2012 het gebouw in gebruik worden jul-12 genomen en medio 2012 officiëel worden geopend. Eind 2011 is besloten bouwdelen 5 en 6 MTS-gebouw geschikt te maken als WTC. Met de provincie 2014 loopt overleg over medefinanciering vanuit I3H-middelen. Medio 2012 duidelijkheid hierover verwacht. Medio 2011 is een intentieovereenkomst getekend tussen de partijen voor een haalbaarheidsonder2012 zoek. In najaar 2012 worden de resultaten ervan gepresenteerd. Intensief overleg met provincie over provinciale subsidie I3H. Meegewerkt aan programmaplan I3H 2012 hiervoor. HvZ-projecten zijn hiervoor ingediend. Medio 2012 besluit PS over toekennen bijdragen.
Programmalijn 2 aanleggen 2e lijn Laan Hart van Zuid (Stork-onderhandelingen) realisatie P&R-Garage
2014
voorstadshalte Gezondheidspark
dec-12
Programmalijn 3 en 4 Prioriteitenlijst actualiseren
2012
Prestatieafspraken Welbions
2012
realisatie winkelcentrum Esrein
Het raamsaneringsplan is gereed. De zuidelijke hal is voorjaar 2011 gesloopt. Voor hergebruik van de noordelijke hal is verkenning uitgevoerd. Overleg met een belegger loopt. De bestemmingsplanprocedure is afgerond. De onteigeningsprocedure loopt. In haar vonnis van 2013 maart heeft de rechtbank vervroegde onteigening uitgesproken. Ter Steege is in cassatie gegaan. Eerste subsidietranche ad € 375.000,-- in uitvoering (vergroten zichtbaarheid, verbeteren parkeren). 2014 Subsidieaanvraag van 2 miljoen (verbindingsweg, kwaliteitsverbetering) ingediend. 2012/2013 De route is bepaald. Provinciale subsidie voor deel van de route wordt in 2012 aangevraagd. Met de aanleg van (een deel van) de route is begonnen met het plaatsen van kunstwerken. De eerste ontwerpen stadskantoor, horecaplein en winkelcentrum zijn gepresenteerd. 2013 zie ook programma 4
2014
Eind 2011 is afsprakenkader vastgesteld tussen Stork en PbHvZ met planning voor vervolgtraject. Streven naar akkoord op hoofdlijnen in juli 2012. LHvZ is onderdeel aanvraag provinciale subsidie I3H. Vanwege onzekerheden omtrent huidige locatie is gezocht naar alternatief in bouwdeel 2 van MTSlocatie. Volledige businesscase hiervan wordt voorjaar 2012 aan ministerie aangereikt. Gebied is bouwrijp gemaakt, werkzaamheden gestart voor aanleg van het perron.
Concept prioriteitenlijst is in voorbereiding. Streven om zomer 2012 de bestuurlijke procedure te starten. Proces gestart om met hulp van bureau Van Nimwegen te komen tot nieuwe prestatieafspraken
2013
realisatie Watertorenpark herinrichting stadionsgebied/Sports Centre Hengelo realisatie cultuurelips start bouw Lange Wemen
2006
2007
2008
2009
2010
2011
historisch BB2011 BB2012
357
280
229
236
91
415 360
historisch historisch historisch historisch
140 217
CIJFERBLAD
Aantal gereedgekomen woningen totaal
Aantal gereedgekomen woningen naar locatie uitleglocaties binnenstedelijk w.v. -transformatie w.v. -herstructurering
BGI
BAG/BGI BAG/BGI BAG/BGI BAG/BGI
ISVIII-doelstellingen binnenstedelijke woningproductie, cumulatief sinds 2010 totaal binnenstedelijk (ISV-3) BAG/BGI historisch doelstelling w.v. -transformatie (ISV-3) BAG/BGI historisch doelstelling w.v. -herstructurering (ISV-3+restant GSB-3) BAG/BGI historisch doelstelling
Bron: - Bedrijven- en instellingenregister Overijssel (BIRO), bewerking afdeling BGI.
24
130 150
109 120
72 173
27 64 16 48
86 329 176 153
64 222 16 120 48 102
393 444 192 240 201 204
2012
2013
2014
2015
360 -
360 -
360 -
-
666
888
1.110
360
480
600
306
408
510
Facetagenda
Duurzaamheid
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Wethouder Janneke Oude Alink Algemeen Directeur Wimjoost Licht Alex Flohr
Doelomschrijving Het creëren van een duurzame en toekomstbestendige stad, die aansluit op de behoeften van het heden, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien of hun eigen welbevinden in gevaar te brengen.
Essentiële veranderbeweging Lokale overheden, bedrijven en burgers staan voor een belangrijke én gezamenlijke opgave, namelijk is te zoeken naar maatregelen die ervoor zorgen dat het systeem van de stad vitaal (profit) blijft en nadelige gevolgen voor het grote systeem van lucht, water en grond(stoffen) (planet) worden beperkt. Een essentiële veranderbeweging vraagt om een nieuwe visie op duurzaamheid. Een nieuwe manier van denken die uitgaat van kansen en mogelijkheden. Maar ook een nieuwe manier van organiseren en uitvoeren. De samenleving neemt steeds meer eigen initiatief en wil steeds meer verantwoordelijkheid, zelfbestuur, flexibiliteit en keuzevrijheid. Hiermee verandert ook de rol van de lokale overheid. We kunnen niet langer beleid aan burgers opleggen, Maar we moeten juist samen, in dialoog met de maatschappij, een gezamenlijke agenda opstellen. De korte termijn agenda is daarom gericht op concrete duurzame projecten die we samen met andere partijen willen opzetten en uitvoeren. O.a. door middel van zogenaamde ‘green en social deals’ maken wij afspraken met partners in de stad.
BELANGRIJKE ONTWIKKELINGEN EN RESULTATEN De programmalijnen/resultaatgebieden zijn: Programmalijn 1 : Voorkomen van schaarste en schade. Programmalijn 2 : Duurzaam produceren en consumeren. Programmalijn 3 : Kwaliteit van de leefomgeving. Algemeen Het op 12 april gehouden symposium over duurzaamheid is door veel ondernemers, inwoners maar ook ambtenaren uit diverse gemeenten bijgewoond. Herman Wijffels, onder andere hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering, hield een lezing. Zijn belangrijkste boodschap: het moet anders en we moeten het samen doen. Onze levensstandaard en onze manier van produceren zijn niet langer houdbaar. Zijn stellige overtuiging is dat sociale en ecologische duurzaamheid hand in hand moeten gaan. ‘En ontplooi samen initiatieven. Als gemeente moet je duurzame initiatieven van partners faciliteren.’ Tijdens de dialogen over economie, energie, leefomgeving en mobiliteit werd bevlogen gediscussieerd en concrete afspraken gemaakt. Er komt een vervolg op dit symposium waar gedreven inwoners bij worden betrokken.
Ad 1 : Voorkomen van schaarste en schade. Doel: Het reduceren van de uitstoot van schadelijke stoffen, verantwoord omgaan met energie, water grondstoffen en hulpbronnen Warmtenet De verdere uitbouw van het warmtenet is belangrijk speerpunt geweest. De economische situatie en de daaraan gerelateerde stagnatie in de bouw zijn echter aanleiding voor actualisatie van het bedrijfsplan. Het bedrijfsplan Warmtenet 2012-2041 is op 27 maart door ons college vastgesteld en aan de raad voor besluitvorming in de raadsvergadering van 24 april. Met dit besluit is een belangrijkste stap gezet in de richting voor de aanleg van de hoofdleiding van Akzo Nobel naar het centrum van de stad, met o.a. het hoofdkantoor van Siemens. Verduurzaming woningvoorraad: subsidieregeling Uitgaande van de stimulerende rol op het vlak van duurzaamheid is de in september j.l. de subsidieregeling ‘Dikke Jas’ van start gegaan. De subsidie wordt verstrekt voor spouwmuurisolatie, eventueel gecombineerd met dubbel glas. Inmiddels is het budget van € 267.500,- volledig benut
25
en is er zodanig veel belangstelling dat het budget voor 2012 ernstig wordt overvraagd. Inmiddels is duidelijk dat deze subsidieregeling niet kan worden gecontinueerd. In het kader van nieuwe woningbouwafspraken die met de provincie worden gemaakt, wordt gewerkt aan de vormgeving van voor duurzaamheidsleningen. Ook is met het oog op voorbeeldfunctie en het doel duurzaam woongedrag te stimuleren samen met Welbions medewerking verleend aan het programma Klus je Rijk, waarin een gezin uit Hengelo deelnam. In het programma werden vijf gezinnen uit vijf verschillende gemeenten uitgedaagd om hun energierekening fors omlaag te brengen. Afvalloze maatschappij In augustus 2011 heeft staatssecretaris Atsma een brief naar de tweede kamer gestuurd waarin hij toelicht hoe hij de milieudruk in afvalbeheer wil verminderen. In regionaal verband is afgesproken op welke wijze in een nieuw regionaal afvalbeleid aan de zgn. grondstoffen-rotonde kan worden bijgedragen. Een regionale stuurgroep gaat hiervoor in het 2e kwartaal van start. De grondstoffenrotonde betekent dat alle afvalstoffen na verwerking als grondstof de weg terug vinden in producten. Om dit te realiseren is samenwerking tussen verschillende partijen (overheid, bedrijfsleven, burger) van belang. De invoering van diftar, die sinds 1 januari j.l. een feit is, is een belangrijke stap in de richting van afvalloze maatschappij. Ook belangrijk in dit verband is de vaststelling van het strategisch beleidsplan Twence, waarin de belangrijkste beslispunten waren dat Twence zich richt op de verwerking van afval tot grondstoffen en energie en dat duurzaamheid als doelstelling van algemeen belang centraal staat. Verder is Twence gevraagd nader onderzoek te doen naar de te volgen weg naar een afvalloze samenleving in 2030 en de consequenties daarvan voor de bedrijfsvoering van Twence. Oplossing voor grootschalige grondwaterverontreinigingen In de afgelopen jaren is veel onderzoek verricht naar de bodemverontreinigingen. Het saneren van complexe verontreinigingen in het centrum is echter moeilijk en erg kostbaar. Om deze verontreinigingen op een slimme en kostenbesparende wijze aan te pakken, heeft het college ingestemd met het gebiedsgericht grondwaterbeleid. Hengelo loopt hierin voorop en is gevraagd mee te denken over landelijk beleid.
Programmalijn 2
: Duurzaam produceren en consumeren.
Doel: Werken aan een duurzame lokale economie met het oog voor sociale waarden en verhoudingen Duurzaam Consumeren De nadruk ligt hier met name op bewustwording, leren en inspireren. In dat kader heeft op 2 februari 2012 het Millenniumnetwerk Hengelo, in samenwerking met Stichting HET DEBAT, een wervelend debat over eerlijke handel en fairtrade georganiseerd. Daarin stond centraal hoe burgers en bedrijven praktisch om kunnen gaan met eerlijke handel in relatie tot duurzaamheid.
Programmalijn 3
: Kwaliteit van de leefomgeving.
Doel: Creëren van gezonde ecosystemen, borgen van waarden van groen in samenhang met klimaat en water, behouden en bevorderen van biodiversiteit. Vanuit het landelijke IVN project ‘scholen voor duurzaamheid’ hebben de gemeente Hengelo en het Waterschap Regge en Dinkel aan leerlingen van het Bataafs Lyceum en het Montessori College Twente, gevraagd om mee te denken over de vraag hoe Hengeloërs minder water gaan gebruiken en het water schoner houden. De leerlingen zijn zelf op onderzoek uitgegaan. Hierover hebben zij posters en filmpjes gemaakt en presentaties gegeven op het stadhuis. Alle deze ideeën zijn van eind april tot half mei te zien in een tentoonstelling in het stadhuis.
26
Facetagenda
Participatie
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Burgemeester Kerckhaert Directeur Riny Coenders Hilde Spek
Doelomschrijving Het vergroten van de mogelijkheden van burgers, bedrijven en organisaties om deel te nemen aan het realiseren van publieke opgaven en door middel van samenwerking tot ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie van beleid te komen.
Essentiële veranderbeweging Gemeenten hebben te maken met verschillende ontwikkelingen en uitdagingen. Inkomensstromen gaan substantieel dalen en de financiële risico’s van de gemeente gaan stijgen. Er komen meer taken van het Rijk af op de gemeenten (bijvoorbeeld de transities jeugdzorg en AWBZ). Dit vraagt innovatie en een andere rol van de gemeente. Daarnaast heeft de communicatietechnologie de samenleving ingrijpend veranderd. Er is een systeem van netwerken ontstaan, dat voortdurend in beweging is en waar in razend tempo verbindingen en knooppunten worden gevormd. De samenleving bepaalt steeds meer haar eigen agenda en kennis en deskundigheid ligt niet alleen meer bij de gemeente. We gaan meer toe naar een samenleving waarin inwoners worden betrokken bij het oplossen van maatschappelijke problemen en opgaven. Aan burgers, bedrijven etc. wordt gevraagd om meer gebruik te maken van hun eigen kracht (oplossing met hulp van de omgeving). Participatie gaat over (strategisch) samenwerken en allianties; over loslaten en lef hebben. Onze samenleving vraagt erom en als gemeente hebben wij de kennis en kunde van de samenleving nodig.
