AFSCHRIFT VAN DE AKTE VAN STATUTENWIJZIGING van de stichting: Stichtinq Pensioenfonds voor Roeiers in het Rotterdamse havengebied statutair gevestigd te Rottterdam akte d.d. 1 juli 2014
AKDN.V. Wilhelminakade 1 3072 AP Rotterdam Postbus 4371 3006 AJ Rotterdam Tel: 088-2535000 Website: www.akd.nl
257058/MV/JvdW
A K T E VAN S T A T U T E N W I J Z I G I N G R O E I E R S I N HET ROTTERDAMSE
Op één juli tweeduizend veertien is voor mij, mr. MONIQUE GERTRUDA HELENA MARIA VERKUILEN, notaris te Rotterdam, verschenen: de heer mr. Jules Jacob van de Winckel, geboren te Breda op elf februari negentienhonderddrieëntachtig, werkzaam bij de naamloze vennootschap AKD N.V., statutair gevestigd te Rotterdam, op haar vestiging te Wilhelminakade 1 , 3072 AP — Rotterdam. De comparant verklaarde als volgt: (A) de statuten van Stichting Pensioenfonds voor Roeiers in het Rotterdamse havengebied, een stichting, statutair gevestigd te Rotterdam met adres Heijplaatweg 7, 3089 JC Rotterdam, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41126719 (de 'Stichting'), zijn laatstelijk gewijzigd bij akte verleden voor mr. M.G.H.M. Verkuilen, notaris te Rotterdam, op drieëntwintig april tweeduizend dertien; (B) het bestuur van de Stichting heeft op dertig juni tweeduizend veertien besloten tot algehele wijziging van de statuten van de Stichting; (C) hij bij dat besluit werd gemachtigd de akte van statutenwijziging te doen verlijden en te tekenen. Statutenwijziging Ter uitvoering van bedoeld besluit tot statutenwijziging verklaarde de comparant, handelend als gemeld, hierbij de statuten van de Stichting algeheel te wijzigen als volgt: STATUTEN Begripsomschrijvingen Artikel 1. 1.1. In deze statuten wordt verstaan onder: a. De Nederiandsche Bank: De Nederiandsche Bank N.V.; b. deelnemers: de leden, aspirant-leden en aangesloten léden van de vereniging, tevens zijnde roeier, die op grond van het pensioenreglement pensioen aanspraken verwerven jegens de s t i c h t i n g ; c. Deelnemersvereniging SPR: de beroepspensioenvereniging Deelnemersvereniging Stichting Pensioenfonds voor Roeiers in het Rotterdamse havengebied, met zetel te Rotterdam, ingeschreven in het — handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 24407682; d. gepensioneerde: degene die ouderdomspensioen ten laste van de stichting geniet; e. gewezen deelnemers: de gewezen leden en aspirant-leden van de vereniging, tevens geweest zijnde 'roeier', die geen pensioenaansprakenop grond van de beroepspensioenregeling meer verwerven jegens de stichting en die bij beëindiging van de deelneming pensioenaanspraken — hebben behouden jegens de stichting;
Pagina 1 van 14
f. g. h.
i. j. k.
I. m.
n.
o. p.
het bestuur: het bestuur van de stichting; het fonds: de stichting waarop deze statuten betrekking hebben; na te laten dan wel nagelaten betrekkingen: de personen, die op grond — van aan een deelnemer gedane toezeggingen pensioenaanspraken dan — wel rechten op pensioen ten laste van de stichting hebben; pensioenaanspraak: het recht op nog niet ingegaan pensioen; pensioengerechtigde: persoon voor wie op grond van de beroepspensioenregeling het pensioen is ingegaan; pensioenreqlement: een reglement, vastgesteld ingevolge artikel 12 lid — %i van deze statuten en inhoudende de regeling van de pensioenaanspraken van de (gewezen) deelnemers en hun na te laten of nagelaten betrekkingen; recht op pensioen: het recht op ingegaan pensioen; roeier: hij die zijn beroep maakt van het vast- of losmaken van vaartuigen, het communicatievaren, het loodsenvervoer en/of het doenvan verrichtingen ten dienste van de organisatie van de Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht of met betrekking tot de materiële middelen voor deze werkzaamheden; stichting: Stichting Pensioenfonds voor Roeiers in het Rotterdamse havengebied, met zetel te Rotterdam en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41126719; verantwoordingsorgaan: het verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in artikel 13; vereniging: Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht, met zetel t e — Rotterdam en ingeschreven bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40341460; visitatiecommissie: de visitatiecommissie zoals bedoeld in artikel 1 4 . zetel
q. Naam e n Artikel 2. 2.1. De stichting draagt de naam: Stichting Pensioenfonds voor Roeiers in het Rotte havengebied. 2.2. De stichting is gevestigd te Rotterdam.
