Maart 2009 Laatste nummer
Informatie voor kinderdagopvang, peuterspeelzalen, gastouder- en buitenschoolse opvang
Afscheid
A
fscheid roept bij mij de herinnering op aan het afscheid nemen van mijn dochter op het kinderdagverblijf. De allereerste keer liep ik -samen met vader- huilend het gebouw uit: verbouwereerd dat ik haar toch echt moest achterlaten zodat zij kon wennen, niet wetend wat ik ineens zonder kind kon doen.
6
Kwaliteit en educatie
Daarna de periode dat zij met betraand gezicht op schoot bij de leidsters achterbleef, terwijl ik me naar mijn werk haastte. Gelukkig ging dat al snel over en werd er fijn gespeeld. Nog weer later het afscheid van de kinderdagopvang en alle lieve leidsters en leuke kinderen daar, om naar de basisschool te gaan. Het is het afscheid van het vertrouwde, maar ook het begin van iets nieuws, iets leuks. Vorig jaar namen wij afscheid van onze vertrouwde Spectrum Kinderopvang, het abonnementenblad dat wij jaren hebben uitgebracht. Dat afscheid bracht iets nieuws: de Nieuwsbrief met een nieuwe opzet en vormgeving. Met plezier hebben we hieraan gewerkt.
Buitenspelen en natuurbeleven De provincie Gelderland maakte het mogelijk om dit informatieblad gratis te verspreiden bij alle Gelderse organisaties voor de opvang en ontwikkeling van jonge kinderen. Helaas stopt deze financiering en daarmee ook de uitgave van ons blad. Het is het afscheid van iets vertrouwds. Is er dan nog iets nieuws? Onze informatie gaat vooral digitaal verder op de vernieuwde Spectrum-website en op onze website over harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang: www.dekopsziseraf.nl Al die tijd was Marijke Schellekens bij Spectrum Kinderopvang betrokken. Lange tijd als hoofdredacteur, altijd druk in overleg met onze correspondenten. De middenpagina schreef Marijke altijd zelf. Vol met praktische activiteiten en spelletjes voor de kinderen en door de lezers altijd erg gewaardeerd. In dit laatste nummer vindt u een interview met Marijke en bovendien treft u als afscheidscadeau een speciale uitgave met de mooiste middenpagina’s aan. Irene Rouwenhorst
In dit nummer onder andere: Uit de praktijk 10 jaar Home-Start Column Moderne media en BSO
2 3 5 9
10
Spectrum trainingsaanbod 2009 Onlangs kwam de brochure Spectrum trainingsaanbod 2009 uit. Een greep uit het rijke aanbod. Training Knap lastig! Omgaan met lastig gedrag in de buitenschoolse opvang Het aantal leerlingen op basisscholen met een ontwikkelings- of gedragsproblematiek neemt toe. Dat merken ook de begeleiders in de buitenschoolse opvang. Zo nu en dan ‘knap lastig’! In 6 dagdelen brengt de training ‘Knap lastig’ kennis en vaardigheden aan, die BSO begeleiders goed kunnen gebruiken in hun dagelijkse praktijk. De training maakt gebruik van het boek ’T is knap lastig!’ en van de dvd 'Knap lastig in beeld’. Theorie, oefening en praktijk wisselen elkaar af. Taal voor peuters met marionetten Voorlezen, verhaaltjes vertellen en liedjes zingen. Het is belangrijk voor de taalontwikkeling van peuters. Maar hoe boeit u uw publiek? En hoe brengt u extra ‘talige’ uitdaging in dit peuterspel? De training ‘Taal voor peuters met marionetten’ laat u kennis maken met twee marionetten én met manieren om de aandacht vast te houden. U oefent met het gebruik van uw stem, intonatie en uw mimiek. U leert hoe u met twee marionetten de peuters helpt bij de ontwikkeling van hun woordenschat en met het verwerven van die lastige begrippen van ruimte en tijd én met sociaal emotionele concepten. Deze training wordt gegeven in 4 dagdelen.
Workshop: Gordonmethode en pedagogisch beleid De ‘Gordoncursus’ laat kindercentra anders naar de leidsterkind-interactie kijken. Dat leidt vaak tot de behoefte bij kindercentra om het pedagogisch beleidsplan te herzien. Daar kan Spectrum u bij helpen. In een workshop van twee-eneen-half uur laten wij u kennismaken met een format waarmee u vrij eenvoudig komt tot een goede basistekst voor uw nieuwe pedagogisch plan. Natuurlijk komen in dit format de vier opvoedingsdoelen aan de orde: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, eigen maken van normen en waarden. De workshop geeft u tegelijkertijd de gelegenheid om uw kennis van de basisprincipes uit de Gordonmethode op te frissen en te verdiepen. Voor ieder kindercentrum dat volgens de Gordonmethode wil werken, is deze workshop een echte aanrader! Meer informatie: Hanny Dolné, (026) 384 62 32,
[email protected]. Het trainingsaanbod vindt u ook op www.spectrum-gelderland.nl
Uit de praktijk Inez, ik heb snikken in mijn buik…
D
iana houdt huilend de deur vast waardoor vijf minuten geleden haar “allerliefste mama van de wereld” is verdwenen. Grote tranen rollen over haar wangen. Haar Chinese zusje en haar Chinese vriendin staan naast haar. Ik zit op mijn krukje vlakbij en kijk vertederd naar de drie koppies. Ze hebben prachtige staarten met speldjes en clipjes in. Als ik iets tegen Diana zeg, wendt ze haar hoofd af en huilt nog harder. Na een tijdje rol ik met mijn krukje dichter naar haar toe en pak voorzichtig haar handje. Diana laat mijn hand niet los, de twee meisjes wijken niet van haar zijde.
Huilen mag Er komen meer kinderen kijken. Tommy zegt trots: ’’Inez, ik hoef niet te huilen”. Weten jullie waarom Diana moet huilen, vraag ik aan de kinderen? “Ze wil bij haar mama zijn en daarom heeft ze wel honderd snikken in haar buik en die moeten er allemaal uit!”. De kinderen knikken instemmend. Diana stopt ineens. Haar zusje zegt iets in het Chinees tegen haar. Ze laat mijn hand los. De drie meiden lopen naar de huishoek om koffie te drin-
2
ken. Een paar dagen later valt Tommy. Hij begint heel hard te huilen en snikt: “Inez, ik heb snikken in mijn buik”. Hij mag van mij heel hard huilen, want hij maakt thuis veel mee. Hij huilt na die dag vaker en dat doet hem zichtbaar goed. Dan gaat mijn nog altijd actieve, hoog bejaarde, onafhankelijke, allerliefste moeder van de wereld dood. Ik ben geschrokken, voel me erg verdrietig en heb vrede met haar einde.