Resultaten Interne cursussen & instrumenten In 2012 is er een workshop geweest voor werknemers en het college van B en W en MT over participatie; wat is het en wat willen/kunnen wij er als gemeente mee? Hoe geven we dat vorm in onze manier van werken en cultuur? Hengelo neemt sinds 2009 deel aan het project: “Burgers maken hun Buurt”; een wetenschappelijk project dat, onder aansturing van het NICIS en het ministerie van BZK, wordt uitgevoerd door de Universiteit Twente en de Universiteit van Amsterdam. Dit project wordt in 2012 afgerond. Het ACTIE instrument dat is ontwikkeld, is een handreiking voor de ondersteuning van burgerinitiatieven. Eind april is het eerste concept besproken. Burgerinitiatieven Op 31 mei 2011 heeft de raad besloten dat we participatie van groenonderhoud door bewoners nieuw leven moeten blazen. Met behulp van de actie ‘groenadoptie’ wil de gemeente een deel van de taken overgeven aan bewoners die daar gemotiveerd voor zijn. De gemeente heeft een concept oproep besproken met de klankbordgroep groen Hasseler Es en deze in het voorjaar geplaatst. Op dit moment zijn er 4 aanmeldingen ontvangen (per mail). Daarnaast zijn er de buurtbonnen; initiatieven vanuit bewoners om hun buurt te verbeteren. In samenspraak met erkende bewonersorganisaties is een nieuwe werkwijze opgesteld voor de buurtbonnen die dit jaar is gestart. Bij de nieuwe opzet beslissen de bewonersorganisaties welke initiatieven worden goedgekeurd. Wijkgericht werken met partners Het belang van samenwerken wordt groter, nu er steeds minder geld beschikbaar is. Een belangrijke partner van de gemeente is Welbions. Ook zij hebben te maken met bezuinigingen. Over hun gebiedgerichte aanpak zijn op voorhand gesprekken gevoerd met de gemeente over welke bezuinigingen worden doorgevoerd. Op dit moment wordt gekeken naar hoe er slimme verbindingen kunnen worden gemaakt. Participatie als onderdeel van maken en uitvoeren van beleid Dit jaar wordt het beleidsplan voor de openbare verlichting opgesteld. Er zijn gesprekken gevoerd om de leerlingen van de Masterclass Hengelo te betrekken bij dit beleidsplan. Er is een bijeenkomst geweest met twintig van deze hoogbegaafde leerlingen van verschillende basisscholen in Hengelo
27
om hen te vragen hoe zij denken over het thema licht in de openbare ruimte. Het advies, of een deel van het advies wordt opgenomen in het beleidsplan. Participatie als onderdeel van projecten In het Weusthagpark spelen tal van ontwikkelingen waarin de gemeente samenwerkt met andere belanghebbende partijen. Hiertoe is onlangs een structuur van werkgroepen en een stuurgroep opgezet waarin de verschillende partijen - waaronder de gemeente - zijn vertegenwoordigd. De gemeentelijke rol in de werkgroepen varieert van initiërend tot faciliterend, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van inhoudelijke deskundigheid of het regelen van subsidies. Deze opzet geeft belanghebbende partijen de ruimte voor een eigen rol en verantwoordelijkheid in de ontwikkeling van het Weusthagpark. De Elsbeek terug in Driene is een gezamenlijk project van het Waterschap Regge en Dinkel. Tijdens een aantal bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de buurt, zijn de eerste contouren van het plan op papier gezet. De betrokkenen zijn, binnen een aantal kaders en onder leiding van professionals, gaan ontwerpen. Met deze informatie is een definitief schetsontwerp gemaakt dat weer is gepresenteerd aan de buurt. Na goedkeuring van het plan door betrokkenen is het schetsontwerp omgezet in een bestek en werktekeningen en vervolgens in uitvoering genomen. Deze manier van participatie heeft geleid tot een gedragen plan, waarbij buurtbewoners nauw betrokken zijn. Communicatie & Social media Op het gebied van social media wordt gezocht naar nieuwe mogelijkheden van participatie. Er is al gestart met het uitbreiden van het internetpanel. Er zijn 2200 nieuwe leden geworven (de aanmeldingen lopen momenteel nog). In totaal bestaat het internetpanel nu uit 2700 leden. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheden van open data.
Participatie binnen de programma’s Programma 1: Werk verbindt Het Platform Onderwijs, Werk en Inkomen (POWI) is bezig met een nieuw regionaal arbeidsmarktplan, een nieuwe oriëntatie op de samenwerking met het UWV-Werkbedrijf en coördineert een aantal samenwerkingsprojecten zoals de aanpak jeugdwerkloosheid. Als de WWnV intreedt zullen gemeenten moeten samenwerken (vrij verplichtend) in een arbeidsmarktregio. In het eerste kwartaal is begonnen met het sociaal akkoord, waarin zo’n 20 Hengelose bedrijven zich samen verantwoordelijk maken voor de kansen voor mensen met een grote afstand voor de arbeidsmarkt. Onder het convenant “Twente vaart onder één vlag” hebben de Twentse binnenhavengemeenten Hengelo, Almelo, Enschede en Hof van Twente samen met Rijkswaterstaat en Regio Twente nu diverse projecten opgestart. Door samen te werken willen de partijen het vervoer over water stimuleren en de bereikbaarheid van de economische centra via het water bevorderen. In het voorjaar 2012 is besloten tot het opstellen van een economische visie voor de Netwerkstad. Daarvoor is een projectteam in het leven geroepen, waarin Hengelo intensief en constructief participeert. In het Uitvoeringsprogramma Wijkeconomie zijn concrete acties voor 2012 opgenomen. Naast gemeentelijke participatie zijn ook externe partijen betrokken zoals bewonersorganisaties, makelaars, woningbouwcorporaties, Kamer van Koophandel. In maart is een succesvol ZZP-netwerkcafe georganiseerd. Van hieruit wordt er gekeken of een meer structureel netwerk van ZZP’ers in Hengelo tot stand kan worden gebracht. Programma 2: zorg voor de mens gegarandeerd De regionale visie op maarschappelijke ondersteuning (transitie decentralisatie extramurale begeleiding (AWBZ-Wmo) is ontstaan door middel van co-creatie. De deelnemende partijen hebben ervoor gekozen om in twee en een halve dag gezamenlijk te onderzoeken hoe zij de maatschappelijke ondersteuning en in het bijzonder de extramurale begeleiding in Twente op een vernieuwende, zinvolle en efficiënte wijze kunnen organiseren. Dit gebeurt op basis van een bijzondere aanpak, Future Search, die middels een proces van ‘co-creatie’ is gericht op het ontwikkelen van visie en uitvoering. Vanuit het project ‘samen werken door samenwerken’ is er een verdere uitwerking van het project ‘Toegang tot zorg’. Dit behelst verdere afstemming tussen organisaties (Scala, Carint en SIZT).
28
-
-
Carint/Twinta heeft in april haar vastgoedplan gepresenteerd aan de gemeente met daarin het voornemen om gefaseerd zo’n 40 miljoen in Hengelo te investeren. Nadere gesprekken vinden hierover plaats. Er is met Trivium gesproken over mogelijkheden van de realisatie van beschermd en verzorgd wonen in de binnenstad. Dit proces is nog steeds gaande.
Programma 3: een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid Een inventarisatie over het ruimtegebruik van de wijkwelzijnsaccommodaties is afgerond, zowel voor de gemeente, Carint , Scala en Welbions. Voor deze wijk Wilderinkshoek zal de analyse van de vraag en aanbod situatie afgezet worden tegen de uitkomsten van de wijkanalyse (sociaal – demografisch perspectief). Hierbij worden de partners Welbions, Scala en Carint betrokken. Programma 4: Naar een aantrekkelijke binnenstad In 2012 ligt de nadruk ‘nog‘ meer op de samenwerking met de binnenstadsondernemers in de totstandkoming van het terrassenbeleid, de horecavisie en het terugdringen van de leegstand. De detailhandelvisie is in 2011 geactualiseerd met behulp van ondernemers en partners in de binnenstad. Door een gericht participatietraject met o.a. open inloopavonden, gesprekken met ondernemers en een extra ronde raadscommissie is effectief geïnvesteerd aan de voorkant van het proces. Het betrekken van o.a. ondernemers bij het terrassenbeleid is een nog lopende zoektocht. Inmiddels ligt er een concept waarover op hoofdlijnen overeenstemming is. Er zal, in het vervolgtraject naar besluitvorming, voor specifieke situaties maatwerk worden gezocht in overleg met belanghebbenden. In 2011 is gezocht naar een mogelijke binnenstadslocatie voor een stedelijke skatevoorziening. Er is gezamenlijk gezocht, omdat het een “burgerinitiatief” betreft van een groep skaters. Onze (gemeentelijke) rol is te zorgen voor faciliteiten om een discussie met mogelijk betrokken groepen te voeren. De zoektocht loopt door in 2012, met o.a. een “Trefpunt” bijeenkomst in februari. Dit heeft nog niet geleid tot een definitieve locatiekeuze. Met de inzet van het ‘puienfonds’ worden panden in de winkelstraten opgeknapt. Hiervan zijn de resultaten zichtbaar. Voor een opknapbeurt van de Drienerstraat is samen met de ondernemers een nieuw inrichtingsplan voor de straat gemaakt waarvan de uitvoering in mei 2012 start. Er zijn relatief veel nieuwe ondernemers in de Drienerstraat bijgekomen sinds deze ontwikkeling. De mogelijkheden om de promotie van Hengelo en daarmee ook de evenementen in de binnenstad van een nieuw impuls te voorzien, zijn door de overdracht van taken aan Bureau Hengelo dichterbij gekomen. Het nieuwe Bureau Hengelo is per 01-01-2012 gestart. Programma 5: Toekomstbestendige stad met focus op Zuid Niet alleen de gemeente, maar ook onze preferente partner Welbions moet bezuinigen. Gegeven het grote aantal bouwlocaties moeten er prioriteiten gesteld worden. De nieuwe woonvisie gaat hierop in. Afgelopen periode is gestart met de actualisering van de prioriteitenlijst. Welbions heeft recentelijk haar ondernemersplan gepresenteerd. Beide zijn aanleiding om samen met Welbions de huidige afspraken te evalueren en te komen tot nieuwe prestatieafspraken en een convenant aansluitend bij de huidige actualiteit. Met behulp van het bureau Van Nimwegen is hiervoor een proces in gang gezet. Agenda Duurzaamheid Vanuit het landelijke IVN project ‘scholen voor duurzaamheid’ hebben de gemeente Hengelo en het Waterschap Regge en Dinkel aan leerlingen van het Bataafs Lyceum en het Montessori College Twente, gevraagd om mee te denken over de vraag hoe Hengeloërs minder water gaan gebruiken en het water schoner houden. Hierover hebben de leerlingen posters en filmpjes gemaakt en presentaties gegeven op het stadhuis. Alle deze ideeën zijn van eind april tot half mei te zien in een tentoonstelling in het stadhuis. Half april is een symposium gehouden over duurzaamheid. Veel ondernemers, inwoners maar ook ambtenaren uit diverse gemeenten hebben het symposium bijgewoond. Volgens de hoofdspreker, Herman Wijffels, moet je als gemeente duurzame initiatieven van partners faciliteren. Tijdens de dialogen over economie, energie, leefomgeving en mobiliteit werd bevlogen gediscussieerd en concrete afspraken gemaakt. Er komt een vervolg op dit symposium waar gedreven inwoners bij worden betrokken.
29
Indicatoren agenda participatie historisch Bron
Doc.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Burgeroordeel over het betrekken van burgers bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen (rapportcijfer)
WSJG
historisch BB2012
-
-
-
-
5,6
-
Burgeroordeel over het hebben van voldoende invloed van burgers op wat de gemeente doet (rapportcijfer)
WSJG
historisch BB2012
-
Aantal participatietrajecten op niveau 3, 4 en 5 van de participatieladder (3; adviseren, 4; coproduceren en 5; zelf beslissen)
COM
historisch BB2012
-
streefwaarden 2012 2013 2014
2015
KERNINDICATOREN
-
-
-
-
-
-
5,2
-
-
-
n.n.b. 5,7
-
-
-
n.n.b. 5,7
-
-
-
n.n.b. -
-
-
-
MIJLPALEN
streefdatum
Programmalijn 1 Onderzoek naar de leesbaarheid van uitgaande brieven
stand van zaken april 2012 In februari en maart 2012 zijn aan 860 uitgaande brieven enquêtekaartjes toegevoegd. Hiervan zijn er 152 terugontvangen (17%). De resultaten zijn hierdoor niet representatief.
Interne cursus communicatie en participatie beschikbaar
Er is een workshop voor werknemers over participatie geweest. Daarnaast een bijeenkomst voor MT, College van B&W en programmaregisseurs over participatie.
Professionalisering en uitbreiding van het Internetpanel Hengelo
Er zijn 2.200 nieuwe leden geworven (de aanmeldingen lopen momenteel nog). In totaal bestaat het HengeloPanel nu uit 2.700 leden. Professionalisering is gereed.
Notitie evaluatie burgerparticipatie met format voor evaluatie van afzonderlijke participatietrajecten 1)
eind 2012
Programmalijn 2 Participatietrajecten op hoge trede van de participatieladder: - Locatie skatevoorzieningen
Actiepunt voor eind van het jaar
De zoektocht loopt door in 2012, met o.a. een “Trefpunt” bijeenkomst in februari.
- Terassenbeleid
Het betrekken van ondernemers bij het terrassenbeleid is een nog een lopende zoektocht.
- Watertorenpark
Nog geen participatietraject gestart
- Groenonderhoud in wijken
Actie 'groenadoptie' is gestart.
- Speelvoorzieningen
Nog geen participatietraject gestart
- Cultuurnota
Er zijn verschillende bijeenkomsten geweest met kunstenaars, de 4 belangenverenigingen en de commissie beeldende kunst. Proces ligt momenteel stil tot najaar.
Verdiepende evaluatie van één of twee participatietrajecten per jaar
2012
Verdiepende evaluatie werking nieuwe regeling buurtbonnen
In 2012 vindt er een verdiepende evaluatie plaats van de werking van de nieuwe regeling buurtbonnen. Deze evaluatie gaat in het najaar starten, na de eerste ronde buurtbonnen. Met deze resultaten wordt gekeken naar eventuele verbeterpunten en waar doorontwikkeling mogelijk is.
2006
CIJFERBLAD Aantal bewonersbijeenkomsten op de participatieladder naar trede - Informeren - Raadplegen - Adviseren - Coproduceren - Meesbeslissen
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
COM
2 5 0 0 0
(t/m (t/m (t/m (t/m (t/m
31 31 31 31 31
maart maart maart maart maart
2012) 2012) 2012) 2012) 2012)
Aantallen deelnemers van de verschillende bewonersbijeenkomsten
410 (t/m 31 maart 2012)
Aantal reacties digitale raadplegingen en aantal deelnemers daaraan
Uitwerking moet nog starten
1) Ook rapporteren over eigen initiatieven van burgers en hoe de gemeente daarmee omgegaan is. 1) Niet zijnde initiatieven vanuit de buurtbonnen. Voorbeelden: Hotlo, beeld van ir. Loep, Menthol, Werninkhofstraat.