Artikel 3 . 3.1. De stichting heeft ten doel te voorzien of bij te dragen in de geldelijke verzorging van de oudedag van deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden, allen zijnde roeiers en in de geldelijke verzorging van hun — na te laten betrekkingen door het verstrekken of doen verstrekken van pensioenen en/of andere uitkeringen, een en ander in de gevallen en onder de voorwaarden als nader geregeld in deze statuten en het pensioenreglement. — 3.2. De pensioenaanspraken zijn omschreven in het pensioenreglement. 3.3. Tevens heeft de stichting ten doel het ter leen verstrekken van gelden aan deelnemingen, alsmede het verrichten en bevorderen van alle handelingen die daarmede direct of indirect verband houden, alles in de ruimste zin van het — woord. Deelnemers Artikel 4.
Pagina 2 van 14
4.1.
Door toetreding tot de stichting onderwerpt de deelnemer zich aan de bepalingen van deze statuten en aan de bepalingen van het pensioenreglement, met dien verstande dat een deelnemer dient te voldoen — aan de kwalificatie 'roeier'. 4.2. Iedereen, die een pensioenaanspraak of een recht op pensioen ten laste van — de stichting heeft, wordt door het bestuur in het bezit gesteld van een exemplaar van de statuten en van het pensioenreglement, alsmede van een — exemplaar van de wijzigingen in de statuten en het pensioenreglement. Beheer Artikel 5. 5.1. De stichting zal hetzij de dekking van de pensioenaanspraken en rechten op — pensioen in eigen beheer (eigen risico) houden, hetzij overeenkomsten van — verzekering sluiten met één of meer levensverzekeringsmaatschappijen, die — op grond van de Wet financieel toezicht gekwalificeerd zijn tot het sluiten van een verzekering of verzekeringen van pensioen in Nederland, hetzij de aangegane verplichtingen overdragen aan een onder de Wet verplichte beroepspensioenregeling vallend pensioenfonds. De desbetreffende overeenkomsten liggen voor degenen, die rechten aan deze overeenkomsten kunnen ontlenen, bij het kantoor van de stichting ter inzage.Het fonds stelt een actuariële en bedrijfstechnische nota vast waarin in elk 5.2. geval een omschrijving is te vinden van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde bij en krachtens de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Het bestuur legt de in het tweede lid bedoelde nota alsmede iedere wijziging — 5.3. daarvan onverwijld over aan De Nederiandsche Bank overeenkomstig de daarvoor geldende regels. Indien de stichting eigen risico draagt, dient bovendien voldaan te worden aan 5.4. de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels met betrekking tot de eisen waaraan de financiële opzet in relatie tot het draagvlak van de stichting, waaronder begrepen de krachtens de Wet verplichteberoepspensioenregeling gestelde regels met betrekking tot een ( m i n i m a a l ) — vereist eigen vermogen, teneinde de nakoming van de uit de pensioenregeling voortvloeiende verplichtingen te waarborgen. Zodra de stichting verplichtingen heeft ten aanzien waarvan niet voldaan 5.5. wordt aan hetgeen in het vierde lid is bepaald, doet het bestuur daarvan onverwijld mededeling aan De Nederiandsche Bank, met inachtneming van het bepaalde in de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Verkrijging a a n s p r a k e n Artikel 6. Deelnemers verkrijgen aanspraken op ouderdomspensioen voor zichzelf en/of nabestaanden- en wezenpensioen ten behoeve van hun nagelaten betrekkingen, e e n en ander zoals die aanspraken door de stichting overeenkomstig het pensioenreglement worden toegekend. Middelen en inkomsten ' 7.1.
De middelen en inkomsten van de stichting worden gevormd door: a. het bij de oprichting van de stichting afgezonderde vermogen; b. bijdragen van de vereniging en eventuele bijdragen van de deelnemers;
Pagina 3 van 14
c. d.