Na twee weken zit ik met de kinderen in de kring. Ik houd de prachtige kaart omhoog, die ze naar me hebben opgestuurd. Elk kind heeft getekend op een vierkantje en een handtekening gezet. Ze weten het nog… “Jouw mama is dood gemaakt”, roept één van de kinderen. Ik leer hen het werkwoord ‘doodgaan’. Als ik een foto van mijn moeder laat zien, roepen ze: “Nee, dat is jouw mama niet, dat is jouw oma”. Elke dag wijst er wel een kind naar de foto. De ouders hebben me een kaart gestuurd en zeggen dat ik op haar lijk. We praten over hun eigen moeders in verre landen. Er is plotseling een sterk contact. De kinderen zeggen elke dag wel iets. Het is wel zielig voor jouw mama en zielig voor jou. Het is ‘drietig, dan moet je huilen’. Het zijn intense, troostrijke momenten met kinderen én ouders, en dat voelt goed. Inez van Deudekom,
[email protected]
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
“Gewoon bijzonder, bijzonder gewoon”
10 jaar Home-Start in Gelderland en Overijssel In de film, die is gemaakt ter ere van het tienjarig bestaan van Home-Start in Gelderland en Overijssel, zegt een moeder: “Het is gewoon bijzonder dat iemand dat voor je doet.” Na de ondersteuning van de Home-Start vrijwilligster kan zij de draad van haar leven, met de kinderen, weer oppakken. De jubileumconferentie op 6 november vorig jaar werd door 180 werkers uit het veld, vrijwilligers en bestuurders bezocht. Resultaten In hun welkomstwoord benoemden de gedeputeerden Hans Esmeijer (Gelderland) en Gert Ranter (Overijssel) de resultaten van tien jaar Home-Start. In Gelderland kregen bijna 1200 gezinnen steun van 500 vrijwilligers. Home-Start groeide explosief van 5 naar 18 gemeenten en in 2009 starten 5 nieuwe gemeenten. In Overijssel waren 130 vrijwilligers in 400 gezinnen in 3 gemeenten actief. Uit onderzoek blijkt dat de ondersteuning een positief effect geeft bij ouders; zij laten bijvoorbeeld vaker positief opvoedgedrag zien. De gedeputeerden verklaarden dan ook echte ‘fans’ van Home-Start te zijn! ‘Taante’ De conferentie was ook bedoeld om de vrijwilligers te bedanken, die dit programma al tien jaar ‘dragen’. Zij reageerden enthousiast op het optreden van cabaretière ‘Taante’ Jetty Mathurin (ambassadeur van
Wat is Home-Start? Home-Start is een programma, waarin aan ouders met jonge kinderen tot en met zes jaar praktische hulp en vriendschap geboden wordt. Deze ondersteuning wordt door vrijwilligers uitgevoerd. De gezinnen geven zelf aan op welke gebieden zij meer steun wensen, met andere woorden: hun vragen staan centraal. Home-Start wil met het programma het zelfvertrouwen van ouders vergroten en hun sociale relaties versterken. Het programma wordt in 90 gemeenten in Nederland aangeboden. Momenteel voert de universiteit van Amsterdam een vervolgonderzoek uit naar de effectiviteit.
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Home-Start). Taante legde uit wat HomeStart inhoudt: “Gewoon praten en zo, op handen zitten en luisteren...” Taante zou het niet kunnen. Zij zou zich juist overal mee bemoeien….Alle aanwezigen kregen van haar een ‘lintje’ voor hun inzet. Vrijwilliger als ‘maatje’ Cees van den Bos, directeur van de vrijwilligerscentrale Arnhem, belichtte nog eens de inzet van vrijwilligers in het kader van de Wmo. Een project als Home-Start past daar goed in: verantwoordelijkheid van burgers voor elkaar, op basis van gelijkwaardigheid steun bieden, het zelfvertrouwen en de sociale relaties versterken. Maatjesprojecten zijn een succesformule. De paneldiscussie tussen bestuurders, professionals en de aanwezigen in de zaal borduurde hierop verder. De conclusie was dat het project Home-Start thuishoort in het toekomstige Centrum voor Jeugd en Gezin. Promoten Uit de woorden van de sprekers, uit de reacties in de zaal en uit de film werd duidelijk dat de vrijwilligers voor het gezin een vertrouwenspersoon worden. Ze bieden steun en bevestiging op gelijkwaardige basis. Het vertrouwen in het eigen opvoedvermogen van ouders komt hierdoor terug. Dagvoorzitter Anja Derksen (voorzitter van Humanitas afdeling Zutphen en Statenlid Jeugdbeleid voor de provincie Gelderland) concludeerde: “Met het bieden van prakti-
Home-Start ambassadeur Jetty Mathurin met enkele vrijwilligers
sche steun en vriendschap versterken de vrijwilligers mensen in hun kracht. Eigenlijk vervullen ze de rol die vroeger de buurvrouw had. Het kost heel weinig, maar het maatschappelijk rendement is hoog. Deze tiende verjaardag geeft dan ook volop reden om Home-Start te promoten.” Meer informatie Spectrum CMO Gelderland en Humanitas District Oost ondersteunen Home-Start. Zij organiseerden deze conferentie in samenwerking met de coördinatoren van Home-Start in Apeldoorn, Ede en Hengelo (ov). De kosten werden gedragen door beide provincies, de samenwerkende instellingen en door fondsen. Kijk op www.home-start.nl
Home-Start in Gelderland Sinds 2008 wordt het programma aangeboden in de gemeenten Aalten, Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Ede, Maasdriel, Montferland, Nijmegen, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Renkum, Wageningen, Winterswijk, Zaltbommel en Zutphen. In 2009 starten de gemeenten Duiven, Overbetuwe, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar.
3
Regionale aanpak kindermishandeling In het voorjaar van 2008 heeft minister Rouvoet het startschot gegeven voor een gezamenlijke aanpak van kindermishandeling. Betere regionale samenwerking en informatie-uitwisseling, het invoeren van een gezamenlijke meldcode en meer scholing van professionals die met kinderen of ouders werken. Dat wordt de landelijke werkwijze. Minister Rouvoet trekt er bijna negen miljoen euro voor uit. Spectrum is nauw betrokken bij de ondersteuning in Gelderland en Overijssel. De Minister van Jeugd en Gezin en de bestuurders van de 35 centrumgemeenten, provincies en grootstedelijke regio’s ondertekenden op 21 april jl. de Actieverklaring Aanpak Kindermishandeling met als doel om in 2008-2010 met vereende krachten te werken aan het voorkómen dat ouders hun kinderen (gaan) mishandelen, het bevorderen van de signalering van kindermishandeling, het stoppen van de mishandeling en het op gang bren-
gen van hulp en bescherming. De eerste stap is dat iedere regio inventariseert wat er rond de aanpak van kindermishandeling goed en niet goed geregeld is. Daarna wordt concreet afgesproken wat eind 2010 bereikt moet zijn. De centrumgemeenten krijgen geld van de overheid om onder meer een coördinator aan te stellen die een regionaal werkplan maakt en gemeenten en organisaties ondersteunt bij het realiseren van de doelen. Voor Gelderland waren Arnhem, Apeldoorn, Ede, Nijmegen en de Provincie Gelderland aanwezig en inmiddels zijn in de regio Ede, Arnhem en Apeldoorn regiocoördinatoren aangesteld.