30
2015
IV. PROGRAMMAPLAN
(nieuwe indeling volgens hoofdfuncties)
HOOFDFUNCTIE 0 ALGEMEEN BESTUUR P002.2 Externe subsidieverwerving Onderdeel van dit product vormt een stelpost van 300.000,- ter dekking van de ambtelijke lasten van de betrokken organisatieonderdelen. Ten aanzien hiervan dient te worden opgemerkt dat de organisatie elk jaar voor vele miljoenen aan (al dan niet vooruitontvangen) subsidieontvangsten realiseert. Een aanzienlijk deel daarvan dient ter dekking van de ambtelijke lasten in z’n algemeenheid (c.q. gemeentebreed). Deze dekking, waaronder dus ook een deel ter dekking van de sectorkosten Beleid en Projecten, wordt echter niet zichtbaar gemaakt als dekking voor deze sector, maar “verdwijnt” in de resultaten op de diverse projecten. Om dit in de toekomst wel zichtbaar te kunnen maken is een uitwerkingsvoorstel in voorbereiding. Met behulp van dit uitwerkingsvoorstel kan het realiseren van deze taakstelling beter inzichtelijk gemaakt worden. Vooralsnog zijn er geen signalen die erop duiden dat deze taakstelling in 2012 niet zal worden gehaald.
002.4 Communicatie Onderzoek communicatie inwoners In maart is het onderzoek naar de gemeentelijke communicatie daadwerkelijk uitgevoerd. 1500 inwoners ontvingen de vragenlijst Hoe kan de gemeente Hengelo u het best bereiken?. Er zijn 440 enquêtes ingevuld. De resultaten daarvan worden in april 2012 met inwoners besproken tijdens een Gespreksavond Communicatie. De resultaten van het gehele onderzoek worden in mei verwacht. Sociale media De afdeling Communicatie werkt steeds actiever met sociale media. Op dit moment zijn er 1550 volgers (bedrijven, inwoners, ambtenaren) op twitter. Gemiddeld komen er 8 vragen per week binnen via twitter. Hier is een duidelijke toename zichtbaar. Op dit moment beantwoordt de afdeling Communicatie deze vragen. Dit zijn praktische vragen over afval, belastingen, plannen, of vragen over de status van een melding. Maar ook opmerkingen en kleine irritaties over beleid waar inwoners het niet of juist wel mee eens zijn. Citymarketing Het college heeft besloten om de subsidie voor evenementen en promotieactiviteiten te bundelen en - met een bezuinigingsslag - over te hevelen naar een externe partner. Dit is conform de zoekrichting 6. De externe partner heet Stichting Bureau Hengelo. Dit is de opvolger van de Stichting VVV & Stadspromotie; Bureau Hengelo is officieel op 1 januari 2012 van start gegaan.
003.1 Burgerzaken In vergelijking met het 1e kwartaal 2011 is het aantal baliecontacten met 14% toegenomen en het aantal telefoontjes naar publieksnummers met 20%. U heeft de extra drukte in de hal bij de balies wellicht zelf ook geconstateerd. Deze wordt vooral veroorzaakt door het vervallen van de zgn. kinderbijschrijvingen op het paspoort van ouders per 26 juni 2012. Vanaf dat moment moeten kinderen een eigen paspoort of identiteitskaart hebben om naar het buitenland te kunnen reizen. Een verklaring voor de toename in telefonische contacten is er op dit moment niet.
31
HOOFDFUNCTIE 1 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID P120.1 t/m 120.8 Brandweer en rampenbestrijding Het eerste kwartaal 2012 staat in het teken van het ontwerpen van de nieuwe organisatie Brandweer Twente. Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio heeft in het eerste kwartaal hiertoe een principebesluit genomen. Dit besluit ligt nu voor besluitvorming bij de Twentse gemeentebesturen. Op 24 april 2012 heeft de raad van Hengelo ingestemd met het principebesluit voor de vorming van Eén Brandweer Twente In het voorjaar is in nauwe samenwerking met de vakgroepen en het managementteam gewerkt aan een organisatieplan. De planning van het proces voor besluitvorming en implementatie van het organisatieplan loopt vanaf 4 april 2012 tot december 2012. Voor de financiële consequenties van de besluitvorming over de nieuwe organisatie Brandweer Twente wordt verwezen naar de rapportage bij hoofdstuk V, onderdeel B, fase 2 “Zoekrichtingen 2012”, zoekrichting 29. In het kader van de mono disciplinaire evaluaties brandweer zijn voor Hengelo 2 inzetten geëvalueerd. Uit deze evaluatie blijkt dat bij 1 inzet een burger zodanig agressief gedrag tegen een brandweermedewerker vertoonde dat deze burger met behulp van de politie werd overmeesterd en opgesloten.
P140.3 Integrale veiligheid In de begroting 2012 is voor integrale veiligheid een bedrag van 96.000,- beschikbaar. In september 2011 is het beleid integrale veiligheid ter besluitvorming aangeboden aan het college. Tot en met 2011 was voor het beleid een bedrag van 380.000,- dekking beschikbaar uit de middelen grote stedenbeleid en Van Montfransgelden. Deze dekking is per 1 januari 2012 vervallen. Het college heeft daarop opdracht gegeven om het dekkingsprobleem met ongeveer 200.000,- te verminderen. Hiertoe is de ambitie en het uitvoeringsprogramma voor 2012 fors bijgesteld. Er resteert in 2012 echter nog een dekkingsprobleem van 180.000,-. College en directie hebben binnen de bestaande middelen gezocht naar dekkingsmogelijkheden, maar deze zijn tot op heden niet gevonden. Voor een deel wordt dit tijdelijk opgelost door verschuiving van personeel van stadsdeelregie naar veiligheid (anticiperend op een bezuiniging op wijkgericht werken). Resteert nog een tekort van circa 130.000,- dat incidenteel door de organisatie in 2012 moet worden opgelost (afspraak directie/MT).
P140.5 Handhaving openbare ruimte Het ziekteverzuim in de afdeling Stadstoezicht is extreem hoog. In 2011 werden 1500 ziektedagen geboekt, als gevolg waarvan veel minder interne uren konden worden ingezet voor handhavingstaken. Voor 2012 wordt een vergelijkbare omvang van het verzuim voorzien. Het verzuim hangt mede samen met het ingezette traject van het professionaliseren van de handhaving, waardoor andere eisen aan de medewerkers worden gesteld dan voorheen. Om een minimuminzet te garanderen wordt gebruik gemaakt van extern ingehuurde handhavers. Als gevolg hiervan wordt binnen dit product voor het nu lopende jaar een afwijking ten opzichte van het budget voorzien van 500.000,-. Deze ‘voordelige’ afwijking moet in samenhang worden bezien met een vergelijkbaar tekort op de sectorkostenplaats (en in relatie daarmee op het product 960.1 Saldo kostenplaatsen), waardoor het uiteindelijk geen financieel effect oplevert.
32
HOOFDFUNCTIE 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 210 Wegen, straten en pleinen P210.1 Onderhoud wegen Door de strenge vorst in februari 2012 is er vorstschade ontstaan aan de wegen. In de maanden maart en april van dit jaar zijn deze schades in beeld gebracht. Het beleid is er nu op gericht om het herstel van deze schades binnen de begroting op te lossen. Omdat de omvang echter nog niet bekend is lopen wij een risico dat de post Onderhoud wegen wordt overschreden. Ondanks de strenge winter is er relatief weinig winterse neerslag gevallen waardoor de inzet op de gladheidbestrijding tot op heden binnen de bestaande ramingen past.
P 210.2 Schoonhouden wegen wijkniveau Bij het schoonhouden van de wegen worden minder eigen uren ingezet dan waarmee in de begroting is gerekend. Voor een deel is dit beleid, en voor een ander deel heeft dit te maken met een hoger ziekteverzuim dan is ingecalculeerd. Er wordt waar nodig gewerkt met externe inhuur. Er wordt gestuurd op een onderbesteding (50.000,-) omdat de lagere inzet van eigen uren zal leiden tot te weinig dekking van overheadkosten op sectorniveau. Het geschetste voordeel van de onderbesteding moet in relatie tot deze gemiste dekking worden bezien. Ook hier levert dit uiteindelijk geen financieel effect op.
P 214.1 Parkeren De raad heeft in december 2010 het besluit Evaluatie Autoparkeren vastgesteld. Daarbij is besloten dat het college het besluit financieel zal uitwerken en naar de raad terug zal komen als er financieel nadelige consequenties zitten aan de uitwerking. De financiële uitwerking kent een voordelig effect op de begroting van 87.864,-. Deze zal na vaststelling van de eerste Beleidsrapportage 2012 structureel worden verwerkt. In het 1e kwartaal van 2012 is het tekort op de parkeerinkomsten grotendeels vergelijkbaar met 2011 (een tekort op jaarbasis van ongeveer 500.000,-). Vanaf de 2e helft van 2012 zal naar verwachting het tekort op de parkeerinkomsten toenemen omdat dan de parkeerplaatsen rond het stadhuis verdwijnen i.v.m. sloop/ Lange Wemen. Vanwege dit structurele tekort op parkeren is op 8 mei een Discussienotitie parkeren in de raadscommissie fysiek behandeld. Direct na die commissie is de volgende informatie ontvangen: De inkomsten van parkeergarage Hengelo Centre zijn in het eerste kwartaal met 6.000,- (11% ) afgenomen t.o.v. 2011. Als deze daling zich voortzet betekent dit een verdere afname van de inkomsten over 2012 van 32.000,-. Als oorzaken voor de daling wordt aangegeven: ruim 120 minder hotelkaarten verkocht t.o.v. januari en februari 2011, een kleine 650 theaterkaarten minder t.o.v 1e kwartaal 2011 en een afname van overige kortparkeerders. Als de afname in de parkeergarage als trend ook zou gelden voor het parkeren op maaiveld, dan is het te verwachten tekort op parkeren nog groter dan tot nu toe werd aangenomen.
P221.1 Haven De stremming van de sluis bij Eefde heeft overlast en inkomstenderving veroorzaakt voor de schippers en de bedrijven aan de binnenhaven Twentekanaal. De insteek is een claim in te dienen voor de gederfde inkomsten. Bovendien ondersteunt Hengelo de eis om een tweede sluis te realiseren om in de toekomst Twente bereikbaar te houden mocht zich een dergelijke calamiteit nogmaals voordoen.
33
HOOFDFUNCTIE 3 ECONOMISCHE ZAKEN P310.1 Markt De begroting van de marktbaten is al jaren op het zelfde niveau, rond 140 mille. De werkelijke baten, omvang 105 mille, kennen een langzaam dalende tendens, die ook andere markten in zijn greep lijkt te hebben. Hoewel constructief overlegd en samengewerkt wordt met de marktkooplieden zal het tekort ook in 2012 rond 40 mille bedragen. In overleg met de marktcommissie zijn een aantal maatregelen genomen: huisvesting van de marktmeester bij Bureau Hengelo, nieuwe werkwijze bij het invullen van vrijgevallen plaatsen op de markt en hernieuwde afspraken over schoonmaken en schoonhouden van de markt.
P310.2 Schuldbemiddeling Ten gevolge van de economische crisis is er een behoorlijke toename van het aantal aanvragen voor schuldbemiddeling. Met de Stadsbank is een traject ingezet om de kosten beheersbaar te houden. Dit zijn echter vooral maatregelen op het gebied van prijs. Daarmee wordt de hogere toeloop niet gereduceerd. Dit leidt tot een verwachte overschrijding van ca. 150.000,-. Deze wordt enerzijds veroorzaakt door de stijging van het volume, anderzijds zijn de afgesproken maatregelen met de Stadsbank niet per direct 100% kostenreducerend, maar is er sprake van ingroei. Momenteel is een beleidsplan schuldhulpverlening in voorbereiding. De Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening gaat vanaf 1 juli van kracht. In de vergadering van juni leggen we het beleidsplan voor aan uw raad.
P310.3 Economische aangelegenheden: a. WTC: In 2012 zal de huidige constructie, waarbij de directeur vanuit de gemeente wordt gedetacheerd bij de Stichting WTC, met 1 jaar worden gecontinueerd; vanaf 2013 dient de stichting zelf in de hiermee gepaard gaande kosten te voorzien. b. Bedrijventerreinen Thales heeft onlangs besloten tot vervangende nieuwbouw op haar terrein en tot de ontwikkeling van een high-tech campus op haar gebied. Lesscher is gestart met de herontwikkeling van het Expoterrein tot een Datacentre met bijbehorende kantoorontwikkeling. Op het XL-Park heeft Timberland zich gevestigd voor de verdere uitbreiding. BTG zal een fabriek bouwen op het het AKZO-terrein en op het Twentekanaal is verder de nieuwbouw van CTT, TNT Post NL en Enerpac vermeldenswaard. Opgeteld met de nieuwbouw van Norma (bijna gereed) is in dit gebied een enorme herontwikkeling van verouderd en vervuild bedrijfsterrein gerealiseerd
330.7 Warmtenet Financieel, algemeen In eerdere beraps en toelichting op de jaarrekening 2011 is melding gemaakt van een overbesteding op het in 2007 beschikbaar gestelde krediet van 4 mln. euro. Met het raadsbesluit van 24 april 2012 waarbij een krediet beschikbaar is gesteld van 3,5 mln. is dat rechtgetrokken en is er tevens geld beschikbaar gesteld voor verdere aanleg van het secundair net in Hengelo Zuid. Daarnaast is er geld beschikbaar gesteld voor planvoorbereidingen voor o.a. de ‘backbone door Hart van Zuid” en verduurzaming van Eaton, annex Westermaat. Het aanvullend krediet van 3,5 mln. zal uit oogpunt van beheer verder worden opgesplitst in deelkredieten. Wat de exploitatie betreft lopen over het 1e kwartaal de inkomsten achter bij de ramingen. Dat heeft enerzijds te maken met een incidentele vertraging in de facturatie aan klanten als gevolg van het in eigen huis halen van die facturatie. Die was tot voor kort uitbesteed en wordt thans succesvol en tegen lagere kosten gedaan in eigen huis (succesvolle samenwerking van WNH, financiën en bedrijfsondersteuning). Daarnaast heeft ook de vertraging in de bouw en oplevering van woningen in Veldwijk Zuid en Berflo-Es, 2e fase, gevolgen voor de opbrengsten van vastrecht en verkoop van warmte over 2012. Er was over 2012 rekening gehouden met een totaal aantal aangesloten én bewoonde woningen van 582. Dat aantal moet voor 2012 naar beneden worden bijgesteld en zal leiden tot een eenmalige opbrengstderving. De lasten zijn eveneens hoger dan geraamd. Voornamelijk door de ogenschijnlijk hogere inkoop van energie, maar dat komt doordat de perioderaming tijdsevenredig is en geen rekening houdt met seizoensinvloeden, in casu de (koude) winter.