opbrengsten van beleggingen; uitkeringen op eventuele polissen van pensioenverzekeringen en a n d e r e overeenkomsten, van levensverzekeringen, als vermeld in artikel 5 lid 1; e. hetgeen verkregen wordt door erfstelling, legaat, schenking of op enige andere wijze, met dien verstande, dat erfstellingen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden aanvaard. 7.2. Voor zover de middelen van de stichting niet gebruikt worden ter voldoening — van de periodieke premies of koopsommen voor overeenkomsten van verzekeringen, die de stichting ter dekking van de pensioenaanspraken gesloten heeft, zal het bestuur deze middelen beleggen. 7.3. De middelen van het fonds zullen door het bestuur worden belegd met inachtneming van de prudent-person regel en met inachtneming van de wettelijke bepalingen ter zake. Bestuur Artikel 8. 8.1. Het bestuur bestaat uit vijf (5) leden. Bestuurders kunnen alleen personen zijn die lid zijn van de Deelnemersvereniging SPR met uitzondering van gepensioneerden. De bestuurders worden benoemd door het bestuur na een niet-bindende voordracht door de algemene vergadering van de Deelnemersvereniging SPR, met inachtneming van het bepaalde als hierna in lid 2 van dit artikel omschreven. De algemene vergadering van de Deelnemersvereniging SPR neemt bij de voordracht van de bestuurders van de stichting de bepalingen omtrent de algemene ledenvergadering zoals opgenomen in de statuten van de Deelnemersvereniging SPR in acht. 8.2. Voor de vervulling van een vacature zal het bestuur van de Deelnemersvereniging SPR telkenmale twee (2) kandidaten van de leden van de Deelnemersvereniging SPR voordragen. Alvorens tot benoeming over te gaan zal het bestuur een voorgedragen persoon toetsen op deskundigheid en geschiktheid aan de hand van een vooraf opgesteld profiel. Indien deze naar het oordeel van het bestuur niet voldoet aan het profiel zal hij door het bestuur persoonlijk op de hoogte worden gesteld en verzoekt het bestuur aan de algemene vergadering van de Deelnemersvereniging SPR een andere bestuurder ter benoeming voor te j dragen. 8.3. Het bestuur meldt elke wijziging in de samenstelling van het bestuur en van — de personen die het beleid van het fonds bepalen of mede bepalen vooraf a a n De Nederiandsche Bank. Een hiervoor bedoelde wijziging wordt niet doorgevoerd indien: a. De Nederiandsche Bank binnen zes (6) weken na ontvangst van de melding van de wijziging aan het fonds bekend maakt dat hij niet met de voorgenomen wijziging instemt; of b. De Nederiandsche Bank om nadere gegevens of inlichtingen heeft verzocht en binnen zes (6) weken na ontvangst van de gegevens of inlichtingen aan het fonds bekend maakt dat hij niet met de voorgenomen wijziging instemt. 8.4. De zittingsperiode van het bestuur bedraagt ten hoogste vier (4) jaar.
Pagina 4 van 14
8.5.
8.6.
8.7 8.8.
8.9.
Ieder jaar treedt een van de bestuurders af volgens een door het bestuur op — te stellen rooster; hij is echter terstond herbenoembaar, met dien verstande — dat een door de rechtbank ontslagen bestuurder binnen vijf (5) jaar na dit ontslag niet kan worden herbenoemd. Ingeval van periodiek aftreden wordt zoveel mogelijk bij voorbaat in de opvolging voorzien. Vacatures in het bestuur worden zo spoedig mogelijk vervuld. Een niet-voltallig bestuur blijft echter bevoegd als bestuur op te treden. Een lid van het bestuur kan slechts na horen van het betreffende lid worden — ontslagen door het bestuur in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn. Voor het besluit tot ontslag van een van de bestuursleden z i j n — de stemmen nodig van alle overige bestuursleden. Indien naar het oordeel van het bestuur sprake is van een bestuurslid dat onvoldoende functioneert, — kan het bestuur de algemene vergadering van de Deelnemersvereniging SPR— verzoeken een ander bestuurslid voor te dragen. Een bestuurder houdt op bestuurder te zijn: a. op het tijdstip van zijn overlijden of op het tijdstip, vermeld in de niet voor hogere voorziening vatbare rechterlijke uitspraak, houdende een verklaring, dat er een rechtsvermoeden van zijn overlijden bestaat; b. door periodiek aftreden; c. door vrijwillig aftreden; d. door verlies van het deelnemerschap; e. ingeval hij krachtens enige wetsbepaling of niet voor hogere v o o r z i e n i n g vatbare rechterlijke uitspraak de bevoegdheid zijn vermogen te b e h e r e n of daarover te beschikken verliest; f. door ontslag als bedoeld in lid 5; g. bij zijn ontslag als zodanig door de bevoegde rechter. Het bestuur stelt een procedure vast voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuurders. Het bestuur kan - onverminderd het bepaalde in lid 5 - maatregelen treffen indien een bestuurder naar het oordeel van het bestuur niet naar behoren functioneert. Deze maatregelen kunnen zijn een waarschuwing, schorsing of — ontheffing uit de bestuursfunctie. Indien het bestuurslid wordt ontheven uit de bestuursfunctie, verzoekt het bestuur aan de Deelnemersvereniging SPR een — andere bestuurder ter benoeming voor te dragen. a. Een bestuurder die geschorst is, kan de aan zijn functie verbonden rechten en bevoegdheden niet uitoefenen. Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden door een besluit tot verlenging van de schorsing of ontheffing uit de bestuursfunctie wordt gevolgd, eindigt door het verloop van die termijn. b. Voor de vaststelling van het niet naar behoren functioneren van een bestuurder is instemming nodig van ten minste drie vierden van het aantal bestuurders, met dien verstande dat de stem van de betreffendebestuurder buiten beschouwing wordt gelaten. Een dergelijk besluit kan niet genomen worden alvorens de bestuurder in kwestie is gehoord. Het bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar de belangen van d e — bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, en overige belanghebbenden, waaronder mede te