ling aan. Deze start in december en moet ouders, buren en kinderen zelf alerter maken op signalen van kindermishandeling en hun gevoel van medeverantwoordelijkheid vergroten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Alexandra Bordewijk, adviseur bij Spectrum en namens het NJi implementatieadviseur voor de provincies Overijssel en Gelderland, (026) 384 62 59,
[email protected]. Kijk ook op www.aanpakkindermishandeling.nl
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) is door het programmaministerie Jeugd en Gezin gevraagd om de landelijke invoering in alle regio’s te ondersteunen. Spectrum is namens het NJi implementatieadviseur voor Gelderland en Overijssel. Verder kondigde de minister een nieuwe publiekscampagne over kindermishande-
CJG-website in 12 Gelderse gemeenten ‘Jongin’ was er al, ‘Opvoedenin’ is er nu ook. Deze website voor ouders is namelijk onlangs door Spectrum en Kuseema opgeleverd aan twaalf Gelderse gemeenten. Beide websites, ‘Jongin’ en ‘Opvoedenin’, vormen samen het virtuele Centrum voor Jeugd en Gezin. Zo vinden ouders en jongeren op een laagdrempelige manier hun informatie en hulp. Want uit onderzoek blijkt dat veel ouders behoefte hebben aan opvoedinformatie en -ondersteuning en ook blijkt dat internet relatief hoog scoort als preferente informatiebron. Veel organisaties kunnen dat bevestigen: zij hebben te maken met een stijging van het aantal vragen dat per e-mail of via fora aan deskundigen of andere ouders wordt gesteld.
Informatievoorziening met lokale inkleuring De komst van de WMO en het Centrum voor Jeugd en Gezin maakt gemeenten verantwoordelijk voor het informeren van jongeren en ouders over het lokale aanbod. Spectrum en Kuseema hebben de website ‘Opvoedenin’ ontwikkeld, waarop zowel betrouwbare opvoedinformatie te vinden is, maar ook lokale diensten en adressen. Zo kunnen ouders op één website informatie vinden over allerlei opvoedthema’s, online opvoedvragen aan lokale organisaties stellen, ervaringen van andere ouders vinden, zich inschrijven voor cursussen en
4
activiteiten in de buurt, openingstijden van het plaatselijke CJG opzoeken et cetera. De website wordt op maat geïntegreerd in de website van elke gemeente; de lay-out wordt per gemeente aangepast aan de huisstijl van het CJG en een lokale redactieraad zorgt voor actuele plaatselijke opvoedinformatie. Zo krijgt ieder virtueel CJG, gebaseerd op Opvoedenin, een lokaal gezicht en lokale gebruikswaarde. Het algemene deel van de website, waaronder de opvoedthema’s, wordt centraal onderhouden en dat neemt gemeenten werk uit handen.
Landelijke databank Nu het CJG op landelijke schaal vorm begint aan te nemen, is de verwachting dat de behoefte aan betrouwbare informatie op het gebied van opgroeien en opvoeden snel zal groeien. Samen met GGD Nederland, het Nederlands Jeugdinstituut en andere landelijke partners is Spectrum daarom voornemens een landelijke databank te realiseren met kwalitatief goede informatie voor de doelgroep ouders en jongeren ten behoeve van het lokale (virtuele) CJG. Het plan hiertoe wordt ook voorgelegd aan het Ministerie van Jeugd en Gezin. Meer informatie: Alexandra Bordewijk, projectleider Opvoedenin, (026) 384 62 59,
[email protected]
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Met www.kidsactief.com in de strijd tegen overgewicht! We weten het nodige over goede voeding en voldoende beweging. Dus beperken we het zitten en hangen, stimuleren we het buitenspelen, en doen we niet elke dag chocopasta op de boterham. Maar is dat voldoende? Het valt ook niet mee. Reclameuitingen overal, dikmakers ‘verpakt’ als gezonde tussendoortjes, zeven eetmomenten per dag…En als het regent, wordt dat uurtje buitenspelen vaak vergeten. De chronisch verstoorde balans tussen wat we eten en wat we verbranden, maakt op dit moment 12 procent van onze kinderen te dik en dat percentage stijgt. Ook de kinderopvang kan haar steentje bijdragen aan het keren van deze onwenselijke trend. Het begint bij het herkennen van voedings- en bewegingsbehoeften van kinderen, van individuele en leeftijdsgebonden verschillen, en van diversiteit in eetculturen. Je moet vervolgens wel wat over voeding en beweging weten om een gezondere levensstijl te kunnen stimuleren. Veel pedagogisch medewerkers hebben op dit gebied wel een training gevolgd, maar na enige tijd vallen we vaak weer terug in oude gewoontes of blijkt de praktijk gewoon te weerbarstig.
Column Gastouderopvang: erop of eronder Het kabinet heeft maatregelen afgekondigd die de overschrijding van het kinderopvangbudget moeten terugdringen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat een belangrijk deel van die overschrijding wordt veroorzaakt door oneigenlijk gebruik. De Wet Kinderopvang, van kracht per 1 januari 2005, gaf gelegenheid aan bepaalde ondernemers om gastouderbureaus in het leven te roepen met een onorthodoxe werkwijze. Deze bureaus legden contact mensen die oppasten, zoals opa’s en oma’s, meestal via internet en soms zelfs met callcenters. Zij regelden vervolgens dat ouders een tegemoetkoming bij de belastingdienst aanvroegen. Een deel was voor de oppassers en de rest verdween in de zakken van de ondernemers. Op die manier werden aanzienlijke bedragen uitbetaald in het kader van kinderopvang, maar van een bij-
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Dat is jammer van de tijd en de energie. Daarom is er nu de website www.kidsactief.com. Hier vindt u een stappenplan om geleidelijk en met een degelijke aanpak verbeteringen in levensstijl te borgen. Hier kunt u ook lezen hoe uw instelling in aanmerking komt voor het keurmerk Certificering Kids Actief: een extra stimulans voor u en uw collega's om goede voeding en beweging nooit meer te vergeten! Meer informatie: Michiel Rem,
[email protected]
drage aan het creëren van meer kinderopvang was geen sprake. Het ging hier feitelijk om ‘subsidieverdeelstations’, een doorn in het oog van de overheid. Natuurlijk werden de overschrijdingen ook veroorzaakt door daadwerkelijke uitbreiding en het tegemoetkomen aan de groeiende behoefte aan kinderopvang. Dit succes keerde zich helaas tegen de gastouderopvang. Het vorige kabinet had kennelijk te weinig geld gereserveerd en het huidige kabinet zag in het voorjaar van 2008 geen andere oplossing dan het nemen van maatregelen, zo rigoureus, dat daarmee in feite de gehele gastouderopvang van het toneel dreigt te verdwijnen. Uit verschillende hoeken kwam verzet en o.a. de beide brancheorganisaties reikten alternatieve oplossingen aan. In het gehele spectrum van mogelijkheden blijkt gastouderopvang een onontbeerlijke vorm van kinderopvang. Op het platteland bijvoorbeeld, of voor ouders met wisselende werktijden is gastouderopvang vaak de enig haalbare vorm van kinderopvang. Volop aanleiding dus voor de gastouderopvang om in actie te komen. Zo is een actiedag gehouden in Den Haag. Vrijwel alle woordvoerders van Tweede Kamerfracties hebben er gesproken. Aan Staatssecretaris Dijksma zijn postzakken vol met handteke-
ningenkaarten aangeboden. Vanuit de beroepsvereniging directeuren kinderopvang (bdKO) zijn diners georganiseerd met woordvoerders kinderopvang in de Tweede Kamer. Natuurlijk wordt er ook volop gelobbyd bij de politieke beslissers. Maar het huidige coalitieakkoord biedt weinig ruimte. In dat opzicht is het hoopgevend dat tijdens het partijcongres van het CDA van 8 november 2008 besloten is dat de vergoeding voor gastouderopvang op een “aanvaardbaar niveau” gehouden moet worden. We begrijpen dat de overheid het oneigenlijk gebruik van kinderopvanggelden terug wil dringen. Ook binnen het veld is daarvoor volop draagvlak. De wijze waarop de maatregelen ingezet worden roept echter duidelijk verzet op. Binnen de MO groep beraadt een expertgroep vanuit de gastouderopvang zich op manieren om de gastouderopvang in stand te houden. De beide brancheverenigingen en Boink zijn gezamenlijk aan de slag met het formuleren van nieuwe voorwaarden. Het zijn spannende tijden voor de gastouderopvang. Walter Bakx, directeur Kober groep, portefeuillehouder gastouderopvang in het Branchebestuur MO groep Kinderopvang
5
Kwaliteit en Educatie Een goede start voor ieder kind
M
et deze slogan werd in 2000 de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) geïntroduceerd. Aanleiding destijds was de erkenning dat kinderen met risico op onderwijsachterstand een specifieke aanpak behoefden en het vermoeden dat die aanpak effectiever zou zijn naarmate deze op jongere leeftijd ingezet zou worden. De VVE-aanpak richt zich op het vergroten van de basiswoordenschat, het versterken van sociale vaardigheden, zelfbewustzijn en het aanbrengen van leervoorwaarden bij jonge kinderen die vanwege bepaalde omstandigheden minder kansen hebben dan andere kinderen.