34
In de lasten zijn de uren van het eigen personeel nog niet verwerkt. Vanaf mei zal er, met terugwerkende kracht tot 1-1-2012, door het personeel van WNH tijd worden geschreven en vinden de boekingen alsnog plaats. De financiële mutaties van vorenstaande zullen bij de 2e berap 2012 in beeld worden gebracht. Twentebad De warmtevoorziening van het Twentebad is verduurzaamd met de installatie van een houtketel. Na aanvankelijke opstartproblemen kan thans worden gemeld dat de ketel en de binneninstallatie naar behoren functioneren. Met de leverancier van de ketel loopt er nog een geschil over de verdeling van de kosten van de opstartproblemen. Overig De overige verantwoording kan kort worden gehouden, mede omdat recent in het kader van het bedrijfsplan Warmtenet Hengelo 2012 – 2041 al heel veel informatie is verstrekt.
35
HOOFDFUNCTIE 4 ONDERWIJS P480.2 Leerlingenvervoer Op dit moment wordt er onderzocht of de kilometergrenzen, zoals die opgenomen zijn in de huidige Verordening Leerlingenvervoer, gewijzigd kunnen worden. Er wordt gekeken naar de landelijke Verordening en de regionale invulling. Dit in relatie met de toenemende kosten voor het leerlingenvervoer. Het leerlingenvervoer is een openeindregeling: dit betekent dat degenen die aan de criteria - zoals die in de gemeentelijke verordening zijn genoemd - voldoen, recht hebben op een vergoeding. Ondanks een verhoging in het verleden wordt er jaarlijks toch meer uitgegeven. De raming voor 2012 is niet aangepast aan de werkelijke lasten van 2010 en 2011. Om deze reden wordt voor dit jaar opnieuw een overschrijding verwacht, die zonder bijstelling van de normen structureel zal zijn (schatting: 200.000,-).
36
HOOFDFUNCTIE 5 CULTUUR EN RECREATIE 530 Sport P530.3 Twentebad: De onderhoudstoestand van het dak van het Twentebad is slecht; het dak zal dit jaar vervangen moeten worden. In het meerjaren onderhoudsplan is hiermee geen rekening gehouden. Om de kosten te drukken zal de vervanging van het dak in combinatie worden uitgevoerd met de onderhoudswerkzaamheden van het Twentebad die wel zijn gepland. Hiernaast biedt de vervanging van het dak ons de mogelijkheid om het dak extra te isoleren. Dit levert een bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheiddoelstelling. Besluitvorming hierover dient nog plaats te vinden.
P531.1 Sportparken De raad heeft onlangs een krediet beschikbaar gesteld voor de realisatie van het Sport- en leercentrum bij het FBK stadion. Op dit moment is de planvoorbereiding nog in volle gang. Met FC Twente, atletiekvereniging Marathon Pim Mulier, Welbions, Stichting FBK games en Stichting Scoren in de wijk zijn er gesprekken gevoerd over de nieuwe accommodatie en exploitatie. Er zijn diverse schetsontwerpen gemaakt om aan de vraag van de betrokken partijen tegemoet te komen. Door het afhaken van de Stichting FBK games zal het schetsontwerp moeten worden bijgesteld.
P540 Kunst en P541Oudheidkunde en musea In 2011 is een Taskforce, bestaande uit AkkuH, CREA, HEIM en Historisch Museum onder leiding van de gemeente bezig geweest om invulling te geven aan 300.000,- bezuiniging van het totaal van 450.000. Hiervan is 50.000 euro gerealiseerd per 2012 door dit te korten op de subsidie van AkkuH. De Taskforce heeft dit kwartaal haar eindrapportage opgeleverd; daaruit blijkt dat er geen bezuiniging te halen is bij de musea, ofschoon dit wel was opgenomen in de motie van de raad van november 2011. Samenwerking tussen de beide musea wordt voorgesteld. De bezuiniging zal bereikt moeten worden bij AkkuH en CREA. Hoe de bezuiniging te realiseren is gespreksthema binnen het college enerzijds en met alle betrokken instellingen anderzijds. Een definitief voorstel wordt binnenkort verwacht. Diverse culturele instellingen hebben aangeven een tekort te verwachten over het afgelopen jaar 2011. De definitieve jaarrekeningen worden het volgend kwartaal ingediend.
P560.3 Kermis Nadelig resultaat verwacht van 40.000,-. Oorzaak: trend van minder inkomsten bij aanbesteding lijkt structureel; conservatiever begroten; werkzaamheden in het centrum leggen bovendien druk op de te verwachten inkomsten.
37
HOOFDFUNCTIE 6 SOC. VOORZIENINGEN/MAATSCH. DIENSTVERLENING 610.1 Bijstandverlening Ontwikkeling cliëntenbestand De voortdurende economische recessie leidt tot een forse toename van het aantal klanten voor een bijstandsvoorziening. De stijging van dit aantal wordt in januari nog getemperd door de nieuwe regelgeving binnen de WWB. Voor jongeren onder de 27 geldt namelijk dat zij eerst 4 weken op zoek moeten naar andere vormen van inkomen, voordat de uitkeringsaanvraag in behandeling wordt genomen. Nu dat inschakelmoment voorbij is constateren we een forse stijging van het aantal uitkeringen. Deze stijging is groter dan we begroot hadden. In absolute zin zijn de aantallen echter nog lager dan de aantallen die onder de begroting 2012 liggen. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en vergelijken de werkelijke cijfers met de begrote aantallen en onderzoeken de trend die eronder ligt. Op basis van de gegevens t/m april verwachten we op dit moment een eindresultaat dat ligt op begrotingsniveau. Dit is wel afhankelijk van de vraag hoe de groei van het aantal klanten zich gaat ontwikkelen t.o.v. de groeiprognose die onder de begroting ligt. Een punt van aandacht is voorts dat in de begroting 2012 ter dekking van de uitgaven een bijdrage IAU (Incidentele Aanvullende Uitkering) is meegenomen van ca. 2 mln. euro. In het huidige interbellum is het onzeker of deze faciliteit nog in deze vorm overeind blijft, mede gelet op recente ervaringen van collega-gemeenten bij de afwikkeling van hun aanvraag voor 2010. Voor de IAU 2011 bereiden wij binnenkort de aanvraag voor.
Jan
2012 Feb
Mrt
Jan
2011 Mrt
WWB > 27 WWB < 27
1641 173
1656 168
1678 173
1569 211
1593 213
Totaal
1814
1824
1851
1780
1806
IOAW IOAZ
70 8
69 8
69 8
68 6
70 6
Werkplein Vanuit de werkgroep Front-office is geconcludeerd dat het blijven verlenen van dienstverlening op het Werkplein meer voordelen heeft dan het afbouwen daarvan. Besloten is dan ook om gezamenlijk met de gemeente Hof van Twente en Borne op het werkplein aanwezig te blijven tot de geplande sluitingsdatum van 1 januari 2013. Mede gezien de terugtrekkende beweging van het UWV is de gemeente Hengelo voornemens om zelf de regie met betrekking tot de dienstverlening in handen te nemen en daar waar mogelijk samen te werken met het UWV. Dienstverlening MKB Begin van dit jaar is het project MKB in Twente (Meer Kansen Benutten) van start gegaan. Het project wordt gesubsidieerd door de Provincie Overijssel en uitgevoerd door het ROZ namens de Regio Twente. Het biedt een uitgebreid dienstenpakket aan zelfstandigen voor bedrijfseconomische vernieuwing van het MKB.
611.2 Wet Sociale Werkvoorziening Wet werken naar vermogen Op 1 februari is de wettekst van de nieuwe Wet Werken naar Vermogen (WWnV) gepubliceerd. De behandeling in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden in de week van 16 april. Het eerste kwartaal stond in het teken van informatievergaring en daar waar mogelijk vragen van verduidelijking en beïnvloeding van de uiteindelijke teksten. Zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau is veel tijd gestoken in gezamenlijke beleidsbeïnvloeding met o.m. de G32 en VNG. Op Hengeloos niveau is een globaal plan van aanpak gemaakt (afhankelijk van de uitkomsten van de parlementaire behandeling) met daarin diverse onderwerpen uit te werken door werkgroepen. Deze werkgroepen zijn weer zoveel mogelijk aangehaakt bij de al aanwezige subregionale werkgroepen die gevormd zijn in het kader van het project Samenwerken maakt Sterk met de gemeenten Borne, Hof van Twente en Oldenzaal. De onderwerpen die uitgewerkt moeten worden zijn o.a. loondispensatie, werkgeversbenadering, verordeningen, positie beschut werken en de opvang van de nieuwe groep Wajongers.
38
Noot: na afloop van de rapportageperiode is het kabinet gevallen en is de wet, waarover nog niet gestemd was, controversieel verklaard. Hoe dit precies gaat uitwerken is nog onzeker. Daarnaast is de invoering van de huishoudtoets per 1 januari 2013 van de baan. Maar voor nieuwe aanvragen en toekenningen is deze al vanaf 1 januari 2012 toegepast. Uitgezocht moet nog worden of deze groep klanten tot 2013 onder de huishoudtoets blijven dan wel dat er een ad-hoc aanpassing van de regels volgt. SWB/Fitis In het kader van de WwnV ontstond een negatief meerjarig perspectief voor SWB/Fitis. Nu de wet er in deze vorm niet zal komen zijn de financiële kaders voor de periode na 2012 nog niet duidelijk. Voor 2012 heeft het college de intentie om het te verwachten tekort op te laten vangen binnen de Gemeenschappelijke Regeling (GR) SWB Midden Twente. Het eigen vermogen van de GR laat dat nog toe. Prestatiecontracten Met onder meer de voorgenomen Wet werken naar vermogen (WWnV) zouden er grote veranderingen in het sociale domein plaatsvinden. Uitgangspunt van de wet is dat een ieder naar vermogen moet werken. Dat betekent extra inzet om meer klanten te plaatsen. Dit gebeurt bij voorkeur bij reguliere werkgevers. De beschikbare budgetten voor subsidie bij deze plaatsing worden fors minder. Daardoor hebben we met uw raad bij de nota Sterker aan het werk scherpe keuzes moeten maken en heldere doelstellingen geformuleerd. Ter uitvoering daarvan zijn prestatiecontracten getekend tussen de sector PSZ, de SWB/Fitis-groep en de ROZ-groep. Dit heeft tot doelkomend jaar minimaal 350 uitkeringsgerechtigden uit te laten stromen naar een baan of als zelfstandig ondernemer aan de slag te gaan. Daarnaast willen we voor 500 mensen de kans op een baan te verbeteren. De afspraken met betrekking tot deze reintegratiewerkzaamheden zijn vastgelegd in prestatiecontracten. In de WwnV is een belangrijke rol toebedacht aan de werkgevers als vindplek van werkgelegenheid, al of niet toegesneden op de klanten uit onze doelgroep. Ondanks het feit dat de WwnV vermoedelijk controversieel is verklaard zoeken wij naar verbinding met de werkgevers in Hengelo. Wij zetten in op een lokaal Sociaal Akkoord met een aantal werkgevers in Hengelo dat we dit jaar nog willen afsluiten. Budgettair gezien zal de WwnV waarschijnlijk controversieel worden verklaard, de budgettaire krapte blijft onverlet bestaan. De financiële kaders waren immers al door het kabinet Balkenende IV vastgelegd. Het voorlopig niet doorgaan van de WwnV is daarop niet van invloed.
614.1 Minimabeleid Inkomensondersteuning Hengelo hanteert een actief beleid t.a.v. bestrijding niet gebruik van voorzieningen als bijzondere bijstand. In dat kader zijn naast onze eigen klanten eind 2011 ook klanten van het UWV benaderd. Dit verklaart dat het aantal mensen dat gebruik maakt van de minimaregelingen, (zoals de bibliotheek en sportieve en culturele activiteiten) in het eerste kwartaal is toegenomen. Op een ander gebied is met Menzis onderhandeld dat per januari de eigen bijdrage voor WMO huishoudelijke hulp en andere eigen bijdragen WMO via de collectieve verzekering worden vergoed. Hiervoor betalen we per klant een iets hogere premie,in totaal oplopend tot ca. 100.000,-. Tot nu toe werd dit als bijzondere bijstand vergoed en rechtstreeks vanuit de bijzondere bijstand naar de WMO overgeboekt. Dankzij deze polisregeling met Menzis is dit niet meer nodig: een besparing per saldo van 200.000,-. Daarnaast werd nog voor 50.000,- op individuele basis bijstand verstrekt aan niet klanten van de sociale dienst voor de door het CAK opgelegde eigen bijdrage. Deze mensen kunnen we direct voor de collectieve verzekering van Menzis aanmelden onder dezelfde polis. In totaal levert dit een besparing op van om en nabij de 200.000 + 50.000 = 250.000,-. Deze besparing wordt met ingang van 2013 als efficiencymaatregel meegenomen in de bedrijfsvoeringtaakstelling van de sector PSZ. Voor 2012 wordt deze ruimte gebruikt om de ombuigingen op het armoedebeleid die op sommige punten niet direct tot resultaat leiden, te compenseren. Verder worden er voor klanten geen abonnementen meer afgesloten voor het dagblad Tubantia waardoor het laatste in afgesloten abonnementen in december dit jaar aflopen.
P622.2 Huishoudelijke hulp. Op de hulp bij het huishouden verstrekt via een PGB verwachten we op basis van de eerste gegevens een voordeel van ca 350.000,-. Dit komt ten eerste voor 150.000,- door het in eigen beheer nemen van de uitvoering van de PGB-regeling. Deze efficiencymaatregel is meegenomen in de bedrijfsvoeringtaakstelling van de sector PSZ. Ten tweede is er sprake van een teruglopende
39
vraag naar een PGB-regeling die wij inschatten op 200.000,-. Hierbij bestaat de kans dat dit voor een deel leidt tot een groter beroep op hulp in natura.
P623.3 Inburgering In het 1e kwartaal 2012 is een start gemaakt met de voorbereidingen voor een lokaal adequaat inburgeringstelsel dat in 2013 zijn beslag moet krijgen. Het doel daarvan is dat inwoners van Hengelo hun beheersing van de Nederlandse taal kunnen verbeteren en de mogelijkheden hiervoor ook kunnen vinden. Dit stelsel verbindt de bestaande mogelijkheden binnen de gemeente.