Pagina 5 van 14
verstaan de Deelnemersvereniging SPR, en zorgt er voor dat dezen zich door— het bestuur op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. •' Bestuursvergadering Artikel 9, 9.1. Het bestuur heeft een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en t w e e (2) andere bestuursleden. De functies worden door het bestuur in onderling overleg verdeeld. 9.2. De bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls een der bestuurders — het verlangt, maar in ieder geval ten minste tweemaal per jaar. De vergaderingen van het bestuur worden bijeengeroepen door de voorzitter— of door de secretaris. De bijeenroeping geschiedt schriftelijk waaronder begrepen alle vormen van — geschreven tekstoverdracht, waarin de punten van behandeling worden vermeld en welke wordt verzonden aan ieder der bestuurders. De termijn van oproeping bedraagt ten minste vijf (5) dagen, de dag van de — oproeping en die van de vergadering niet mee gerekend. 9.3. De vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij diens afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding. Van de beraadslagingen en de besluiten in de vergaderingen van het bestuur— worden door de secretaris dan wel door een door de secretaris aan te wijzen — persoon notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld door de desbetreffende vergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter en secretaris van die vergadering ondertekend d a n wel door een volgende vergadering en ten blijke van die vaststelling door de — voorzitter en secretaris van die volgende vergadering ondertekend, alles tenzij op verzoek van een of meer bestuurders een notarieel proces-verbaal wordt — opgemaakt. 9.4. Ter vergadering heeft iedere bestuurder één (1) stem. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen, indien ten minste drie (3) van de bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en alle — bestuurders met inachtneming van het hiervoor bepaalde, zijn opgeroepen, met deze uitzondering evenwel, dat ook indien de voorschriften omtrent de oproeping niet in acht zijn genomen, geldige besluiten kunnen worden genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle bestuurdersaanwezig of vertegenwoordigd zijn. Zijn er ter vergadering minder dan vier (4) bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan kunnen slechts geldige besluiten worden genomen met algemene stemmen. 9.5. Het bestuur besluit bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij in deze statuten anders is bepaald. Bij staking van stemmen op een bestuursvergadering wordt het desbetreffende voorstel aangehouden tot de volgende vergadering, staken de stemmen dan weer, dan komt er geen besluit tot stand. 9.6. Een bestuurder kan zich ter vergadering doen vertegenwoordigen, doch ' slechts door een schriftelijk gevolmachtigde medebestuurder en voor een in de volmacht vermelde vergadering. 9.7. Ieder der bestuurders is bevoegd een deskundige te raadplegen, alsmede z i c h krachtens een bestuursbesluit waarbij ten minste een vierde der bestuurders—
pagina 6 van 14
zich daarvoor heeft uitgesproken, ter vergadering door een deskundige te laten bijstaan. 9.8. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk, waaronder begrepen langs elektronische weg, ten gunste van het desbetreffende voorstel uitspreken. Van een en ander wordt aantekening gehouden in het notulenregister: zodanige aantekening wordt door de voorzitter en de secretaris van het bestuur ondertekend. 9.9. De bestuurders zijn tot geheimhouding verplicht omtrent alle gegevens, waarvan zij uit hoofde van hun functie kennis dragen. 9.10. De door de bestuurders in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten worden vergoed. Bestuur en vertegenwoordiging Artikel 10. 10.1. Het bestuur is belast met het beleid en het besturen van het fonds en is, met inachtneming van de doelstelling de statuten en de reglementen van het fonds, bevoegd tot alle daden, zowel van beheer als van beschikking. 10.2. Het bestuur draagt voorts zorg voor de uitvoering van de statuten en pensioenreglementen. 10.3. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen. 10.4. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. Tevens zijn twee (2) bestuursleden, waarvan één (1) de voorzitter, de secretaris of de penningmeester dient te zijn, bevoegd de stichting te vertegenwoordigen. 10.5. Het dagelijkse beleid van het fonds wordt bepaald door ten minste twee (2) natuurlijke personen. Het bestuur is bevoegd te bepalen welke personen binnen het bestuur het dagelijkse beleid van de stichting bepalen of mede bepalen. 10.6. De personen die het beleid van het pensioenfonds bepalen of mede bepalen richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en de gepensioneerden en zorgen ervoor dat dezen zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. 10.7. Het beleid van het pensioenfonds wordt bepaald of mede bepaald door personen die deskundig zijn in verband met de uitoefening van het bedrijf v a n het fonds. — 10.8. Het bestuur van het fonds draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van d e personen die het beleid van het fonds bepalen of mede bepalen buiten twijfel staat. 10.9. Het bestuur stelt De Nederiandsche Bank onverwijld schriftelijk in kennis indien zich een wijziging voordoet van de antecedenten die van invloed zijn op de betrouwbaarheid van de personen in lid 8. 10.10. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het — beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd alsmede over de naleving van h e t principes voor goed pensioenfonds bestuur (Pension Fund Governance). Verbreking financieel e v e n w i c h t Artikel 11. 11.1. Indien op enig tijdstip het financieel evenwicht van de stichting zal zijn —
