AKO 2007/366b
Afspraken Cliëntenparticipatie Ketenprogramma’s
• •
Algemeen Ketenoverleg Landelijke Cliëntenraad
22 januari 2007
Afspraken tussen het Algemeen Keten Overleg (AKO) en de Landelijke Cliënten Raad (LCR) over cliëntenparticipatie bij de ontwikkeling en uitvoering van ketenprogramma’s. 1. Doelstelling o Het AKO en de LCR zien het als hun taak de klantgerichtheid en het lerend vermogen van de ketensamenwerking te bevorderen. o Daartoe stimuleren zij cliëntenparticipatie bij het tot stand brengen en realiseren van de ketenprogramma’s en de daaruit voortvloeiende initiatieven op regionaal niveau. o Over de vormgeving van de cliëntenparticipatie op landelijk niveau maken zij onderstaande afspraken. 2. Afbakening o De cliëntenparticipatie bij de vormgeving van ketensamenwerking behoort tot de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke of samenwerkende ketenpartners op centraal en decentraal niveau. Het AKO vervult daarbij, als landelijk afstemmingsplatform, een stimulerende, initiërende en informerende rol. o De afspraken tussen AKO en LCR betreffen alleen de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van ketenprogramma’s en de daaruit voortvloeiende activiteiten die door hen op landelijk niveau worden geïnitieerd, uitgevoerd en beheerd. 3. Overleg o AKO en LCR overleggen tenminste 2 x per jaar over de uitvoering van het lopende ketenprogramma en de ontwikkeling van het ketenprogramma en de ketensamenwerking voor het volgende jaar. o Er kan worden besloten tot extra overleg, bijvoorbeeld rond bepaalde thema’s. o Het overleg is informatief en consulterend van aard. o De agenda wordt in overleg opgesteld. o Het AKO verzorgt het secretariaat en de verslaglegging. 4. Afstemming o AKO en LCR stemmen regelmatig af over het geheel aan lopende initiatieven en het verloop daarvan. o Die afstemming vindt plaats door overleg tussen de secretaris AKO en de ambtelijk secretaris LCR met, in principe, een frequentie van 4 x per jaar. o In dit overleg worden desgewenst ook afspraken gemaakt over: o de cliëntenparticipatie in de afzonderlijke door AKO en LCR geïnitieerde landelijke initiatieven, thema’s, experimenten en onderzoeken. o te agenderen onderwerpen voor het bestuurlijk overleg AKO-LCR. 5. Overige contacten o De LCR kan rechtstreeks worden betrokken bij AKO trajecten, experimenten, onderzoeken e.d. Over de inhoud en vorm hiervan worden vooraf, op secretarieel niveau, afspraken gemaakt. Dat geldt ook andersom voor LCR initiatieven.
2
6. Uitwisseling van informatie en stukken. o Ter ondersteuning van het overleg en verdere afstemming dragen AKO en LCR zorg voor tijdige en volledige toezending van relevante stukken. o De gewenste tijdigheid wordt in het ambtelijk overleg afgesproken op basis van de door beide partijen benodigde behandeltijd en ruggespraak met ketenpartners en cliëntenraad. o Ook andere belangrijke, de ketensamenwerking of aanpassing van de dienstverlening betreffende, correspondentie wordt uitgewisseld. o De LCR draagt er zorg voor dat zijn leden worden geïnformeerd over de landelijke ketenprogramma’s en –initiatieven en zorgt voor de toezending van stukken naar die partijen. Het AKO doet dat naar de organisaties van de ketenpartners op centraal niveau. o AKO en LCR informeren elkaar en hun achterban waar nodig over ingenomen standpunten of besluiten uit het overleg, de afstemming en de uitkomsten uit de cliëntenraadpleging. 7. Instrumenten o AKO en LCR bevorderen cliëntenparticipatie bij de vormgeving, realisatie en evaluatie van de landelijke initiatieven op regionaal en lokaal niveau binnen de daarvoor, op basis van de bestaande wet- en regelgeving, ingerichte structuur en instrumentarium. o Daarnaast bevorderen AKO en LCR, in samenwerking of afzonderlijk, de rechtstreekse participatie van cliënten en maatschappelijke groeperingen zoals cliëntenpanels, themadiscussies, forumbijeenkomsten, expertmeetings, tevredenheidsonderzoeken e.d. o AKO en LCR informeren elkaar tijdig over die bijeenkomsten en nodigen elkaar uit om daarbij aanwezig te zijn. De bijgevoegde toelichting is integraal onderdeel van deze afspraken.