P630.3 Jeugd- en jongerenwerk Met betrekking tot zoekrichting 16, sloeg de motie ‘Jongerenstromingen en subculturen’ een gat in de beoogde bezuiniging van 17.000,-. Hiervan wordt 6.000,- gedekt door vermindering van de vergoeding voor huisvestingskosten bij Innocent en Cerberus. Voor 11.000,- moet dus nog dekking worden gevonden. Het traject waarbinnen de drie jongerencentra (Cerberus, Innocent en Radar) de ruimte hebben om gezamenlijk vulling te geven aan een stedelijke programmering heeft tot op heden geen resultaat opgeleverd. Als gemeente moeten we blijkbaar een strakke regie voeren om de drie jongerencentra tot samenwerking te krijgen. In mei/juni moet blijken of dat gaat lukken. Overleg met raad wordt gepland. Rapportage aan de raad kan waarschijnlijk in juli plaatsvinden.
P652.2 Voorziening gehandicapten Op de hulpmiddelen zal waarschijnlijk aan het eind van het jaar een overschrijding te zien zijn van ongeveer 100.000,-. Het is echter lastig om dit nu al concreet aan te geven. De volgende berap zullen we hierop terug komen. Wel staat er weer een scootmobielcontrole op de rol in mei 2012. Dit kan als gevolg hebben dat een aantal mensen de scootmobiel inlevert waardoor mogelijk een besparing kan worden gerealiseerd.
40
HOOFDFUNCTIE 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU P721.1 Avalverwijdering en –verwerking Op basis van cijfers uit het 1e kwartaal 2012 kan voor 2012 een batig saldo van 130.000,- worden geraamd. Het betreft een samenstelling van de volgende voor- en nadelen: ≠ een nagekomen bate over 2011 voor opbrengst oud papier, welke i.v.m. de gestegen papierprijs 190.000,- hoger is dan verwacht. ≠ eenmalig hogere kosten GBT ad 78.000,- in verband met eenmalige werkzaamheden invoering Diftar (voor bestandsmutaties, applicatiebeheer, consultancy extern bedrijf, etc.). ≠ een besparing op de post “transportegalisatie” van 40.000,- op grond van de hoeveelheid aangeboden afval bij Twence ≠ extra kosten ad 22.000,- in verband met het faillissement van de VAOP; de curator vordert de boekwaarde van de ondergrondse glascontainers bij de gemeente Hengelo. De aan de Raad toegezegde monitoring van de effecten van diftar over het eerste kwartaal van 2012 kan na besluitvorming in B&W in de Raad van juni worden behandeld. De eerste indruk is, dat de resultaten positief zijn en in lijn van de prognoses.
41
HOOFDFUNCTIE 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING P810.1 Structuurplannen De bezuiniging in beeldkwaliteitsplannen is voor 125.000,- als bezuiniging ingeboekt bij product 810.1 Structuurplannen. Echter de kosten van beeldkwaliteitsplannen worden niet op dit product verantwoord, maar besparingen komen ten goede aan de verschillende grondexploitaties. Deze stelpost dient in 2012, evenals in 2011, dan ook hier te worden afgeraamd. De versobering op de beeldkwaliteitsplannen zal worden betrokken bij het opstellen van de Welstandsnota, waarmee de opdracht in breder verband kan worden gerealiseerd. De voorbereidingen voor het opstellen van een nieuwe welstandsnota zijn inmiddels gestart.
P830.div Bouwgrondexploitatie Verkopen In een groot aantal plannen is de planvorming zo ver gevorderd dat er grond uitgegeven kan worden. Momenteel is er bouwgrond beschikbaar met een waarde van: § Woningbouw 24,7 miljoen § Bedrijventerrein 63,8 miljoen + 88,5 miljoen Conform de door de raad vastgestelde grondexploitaties per 01.01.2012 dient er in 2012 voor 22,5 miljoen grond verkocht te worden (excl. Businesspark XL). Dit kan als volgt worden onderscheiden: § Woningbouw 8,2 miljoen § Bedrijventerrein 6,3 miljoen § Overig 8,0 miljoen + 22,5 miljoen Woningbouw De verkopen met betrekking tot de woningbouw kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën. Tussen haakjes staat het percentage dat reeds gerealiseerd (lees: betaald) is in 2012. § Particuliere uitgifte (verkoop aan particulieren) 3,8 miljoen (11%) § Projectmatige uitgifte (verkoop aan ontwikkelaars) 3,7 miljoen ( 0%) § Verkoop bestaande woningen 0,7 miljoen ( 0%) 8,2 miljoen ( 5%) In het eerste kwartaal is 5% van de taakstelling gerealiseerd. Dit is niet verontrustend aangezien conform de projectplanningen de meeste verkopen vanaf het 2e kwartaal verwacht worden. Vooralsnog is er geen reden om te verwachten dat de taakstelling voor 2012 niet gehaald zal worden. Bedrijventerreinen In het eerste kwartaal zijn er nog geen verkopen gerealiseerd. Wel is op De Veldkamp een koopovereenkomst gesloten betreffende een bedrag van 1,7 mln. euro. De verwachting is dat de doelstelling voor 2012 gerealiseerd zal worden. Overige verkopen De overige verkopen hebben voor een groot deel betrekking op de grondverkoop inzake het winkelcentrum in Hart van Zuid. De verwachting van het projectenbureau is dat 1 oktober gestart wordt met de bouw en dat voordien de grondprijs is betaald. Het halen van de prognose van de overige verkopen is grotendeels hiervan afhankelijk. Boekwaarde De boekwaarde van de in de gemeente Hengelo geadministreerde grondexploitaties bedroeg per 1 januari 2012 116,7 miljoen. De verwachting is dat de boekwaarde in dit jaar met 8,9 miljoen zal toenemen: § Niet in exploitatie genomen gronden 1,1 miljoen § Woningbouw 6,5 miljoen § Bedrijventerreinen 1,3 miljoen In het 1e kwartaal zijn de volgende opvallende ontwikkelingen in de boekwaarde te constateren. Niet in exploitatie genomen gronden In de complexen waar de gronden zijn verantwoord, waarvoor nog geen concrete plannen zijn, wordt ervan uitgegaan dat de boekwaarde dit jaar met de rentelasten (1,1 miljoen) zal stijgen. In
42
het eerste kwartaal zijn conform deze verwachting 0,3 miljoen rentelasten geboekt. Hiernaast zijn in de complexen van Hart van zuid subsidies ontvangen waardoor de boekwaarde per saldo is afgenomen met 0,6 miljoen. In exploitatie genomen gronden Met betrekking tot zowel de woningbouw als de bedrijventerreinen zijn er geen bijzondere ontwikkelingen. Financiële afwijkingen grondexploitaties In het eerste kwartaal heeft zich niets voorgedaan wat heeft geleid tot grote financiële wijzigingen binnen de door de raad vastgestelde grondexploitaties.
43
HOOFDFUNCTIE 9 FINANCIERING EN DEKKINGSMIDDELEN P913.2 Deelnemingen: a. dividend BNG Uit de jaarstukken van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) blijkt dat zij nog niet voldoet aan de Basel III richtlijn, die zegt dat het eigen vermogen minimaal 3% moet bedragen van het balanstotaal. Om deze reden wordt het dividend ondanks de uitstekende jaarcijfers gehalveerd. Dat betekent dat de gemeente Hengelo 200.000,- minder dividend tegemoet mag zien. Waarschijnlijk is deze dividendreductie structureel. b. dividend Enexis Voor Enexis is 2011 een goed jaar geweest met een stijgend winstcijfer. Van deze winst wordt volgens afspraak de helft uitgekeerd. Dat betekent dat gerekend mag worden op een dividend van bijna 249.000,-. Vanwege de stabiele financiële vooruitzichten wordt voorgesteld een dividend van 240.000,- structureel in te boeken (geraamd was 170.000,-). Een meevaller dus van 70.000,-.
P921.1 Algemene uitkering Het voordelig resultaat van de decembercirculaire 2011 van het gemeentefonds was 110.500,-. Dit resultaat is ontstaan door algemene ontwikkelingen, zoals de aanpassing van de uitkeringsfactor. Aan de hand van de meicirculaire 2012 zal worden bezien of er opnieuw een bijstelling plaats dient te vinden. Deze zal dan worden verwerkt in de 2e Berap 2012.
P922.5 Begrotingstechnische correcties ISV-middelen en reserve decentralisatie-uitkeringen Het aandeel voor bodemsanering is toegevoegd aan de Reserve bodemsanering, zodat wordt voorgesteld het restantbedrag aan ISV middelen voor 2012 (algemene ISV stelpost) van 852.500,toe te voegen aan de Reserve Decentralisatie-uitkeringen. Door de middelen aan deze reserve toe te voegen blijven deze voor de betreffende programmaperiode beschikbaar. ISV stelpost De algemene ISV stelpost (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) dient jaarlijks nog met 261.190,- te worden gecorrigeerd voor de periode 2012-2014. In de begroting 2012 waren deze uren abusievelijk van de algemene stelpost ISV in mindering gebracht. M.i.v. 2012 zijn ook deze uren ten laste van de begrotingspost Werkzaamheden bodem t.l.v. GSB–ISV gebracht, met als dekking een nog steeds openstaand voorschotbedrag. Door deze urencorrectie bevat de algemene stelpost ISV niet meer voldoende middelen om het ISV-3 programma op basis van het verdeelbesluit van de raad van 15-12-2009 en door het nader door B & W gespecificeerde besluit van 14-12-2010 uit te voeren.
P940.1 Lasten heffing en invordering Het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT) heeft over 2011 een positief jaarresultaat gerealiseerd van 445.000,-, dat over de deelnemende gemeenten wordt verdeeld. Hengelo mag hiervan éénmalig een bedrag van 134.000,- tegemoet zien.
44
V. STAND VAN ZAKEN BEZUINIGINGEN: A. FASE 1: VERSOBERINGSVOORSTELLEN 2011 In het Jaarverslag 2011 is een overzicht gepresenteerd van de stand van zaken rond de Versoberingsvoorstellen 2011. Door middel van kleurarceringen is onderscheid gemaakt in reeds gerealiseerde voorstellen (groen) en voorstellen, die nog nader toegelicht dienen te worden (geel, blauw en rood). Zie onderstaand overzicht. Uit het jaarverslag 2011: Totale opgave (x 1.000) 4.747 Nagenoeg alle voorstellen in 2011 zijn daadwerkelijk gerealiseerd (groen 3.795 gemarkeerd). Sommige voorstellen zijn in 2011 wel gerealiseerd, maar incidenteel en / 575 of gedeeltelijk. Deze voorstellen zijn geel gearceerd. Voor 2012 ev zijn deze voorstellen wel realiseerbaar (geel gemarkeerd). Drie voorstellen zijn in 2011 niet, maar met ingang van 2012 wel 311 gerealiseerd (blauw gemarkeerd). Sommige voorstellen zijn wel in uitvoering, maar de uitkomst is onzeker 66 (rood gemarkeerd). De groen gearceerde voorstellen zijn allen in 2011 gerealiseerd en worden hier niet opnieuw toegelicht.
Stand van zaken 1e Berap 2012: (arcering voorstel verwijst naar Jaarverslag 2011) F09 Beeldkwaliteitsplannen 125 De bezuiniging in beeldkwaliteitsplannen is voor 125.000,- als bezuiniging ingeboekt bij product 810.1 Structuurplannen. Echter de kosten van beeldkwaliteitsplannen worden niet op dit product verantwoord, maar besparingen komen ten goede aan de verschillende grondexploitaties. Deze stelpost dient in 2012, evenals in 2011, dan ook te worden afgeraamd. De versobering op de beeldkwaliteitsplannen zal worden betrokken bij het opstellen van de Welstandsnota, waarmee de opdracht in breder verband kan worden gerealiseerd. De voorbereidingen voor het opstellen van een nieuwe welstandsnota zijn inmiddels gestart. F10 Besparing op druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen 100 De taakstelling van 100.000,- is gekoppeld aan een besparing op druk- en publicatiekosten; deze besparing is in 2011 grotendeels gerealiseerd door een onderschrijding op de kosten diensten derden (binnen product 810.2 Bestemmingsplannen). Voor 2012 wordt getracht dit op eenzelfde wijze te realiseren. Lukt dit, dan kan overwogen worden de taakstelling m.i.v. 2013 op voorhand op het beschikbare budget in mindering te brengen. F11 Subsidietrajecten professionaliseren 300 Onderdeel van het product 002.2 Externe subsidie verwerving vormt een stelpost van 300.000,ter dekking van de ambtelijke lasten van de afdeling PS. Ten aanzien hiervan dient te worden opgemerkt, dat de afd. PS elk jaar voor vele miljoenen aan (al dan niet vooruitontvangen) subsidieontvangsten realiseert. Een aanzienlijk deel daarvan dient ter dekking van de ambtelijke lasten in z’n algemeenheid (c.q. gemeentebreed). Deze dekking, waaronder dus ook een deel ter dekking van de afd. PS, wordt echter niet zichtbaar gemaakt als dekking voor deze afdeling, maar “verdwijnt” in de resultaten op de diverse projecten. Om dit in de toekomst wel zichtbaar te kunnen maken is een uitwerkingsvoorstel in voorbereiding. M.b.v. dit uitwerkingsvoorstel kan het realiseren van deze taakstelling beter inzichtelijk gemaakt worden. Vooralsnog zijn er geen signalen, die erop duiden, dat deze taakstelling in 2012 niet zal worden gehaald. F12 Nieuwe initiatieven 100 Stringenter sturen op nieuwe initiatieven heeft tot gevolg dat er minder projecten opgestart worden, waardoor er ook minder voorbereidingskosten worden gemaakt. Financieel heeft dit voor 2011 nog geen effect gesorteerd omdat er op begrotingsbasis al formatie was toegerekend.