Pagina 7 van 14
verbroken, kan door het bestuur, met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de Wet verplichte beroepspensioenregeling op schriftelijk advies — van een door het bestuur aan te wijzen actuaris wijziging worden gebracht in de gedane toezeggingen. 11.2. Bij de vaststelling van een regeling, bedoeld in lid 1 van dit artikel, zal, voor — zover mogelijk, worden uitgegaan van de volgende principes: a. de pensioenen van de gepensioneerden en de nagelaten betrekkingen zullen onaangetast blijven; waarbij hier onder pensioenen mede dienen— te worden verstaan: de pensioenaanspraken ten behoeve van de na te — laten betrekkingen van de gepensioneerden; b. de verworven pensioenaanspraken van de deelnemers respectievelijk gewezen deelnemers zullen worden verminderd, rekening houdende m e t de bereikte leeftijd en het aantal j a r e n , dat zij aan de stichting hebben — deelgenomen, waarbij hier onder pensioenaanspraken mede dienen te — worden verstaan: de pensioenaanspraken ten behoeve van de na te laten betrekkingen van die (gewezen) deelnemer. ; Reglementen Artikel 12. 12.1. Met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de Wet verplichte beroepspensioenregeling zal het bestuur een pensioenreglement vaststellen omtrent zodanige onderwerpen als het bestuur wenselijk acht, voor zover e e n en ander niet elders wordt geregeld. Indien een bepaling van het pensioenreglement, in strijd is met deze statuten, prevaleren deze statuten. 12.2. Het bestuur is bevoegd ter nadere regeling van zijn eigen werkzaamheden en die van de algemene vergadering van deelnemers een huishoudelijk reglement vast te stellen. Het huishoudelijk reglement kan door het bestuur worden gewijzigd. Indien een bepaling van het huishoudelijk reglement in strijd is met deze statuten of het pensioenreglement, prevaleren de statuten en het pensioenreglement, een en ander met inachtneming van het hiervoor in de laatste zin van lid 1 van dit artikel bepaalde. Verantwoordingsorgaan Artikel 1 3 . 13.1. Het bestuur stelt een verantwoordingsorgaan in. Het verantwoordingsorgaan — bestaat uit ten minste vier (4) leden van de Deelnemersvereniging SPR, zodanig dat zij de deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig en op basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigen. Zij worden gekozen, benoemd en ontslagen door de algemene vergadering van de Deelnemersvereniging SPR. De zittingsduur van een lid van het verantwoordingsorgaan is vier (4) jaar, waarna telkens herbenoeming mogelijk is. Het bestuur gaat zo nodig over tot verkiezing van de leden van het verantwoordingsorgaan indien dit wordt verzocht door ten minste een procent ( 1 % ) van de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden of door ten minste vijfhonderd (500) deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Het bestuur verleent medewerking aan ieder initiatief—. van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden tot het
Pagina 8 van 14
organiseren van verkiezingen op grond van de vorige volzin. 13.2. Een lid van het verantwoordingsorgaan houdt op lid te zijn van het verantwoordingsorgaan door: a. het verstrijken van de zittingstermijn; b. beëindiging van het lidmaatschap van de Deelnemersvereniging SPR; c. het opzeggen door het betreffende lid; d. ontslag verleend door de algemene vergadering van de Deelnemersvereniging SPR; e. het aanvaarden van een functie in het bestuur of de visitatiecommissie — f. overlijden. • 13.3. Leden van het bestuur of van de visitatiecommissie kunnen geen lid zijn van — het verantwoordingsorgaan. 13.4. De leden van het verantwoordingsorgaan kiezen uit hun midden een voorzitter. 13.5. Het verantwoordingsorgaan heeft recht op overleg met het bestuur, de visitatiecommissie, de externe accountant en de externe actuaris van het fonds. 13.6. Het bestuur van het fonds en het verantwoordingsorgaan komen ten minste — tweemaal per kalenderjaar in vergadering bijeen. Tijdens deze vergaderingen worden de aangelegenheden aan de orde gesteld waarover het bestuur of h e t verantwoordingsorgaan overleg wenselijk acht. 13.7. Het bestuur verstrekt desgevraagd aan het verantwoordingsorgaan tijdig alle— inlichtingen en gegevens, die het voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt. ~~ 13.8. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het — beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. 13.9. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over — het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het intern — toezicht, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie v a n het bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag opgenomen. 13.10. Het bestuur stelt het verantwoordingsorgaan in de gelegenheid advies uit te — brengen over: a. het beleid inzake beloningen; • • b. de vorm en inrichting van het intern toezicht; c. het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; en d. het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid. 13.11. Het bestuur informeert het verantwoordingsorgaan onverwijld schriftelijk over: a. de verplichting tot opstelling van een kortetermijnherstelplan als bedoeld in artikel 135 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; b. de verplichting tot opstelling van een langetermijnherstelplan als bedoeld in artikel 133 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; — c. de aanstelling van een bewindvoerder als bedoeld in artikel 168 van de — Wet verplichte beroepspensioenregeling; en
Pagina 9 van 14
d.