6
Peuterspeelzalen en de kleutergroepen van de basisscholen vormen de omgeving waar VVE gestalte krijgt in speciale VVE-programma’s, en om te kunnen profiteren van deze extra impuls moeten kinderen daar natuurlijk wel terecht komen. Al vanaf het begin richt het VVE-beleid zich dan ook op toeleiding naar peuterspeelzalen, bijvoorbeeld door de consultatiebureaus. Landelijk beleid Acht jaar later, in mei 2008 heeft het Ministerie van Onderwijs een beleidsbrief geschreven: ‘Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie’. We zijn nog niet klaar, zoveel mag duidelijk zijn. Peuterspeelzaalwerk en kinderopvang moeten wat betreft de kosten voor de ouders en wat betreft de leidster-kind ratio beter in verhouding komen. Vooral in de kinderopvang moet meer aan VVE worden gedaan. Vaak wordt een programma maar ten dele uitgevoerd, onder beperkte randvoorwaarden, of met beperkingen in de kwaliteit van de uitvoerders. De kwaliteit van VVE moet verbeteren door een betere organisatie van de noodzakelijke randvoorwaarden en door de vaststelling van een
landelijk kwaliteitskader. Toezicht vindt plaats door gemeenten en de onderwijsinspectie. Een rijk programma voor ieder kind Er ligt nog een actueel rapport, namelijk dat van de onderwijsraad met de titel ‘Een rijk programma voor kinderen’ uit juni 2008. Het is een pleidooi voor verbetering van het pedagogisch-educatieve aanbod in de kinderopvang. Ieder kind tussen 2 en 4 jaar moet minimaal 2 dagen of 4 dagdelen ‘leeropvang’ krijgen. De kinderopvang moet een programma bieden, gericht op voorbereidende schoolvaardigheid. Tot 6 jaar ligt het accent daarbij op het speelse leren. Het is daarbij wel aardig om te weten dat de manier van inrichten van voorschoolse voorzieningen langs de lijnen van twee tradities verloopt: de sociaal-pedagogische traditie van opvang en brede ontwikkeling, de Scandinavische benadering, en een meer schoolvoorbereidende traditie, het Angelsaksisch model. Alle nuances daargelaten zou je kunnen beweren dat het peuterspeelzaalwerk een voorbeeld is van het Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Angelsaksische model (met gerichte aandacht voor een diversiteit aan ontluikende vaardigheden die de kansen in de verdere schoolcarrière gunstig beïnvloeden) en dat de kinderopvang meer geënt is op de Scandinavische benadering. VVE effectief? Er zijn een aantal criteria geformuleerd waaraan uitvoering van VVE moet voldoen. Op de eerste plaats moeten VVE-uitvoerders werken met een erkend VVE-programma (Piramide, Kaleidoscoop, Startblokken, Sporen). Het programma richt zich op de brede ontwikkeling, bij voorkeur in combinatie met een effectief thuisprogramma. Ouderbetrokkenheid bij de (taal)ontwikkeling van het kind vergroot de effectiviteit van VVE in belangrijke mate. Verder moet het aanbod intensief zijn, dat wil zeggen vier dagdelen per week in kleine groepen met een dubbele bezetting. VVE-uitvoerders dienen professionele, goed getrainde en gecoachte pedagogisch medewerkers te zijn. Regelmatig evaluatie vindt plaats door middel van toetsing en observatie. Tenslotte is er sprake van een doorgaande lijn van voorschools naar vroegschools èn naar groep 3. Over de resultaten van VVE is men nog niet tevreden. Bij kinderen van autochtone ouders met lbo-niveau, en bij allochtone en autochtone kinderen met ouders met mboniveau worden wel verzachtende effecten gemeten. Maar bij kinderen van de groep Turkse en Marokkaanse ouders met maximaal lbo-niveau levert VVE onvoldoende resultaat op. Overigens voor kinderen van ouders met hbo-niveau lijkt er ook geen VVE-effect te zijn. (T. van Schilt, L. Sontag e.a., VVE onder de loep. Tilburg, IVA, 2008) Positieve effecten worden gevonden vooral bij Piramide en Kaleidoscoop. Onduidelijk is of dit direct door het programma komt of door andere omstandigheden waarin VVE wordt uitgevoerd: opgeleide leidsters, meer dagdelen en minder kinderen per leidsters. Opleidingsniveau Er bestaat zoals gezegd een roep om meer hbo-opgeleiden in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Die roep is niet nieuw, maar wordt wel steeds vaker gehoord. Staatssecretaris Dijksma wil het aantal pedagogisch medewerkers op HBO-niveau uitbreiden. De Onderwijsraad pleit voor uitvoerende hbo-functies in peuterspeelzaal en kinderopvang. Er zijn concrete ideeën hoe dat eruit moet zien: minimaal één hbo-geschoolde uitvoerend pedagoSpectrum Kinderopvang nr. 1/2009
gisch medewerker en ter ondersteuning academisch geschoold pedagogisch personeel. Bij het samengaan van kleuter- en basisonderwijs is gekozen voor een brede opleiding: met de Pabo kun je in alle groepen van de basisschool lesgeven. Inmiddels kent de Pabo uitstroomprofielen voor het jonge kind en het oudere kind. De Onderwijsraad gaat verder en stelt twee leerroutes voor: na een basisjaar kiezen voor 0-8 jaar of 6-12 jaar. In het lesprogramma voor het jonge kind moeten meer aandacht zijn voor ontwikkelingspsychologie, onderwijs- en orthopedagogiek. De SPW-opleidingen zijn volop bezig om het onderwijs beter in te richten op het jonge kind: bijvoorbeeld de SPW-3 opleiding voor kinderopvang en peuterspeelzaal en SPW-4 gericht op meer specifieke groepen, bijvoorbeeld (taal)ontwikkelingsachterstand, handicap en opvoedingsondersteuning. HBO specialisaties voor het jonge kind zullen zeker een positief effect hebben op de kwaliteit en effectiviteit van VVE. Meer kennis over de ontwikkeling van jonge kinderen is in het basisonderwijs ook zeer welkom. Een mix van personeel, meer mbo in het onderwijs en meer hbo in de voorschoolse voorzieningen, biedt perspectief voor verbeterde kwaliteit van VVE. Het zal de samenwerking tussen voorschools en vroegschools én de invulling van de doorgaande lijn ten goede komen. Pedagogische samenhang Al dan niet onder druk van de bekostigingsstructuur, komen peuterspeelzalen en kinderdagverblijven nader tot elkaar. Op verschillende plekken in het land zijn voorbeelden van samenwerking te vinden en er wordt creatief geëxperimenteerd met combinaties (arrangementen). Steeds meer kinderen in Nederland gaan naar de dagopvang en minder naar peuterspeelzalen. Pedagogisch medewerkers van beide instellingen zeggen het zelf: er zijn verschillen … maar er zijn meer overeenkomsten. Hoe zit het met leeropvang en de relatie met speciale aandacht voor bepaalde doelgroepen? Binnen leeropvang is het mogelijk te specialiseren naar specifieke groepen zoals kinderen met een handicap of kinderen met (risico’s op) onderwijsachterstanden. Differentiëren gebeurt dan vooral in intensiteit van het aanbod en met methoden als voor-instructie, kleine groep, tutoring e.d. Voor onderlinge samenhang tussen opvang en onderwijs ziet de