Namens het Algemeen Ketenoverleg,
Namens de Landelijke Cliëntenraad,
T. Thissen Voorzitter Datum ondertekening:
J. Laurier Voorzitter Datum ondertekening:
3
TOELICHTING Algemeen De cliëntenparticipatie binnen SUWI is wettelijk geregeld via de Wet SUWI en de WWB en is nader uitgewerkt in de regelingen van CWI, UWV en gemeentelijke verordeningen. Hiervoor zijn op centraal en regionaal niveau cliëntenraden ingericht. Ook is op basis van de Wet SUWI de Landelijke Cliëntenraad (LCR) ingesteld. Het samenwerkingsverband van CWI, UWV, Divosa en VNG (AKO) stimuleert de ketensamenwerking op centraal en decentraal niveau d.m.v. het uitbrengen van jaarlijkse ketenprogramma’s en ontwikkelinitiatieven te nemen. AKO en LCR vinden het belangrijk dat de ketenprogramma’s, de ketensamenwerking en de op basis hiervan geïnitieerde ontwikkelinitiatieven worden afgestemd op de inzichten van cliënten en cliëntenorganisaties. Tussen AKO en LCR zijn afspraken gemaakt over halfjaarlijks overleg rond de ketenprogramma’s en (kwartaal)rapportages. Er is nu behoefte om die bestaande afspraken nog eens het licht te houden, schriftelijk vast te leggen en uit te breiden met afspraken over de cliëntenparticipatie rond ontwikkelinitiatieven en het verloop daarvan. Naast inbreng vanuit de formele structuur van cliëntenraden worden de rechtstreekse inbreng van cliënten, cliëntenplatforms, cliëntenpanels en –onderzoeken meer en meer gewaardeerd als instrument van de “lerende organisatie” (cyclus van ontwikkelen – uitvoeren – evalueren en bijstellen van beleid). Het AKO is een samenwerkingsoverleg en geen rechtspersoon. Zij kan en wil daarom geen formele “regeling of verordening cliëntenparticipatie” vaststellen zoals de ZBO’s en Gemeenten dat doen in het kader van de wet SUWI en de WWB. Het is ook nadrukkelijk niet de bedoeling dat er een parallelle overlegstructuur ontstaat rond ketensamenwerking. Het gaat dus alleen om de rechtstreekse afstemming over de door het AKO en LCR geïnitieerde programma’s en initiatieven op landelijk niveau. Puntsgewijs 1. Doelstelling In de doelstelling wordt gerefereerd aan het “lerend vermogen” en de klantgerichtheid van de ketensamenwerking. Cliëntenparticipatie kan daar een waardevolle bijdrage leveren binnen de cyclus van ontwikkelen – uitvoeren – evalueren en bijstellen van de ketensamenwerking. AKO en LCR vervullen daarbij een stimulerende rol zodat de cliëntenparticipatie zowel op landelijk als op regionaal niveau kan bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de door het AKO geïnitieerde ketenprogramma’s. 2. Afbakening • Hier wordt benadrukt dat de afspraken alleen de initiatieven rond ketensamenwerking betreffen die door het AKO en de LCR worden geïnitieerd en uitgevoerd. Dat gebeurt enerzijds via de jaarlijkse ketenprogramma’s en anderzijds door ontwikkelingen te stimuleren en die vervolgens te monitoren en te evalueren. • De cliëntenparticipatie rond de daadwerkelijke uitvoering van beleid is geregeld via de wet SUWI en de WWB en verder vormgegeven via regelingen en verordeningen onder
4
verantwoordelijkheid van de afzonderlijke ketenpartners. AKO en LCR vervullen daarbij een initiërende, informerende en stimulerende rol. 3. Overleg • In dit onderdeel wordt het overleg tussen AKO en LCR op bestuurlijk niveau geregeld. • Analoog aan de bestaande wet- en regelgeving rond cliëntenparticipatie is het overleg informatief en consulterend van aard. Voorts kunnen beide partijen het initiatief nemen tot het opvoeren van agendapunten. • De afstemmingscultuur is “open” d.w.z. dat beide partijen, waar nodig en gewenst, de ruimte kunnen nemen tot initiatief en contact - bijvoorbeeld rond bepaalde thema’s - in aanvulling op het formele halfjaarlijkse overleg. 