de beëindiging van de situatie, bedoeld in artikel 167 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, waarin de bevoegdheidsuitoefening van alle of bepaalde organen van een beroepspensioenfonds is gebonden aan toestemming van een of meer door de toezichthouder aangewezen — personen. 13.12. Het vragen van advies aan het verantwoordingsorgaan moet op een zodanig — tijdstip geschieden dat het van wezenlijke invloed kan zijn op door het bestuur te nemen besluiten. 13.13. Bij het vragen van advies wordt aan het verantwoordingsorgaan een overzichtverstrekt van de beweegredenen van het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor belanghebbenden bij het fonds zal hebben. 13.14. Het bestuur stelt een reglement voor het verantwoordingsorgaan vast waarin in ieder geval de wijze waarop kandidaten van het verantwoordingsorgaan worden voorgedragen wordt geregeld. I n t e r n toezicht Artikel 14. 14.1. Het intern toezicht wordt verzorgd door jaarlijkse visitatie door een visitatiecommissie. — 14.2. De visitatiecommissie bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundigen. 14.3. Het bestuur benoemt de leden van de visitatiecommissie nadat het verantwoordingsorgaan een bindende voordracht heeft gedaan. Een lid van d e visitatiecommissie kan voor ten hoogste acht (8) jaar benoemd worden. 14.4. Het bestuur kan een lid van de visitatiecommissie ontslaan na het horen van — dit lid en na bindend advies van het verantwoordingsorgaan. 14.5. De visitatiecommissie heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van h e t — bestuur en op de algemene gang van zaken in het fonds. De visitatiecommissie is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt — verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het verantwoordingsorgaan en in het jaarverslag. 14.6. Het bestuur verstrekt desgevraagd aan de visitatiecommissie tijdig alle inlichtingen en gegevens, die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt. Boekjaar, jaarverslag ! Artikel 15. 15.1. Het boekjaar van het fonds is gelijk aan het kalenderjaar. 15.2. Het bestuur stelt binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag vast overeenkomstig Titel 9 Boek 2 B u r g e r l i j k Wetboek en met inachtneming van het daartoe bepaalde in de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Daarbij zijn de vrijstellingen voor stichtingen met een lage omzet en de vrijstellingen vanwege de omvang van de stichting zoals verwoord in de artikelen 2:360 lid 3, 2:396 en 2:397 Burgerlijk Wetboek niet van toepassing.15.3. Met inachtneming van het bepaalde in de Wet verplichte beroepspensioenregeling, verstrekt het bestuur periodiek binnen de in de wet — daartoe vastgestelde termijnen staten aan De Nederiandsche Bank. !