Onderwijsraad verbinding in pedagogischdidactische doelstellingen: • zorg voor veiligheid stabiliteit en continuïteit • stimuleer een brede ontwikkeling en zorg ook voor recreatie en ontspanning • stimuleer eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van kinderen en leer ze actief meedoen in een samenleving van culturele diversiteit en gezamenlijkheid. Deze criteria passen bij de pedagogische doelen van de Wet kinderopvang (veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en waarden en normen en cultuur). Samenhang in opvoedingsdoelen is belangrijk omdat bij breuken tussen verschillende opvoedingsmilieus er een grotere kans is op ontwikkelingsproblemen. Hoe groter het verschil tussen thuismilieu en de cultuur in opvang en onderwijs, hoe groter de risico’s. In achterstandssituaties zijn de verschillen met het thuismilieu vaak het grootst. Peuterspeelzalen blijken al jarenlang in staat om juist ook voor deze groepen een laagdrempelig en toegankelijk aanbod te bieden. Tenslotte Enige relativering is op zijn plaats. Net zomin als allerlei individuele problemen opgelost kunnen worden door opvang en onderwijs, kunnen ook niet alle maatschappelijke problemen worden opgelost. Zeker als de oorzaken ervan op andere terreinen in de samenleving liggen en daar niet tegelijkertijd aan gewerkt wordt. Maar toch. Wat het kind in zijn eerste jaren leert, is zeer bepalend voor de verdere ontwikkeling. Dit is een sterk gegeven en geeft veel gelegenheid om die ontwikkeling positief te beïnvloeden. Het rechtvaardigt ook investering en interventies, zowel in leren, opvoeden als zorg. Doelen liggen niet alleen op het niveau van het kind maar ook op overstijgend maatschappelijk niveau in het kader van participatie en betrokken burgerschap. Vanuit deze visie mag je hoge eisen stellen aan de pedagogische identiteit van kinderopvangvoorzieningen en aan de educatie van jonge kinderen. Hogere opleidingseisen passen daar bij. Annette Mullink, coördinator Voor- en Vroegschoolse Educatie, Stichting Pas Arnhem,
[email protected]
7
Producten Boek Een hond voor Job Kinderboekenrecensente Ingeborg Hulsebos overleed onverwachts in juni 2007, net voor de verschijning van haar eerste eigen kinderboek ‘Een hond voor Job’. Ingeborg heeft jarenlang met veel kundigheid en enthousiasme de kinderboekrecensies voor Spectrum Kinderopvang geschreven. Ze was een enthousiaste, bruisende, energieke vrouw die alles afwist van kinderboeken. In deze allerlaatste Spectrum Kinderopvang willen we graag iedereen attenderen op het boek ‘Een hond voor Job’. Job heeft net een kleine hond gekregen. Hij bedenkt een naam, waar de hond blij om blaft: Joes. Joes moet nog veel leren, en Job ook, bijvoorbeeld dat opvoeden van een hond niet vanzelf gaat. Job en Joes worden dikke vrienden. De belevenissen van Job en Joes zijn waarheidsgetrouw en dus zeer herkenbaar. Het verhaal sluit aan bij de leefwereld van jonge lezers; misschien hebben ze zelf een hond en herkennen ze de situaties. En als ze geen hond hebben, leren ze dat het niet zo eenvoudig is om een hond te laten wennen aan het leven binnenshuis. In elk geval een vlot verhaal, waarin rekening is gehouden met de beperkingen van het AVI 2-niveau. De illustraties van Jeska Verstegen zijn speels, eenvoudig en kleurrijk; ze passen helemaal bij de sfeer van het verhaal. Leeftijd 6+. Een hond voor Job, Ingeborg Hulsebosch, illustraties van Jesja Verstegen, uitgever De Eenhoorn, 2008, ISBN 9789058384775, prijs 2 9,95.
Product
Boek
Portfolio als monitor voor talentontwikkeling
Pedagogisch Kookboek
Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen doen veel kennis en ervaring op over de kinderen die bij hen verblijven. Om de informatie over de ontwikkeling van de kinderen over te dragen bij de overgang naar de basisscholen is een portfolio als monitorinstrument ontwikkeld. In een map wordt materiaal van het kind verzameld en ook worden de ervaringen beschreven die het kind heeft opgedaan. IJsterk, organisatie voor Welzijn en Kinderopvang in Amsterdam, ontwikkelde deze portfoliomethode, samen met twee basisscholen en Unieke Kinderopvang B.V. met subsidie van het stadsdeel Centrum en van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Inmiddels werken zes peuterspeelzalen en twee kinderdagverblijven met deze werkwijze. Bij de overgang naar de basisschool gaat de map mee naar de leerkracht van groep 1, zodat de school verder kan met de doorlopende talentontwikkeling. De cd-rom en handleiding zijn voor 5 euro te bestellen bij IJsterk.
Kinderstad Tilburg wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen tot mondige, zelfstandige en onafhankelijke mensen. Om dit te bereiken, wordt er in de dagelijkse praktijk veel aandacht besteed aan pedagogiek. Hiervoor is, in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut (NJI), het Pedagogisch Kookboek ontwikkeld. Het Pedagogisch Kookboek beschrijft de methodische werkwijze die de pedagogisch medewerkers op locatie hanteren om kinderen een verrijkende en uitdagende omgeving aan te bieden en sluit aan bij reeds ontwikkelde werkwijzen op de kindercentra van Kinderstad. Het Pedagogisch Kookboek is uitgegeven in een digitale en een fysieke versie die bestaat uit een theorieboek en ‘taartdoos’ met activiteitenkaartjes. Het Pedagogisch Kookboek is een uitgave van Kinderstad.