45
Voor 2012 en volgende jaren zal minder formatie worden toegerekend. M.i.v. 2012 is het budget conform de maatregel met 100.000,- verlaagd, daarmee is invulling gegeven aan deze maatregel. F33 Rioolfonds langere afschrijvingstermijn, temporiseren etc. 185 De nota activabeleid is (begin 2012) door de gemeenteraad vastgesteld. Hiermee wordt deze maatregel in 2012 geëffectueerd. B09 Controles brandpreventie 26 De versoberingopdracht van 0,5 fte inspecteur brandpreventie is niet gehaald. Deze 0,5 fte zou in rekening worden gebracht bij de gemeente Hof van Twente in ruil voor brandpreventieve controles. Door onduidelijke afspraken tussen beide gemeenten en het cluster Midden, en het feit dat in Hof van Twente kortgeleden een nieuw afdelingshoofd was benoemd, kon deze afspraak niet hard gemaakt worden. In Hof van Twente was namelijk geen budget gereserveerd. In plaats van vergoeding in geld voert Hof van Twente nu agrarische controles voor bepaalde categorieën bedrijven uit in de gemeente Hengelo. Deze samenwerking is, ook met het ook op de komende RUD vorming zeer waardevol. De 0,5 fte (schaal 8) zal binnen de formatie van de sector VL worden opgevangen. B10 Doorberekening uitoefening regionale specialistische functies 50 In de begroting 2012 is als extra baten rekening gehouden met een bijdrage van de brandweer Twente Regio van 50.000,-. Deze bezuiniging moet structureel worden gerealiseerd met de regionalisering van de brandweer vanaf begrotingsjaar 2013. Tot dan worden jaarlijks afspraken gemaakt over een extra bijdrage vanuit brandweer Twente voor de extra kosten die brandweer Hengelo maakt voor de uitoefening van regionale specialistische taken zoals brandweerduiken. Voor 2012 verwachten wij een bijdrage van 25.000,-. B11 Onderhoud en beheer brandkranen 26 Tussen Vitens en de gemeenten in het verzorgingsgebied van Vitens zijn nieuwe afspraken gemaakt over (de taakverdeling m.b.t.) het beheer en onderhoud van brandkranen. Dit resulteert in lagere jaarlijks te betalen kosten aan Vitens. In april 2012 zijn de nieuwe contracten tussen Vitens en gemeenten getekend. Op dat moment gaan de lagere tarieven in. Hiermee is de bezuiniging op onderhoud en beheer brandkranen in 2012 gerealiseerd. S16 Voucherregeling voorzieningen bijzondere bijstand 40 In juni a.s. komen wij in het kader van de evaluatie van de voucherregeling met concrete cijfers, die nu nog worden uitgewerkt. De verwachting is evenwel dat de beoogde besparing niet zal worden gehaald. De redenen daarvoor zullen bij de evaluatie worden toegelicht.
Conclusies. Gerealiseerd zijn/worden de volgende voorstellen: F09 Beeldkwaliteitsplannen F10 Besparing druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen F11 Subsidietrajecten professionaliseren F12 Nieuwe initiatieven F33 Rioolfonds langere afschrijvingstermijn, etc. B09 Controles brandpreventie B10 Doorberekening uitoefening reg. specialistische functies B11 Onderhoud en beheer brandkranen Niet gerealiseerd is het volgende voorstel: S16 Voucherregeling voorzieningen bijzondere bijstand
46
(x 1.000) 125 100 300 100 185 26 50 26
40
B. FASE 2: ZOEKRICHTINGEN 2012 Stand van zaken Herontwerp fase II: Vernieuwen & Bezuinigen Zoekrichting Omschrijving
2012
2015
x 1.000 x 1.000
1
AWBZ en Jeugdzorg
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
Voor de Transitieopgaven "Jeugdzorg" en "Dagbesteding en Begeleiding (AWBZ/WMO)" is in het kader van de eindrapportage Herontwerp - Vernieuwen en bezuinigingen besloten dat deze toekomstige gemeentelijke taken moeten worden uitgevoerd binnen de financiële kaders horend bij deze decentralisaties. Deze opgaven zijn daardoor in de meerjarenbegroting 2012-2015 budgettair neutraal meegenomen. 2013 is het overgangsjaar voor de AWBZ. 2014 en 2016 vindt de overgang van de taken voor respectievelijk de vrijwillige en de gedwongen jeugdzorg plaats. De transities en de mijlpalen daarin zijn goed in beeld. De raad wordt via voortgangsrapportages in de commissie Sociaal regelmatig op de hoogte gehouden. Zoals het er nu naar uitziet worden de invoerdata gehaald.
2
P-budget, Wet Werken naar Vermogen Invoeren van de WwnV per 1-1-2013 en het opvangen van de daarmee gepaarde gaande rijksombuigingen. Op 1 februari is de wettekst van de nieuwe WWnV gepubliceerd. De behandeling in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden in de week van 16 april. Het eerste kwartaal stond in het teken van informatievergaring en daar waar mogelijk vragen van verduidelijking en beïnvloeding van de uiteindelijke teksten. Zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau is veel tijd gestoken in gezamenlijke beleidsbeïnvloeding met o.m. G32 en VNG. Op Hengeloos niveau is een globaal plan van aanpak gemaakt. Inmiddels blijkt na de val van het kabinet de WWnV controversieel te zijn verklaard.
3
Armoedebeleid Uit de geactualiseerde Nota Armoedebeleid die gelijktijdig met de Eindrapportage Herontwerp ter besluitvorming voor lag bleek dat deze korting op verantwoorde wijze kan worden opgevangen. Met ingang van 1 januari 2012 is daarmee een nieuw armoedebeleid ingezet. Hierin is onder andere bepaald dat bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen voortaan als leenbijstand wordt verstrekt. Op dit moment is het nog te vroeg om al zicht te hebben op budgettaire consequenties over 2012.
4
ISV-budget Vertrekpunt is dat de ISV middelen vervallen met ingang van 2014. Door een andere fasering en via externe subsidies wordt het wegvallen van deze middelen opgevangen. Consequenties worden dit jaar in beeld gebracht.
5
GSB taken Doel van deze zoekrichting was de noodzaak van de functies gerelateerd aan GSB-taken nog eens kritisch te bekijken. In de eindrapportage van deze zoekrichting is geconstateerd dat deze niet afzonderlijk kunnen worden beoordeeld, maar moesten worden bezien in relatie tot de zoekrichtingen 1, 2, 11 en 12. Deze zoekrichting heeft als gevolg daarvan uitsluitend effect via genoemde zoekrichtingen.
6
Citymarketing
50
50
50
50
185
380
Deze maatregel is uitgevoerd (collegebesluit 11G201156) Citymarketing is in zijn geheel overgedragen aan de Stichting Bureau Hengelo. Tegelijkertijd is de subsidie met 50.000 euro gekort.
9
ROZ Conform besluitvorming in de raad van november heeft een korting van 50.000,- op het budget voor startersadvisering van het ROZ plaatsgevonden.
11 & 12
Wijkgericht werken Met de implementatie van de bezuiniging op wijkgericht werken is een koers ingezet naar meer opgavegericht werken in buurten en wijken. Dit op basis van een goede analyse van wat noodzakelijk is voor vitale wijken. In voorbereiding is de notitie ‘Samenwerken aan vitale wijken’ die verder in zal gaan op de voorgestelde nieuwe werkwijze.
47
13
Vernieuwing welzijnswerk
150
175
105
500
25
50
17
35
50
450
150
150
114
200
217
172
73
150
1.315
541
De inventarisatie naar de wijkwelzijnsactiviteiten in samenhang met het vastgoed (zoekrichting 14) is afgerond. Rapportage hierover aan de raad wordt in juni verwacht.
14
Maatschappelijk Vastgoed Het gemeentelijk vastgoed bedrijf is van start gegaan. De bezuiniging voor het jaar 2012 is gehaald door het verlagen van het onderhoudsbudget (-75.000) en het instellen van het Werkgeversinstituut en de daarmee samenhangende verlaging van de subsidie aan de Vereniging voor Wijkwelzijnsinstellingen (-30.000). De realisatie van het resterende taakstellende bedrag hangt samen met de mogelijkheid tot afstoten van panden in samenhang met de sociale wijkprogrammering.
15
Jeugd en jongerenwerk programmering De bezuiniging voor 2012 is gerealiseerd door een korting op de subsidie van Scala. Voor 2013 e.v. zijn wij in gesprek met de instellingen.
16
Jongerencentra Voor een bedrag van 6.000 euro is deze zoekrichting gerealiseerd. Als gevolg van motie 2 'Jongerenstromingen en subculturen' zijn we als gemeente nog in gesprek met de jongerencentra over de invulling van het resterende bedrag.
17
Culturele instellingen Met ingang van 2012 is de subsidie aan de bibliotheek gekort met 150.000 euro. Verder is de subsidie aan AkkuH (Aktuele Kunst Hengelo) gekort met 50.000 euro. Daarnaast moet nog een bezuiniging van 400.000 euro worden gevonden. Om deze bezuiniging handen en voeten te kunnen geven heeft het college de gemeentesecretaris de opdracht gegeven deze bezuiniging te onderzoeken. Hiervoor is een Taskforce ingericht bestaande uit bestuursvertegenwoordigers van 4 culturele instellingen, HEIM, Historisch Museum, AkkuH en CREA en de gemeentesecretaris en beleidsmedewerker cultuur. Deze Taskforce heeft in 3 bijeenkomsten een eindrapportage opgeleverd. Op basis van de eindrapportage van de taskforce is een collegebesluit in voorbereiding over de invulling van de resterende taakstelling.
18
Bibliotheek De subsidie aan de bibliotheek is teruggebracht.
19
Sport Voor het jaar 2012 is van deze zoekrichting 114.000,- gerealiseerd. Ondermeer door het terugbrengen van de onderhoudsbudgetten en de investeringssubsidie. Voor het resterende bedrag wordt gekeken naar verbetering van de exploitatie van het FBK-stadion.
20
Gemeentelijke subsidies De subsidies zijn teruggebracht en de betrokken instellingen en verenigingen zijn hierover geïnformeerd.
22a
Sted. Ontw. Plannen Door de vermindering van de grootschalige stadsvernieuwing is de jaarlijkse dotatie aan het Stadsvernieuwingsfonds (à 73.000,-) vervallen. Voor 2013 e.v. wordt gewerkt aan aanvullende maatregelen om uiteindelijk te komen tot een bezuiniging van 150.000,totaal. Bezuinigingen moeten op diverse plekken in de organisatie worden gevonden. Bijvoorbeeld door meerinkomsten te genereren (doorbelasting aan derden), strakkere planningen te hanteren, en de kredietbewaking nog verder te verscherpen etc.
22b
Sted. Ontw. Fasering De realisatie van deze zoekrichting loopt volgens plan.
48
23 & 24
Beheer openbare ruimte
320
520
30
30
0
100
0
350
490
565
100
100
20
20
25
25
650
650
10
10
4.146
5.273
De bezuinigingen zijn als taakstelling in de begroting verwerkt. Over de effectuering van de maatregelen op groen en spelen is aan de Raad nog een nadere uitwerking toegezegd, met name omdat het maatschappelijk effect van de maatregelen (aantal bomen en aantal speelplekken) onderwerp van zorg zijn . De uitwerking is voor groen gekoppeld aan de discussie over het nieuwe groenbeleid en al in een Trefpunt geagendeerd.
A9
Hondenbelasting (niet, maar OZB+) Op 9 november 2011 heeft de raad het amendement ‘hondenbelasting’ aanvaard. Hiermee is de voorgenomen verhoging van de hondenbelasting met 6,6% geschrapt en in plaats daarvan het college opdracht gegeven de OZB met 0,25% extra te verhogen. Conform het amendement van de raad is de hondenbelasting (onderdeel van zoekrichting 23/24) niet gestegen, maar is de zoekrichting gerealiseerd via de OZB.
27
Adoptie verkeersvoorzieningen + reclame Eind 2013 lopen meerdere reclamecontracten af. Voor de nieuwe aanbesteding is een hogere opbrengst geraamd. Deze is ingeboekt vanaf 2014.
29
Regionalisering Brandweerzorg Met het principebesluit “Eén Brandweer Twente” wordt de vanaf 2014 ingeboekte bezuiniging van 350.000,- vanwege efficiencyvoordeel, samenhangend met de regionalisering van de brandweerzorg, daadwerkelijk gerealiseerd. Ook de in de meerjarenbegroting ingeboekte bezuiniging op de bedrijfsvoering van de brandweer (in 2013: 44.000,- in 2014: 132.000,- en in 2015: 221.340,-) wordt gerealiseerd. De huidige bijdrage voor brandweerzorg daalt in 2013 met 1.024.298,- en de daaropvolgende jaren met 952.929,-. Naast dit voordeel wordt de gemeente geconfronteerd met een nog op te lossen nadeel vanwege niet meer aan de brandweer toe te rekenen kosten van overhead (deels met een incidenteel, deels met een taakstellend karakter) ter grootte van 1.096.003,-. Bij het management ligt de uitdaging om met gerichte maatregelen dit nadeel zoveel mogelijk te reduceren. Per saldo bedragen de nadelige (en dus nog op te lossen) effecten voor de meerjarenbegroting: 2013: 115.705,- 2014: 625.074,- 2015: 714.414,- 2016: 727.584,-
31
GBT (100) en perceptiekosten (490) Conform voorstel verwerkt in begroting door opbrengsten riool en afval te verhogen.
33
Onvoorzien Het budget Onvoorzien is middels een begrotingswijziging verlaagd waarmee de bezuiniging is doorgevoerd.
34
Digitalisering (idee 13 RIS) Het raadsinformatiesysteem (de digitalisering van de raad) is in ontwikkeling en wordt stapsgewijs ingevoerd. De invoering is echter vertraagd en wordt niet eerder voorzien dan 2013. In 2012 is het taakstellende bezuinigingsbedrag van 20.000 euro te goeder trouw abusievelijk ingeboekt op het budget Fractievergoedingen. De effectuering van deze bezuiniging wordt onderwerp van gesprek in het Politiek Beraad.
42
Grondbedrijf (idee 14 braakliggende grond) Diverse kleine opties worden zijn uitgewerkt. Het gaat om stukjes grond welke voorheen gratis in bruikleen werden gegeven en nu verhuurd worden. Daarnaast is het tarief voor volkstuintjes aangepast. Het is sprokkelwerk waarvan op dit moment nog niet zeker is of het volle bedrag wordt gehaald op dit moment staat de teller op ca. 6.000.
Woonlasten - OZB Conform de afspraken is dit verwerkt in de tariefstelling.
Communicatie (idee 9 en 12) Deze bezuiniging is vooralsnog ingeboekt op de post Publieksvoorlichting. Op deze post wordt hierdoor echter een tekort voorzien. Er wordt gezocht naar een alternatieve oplossing.