4. Afstemming Het is niet de bedoeling dat de relatie AKO – LCR alleen bestaat uit een halfjaarlijkse formele uitwisseling van generieke stukken op bestuurlijk niveau. Naast de participatie bij de jaarlijkse ketenprogramma’s kan de LCR dan ook worden betrokken bij ontwikkelinitiatieven, evaluaties, experimenten, pilots etc. Ook hier wordt voorkomen dat er een “formele” belemmerende structuur of vormgeving ontstaat. Daarom is er op secretarieel niveau overleg over het geheel aan lopende initiatieven. In overleg wordt vervolgens bepaald of en zo ja, hoe de cliëntenparticipatie in het onderhavige geval vorm krijgt. Dat overleg vindt in principe 4 x per jaar plaats tussen de secretaris van het AKO en de secretaris LCR. Ook kan in dat overleg de agendering van bepaalde thema’s op bestuurlijk niveau worden besproken. 5. Overige contacten Deze afspraak regelt dat er rechtstreeks contact tussen LCR en AKO trajecten , pilots, projectleiders, monitorgroep, steunpunt gemeenten e.d. kan zijn over de uitvoering van ketenprogramma’s. Om het overzicht en de coördinatie te houden en te voorkomen dat er te veel of onnodige bilaterale relaties ontstaan vindt dit alleen plaats als dat in het overleg tussen de secretarissen zo is afgesproken. 6. Uitwisseling van informatie en stukken Er wordt voor gezorgd dat de stukken voor het overleg voldoende tijdig aan elkaar ter beschikking worden gesteld. Dit in verband met vooroverleg, raadplegen van achterban e.d. Vast onderdeel van de samenwerking is dat besluiten of ingenomen standpunten altijd tijdig aan elkaar en de resp.achterbannen (centrale organisaties van ketenpartners en cliëntenraden) worden teruggekoppeld. Naast vergaderstukken informeren partijen elkaar via tijdige wederzijdse toezending van stukken zoals: o het concept ketenprogramma, kwartaal- en jaarrapportages, o nieuwsbrieven, ketenjournaal, o werkplannen, projectplannen, agenda’s. o relevante correspondentie over ketensamenwerking met de politiek en/of bewindsdragers, o Resultaten van benchmarking, klanttevredenheidsonderzoeken, evaluatie van experimenten en pilots, rapportages over “best practises”e.d.
5
7. Instrumenten o Ketensamenwerking is een integraal onderdeel van de uitvoering van beleid en daarmee ook van de cliëntenparticipatie op uitvoeringsniveau. Lokale en regionale partners bepalen het niveau waarop de cliëntenparticipatie plaatsvindt. De cliëntenparticipatie volgt daarbij de structuur van de organisatie. Dat kan voor ketensamenwerking het BVG niveau zijn en, als dat ontbreekt, het niveau van het Regionaal Ketenoverleg (REKO) of de regionale cliëntencommissies rond de arbeidsadviseurs. AKO en LCR stimuleren en faciliteren de bespreking van landelijke thema’s op dat niveau. Voorkomen wordt dat er zich rond de ketensamenwerking en ketenprogramma’s een parallelle structuur van cliëntenparticipatie ontwikkelt. o Naast de inbreng van de georganiseerde cliëntenparticipatie wordt ook de rechtstreekse inbreng van cliënten en maatschappelijke organisaties meer en meer van belang geacht. Dit via het organiseren van cliëntenpanels, klanttevredenheidsonderzoeken, themabijeenkomsten, participatie in experimenten en pilots etc. AKO en LCR zijn vrij in de organisatie en vormgeving daarvan maar zorgen er voor dat dit geen geheel op zichzelf staande structuur wordt die de inbreng van LCR en cliëntenraden verdringt. Met deze afspraak wordt ook voorkomen dat de formele platforms van cliëntenparticipatie zich door informele vormen van cliëntenparticipatie “gepasseerd” voelen.
Definities: a) AKO: Het samenwerkingsoverleg tussen CWI, UWV, Divosa en VNG. b) LCR: De landelijke cliëntenraad cf. artikel 12, lid 1 van de wet SUWI. c) Bestaande wet- en regelgeving: • Art, 10, 11 en 12 van de wet SUWI. • Artikel 47 van de WWB. d) Regelingen en verordeningen cliëntenparticipatie: • Regeling cliëntenparticipatie CWI werkzoekenden, • Regeling cliëntenparticipatie UWV en; • de op artikel 47, WWB, gebaseerde verordeningen van de gemeenteraden.
6