Boek Spelenderwijs bewegen voor 0 tot 4 jaar. Een praktisch boek voor de kinderopvang! Spelenderwijs bewegen van 0 tot 4 jaar is een praktisch boek vol tips en ideeën voor pedagogisch medewerkers. Vijftien inspirerende bewegingsprogramma’s voor dreumesen en peuters vormen het hart van dit boek. Deze programma’s zijn eenvoudig uitvoerbaar en verantwoord opgebouwd. Bovendien kan iedereen er zelf variaties op bedenken. Alles rondom bewegen komt aan de orde. Hoe tref je een goede voorbereiding? Wat zijn de mogelijkheden met baby’s? Welke onderdelen van de beweegprogramma’s kun je buiten uitvoeren? En hoe kom je voordelig aan spelmateriaal? Belangrijk is dat bewegen een dagelijkse routine wordt in je organisatie. Ook de borging ervan en de rol van een beweegcoach worden besproken. Tenslotte geven de auteurs tips hoe je de ouders kunt inspireren hun kinderen meer te laten bewegen. Spelenderwijs bewegen voor 0 tot 4 jaar, Eleen Kalkman en Miranda Rep, uitgever Elsevier Gezondheidzorg, ISBN 9789035230026, prijs 2 17,95.
Meer informatie:
[email protected], www.kinder-stad.nl.
Bron: IJsterk, 10 november 2008. Meer informatie: www.ijsterk.nl.
8
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Moderne media en BSO
W
at de BSO leuk maakt? De kinderen weten het wel! Op de meeste BSO’s is hij dan ook te vinden en super populair, de voetbaltafel. De mogelijkheid en materialen om lekker buiten te spelen – ook voor de oudste kinderen - worden ook altijd genoemd. En…in de top drie staat zeker ook de computer en leuke games om te spelen. Computers en internet op de buitenschoolse opvang zijn heftig betwiste onderwerpen. Het is zeker niet vanzelfsprekend dat er op elke BSO een of meer computers (met gebruik van internet) of een gameboy te vinden is. De meningen over de toelaatbaarheid hiervan lopen nogal uiteen en zeker het internetgebruik brengt een aantal essentiële vragen met zich mee. Wat is het doel van internet op de BSO? Laat je de kinderen bepaalde zaken zelf uitzoeken of bepaalt de BSO wat wel of niet goed voor hen is? Moet je controleren waar de kinderen mee bezig zijn en hoe doe je dat? Verschillende meningen Sommige ouders staan in principe positief tegenover het gebruik van computers en internet op de BSO: zij zien het leren omgaan met computers en internet als noodzakelijk voor de kinderen om later te kunnen functioneren in de maatschappij. Andere ouders zijn van mening dat de buitenschoolse opvang kinderen moet stimuleren meer te bewegen, buiten te zijn en vooral niet binnen te blijven hangen. Een schooldag duurt al lang genoeg. Zeker is dat er op de meeste BSO’s kinderen begrensd worden in het gebruik van TV, computer of gameboy. Kinderen mogen er vaak niet meer dan tien minuten tot een kwartier achter zitten. Dit trouwens tot groot ongenoegen van de kinderen die deze tijd veel te kort vinden om een spelletje te kunnen spelen. Zoals gezegd brengt vooral het internetgebruik wezenlijke vragen met zich mee die te maken hebben met BSO-beleid. De verwachting is dat steeds meer organisaties zich hier de komende tijd in zullen verdiepen. Voordat er echter sprake kan zijn van beleidsvorming met betrekking tot internet, is het belangrijk om te weten hoe vaak en hoe kinderen gebruik maken van computers. Wat is hun gedrag online en hoe zelfstandig zijn ze al in hun internetgebruik? En de leiding. Hoe staan zij zelf tegenover het gebruik van de moderne media en hoe kundig zijn ze op dit gebied? Laten zij de kinderen hun gang gaan – dat gebeurt al snel als kinderen handiger zijn op de computer dan de leiding zelf - of is de leiding deskundig genoeg om hen te helpen, bijvoorbeeld als er vervelende dingen op internet gebeuren zoals pesten. Spelletjes en filmpjes Internet wordt het meest gebruikt voor het spelen van spelletjes; sport-spellen en mode-gerelateerde spellen en het bekijken van filmpjes op YouTube; muziekfilmpjes en grappige filmpjes. Het meest populair zijn de spelletjes online. Veruit de belangrijkste bron voor kinderen om spellen te vinden op internet is www.spele.nl. Ook www.speeleiland.nl wordt vaak genoemd.
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Blijven praten Zelf schrok ik trouwens een beetje toen ik op boven genoemde populaire site’s keek en ontdekte dat je onder het hoofdstuk Meppen spelletjes kon spelen als: Sla de pinguïn, Egeltje gooien, Fietser meppen, Kerstman afvuren en Mep de Duitser… Ook de reclame die op de kinderen wordt afgevuurd en wat ze ongevraagd te zien krijgen vond ik erg opdringerig. Tsja, de moderne media. Het is belangrijk dat we er in elk geval over blijven praten. Met de kinderen, over wat zij tegen kunnen komen (ongewilde reclame, sex, geweld, pesten). Met de ouders en zeker ook met collega’s. De kinderen hebben het nodig dat we ze (blijven) begeleiden op hun ontdekkingstocht op het internet. Marijke Schellekens
[email protected] bronnen: Vyvoj, kinderopvang met beleid, Voorbeeldrapportage Internetgebruik op de BSO 2008, www.wijopdebso.nl. Chillen, skaten, gamen. Opvattingen over kwalitatief goede buitenschoolse opvang in Nederland, www.minocw.nl. Kijk verder ook op www.mijnkindonline.nl
Computer de privacy De kinderen zelf vinden dat op het gebied van computers en games zowel de voorzieningen als de regels een update nodig hebben. Er zijn te weinig computers, ze zijn te oud, de spelletjes zijn te oud of er is te weinig keus, en de kinderen mogen er maar 10 minuten achter. In die tijd kun je echt geen spel spelen! De regels rond het computergebruik zijn op de meeste BSO’s al lang geleden ingesteld. Op sommige BSO’s worden – meestal tijdens het eten – regelmatig over de regels gesproken. Met de oudste kinderen worden nieuwe regels bedacht en op papier gezet. Een briefje naast de computer herinnert de kinderen aan de regels rond de privacy, zoals nooit je naam en adres invullen op een internetsite en dergelijke.
9
Buitenspelen en natuurbeleven
B
uiten is er ruimte om te rennen en te fietsen. Je mag er schreeuwen en lawaai maken. Buiten valt altijd wel iets te beleven. Regen, sneeuw, zon en wind dagen kinderen uit tot ander spel. Ook de zintuigen worden anders geprikkeld. Denk maar aan het gevoel van onbegrensde ruimte als je naar de lucht en de wolken kijkt.