Totaal
49
C. FASE 3: BEDRIJFSVOERING Stand van Zaken Bedrijfsvoering De ambtelijke organisatie heeft het op zich genomen om, als onderdeel van de 15 miljoen euro bezuinigingen die met het proces Herontwerp gerealiseerd moet worden, 5 miljoen euro te realiseren binnen het terrein van de bedrijfsvoering. Het financiële resultaat van deze opdracht loopt op van 1 miljoen in 2013 via 3 miljoen in 2014 tot uiteindelijk 5 miljoen in 2015. Formatief In de eerste drie maanden van 2012 heeft de directie een aantal besluiten genomen t.a.v. de organisatieontwikkeling en bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Deze besluiten leiden tot een reductie van de organisatieomvang met 35,6 fte in 2015. Alleen al ten gevolge van deze maatregelen – waarmee circa €2 miljoen van de taakstelling op de bedrijfsvoering wordt ingevuld – wordt dus vooruitlopend op de planning een aanzienlijk deel van de formatie gereduceerd. Het volgende deel van de formatiereductie wordt gerealiseerd doormiddel van de effectuering van de nog openstaande bedrijfsvoeringtaakstelling en de overige bezuinigingen (bijvoorbeeld herontwerp fase II, vernieuwen en bezuinigen). De opbouw ten gevolge van de besluiten over de jaren ziet er als volgt uit1: Jaar In € Cumulatief In fte Cumulatief 2012 1.000.000 1.000.000 17,8 17,8 2013 300.000 1.300.000 5,8 23,6 2014 500.000 1.800.000 7,6 31,2 2015 200.000 4,4 35,6 Totaal 2.000.000 2.000.000 35,6 35,6 Ruim de helft van de nu voorgelegde formatiereductie wordt gerealiseerd door uitstroom van pensioengerechtigden. Het andere deel wordt gerealiseerd door het laten vervallen van (al langer) aanwezige vacatureruimte en vrijkomende formatie wegens beëindiging of vermindering van aanstelling op eigen verzoek. Pensioen
1.000.000
Lege formatie
900.000
Beëind./vermind. aanstelling eigen verzoek
100.000
Totaal
2.000.000
Hoewel de situatie per sector verschilt zijn er wel enkele globale tendensen te zien: Er wordt formatie ingeleverd die (vaak al wat langer) als vacatureruimte aanwezig is. Echter, (onbezette) fte’s schrappen levert niet altijd meteen geld op. Mede door de systematiek van begroten (toegestane formatie op maximum salarisschaal minus 1 periodiek) is sprake van een probleem in het personeelskostenbudget veroorzaakt door salarisgaranties en lang zittend personeel. Sectormanagers hebben de opdracht om binnen (personeels e.a.) budgetten te blijven en houden daarvoor formatie vrij om zittend personeel te kunnen betalen. Daarnaast sturen de sectormanagers op onbezet houden van formatie voor de creatie van schuifruimte. Doordat taken van vertrekkende medewerkers vervallen of anders georganiseerd worden (door bijv. digitalisering, efficiëntere werkprocessen, samenwerking met externen) worden werkzaamheden minder en kan de vrijkomende formatie worden ingeleverd. Taken schrappen levert pas op lange termijn personeelsreductie op (als ontslag noodzakelijk is). Snel financieel resultaat kunnen we alleen realiseren met mobiliteit bij de zittende medewerkers. Om de mobiliteit en flexibiliteit te stimuleren is het Hengelo’s ontwikkelplein in het leven geroepen, met onder andere een banen- en klussenmarkt.
1
Genoemde bedragen zijn afgerond op 100.000, fte’s zijn afgerond op 1 decimaal.
50
Niet-formatief Naast maatregelen in de formatieve sfeer zijn er ook reeds besluiten genomen in de bedrijfsvoering die geen personele consequenties hebben. Denk hierbij aan maatregelen in de sfeer van abonnementen, software applicaties, energieverbruik etc. Het financiële resultaat van deze maatregelen kent de volgende opbouw2: Jaar 2012 2013 2014 2015 Totaal
In € 650.000 140.000 -40.000 830.000
Cumulatief 650.000 790.000 790.000 830.000 830.000
Totaal Wanneer de formatieve en de niet-formatieve besluiten en maatregelen samen genomen worden, ontstaat het totale beeld van de reeds ingevulde bezuiniging binnen de bedrijfsvoering. Voor de komende jaren ziet dat er als volgt uit: Jaar 2012 2013 2014 2015 Totaal
Formatief 1.000.000 300.000 500.000 200.000 2.000.000
Niet-formatief 650.000 140.000 -40.000 830.000
Cumulatief 1.650.000 2.090.000 2.590.000 2.830.000 2.830.000
Opdracht --1.000.000 3.000.000 5.000.000 5.000.000
Conclusie Wij concluderen dat we goed op koers zitten en de taakstellende bezuiniging op het terrein van de bedrijfsvoering scherp in beeld hebben. Voor 2012 en 2013 wordt ruimschoots aan de taakstellende opdracht voldaan. Er zijn op dit moment al besluiten genomen die cumulatief tot een bezuiniging van circa €2,8 miljoen leiden. Voor het jaar 2014 en 2015 staat de opgave nog deels open. Over die resterende €2,2 miljoen wordt uiterlijk in 2013 besloten. Het management stuurt daartoe hard op de realisatie van het restant van de opgave binnen de daarvoor gestelde termijn.
2
Genoemde bedragen zijn afgerond op 10.000.
51
VI. FINANCIËN TOTSTANDKOMING CIJFERS Per 31 maart is er via de marap’s vanuit de sectoren o.a. gerapporteerd over financiële afwijkingen op product- en programmaniveau. Afwijkingen van de begroting op productniveau groter dan 50.000,- (of meer dan 10% van het budget) zijn van daaruit in beeld gebracht met een verklaring van de oorzaak van deze afwijkingen. Deze afwijkingen, die te verwachten situatie per einde 2012 weergeven, zijn verwerkt in de 1e Berap 2012. In Bijlage 2 worden deze afwijkingen gedetailleerd weergegeven. Voor de goede orde wordt er op gewezen dat de onderuitputting van de kapitaallasten op programmaniveau in de 2e Berap 2012 zal worden verwerkt.
VOORSTEL VERWERKING VAN DE AFWIJKINGEN Financieel kunnen de gesignaleerde afwijkingen in 2 hoofdgroepen worden onderscheiden: 1. AFWIJKINGEN, DIE ONOMKEERBAAR ZIJN EN NIET MEER BIJGESTUURD KUNNEN WORDEN. Onderstaand een overzicht van deze afwijkingen, die zowel in de betreffende programma’s (lees: hoofdfuncties) van de berap als in bijlage 2 zijn benoemd. In totaliteit betreft dit deel een negatief resultaat van 186.000,-. Voorgesteld wordt deze afwijkingen via begrotingswijziging te verwerken in de Beleidsbegroting 2012, waarbij het resultaat ten laste van het begrotingssaldo 2012 zal worden gebracht. Samen met bijsturingmogelijkheden en de uitkomst van de 2e Berap 2012 zal worden bekeken hoe daarna een eventueel aanwezig tekort kan worden opgevangen. -200
S
Kermis: nadelig resultaat verwacht van 40.000,-. Oorzaak: trend van minder inkomsten bij aanbesteding structureel; conservatiever begroten; werkzaamheden in het centrum leggen bovendien druk op de te verwachten inkomsten.
-40
S
622.2
Huishoudelijke hulp: minder verstrekkingen huishoudelijke hulp levert per saldo ca. 200.000,- op.
200
I
721.1
Afvalverwijdering/-verwerking: op basis van de huidige ontwikkelingen binnen het afvalbeheer en het brengpunt kan per saldo een meevaller verwacht worden van 130.000,-. Deze meevaller zal worden gedoteerd aan de Reserve afvalverwijdering (zie ook 980.7).
130
I
913.2
Deelnemingen: het dividend van de BNG lijkt structureel 200.000,- minder op te brengen, terwijl een hogere uitkering van het dividend van Enexis verwacht wordt (70.000,-). Per saldo een te verwachten negatief resultaat van 130.000,-.
-130
S
921.1
Algemene uitkering: de doorrekening van de Decembercirculaire laat voor 2012 een positief resultaat zien van 110.500,-.
111
I
922.5
Begrotingstechnische correcties: abusievelijk is in begroting 2012 hier een bedrag van 261.190,- te weinig als stelpost opgenomen.
-261
I
922.5
Begrotingstechnische correcties: het restant ISV-middelen (stelpost) ad 852.500,- kan worden toegevoegd aan de Reserve Decentralisatie-uitkering (zie 980.0)
853
I
940.1
Lasten/baten heffing en invordering: aandeel Hengelo in eenmalig positief resultaat GBT over 2011 is 134.000,-.
134
I
480.2
Leerlingenvervoer: uitgaande van werkelijke cijfers 2010 en 2011 wordt voor 2012 een overschrijding verwacht van 200.000,-.
560.3
52
980.0
Reserves: het restant ISV-middelen (stelpost op 922.5) ad 852.500,- kan worden toegevoegd aan de Reserve Decentralisatie-uitkering.
-853
I
980.7
Reserve afval: op basis van de prognose afwijking bij de afvalverwerking/verwijdering kan een bedrag van 130.000,- worden gedoteerd aan de reserve.
-130
I
Totaal afwijkingen
-186
Waarvan: structureel incidenteel totaal
-370 184 -186
2. AFWIJKINGEN, DIE WEL VASTSTAAN MAAR NOG TE BEÏNVLOEDEN ZIJN VIA BIJSTURING IN UITVOERING EN/OF BELEID Ook hier het overzicht van de benoemde afwijkingen in deze berap. Voorgesteld wordt de directie en management te verzoeken te komen met suggesties voor bijsturing, die leiden tot een positieve beïnvloeding van de te verwachten negatieve afwijkingen ad 690.000,-. 140.5
Handhaving openbare ruimte: als gevolg van hoog ziekteverzuim en dus lagere doorbelasting vanuit sector wordt voordeel verwacht van 500.000,-. Dit leidt echter tot een negatief resultaat op de sectorkostenplaats (zie ook 960.1)
500
I
210.2
Schoonhouden wegen: a.g.v. lagere doorbelasting vanuit sector wordt voordelig resultaat verwacht van 50.000,-. Dit leidt echter tot een negatief resultaat op de sectorkostenplaats (zie ook 960.1)
50
I
214.1
Parkeren: minder fiscale boetes, verdwijnen parkeerplaatsen rond stadhuis en een onjuiste raming zorgen voor een neerwaartse bijstelling van de raming van parkeeropbrengsten met ca. 500.000,-. Een uitgebreide analyse en een discussienotitie is inmiddels in de raadscommissie fysiek behandeld.
-500
S
310.1
Markt: op basis ervaringscijfers wordt nadelig resultaat verwacht van 40.000,-.
-40
S
310.2
Schuldhulpbemiddeling: hogere kosten Stadsbank o.a. door stijging volume van de schuldbemiddeling
-150
I
810.1
Structuurplannen: de bij de versoberingsvoorstellen 2011 opgelegde taakstelling voor beeldkwaliteitsplannen ad 125.000,- wordt dit jaar binnen dit product niet gehaald. Taakstelling zal worden betrokken bij opstellen Welstandsnota, zodat er vooralsnog van wordt uitgegaan dat dit bedrag wordt gerealiseerd.
0
I
960.1
Saldo kostenplaatsen: hoog ziekteverzuim binnen sector VL leidt tot nadelig dekkingsresultaat op producten 140.5 en 210.2 (zie toelichtingen bij deze producten).
-550
I
Totaal afwijkingen
-690
Waarvan: structureel incidenteel totaal
-540 -150 -690
53
VII. BEDRIJFSVOERING Algemeen Over de organisatieontwikkeling is in hoofdstuk II Onze gemeente in vogelvlucht uitvoerig aandacht besteed. We volstaan dan ook om hiernaar te verwijzen.
Beschikbaarheid open data In november 2011 heeft de gemeenteraad een motie vastgesteld om in dialoog met partijen, die aan de slag willen met open data, een actieplan te ontwikkelen. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met de indieners van de motie en de verkenning is afgerond. Het lijkt raadzaam om vooralsnog voor een rol te kiezen die gericht is op maximale beschikbaarheid van open data en een focus op interne organisatie. Volgens het BMC-model (handelingsperspectieven gemeenten) is dat de “stimulerende rol”. Deze rol kenmerkt zich verder door beperkte participatie en een geleidelijke aanpak gebruik makend van quick-wins.
Huisvesting In februari 2012 is het geactualiseerde Ontwerpkader vastgesteld door de gemeenteraad. Ondertussen is hard gewerkt aan het Voorlopig Ontwerp (VO). Het VO wordt over het geheel genomen goed beoordeeld. De indeling van de gebouwen en de ruimten binnen de gebouwen heeft goed vorm gekregen. De inwendige bouwkundige opzet van het nieuwe stadkantoor met onder meer split level vloeren en veel lichttoetreding wordt als zeer positief ervaren. De verbinding (passerelle) tussen het stadhuis en het stadskantoor smeedt de twee gebouwen tot een eenheid zonder de eigenheid van de gebouwen verloren te laten gaan. Het monumentale stadhuis is in het ontwerp met veel respect behandeld. Duurzaamheid heeft in het hele ontwerp de aandacht gekregen die recht doet aan de ambities van de gemeente Hengelo op dit gebied. In het VO is nog geen eenduidig gevelontwerp voor het nieuwe stadskantoor opgenomen. De reacties, met name van B&W en gemeenteraad, op de in het VO opgenomen denkrichtingen geven aan dat deze worden ervaren als niet passend bij Hengelo. Men verwacht een warmere uitstraling en meer aansluiting bij de omgeving van het horecaplein. Het ontwerpteam is nog volop bezig met het gevelontwerp en zal de gemeenteraad daar ook bij betrekken Er wordt gestreefd naar behoud van de Dagwinkel, als onderdeel van het oorspronkelijke ontwerp van het stadhuis. Er is echter geconstateerd dat het ruimtelijke verband tussen het stadhuis, het nieuwe stadskantoor, de dagwinkel en de openbare ruimte een zekere mate van spanning oproept. Ook komt de hoofdingang van het stadskantoor/stadhuis hierdoor in de verdrukking en krijgt mogelijk het karakter van een achteringang, hetgeen uiteraard ongewenst is. Er zal dus goed moeten worden bekeken hoe deze spanning kan worden opgelost, bij voorkeur echter zonder de wens tot behoud van de Dagwinkel geweld aan te doen. Eventuele verwijdering van de Dagwinkel maakt het bovendien noodzakelijk om de daarin aanwezige trafo's te verplaatsen, hetgeen extra kosten met zich meebrengt.