Pagina 10 van 14
De staten zijn periodiek voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, — afgegeven door een accountant. Ten bewijze dat de staten door hem zijn onderzocht, waarmerkt de accountant de staten. 15.4. Het bestuur is voorts verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. Het bestuur is gehouden de desbetreffende bescheiden, alsmede de jaarverslagen, zeven (7) jaar lang te bewaren. Accountant Artikel 16. Het bestuur benoemt een accountant. De accountant vervult de taken die de wet of de statuten hem opdragen. De accountant kan te allen tijde door het bestuur worden ontslagen. Actuaris Artikel 17. 17.1. Het bestuur benoemt een actuaris, die tot taak heeft een jaarlijks verslag aan het bestuur uit te brengen overeenkomstig hetgeen bij en krachtens de Wet — verplichte beroepspensioenregeling is bepaald. 17.2. De actuaris heeft tot taak jaarlijks de voorziening voor pensioenverplichtingente berekenen en na te gaan of de in het vooruitzicht gestelde pensioen en uitkeringen voldoende gedekt geacht kunnen worden. Voorts adviseert de actuaris het bestuur bij de vaststelling van de hoogte van de premies, die de deelnemers aan de stichting moeten voldoen. De actuaris adviseert het bestuur op pensioentechnisch- en actuarieel terrein. De actuaris kan te allen tijde door het bestuur worden ontslagen. 17.3. Daarnaast benoemt het bestuur een waarmerkend actuaris, die geen andere — werkzaamheden voor het fonds verricht dan het waarmerken van het actuarieel verslag. 17.4. De actuaris die het actuarieel verslag waarmerkt: a. is onafhankelijk van het fonds; en b. behoort niet tot dezelfde organisatie als een andere actuaris of deskundige die andere werkzaamheden verricht voor het fonds, tenzij die organisatie een door De Nederiandsche Bank goedgekeurde gedragscode heeft over de onafhankelijkheid van de waarmerkende actuaris; en c. verricht geen andere werkzaamheden voor het fonds. Wijziging in statuten en (pensioen)reglement Artikel 18. 18.1. Deze statuten kunnen slechts worden gewijzigd krachtens een besluit van h e t bestuur, genomen met een meerderheid van ten minste twee/derden der uitgebrachte stemmen. 18.2. Een (pensioen)reglement kan door het bestuur worden gewijzigd. Indien door wijziging van het pensioenreglement evenwel wijziging zou worden gebracht in de pensioenaanspraken en/of -rechten en/of verplichtingen van de (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en/of na te laten of nagelaten betrekkingen, is de voorafgaande schriftelijke goedkeuring nodig van de Deelnemersvereniging SPR.
Pagina 11 van 14
Een wijziging in de pensioenaanspraken en/of -rechten van de (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en/of na te laten of nagelaten betrekkingen kan uitsluitend plaatsvinden op grond van het bepaalde in artikel 129 van de Wet—• verplichte beroepspensioenregeling. 18.3. Voor de totstandkoming van een statutenwijziging is een daartoe strekkende— notariële akte vereist. Ieder lid van het bestuur is afzonderlijk bevoegd de akte te doen verlijden. 18.4. Na wijziging van de statuten of een reglement van de stichting zendt het bestuur een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging respectievelijk een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van de wijziging van het reglement aan De Nederiandsche Bank. Ontbinding en liquidatie Artikel 19. 19.1. Ten aanzien van een besluit tot ontbinding van de stichting is artikel 18 lid 1 — van overeenkomstige toepassing. 19.2. Na het besluit tot ontbinding zal de stichting blijven voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening noodzakelijk is. 19.3. De liquidatie geschiedt door het bestuur, tenzij de Deelnemersvereniging SPR één (1) of meer anderen tot vereffenaar aanwijst. De vereffenaars zullen de belangen van de (gewezen) deelnemers, de gepensioneerden en de na te laten of nagelaten betrekkingen naar billijkheid — regelen op grondslag van de gedane toezeggingen. 19.4. Voor zover mogelijk blijven de bepalingen van deze statuten en van de reglementen van toepassing. De vereffenaars hebben dezelfde bevoegdheden, plichten en aansprakelijkheid als een bestuurder. 19.5. Indien gedurende de tijd, dat de stichting in liquidatie verkeert, een vacature— in het bestuur ontstaat zal hierin - voor zover mogelijk - worden voorzien op — de in artikel 8 omschreven wijze, waarbij in het geval dat de Deelnemersvereniging SPR in staat van faillissement verkeert, de curatoren i n de rechten van de Deelnemersvereniging SPR treden. Indien in een bestuursvacature op deze wijze niet kan worden voorzien, zal het bestuur zichzelf aanvullen. 19.6. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 lid 6 zal een eventueel na liquidatie overblijvend batig saldo worden uitgekeerd aan de vereniging. j Bij een eventueel nadelig saldo zal bij de vermindering van de pensioenaanspraken of rechten op pensioen, voorzover mogelijk, worden uitgegaan van de volgende principes: a. de verworven rechten op pensioen van de gepensioneerden, de ! nagelaten betrekkingen zullen onaangetast blijven, waarbij hier onder rechten op pensioen mede dienen te worden verstaan: de pensioenaanspraken ten behoeve van de na te laten betrekkingen van — de gepensioneerden; b. de verworven pensioenaanspraken van de deelnemers respectievelijk ; gewezen deelnemers zullen worden verminderd, rekening houdende m e t de bereikte leeftijd en het aantal jaren, dat zij aan de stichting hebben — deelgenomen, waarbij hier onder pensioenaanspraken mede dienen te — worden verstaan de pensioenaanspraken ten behoeve van de na te l a t e n -