Weten hoe hard je moet afremmen als je een stoplicht nadert. Springen van een verhoging en inschatten hoe je moet springen om goed neer te komen. We kunnen hoogte, diepte en afstanden inschatten, we kennen de eigenschappen van verschillende materialen door ervaringen die we op jonge leeftijd hebben opgedaan. Spelenderwijs en experimenterend. Buitenspelen is essentieel om deze en andere ervaringen op te doen. Buiten kom je in aanraking met verschillende materialen en uiteenlopende omstandigheden. Natuur De natuur is een belangrijk onderdeel van buitenspelen. Er is buiten veel te ontdekken, tenminste als je er oog voor hebt en als kind het geluk hebt in een uitdagende buitenruimte te kunnen spelen. Hoe kan het toch dat een vlieg op zijn kop kan lopen, een vlinder uit een rups komt die zich eerst ontpopt? Dat mieren zo hard werken en dat ze in een lange rij achter elkaar lopen op zoek naar eten. Dat pieren van die ‘pierenhoopjes’ maken als het heeft geregend.
van de blaadjes. Hoe ziet een spinnenweb er uit als je het met een vergrootglas bekijkt? Wat kun je nog meer in de ontdekdoos doen voor verder ‘onderzoek’? Wat of waar kunnen jullie nog meer gaan zoeken. Vraag het aan de kinderen, laat ze eerst zelf op onderzoek gaan, praat erover waar ze mee bezig zijn, wat ze zien en tel met hen samen de stippen van een lieveheersbeestje. Een ander keer geef je een kind een opdrachtje Ga jij eens op zoek naar een slak, of een kevertje. Rupsen en vlinders, lieveheersbeestjes en slakken, regenwormen en duizendpoten; allemaal ‘huis-, tuin- en keukendieren’ die we soms liever kwijt zijn dan rijk. Toch is het de moeite waard om er samen met de kinderen naar te kijken en ze te leren waarderen. Hoe leven ze ook al weer en wat eten ze? Marijke Schellekens Verder lezen: www.pedagogenplatform.nl > notitie buitenspelen Tuinplezier voor kids Catherine Woram en Martyn Cox, uitgever Kosmos, 17,50 euro. www.plantaardigheden.nl is een online encyclopedie van alles wat groeit en bloeit.
Lieveheersbeestje Samen kun je kijken naar slakken die hun eigen huisje meenemen op hun rug, ze hebben ogen op steeltjes en hun kopje komt pas naar buiten als het daar vochtig genoeg is. Het proces van kikkerdril tot een kwakende kikker is elk voorjaar voor veel kinderen een prachtig schouwspel. Het ontstaan van de kieuwen en later de poten van de kikkervisjes biedt volop gespreksstof. Op onderzoek De natuur maakt nieuwsgierig. Naar buiten gaan met een doos vol spulletjes om alles eens goed te bekijken, vinden veel kinderen leuk. Een doos met een vergrootglas, een potje met gaatjes in de deksel, een schepje en een lepel. Samen kijken naar de diertjes die in het donker onder de tegels zitten. Wat leeft er aan de onderkant
10
Lieveheersbeestjes zijn een van de eerste insecten die het voorjaar aankondigen. De volwassen lieveheers-beestjes kruipen ‘s winters in spleten en kieren, of verzamelen zich met vele soortgenoten tot een groep. In het voorjaar vliegen ze er op uit en kun je ontdekken dat je slaapkamer of schuurtje, zonder dat je het weet, het onderkomen is geweest van een hele groep lieveheersbeestjes. Lieveheersbeestjes eten bladluis, de volwassen kevertjes zijn dan ook zeer welkom als er een plaag is van bladluis. Een oud verhaal vertelt dat ze in Engeland ‘lievevrouwebeestjes’ heten. Omdat ze de boeren hielpen bij de bestrijding van een grote plaag, werden ze de kevertjes van Onze Lieve Vrouw genoemd, een geschenk van de Maagd Maria.
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Nieuws Natuursprong Staatsbosbeheer, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en Jantje Beton hebben samen een beweegprogramma opgezet met de titel Natuursprong: spelen tot je groen ziet. Het programma is opgezet omdat dat veel kinderen te weinig bewegen en in de natuur komen. Er lopen tot eind 2009 twee proefprojecten in Nijmegen en Breda. Blijken deze succesvol dan is het de bedoeling het programma in meer steden aan te bieden. (Bron: Staatsbosbeheer)
Vergelijkingssite kinderopvang Het is de bedoeling van het ministerie van Onderwijs een site te ontwikkelingen waarop ouders kindercentra met elkaar kunnen vergelijken. Op die site komt informatie te staan over wachtlijsten, kwaliteit en prijzen van crèches en buitenschoolse opvang. In een persbericht van OCW zegt Dijksma: ‘Het is belangrijk dat ouders weten of een kinderdagverblijf een redelijke prijs vraagt. Met een vergelijkingsinstrument kunnen ze bijvoorbeeld de prijs van hun huidige opvang vergelijken met andere opvangverblijven in de buurt.’ Het is de bedoeling dat ouders vanaf begin 2009 de prijzen van kinderopvangorganisaties online kunnen vergelijken. (Bron: Ministerie van OCW)
Een rijk programma voor ieder kind Dijksma heeft inmiddels gereageerd op het rapport van de onderwijsraad. Ze verwerpt het voorstel voor ‘leeropvang’ voor alle 2en 3-jarigen. Vanuit het oogpunt van tegengaan van segregatie wil zij geen direct onderscheid tussen gewone opvang en leeropvang. Zij geeft dus prioriteit aan voor- en vroegschoolse educatie voor ‘doelgroepkinderen’, zowel in peuterspeelzalen als op de kinderopvang, en aan harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Wat betreft opleidingsniveau streeft ook Dijksma naar meer hbo-kracht in de kinderopvang, een grotere mix van hbo en mbo en aandacht voor het jonge kind in de (Pabo- en SPW-) opleidingen. Zij steunt niet direct het plan van een gedifferentieerde Pabo maar wacht een discussie in en advies uit het veld af.
Spectrum Kinderopvang nr. 1/2009
Interessante websites Grote vraag naar kinderopvang De vraag naar kinderopvang is nog steeds groter dan het aanbod. Daarmee zijn ook de wachtlijsten langer geworden, vooral in de grote steden. Om de opvangcapaciteit verder uit te breiden heeft Staatssecretaris Dijksma een aantal maatregelen bekend gemaakt. Ze stelt drie miljoen beschikbaar in een tijdelijke subsidieregeling voor steden met meer dan honderdduizend inwoners. Daarnaast krijgt de Werkgroep Onderwijs en Kinderopvang (WOK), die zich bezighoudt met de uitvoering van bsobeleid, een subsidieverlenging tot september 2011. Verder heeft de staatssecretaris een Netwerkbureau Kinderopvang in het leven geroepen. Dit bureau zal vooral de samenwerking in de sector stimuleren en gemeenten motiveren om de capaciteit in de kinderopvang verder uit te breiden. (Bron: Ministerie van OCW)
Handreiking huisvesting BSO De Handreiking huisvesting BSO bevat een beknopte beschrijving van het proces dat kinderopvangondernemers, basisscholen en gemeenteambtenaren doorlopen om buitenschoolse opvang te realiseren in of om een basisschool. De handreiking is online door te bladeren op de website www.waarborgfondskinderopvang.nl/ handreiking/
De Kopsz is eraf Lang bestond het beeld dat in de peuterspeelzalen het spelende en zich ontwikkelende kind centraal stond en in de kinderdagverblijven de werkende en/of studerende ouders. Er zijn best verschillen in werkwijze en ook in de vorm van het aanbod. En zeker in de financiering en randvoorwaarden. Maar er zijn ook vooral veel overeenkomsten. Het kabinet heeft inmiddels besloten de wet- en regelgeving op de voorschoolse voorzieningen te harmoniseren. Vooruitlopend op de wet- en regelgeving rondom harmonisatie is er dan ook hard gewerkt aan twee pilotprojecten in gemeente Berkelland en in gemeente Doetinchem. De implementatie gaat nu van start. In januari organiseerde Spectrum een werkconferentie over de harmonisatie.