Herstelopslag pensioenpremie In 2012 moet rekening worden gehouden met een “tijdelijke” extra pensioenpremie van 2% bedoeld voor het herstel van het dekkingspercentage van het ABP. De exact omvang is op dit moment nog niet te bepalen maar kan mogelijk oplopen tot maximaal 6 ton, waarvan het werkgeversaandeel ca. 2/3 deel bedraagt. In de tweede berap 2012 is een betere prognose af te geven omtrent de hoogte en een mogelijke compensatie vanuit de onderuitputting van de post salarissen.
ICT Het ICT-domein is sterk in beweging. De ICT-infrastructuur is op weg om volledig plaats-, tijd- en apparaat onafhankelijk werken te faciliteren. In deze periode is de nieuwe “thuiswerk”omgeving opgeleverd. Deze wordt op dit moment getest. In het nieuwe Microsoft-contract is bepaald dat thuisgebruik ook mogelijk is. Inmiddels hebben 300 collega’s de nieuwe Office-software thuis geïnstalleerd. Papierloos werken (en vergaderen) krijgt steeds meer vorm. Na een succesvolle pilot van de ICTportefeuillehouder is het hele college inmiddels overgegaan op het gebruik van iPads. Nu is daar nog wat “handwerk” van ondersteuners voor nodig maar dat zal (eind van dit jaar) na de ingebruikname van het Zakensystem in combinatie met het Document Management System niet meer nodig zijn.
54
Onder leiding van de griffie is een werkgroep met enkele gemeenteraadsleden inmiddels ook gestart met papierloos vergaderen. Het genoemde Zakensysteem staat inmiddels zover in de steigers dat de eerste werkprocessen de komende maanden worden geïmplementeerd. En op ICT-gebied wordt de samenwerking in de regio steeds belangrijker. Voor het personeels- en salarissysteem is een gezamenlijke aanbesteding gedaan. Hiermee wordt de centrale personeelsen salarisadministratie eenvoudiger te realiseren. Inmiddels draait de Bornse Sociale Dienst en het domein Onderwijs in de betreffende systemen van Hengelo en is de samenwerking met Oldenzaal nog intensiever geworden. Voor de landelijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een Twentse samenwerking in het leven geroepen. Hengelo speelt daarin een belangrijke rol.
55
BIJLAGE 1. OVERZICHT ONVOORZIEN/OPTIES NIEUW BELEID 1. ONVOORZIENE UITGAVEN/KLEINE OPTIES NIEUW BELEID 6922101.400000 Onvoorziene uitgaven 2012 Nr. wijz. DIV-nr.
2012130 11G201556 2012164 11G201774
Datum Besluit
Omschrijving Primitieve begroting Herontwerp zoekrichting 33 Implementatieplan RUD
692101.400000.2007 Opties nieuw beleid 2011 Primitieve begroting
56
9-11-11 31-1-12
Mutatie
70.000 22.591
Nieuw saldo 236.000 166.000 143.409
31.500
BIJLAGE 2 OVERZICHT FINANCIËLE AFWIJKINGEN PROGRAMMA'S MET TOELICHTING 1E BERAP 2012 Afwijking (x1.000) (+ = voordeel) (- = nadeel)
Product Toelichting
140.5
Handhaving openbare ruimte: als gevolg van hoog ziekteverzuim en dus lagere doorbelasting vanuit sector wordt voordeel verwacht van 500.000,-. Dit leidt echter tot een negatief resultaat op de sectorkostenplaats (zie ook 960.1)
210.2
Schoonhouden wegen: a.g.v. lagere doorbelasting vanuit sector wordt voordelig resultaat verwacht van 50.000,-. Dit leidt echter tot een negatief resultaat op de sectorkostenplaats (zie ook 960.1)
214.1
I = incid. S = struct.
(betreft prognose te verwachten afwijking voor begrotingsjaar 2012)
500
I
50
I
Parkeren: minder fiscale boetes, verdwijnen parkeerplaatsen rond stadhuis en een onjuiste raming zorgen voor een neerwaartse bijstelling van de raming van parkeeropbrengsten met ca. 500.000,-. Een uitgebreide analyse en een discussienotitie is inmiddels in de raadscommissie fysiek behandeld.
-500
S
310.1
Markt: op basis ervaringscijfers wordt nadelig resultaat verwacht van 40.000,-.
-40
S
310.2
Schuldhulpbemiddeling: hogere kosten Stadsbank o.a. door stijging volume van de schuldbemiddeling
-150
I
480.2
Leerlingenvervoer: uitgaande van werkelijke cijfers 2010 en 2011 wordt voor 2012 een overschrijding verwacht van 200.000,-.
-200
S
560.3
Kermis: nadelig resultaat verwacht van 40.000,-. Oorzaak: trend van minder inkomsten bij aanbesteding structureel; conservatiever begroten; werkzaamheden in het centrum leggen bovendien druk op de te verwachten inkomsten.
-40
S
622.2
Huishoudelijke hulp: minder verstrekkingen huishoudelijke hulp levert per saldo ca. 200.000,- op.
200
I
721.1
Afvalverwijdering/-verwerking: op basis van de huidige ontwikkelingen binnen het afvalbeheer en het brengpunt kan per saldo een meevaller verwacht worden van 130.000,-. Deze meevaller zal worden gedoteerd aan de Reserve afvalverwijdering (zie ook 980.7).
130
I
810.1
Structuurplannen: de bij de versoberingsvoorstellen 2011 opgelegde taakstelling voor beeldkwaliteitsplannen ad 125.000,- wordt dit jaar binnen dit product niet gehaald. Taakstelling zal worden betrokken bij opstellen Welstandsnota, zodat er vooralsnog van wordt uitgegaan dat dit bedrag wordt gerealiseerd.
0
I
913.2
Deelnemingen: het dividend van de BNG lijkt structureel 200.000,- minder op te brengen, terwijl een hogere uitkering van het dividend van Enexis verwacht wordt (70.000,-). Per saldo een te verwachten negatief resultaat van 130.000,-.
-130
S
921.1
Algemene uitkering: de doorrekening van de Decembercirculaire laat voor 2012 een positief resultaat zien van 110.500,-.
111
I
922.5
Begrotingstechnische correcties: abusievelijk is in begroting 2012 hier een bedrag van 261.190,- te weinig als stelpost opgenomen.
-261
I
922.5
Begrotingstechnische correcties: het restant ISV-middelen (stelpost) ad 852.500,- kan worden toegevoegd aan de Reserve Decentralisatie-uitkering (zie 980.0)
853
I
57
940.1
Lasten/baten heffing en invordering: aandeel Hengelo in eenmalig positief resultaat GBT over 2011 is 134.000,-.
134
I
960.1
Saldo kostenplaatsen: hoog ziekteverzuim binnen sector VL leidt tot nadelig dekkingsresultaat op producten 140.5 en 210.2 (zie toelichtingen bij deze producten).
-550
I
980.0
Reserves: het restant ISV-middelen (stelpost op 922.5) ad 852.500,- kan worden toegevoegd aan de Reserve Decentralisatie-uitkering.
-853
I
980.7
Reserve afval: op basis van de prognose afwijking bij de afvalverwerking/verwijdering kan een bedrag van 130.000,- worden gedoteerd aan de reserve.
-130
I
Totaal afwijkingen
- 876
Waarvan: structureel incidenteel totaal
- 910 34 - 876
58
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging:
2012247
(wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
Sector: Afd.:
PF FB IB
(SB struct wijz IB incident wijz)
Besluit sector: Besluit b&w: 22-05-2012 Besluit raad: 26-06-2012
Boekingsdatum: 15-06-2012 LEDGER: Toel.:
BA
DIV-nr.: 12G200831 Batchnr.:
1e berap 2012 onomkeerbaar (evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Hoofdfunctie
Product
4 5 6 7 7 9 9 9 9 9 9 7 9
480.2 560.3 622.2 721.1 721.1 913.2 921.1 922.5 922.5 940.1 980.9 721.1 990.1
Grootboekrekening
(BE+HR+SUB)
6480201.442300 6560300.834021 6622201.442300.PGB 6721192.834009.PAPIER 6721102.433389.GBT 6913201.821000 6921101.841100 6922510.400000 6922510.400000 6940101.842200.GBT 6980000.460013.1371 6980700.460013.1337 6990101.400000
Bedrag 200.000 40.000 -200.000 -190.000 60.000 130.000 -110.500 261.190 -852.500 -134.000 852.500 130.000 186.690-
Beschrijving
(incl. nr. begr.wijz.)
leerlingenvervoer lagere baten kermis minder verstrekkingen huish.hulp eenmalige bate oud papier hogere bijdrage GBT dividend BNG/Enexis decembercirc. opname vergeten stelpost stelpost toev. aan Res. DU eenmalig pos. Resultaat GBT 2011 stelpost toev. aan Res. DU saldo meevaller afval naar Res. Afval onomkeerbaar 1e berap 2012
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_3D20_31303835373833373939.xls
RAADSCOMMISSIE
SOCIAAL Aan de leden van de raadscommissie Sociaal
Datum
Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
31 mei 2012
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Sociaal op donderdag 14 juni om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis. Portefeuille -houder
Agenda
Tijd
19.30 uur
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Transitie Jeugdzorg/AWBZ/WMO
Oude Alink
Tot max. 20.45 uur
4.
De commissie wordt geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld van gedachten te wisselen over mogelijkheden tot en verdere invulling van contracteren en/of subsidiëren, alsmede over het advies van de WMOcliëntenraad over de regionale visie- en keuzenota maatschappelijke ondersteuning in Twente en daarmee samenhangende stukken. Wet Werken naar Vermogen: Stand van Zaken
Ten Heuw
Tot max. 22.00 uur
De commissie wordt geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld van gedachten te wisselen over lokale en regionale ontwikkelingen. 5.
Rondvraag
De voorzitter van de commissie, namens deze,
Paul Hoogendoorn Plv. Commissiegriffier
Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres [email protected]
2012-06-14 agenda.cie.sociaal.doc
Pagina 1 van 1
Behandeld door Dhr. P. J. Hoogendoorn Tel. 074-2459978
30-05-2012
MEMO Van Telefoon Datum Onderwerp Kopie aan
Annemarie Kristen 074-2459742 / Fax 074-2459943 14 mei 2012 achtergrondinformatie tbv commissie Sociaal 14 juni 2012 Wethouder Janneke Oude Alink
Aan
Presidium Raadsleden van de commissie Sociaal
Beleid en Advies Postbus 18 7550 AA Hengelo
Geachte commissieleden, Met u is afgesproken dat wij u actief meenemen in de transitieprocessen Jeugdzorg en AWBZ-Wmo. In deze reeks wordt u vanaf 15 maart 2012 ook meegenomen in de op stapel staande veranderingen in verband met de invoering van de Wet Werken naar vermogen (WWnV). Hiervoor gebruiken wij onder meer de uitloopavonden van de commissie Sociaal. De agenda van de uitloopavonden worden in goed overleg tussen de betrokkenen (ambtelijk en bestuurlijk) voorbereid. Op 14 juni a.s. staat de eerst volgende uitloopavond gepland. De agenda van deze avond is voor wat betreft de transities Jeugdzorg en AWBZ met u voor besproken tijdens de afgelopen uitloopavond (10 mei jl.). Voor wat betreft de Wet Werken naar Vermogen geldt dat wij u in de startnotitie het onderwerp Werkgeversbenadering hebben aangekondigd voor de vergadering in juni. Op dit moment is nog steeds onduidelijk of de Wet Werken naar Vermogen controversieel wordt verklaard door de 2e kamer. In ieder geval is inmiddels een vertraging van ruim een maand opgetreden als gevolg van de val van het kabinet. Met deze memo willen wij u graag nader informeren over de invulling van deze avond. We stellen voor met u van gedachten te wisselen over het thema contracteren en/of subsidiëren (I). Daarnaast is afgesproken met u te kijken naar het advies van de Wmo-cliëntenraad (II). Voor wat betreft de Wwnv is zoals al aangegeven met u afgesproken aandacht te besteden aan de werkgeversbenadering. Onafhankelijk van de vraag of en wanneer over de WWnV gestemd wordt, wordt het belang van een goede werkgeversbenadering door iedereen onderschreven. Hiervoor is dan op dit moment dan ook veel aandacht op lokaal en regionaal niveau. Doel I. Wij willen u informeren en met u van gedachten wisselen over mogelijkheden en verdere invulling van contracteren en/of subsidiëren 2B-procedure (aanbesteding) Raamcontracten Tijdsplanning Het is belangrijk te delen met elkaar wat we vanuit Hengelo vinden en zouden willen. Om dit vervolgens te kunnen relateren aan regionale en landelijke discussies en ontwikkelingen. Voor 1. 2. 3.
de bovengenoemde onderwerpen willen we u meenemen via de vragen: Wat weten we al/ wat weten we nog niet? Waar kunnen we uit kiezen? Wat zijn de dilemma’s?
II. Wij willen u informeren en met u van gedachten wisselen over het advies dat de Wmo-cliëntenraad binnenkort geeft over de regionale visie- en keuzenota maatschappelijke ondersteuning in Twente en het daar aan gekoppelde lokale Wmo beleidplan 2012-2015 met een visie op de maatschappelijke ondersteuning in Hengelo. III. Wij informeren u over de lokale en regionale ontwikkelingen. Hierbij komen zaken aan de orde als de afstemming met het UWV, een sociaal akkoord met werkgevers in Hengelo, regionale afspraken, de toekomst van een werkplein en de werkgeversbenadering binnen Hengelo zelf. Hierin zit een aantal dilemma’s dat wij graag met u willen bespreken. Hierbij kunt u denken aan: hoe samen te werken met een UWV dat zich steeds verder lijkt terug te trekken? wat doen we lokaal en wat doen we regionaal hoe betrekken we de werkgevers bij een sociaal akkoord en bij onze doelgroepen.
1
Verwijzingen naar aanvullende literatuur/informatie wordt voor verzending naar presidium toegevoegd.
Agenda 14 juni 2012 1. 2.
Stand van zaken transitie AWBZ-Wmo landelijk en regionaal Contracteren (i.p.v. subsidiëren) a. Toelichting b. Discussie Advies Wmo-cliëntenraad a. Toelichting b. Discussie
10 min. 30 min.
4.
Pauze
10 min.
5.
Wet werken naar Vermogen a. Stand van zaken wetgevingstraject b. Werkgeversbenadering
10 min 60 min
3.
2
30 min.