Pagina 12 van 14
betrekkingen van die deelnemer. 19.7. De (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en nagelaten betrekkingen zuilenin het bezit gesteld worden van een bewijsstuk van hun ten laste van de stichting verkregen pensioenaanspraken of rechten op pensioen. In dit bewijsstuk zal tevens melding worden gemaakt van de instantie, dan wel instanties, jegens welke zij hun rechten geldend kunnen maken. 19.8. Voor zover ter zake van de in lid 7 bedoelde pensioenaanspraken of rechten — op pensioen verzekeringsovereenkomsten zijn of zullen worden gesloten en deze aan de betrokkenen zelf worden overgedragen, zal de begunstiging ten — name gesteld worden van de (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en n a — te laten en nagelaten betrekkingen. 19.9. Ingeval de liquidatie van de stichting gepaard gaat met het overgaan van de — deelnemer in dienst van een nieuwe werkgever, kunnen de verplichtingen, d i e de stichting jegens de deelnemer en zijn na te laten betrekkingen heeft met — zijn instemming worden overgenomen door een aan de onderneming van d i e — werkgever verbonden pensioenfonds, waarvan de statuten en reglementen voldoen aan de bepalingen van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. 19.10. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de stichting gedurende dertig (30) jaren berusten onder de persoon, daartoe door het bestuur aangewezen. Overlegging v a n bescheiden, verstrekken van opgaven Artikel 20. 20.1. Allen, die aan de bepalingen van deze statuten hetzij pensioenaanspraken hetzij rechten op pensioen ontlenen, zijn verplicht aan het bestuur al die opgaven te verstrekken, zomede al die verklaringen en/of bescheiden over te — leggen als het bestuur nodig oordeelt. 20.2. Indien wordt nagelaten de gevraagde opgaven te verstrekken en/of de gevraagde verklaringen en bescheiden te overleggen dan wel onware, onjuiste of onvolledige opgaven worden gedaan, kan het bestuur binnen een maand na verzending van een herhaald verzoek van het bestuur aan betrokkene om alsnog aan de verplichting uit lid 1 te voldoen, welk herhaald verzoek zal worden verzonden per aangetekende brief, uitkeringen aan deze persoon, voortvloeiende uit zijn recht op pensioen, geheel of gedeeltelijk opschorten. Zodra het bestuur een besluit neemt als bovenbedoeld, zal het bestuur hiervan binnen drie (3) dagen per aangetekende brief mededeling aan betrokkenen doen. Onvoorziene gevallen Artikel 2 1 . Ten aanzien van alle zaken, waarin de wet, deze statuten of op grond van deze statuten vastgestelde reglementen niet voorzien, beslist het bestuur. EClachten- en g e s c h i l l e n c o m m i s s i e Artikel 2 2 . 22.1. Ingeval van een klacht of een geschil kan een belanghebbende zich schriftelijk— tot de klachten- en geschillencommissie wenden. De behandeling van de klacht of het geschil is ontvankelijk als de belanghebbende zich schriftelijk tot de klachten- en geschillencommissie heeft— gewend binnen zes (6) weken nadat het feit zich heeft voorgedaan waarop d e klacht of het geschil zich richt.
Pagina 13 van 14
22.2. De klachten- en geschillencommissie bestaat uit drie (3) leden. Eén (1) lid is afkomstig van en uit het bestuur. • Eén (1) lid is afkomstig van en uit het bestuur van de Deelnemersvereniging — SPR. Eén (1) lid is afkomstig van het bestuur van de vereniging die tevens f u n g e e r t als voorzitter van de klachten- en geschillencommissie. De benoeming en het ontslag van de leden geschiedt door het bestuur. De leden kunnen tevens defungeren door bedanken. 22.3. De klachten- en geschillenregeling is vastgelegd in een door het bestuur op t e stellen geschillenregeling respectievelijk klachtenregeling. Slot Van het in deze akte vermelde besluit tot statutenwijziging en de vermelde machtiging blijkt uit het besluit van het bestuur, welke aan deze akte wordt gehecht.De comparant is mij, notaris, bekend. Deze akte is verleden te Rotterdam op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en het geven van een toelichting — daarop en nadat ik, notaris, heb gewezen op de gevolgen van de inhoud van deze ! akte, heeft de comparant verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennis — genomen na daartoe tijdig in de gelegenheid te zijn gesteld, met de inhoud van de —j akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte ondertekend door de comparant en m i j , notaris. — (volgt ondertekening). UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
Pagina 14 van 14