www.positiefopvoeden.nl Kinderen opvoeden is een belangrijke, uitdagende taak, maar niet altijd makkelijk. Ouders hebben recht op goede informatie. Daarom bieden verschillende instellingen in de stadsregio Amsterdam, ouders met kinderen van 0 t/m 12 jaar allerlei tips en hulp aan om het opvoeden makkelijker te maken. Vernieuwde meubilairwijzer www.fcbwjk.nl/meubilairwijzer.aspx/ Het is best lastig is om zelf te controleren of nieuw meubilair voldoet aan de normen. Om u daarmee te helpen kunt u hier meubilair vinden zoals aankleedtafels, bedden, boxen, etc. die voldoen aan de ergonomische normen. www.netwerkbureaukinderopvang.nl Het Netwerkbureau kinderopvang werkt in opdracht van de staatssecretaris van het Ministerie van OCW. De opdracht van het Netwerkbureau is om op praktische wijze, oplossingsgericht bij te dragen aan de uitbreiding van meer capaciteit kinderopvang in Nederland. Het Netwerkbureau is operationeel van 1 september 2008 tot 1 september 2011. www.mijnkindonline.nl Internetopvoeding, hoe doe je dat? Stichting Mijn Kind Online onderzoekt, informeert en adviseert. Hoe zorg je dat kinderen zorgeloos, veilig op internet vertoeven? Door betrokken te zijn bij wat ze doen. Geen enkele ouder stuurt zijn kinderen zomaar de straat op, de grote stad in. Je vertelt ze wat ze daar kunnen verwachten, wat leuk is en wat niet, wat wel mag en wat niet. En in het begin blijf je er een beetje bij. Maar ja, wat vertel je ze dan? Of kunnen ze op internet alles al zelf ?
Kijk verder op www.dekopsziseraf.nl
11
Vanaf het eerste uur De aanleiding De Regio's voor ondersteuning van het peuterspeelzaalwerk en de bijbehorende krantjes werden gebundeld tot één Gelders tijdschrift voor Peuterspeelzalen en de toen in opkomst zijnde Kinder(dag)opvang. Het 0 nummer Gelders Krant over Kinderopvang verscheen in juni 1990 en veranderde in 1994 in Spectrum Kinderopvang. Marijke Schellekens was van begin af aan actief in de redactie.
Zeker de eerste tien jaar was het een van de weinige plekken waar leidsters (tegenwoordig pedagogisch medewerkers) informatie vandaan konden halen waar ze meteen iets mee konden doen in hun werk. Het laatste jaar is de rol van Spectrum Kinderopvang veranderd. Het richtte zich niet speciaal meer op de pedagogisch medewerkers, maar veel meer op hun leidinggevenden.
Jouw rol Verbanden leggen. Ik stak mijn voelhorens altijd uit. Doordat ik tijdens mijn cursussen veel leidsters tegenkwam die in de sector werkten, wist ik wat er speelde, welke behoefte er was aan informatie of ideeën. Ik probeerde dan als hoofdredacteur de rode draad van ontwikkelingen op papier te krijgen en mensen uit het veld erbij te zoeken die er over konden schrijven. Het voelde geweldig als dit weer gelukt was! Er was altijd veel vraag naar praktische, duidelijke informatie.
Toekomst kinderopvang Het besef om voortdurend de kwaliteit te verbeteren leeft al een tijdje. Bijvoorbeeld werken aan een rijke speelomgeving, het realiseren van een peuterplusgroep of extra aandacht voor de oudste peuters in de kinderopvang. ‘Ruimte' en aandacht voor jongetjes, aandacht voor taalontwikkelingontwikkeling maar ook voor natuur en techniek, al belangrijk bij peuters!
Marijke Schellekens met kleinzoon Gitano
Wat ga jij nu doen? De meeste indruk De discussies over wat jonge kinderen nodig hebben en wat de kinderopvang daarin kan bieden. Subsidiegevers die steeds maar weer er van overtuigd moeten worden dat jonge kinderen begeleiden en 'opvangen' echt werk is en vooral ontzettend belangrijk werk. Daar moeten goede opleidingen en goede bijscholing van pedagogisch medewerkers tegenover staan. Professionele mensen met liefde voor hun vak, want dat hebben de kinderen nodig!
Professionalisering
Mijn werk bij Spectrum en het tijdschrift stopt, ik maak gebruik van de OBU en heb besloten ook te stoppen met het geven van cursussen en trainingen in de Kinderopvang. Ik ben pas verhuisd naar Doesburg. Om de hoek van ons huis heb ik mijn atelier waar ik werk met mijn foto's en het maken van objecten van foto's met glas. En, ik breng kinderopvang weer in de praktijk! Een dag (en nacht) in de week zorgen mijn partner en ik voor onze kleinzoon Gitano. Hij vindt het heerlijk bij ons en samen zingen we de mooiste liedjes!
Dat er een tijdschrift speciaal voor de kinderopvang was, is altijd heel belangrijk geweest.
Colofon Spectrum Kinderopvang ISSN 1380-3727 20e jaargang nr. 1 maart 2009 Dit is het laatste nummer. Postbus 8007, 6880 CA Velp Tel. (026) 384 62 00
Agenda
e-mail: redkinderopvang@ spectrum-gelderland.nl www.spectrum-gelderland.nl
Provinciaal managementoverleg gastouderbureaus Donderdag 19 maart, 4 juni en 8 oktober 2009 te Spectrum. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Greet Tuczek,
[email protected]. Provinciaal managementoverleg kinderopvang Donderdag 12 maart, 9 juni en 15 oktober 2009 te Spectrum. Voor meer informatie
12
kunt u contact opnemen met Annelies Cozijnsen,
[email protected].
Redactie: Marijke Schellekens, Paul van Dijk, Annelies Cozijnsen, Greet Tuczek, Pat Fros Eindredactie: Renske Valk, John Smeets
Convenant kinderopvang en ROC
Vormgeving: Gerard Wagemans, Beekbergen Foto’s: Per Sonare, Fotoburo Seen, tenzij anders
Donderdag 9 april 2009, ondertekening convenant afstemming kinderopvang en beroepsonderwijs door de Gelderse ROC's en een afvaardiging van instellingen voor kinderopvang en Calibris. Meer informatie Annelies Cozijnsen,
[email protected]
vermeld. Drukwerk: De Rijn, Velp © Spectrum Uit deze uitgave mag uitsluitend gekopieerd worden met toestemming van Spectrum.
Spectrum Kinderopvang nr. 3/2008